1 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR
UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015
Vak : AARDRIJKSKUNDE
Datum : Vrijdag 26 juni 2015 TIJD : 07.45 – 9.45 u.
Aantal opgaven : 9
Aantal pagina’s : 6
Toegestaan hulpmiddel : Hebri Wereldatlas
Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in goede volgorde aanwezig zijn. Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant. Vraag 1. De staatkundige grenzen en distriktsgrenzen van Suriname
a. [2p] Suriname heeft net als vele andere kuststaten een Territoriale wateren en een Exclusieve Economische Zone. Noteer twee verschillen op basis van de afstand tot de 0 – meter dieptelijn [basislijn] en de verkregen legitieme rechten.
b. [2p] Hoe loopt de zuidelijke grenslijn in Suriname en hoe kan men die in het landschap herkennen?
c. [3p] Het huidige distrikt Nickerie is het resultaat van de nieuwe distriktsindeling van 1985. Welke uitgangspunten [3] zijn van belang voor de nieuwe districts- indeling.
d. [2p] Het distrikt Commewijne wordt gedefinieerd als het bewoonde, deels agrarische, deels ruraal-urbaan gebied langs de Commewijne rivier en de rechteroever van de Suriname rivier. Noteer twee duidelijke waarneembare urbane kenmerken van het distrikt Commewijne.
Vraag 2. Weer en klimaat in Suriname
a. [2p] Het weersbeeld in een gebied wordt bepaald door het samenspel van de elementen temperatuur, neerslag en wind. Welke van deze elementen vertoont in Suriname de grootste variatie gedurende het gehele jaar? Motiveer je antwoord.
b. [2p] Gebruik kaart 9 en kaart 25A van de Hebri atlas. Schrijf de gemiddelde jaarlijkse neerslag van de Tafelberg op en verklaar deze.
c. [2p] De Intertropische Convergentie Zone [I.T.C.Z.] is een gordel van lage luchtdruk gelegen tussen de Subtropische hogedrukgebieden van beide halfronden.
2 Afhankelijk van de ligging van de I.T.C.Z. wordt het seizoen in Suriname mede bepaald. De Grote Regentijd vangt in Kwamalasemutu eerder aan dan in
Paramaribo. Hoe is dit te verklaren?
d. [3p] Wat zijn Sibi busi’s en in welke perioden/ seizoenen komen ze normaal in Suriname voor?
Vraag 3. De geologie van Suriname
Figuur 1 Geologische kaart van Suriname a. [3p] Bekijk de bovenstaande kaart.
Er zijn verschillende groepen van gesteenten in het Grondgebergte van Suriname. Schrijf de namen van de genummerde groepen van gesteenten en de bijbehorende absolute ouderdom [in jaren] erachter.
b. [2p] De drie Romeinse cijfers geven ook de geologische regio’s aan. In welke regio zijn de meeste illegale goudzoekers operationeel en op welke wijze probeert de overheid dit probleem aan te pakken?
c. [3p] Het Asch Van Wijckgebergte is een bergrug in het Hoogland van Guyana. Uit welke soort stollingsgesteente bestaat deze bergrug en schrijf ook twee kenmerken van de bedoelde gesteentesoort.
d. [3p] Op welke formatie in ons Kustgebied komen uitgebreide zwampen voor en noteer twee akkerbouw benuttingsmogelijkheden van de zwampen.
e. [2p] Ten noorden van onze continentale shelf ter hoogte van de monding van de Marowijne rivier ligt de Demerara Rise. Noteer het meest voorkomende soort sedimentgesteente en de dikte van de Demerara Rise.
f. [2p] De Maraformatie van het Kustgebied biedt nauwelijks landbouwmogelijkheden. Geef een verklaring hiervoor.
I II
3 Vraag 4. De geomorfologie van Suriname
a. [2p] Hoe versterkt het klimaat van Suriname de intensieve chemische verwering van de gesteenten in het binnenland?
b. [2p] Het Zanderijlandschap bestaat uit witte en bruine zanden. Hoe verklaren wij het voorkomen van de twee soorten zanden?
c. [1p] De Oude Kustvlakte kent twee sublandschappen: het Para – en het Lelydorplandschap. Hoe wordt het Paralandschap ook wel genoemd?
d. [1p] Waarom zijn de ritsen in het Lelydorplandschap minder duidelijk waarneembaar dan de Jonge Kustvlakte?
e. [2p] Vul de ontbrekende elementen van de Jonge Kustvlakte in: Het landschap Jonge Kustvlakte bestaat uit:
1. Zware zeeklei 2.…………. 3……….
f. [2p] Noem twee landschappelijke/geomorfologische kenmerken van de zware zeekleien van de Jonge Kustvlakte op.
.Vraag 5. De economische ontwikkelingen in Suriname
a. [3p] Op 13 december 2014 vond de inauguratie van de Staatsolie Raffinaderij
Expansie plaats. Welke mondiale ontwikkeling legde direct een minder positieve sfeer tijdens de inauguratie? En geef ook aan waarom men zo bezorgd was? b. [2p] De Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. produceerde eerder asfalt en
stookolie. Met welke twee nieuwe producten wilt de maatschappij o.a. de Surinaamse markt voorzien?
Beantwoord de volgende vragen m.b.v de onderstaande figuur.
Figuur 2. Kaart van Suriname
1 1
4 2
4 c. [2p] In welk deel van Suriname [met welk cijfer] participeert de Staatsolie
Maatschappij Suriname N.V. ook in een goudmijnproject? En hoe wordt het gebied ook wel genoemd?
d. [3p] In het gebied met cijfer 1 aangegeven in figuur 2 lokaliseert zich het meest duurzame project van deze Maatschappij. Welk project is het en waarom is het zo duurzaam?
Vraag 6. Demografie in Suriname
Grafiek I Grafiek II
Figuur 3 Bevolkingsgrafieken
a. [3p] Hierboven zijn er twee bevolkingsgrafieken uitgebeeld. Welke van deze grafiek is respectievelijk kenmerkend voor het distrikt Paramaribo en het distrikt
Marowijne? Motiveer je antwoord.
b. [3p] Volgens de laatste census van het Algemeen Bureau voor de Statiek heeft Paramaribo nauwelijks bevolkingsgroei gehad ten opzichte van de overige
distrikten. Geef een mogelijke verklaring hiervoor en noem twee distrikten op, die de grootste groei hebben doorgemaakt?
Vraag 7. Brazilië in fysisch geografisch opzicht
a. [4p] Zoek de plaatsen Sorocaba en Belém op, in de Hebri wereldatlas. Noteer voor elke plaats het klimaat en het belangrijkste kenmerk volgens de wiskundige klimaatsindeling.
b. [2p] Typeer deze twee plaatsen op basis van het reliëf.
c. [2p] Het Noordoosten van Brazilië wordt onderverdeeld in drie subregio’s. Eén van de regio’s is de droogtepolygoon. De gemiddelde neerslag bedraagt in dit gebied niet meer dan 1000 mm. en komt op veel plaatsen niet boven de 800 mm. Hoe
verklaren we de weinige neerslag in dat gebied en schrijf ook de overheersende vegetatietype op.
5 d. [3p] Wat zijn varzea’s en in welke macro-regio komen ze het meest voor?
Figuur 4. Vegetatie in Brazilië
e. [2p] Bekijk de bovenstaande vegetatie kaart van Brazilië. Welke vegetatie overheerst in de macro-regio aangegeven met het romeins cijfer I en II?
f. [3p] Schets het bodemprofiel van de bodem van de overheersende vegetatie van macro- regio I.
Vraag 8. Enkele demografische aspecten van Brazilië
a. [2p] De bevolkingsdichtheid in São Paulo is 7216 inwoner per vierkante km. met een oppervlakte van 1523km². Noteer twee redenen voor deze grote
bevolkingsdichtheid in deze staat.
b. [2p] Volgens het Algemeen Bureau voor de Statistiek verblijven in Suriname
ongeveer 3000 Brazilianen, terwijl er volgens de schattingen van de Ordening van de Goudsector er minimaal 30.000 zijn. Welke push factoren [2] verklaren de grote stroom van Brazilianen naar Suriname.
c. [2p] Het demografisch verschijnsel ’’machismo’’ is één van de redenen van de snelle bevolkingsgroei in bepaalde delen van het platteland. Wat houdt dit verschijnsel in en hoe komt het dat dit verschijnsel nog steeds voorkomt?
Vraag 9. Industriële activiteiten in Brazilië
a. [2p] Het zuidoosten van Brazilië is een belangrijk industriegebied. Welke twee sociaal–economische factoren hebben hiertoe bijgedragen?
b. [2p] De industriële ontwikkeling in het bovengenoemd gebied brengt echter ook nadelen met zich mee voor het fysisich milieu. Noem er twee op.
c. [2p] Bekijk de kaarten 75 D en 77A in de Hebri wereldatlas. Welke twee industrieën treffen we aan in de deelstaat São Paulo aan?
I
6 d. [3p] Brazilië en Suriname hebben een goede handelsrelatie. Welke van de volgende
produkten worden van Brazilië geïmporteerd: Azalea schoenen, Tramontina gereedschappen, auto’s, gasoline, kipdelen.