• No results found

Lineaire Algebra

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lineaire Algebra"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lineaire Algebra

(27/01/2011 (13u-17.30u))



 1 (a) Zij W een –eventueel oneindige– deelverzameling van een vectorruimte V . Bewijs dat als W een maximaal vrij deel is van V , dan is W een basis van V .

(b) Zij V en W vectorruimten en L : V → W een lineaire afbeelding en L(v) = w.

Bewijs dat {x ∈ V |L(x) = w} = v + Ker(L).



 2 Zij A ∈ Rn×n een symmetrische matrix. Bewijs dat A uitsluitend re¨ele eigenwaarden heeft. Met andere woorden dat de karakteristieke veelterm ϕ(A) volledig ontbindt als een product van eerstegraadsfactoren over R.

Hint: Het zou nuttig kunnen zijn om de standaard unitaire ruimte C, Cn, +, h·, ·i met standaard Hermitisch product te gebruiken.



 3 Beschouw voor alle n ≥ 2 de lineaire afbeelding A : Rn→ Rn met als matrixvoorstel- ling

ME,E =

0 0 · · · 0 −a0 1 0 · · · 0 −a1 0 1 · · · 0 −a2 ... ... . .. ... ... 0 0 · · · 1 −an−1

 .

Ten opzichte van de standaarbasis E = {(1, 0, . . . , 0), (0, 1, . . . , 0), (0, 0, . . . , 1)} van Rn. We nemen a0, . . . , a1∈ R

(a) Bewijs dat de karakteristieke veelterm

ϕA(x) = det (X · In− ME,E) = xn+ an−1xn−1+ · · · + a0.

(b) Bewijs dat voor elke eigenwaarde van L de bijbehorende eigenruimte ´e´endimensionaal is.

(c) Bewijs dat L diagonaliseerbaar is als en slechts als L precies n verschillende eigenruimten heeft.



 4 Zijn de volgende uitspraken waar of vals? Bewijs of geef een tegenvoorbeeld.

(a) Zij U1, U2 en U3 lineaire deelruimten van een eindigdimensionale re¨ele vector- ruimte V .

Veronderstel dat V = U1⊕ U2. Dan is U2 = (U3∩ U1) ⊕ (U3∩ U2)

(b) Zij U1 en U2 lineaire deelruimten van een Euclidische ruimte (R, V, +, h·, ·i). Dan is U1∩ U2= (U1+ U2).



 5 Beschouw de lineaire afbeelding

A : R3 → R3

(x, y, z) 7→ (x + y, x + y, x + z).

(a) Bereken de dimensie en basis van Ker(A) en Im(A).

(2)

(b) Bereken basissen V en W van R3 zo dat

MV,W =

1 0 0 0 1 0 0 0 0

.

(c) Bestaan er basissen V en W van R3 zo dat

MV,W =

1 0 0 0 0 0 0 0 0

?

Zo ja, bepaal dan dergelijke V en W . Zo nee, argumenteer waarom niet.

(d) Bestaat er een basis V van R3zo dat MV,V een diagonaalmatrix is? Argumenteer.



 6 Beschouw een deelruimte

U = h(a, b, c), (a, 2b, 3c), (a, c, c)i van R3.

(a) Voor welke waarden van de parameters a, b en c is U een strikte deelruimte van R3? Dus U 6= R3.

(b) Als b = c, geef dan een basis van U naargelang de waarden van de parameters a en b.

(c) Als b = c, bepaal dan het orthogonaal complement van U ten opzichte van het standaard inproduct op R3 naargelang de waarden van de parameters a en b.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is bij dit ten- tamen niet toegestaan om een boek, aantekeningen, mobiele telefoon, laptop of een grafische rekenmachine te gebruiken.. Vergeet niet op elk ingeleverd vel uw naam

(b) Als een lineaire afbeelding van R[x] naar zichzelf injectief is, dan is hij

Oordeel of volgende implicaties juist zijn.. Bewijs of geen

Schrijf ‘BLANCO’ op het vragenblad v´o´or de vragen waarop je eventueel geen antwoord weet.. • Enkel het

Als je de antwoorden niet op de logische volgorde opschrijft, vermeld dan duidelijk waar welk antwoord staat.. Opgave 0

Bepaal de eigenwaarden van A en geef alle eigenvectoren van

Maar omdat we het hier over een homogeen stelsel hebben is dit het geval dan en slechts dan als de rijtrapvorm van A een vrije parameter laat zien (minder pivots dan kolommen heeft).

En verder dat elke operatie op de vergelijkingen correspondeert met een operatie op de rijen van de corresponderende aangevulde