• No results found

Lineaire Algebra

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lineaire Algebra"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lineaire Algebra

Examen KULeuven (14/01/2008)



 1 Zij V een eindigdimensionale vectorruimte en stel dat U en W deelruimten van V zijn. Bewijs en vul aan:

dim (U ∩ W ) + dim(. . .) = dim(U ) + dim(W ).

(Hint: kies op doordachte manier basissen.)



 2 Zij V een eindigdimensionale inproductruimte en zij E een orthonormale basis van V . (a) Leg uit wat een orthonormale basis van V is.

(b) Bewijs: als de lineaire afbeelding A : V → V de matrix A ten opzichte van E heeft, dan geldt:

A is orthogonaal ⇐⇒ AT = A−1.

(c) Bestaat er een orthogonale lineaire afbeelding A : R3 → R3 zodat de matrix van A van de vorm

3/5 0 4/5

∗ ∗ ∗

∗ ∗ ∗

 is ten opzichte van de standaardbasis in R3?



 3 Stel dat V een 3-dimensionale vectorruimte met basis {v1, v2, v3} is en W een 2- dimensionale vectorruimte met basis {w1, w2} is. Zij U de verzameling van alle lineaire afbeeldingen van V naar W . Met de volgende bewerkingen is U een vectorruimte:

∀f, g ∈ U : ∀v ∈ V : (f + g)(v) = f (v) + g(v)

∀f ∈ U, ∀λ ∈ R : ∀v ∈ V : (λf)(v) = λ · f(v).

(a) Bepaal een basis van U en de dimensie van U . (b) Beschouw de verzameling

U0 = {f ∈ U | f (v1+ v2) = 0}.

Toon aan dat U0 een lineaire deelruimte van U is en bepaal een basis en de dimensie van U0.

(Opmerking: je moet niet bewijzen dat de gevonden basis wel degelijk een basis is.)



 4 Zij A : R4 → R3 de lineaire afbeelding met volgende matrix ten opzichte van de standaardbasissen E4 van R4 en E3 van R3:

ME4,E3(A) =

1 4 7 10 2 5 8 11 3 6 9 12

.

(a) Bepaal een basis V1 van R4 en een basis W1 van R3 zodat de matrix van A ten opzichte van deze basissen van de vorm

MV1,W1(A) =

 Ir O

O O



is, met Ir ∈ Rr×r de matrix met op de hoofddiagonaal en erboven overal 1’tjes en onder de hoofddiagonaal nullen, en met O passende nulmatrix-blokken.

(2)

(b) Bepaal een basis V2 van R4 en een basis W2 van R3 zodat de matrix van A ten opzichte van deze basissen van de vorm

MV2,W2(A) =

 Ir 1r

O O



is, met 1r∈ Rr×(4−r) de matrix met overal een 1.



 5 Voor a ∈ R defini¨eren we

Ma=

0 −2008 2008

2008 0 a

2008 a 0

.

Voor welke a is Ma diagonaliseerbaar? Bepaal voor die a een diagonaalmatrix Da en een inverteerbare matrix Pazodat Da= Pa−1MaPa.



 6 Stel dat de matrix A rang r heeft (met r ∈ N0). Toon aan dat A kan geschreven worden als A = A1+ A2+ . . . + Ar, waarij de Ai in de som matrices met rang 1 zijn.



 7 Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? Bewijs of geef een tegenvoorbeeld.

(a) Stel dat V een eindigdimensionale vectorruimte is en dat A een bijectieve lineaire transformatie van V is. Dan zijn de eigenwaarden van A−1 gelijk aan de inversen van de eigenwaarden van A.

(b) Als een lineaire afbeelding van R[x] naar zichzelf injectief is, dan is hij ook surjectief.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Formuleer en bewijs de dimensiestelling voor A.. Waar

Construeer in dit geval een voorbeeld waarbij voorgaande ongelijkheid strikt

Oordeel of volgende implicaties juist zijn.. Bewijs of geen

Bewijs dat A uitsluitend re¨ ele

Veronderstel dat er een lineaire combinatie van vectoren in D bestaat die de nulvector oplevert maar waarin niet alle coëfficiënten gelijk zijn aan 0.. Men zegt ook soms dat in

Basis- kennis wiskunde en elementaire communica- tieve vaardigheden zijn van belang voor zowel de aanstaande leraren als voor de toekom- stige bedrijfswiskundigen.. Daarnaast is het

Maar omdat we het hier over een homogeen stelsel hebben is dit het geval dan en slechts dan als de rijtrapvorm van A een vrije parameter laat zien (minder pivots dan kolommen heeft).

En verder dat elke operatie op de vergelijkingen correspondeert met een operatie op de rijen van de corresponderende aangevulde