Vraag nr. 26
van 19 november 2004
van de heer JAN PEUMANS
Gewestelijk Expresnet – Stand van zaken
De federale regering trekt in 2005 slechts 51 mil-joen euro uit voor de uitbouw van het Gewestelijk Expresnet (GEN), terwijl de NMBS 123 miljoen euro gevraagd had. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de verdere ontwikkeling van dit project. Onduidelijk is welke investeringen zullen worden uitgesteld. Bij een planmatige aanpak mag men veronderstellen dat men snel kan weten welke pro-jecten zullen worden uitgesteld, 2005 staat immers voor de deur.
1. Gezien de betrokkenheid van de drie openbare vervoermaatschappijen in de ontwikkeling van het GEN is het van belang dat geregeld overleg hierover tot de topprioriteit behoort van de NMBS.
Werd er reeds overleg gepleegd over de concrete besparing door de NMBS in 2005 ?
2. Wat is het gevolg van deze besparing voor de verdere invulling van het GEN anno 2005 ? 3. Heeft deze besparing gevolgen voor de plannen
van zowel de Maatschappij voor Intercommu-naal Vervoer Brussel (MIVB), de Société Régi-onale Wallonne du Transport (SRWT), als De Lijn ? Zo ja, welke ?
4. Wat is de stand van zaken van het GEN ? N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers
Peeters (vraag nr. 102) en Van Brempt (nr.26).
Gecoördineerd antwoord
De federale regering deelt mij mee dat bij de opstel-ling van de begroting 2005 eenzelfde bedrag als in 2004 werd ingeschreven ten behoeve van de investe-ringen voor het GEN, met name 51 miljoen euro. In 2004 zal het uitgetrokken budget niet kunnen opgebruikt worden, omdat de planning van de werken vertraging oploopt, die vooral voortkomt
uit de administratieve procedures voor steden-bouwkundige attesten, bouwvergunningen en ont-eigeningsprocedures. Nochtans heeft de federale regering in haar begrotingsbeslissingen uitdruk-kelijk gesteld "dat het investeringsritme voor het GEN niet kan vertraagd worden om budgettaire redenen".
De NMBS kan dus alle geplande werken in 2005 voortzetten of aanvatten. Als zou blijken dat voor meer dan 51 miljoen euro werken effectief gefactu-reerd kunnen worden in de loop van 2005, zal de regering extra middelen vrijmaken uit het speciaal daartoe bestemde GEN-fonds. Deze middelen zijn nu al aanwezig in het fonds.
1. Het overleg tussen de betrokken vervoermaat-schappijen over het GEN zal verlopen in het kader van de opvolgingsinstanties die opgeno-men zijn in het saopgeno-menwerkingsakkoord van 4 april 2003 over het GEN.
Zodra de respectieve parlementen met dit samenwerkingsakkoord zullen ingestemd heb-ben, kunnen deze instanties geïnstalleerd wor-den. Er is geen overleg over "besparingen" nodig, gezien bovenstaande toelichting.
2. Geen gevolgen voor de verdere invulling in 2005 : alle werken die technisch kunnen uitge-voerd worden, zullen verdergaan, zonder bud-gettaire beperking.
3. Er zijn geen gevolgen voor de plannen van de MIVB, de SRWT of de VVM De Lijn.
4. De stand van zaken van het GEN – luik NMBS – is als volgt.
De parlementaire procedures voor de instem-ming met het samenwerkingsakkoord van 4 april 2003 zijn aan de gang. Op grond van dat akkoord zal een stuurgroep opgericht worden, die de verdere planning en bijsturing van het GEN moet coördineren.
om het exploitatietekort ten laste te nemen dat daarmee gepaard gaat.
Het lastenboek voor de specifieke GEN-trein-stellen is gepubliceerd. De NMBS onderzoekt momenteel de offertes. De bestelling wordt verwacht in mei 2005. De GEN-treinen kun-nen dan geleverd worden vanaf 2008, en zullen vanaf december 2008 progressief in dienst geno-men worden.
Wat de infrastructuurwerken betreft, zal de bocht van Nossegem gereed zijn einde 2005. Voor het derde en vierde spoor op lijn 161 is
het stedenbouwkundig attest in Vlaanderen en Wallonië afgeleverd. Voor het derde en vierde spoor op lijn 124 zijn de milieueffectrapporten in de drie gewesten klaar. De NMBS zal de nodige vergunningen aanvragen in het begin van 2005. De aflevering van de bouwvergunnin-gen wordt verwacht voor het najaar 2005. Voor het derde en vierde spoor op de lijn 50A is de MER-studie nog aan de gang.
Op het traject tussen Watermaal-Bosvoorde en Schuman zijn de werken gestart voor de aanleg van een derde en vierde spoor, de vernieuwing van een aantal bruggen en geluidswerende maatregelen.
De stand van zaken van het GEN - luik Vlaam-se Vervoermaatschappij - is als volgt.
Het GEN, zoals voorgesteld door Sofretu Sys-tra en opgenomen in het Regionet Brabant-Brussel, onderdeel van het Pegasusplan van De Lijn, bestaat uit:
– Toevoerlijnen naar GEN-stations
Naar de belangrijkste GEN-treinstations in de gordel van 20 a 30 km rond Brussel wor-den toevoerlijnen per bus ingelegd. In 20 GEN-stations is zo in totaal in 34 omritten in een straal van 3 km rond de stations voor-zien.
– Frequentieverdubbeling op streeklijnen Het GEN voorziet tevens in een frequentie-verdubbeling op nagenoeg alle streeklijnen
van en naar Brussel, en dit in beide richtin-gen. Dit radiale netwerk van streeklijnen penetreert Brussel via de hoofdinvalsassen. In het kader van de basismobiliteit is hier reeds een eerste stap gezet en zijn de lijnen van en naar Brussel op een hogere frequen-tie gebracht. Deze frequenfrequen-tieverhoging is volledig consistent met de principes van het Regionet Brabant-Brussel, waar ook het GEN een onderdeel van vormt.
– GEN-sneldienst-assen
In het GEN zijn een vijftal belangrijke assen vastgelegd die een hoogwaardige dienst die-nen aan te bieden met een hoge frequentie. Er wordt uitgegaan van een bedieningsni-veau van minimaal 1 bus om de 15 minuten tijdens de spitsuren en om de 30 minuten tijdens de daluren.
Gedeeltelijk gerealiseerde assen: R8 Ninove - Brussel
frequentie: spits: 30 min; dal: niet R9 Londerzeel - Brussel spits:
frequentie: spits: 30 min in één richting en 1 uur in de andere richting; dal: 1 uur in beide richtingen
R11 Leuven - Brussel
frequentie: spits: 30 min; dal : 1 uur – Niet gerealiseerde assen:
