VW-1025-f-13-1-c 1 lees verder ►►►
Correctievoorschrift VWO
2013
tijdvak 1
wiskunde B (pilot)
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels
3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores
1 Regels voor de beoordeling
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van
de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld.
Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van
de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen.
3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
VW-1025-f-13-1-c 2 lees verder ►►►
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde.
4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast.
5 Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de
gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt
hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Examens van toepassing:
1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat.
2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het
maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen
aantal scorepunten toegekend;
3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het
beoordelingsmodel;
3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden
toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;
3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig
antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;
3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of
berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;
3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen;
VW-1025-f-13-1-c 3 lees verder ►►►
3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis, zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke onjuistheid gemoeid zijn.
4 Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend.
5 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het
beoordelingsmodel anders is vermeld.
6 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.
7 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden.
8 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 9 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen.
Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur.
De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
NB1 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten.
Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht. Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in gezamenlijk overleg keuzes maken.
NB2 Als het College voor Examens vaststelt dat een centraal examen een onvolkomenheid bevat, kan het besluiten tot een aanvulling op het correctievoorschrift.
Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt zo spoedig mogelijk nadat de onvolkomenheid is vastgesteld via Examenblad.nl verstuurd aan de
examensecretarissen.
Soms komt een onvolkomenheid pas geruime tijd na de afname aan het licht. In die gevallen vermeldt de aanvulling:
NB
a. Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe.
b. Als de aanvulling niet is verwerkt in de naar Cito gezonden WOLF-scores, voert Cito dezelfde wijziging door die de correctoren op de verzamelstaat doorvoeren.
VW-1025-f-13-1-c 4 lees verder ►►►
Een onvolkomenheid kan ook op een tijdstip geconstateerd worden dat een aanvulling op het correctievoorschrift ook voor de tweede corrector te laat komt. In dat geval houdt het College voor Examens bij de vaststelling van de N-term rekening met de onvolkomenheid.
3 Vakspecifieke regels
Voor dit examen kunnen maximaal 78 scorepunten worden behaald. Voor dit examen zijn de volgende vakspecifieke regels vastgesteld:
1 Voor elke rekenfout of verschrijving in de berekening wordt één punt afgetrokken tot het maximum van het aantal punten dat voor dat deel van die vraag kan worden gegeven.
2 De algemene regel 3.6 geldt ook bij de vragen waarbij de kandidaten de Grafische rekenmachine (GR) gebruiken. Bij de betreffende vragen doen de kandidaten er verslag van hoe zij de GR gebruiken.
VW-1025-f-13-1-c 5 lees verder ►►►
4 Beoordelingsmodel
De vergelijking van Antoine
1 maximumscore 4
•
log1 0=, dus
0 4,146
1144
53,15
T
=
−
−
1• Dit geeft 1144
4,146
53,15
T
−
=
, dus
1144
53,15
4,146
T −
=
1• Hieruit volgt
53,15
1144
4,146
T =
+
(
≈329,1)
1• Het antwoord: 329 (kelvin)
12 maximumscore 3
• Als T toeneemt, neemt
T −53,15toe en (omdat
T >53,15) neemt
1144
53,15
T −
af
1• Dan neemt
4,146
1144
53,15
T
−
−
toe, dus
log Pneemt toe
1• Als
log Ptoeneemt, neemt ook P toe (dus de functie is stijgend)
1 3 maximumscore 3•
1144 4,146 53,15 10 T P= − − 1• Beschrijven hoe de waarde van d
d
P
T
met de GR gevonden kan worden
1• De gevraagde waarde van
dd P T
is 0,011 (bar/kelvin)
1of
•
1144 4,146 53,1510
TP
=
− − 1•
1144 4,146 53,15 2 d 10 ln10 1144 d ( 53,15) T P T T − − = ⋅ ⋅ − 1• (
T =293invullen geeft) het antwoord 0,011 (bar/kelvin)
1Vraag Antwoord Scores VW-1025-f-13-1-c 6 lees verder ►►► 4 maximumscore 4
•
log
4,146
1144
750
273,15 53,15
p
t
=
−
+
−
1• Hieruit volgt
log
log 750 4,146
1144
273,15 53,15
p
t
−
=
−
+
−
1•
a =log 750 4,146+dus de gevraagde waarde van a is 7,02
1•
b =273,15 53,15−dus de gevraagde waarde van b is 220
1of
•
log(750 )
1144
273,15
P
a
T
b
= −
−
+
1•
log
log 750
1144
273,15
P a
T
b
= −
−
−
+
1•
a −log 750 4,146=dus de gevraagde waarde van a is 7,02
1•
−273,15+ = −b 53,15dus de gevraagde waarde van b is 220
1Vierkanten
5 maximumscore 4
• De oppervlakte van OETS is
(sin
α +
cos )
α
2(of
1 2sin cos+ α α)
1•
( )
1 16 2
sin π =
en
( )
1 16 2
cos π = 3 1
• De oppervlakte van OETS is
1 1 2 12 2 2
(
+
3)
= +
1
3
(of
1 1 1
2 2 2
Vraag Antwoord Scores VW-1025-f-13-1-c 7 lees verder ►►► 6 maximumscore 5
•
1 sin
sin
cos
1
GC
=
− −
α
α +
α −
1• Lijn GC heeft vectorvoorstelling
sin
cos
1
1 sin
1
sin
cos
1
x
t
y
α +
α +
− −
α
=
+ ⋅
α +
α −
1• Snijden met de y-as geeft
sinα +cosα + + ⋅ − −1 t ( 1 sin ) 0α = 1•
sin cos 1sin 1
t= α + α +
α + 1
•
1 (sin cos 1) 1 (sin cos 1) (sin cos 1) sin 1OP= + ⋅t α + α − = + α + α + ⋅ α + α −
α + 1
of
• Driehoek GCR is gelijkvormig met driehoek GPQ
1• Hieruit volgt
PQ GQCR GR= 1
•
GR =sinα +1,
CR =sinα +cosα −1en
GQ =sinα +cosα +1 1• Dit geeft
sin cos 1sin cos 1 sin 1
PQ = α + α +
α + α − α +
, ofwel
(sin cos 1)(sin cos 1) sin 1
PQ= α + α − α + α +
α + 1
• Dus
1 1 (sin cos 1) (sin cos 1)sin 1
OP= +PQ= + α + α + ⋅ α + α −
α + 1
7 maximumscore 4
•
(sinα +cosα −1)(sinα +cosα + =1) sin2α +cos2α +2sin cosα α −1 2•
sin
2α +
cos
2α =
1
dus
sin
2α +
cos
2α +
2sin cos
α
α − =
1 2sin cos
α
α
1•
2sin cosα α =sin(2 )αdus
1 sin(2 ) sin 1OP= + α
α + 1
8 maximumscore 6
• De hoogte van P is maximaal als OP maximaal is
1•
d 2cos(2 ) (sin 1) sin(2 ) cos2dα (sin 1)
OP α ⋅ α + − α ⋅ α
=
α + 2
• Als OP maximaal is dan geldt
d 0dOP =α 1
• Beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden (voor
12
0 < α < π)
1Vraag Antwoord Scores
VW-1025-f-13-1-c 8 lees verder ►►►
Halverwege
9 maximumscore 4
• Noem de x-coördinaat van P' p, dan is de x-coördinaat van P 2p
1• De y-coördinaten van P' en P zijn gelijk, ofwel
g p( )= f p(2 ) 1• Dit geeft
g p =( ) e2p 1• Dus (omdat
e2p =(e )2 p)
a =
e
2 1of
• De grafiek van g is het beeld van de grafiek van f na vermenigvuldiging
ten opzichte van de y-as met factor
12 2
• Dus
g x =( ) e2x 1• Dus (omdat
e2x=(e )2 x)
a =
e
2 110 maximumscore 5
• De grafiek van h ontstaat door de grafiek van f eerst 1 omlaag te
schuiven, dan te spiegelen in de lijn
y x=en daarna 1 omhoog te
schuiven
1• De grafiek van f 1 omlaag schuiven geeft
y = −e 1x 1• Spiegelen van de grafiek van
y = −e 1xin de lijn
y x=geeft
x =
e 1
y−
1•
x =
e 1
y−
geeft
y=ln(x+1) 1• Dan 1 omhoog schuiven geeft
y= +1 ln(x+1)(dus
h x( ) 1 ln(= + x+1))
1of
• Het spiegelbeeld van de grafiek van f in de lijn
y x=is de grafiek van
( ) ln
k x = x 1
• De grafiek van h ontstaat door de grafiek van k 1 naar links en 1 naar
boven te verschuiven
2• Dus
h x( ) 1 ln(= + x+1) 2of
• Het spiegelbeeld van de grafiek van f in de lijn
y x=is de grafiek van
( ) ln
k x = x 1
• Het spiegelbeeld van de grafiek van f in de lijn
y x= +1is de grafiek
van
h x( )= +a ln(x b+ ) 2• De verticale asymptoot van de grafiek van h is
x = −1, dus
b =1 1Vraag Antwoord Scores
VW-1025-f-13-1-c 9 lees verder ►►►
Rakende cirkel
11 maximumscore 5
• Noem
PQ x=. Dan geldt: (
AB =2en
AP QB=dus)
1 21
AP
= −
x
1• Hieruit volgt
1 21
AQ
= +
x
1• De stelling van Pythagoras toepassen in driehoek AQR geeft
(
1)
2 2 2 2 1+ x +x =2 1• Dit geeft
5
x
2+
4 12 0
x
−
=
1• Dan volgt
6 5x = (
x = −2vervalt) (en dus
6 5PQ = )
112 maximumscore 6
• In driehoek AMT, waarbij T de loodrechte projectie van M op AB is,
geldt
AM = −2 ren
65
MT
= +
r
2• De stelling van Pythagoras toepassen in driehoek AMT geeft
2 2 6 2 5
(2
−
r
)
= + +
1 (
r
)
1•
2 36 12 2 25 54 4
−
r r
+
= +
1
+
r r
+
1• Dit geeft
−
325r
= −
3925 1• Het antwoord:
39 160r =
1Vraag Antwoord Scores
VW-1025-f-13-1-c 10 lees verder ►►►
Een eivorm
13 maximumscore 4
• Opgelost moet worden de vergelijking
87
x
−
3
x
2−
2
x
3=
0
1• Dit geeft
x =0of
87 3
−
x
−
2
x
2=
0
1• Uit
87 3
−
x
−
2
x
2=
0
volgt
3 705 4 x= ± − 1• Het antwoord 5,89 (cm)
1 14 maximumscore 4• De inhoud is
1 5,9 2 3 36 0 π (87∫
x−3x −2 )dx x 2• Een primitieve van
87
x
−
3
x
2−
2
x
3is
87 2 3 1 42
x
−
x
−
2x
1• De gevraagde inhoud is 61 (cm
3)
1Opmerking
In plaats van 5,9 mag ook een nauwkeuriger waarde van de bovengrens,
bijvoorbeeld 5,89, genomen zijn.
15 maximumscore 4
• Voor
0 t≤ ≤ πgeeft de parametervoorstelling de rechterhelft van een
cirkel met middelpunt (4, 0) en straal 2 (cm)
1• Voor
0≤ ≤ πt 2geeft de parametervoorstelling de linkerhelft van cirkel
met middelpunt (4, 0) en straal 2 (cm) die horizontaal is uitgerekt met
factor 2 ten opzichte van de lijn
x =4 1• De lengte van het ei is
2 4 6+ =(cm)
1Vraag Antwoord Scores
VW-1025-f-13-1-c 11 lees verder ►►►
Driehoek bij een vierdegraadsfunctie
16 maximumscore 8
•
f ' xp( ) 4= x−4px3 1•
4x−4px3=0geeft
x =0of
2 1 px =
1• Hieruit volgt
1 A px =
1• Dus
y
A= ⋅ − ⋅
2
1pp
p12=
1p 1•
OA AB=als
x
A2+
y
A2=
(2 )
x
A 2 1•
y
A2=
3
x
A2geeft
( )
1 2 3( )
1 2 p = p(of:
2 2(2 )
2 A A Ax
+
y
=
x
geeft
( )
1 2( )
1 2( )
2 1 2 p + p = p, dus
1p+
p12= ⋅
4
1p)
1• Dit herleiden tot
3p
2=
p
(of een gelijkwaardige uitdrukking)
1• Het antwoord
1 3p =
1of
•
( ) 4 4 3 p f ' x = x− px 1•
4x−4px3=0geeft
x =0of
2 1 px =
1• Hieruit volgt
1 A px =
1• Dus
y
A= ⋅ − ⋅
2
1pp
p12=
1p 1• Dus
A 1 p Ay
x
=
1• Uit de symmetrie van de grafiek van
f in de y-as volgt
p OB OA=, dus
vanwege
OA AB=is driehoek OAB gelijkzijdig
1• Dus
Atan 60
3
Ay
x
=
° =
1• Het antwoord
1 3p =
1Vraag Antwoord Scores
VW-1025-f-13-1-c 12 lees verder ►►►
Zwaartepunt
17 maximumscore 5
• Het verdelen van het gebied in drie rechthoeken met gelijke oppervlakte
en in elk gebied de bijbehorende puntmassa aangeven
1• Het tekenen van drie vectoren
u,
ven
wzoals bijvoorbeeld hieronder
1• Voor elke vector is de wegingsfactor
13 1
• Het zwaartepunt is eindpunt van de vector
1(
)
3u v w
+ +
1
• Het tekenen van het zwaartepunt Z
1of
• Het verdelen van het gebied in twee rechthoeken met gelijke
oppervlakte en in elk gebied de bijbehorende puntmassa aangeven
1• Het tekenen van twee vectoren
uen
vzoals hieronder aangegeven
1• Voor elke vector is de wegingsfactor
13 1
• Het zwaartepunt is eindpunt van de vector
1( )
3u v
+
1
Vraag Antwoord Scores
VW-1025-f-13-1-c 13 lees verder ►►►
of
• Het verdelen van het gebied in drie rechthoeken met verschillende
oppervlakte en in elk gebied de bijbehorende puntmassa aangeven
1• Het tekenen van drie vectoren u
,
v
en
w
, bijvoorbeeld zoals hieronder
1• Omdat de oppervlaktes zich verhouden als 1 : 4 : 1 is het zwaartepunt
eindpunt van de vector
1 4 16
u
+
6v
+
6w
(=
1 2 1 6u
+
3v
+
6w
)
2• Het tekenen van het zwaartepunt Z
1of
• Verdelen van het gebied in drie rechthoeken met verschillende
oppervlakte en in elk gebied aangeven van de puntmassa, zoals
bijvoorbeeld hierboven
1• Kiezen van een oorsprong en geven van de kentallen van de drie
vectoren van deze oorsprong tot de puntmassa’s, bijvoorbeeld
32 1 u =
,
3
0
v
=
en
3 2 1 w = − 1• Omdat de oppervlaktes zich verhouden als 1 : 4 : 1 is het zwaartepunt
eindpunt van de vector
1 4 1 1 4 1 133 3 6 6 6 6 6 6 2 2 2 1 3 1 0 0 u+ v+ w= + + − = 2
• Het tekenen van het zwaartepunt Z
15 Inzenden scores
Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 3 juni naar Cito.
VW-1025-f-13-1-c-A*
aanvulling op het correctievoorschrift
2013-1
wiskunde B Pilot
Centraal examen vwo Tijdvak 1Correctievoorschrift
Aan de secretarissen van het eindexamen van de scholen voor vwo. Bij het centraal examen wiskunde B Pilot:
Op pagina 8 bij vraag 10:
• De grafiek van h gaat door (1, 1), dus
a1(dus
h x
( ) 1 ln(
x
)
1)
1 vervangen door:• De grafiek van h gaat door (0, 1), dus
a1(dus ( ) 1 ln(
h x
x
)
1)
1 enOp pagina 9 bij vraag 11 moeten altijd 5 scorepunten worden toegekend en
op pagina 9 bij vraag 12 moeten altijd 6 scorepunten worden toegekend
ongeacht of er wel of geen antwoord gegeven is, en ongeacht het gegeven antwoord.
Toelichting:
De inhoud van deze vragen vertoont overeenkomst met de inhoud van vragen uit het
voorbeeldmateriaal. Er is besloten om alle punten van deze vragen aan alle kandidaten toe te kennen omdat niet alle kandidaten op gelijke wijze van dit voorbeeldmateriaal gebruik hebben kunnen maken.
en
Op pagina 10 bij vraag 15:
• Voor
0 t 2geeft de parametervoorstelling de linkerhelft van cirkel met
middelpunt (4, 0) en straal 2 (cm) die horizontaal is uitgerekt met factor 2 ten
opzichte van de lijn
x4 1vervangen door:
• Voor
t 2geeft de parametervoorstelling de linkerhelft van cirkel met
middelpunt (4, 0) en straal 2 (cm) die horizontaal is uitgerekt met factor 2 ten
VW-1025-f-13-1-c-A*
NB
a. Als het werk al naar de tweede corrector is gezonden, past de tweede corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe.
b. Als eerste en tweede corrector al overeenstemming hebben bereikt over de scores van de kandidaten, past de eerste corrector deze aanvulling op het correctievoorschrift toe en meldt de wijzigingen in de score aan de tweede corrector.
c. Als de aanvulling bij vraag 11 en bij vraag 12 niet is verwerkt in de naar Cito gezonden WOLF-scores, voert Cito dezelfde wijziging door die de correctoren op de verzamelstaat doorvoeren.
Het CvE is zich ervan bewust dat dit leidt tot enkele aanvullende handelingen van administratieve aard. Deze extra werkzaamheden zijn in het belang van een goede beoordeling van de kandidaten.
Ik verzoek u dit bericht door te geven aan de correctoren wiskunde B Pilot vwo.
Het College voor Examens, namens deze, de voorzitter,