Herkansing Lineaire Algebra I (wiskunde)
Bas Edixhoven
13 maart 2017, 14:00–17:00
Geen rekenmachines, dictaat en aantekeningen. Motiveer elk antwoord.
Controleer zoveel mogelijk je antwoorden.
Er zijn 6 opgaven. Indicatieve normering: 15+15+15+15+15+15 =90. Succes!
1. Laat a = (1, 2, −2) en v = (3, 2, −1) in R 3 . Laat s := s a
⊥: R 3 → R 3 de spiegeling in het vlak a ⊥ zijn.
(a) Bepaal s(v).
(b) Geef de matrix [s] E E
33van s ten opzichte van de standaardbasis van R 3 .
(c) Geef de eigenwaarden van s, en van elke eigenruimte een basis (hint: ga niet zomaar rekenen, maar denk eerst na).
2. Laat A =
0 0 1 1
2 4 1 −2
−1 −2 2 4
1 2 0 −2
in Mat(4 × 4, R).
(a) Bepaal de gereduceerde rijtrapvorm van A.
(b) Geef een basis van ker(A).
3. Laat A =
5 −4 0 8 −7 0
0 0 2
in Mat(3 × 3, R).
(a) Bepaal de eigenwaarden van A en voor iedere eigenwaarde een basis van de eigen- ruimte.
(b) Geef een diagonale matrix D en een inverteerbare matrix P , beide in Mat(3 × 3, R), zodat A = P DP −1 .
4. Laat, voor a ∈ R, A a = a 2 − a
1 a
!
in Mat(2 × 2, R), en laat b = 1 1
!
in R 2 . Bepaal
voor elke a ∈ R de verzameling {x ∈ R 2 : A a ·x = b}.
5. Laat C = (w 1 , w 2 , w 3 ) de basis zijn van R 3 met w 1 = (0, −2, −4), w 2 = (−1, −1, −1) en w 3 = (1, 0, 0). Laat B = (v 1 , v 2 ) de basis van R 2 zijn met v 1 = (1, −2) en v 2 = (1, −1).
Je hoeft niet te controleren dat C en B bases zijn. Laat f : R 2 → R 3 de lineaire afbeelding zijn met
[f ] B C =
1 0 0 1 0 0
.
(a) Geef de formule voor [f ] E E
23in termen van [f ] B C en de basisveranderingsmatrices.
(b) Bepaal [f ] E E
23