• No results found

Vraag nr. 75 van 29 oktober 2004 van de heer JAN PEUMANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 75 van 29 oktober 2004 van de heer JAN PEUMANS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 75

van 29 oktober 2004

van de heer JAN PEUMANS

Zwaar vervoer – Autosnelwegenverbod

Het Vlaams Gewest verbiedt het zwaar vervoer van meer dan 44 ton op de autosnelwegen. Daarbij wordt door de buitendiensten van de administratie Wegen en Verkeer in een aantal gevallen dit trans-port over sommige bruggen verboden.

Het alternatief traject voor dit zwaar transport gaat dan via de gemeentewegen, die hiervoor niet ingericht zijn, laat staan dat de betrokken gemeenten geraadpleegd worden. De Federale Overheidsdienst (FOD) Verkeer en Vervoer en met name de dienst Uitzonderlijk Vervoer geeft aan de betrokken firma’s vergunningen om met hun uit-zonderlijk vervoer een bepaald afgesproken traject te volgen, dat meestal over gemeentewegen loopt. Een concreet voorbeeld. Een uitzonderlijk trans-port van zware betonelementen voor de HST-ver-binding Luik-Aken mag niet via de E313, maar moet via onder meer de gemeentewegen van de gemeente Riemst naar Battice. Terwijl normaliter dit transport via de autosnelweg op een veilige en zekere manier zou kunnen gebeuren, moet het nu via gemeentewegen die zeker niet uitgerust zijn voor dit soort transport.

1. Op welke basis kunnen het Vlaams Gewest en de FOD Verkeer en Vervoer eisen dat auto- snelwegen niet gebruikt worden voor transpor-ten boven de 44 ton ?

2. Kan de dienst Uitzonderlijk Vervoer zomaar een vergunning afleveren om gebruik te maken van gemeentewegen, zonder zelfs toelating te vragen aan deze gemeenten ?

Is het niet merkwaardig dat deze dienst Uitzonderlijk Vervoer wel toelating vraagt, maar niet krijgt van het Vlaams Gewest en dit dan gemakshalve oplost door over gemeente-wegen te rijden ?

3. Klopt het dat de brug over de E313 op het grondgebied van Tongeren op de N79 niet is uitgerust voor dergelijk zwaar transport ? 4. Bestaat er een regeling inzake vergoeding van

de schade aan de gemeentewegen ten gevolge van zulke zware transporten ?

5. Hoe valt het te verklaren dat autosnelwe-gen niet zouden uitgerust zijn voor dit soort trans-port en gemeentewegen wel ? Is dit geen gemakkelijkheidsoplossing en een voldongen-feitenpolitiek ?

Antwoord

1. Het is een historisch gegeven dat de bruggen in de autosnelwegen ontworpen zijn voor het "normale verkeer", dat is nu maximaal 44 ton en aslasten van maximaal 12 ton voor aange-dreven assen en 10 ton voor niet-aangeaange-dreven assen.

Het gebruik van de infrastructuur van de auto-snelwegen door zwaardere combinaties tegen een minimaal vereiste snelheid op autosnelwe-gen kan de stabiliteit van de kunstwerken en de veiligheid van de weggebruikers in gevaar brengen.

Hierbij valt ook op te merken dat bepaalde combinaties van meer dan 44 ton wel worden toegelaten. De afdeling Betonstructuren van het Vlaams Gewest gaf onlangs de toestem-ming om zeven types lege combinaties met massa's tot 67,5 ton op alle Vlaamse snelwegen te laten rijden.

2. Het is de bedoeling om gemeentewegen zoveel als mogelijk te vermijden. Toch blijven deze nodig, denk bijvoorbeeld aan het omzeilen van bepaalde "moeilijke doorgangspunten" op gewest- of provinciewegen of een bestemming die langs een gemeenteweg gelegen is.

Er wordt getracht om voormalige moeilij-ke doorgangspunten spoedig aan te passen. Sommige vereisen echter de volledige vernieu-wing van een brug, hetgeen uiteraard vaak niet snel realiseerbaar is. Bovendien is het vaak onmogelijk om reiswegen te verleggen telkens een deel van een gewestweg wordt overgedra-gen aan een gemeente.

(2)

Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, directie Uitzonderlijk Vervoer, in principe in overleg met wegbeheerders gecontroleerd. De verant-woordelijke ingenieurs voeren ook terreinver-kenningen uit.

Uitzonderlijk vervoer dient zich aan het "Algemeen reglement op de politie van het wegverkeer" te houden en kan daar enkel van afwijken in de mate dat de vergunning hierin voorziet.

Indien een openbare en verkende weg geen ver-bodsbepaling of beperking bevat en mogelijk blijkt voor het vervoer in kwestie, dan wordt deze als reisweg toegelaten.

3. Volgens de databank van het beheerscen-trum voor de kunstwerken bij de administra-tie Ondersteunende Studies en Opdrachten is de brug B99 over de E313 (vnr. 2174; idn. 0.013.099.1) enkel bestemd voor "normaal ver-keer" en is zij volgens de Atlas der Reiswegen voor Ondeelbare Voorwerpen een obstakel met beperkt draagvermogen in een reisweg voor combinaties tussen 120 en 180 ton dat via een plaatselijke omleiding kan vermeden worden. De brug heeft een pathologisch verleden

(door-buiging van de middenoverspanning en verste-viging met uitwendige spankabels).

4. De vervoerder blijft te allen tijde verantwoor-delijk voor de door hem aangerichte schade. Net zoals het Vlaams Gewest kan een gemeente een overtreder belasten met de kosten van inspecties en eventuele herstellingen.

Hierbij valt ook op te merken dat transport in het algemeen en uitzonderlijk vervoer in het bijzonder technisch goed uitgerust zijn met zeer degelijke ophangingen en een zeer goede lastenverdeling. Er ontstaat zelden schade aan de wegopbouw maar veeleer aan brugelemen-ten, verkeersdrempels, verkeersborden en ander straatmeubilair door respectievelijk zware com-binaties, diepladers, brede of lange ladingen. Het technisch voorlichtingsboek ter attentie

van de wegbeheerders "Weginrichting en uit-zonderlijk vervoer", uitgegeven door het BIVV (Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid – red.), en het federaal Ministerie van Verkeer

en Infrastructuur, belicht de problematiek van gemeenten en uitzonderlijk vervoer.

5. Uitzonderlijk vervoer wordt voorzover de massa en de snelheid dat veilig toelaten en het zinnig is, steeds over de snelwegen gestuurd. De beperkte draagkracht van vooral de bruggen in de autosnelwegen is het gevolg van een keuze die destijds gemaakt werd bij de aanleg van de snelwegen. Toen was er vooral aandacht voor het normale, snelle verkeer, dat niet te rijmen viel met het uitzonderlijk vervoer dat toen traag en veel minder in getal was. Het zijn voor-al de opgang van de prefabbouw en de nieuwe technische mogelijkheden van de laatste jaren die zorgen voor een groei van het uitzonderlijk vervoer.

Aldus werd er bij de aanleg van de meeste auto-snelwegbruggen in ons land gerekend volgens de NBN 5 van 1952 (Reglement voor de bouw van metalen bruggen).

In 1978 werd het begrip burgerlijke klasse inge-voerd door de brochure "Mogelijkheden en modaliteiten voor het overschrijden van bruggen door uitzonderlijk vervoer" (Interministeriële Commissie voor het Vervoer van Ondeelbare Voorwerpen). Pas nadien werd de burgerlijke klasse voor elke nieuwe brug bepaald. Dit was echter te laat voor het overgrote deel van de autosnelwegbruggen. Sinds 1993 wordt de NBN B 03-101 (Belasting van bouwwerken en wegbruggen) gebruikt en worden alle wegbrug-gen uitgerust voor de klasse 900/150 (maximaal 90 ton met aslasten tot 15 ton).

Uitgangspunt was toen en is nu nog steeds dat uitzonderlijke transporten in de eerste plaats via de waterwegen en eventueel via het spoor moeten gebeuren. Om dit op een vol-doende grote schaal te kunnen realiseren, zijn nog bepaalde aanpassingen nodig zoals aan-gepaste overslagpunten die in verbinding staan met de reiswegen voor ondeelbare voorwerpen, coördinatie en overleg tussen de verschillende modi,...

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitvoeren beheer en onderhoud havens (baggeren e.d.) in samenwerking met de gemeente Dordrecht. Nader verkennen en uitwerken van de (structurele) vervanging van de kademuur bij

Bij het terugkijken naar de ontwikkeling in 2000 voor de verantwoording van het beleid over 2000 dienen we uit te gaan van het beleid zoals dat voor deze periode is vastgesteld:

Het beheer en onderhoud van de haven is in 2019 in samenwerking met de gemeente Dordrecht volgens plan

Eind september 2020 is de uitvoering gestart en de planning is de werkzaamheden voor Pasen 2021 af te ronden.. Tijd

De prioriteiten in het GVVP ten aanzien van wegreconstructies voor de komende jaren zijn opgenomen in de begroting 2018 en verder.. Door uw raad is de uitvoering van de Dorpsstraat

Naast onderhoud komt het voor dat de inrichting van een weg niet meer voldoet door veranderende behoeften van inwoners en/of ondernemers.. Om die reden gaan we onder andere de Fort

Hoofdstuk 6 Sociaal domein Samenkracht / burgerparticipatie. Cultuurpresentatie

Onder "actie 25% minder verkeersslachtoffers" wordt verstaan: activiteiten die een bijdrage kunnen leveren aan de daling van het aantal verkeersslachtoffers met 25%