• No results found

Verslag van een bezoek aan de Internationale rogge conferentie te Poznan (Polen) en aan enkele proefstations in de omgeving (10 - 15 mei 1965)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag van een bezoek aan de Internationale rogge conferentie te Poznan (Polen) en aan enkele proefstations in de omgeving (10 - 15 mei 1965)"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wageningen

VersLagen nr. 36, 19&5

VERSLAG VAN EEN BEZOEK AAN DE INTERNATIONALE ROGGE CONFERENTIE TE POZNAN (POLEN) EN AAN ENKELE

PROEFSTATIONS IN DE OMGEVING (10-15 MEI I965)

(2)

- 1

De rogge-conferentie was gesplitst in een landbouwkundige en een technologische sectie, waarvan de zittingen beide door ongeveer 100 personen werden bijgewoond.

Van Nederlandse zijde werd de agrarische sectie bezocht door dr. W.H. van Dobhen (I.B.S.) en de technologische door ir. G.W. Wieringa (I.B.V.L.)

Alle belangrijke roggelanden waren vertegenwoordigd: Polen, Sovjet Unie, 0. en W. Duitsland, Zweden, Finland en Nederland en bovendien waren er deel-nemers uit Oostenrijk, Hongarije, Tsjeehoslowaklje, Boelgarlje, Noorwegen, Frankrijk en de Ver. Staten.

De voordrachten waren reeds in druk verschenen (stencil) en zijn op te vragen bij de bibliotheken van I.B.S. en I.B.V.L.

Landbouwkundige sectie

De voordrachten handelden meest over de plaats van de roggecultuur binnen het kader van de akkerbouw waarbij eigenlijk in alle landen een achteruitgang werd gesignaleerd die verband houdt met de verdringing van roggebrood door tarwebrood. Voorts is ieder het erover eens dat de rogge als gewas in de gematigde streken op lichte gronden moeilijk is te vervangen.

T.a.v. de teeltproblemen werd weinig te berde gebracht.

Zeer veel is gesproken over de veredeling van rogge, waarbij de kwestie van de polyploïdie in Poleri een controversieel punt blijkt te zijn.

Er is evenmin als in West-Europa sprake van verdringing van diploi'de rogge door tetraploïde vormen en er is twijfel gerezen over de vraag, of er in beginsel meer te verwachten is van veredelingsarbeid in tetraploi'den dan in de gewone rogge.

Mijn betoog in de discussie dat bij de gewone granen, in vergelijking met b.v. bieten en maïs, de groeikracht van de afzonderlijke plant voor het gewas als geheel van minder betekenis is, was wellicht te kort om de draag-wijdte tot zijn recht te doen komen, maar werd toch door de voorstanders van de diploi'de rogge kennelijk als welkome steun geapprecieerd.

Opvallend was het, dat de Zweden, die wat het onderzoek van tetraploïde vormen betreft ongeveer 10 jaar bij de Polen voorliggen, zeer sceptisch zijn over de kansen van de tetraploïde rogge en het onderzoek hieraan thans meer beschouwen als fundamenteel werk over de methodiek dan als een poging om een praktijkras te kweken.

(3)

De veredelingsmethodiek van rogge in Polen Is overigens geheel met die van West-Europa te vergelijken. Van enigerlei Invloed van de door Lysenko aangeprezen methoden is in de praktijk niets te merken.

De behoefte aan korte en stevige rassen wordt ook sterk gevoeld en de op het I.B.S. door Hoogland ontwikkelde methode om te selecteren op blad-getal ontmoette veel belangstelling. Deze methode werd door mij in de dis-cussie naar voren gebracht en leidde tot navraag van Poolse en Zweedse zijde.

Excursies

Op 13 mei werd eerst het proefstation- I.U.N.G. te Przebedowo bezocht (ten N. van Poznan).

Hier wordt behalve aan roggeveredellng, ook veel.aandacht besteed aan droogteresistente grassen als Bromus inermis en Festuca arundinacea. Hiervan waren grote collecties klonen op het veld aanwezig.

Dezelfde dag werd het proefstation te Smolice (het I.H.A.R.) bezocht. Dit houdt zich bezig met veredeling van rogge, tarwe, maïs, peulvruchten en tuinbouwgewassen.

Hier wordt het roggci-as Ludowe Smolickie in stand gehouden. Voorts onderzocht men de mogelijkheid om "synthetische rassen" te maken door het mengen van ingeteelde stammen, waarbij heterosia-effecten worden verwacht.

De maïsrassenWielko polanka en Malopolanka zijn hier gekweekt, voorts de hybride "Wiel-Wi".

Er is een collectie van 60 ingeteelde stammen, waarvan de combinatie-waarde wordt onderzocht. Men was zeer geïnteresseerd in uitwisseling van materiaal met een nederlandse maïskweker (hiervoor wordt gezorgd).

Op 14 mei is het proefstation Choryn bezocht, waar de internationaal bekende roggekweker dr. T. Wolski werkt.

Ook hier worden de traditionele methoden van de veredeling en instand-houding van diploïde rogge op grote schaai toegepast. Volgens sommige Polen zijn er te veel van déze centra, hetgeen voortkomt uit de neiging, de vele landgoederen, waar voor de oorlog de veredeling als particulier bedrijf werd beoefend, te handhaven.

Bezoek aan de afd. voor plantenfyslologie van het Central College of Agriculture te Warzawa

Op 15 mei werd het instituut van prof. Helena Bericka bezocht. Het is een ouderwets laboratorium.. Een nieuw gebouw, met klimaatkamers is gebouwd in Pulawy, op 120 km ten z.0. van de hoofdstad gelegen.

(4)

- 3

-Prof. Bericka werkt vnl. over de fotosynthese van granen en speciaal over de bijdrage, die verschillende assimilerende organen leveren aan de korrelopbrengst.

De planten worden 10 min. in staat gesteld om Cl!+ op te nemen. Door

onmiddellijke analyse kan worden vastgesteld, hoeveel verschillende organen hiervan hebben opgenomen. Een ander deel van de planten wordt voortgekweekt tot rijpheid en dan onderzocht.

Hierbij blijkt, dat bij rogge pas sinds 10 dagen na het in aar komen de bladeren een directe bijdrage leveren tot de korrel. Bij tarwe begint dit echter al 10 dagen ervóór en bij gerst 14 dagen ervóór.

Dit is plausibel, want bij rogge is bij het in aar komen de stengel nog niet op halve lengte en bij tarwe en gerst al bijna klaar.

De C1^ toegediend bij het in aar komen bij rogge wordt dan ook

terug-gevonden in onoplosbare koolhydraten van de stengel.

Het zwakke punt van de hele methode is, dat C1^ binnen de plant kan

worden uitgewisseld, zodat men nooit zeker is of men te maken heeft met reserves uit de tijd van toediening of met Jongere assimilaten.

TocA lijkt het speciaal bij vergelijking van graansoorten wel mogelijk, enkele conclusies te trekken.

De Cl**' wordt in het veld zowel als in potproeven toegediend, aan hele planten zowel als aan aparte organen.

Enkele indrukken van de Poolse landbouw

Het bezochte deel van Polen (de streek Poznan-Warzawa) ligt vnl. in akkerbouw; grasland en bos beslaan hoogstens ieder 10$. Rogge en aardappelen zijn hoofdgewassen; op de betere gronden staan ook tarwe, haver, winter-koolzaad, luzerne en rode klaver.

Op het veld maken de gewassen (in dit seizoen winterrogge en koolzaad) geen slechte indruk. Vooral de rogge ontvangt echter te weinig stikstof. Er zijn thans plannen in uitvoering, om de landbouw meer kunstmest te verschaffen en men zou verwachten dat met meer kunstmest, landbouwwerktuigen en herbi-ciden Polen zijn graanbehoefte gemakkelijk moet kunnen dekken, wat thans niet het geval is.

Poolse landbouwkundigen zijn niet zo optimistisch wegens allerlei structurele complicaties.

In Polen prevaleert het kleine bedrijf in eigen bezit. Het is gemak-kelijk grond te kopen (4000 zloty's per ha <= ƒ 600) maar de boeren hebben er weinig belang bij hun bedrijf te vergroten, omdat de landarbeiders hoge lonen hebben en er onvoldoende machines te krijgen zijn.

(5)

grondbezit en dit heeft al genoopt tot spreiding van de industrie over het platteland.

Splitsing van bedrijven heeft men moeten verbieden, omdat de ver-snippering van een bedrijf over de kinderen, die buiten de landbouw hun hoofdberoep kozen, een fatale omvang had gekregen.

Gronden die worden afgestoten en geen koper vinden, worden door het staats-bodemfonds aangekocht. De exploitatie als staatsbedrijf wordt echter vaak door de ligging bemoeilijkt.

Men ziet dan ook staatsbedrijven met talrijke particulière enclaves er in.

Het oude grootgrond-bezit is onteigend tegen vergoeding (de eigenaar ontvangt een lijfrente mits hij de overdracht van zijn bezit heeft onder-tekend) en meestal aan de kleine boeren overgedragen. Bepaalde land-goederen bleven Intact als staatsbedrijf,-proefbedrijf of proefstation.

Het landhuis (soms een klein paleis) is meestal in gebruik als school, clubgebouw, museum of laboratorium. De bijbehorende kapel of kleine kerk is keurig onderhouden en druk in gebruik.

s 1738

50 ex.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Most chap- ters are well-written, and for an edited book written by a long list of distinguished authors, covering a wide variety of topics, geographical areas and time periods,

Daar het doel van deze proef was, om door het gebruik van verschillende rassen, teeltmethoden en zaaitijden na te gaan of de kwaliteit van de sla op de zeer vroege zandgronden in

De grote vorderingen van de eiwitanalyse maakten het aan INGRAM mogelijk in 1956 aan te tonen, dat het normale en het afwijkende haemoglobineëiwit slechts in één

Jan Delvaux: “Herstelgerichte zorg is niet alleen relevant in de geestelijke gezond- heidszorg, maar ook in de ouderenzorg en de zorg voor personen met een beperking.”.. 19 |

Kiest op basis van de gestelde eisen de materialen en middelen die het meest geschikt zijn voor het maken van de leestkopie, gebruikt deze zorgvuldig en efficiënt, verspilt zo

Voor alfa1 en beta1 zijn de LVB-kinderen met ogen open vergelijkbaar met kinderen uit de normgroep (Figuur 3).. Gemiddelde power van delta bij geopende ogen op de voor-,

Maar als ik van een afstandje kijk naar wat er in Buytenhout gebeurt, dan zie ik bijvoorbeeld ook de herhaalde roep om zorg voor insecten, voor een gezonde bodem, voor verantwoord

Een deel van de afvoer die verzameld wordt in Salland stroomt in deze situatie dus niet meer door de Weteringen naar het Zwarte Water maar het achterliggende gebied in.. De hoogte van