• No results found

Fosfaat-belasting vanuit woningen en landbouwbedrijfsgebouwen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Fosfaat-belasting vanuit woningen en landbouwbedrijfsgebouwen"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NN31545, 1377 1 3 7 ? ^ oktober 1982

Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding Wageningen

FOSFAAT-BELASTING VANUIT WONINGEN EN LANDBOUWBEDRIJFSGEBOUWEN PROJECTGROEP ZUIDELIJK-PEELGEBIED no. 14

ing. H.P. Oosterom

Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemidde-len, dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een een-voudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discus-sie van onderzoeksresultaten. In de meeste gevallen zullen de conclu-sies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet is afgesloten.

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking

»MM

\$2C\dS^02

(2)

I N H O U D

b i z .

1. INLEIDING 1

2. LOZINGEN (BIJLAGE 1) 1 3. P-BELASTING HUISHOUDELIJK AFVALWATER (BIJLAGE 2) 2

4. P-BELASTING MELKINRICHTING 2 5. P-BELASTING VAN OVERIGE LOZINGEN 3

6. SAMENVATTING 3 LITERATUUR 4 BIJLAGEN 5

(3)

1. INLEIDING

Van 38 agrarische bedrijven in het gebied ten oosten van Deurne is nagegaan aan de hand van een enquête op welke wijze het huishoude-lijk- en bedrij fsafvalwater geloosd wordt. De resultaten van deze en-quête komen in deze nota aan de orde, waarbij de nadruk ligt op de

lozing van fosfaat. Belichting van dit aspect is noodzakelijk omdat naast fosfaat-aanreiking via het grondwater, hetgeen bij zandgronden veelal minder is dan 0,3 kg P.ha" (STEENVOORDEN, 1981), huishoudens en agrarische ondernemingen relatief een belangrijke P-bijdrage kun-nen leveren. Daarnaast speelt fosfaat een belangrijke rol bij de eutro-fiëring van oppervlaktewater, omdat het onder Nederlandse omstandig-heden over het algemeen beschouwd wordt als de beperkende groeifactor. Als IMP norm voor oppervlaktewater wordt als grenswaarde 0,3 mg.l aangehouden, waarbij het streven is om te komen tot 0,05 mg.l

2. LOZINGEN (BIJLAGE 1)

Bij slechts 1 bedrijf wordt al het huishoudelijk afvalwater recht-streeks op open water geloosd. Van de overige huishoudens zijn er 16 die enkel het waswater op de sloot lozen, waarvan in 7 gevallen de sloot het gehele jaar in verbinding staat met open water en in andere 9 gevallen bevat de sloot een groot gedeelte van het jaar geen water. Wanneer het afvalwater niet naar een sloot wordt afgevoerd, vindt de lozing plaats op een put. In 35 gevallen wordt gebruik gemaakt van de mestput en in 2 gevallen van een zinkput. In totaal wordt op 12 bedrij-ven zowel het afvalwater van huishoudens als van melkinrichting recht-streeks afgevoerd naar de put.

(4)

Van de 25 bezochte veehouderijbedrijven wordt in 14 gevallen het afvalwater afkomstig van de melkinrichting geloosd in een mestput. In 2 gevallen wordt het water afgevoerd naar een doodlopende sloot. In de resterende 8 gevallen wordt geloosd op een sloot die in verbinding staat met open water, waarvan in 5 gevallen sprake is van een onvolle-dige lozing, doordat deze sloot een gedeelte van het jaar geen water bevat.

3. P-BELASTING HUISHOUDELIJK AFVALWATER (BIJLAGE 2)

Uit het wasmiddelen verbruik (bijlage I) in samenhang met het fos-faatgehalte (NEDERLANDSE VERENIGING VAN ZEEPFABRIKANTEN, 1982), is de grootte van de P-belasting van de lozende huishoudens berekend. Maan-delijks wordt door 47,5 inwoner, 2444 gP geloosd afkomstig van wasmid-delen, inclusief 360 g van vaatwasmlddelen. De gemiddelde gezinssamen-stelling van deze 11 lozende bedrijven bestaat uit 4,3 personen. In-dien het afvalwater verrijkt wordt met faeces en urine dan wordt vol-gens de literatuur (KOOT, 1974) de P-belasting minimaal vermeerderd met 1,5 gP per inwoner per dag. Voor ons land kan men aanhouden dat er gemiddeld 2,5 gP per inwoner per dag aan wordt toegevoegd.

4. P-BELASTING MELKINRICHTING

Na elke melkbeurt wordt het gerei en de leidingen gespoeld met water en reinigingsmiddel. Hetzelfde is het geval indien er sprake is van een melkkoeltank, die om de 2 à 3 dagen leeg wordt gehaald.

Van enkele veehouderijbedrijven kon vastgesteld worden aan de hand van de hoeveelheid reinigingsmiddel en de fosfaatconcentratie, hoe groot op deze wijze de P-belasting is, (bijlage 2). Op deze 5 bedrij-ven wordt per bedrijf gemiddeld maandelijks 487 gP gebruikt. De fabri-kanten van reiningsmiddelen geven informatie over het gebruik van rei-nigingsmiddelen binnen de veehouderij. Uit hun gegevens volgt dat per maand 1700 tot 2900 gP per bedrijf zouden worden geloosd. Op andere wijze wordt de P-belasting bekend door deze te berekenen uit de

(5)

bernons-tering van circa 60 spoelbeurten, uitgevoerd op 10 bedrijven door de bedrij fsafvalwaterdienst van de G.O.Z. (1974). Uit het melklokaal van deze bedrijven blijkt maandelijks gemiddeld 800 gP weg te vloeien. Het aandeel van de reiningsmiddelen bedraagt hiervan circa 95% (bij-lage 3).

5. P-BELASTING VAN OVERIGE LOZINGEN

Incidenteel kan een bijdrage worden verwacht van perswater, afkoms-tig van voederkuilen met verharde ondergrond. Opslaan van kuilvoer met een hoog vochtgehalte leidt tijdens de bewaring tot perssapverliezen. Met name doet zich dat voor bij de bewaring van bierbostel, bieten-blad, erwtenloof en in mindere mate bij de gras- en snijmais kuilen.

6. SAMENVATTING

Uit de gegevens van de enquête, aangevuld met wat de literatuur ons te bieden heeft, kan jaarlijks rekening worden gehouden met een P-aanbod, dat per bedrijf gemiddeld de volgende waarden zal benaderen:

*huishoudens (4»3 personen) - wasmiddelen 2,7 kgP - faecaliën 3,9 kgP Totaal 6,6 kgP

*melklokaal

- reinigingsmiddelen:20-30 kgP (volgens fabrikanten) 9,1 kgP ( G . O . Z . , 1974) 5,8 kgP ( b i j l a g e 2) - m e l k v e r l i e z e n : 0 , 5 kgP (G.O.Z., 1974.

Gem. P - l o z i n g 6-30 kgP

Van de huishoudens wordt incidenteel het waswater direct op open water geloosd evenals het spoelwater uit het melklokaal. In de meest

(6)

voorkomende gevallen wordt een gedeelte van het afvalwater in de mest-put opgevangen en met het uitrijden van de drijfmest op het land ge-bracht (bijlage 1).

LITERATUUR

GELDERS-OVERIJSELSE ZUIVELBOND, 1974. Melkwinning en waterverontrei-niging. Een onderzoek naar de afvalwatertechnische aspecten van het reinigen van melkwinningsapparatuur en melkkoeltanks op. de boerderij.

KOOT, A.C.J., 1974. Behandeling van afvalwater. Uitgeverij Waltman, Delft.

STEENVOORDEN, J.H.A.M., 1981. De gevolgen van het landbouwkundig bo-demgebruik voor de chemische samenstelling van het grond- en oppervlaktewater. Nota 1264 ICW, Wageningen.

(7)

•a

c • r i M r i U s g

il

« I M Xi 01 r i 01 01 » « I > U S « a •e • H S n « 3 9 ai à S 4J • • K U 41 N M > I Pu ^ r-. x > ai * - ' I sr U M •o « Ö Ô r*s r ^ r i a\ 3 § .. 01 u » M g n 9 3 w e. N K T I « o a i u u •sT r i ai u a es PM P 2 2 S •4 a 5 u 3 3 u O Q . O . O _ o w * J 0 O H -_>, r - s o > o s r o o m u c* o . . so öü a M N 9 9 r. M r - < 1 r s »O t0 » s r O S T Ql U PS M o 3 9 O r-s N sf "O m s r r-s •• o • e g o •ri o a s - o « H «n u a 3 »o I S 8 U > r i S! U - ' * Ù 3 U 3 O. O O. V O U M r i M r - s r - s ^ S» f V S T S T (J U U U O o u m t o o S oi o u — • • r - s M h 6> « 3 M s r M 3 r i 9 N , ^ v r 9 1 O PK H Kl r i I O -H k< 3 5 * 8 S - - " r - s ' S » • • O v r s r ^ s r T ) t > O * - r ( M U U * - » O U o o M o m < s t n O n o jo •• •• in •n A a ai «H a •• o 0) o n H o n s 5

? i l

U 1 o u I l • I l 3 « U S B . . . p ? . . U -9 4J » l l l l CL O * J O O r i O O O O W r i O r i r i r-s > S T s » Pu r s •O s-r «o p. u u 9 3 o. a u u w «o r - s s r ai •r-» a o r>i M 3 3 N n ai •r-» 0. 0 r>i Cs| r"S •O s r O U r i ai •o u O O c » ai oo • B -o •3 3 SU to o 3 H U U U U •5 -S -" S S =M S S II S i S • - - S • - - • 3 - - - - 88-S g l l .n 8 g S 8 8 8 8 8 l 8 I i « s i i i i i N < t m n < e l i • » «M • » m m I I I i • » I so I i I I I I (M rO C r-s r i r O 01 — O m •< X » 01 XI 4J • » O r*s > H rO •• pa en ^ . — Mx> u rsj (Kwak : Du o Bo n Dlxan : S C s y s r u 4, u w 9 : r - s ai • r i S S r - s r « « VO • • r i O M . . u -a! U M <rl O | 01 U « r - s ,TJ r - s a A .o vp .o " s , r s o -sT C r . . . M •• n . . x « •• g a

s s -s

s

s

— a s s

1 «J i r r •• s r s r S r i 1 3 3 U u O O U U O . O . O . Q . O O U U 4 J o o o o w u u w o o o o o r i r i O 0 0» « 1 W (Q r i r i 0 0 0 M t t r l r i a j O i a j a i U M r l r l r l : : » w S S S S - - u n « r - s r O sO r - s 12 • • r-s C r-s e £ 01 j a S oi j a r i • • r 0 PS • • 01 B 0 rO «J 41 " I d rO M 01 (3 K

s a-s us

S_r» V ^ S»f" . ^ ^ S u u - : • •»—•- «u 3 3 4J U 4J U 9 P . P . O O O U O D. u u o o ö o o u (0 W r - l r-i" r-4 O r - 4 « 0 1 ( U U ) » W r - I W g > 4J El

i

r - 3 CI) - * * 0

î'i

a.a

o 1

si

<•—s

S Ï U

5 0 O -O • • n je co n r i 01 — - n " 'ri .. I V S ^ H V U l i * • s r s 3 3 U U w S-B-8 8 ^ 8 «B M H H O r-t dJ <U (O W ^H J 0 < - s •-< •H § S m to 0 0 SM Ol r i E 01 ^

S 1

*»•»• W 4J 4J - W • 3 3 4J 3 U o. a 0 (X Q *J M 0 « 0 W CS f * W r* Û <H « 0J » tg e u 01 01 ai w oo tg m a »**•* -a CM •"• 4-1 M-4 « ä g 3 • H O 4J 4J s r 3 3 0 , o, « U u 0 m o o 8 8 * 3 A t o e S X • r4 O u -3 W b O u O Ul r i 8." c ta «J > te n ai u U (0 r i 01 00 ai C u •o .ri ai H T J u oo c ta •H S C r O T ) i M e 01 01 o =• u 01 06 <n c • 0 * r l U 01 - w X U 01 O ' r i r i O C « 9 8 1 8 - " •U 4-t 3 3 u u u eu p- w *J > g O w « > > ß O O M - -r H -r-t 41 M (A B U 4J 3 3 9 U O W O f X W O . P . O -O OW>4 J 4 J O> » n 8 i» p o o o B C H O H n H ai S 4J U W U U w 3 3 ? 9 3 - T- - O P . P» t * P . W p , D , * J * J 4J 0 >0 0 * J J <> » J >* J 4 J >>> W ) U r ^ a O r H O T 0 d < A 0 ( r ) t a f l a 0 8 8." .:" 8 « 8 8 8 U C I I U i l ! ! • 3 u 3 3 3 3 1 P . Q U Pi ft p . b Q O y y • 3 3 - U U 3 W 9 W 3 9 4 J 3 U 3 3 U 3 W 3 3 3 > U 4 J u w 5 o o 6 o u u o o o j < o u o u i i O u o o U r y i o u o u u o u o H a H d H . . . 1 H O 0 0 « l l l 0 H H O r l « H . l j H l l 0 H I I S H i a r 4 l l . 0 t l H c o â i i a s | S S 8 t, n HHr ' 8 1r <l tn , , 4n 8 B)S 3< l SHl a 8, p (aS Hi l S i pH8 I A § a o u ri o o n B ri o s a 9 3 u u o. o. a o . o o •^ o o o o o i f l t a u i - i r i o o p » 3 3 u u o. a. o o o U 9 U 9 3 _ . u o o. ô a a o o o o • u w s u u • 9 S U 9 9 o. o . o q . a 9 u 3 9 9 a. o a a u a o 8 8 8 l - " J " 8 a a o p. G , o o . a o p . o P - a w P . o U U O U U O U i O U O U f J O U O fi (0 W t—« ( O t O W W f l r H U r H U « Q ( O i - * < y u ä u « « V j > a ä . p 4 « u u } ü ä f - 4 Ü u r-<r-<< M M-4 * 0 W O O M 4J K 0) ï « « H o. a o c a a. o a) a> ai M p. n u <u o 00 oo o . oo oo oo « a c e » • H * H 'r-) N N N U O O O 4 ) H H i - 1 £ U W U ? O O O P . o o o ^ U U u u u u 3 9 9 9 3 3 -p, p. P. p. P. P. *-• W u 4J W *-t w rt u ut n w n « 8 8 8 8 8 8 — ( M ( 0 « ï i f l v o r s e o w o - <N' i 4 i n v o N e o ( h O " N fri < i t i n > o is( O o t O * - r i i m > 4 ' i n « o i ^ c o . . « „ « r . r - N i N N N N M N M N N n n n n f n f n n n n

(8)

Bijlage 2

P-belasting vanuit agrarische ondernemingen (maandelijks)

Bedrij fsno. Wasmiddelen (incl. vaatwasser) (aantal lozing P-afvoerO naar personen) op .. open water (g.)

Melkinstallatie lozing op . . sloot sloot 'sloot' mestput mestput "sloot" nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt mestput 'sloot' mestput mestput 'sloot' sloot 'sloot' 'sloot' mestput mestput sloot nvt nvt nvt "sloot" mestput nvt nvt mestput mestput mestput mestput mestput nvt mestput P-afvoer naar open water (g.) ? ? ? -298 -1005 49 855 ? -229 -1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 5) ,5 "sloot" "sloot" 'sloot' sloot mestput mestput mestput mestput 'sloot' 'sloot' sloot sloot sloot mestput mestput 'sloot' sloot 'sloot' sloot 'sloot' mestput mestput mestput mestput 'sloot' 'sloot' sloot "sloot" mestput zinkput 'sloot' mestput 'sloot' mestput mestput sloot mestput 'sloot' 62 161 200 285 133 165 226 189 369 92 ** * ** * ** ** ** 4' 356 ** 298 1) aandeel vaatwasmiddel : ** 60 g * = 30 g

(9)

Bijlage 3

STIKSTOF(KJELD.-N)- EN FOSFAATLOZING (GRAMMEN PER SPOELBEURT) BIJ HET REINIGEN VAN DE MELKAPPARATUUR EN MELKKOELTANK OP DE BOERDERIJ

Bedrijf s Melkinstallatie Koeltank _ , ., _ ... ..._,,,

J „ „ „ _ Gebruikt reinigingsmiddel

no. N P N P o o

. " ' ' ' i " ' ' ' '

1 1,8 18,9 1,8 25,4 Reca vloeibaar en Reca-zuur 2 1,7 2,58 9,2 9,3 Stafilex Combi.

-3 4,5 -37,7 2,2 28,2 Neomoscan en Reca-zuur

4 3,3 31,7 4,1 2,19 Reca-blauw. Citroenzuur en Reca-vloeibaar 5 2,6 0,86 3,0 15,6 Reca-vloeibaar. Reca-zuur en Reca-vloeib. 6 3,8 4,0 4,5 5,03 Neomoscan.

7 4,2 0,5 2,2 13,2 Natronloog en salpetèrzuur. Reca-blauw 8 15,3 0,58 4,9 8,1 Sulfaminezuur. Puremei.

9 0,92 3,87 3,1 9,5 Puremei.

10 19,3 1,6 - - Sulfaminezuur. Gemidd. 5,7 10,2 3,7 12,9

Gemiddelde lozing per bedrijf per jaar op basis van 365 x 2 reini-gingen van de melkleiding en 170 reinigingsbeurten voor de koeltank:

installatie: 4,2 kgN en 7,4 kgP koeltank : 0,6 kgN en 2,2 kgP Totaal : 4,8 kgN en 9,6 kgP

Het verlies aan melk per jaar per bedrijf is ca. 524 kg, met een P-gehalte van 0,09% en een N-gehalte van 0,74%.

Het aandeel van het reinigingsmiddel bij de belasting voor stik-stof respectievelijk fosfaat bedraagt 20 en 95%. Het reinigingsmiddel-lenverbruik ligt tussen de 100 en 200 kg per jaar (gem. 135 kg) met

een fosfaatgehalte variërend tussen de 5 en 25%P.

Bron: Gelders-Overijselse Zuivelbond, 1974. Melkwinning en waterver-ontreiniging. Een onderzoek naar de afvalwatertechnische aspecten van het reinigen van melkwinningsapparatuur en melkkoeltanks op de boerde-rij.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Paulus stelt verder: “De import zal op langere termijn mogelijk elastischer zijn, waardoor er dan meer kans is dat het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans met

Hierdoor reageert het importvolume zwak op een prijsstijging van de importen waardoor op korte termijn de import inelastischer is. 22

[r]

[r]

In sommige omstandigheden kunnen iemand zijn intenties bijvoorbeeld grotendeels bepaald worden door de attitude tegenover het gedrag, en kunnen overwegingen die gewijd zijn

De Amerikanen hebben hier weer zo'n typische naam voor: 'scramble'. Nog zo een is het 'Quick Reaction Alert'. Dat wordt gevormd door vliegtuigen, vliegers en

Hij vroeg ook, of de minister bereid was nauwlettend in het oog te houden wat er gebeurt met de jeugdige arbeids- krachten, die straks - na opleiding op de

De vervuiling wordt veroorzaakt doordat er meer organische stoffen in het water zitten dan de reducenten kunnen afbreken.. De samenstelling van de soorten is sterk afhankelijk van