DE WAARDE VAN EEN DIPLOMA
Een aantal leden van de werkgroep heeft afgesproken om in dit verband “op reis te gaan” en in een teamproces te komen tot een publicatie in een nog onbestemde vorm.
Je kunt je aanmelden om hieraan mee te schrijven. Meld je dan via [email protected]. maar lees eerst even verder. De vorm van de publicatie kan bestaan uit :
a. Een gezamenlijk artikel;
b. Artikelen waaraan leden van de werkgroep gezamenlijk hebben gewerkt. c. Een Themanummer (bijv NTOR) met losse ‘essays’ met een rode draad
d. Een boekje (in NVOR serie) met kop en staart en dus strakker geredigeerd als echt boek e. Een boek in de SDU serie Wegen voor nieuw hoger onderwijs: zie:
http://www.sdu.nl/onlineshop/Pages/results.aspx?s=Producten&start=1&k=Evenwicht+zonder+Keywords%3a%22Hoger+onderwijs%22
Wat het precies gaat worden zal binnenkort wel duidelijk worden.
Deze spin-off betekent niet dat de Werkgroep hogeronderwijsrecht niet ook andere activiteiten onderneemt.
Voor het (mee-)schrijven is stevig commitment naar de inhoud en naar elkaar nodig en veel discipline: afspraak is afspraak. Daarnaast kennis van zaken en tijd en bereidheid diep in de materie te duiken. Bijdragen kunnen in groepjes en individueel worden geleverd, maar enige mate van bereidheid tot samenwerking over die inbreng is natuurlijk nodig.
In ieder geval tot en met 15 september (de volgende bijeenkomst van de werkgroep), kan ieder die over dit onderwerp iets meer substantieels wil (helpen) schrijven, zich melden voor een deelonderwerp zoals hieronder is vermeld, of met een wat uitgewerkter omschrijving van een nieuwe “angle”. Je kunt “eigen” expertteam vormen of je melden om aan te haken (trio’s, groter zou ik het niet maken).
Lever (nog) GEEN rapporten, literatuur etc van anderen aan, maar VERZAMEL die wèl, omdat we ordelijk de bronvermeldingen en literatuurverwijzingen moeten opnemen. Verzamel die zeker in je eigen directory (voor jezelf of voor co-auteurs).
Kort samengevat ziet de voorlopige structuur er als volgt uit. Bij een aantal onderdelen staan al auteurs; achter sommige nog niet. Dat betekent trouwens nooit dat die zich niet ook met een ander onderdeel zou kunnen bemoeien; integendeel.
De waarde van een diploma (voorlopig frame).
1. InleidingHet diploma is niet wo-waardig; niet hbo-waardig. Mijn diploma is waardeloos. Het zijn uitlatingen die vele vragen oproepen, vanuit allerlei perspectieven. Bijvoorbeeld:
Wat is “wo-/hbo-waardig”? Welke factoren bepalen dat? Wie bepaalt dat? Hoe bewijst hij/zij dat? Wat is “waarde van een diploma? Voor wie moet die waarde zijn? Hoe hoog moet de waarde zijn en hoe reken je dat uit?
En als we dat allemaal: hoe beïnvloedt je dat allemaal IN universiteiten en hogescholen (of daarbuiten) zowel positief als negatief. 2. HO-cultuur en HO-stelsel
Art 23 Grw, art 1.6 WHW. Inrichtingsvrijheid, instellingsautonomie, academische vrijheid van docent en student: de positie van professional in relatie tot cultuur in organisaties.
Art 1.3 WHW, binariteit, titulatuur, commissie Veerman. Verbinden met ontwikkelingen in andere stelsels zoals mbo en in het buitenland. 3. Onderwijsprogram en onderwijskunde /\ Onderwijs : Onderzoek
Aandacht voor toegepast onderzoek; hogescholen met wo opleidingen en rol van onderzoek daarbinnen (NHTV)
Vanuit onderwijsprogramma en onderwijskunde gezien zijn er drie pijlers: docent, onderwijs & onderzoek en student. Elke pijler kent een serie aspecten die van essentieel belang is, die soms (vaak) rechtstreekse verbinding heeft met de ander pijlers. Vanuit het perspectief van een onderwijsmanager speelt een cruciale factor in de programmatische waarde van een diploma, of de beroepsdeskundigheid van de
afgestudeerde, het personeel in het hoger onderwijs: docenten, managers, onderwijskundigen / stafdiensten die de programma's, en de examens bedenken. Wat is er te zeggen over hun kwaliteit, en waarde in het geheel? De mensen die de concrete inhoud van een studie (en dus diploma) bedenken. De kwaliteit van personeel (personeelsbeleid dus) is in alle kolommen van belang. In 3 een apart chapiter, maar ook rode draad door alle onderdelen.
4. OER en Examencommissie
Hoe verhoudt OER zich met academische vrijheid van docent en student ? Hoe wordt de onderwijskundige visie van de opleiding in de OER uitgewerkt? Wat doet de examencommissie? Wat moet die doen?
5. Student
Welke invloed heeft de student er zelf op. Opleidingscommissies als instrument.
Welke opties heeft student bij onwaardig diploma? Niet goed geld terug? Bewijsbaarheid, Motie Besselink/Zijlstra. Uitwerking. 6. Intern toezicht & bestuur versus extern toezicht
Verantwoordelijkheden en interventies
Verhouding examencommissie met instellingsbestuur Inspectie versus NVAO. CDHO.
Visitatie, accreditatie en sancties
7. Verband met overig HO-beleid en wet- en regelgeving Regering, Parlement, wet- en regelgeving
Instellingen gezamenlijk (hbo-raad en vsnu) Instellingsbeleid.
8. Financiering
Het dilemma tussen kwaliteit en rendement.
9. Rol en functie van het beroepenveld - vakgebied.
Werkveld – branche -markt: De plekken waar studenten met een diploma geld gaan verdienen. Diploma-inflatie (gediplomeerden accepteren te makkelijk werk onder hun opleidingsniveau). In de nieuwe kaders komt het woord `beroepenveld` wel 58 keer (inclusief toelichtingen) voor. Met als meest kenmerkende plek S1. De WHW bijvoorbeeld: hoger beroepsonderwijs: onderwijs dat is gericht op de overdracht van theoretische kennis en op de ontwikkeling van vaardigheden in nauwe aansluiting op de beroepspraktijk. De accreditatiekaders maken geen verschil meer tussen HBO en WO. In WO is beroepenveld vaak pas belangrijk in laatste fase van de studie, waarna vervolgonderwijs gevolgd kan / moet worden om in de beroepsvereniging opgenomen te worden. Hoe liggen verhoudingen tussen HBO en WO écht in de praktijk?
10. Relatie onderwijs-arbeidsmarkt
Waarde diploma door arbeidsmarkt bepaald; Samenwerking onderwijs-arbeidsmarkt
Sturing overheid: wetgeving, sectoranalyses, aansluiting bij economische topgebieden (bedrijfslevenbrief min. EL&I etc. etc.)
De arbeidsmarkt geeft deels antwoord op de vraag: wie bepaalt de waarde van een diploma? Taak commissie doelmatigheid hoger onderwijs is ook beoordelen van arbeidsmarktrelevantie/perspectieven van nieuwe opleidingen. Een slecht of onduidelijk arbeidsmarktperspectief kan een reden zijn om een nieuwe opleiding niet te bekostigen. Zo’n vangnet houdt de echte 'pretstudies' of 'opleidingen die evident opleiden voor werkeloosheid' grotendeels tegen. Aldus wordt de kans op een niet hbo-waardig diploma voor een gedeelte in het voorstadium al beperkt. Dit onderwerp is wat minder juridisch en meer bestuurlijk/beleidsmatig van aard op het eerste gezicht, maar niet als nadruk gelegd worden op de rol van de overheid en de sturingsmogelijkheden en verantwoordelijkheden. Arbeidsmarkt is ook een plek waar de waarde zich moet bewijzen en waar je die wellicht kunt meten. NB: AHELO-project van de OESO.
11. Rode draden