• No results found

POLITIEK CULTUUR

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "POLITIEK CULTUUR"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

JANUARI 1970

Van crisis naar crisis

De wankele coalitie van De Jong M. Bakker Buitenparlementair en antiparlementair G. Schreuders 10 Aanval op het militair-industriële

complex Jaap Wolff 20

Strijd van de Zwarte Panter Partij 29

BOEKBESPREKINGEN

Documentair rapport over de toestand

in de PvdA S. van Dongen 37

Oorzaken en gevolgen van de

burgeroorlog in Nigeria W. Vlieland 38

PARTIJDOCUMENT

Aç1enda voor het 23ste CPN-congres vastgesteld 40

POLITIEK EN CULTUUR verschijnt maandelijks bij uitgeverij Pegasus Leidsestraat 25, Amsterdam-C., tel. 23.11.38 De abonnementsprijs is

f

7.50 per jaar.

f

3.75 per halfjaar, losse nummers

f

0.75

(3)

Inhoudsopgave

Politiek en Cultuur 1970 -

3

o

Binnenlandse vraagstukken

Verslag van her 23:;l:c Congres van de Communistische Parrij van Nederland,

gehouden op 6, 7 en 8 februari 1970 te Amsterdilm Openingstoespraak van Paul de Groot

Congresrede van Henk Hoekstra Het leninisme en de hedendaagse tijd

Referaat van Paul de Groot Discussies en besluiten

Van crisis naar cns1s

De wankele coalitie van De Jong De herdenking en haar bestrijders Twee vcrkiezingen

Vietnam, zaak van vrijheid, vooruitgang en vrede De toekomst van de Zaanstreek Kruisinga, Nixon en het drugbeleid

De CPN en L. de Jong's "geschiedschrijving" M. Baleker M. Bakker M. Bakker P. de Groot W. Hartag A. de Leeuw

Vervalsingen en verdachtmakingen in plaats van feiten G. Maas De ervaringen van de augustus-september

Strijd voor gelijke rechten onderdeel

stakingen F. Meis

van klassenstrijd H. Molin-Gerritu

De Augustusrevolutie 1945 - 25 jaar misrekeningen koloniale bourgeoisie

De misdeelde deelgenont

Nieuwe strategie voor "ontwikkelingshulp" Omlaag met de NAVO-lasten!

Benepen compromis over echtscheidingsrecht

Buit~nparlementair en antiparlementair Discussies in de studentenbeweging Wetson twcrp ondernemingsraden

Oude doeleinden in nieuwe verpakking Gemeentebesturen en milieuverontreiniging Amerikaans kapitaal in Nederland

Verdere aanslag op gemeentelijke autonomie De wet van Veringa

(4)

Internationale politiek

De gehcin1en van de VietnaJnesc oorlog Het vraagstuk van het geweld in de

Vietnamese revolutie

Sq·ategie en tactiek in de Vietnamese revolutie De gebeurtenissen in Noord-Ierland

Vietnam, zaak van vrijheid, vooruitg::tng en vrede Wilfred G. Burchcit Truong Chinh Truong Chinb Desmond Greaves P. de Groot De Augustusrevolutie 1945 koloniale bourgeoisie 25 jaar 111lsrckeningen ]. Morriën De misdeelde deelgenoot

Nieuwe strategie voor "ontwikkelingshulp" Omlaag met de NAVO-lasten!

Strijd van de Zwarte Panterpartij Licht en schaduw over Japan

]. Morriën ]. Morriën W'illiam L. Patterson G. Verrips

Oor7.aken en gevolgen van de burgeroorlog in Nigeri:.

Nixon breidt de oorlog uit

Drie documenten over de bevrijdingsstrijd van de Indo-Chinese volken

Het ge·; .1ar van het Japanse militarisme

Theorie, geschiedenis en cultuur

De overleefde ideeën van Bakoenin

Het vraagstuk van het geweld m de Vietnamese revolutie

Strategie en tactiek in de Vietnamese revolutie Een onaanvaardbaar stuk van Weiss

Monopolies en wetenschap

De communistische partijen en het eenheidsfront

m de tropische landen Bela Bartok [ 1881-1945)

Technologische profeten over democratie Engeland heeft een D'66-ideoloog Anarchisme, echo uit het verleden

Hernieuwde belangstelling voor Louis Couperus Francisco de Goya - romanticus en rebel Enkele aspecten van de technische

en wetenschappelijke ontwikkeling Aanval op het militair-industriële complex Lenin en de Nederla,ndse arbeidersbeweging

T. Boel:!man T ruong-Chinh Truong-Chinh Y. Gnirrep R. Milikowski ]. Morriën C. Porcelijn ]. Reiding F. Schoonenberg ]. G. Stuve C. Visser ]. Visser jaap Wolff jaap Wolff

Van hondse commercie tot proletarische klassenstrijd

Bij de 150-ste geboortedag van Friedrich Engels Jaap Wolff

Uit de tijdschriften

(5)

De geheimen 1·:::n de Vietnamese ooirog Het gevaar van het Japanse militarisme De industriële vermoeidheid

Wi/fred G. Burchett

\lictor Dominique

Boekbesprekingen

De overleefde ideeën van Bakoenin

l l\'lichacl Bakoen in - Over anarchisme, staat en dictatuur, met voorwoord van A. Lel111ing) T. Boekman

Laos, een tweede Vietnam

I WiJfred G. Burchett - Laos, een tweede Vietnam) }. de Boo

Documentair rapport over de toestand in de PvdA l Tr.stituut voor Politiek en Sociaal Onderzoek

-De toestand in de Partij van de Arbeid. Een documentair

rapport) S. van Dongen

Reclame voor het anarchisme

l Dr. A. L Constandse - Anarchisme van de daad]

De geschiedenis van Nazi-Duitsland

I Robert Goldston Opkomst en ondergang van

Na;~.i-Duitsland]

Eldridge Cleaver en de Zwarte Panterpartij IR. Scheer-Eldridge Cleaver]

Indonesië onder Suharto

I Ernst Utrecht -- Indonesië's nieuwe orde Ontbinding en neokolonialisme)

Ncokolonia I isme en maatschappij-opvatting van Prof. l Prof. dr. J Tinbergen - Een leefbare aarde) Technologische profeten over democratie

S. van Dongen S. van Dongen M. Mi!ikowski I Morriën Tinbergen I Morriën

I Nigel Calder - Technopolis, maatschappelijke controle

op de toepassing van de wetenschap) ]. Reiding

De Duitse Boerenoorlog

[ friedrich Engels - De Duitse Boerenoorlog) F. Schoonenberg

Anarchisme, echo uit het verleden

[ Daniel Guérin - Het anarchisme) F. Schoonenberg

Alternatieve verw .:trring

[ W. H. Spcnger - Een alternatieve pedagogische

academie) G. Schreuders

Oorzaken en gevolgen van de burgeroorlog in Nigeria

[ K. L Roskam, W. de Berg, J van der Meulen - Spanningsveld

Afrika, trefpunt Biafra) W. \llieland

Noam Chomsky: Pragmatisme en een vleugje anarchisme [ Noam Chomsky - De macht van Amerika en de nieuwe

mandarijnen C. Wolff-Bu!tje

Documenten

Agenda voor het 23-ste CPN-congres vastgesteld Na de Staten vcrkiezingen

Manifest van dt Communistische Partij van Nederland Partijbestuur was bijeen

(6)

Brief van de CPN aan de PvdA

Voorstel tot strijddag tegen Amerikaans optreden in Indo-China

Gedachtenwisseling van communistische partijen in Parijs Mededeling van het dagelijks bestuur van de CPN Partijbestuur besprak de verkiezingsuitslag Brief van CPN-fractie aan KamervooP,ittcr Ontmoeting met Enbelse communistische partij Oproep van het partijbestuur voor de financiële

campagne 1970-1971

Vcrklaring van het dagelijks bestuur, "111 de CPN over de loonacties Voor een nieuwe regering - voor J-~n nieuwe politiek

Vcrklaring van het partijbestuur van de CPN Bijeenkomst in Londen

Oproep van het dagelijks bestuur van de CPN 1000 nieuwe abonnees voor De Waarheid Communiqué van het partijbestuur van de CPN

Bijdrage van het partijbestuur van de CPN inzake de conferentie van communistische partijen uit kapitalistische landen

van Europa te Londen

(7)

30e jaargang no. 1 januari 1970

POLITIEK

EN

CULfUUR

maandblad, gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN

Van crisis naar crisis

De wankele coalitie van De Jong

Het aftreden van De Block als minister van Economische Za-ken heeft voor het kabinet-De Jong de derde, zo men wil zelfs de vierde crisissituatie geschapen in ruim drie maanden tijds. Hocwel De Jong het vcrtrek van De Block aanvankelijk als een bagatel behandelde, die nauwelijks de aandacht verdiende, heeft de ruzie over de vraag wie hem moest opvolgen een weck geduurd.

De aanvankelijke voorstelling van zaken, dat het om niets meer ging dan om een meningsverschil over de metaal-CAO, raakt reeds in het vergeetboek. In de afgelopen weck is er, in verband met het aftreden van de minister, meer over Vcrolme geschre-ven dan over die loonovcreenkomst.

Bovendien is tijdens het opvolgingsgeschil gebleken, dat aller-lei spanningen tussen de regeringspartijen opnieuw gaan mee-tellen - speciaal die tussen VVD en AR.

Omdat het onmogelijk is wat deze punten betreft in de toe-komst te blikken, lijkt het dienstig om de jongste krakende gang van de De Jong-equipe eens nader te beschouwen. De eerste keer dat er van een crisis sprake was, was eind sep-tember, bij het debat over de loonwet. De bevoegdheid die

(8)

Rooivink verzette zich met grote heftigheid tegen een ver-zwakking van zijn bevoegdheden. Toen het op een stemming leek aan te komen - waarbij, zo Roolvinks voorstel dan al niet werd verworpen, toch een belangrijk deel van de grootste regeringspartij zich tegen de regering zou uitspreken - haalde de minister premier De Jong achter de regeringstafel om met ontbinding van de Kamer te dreigen.

Hiervoor week de KVP terug, waardoor een dreigende kabi-netscrisis bezworen werd.

Deze botsing vond plaats, nog voordat het parlement zich had uitgesproken met betrekking tot de, anderhalve weck tevoren ingediende, miljoenen-nota.

Ze kwam vrij onverwachts; de voorbereiding en de indiening van de miljoenen-nota hadden plaatsgevonden zonder de span-ningen, die daarbij nog al eens willen voorkomen.

Vaak gebeurt het immers dat in de regering zelf, voordat ze het over de begroting eens is geworden, spanningen ontstaan die dan door een van de ruziemakers, via een bevriende krant, naar buiten worden gebracht om op die manier druk uit te oefenen op de tegenspeler.

Dit keer had men in juli en augustus alleen maar trotse kreten vernomen over de hechtheid van de coalitie, de snelheid waar-mee men het eens was geworden over de begroting, de goede onderlinge samenwerking. Bij de indiening van de begroting hadden de woordvoerders van de regeringspartijen onmiddel-lijk hun instemming met de opzet daarvan uitgesproken. Het plotselinge, hevige conflict rondom de loonwet verscheur-de die sereniteit op nogal ruwe wijze.

Achter het fleurig beschilderde kamerscherm bleek een forse worsteling gaande te zijn en het was niet toevallig dat de lowet het punt van botsing vormde. De groeiende beweging on-der de arbeion-dersklasse bracht bijna vanzelfsprekend mee, dat de strijd om haar positie het centrale binnenlandse vraagstuk werd.

De belastingruzie Bij de debatten over de miljoenen-nota, midden oktober, kwa-men de tegenstellingen hierover op een nieuwe wijze aan het licht. Nu bleek dat er belangrijke meningsverschillen bestonden over de belastingverlagingen, waarbij speciaal de AR zich tegen-over Witteveen opstelde.

Witteveen wenste, zoals men weet, in 1970 een belastingverla-ging van 600 miljoen en in 1971 een verlabelastingverla-ging van 300 miljoen door te voeren. Hij vond dit de beste vorm van "reële loons-verhoging".

De AR bleek voorstander te zijn van twee maal 450 miljoen, omdat, zo zei men, de "conjuncturele spanningen in 1970 te groot zouden worden." Men vreesde dat de goed gevulde or-derportefeuilles nog dikker zouden worden en daardoor de drang naar loonsverhoging nog groter.

(9)

loon-en salaristrekkloon-endloon-en gloon-enoegloon-en zoudloon-en nemloon-en met de hun toe-bedachte fooien en hoe men hen dan in bedwang zou houden. De PvdA was, :t.ecr opvallend, tegen iedere belastingverlaging. Aanvankelijk zei men dat men de betreffende bedragen voor andere doelen wilde besteden, met name voor de gemeentelijke uitgaven. Later, toen de AR zo bezorgd bleek te zijn over de "conjunctuur", zwaaide Den Uyl om en vcrkondigde hij, dat de 600 miljoen helemaal niet uitgegeven mochten worden. Het standpunt vJ.n de CPN is bekend. Die had in het begin van het jaar al een voorstel ingediend om de BTW met vele honderden miljoenen te verlagen, om zodoende de prijsstijgin-~cn terug te draaien.

Toen dat afgewezen was, stelde de Communistische Partij voor de voorgenomen belastingverlaging geheel ten goede te doen komen aan de l;u;c en midden-inkomens. Ook daartoe werd een voorstel ingediend, dat echter eveneens werd verworpen. In dit opzicht stonden dn~ PvdA en CPN-standpunten tegen-over elkaar. De CPN wilde wel belastingverlaging, maar dan

voor de gewone man. De PvdA wilde geen belastingverlaging. Koddig was bij dit alles nog de positie van de PSP.

Die sloot zich aanvankelijk geheel aan bij de PvdA en onder-tekende zelfs voorsteHen van die zijde, waarbij van de belas-tingverlaging werd afgezien.

Tenslotte steunde mc'l echter tevens het standpunt van de CPN, dat er wel belastingverlagin~~ diende te komen, maar dan al-leen voor de niet-bezitters.

Met een aanlooptijd van een maand leidde het geschil over de belastim~verlagin~, dat midden oktober bij de Algemene Be-schouwingen in het parlement voor het eerst naar voren trad, in november tot een nieuwe situatie van semi-crisis. De AR bleef volharden in hHr stJ.ndpunt en Witteveen handhaafde zijn voorstellen, daarbij gesteund door drie van de vier rege-ringspartijen.

In het belastingdebat van 19 oktober kwam het tot een climax. De AR diende haar alternatieve voorstellen in en Witteveen sprak het "onaanvaardbaar" uit. Waarop Bicsheuvel c.s. reti-reerden, onder hoongebch. Later gaf de Anti-revolutionaire fractievoor:t.itter als reden op, d;~.t de AR toch niet de regering ten val mocht brcn·>en sJ.men met (de Boeren en) de commu-nisten. Een uitsnraak, die onthullend is voor de alom verkon-digde progressiviteit v;1,11 de heer BiesheuveL

De Block-crisis De derde aanloop tot een cns1s maakten we nog weer enkele weken later mee.

Bij de begroting van De Block (Economische Zaken) werd voor de zoveelste maal gcsproken over het "toezicht", dat tot stand zou moeten komen op hr~t fusieproces in de ondernemingen. Daar was eerder in he;: j~1ar een voorstel over geweest van de radicaal Aarden.

(10)

enige verkiezingspropaganda zou zijn te maken, vooral als men de nadruk zou leggen op het "onderzoeken" van het verschijn-sel. Daarom kwam er bij de begroting van Economische Zaken een motie op tafel, waarin De Block gevraagd werd een wets-ontwerp in te dienen dat een college zou instellen om het "fu-sieverschijnsel" te onderzoeken. In dat college zouden bij voor-keur leden van de Tweede Kamer dienen te worden benoemd. De Block, die reeds met de SER bezig was om de fusie te gaan ,,onderzoeken", voelde zich door dit nieuwe voorstel lichtelijk in de nek gekeken en ontried met grote nadruk het aan te ne-men.

Maar ja, de verkiezingen naderen. En dus deden AR en KVP of ze de minister niet hoorden. Hun motie werd met grote meerderheid aanvaard.

Enige dagen later werd bekend, dat dit besluit voor De Block aanleiding was geweest om zijn, door velen al lang verwachte, ontslag in te dienen. Slechts gezamenlijke inspanningen van De Jong en Schmelzer hadden hem op dat moment nog kunnen weerhouden. Maar, schreef het Alg. Handelsblad van 12 de-cember, "in politieke kringen blijft men intussen rekening hou-den met de mogelijkheid dat de minister in de nabije toekomst toch nog zal aftreden". Hetgeen intussen gebeurd is, waarmee dan de derde crisis haar verlengstuk in een vierde semi-crisis heeft gevonden.

Nog meer problemen Naast deze bijna-crisissen zijn er nog reeksen andere vraag-stukken geweest, die in de afgelopen tijd hebben geleid tot spanningen in het kabinet, in de regeringscoalitie, of in beide. De oorlogsmisdadigers hebben de tegenstellingen tussen VVD en KVP aan het licht gebracht. Polak heeft handig gemanoeu-vreerd in deze zaak door tevoren de fracties een standpunt te laten bepalen en daarna te zeggen dat, als men de drie vrij wil-de hebben, het parlement zelf maar met een initiatief moest komen.

De KVP had er helemaal op gerekend dat de minister met een wetsontwerp zou komen en toen men zelf gedwongen werd de volledige verantwoordelijkheid te nemen, deinsde men daar op het laatste ogenblik voor terug. De vriendschap werd door dit f:edoe echter niet bevorderd.

De positie van Schut, de woningbouw-minister, is zeer wankel. Reeds is zijn huurbelasting destijds door de Eerste Kamer van tafel geveegd; er heerst voortdurend grote ontstemming over het tekortschieten bij de vervulling van het woningbouwpro-gram, waarbij vooral het volstrekt achterwege blijven van goedkope volkswoningen steeds zwaarder begint te wegen. Ook binnen de regering zelf schijnen nu de meningsverschillen over Schuts plannen hoog op te lopen.

Tenslotte bleken alleen al over zo'n minimale verbetering als de verhoging van de AOW met 3 procent zulke verschillen van mening te heersen, dat er wekenlang door de regering moest

(11)

Loon (wet) spanningen Voor de naastbijc toekomst liggen nog een aantal van zulke valluiken.

De loonwet, die dank zij de dreiging met kamerontbinding in september door de Tweede Kamer werd aangenomen, is in de Eerste Kamer nog steeds niet in behandeling genomen. Dat zal pas in februari gebeuren.

Het conflict rondom deze wet heeft zich ondertussen uitge-breid.

Nadat de Tweede Kamer haar had goedgekeurd, zijn NVV en NKV uit het loonoverleg van de SER getreden. De loonbezwe-ringen van de SER en van de regering waren trouwens volle-dig mislukt, toen bleek dat de prijzen vcrder stegen en de pro-duktiviteit van de arbeiders met sprongen omhoog ging. De in-druk wekkende acties van de strokarton-arbeiders vormden het begin van een loonbeweging in het hele land, waarbij in tal van bedrijven van plechtige Haagse ordonnanties closetpapier werd gemaakt.

Deze ontwikkeling 1"al zeker vcrder gaan nu gebleken is, dat ook de hoge cijfers die de regering nog in september verstrekte over de groei van de economie, al weer achterhaald zijn. De uitvoer steeg niet met 15 procent, zoals voorzien was, maar met 17 procent.

De produktie van de totale nijverheid, behalve de bouw, ging niet met 9,5 procent maar met bijna 12 procent omhoog. De industriële produktie steeg niet met 8 procent, zoals nog in september verkondigd werd, maar met 10 procent.

De produktie per werknemer in de nijverheid steeg dan ook niet met het, toch al respectabele, getal van 9 procent maar met liefst 10,7 procent, ongeveer evenveel als het jaar tevoren. Men moet werkelijk een De Block of een Witteveen zijn om te menen, dat de loon- en salaristrekkers er genoegen mee nemen dat twee jaar achtereen hun productie met meer dan 10 pro-cent toeneemt en dat hun daarbij reële loonsvcrbeteringen wor-den toebedacht van, achtereenvolgens, nog niet één procent en maximaal 2,5 procent.

Het hele sociaal-economische bouwwerk van de grote onder-nemers en hun regering beantwoordt in geen enkel opzicht aan de realiteit, en dit harde feit zal in de komende maanden ook binnen regering en parlcment nieuwe spanningen oproepen -rond de loonwet of op andere wijze.

Grond- en kieswet Naast gevarieerde conflictstof van diverse aard ligt er nog een ander terrein van tegenstellingen, namelijk dat van grondwet-en kicswetvcrandcring.

Minister Bcernink heeft de commissic-Cals rapporten laten ver-vaardigen over deze k westic, waarin o.m. met een uiterst krap-pe meerderheid het voorstel is gedaan om in ons land een dis-trictenstelsel door te voeren, en te komen tot een gekozen

(12)

Tegenover beide gedachten bestaat echter niet alleen groot ver-zet buiten de regeritwscoalitie, ook daarbinnen lopen de menin-gen sterk uiteen'. "

De belangrijkste factor is daarbij, dat de VVD heeft uitge-sproken, liever een kabinetscrisis te laten ontstaan dan mee te werken aan een wijziging van het kiesstelsel.

Ongetwijfeld vindt er grote tegendruk plaats om de VVD van dit standpunt af te brengen, maar die wint niet aan kracht nu de overige partijen in de coalitie zelf verdeeld blijken te zijn. De CHU heeft tot nu toe l'een animo voor een districtenstelsel getoond, binnen de AR i~ ';nen daarover verdeeld. Van K

VP-7 ij de heeft men zich nog onthouden van een duidelijke stelling-name, hoewel Schmelzer al eens uitlatingen heeft gedaan die aangeven dat hij allerminst staat te dringen om tot een distric-tenstelsel te komen.

Verrassend was dan nog, dat in december door de K VP in de Tweede Kamer aan Becrnink werd gevraagd, waarom hij de commissic-Cals geen advies had gevraagd over het a~1nbrengen van een zgn. drempel in de evenredige vertegenwoordiging -dat wil zeggen de regel -dat men over een bepaald minimum aan zetels moet beschikken om ook werkelijk in het parlcment zit-ting te kunnen nemen. Het is, zoals bekend, in West-Duitsland dat een dergelijk voorschrift bestaat.

De regering heeft zich vcrplicht om binnenkort over deze nete-lige kwestie met een standpunt te komen. Wil namelijk vó6r de Kamerontbinding van 1971 een grondwetswijziging die het kiessysteem moet veranderen worden aangenomen, dan dient een voorstel daartoe in de komende maanden op tafel te wor-· den gelegd, omdat grondwetswijzigingen in de regel niet met een sneltreinvaart door de Tweede (en de Eerste!) Kamer kun-· nen worden gejaagd.

Zoals de VOD, als regeringspartij, tegen iedere wij:t.iging v~ltt het kiessysteem is, zo zullen er zeker binnen de regering ook anderen zijn die, in het voetspoor van Cals, met alle middelen een dergelijke verandering zullen willen doorvoeren. In de re-geringspartijen ligt de :t.aak ook zo. Waarmee dan nog een punt op tafel ligt, dat op korte termijn tot een conflict binnen of met de regering zou kunnen leiden.

Statenverkiezingen

Eén gegeven :t.al voor de verdere ontwikkeling van de:t.e me-ningsverschillen en tegenstellingen een zeer grote, :t.o niet be-slissende rol spelen - dat zijn de Statenverkie:t"ingen van l R maart aanstaande.

Statenverkiezingen hebben natuurlijk een grote betekenis ~1ls zodanig, los van de verdere implicaties die de uitslagen daar-van met :t.ich meebrengen.

De Staten hebben over een groot aantal :t.aken die :t.ich in de provincie afspelen een belangrijke zeggenschap, terwijl de door hen gekozen Gedeputeerden, het bestuur van de provincie, een

(13)

met betrekking tot het doen en laten van de gemeenten. Daarbij komt dan nog dat de Staten, volgens een uit de regen-tentijd stammend systeem, de Eerste Kamer kiezen, die op een gegeven ogenblik bij beoordeling van wetsontwerpen of poli-tieke ontwikkelingen een net ;,o belangrijke rol kan spelen als de Tweede Kamer. Men denke aan het Nieuw Guinca-conflict, waarin de Eerste Kamer eerder dan de Tweede een tamelijk wijdvcrbreide oppositie liet zien, men denke vcrder aan de huurbelasting.

ln de loop der tijd zijn Statenverkiezingen meer gaan betekenen dan alleen vcrkicl',ingcn voor provinciale

vertegenwoordigin-gen.

Juist omdat ze de tussenfase zijn voor de aanwijzing van de Eerste Kamer, en omdat ze de deelname kennen van alle lande-lijke partijen, zijn de/,e vcrkiezingen een rol gaan spelen bij het beoordelen van de landelijke politieke krachtsverhoudingen. Zo kwam de regeringscrisis van najaar 1958, die leidde tot het vormen van drie achtereenvolgende regcringen zonder de PvdA, tot stand nadat deze partij bij de Statenverkiezingen van dat jaar een /ware nederlaag had geleden.

Hcuclfdc gebeurde twee Statenverkiezingen later. Toen, in 1966, een jaar na de vorming van de regering-Cals/Vonde-ling, de aanhang van de PvdA met een geweldige sprong bleek te l',ijn teruggegaan, waren ook de dagen van de regering ge-teld. De nacht van Schmelzcr /,ou aan haar bestaan een einde maken.

Speculatics over grote verschuivingen bij de stembusuitslag van maart aanstaande zijn niet van de lucht.

Daar zit veel humbug bij, zoals van de demagogen van D'66. Maar zeker zal het niemand verrassen indien straks de KVP opnieuw een aanzienlijk deel van haar stemmenpercentage zal verliezen. Ook in de poöitie van andere partijen zou wel eens een flinke wijziging kunnen komen. fn dat geval kan een krachtenspel in werking treden, dat aan het bestaan van de huidige regeringscoalitie - of althans van de huidige regering - een einde /,ou maken. Dat altijd nog, voor zover de huidige

vcrwikkelingen al niet het onzalige bestaan van het kabinet-De Jong wllcn hebben beëindigd.

Internationale factoren Het zijn uitcra.:trd niet slechts deze binnenbndsc vra.:tgstukkcn, die doorslaggevend zijn voor de vraag of de regering-De Jong blijft :;.ittcn of niet.

I ntcrnationaal, zowel bi nncn de EEG als in de vcrhouding van de EEC tot Engeland en Amerika, zijn er grote ontwikkelingen gaande.

Kon men vroeger /,eggen dat, hoc verdeeld PvdA, KVP of VVD ook waren over allerlei binnenlandse vraagstukken, er over de buitenlandse politiek en de NAVO een eenheid be-stond - nu ga.:tt dit laatste nog wel op voor de

(14)

1s ove,· vraagstukken van buitcl'landse politiek grote verdeeld-heid.

Bin11cn de PvdA /.ijn sterke gevoelens tegen de NAVO tot ont-wikkeling ~~ckomcn en ook de confessionele partijen vormen op dat punt geen gc,!oten eenheid meer.

Bij de wedijver om de beheersing van de atoomenergie, algc-meen erkend als een van de belangrijkste strijdpunten van deze tijd, hebben n:uionale e11 iPtr:rnationale belangengroepen ook binnn de politieke p~''"tijcn ;Jositie gekozen, waardoor rege-ringswisselin!.:ên ouk op dat punt vcrstrekkende consequenties kunnen hebben.

Of Luns en !~:n Toom blijven l'.ittcn dan wel door wie zij eventueel vc1···:În,;cn /.ullcn worden - dat zijn geen zaken wa:uover stembusuitslagen alleen beslissen. Daarover spreken anderen een h:'r':i~'. woorJjç n;ce, wier belangen met dc/.e of 12,ene buitcnland~;e cq bewapcningspolitiek st:un of vallen.

Beeld van de oppositie

Maar duidelijk is wel, dat niet alleen de intriges van kapitalis-tische belangengroepen en de onderlinge wedijver der baantjes-partijen hun rol spelen bij de vcrkiczin~~en voor de Provinciale Sta ten.

Ze /.uilen ook een beeld geven van de groei van de oppositie tegen het kabinet-De Jong en datgene wat dit kabinet verte-genwoordigt. Ze zullen vcrder een indruk geven van de mate, waarin deze oppositie tot uitdruld~ing komt in steun aan de Communistische Partij - dat wil zeggen, van de vcrdieping en verstcrkin~', van de oppositie.

Het ~~cwicht van de CPN in het politieke denken van ons volk is 1.cker toegenomen in de laatste rijd. Alleen al in Amsterdam heeft een respectabel aantal nnssa-mobili.<atics plaatsgevonden door en onder leiding van de CPN, wa:trbij de deelname heel wat meer mensen omvatte dan alleen communisten. We noc-men: de demonstratic tegen de 225 miljoen extra NAVO-uit-gaven, de Februariherdenking, de 1 mei-viering, de vergadering over de Maagdenhuis-lwzetting en de 4 oktober-demonstratie.

In de grote stukken loo1lstrijd van de laatste maanden - die

in de strokarton-industrie, bij Scholten-Honig en in de bouw-is de betekenbouw-is van de Communbouw-istbouw-ische Partij voor velen dui-delijk geworden.

Er is daarbij nog iets anders ~;cbleken. De vanzelfsprekende wijze waarop de actieve inzet van on1.c partij werd aanvaard en gewaardeerd, /.O\':cl door at'crendc studenten als door sta-kende arbeiders, heeft btcn 1.icn dat veel v~1n de oude anti-communistische drugs hun u;twcrking verloren hebben. Zo in-ternationaal als l'.c is, door hen die in actie l'.ijn wordt on1.e partij crv:,rcn :1h ce:1 Nederlandse politieke kracht en die plaatsbepaling is beslissend voor de beoordeling.

(15)

Met aan de ene kant, opnieuw, het vcrzwijgen van de stem der CPN. aan de andere kant de van oucls bekende verdachtnu-kingen en laster.

Interessant is wel dat De Jong !.elf, eerst bij de demomtLUie tegen de ..225 miljoen en later b:j de Maa~~denhuisstrijd, in het

l~ewcer heeFt mocte•1 komen or:l aan de:t.e ïesurrectic v:ln hef kwaadaardigste soort anti-communisme leiding te geven. Waannee dan meteen duidelijk kan 1.ijn, dat juist een vcrster--king van de Communistische Par6j in de kome11de tijd de be-slissende factor kan zijn, cm het kabinet-De .Jont!, clc nek te breken.

Het strompelt van crisissituatie naar crisissituatie en ieder nieuw conflict is een wecrspie:l;eling v:'.n de beweging, die er onder de ma~s.1 is tegen de regeringspolitiek.

!\Is deze beweging :::tr:1ks tot uitdrukking komt in het gesteh;en stemmental op de Communisti~clJe Partij, kan dat de

onder-g.ln~; van de regerin~~-De Jong alleen maar verha;cs~en.

De komende m:1anden 1:10ct hiertoe een extra inspanning ge-leverd worden.

M. BAKKER

(16)

10

Buitenparlementair en

antiparlementair

De inschakeling van de universiteiten in het produktieproces en de organisatie ervan in de structuur die de concerns vcr-langen, is het onderwerp van een groeiend aantal publikatics. Wie bijvoorbeeld het jongste jaarverslag van de Algemene Bank Nederland opslaat, kan zó denken dat hij per ongeluk een memorie van Vcringa in handen heeft genomen, als hij er de beschouwingen en ordonnantiën over het wetenschappelijk on-derwijs ziet. Maar de afzender staat er duidelijk op: Algemene Bank Nederland, een sprekende illustratie van het karakter van de veranderingen die zich aan de universiteiten voltrok-ken hebben en nog voltrekvoltrok-ken.

Een analyse van die verandering treft men aan in verschillende publikaties van studenten die onderzoek verrichten naar haar economische grondslag. Gegevens hierover zijn - onder andere - samengebracht in het rapport Universiteit en Onderneming

van een groep Nijmeegse studenten, in een artikel van

J.

Rei-ding over wetenschap en monopolies (P en C, juni '68; on-langs in brochurevorm uitgegeven), in Universiteit in Opstand

van Ton Regtien 1

) en in het geschrift Nota Veringa - de

grenzen aan de democratisering 2

), opnieuw van een groep

dit-maal anonieme Nijmeegse studenten, die materiaal aandragen onder het hoofd Onderwijs als produktie/actor.

Over de twee laatstgenoemde uitgaven - van Regtien en van de Nijmeegse groep - gaan de volgende aantekeningen, maar dan met name over de opvattingen van de politieke strijd die zij etaleren.

Fixatie Bij Regtien gaat dit onder de noemer van "buitenparlemen-taire actie", bij de Nijmegenaren onder het hoofd van "kritiek op het parlementarisme". De overeenkomst is de fixatie op het parlement. Regtien is het kennelijk als het voornaamste

ken-merk van de massa-actie in de bedrijven en op de universiteiten opgevallen dat zij buiten-parlementair is, waaraan hij zelfs een naam voor de actie ontleent, terwijl dit in wezen een onderge-schikt kenmerk is, omdat massa-actic altijd belangrijker is dan

parlementair optreden (dat wel de resultaten kan weerspiege-len), omdat massa-actie beslissend is in de politieke en sociale

vraagstukken.

Waar Regtien nog spreekt van buitenparlementair, schromen

1 ) Ton Regtien. Universiteit in opstand. Ui tg. Van Gennep N.V., Amster-dam. Prijs f 6,50.

2) Nota Veringa - de grenzen aan de democratisering. Socialistische

(17)

de Nijmegenaren niet de massa-actic met de nodige pompa te bestempelen als antiparlementair. Zij schrijven openlijk (pa-gina 55) dat strijd gevoerd moet worden tegen de parlementaire instelling, in plaats van te hameren op de strijd tegen de mono-polistische groepen die de rechtse parlementaire meerderheid haar politiek dicteren!

In beide gevallen blijken de auteurs dus door het parlcment biologeerd te zijn. Dit presenteren zij zelf als reactie op het ge-dram en gcdrein in de Kamer van reformistische politici, over wier bedrog zij zich bitter beklagen. Zeker. Maar een omge-keerde vuilnisbak blijft een vuilnisbak. Op zijn kop gezet re-formisme is óók reformisme.

Bron Regtien schrijft: "De nieuwe politieke formule ,buitenparle-mentaire oppositie' ( ... ) is inderdaad niet nieuw. Hij is op-nieuw ontdekt. De Underground Press in Berlijn gaf in 1968 een brochure uit met artikelen uit 1916 en 1920, van onder an-dere de Nederlander Anton Pannekoek ( ... )". Regtien beves-tigt daarmee, dat in de huidige studentenoppositie een aantal binnen de arbeidersbeweging afgesloten discussies (en standpun-ten die in de historische ontwikkeling hun failliet geleden heb-ben) opnieuw aan de orde komen. Geschriften van Bakoenin, Proudhon, de raden-communisten etc. worden opnieuw uitge-geven, soms met de opgelegde bedoeling om de honger naar de

idcologi~chc antwoorden op de problemen van vandaag, met rattekruid te stillen.

Vcrder valt op, dat Pannekoek juist in Berlijn werd uitgege-ven, net als de Nijmeegse publicatie zich voornamelijk baseert

op een in 1967 in Berlijn uitgegeven geschrift van ]. Agnoli,

Transformation der Demokratie. Dit verklaart een aantal

op-gelegde fouten in het Nijmeegse geschrift, dat klakkeloos uit-gaat van de situatie in Wc~t-Duitsland, waar de parlementairt· rlemocrCitie tot het uiterste is uitgehold en in het parlement con-sequente klassestrijders volledig ontbreken. In ons land gaat

~iet er vandaag juist om, het formeel doorvoeren van dez' Westduitse "Transformation" te verhinderen!

Tegenstrijdi~ In tegenstelling tot de Nijmegenaren is Ton Regtien zich hier-van nadrukkelijk bewust. Hij pleit voor verdediging hier-van het parlcment tegen de manipulaties met het kiesstelsel. Buiten-parlementair is niet antiBuiten-parlementair schrijft hij, alleen: "De buitenparlementaire oppositie moet een beetje lachen, wanneer ze Den Uyl, Schmclzcr of Van Mierlo op tv bezig ziet, want wat is hun macht? Wat is de macht van het parlcment tegen-over de 200 families, of de beslissingen van NAVO, EEG, Philips, Wallstreet (om er maar eens een paar te noemen)?" Dit is een al te simplistische redenering, want Schmelzer en

(18)

het parlement van de grote concerns, zij voeren de door hen voorgeschreven politiek, zij zijn handlangers van "de macht van 200 families, NAVO, EEG, Philips, Wallstreet" om voor het gemak dit rijtje ongelijke grootheden even aan te houden. Versterking van die macht hangt samen met aantasting van de parlementaire instellingen, binnen welke instellingen de belan-genstrijd tussen de monopolistische en andere groepen in de maatschappij zich kan weerspiegelen.

Dit soort tegenstrijdigheden zijn voor Universiteit in Opstand

kenmerkend. Het boek bevat niet-afgeronde opvattingen, vaak flarden v:1n verschillende opvattingen, die nadere uitwerking behoeven. De theoretische uiteenzetting van de "buitenparle-mentaire actie", een aanhangsel dat R. nauwelijks met de eerste delen van het boek kan verbinden, mondt uit in een vage pro-clamatie van "permanente democratie = zclfbeheer" als doel-stelling, waarbij hem min of meer Joegoslavische opvattingen voor ogen lijken te staan, zonder dat het verband met de poli-tieke en economische toestand in ons land duidelijk wordt of ook maar kan worden. Over het alternatief van "zelfbcheer"

valt straks iets meer te zeggen aan de hand van de Nijmeegse aanval op het parlement, die Regtiens opvattingen op een aan-tal punten lijkt uit te werken, er op andere punten strijdig mee is, zonder dat hij er tot op heden in woord of geschrift tegen is opgetreden.

Nota-Veringa Het alibi voor de aanval op het parlcment van de Nijmeegse groep is de nota-Vcringa, en wel om twee redenen. Veringa wil- aldus de auteurs- de parlementaire structuur overplan-ten op de universiteit. En de bevoegdheid voor zijn ingrijpen ontleent hij "aan het democratische instituut van het parlc-Inent".

De werkelijkheid is anders. De plannen van Veringa richten zich op een structuur, (zoals de Nijmeegse groep met de door haar vcrzamelde feiten zelf bevestigt) waarin de bcz.ittcnde klasse de macht heeft over het onderwijs en het onderzoek, om het zo te organiseren dat de lllonopolistische doelstellingen - levering van hooggeschoold kader en winstgevende research - het best verwezenlijkt kunnen worden en de betrokkenen

rechteloos zijn, Deze structuur mag Veringa parlementair

noc-men, er is geen enkele reden hem dit na te praten, ook niet als hij deze monopolistische doelstellingen achter een

schijndemo-cratische façade verbergt.

En de bevoegdheid hiertoe ontleent hij ook niet aan enig

(19)

dat ,alle' (jawel) partijen zich ongerust maken over de ver-vrcemdint>; van hun kiezers. In de meeste gevallen volgt op zo'n volzin onvermijdelijk een pleidooi voor een of andere vorm van vervalsing van de verkiezingsuitslagen met districtenstel-sels enz. Niet hier, want "ook" het districtenstelsel biedt geen oplossing, aldus de Nijmegenaren, voor wie het districtenstelsel en de evenredige vertegenwoordiging dus één pot nat is. Als voorbeeld van de manipulatie van de kiezers komen ze dan ook met Kiesingers slogan: "Auf dem l(anzler kommt es an" -het levensgrote voorbeeld van de poging tot vergrote manipula-tie in eigen land (D'66) zien zij dan voor het gemak voorbij. Eigenlijk zegt alleen dit al voldoende over de werkelijkhcids-waarde van het geschrift. Maar er is meer.

De belangen van een steeds kleinere leidende groep overheersen in toenemende mate het gehele openbare leven. Nu gaan de Nijmegenaren ervan uit, dat de hiermee gepaarde uitholling van de democratie tot voorwaarde heeft de instandhouding van het parlement, terwijl de praktijk dagelijks uitwijst dat dc/,e kleine leidende groep juist aanslagen op de parlementaire instellingen voorbereidt en uitvoert.

Dit is het kardinale punt.

Hoc komen de auteurs tot hun conclusie?

Allereerst door gebruikmaking van dezelfde goedkope truc, die ook de pennevoerders van de concerns gebruiken wanneer zij de kritiek van de bevolking op het gcsjacher van de ge-achte afgevaardigden vertalen als kritiek op de parlementaire democratie.

Zo voeren zij Den Uy 1 ten tonele, die tijdens de Maagdenhuis-debatten niets beters wist te doen, dan de studenten het "schen-den van de democratische spelregels" achterna te dragen; en ze roepen: zie je wel! parlementaire democratie betekent dat je je altijd moet houden aan htm spelregels, aan de voorschriften van de tegenstanders; parlementaire democratie is een mani-pulatiemiddel van de reactie, ze geeft een aroma van "algemeen belang" aan hun belangen.

Dit is inderdaad het trieste dieptepunt van een reformistische denktrant, de waanvoorstelling dat het parlement en niet de massastrijd het toekomstperspectief biedt, waarbij het parle-ment wordt geproclameerd tot doel in plaats van één van de middelen om de klassenstrijd te voeren.

Aanpassing Maar komen nu de Nijmeegse theoretici uit door via eenvou-dige omkering aan deze reformistische zienswijze vast te hou-den?

Bij de conclusie dat de massastrijd in de bedrijven inderdaad volledig heeft plaatsgemaakt voor verkiezingstournees (pag. 29). Dat het parlcment volledig zijn functie van "tribune van klassenstrijd" (die het volgens hen even vervulde) heeft verloren, welke vcrzonnen historie zich als volgt zou hebben

(20)

"De maatschappelijke tegenstellingen zijn v1a parlementaire vertegenwoordiging geïnstitutionaliseerd; de bourgeoisie was cr-in geslaagd de oppositionele groep die potentieel de structuur van de burgerlijke maatschappij doorbrak, zodanig te kana-liseren, dat de globale maatschappijstructuur bevestigd werd." Om de slechtigheid van het parlement maar te "bewijzen", wordt in Nijmegen terloops eventjes het bestaan van de klas-senstrijd weggeproclameerd. En wat kan het verdommen, dat die strijd dag in dag uit, in de strokarton, bij Honig, bij de VMF, overal waar dagelijks de belangen van de concerns en de belangen van de werkende mensen botsen, gevoerd wordt en

steeds scherper vorrnen aanneemt?

De bourgeoisie wilde ~el de belangenstrijd "institutionaliseren", maar wie gelooft dat het ze gelukt is? De auteurs van het hier besproken geschrift. Zij geloven het. Lees maar:

"Natuurlijk zijn de tegenstellingen tussen uitbuiters en uitge-buitenen in de industriële maatschappij afgezwakt en ver-sluierd en worden de mogelijkheden tot manipulatie en aan-passing groter."

Hoe dan? Wel, door de veranderingen in het k,1pitalismc (be-doeld wordt de vereniging van de macht van een handvol mammoetconcerns met het staatsapparaat) ziet het kapitalisme kans "de fundamentele tegenstellingen te temperen" (pag. 30). Deze bewering houdt niets nieuws in, maar wint heus nog geen gram waarheid doordat ze dit keer komt van leden van de studentenoppositie in plaats van uit de kolommen van het Fi-nancieele Dagblad.

Zelfs structuurdenkertjes moeten kunnen waarnemen welke crisissituaties in Den Haag aan de orde van de dag zijn door de

verscherping van de tegenstellingen. Of dachten de auteurs van

het Nijmeegse geschrift per ongeluk dat de tempering van de tegenstellingen aan de elkaar snel opvolgende politieke crises debet is?

Het stelsel waaraan deze auteurs de "afzwakking van de genstellingen" toeschrijven, kenmerkt zich door precies het te-genovergestelde, een verscherping: want dit 'itclsel kent het on-derlinge gevecht van de monopoliegroepen om de machtsposi-ties, en de worsteling van deze steeds machtiger groepen met de niet-monopolistische groepen ondernemers, met de midden-standers, met de boeren. En met de wetenschappelijke werkers en de studenten!

Want het is wel uiterst raadselachtig, hoe mensen uit de stu-dentenoppositie in alle ernst kunnen schrijven over een "gro-tere aanpassing", wanneer ze maar naar hun (bezette) aula hoeven lopen om te zien hoe honderden studenten - leden van een groep die ooit "aangepast" was - in actief vcrzet komen.

(21)

het parlement, en in de strijd voor verdediging van de parle-mentaire instellingen. Het Nijmeegse geschrift noemt dit bat-stc "een holle frase, een ouderwetse liberale eis". En dat is ook wel logisch als men er deze frase vóórzet: "Tegengestelde maat-schappelijke politieke belangen zijn in de partijen en in het par-lcment niet meer vertegenwoordigd." Het is ongelofelijk: zelfs al mochten de twee grootste banken van ons land samen alle leden van een instelling benoemen, dan zouden ze nog vechten om de buit, dan nóg waren in die instelling tegengestelde maat-schappelijke en politieke belangen vertegenwoordigd! Laat staan in het parlement.

In de meeste fracties, met name in alle rechtse fracties, zitten de openlijke vcrtegenwoordigers van grote kapitaalsgroepen; de rechtse partijen zijn dan ook klassepartijcn, die de belangen van de klasse van kapitaalbezitters representeren. Niets van aan, zeggen de Nijmeegse auteurs: wc hadden immers afge-sproken dat de klassenstrijd is "afgezwakt" en "naarmate de klassentegenstellingen in bet laat-kapitalisme van bun scberrtc worden ontdaan ( ... ) vervalt de grondslag voor de klassieke klassepartij. Zij ,·cranderen in integratiepartijcn, ,volkspar-tijen'."

Het Nijmeegse marxisme op 1.ijn best: omdat ze hun naam

ver-anderden, is bewezen dat de rechtse partijen hun positie in de klassenstrijd veranderden. En dan boef je dus niet meer te kij-ken naar zulke kleinigheden als welke politiek zij voeren, wel-kc aandeelhouders, commissarissen en bankdirecteuren zij af-vaardigen.

Nu de kapitalisten uit het parlement zijn weggedacht samen met alle maatschappelijke en politieke tegenstellingen, is het een koud kunstje om ook hun klassevijanden weg te denken. Druk op de knop - muziek: "Men stelle zich voor, wat voor een indruk een delegatie van arbeiders uit de strokartonindu-strie zou maken. Men realiseert zich meteen dat hun belangen in het parlcment niet vertegenwoordigd zijn."

Weggetoverd zijn ze, de vcrtegenwoordigers van de arbeiders-belangen uit het parlement. Wat de bourgeoisie met geen hetze of intimidatie ooit lukte, daarin slagen de Nijmeegse auteurs in een handomdraai.

Wens Of toch, daar spreken zij zichzelf pagina's vcrder tegen: "Klas-sc-oppositie in het parlement, zoals die van de CPN" - dus ze bestaat toch! maar dan - .,verhoogt alleen de democratische verschijningsvorm van ons staatsbestel, maar in feite is zij machteloos."

Daar krijgt de CPN, die beter dan wie ook weet dat haar in-vloed in het parlement alleen maar kan steunen op massa-actic

daarbuiten, de raad maar liever op te stappen, bet optreden voor de belangen van de mensen -- ook, niet alleen, niet in de eerste plaats, in parlementaire vorm - te staken, en de zetels

(22)

is één van hun liefste dromen, dat de stem van de klassevijand in het parlement zou verstommen. het is ook een van de voor-naamste doelstellingen van hun huidige geknoei met kies- en grondwet.

Dit is typerend voor de in het begin genoemde pogingen om failliete standpunten uit het verleden ais de nieuwste wijsheid ten toon te spreiden. Lenin heeft deze discussie reeds moeten voeren, en hij heeft het resoluut gedaan.

"Gij wilt een nieuwe maatschappij opbouwen en gij vreest de moeilijkheden, verbomlen aan het scheppen van een goede par-lcmentsfractic uit overtuigde, toegewijde, heldhaftige commu-nisten in het reactionaire parlement! Is dat soms niet kinder-achtig?" riep hij uit. Deze aanhaling is uit de Linkse

Stro-mzng.

En niet omdat de wijsheid per Lcnin-citaat te pacl1ten valt, maar wel om te tonen hoc ouderwets de Nijmeegse peroraties zijn, nog een enkele aanhaling van Lcnin, toen hij vijftig jaar geleden op het lide congres van de Internationale enkele com-munisten terecht wees die tegen deelname aan de burgerlijke parlementen optraden.

"Men zegt dat het parlcment een instrument is, wa:1rmcc de bourgeoisie de massa's bedriegt. Maar dit argument moet tegen u zelf gericht worden, het richt zich tegen uw eigen stellingen. ( ... ) Hoe wilt gij deze of gene parlementaire manoeuvre, de houding van deze of gene partij ontmaskeren, wanneer gij bui-ten het parlcment staat? Wanneer gij een marxist zijt, dan moet gij toegeven, dat er tussen de wcdcnijdse betrekkingen van de klassen in de kapitalistische maatschappij en de weder-zijdse betrekkingen van de partijen een nauw vcrband bestaat. Hoc wilt gij, ik herhaal het, dit alles aan het licht brengen, wanneer gij de parlementaire werkzaamheid van de hand wijst? ( ... ) Wanneer alle klassen in de parlementaire strijd worden betrokken, dan geschiedt dit omdat de belangen en conflicten in het parlement werkelijk hun weerspiegeling vinden." Dat is andere koek dan Pannckoek.

Frivool

Illustratief voor de absurditeiten waartoe het Nijmeegse denk-werk leidt, is wel de anti-communistische oprisping waardoor het optreden van de CPN-fractie tegen de Maagdenhuisproces-sen het moet ontgelden. Ten onrechte volgens hen liet Joop Wolff bij een aanklacht tegen het vervolgingsbeleid de

grond-wettige positie van de rechterlijke macht buiten beschouwing,

(23)

maatschappelijke veranderingen die de/.c scheiding der mach-ten en de burgerlijke democratie in haar grond wettige vorm tot een fictie maken, worden door hem buiten beschouwing gela-ten.'

Kortom, er bestaan volgens de Nijmeegse auteurs helemaal geen rechten en vrijheden meer, "hoc beperkt van aard ook." Dan :r.ijn de Maagdenhuisprocesse11 inderdaad een peuleschilletje!

Dan bestaat er immers geen enkel vcrschil tussen de situatie in Griekenland en de situatie in ons bnd, wat moeilijk valt vol te houden.

Misschien hebben de auteurs het C\'cnmin als de ondergeteken-de beleefd, dat ondergeteken-de Duitse fascisten metterdaad J.Ilc rechten en vrijheden, "hoc beperkt van J.ard ook", afschaften. Maar ze wllcn toch wel eens een boekje hebben gelezen? Anders moe-ten ze maar een keer te rJ.de gaan bij oudere kameraden, die hen precies zullen inlichten over het leven zonder rechten en vrijheden hoc beperkt ook, en die er gelijk bij zullen verteHen op welke wijze de communisten in die situatie de strijd hebben georganiseerd.

Geen wonder, dat wie meent dat wij heden onder het fascisme leven, blind is voor de aanslagen die vvcrkclijk op bestaande rechten worden ondernomen en de werkelijke gevaren frivool wegwuift.

Zelfbeheer

Omdat onze Nijmeegse ideologen nu eenkeer hebben vastge-steld dat er in Nederland in het geheel geen dernocrJ.tische rechten kunnen bestaan, hoe fundamentcel beperkt ook door het kapitalistische uitbuitingssysteem, moeten z.e noodgedwon-,;en ook de strijd va;1 de studenten voor het veroveren van rechten in de universiteit, en tegen de rechteloosheid die de door de concerns opgelegde structuren rnet zich brengen, over-hoord gooien.

De voorstellen van 21 stafleden en studenten van de Tilburgse hogeschool, die ten grondsbg lagen aan de bezetting van de hogeschool in april vorig jaar, hakken ze in de pan omdat ze "betrekkelijk ongevaarlijk" waren. En inderdaJ.d zou realise-ring van die voorstellen niets vcranderen aan de kapitalistische maatschappijstructuur (maar wel een ernstige nederlaag bete-kenen voor de rechtse ondernemersclub die de leiding van de hogeschool in handen heeft).

Volgens het behandelde geschrift hebben de Tilburgse studen-ten slechts actie gevoerd om zich zelf in te lichstuden-ten over de wer-kelijke vcrhouding en kunnen deze J.cties "hoogstens" leiden tot vermeerdering van het inzicht, dat de auteurs natuurlijk reeds zonder actie hadden.

Hoe vanzelfsprekend het ook is, dat de invloed van de mono-polistische machtsgroepen in staats- en aanverwante instellingen :lis de universiteiten p~1s kan worden gebroken wanneer demo-nopolies '/.elf en het door hen beheerste staatsapparaat worden

(24)

het achterwege laten van acties voor concrete rechten van de betrokkenen. Een dergelijke houding wordt echter in het Nij-meegse geschrift in feite wel gepropageerd. Als enig concreet actieprogram zien zij de verwerkelijking van zelfbeheer, wat omschreven staat als "het onttrekken van een sector van de kapitalistisch georganiseerde maatschappij aan de greep daar-van", hetgeen alleen kan betekenen "de universitaire opleidin-gen als voorbereiding op een revolutionaire beroepspraktijk; de universitaire faculteiten en instituten als organisatorische basis voor een revolutionaire beweging, zolang de antikapita-listische strijd zich nog niet ontwikkelt buiten de universiteit (sic!); de universiteit als produktie-eenheid die haar produktie bepaalt aan de hand van de behoeften van de onderdrukten; en waar revolutionaire theorie en praktijk met elkaar zijn ver-bonden."

En zo ziet de oude frcdcrik van Eden zijn idee van een socia-listische enclave in de kapitasocia-listische maatschappij posthuum o-ehuldio-d.

~ h

De universiteit wordt het nieuwe Walden. Meer \Valdcn en Muyselaar.

Verbonden ,,Het parlementarisme is het institutionele instrument van de kapitalistische klassenmaatschappij en als zodanig onderwor-pen aan de veranderingen, aanpassingen en crises van dit histo-risch maatschappelijke machtstype", aldus het Nijmeegse ge-schrift.

De klasse-gebondenheid van de parlementaire demoeratic is gelijk haar fundamentele !?eperktheid, vcrbonden als ze is aan de eigendomsverhoudingen, aan de vcrhoudingen tussen uitbui-ters en uitgebuiten.

Juist daarom is het een kardinale fout, wanneer de Nijmege-naren het parlcment kunstmatig loskoppelen van de klassen-strijd en beweren, dat deze in het parlcment niet tot uitdruk-king zou komen.

Ze komt niet alleen daP;eliiks in het parlement tot uiting, z.c komt ook in de strijd om het parlement tot uiting. Voor de toenemende concentratic van macht bij de kleine groep van ~;rote concerns is de parlementaire democratie in ha::tr huidige vorm een belemmering, daaruit komen de pogingen tot knoeien met de samenstelling van het parlement voort, alsmede het proces van een toenemend gekonkel ::tchtcr de schermen en het uitschakelen v::tn het parlement (PBO, EEG, etc.)

(25)

persorga-nen de Nijmeegse theorie over het "parlementarisme"

breed-voerig etaleerden?

Dat was de Haagse Post, zo langzamerhand het orgaan van

!)'66, waarvan een journalist pal na publicatie van het ge-schrift opgetogen bij Bughes Boekraad (een van de bekendste leden van de Nijmeegse groep) op de stoep stond voor een groot interview.

En dat was De Volkskrant, die de staatscommissie

Cals-Don-ner-Gruyters zo'n warm hart toedraagt. Deze krant verklaarde de Nijmeegse opvatting heilig onder de moddervette vierko-loms kop: Parlementaire democratie houdt het volk

onmon-dig.

Wie laat z.ich eigenlijk ,,manipuleren en depolitiseren"?

G. SCHREUDERS

(26)

Aanval op het

militair-industriële complex

In de jaren na de tweede wereldoorlog zijn de militaire uit-gaven in de Verenigde Staten veel groter geweest, ook naar verhouding bezien, dan in welk ander vooraanstaand kapita-listisch land. In verband met de agressie-oorlog in Vietnam hebben deze uitgaven een peil bereikt, dat slechts tijdens de tweede wereldoorlog hoger lag.

1 n tien jaar tijds is de Amerikaanse oorlogsbegroti ng verdub-beld; in het begrotingsjaar 1959-1960 bedroegen de militaire uitgaven 46,5 miljard dollar, terwijl ze in het begrotingsjaar 1968-1969 waren gcstegen tot meer dan 80 miljard dollar. In de Verenigde Staten is reed, de verwachting uitgesproken, dat als de militaire leiders en de oorlogsindustrieën hun zin krij-gen deze bedrakrij-gen verder omhoog zullen gaan en boven de 100 miljard dollar zullen komen.

Zelfs beëindiging van de oorlog in Vietnam J,ou volgens een aantal waarnemers dit proces niet kunnen tegenhouden. Presi-dent Nixon verklaarde hierover in september van het vori?c jaar: "Dromen dat er miljarden dollars zouden vrijkomen als de oorlog in Vietnam ophoudt, zijn precies wat ze 1ijn - dro-men." De minister van defensie, Laird, zei, dat degenen die kritiek op zijn ministerie hadden en verlaging van de begro-tingsbedragen verlangden een .,zeer gevaarlijke koers" nastreef-den. Ondertussen zijn reeds nieuwe orders geplaatst bij de be-wapcningsconcerns: voor de opbouw van een anti-rakct-raket-stelsel (eerst aangeduid als ABM-anti-rakct-raket-stelsel en nu gedoopt met de naam "Safeguard" -program), voor nieuwe raketten, voor oor-logsschepen met atoomaandrijving en voor nieuwe bemande bombardementsvliegtuigen met supersonische snelheid. Alles te-zamen heeft dit in Amerika reeds geleid tot de cynische op-merking, dat de vrede duurder belooft te worden dan de oor-log!

Deze stappen tot opvoering van de bewapeningswedloop vcr-scherpen evenwel de internationale spanning en vergroten het oorlogsgevaar. Daarbij komt nog, dat er f~ccn sprake is van een werkelijke beëindiging van de agressie-oorlog tegen het Vietnamese volk. Uit Nixons r"devocringcn en in het bijzonder ook uit Agncws vcrklaringen tijdens ziin rondreis door Azië is het duidelijk geworden, dat de agressie wordt voortgezet, al wordt gepoogd deze enig:-zins te c;1mouflercn achter ronkende frases over de vietnamisering van de oorlog.

Degenen die in het Amerikaanse ministerie van oorlog, het Pentagon, de bkens uitdelen, de generaals van de diverse on-derdelen van de strijdkrachten en de monopolisten van de be-wapeningsindustrie vormen ten.men wat reeds bekend ~taat als

het militair-industriële complex. Dit militair-industriële

(27)

van vrede en ontspanning en breidt het militaire apparaat en de bewapening voortdurend uit.

Het militair-industriële complex komt daardoor in toenemen-de mate in botsing met toenemen-de openbare mening in toenemen-de Verenigtoenemen-de Staten, die haar conclusies heeft getrokken uit de nederlagen in Vietnam en uit de door de bewapeningspolitiek opgeroepen gevaren. De grote protestacties die tegen de Vietnam-oorlog van Nixon worden ontplooid, zijn een duidelijk voorbeeld van deze ontwikkeling.

Deze beweging van het Amerikaanse volk doet zich diep ge-voelen. Ze hat zien hoc nodig het is, dat ook de leidende krin-~~en in de Verenigde Staten de aan de orde zijnde vraagstuk-ken op een realisti~;che wiize benaderen. In dit verband is het van belang ken'lis te nemen van een studie van de bekende Amerikaanse e;:onoom en publicist John Kenneth Galbraith, die eerst in een tijdschrift verscheen en daarna aan het einde van het vorige jaar ook in boekvorm uitkwam. How to con-trol the military (Hoc de militairen onder concon-trole te brengen)

luidt de titel van dit c'eschrift. 1 )

Nu is Galbraith niet de eerste die de noodzaak van het beteu-gelen van de macht van het militair-industriële complex aan de orde stelde. Een jaar voordien was er bijvoorbeeld een boek vcrschenen van de kernfysicus dr. Ralph E. lapp, dat zich met deze problemen bezi~\ hield. In Lapps Thc Wcapons Culture

(De wapencultuur) werd gcëchetst hoe de bewapeningswedloop het gehele hnd in ziin l~reep heeft gekregen. Lapp sprak de mening uit, dat de uit de rc~eringsbegroting gevoede bcwape-ningsindustrie z.o machtiv, w~.s geworden, dat "haar enige cliënt - de rc"ering v1n de Verenigde State'1 - tot haar p,evangene is geworden". "Fr is een groot gevaar", zo waarschuwde Lapp, "dat de Verenil~dc Staten niet meer uit de spiraal van de uit-breiding v:tn de bcw~.pening kunnen geraken".

Bureaucratische "waarheden" Doch ook al i~; er voor hem door anderen op de gevaren van de overhecrsim~ door het militair-industriële complex gewe-i'.cn, Galbraith's geschrift heeft veel meer aandacht getrokken en heeft geleid tot vele di~·r,ussies en polemieken in de Vcrenig-de Staten. Mogcliik sta:lt dit in vcrband met het feit, dat Gal-braith niet zo pcs"imistisch oordeelt als Lapp en in zijn studie de wegen aa'lgccft, die volgens hem gegaan kunnen worden om de militairen o11der controle te brengen. Vcrder speelt de factor een rol, ctu c~1bra;th in ziin uiteenzetting geheel uit-gaat van de lessen. die verkregen zijn in de loop van de Viet-nam-oorlo\t,. On c~e eerste bladzijde van zijn geschrift reeds trekt GalbrJ.ith de conclu.sie, dat de voorm:1lige president Johnson en dicm rcgerin<; ,,ten gronde gericht zijn" door deze oorlog en d:1t deze oorlog de bron van diepe tegenstellingen

1

] John K. Galbraith - Ho\'.' w control thc military. Signet Broadside,

(28)

en conflicten in de Amerikaanse maatschappij blijft.

Met hun politiek ten aanzien van Vietnam en ten aan:r,icn van de verdere opvoering van de bewapeningswedloop bedreigen de militairen en de met hen verbonden groepen volgens Gal-braith de Amerikaanse maatschappij. Zijn kritiek is evenwel zeer gematigd; hij denkt in het geheel niet aan revolutionaire veranderingen in zijn land, noch aan ingrijpende wijzigingen in de Amerikaanse buitenlandse politiek. Voor hem staat de maat-schappij die hij bedreigd ziet, gelijk met het bestaande kapita-listische en imperiakapita-listische systeem, dat hij slechts wil aanpas-sen aan de politieke realiteit van onze dagen.

De oorzaak van de ontwikkeling, die geleid heeft tot de enor-me macht van de militaire diensten, zoekt Galbraith niet in de heerschappij van de monopolies, ofschoon bewapeningswed-loop, militaire avonturen en oorlog onscheidbaar met elkaar verbonden zijn. De Amerikaanse professor blijft bij zijn studie aan de oppervlakte van de verschijnselen; hij ziet de verklaring in de "tendens van de organisatie, in een tijdperk van organi-satie, om een eigen leven, een eigen doelstelling en een eigen waarheid te ontwikkelen". Al organiserend, ontstaat er dan een bureaucratie, die doet en denkt wat in het belang van de doel-einden van deze bureaucratie is.

Dit ontstaan van een bureaueratic vloeit evenwel niet voort uit het wezen van een "tijdperk van organisatie", maar uit de steeds verder gaande vcrvlechtim; van de macht van de mono-polies met de macht van de staat. Daardoor ontstaat een ap-paraat dat alle gebieden van het openbare leven tracht te be-heersen in het belang van de be-heersende monopolistische groe-pen. Het militarisme is zonder twijfel een belangrijke steun-pilaar van dit machtsmechanisme, o.a. omdat de bewapenings-industrie enorme winsten oplevert.

Het bureaucratische apparaat, dat geschapen is door het Ame-rikaanse staatsmonopolistische kapitalisme, treedt op met een opvatting over de wereld die l;eheel bepaald wordt door de be-langen van de grote monopolies en door de bewapcningsindus-trie. Het ontwikkelt bureaucratische ,,waarheden", die vreemd afsteken bij de werkelijkheid. Galbraith geeft enkele voorbeel-den hoe de werkelijkheid op ziin kop werd gezet en hoe een atmosfeer werd geschapen, die het moeilijk moest maken om tegen de eisen van de bew;tpeningsindustrie en de militairen op te treden.

"\Xi'at in wezen een burgeroorlog tussen Vietnamezen was, werd tot een internationaal conflict uitgeroepen met grote ideologi-cche l~cvolr;en voor de ~~ehcle mensheid. Zuidvietnamese dicta-tors werden tot nieuwe Jeffersons 2

), die de banier van een

Azi;ti<che democratie ontplooiden. De corruptie en-\!:ros in Saigon werd tot een onontbeerlijk aspect van vriie inst~llingen. Vervalste verkiezingen werden een duidelijk beeld van demo-cratie. Een der onbetrouwbaarste en onstand vastigste legers ter wereld werd - zij het in potentic - tot een voorbeeld van strijdvaardigheid. Vliegtuigen, die van tijd tot tijd open

akker-22 2

(29)

land of dichte ocrwouden bombardeerden, werden tot een on-doordringbare barrière voor mensen die zich op de grond be-wogen. Een oneindig aantal terugslagen, vcrliezen en nederla-gen werden tot vcrsluierde overwinninnederla-gen. Zo zeer is de bureau-eratic in staat haar eigen waarheden te scheppen."

" ... Maar Vietnam was niet het eerste geval, waarin de men-sen zo op een dwaalspoor werden gebracht - en het land er onder leed. In dezelfde ze~tigcr jaren was er het geval van de Varkensbaai, dat nu dient als leerboekvoorbeeld voor bureau-cratisch zelfbedrog. De organisatie had het geloof nodig, dat Fidcl Castro op de r:1nd v,,_n de afgrond stond. Het communis-me was een intcrn~.tionale samenzwering; het kon dus geen ondersteuning van de plaatselijke bevolking genieten; dus zou het Cubaanse volk de insp;1nningen om het omver te werpen ondersteuning verlenen. De geheime diensten moesten deze op-vattingen ondersteunen. Als dit niet gebeurde, waren hun in-lichtingen ontoereikend. f"n, als een aan het volk vijandige ty-ratl!1ie moest het CJ.stro-bewind omvergeworpen worden. Vandaar de actie, va•1daar de debàcle. Dezelfde opvattingen speelden een rol bij de militaire inval in de Dominicaanse re-publiek tegen overwegend niet-bestaande communisten." "Maar de opvallendste voorbeelden van bureaucratische waar-heden z.ijn die welke de militaire machten dienen - en de wa-penleveranciers. Dc?C hebben nog niet iets voortgebracht dat even dramati~ch is als de mdukkingen in Vietnam, de

Varkens-b~1ai of de Dominicaanse renubliek, maar hun potentiële moge-lijkheden Otll tot r;1n1pcn te leiden, is veel groter."

In het llliddclount v1n ,1c hier bedoelde redenerim~en staat de

anticommuni~tischc stellim~, dat het conflict met het commu-nisme "de laatste vcldsh'; uan de mensheid" is. DJt betekent, dat ten einde het çn~lllllU'licme te vernietigen

ck

bew~,_pcnings­

wcdloop mol't word.r>n voortgezet, hoc groot de gevaren ook ?ijn. Zelfs de drci!~În<; '';lJ' totale dood en vcrnieti~~ing ma!~

daarbij de o•nwikkclin!>, v~n nieuwe wapensystemen niet be--lemmeren, indie11 er maar het gcrinP,stc spoortje van Amcri-kJans voordcel k,-, worden bespeurd. G1.lbraith documenteert dit met een uitspraak van ~cna~or Richard R ussell, die ter vcr-dcdigitw va11 het allti-rakct-nketstelsel v~rklaarde, dat indien slechts éé11 m:tn en éé11 vronw op de a:1rde zouden overblijven het zijn diepste wl't's was, (bt dit Amerikanen zouden zijn! Bij de pbnncn tot het i~1richtc11 van een bemand ruimtcb.borato-rium is als een v," de vno~dde1l opgegeven, dat dJn bij om-vanr:rijke vcrni,~ti,,i·w op a;-._rde de Amerikaanse machtsposities /.ouden bliivcn bc~ta:'n.

De conclusie V;lll c,,lb,·;litll is, dat er nog weinig bereikt is

-ook al wordt de oorlew in Vietnam beëindigd - als dit soort opvatti ngcn

bh

ft br:sta:tn.

Militairen en industriëlen Het militair-industriële complex omvat een reeks verschillende organisaties. Galbraith noc•,~t: het ministerie van oorlog en de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

het levenspeil der arbeiders gekenschetst, waaraan wordt toege- voegd, dat het leidende principe van de regeringspolitiek der EEG- landen in de omstandigheden van

Als daarbij dan een regering als loondictator optreedt en het re- sultaat van het overleg tussen de twee partijen in het bedrijfsleven nietig verklaart, dan

Het tegendeel is waar: het groei-tempo der socialistische landen handhaaft zich - niettegenstaande tegenslagen als de natuurrampen in China - op het hoge peil der

1 ) Verhalen, romans, die zich met al of niet bestaande wetenschappelijke in)zichten en ontdekkir.gen bezighouden.. de eerste theorie werden de planeten gevormd

door het karakter van het kapitalisrne, als een roofzuchtig uitbuiters- stelsel, veranderd is, waarrnede de arbeidersklasse zich in de tegen- woordige tijd kan

jaartellin~t begon toen de :zon op ginQ' van De Quaye loonpolitiek. verstrekte cijfers de doorsneeproductie per werknemer in de industrie weliswaar met een veertig

Zij namen het grote theoretische en organi- satorische werk dat door Stalin was verricht in de strijd tegen de trotskisten en de andere oppositie-groepen in

bied van de buitenlandse politiek van de Republikeinse partij uit. ln dank hiervoor stelden Clay en Brownell, wetend dat Dulles droomde van de portefeuille van