UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Master Thesis
STERK-‐‑TV een multidisciplinaire analyse.
Van MED-‐‑TV tot STERK-‐‑TV de ontwikkeling van de Koerdische
diaspora media
Student: Arthur de Wilde
Scriptie begeleider: Marywan Kanie.
Naam: A.R. de Wilde Student nummer: 5942829 Supervisor: Dr. Mariwan Kanie
Second Reader: Dr. Robbert Woltering
Faculteit der Geesteswetenschappen - ACMES MA Midden-Oosten Studies Richting: Midden-Oosten Studies Academisch Jaar: 2015-2016 Datum van inleveren: 01-07-2016
ABSTRACT
This Thesis is a multidisciplinary analysis of the development of Kurdish diaspora media in general, and specifically looks to the development of the Kurdish satellite TV station MED-‐‑TV into its successor STERK-‐‑TV. It builds further on a study done by Hassanpour concerning the influence globalization and digitalization of the media in general and MED-‐‑TV in particular have on the sovereignty of the Turkish nation-‐‑state. In addition to that it focuses on the context and factors shaping the development of STERK-‐‑TV. It finds that the development of STERK-‐‑TV fits in the broader IR debate concerning the effect globalization has on the sovereignty of the nation-‐‑state, and that STERK-‐‑TV should be perceived of as a long distance nationalist social movement, which is organised as a transnational community and this social movement develops
accordingly to mobilization social movement theory. On the micro level journalists working at STERK-‐‑TV are motivated through mechanisms of martyrdom and long-‐‑ distance nationalism. Looking at the conflict historically one sees that the influence gained by the Kurdish diaspora vis-‐‑à-‐‑vis the Turkish state, fits in the assumption that the sovereignty of the nation-‐‑state diminishes with further globalization. The historical aspect of the conflict also explains the absolute dedication with which the journalists do their work. What eventually shows is that the heavily delocalization of the Kurdish conflict, affects everything concerning the Kurdish conflict. The development of the Kurdish diaspora media is due to the delocalization of the conflict subject to
development factors on the personal as well as the global level.
Inhoudsopgave
1.
INLEIDING
5
1.1 INLEIDING 5
1.2 KOERDISCHE GEPOLITISEERDE DIASPORA 6
1.3 OPZET 8 1.4 CONCLUSIE 10
2.
METHODOLOGIE
10
2.1 INLEIDING 10 2.2 METHODIEK 113.
THEORETISCH KADER
13
3.1 INLEIDING 133.2 IB STAAT SOEVEREINITEIT EN GLOBALISERING 14
3.3 DIASPORA NATIONALISME 16 3.4 SOCIALE BEWEGINGEN 19 3.5 TRANSNATIONALE GEMEENSCHAPPEN 21 3.6 MARTELAARSCHAP 23 3.7 IDENTITEITSVORMING 24 3.8 CONCLUSIE 25
4.
GESCHIEDENIS VAN KOERDISCH TURKS CONFLICT
26
4.1 INLEIDING 26 4.2 KOERDISCHE GESCHIEDENIS 28 4.1 CONCLUSIE 31
5.
ONTWIKKELING KOERDISCHE MEDIA TOT STERK-‐‑TV
32
5.1 INLEIDING 32
5.2 ONTSTAAN KOERDISCHE MEDIA 32
5.3 MED-‐‑TV 34
5.3.1 INLEIDING ... 34 5.3.2 ONTWIKKELING MED-‐‑TV ... 34 5.3.3 HET EINDE VAN MED-‐‑TV ... 37
5.4 EEN KEUR AAN KOERDISCHE TV 38
5.5 CONCLUSIE 41
6.
STERK-‐‑TV
41
6.1 INLEIDING 41
6.2 LEVEN IN DENDERLEEUW 42
6.3 MATERLAARSCHAP IN DENDERLEEUW 45
6.4 IDENTITEITSVORMING IN DENDERLEEUW 48
6.5 CONCLUSIE 50
7.
ANALYSE
50
7.1 INLEIDING 50
7.2 IB STAAT SOEVEREINITEIT EN GLOBALISERING 51
7.3 INTERNE ONTWIKKELING PERSOONLIJK NIVEAU 52
7.4 ONTWIKKELING SOCIALE BEWEGING 52
7.5 CONCLUSIE 53
1. Inleiding
1.1 Inleiding
Als afgestudeerd IB-‐‑master student heeft het spanningsveld tussen staat en burgers altijd al mijn aandacht en interesse gehad. Deze strijd om invloed tussen subject en staat heeft mij voortdurend geprikkeld. Door de interdisciplinaire master Midden-‐‑Oosten studies werd het begrip aangaande staat en subject nog verder verbreed. Dit conflict tussen subject en staat is vele malen complexer dan bij IB geïnsinueerd wordt. Martelaarschap, identiteitsvorming en andere persoonsgebonden drijfveren hebben op persoonlijk niveau invloeden, die in de studie van Internationale Betrekkingen nooit werden meegenomen. Kijkend naar het doctoraal onderzoek van mijn scriptiebegeleider en luisterend naar de veranderende geluiden op de universiteit in tijden van grootscheepse universitaire onrust werd mij een ding duidelijk, deze scriptie moet er een zijn met een multidisciplinaire aanpak. Uiteraard wel met de focus op de strijd die bestaat tussen subject en staat. Een van de meest interessante en in de praktijk als master-‐‑student goed te onderzoeken conflicten tussen subject en staat in de recente jaren is het Koerdische conflict. Het is een conflict dat zich wereldwijd, in de regio en in het spectrum van de digitale media afspeelt, terwijl hetgeen bevochten wordt een lokale kwestie is. Het is goed te onderzoeken door de grote aanwezigheid van Koerdische diaspora in West-‐‑Europa en de contacten die mijn scriptiebegeleider Mariwan Kanie heeft binnen de Koerdische diaspora.
De Koerdische kwestie is gedoemd het volgende intractable conflict in het Midden-‐‑Oosten te worden, een conflict dat enkel zijn weerga kent in het Israel-‐‑Palestina conflict, wat betreft zijn invloedsfeer, delokalisatie en de uitzichtloosheid op een redelijke oplossing. Men spreekt over intractable conflicts wanneer: conflicts that are deeply important to people remain unresolved for long periods of time, they tend to escalate, transform, and resurface repeatedly, eventually becoming stuck at a high level of intensity and destructiveness (P:1 Coleman, 2000). Dit is het geval bij de Koerdische kwestie.
Voor het onderzoek gedaan in deze thesis ben ik een aantal dagen in Denderleeuw, België geweest. In Denderleeuw ligt het kloppend hart van de digitale media van de Koerdische diaspora. Hier bevinden zich in twee loodsen de studio’s van een viertal Koerdische tv-‐‑zenders –STERK-‐‑TV, Roj-‐‑TV, Nuce-‐‑TV en MMC TV studyo-‐‑. Vanaf hier wordt Koerdische TV geproduceerd, geredigeerd en uitgezonden naar Koerdistan en de
rest van de wereld. Gastheer in Denderleeuw was Hassan Ghazi, een Koerd afkomstig uit Oost-‐‑Koerdistan in PKK-‐‑terminologie, en al zijn gehele leven bezig met het verwerven van Koerdische culture rechten voor Koerden in de breedste zin van het woord. Hassan Ghazi is al meer dan twintig jaar niet in Iran of Turkije geweest, heeft overal in Europa gewoond, en is altijd een zeer actief en gerenommeerd lid geweest van de gepolitiseerde Koerdsiche diaspora.
1.2 Koerdische gepolitiseerde diaspora
Deze scriptie zal ingaan op een conflict dat onderdeel is van deze Koerdische kwestie. Het digitale en politieke conflict dat oplaaide in de jaren 80 tussen de Koerdisch-‐‑ Turkse diaspora en de Turkse staat. Een conflict dat wordt gefaciliteerd door ontwikkelingen in globalisering en digitalisering en dat medeverantwoordelijk is voor de zelfbewustwording van de Koerden hun Koerdische cultuur en historie in Turks Koerdistan, en volgens Hassan Ghazi ook in andere delen in het Midden-‐‑Oosten.
De Koerdisch-‐‑Turkse diaspora die welke tussen de jaren 60 en 80 naar Europa zijn gekomen als gastarbeiders, zijn zich hier door de later aangekomen Koerdische politieke vluchtelingen allen weer bewust geraakt van hun Koerdische achtergrond, en hebben hun Turkse nationaliteit zoals opgelegd door Kemal Attaturk van zich afgeworpen (Hassanpour, 1998). Als reactie op deze wedergeboorte van hun Koerdische culturele achtergrond en een bewustwording van Westerse begrippen als de universele rechten van de mens begon de Koerdische diaspora zich te verenigen langs deze etnische en culturele lijnen, en zich te verzetten op niet gewelddadige manieren tegen de houding van de Turkse staat ten opzichte van het Koerdische volk. Een gevolg van deze Koerdische activiteit is de oprichting van MED-‐‑TV geweest in 1995. Een Koerdisch tv-‐‑station met studio’s verspreid door Europa dat Koerdische satelliettelevisie naar Turks Koerdistan, maar ook de rest van de wereld zond. Door deze ontwikkeling groeide ook in de heimat van de Koerden het besef van een gedeelde culturele en etnische achtergrond, dit besef en deze roep om het mogen uiten van de eigen cultuur –cultuurnationalisme-‐‑ riep echter blijvende weerstand op bij de Turkse staat. Mede hierdoor is de Turkse staat MED-‐‑TV als terroristische organisatie gaan beschouwen en ziet zij hen als een grote dreiging voor de politieke en sociale stabiliteit in Turkije. Dientengevolge heeft de Turkse staat een velerlei tactieken toegepast. Allen gericht om MED-‐‑TV en de Koerdische journalisten die daar werken het zwijgen op te leggen.
Als gevolg van deze Turkse invloed, interne en externe factoren, heeft MED-‐‑TV zich ontwikkeld tot wat nu een handvol Koerdische tv-‐‑zenders is. STERK-‐‑TV de zender waar dit thesis onderzoek verricht is, is hier een van. STERK-‐‑TV staat symbool voor de ontwikkeling die de gepolitiseerde Koerdische diaspora heeft doorgemaakt. Dit onderzoek vormt een analyse van de ontwikkeling die STERK-‐‑TV heeft doorgemaakt, welke factoren intern zowel als extern hebben bij gedragen aan haar ontwikkeling, om zo inzicht te verwerven in de ontwikkeling die een gepolitiseerde diaspora doormaakt in strijd met een staat.
Om hiertoe te komen zal deze scriptie verder bouwen op eerder onderzoek van Amir Hassanpour, in zijn artikel: Satellite Footprints as National Borders: MED-‐‑TV and the Extraterritoriality of State Sovereignty (1998), doet hij onderzoek naar de manier waarop MED-‐‑TV er in is geslaagd een stem te geven aan de Koerdische bevolking als een geheel met het gebruik van de televisie als een audiovisueel medium. Daarbij legt hij nadruk op het fenomeen long-‐‑distance nationalism zoals beschreven door Benedict Anderson (1998) om het conflict dat er plaats vindt te analyseren. Daarnaast plaatst hij grote nadruk op de reactie van de Turkse staat op MED-‐‑TV en journalisten werkzaam bij MED-‐‑ TV. En de manieren waarop de Turkse staat poogt MED-‐‑TV en haar journalisten te beïnvloeden, dwarsbomen en de zender te laten sluiten. Daarbij gebruik makend van alle mogelijke middelen, zoals; spionage, verstoren van signalen, diplomatieke kanalen en verschillende vormen van intimidatie. Tijdens het uitkomen van zijn artikel bestond MED-‐‑TV echter nog steeds, en wist het het hoofd telkens boven water te houden ondanks de druk die de Turkse staat uitoefende. Tegenwoordig is dit niet meer het geval. MED-‐‑TV haar licentie is ingetrokken aan het einde van de jaren 90. Dit was echter niet het einde van de Koerdische diaspora tv, de voorheen bij MED-‐‑TV betrokken journalisten werken nu bij tal van andere satelliet-‐‑tv zenders die zich allen toespitsen op de Koerdische kwestie, en MED-‐‑TV heeft via enkele naamsveranderingen en splitsingen haar uitzendingen en programmering kunnen voortzetten.
Dus de vraag die Hassanpour stelt is ondanks het sluiten van MED-‐‑TV in de jaren 90 nog steeds relevant en met de huidige verdere globalisering alleen maar relevanter geworden. Hij plaatst het conflict namelijk in een theoretisch raamwerk dat het spanningsveld tussen de soevereiniteit van de staat en globalisering onderzoekt en probeert zo uitspraken te doen over de in de jaren 90 oplaaiende discussie aangaande het realistisch discours in de Internationale Betrekkingen. Die discussie stelt de vraag of
de natie staat nog wel de enige relevante actor is binnen internationale betrekkingen. (Agnew, 1994). Uit recente gebeurtenissen als de Arabische lente en 9/11, gebeurtenissen waar sociale bewegingen of civil societies zich mengen in de strijd der naties, en ook invloed hebben (Brynen et all. 2012), kan men wel concluderen dat dit niet langer het geval is. De vervolgvraag die Hassanpour stelt is echter wel relevant, wat zal de rol van de nieuwe media gaan betekenen voor het bestaan van de natiestaat zoals we die kennen.
1.3 Opzet
In de lijn van het onderzoek van Hassanpour gaat deze thesis over de tanende invloed van de natie staat ten opzichte van sociale bewegingen. Daar op aanvullend zal dit onderzoek zich ook richten op de context en factoren welke de ontwikkeling van STERK-‐‑ TV beïnvloed hebben. Dit is dus een onderzoek naar het conflict tussen de Turkse staat en haar gepolitiseerde diaspora. Dit past in het grotere debat aangaande het spanningsveld tussen de natiestaat en zogenaamde social movements.
Om dit te bewerkstelligen zal het conflict tussen de Koerdische tv-‐‑zender en de Turkse staat eerst in een theoretisch kader geankerd dienen te worden, dit theoretisch kader zal een verrijking zijn van dat van Hassanpour (1998) en daarom bouwen op de soevereiniteit van de staat en de rol die globalisering hierbij speelt, om zo het spanningsveld tussen de staat en social movements te kunnen bevatten. Als toevoeging hierop zal om de acties van de Koerdische diaspora te kunnen duiden hier, de theorieën betreffende Diaspora nationalisme zoals begrepen door Anderson en transnationale gemeenschappen zoals uitgelegd door Portes (2000) aan toegevoegd worden.
Het kwalitatief onderzoek zal vervolgens doorbouwen op dit theoretisch kader.
Door middel van diepte-‐‑interviews gedaan bij journalisten van STERK-‐‑TV1, een tv-‐‑zender
voortgevloeid uit MED-‐‑TV, zal als toevoeging op eerder onderzoek een compleet historisch en hedendaags beeld geschetst kunnen worden dat binnen dit theoretisch kader past. Op deze manier kan meer duidelijkheid worden gegeven omtrent de machtsrelatie tussen de Turkse staat en haar gepolitiseerde Koerdische diaspora. Hetgeen past in het grotere debat dat zich af vraagt wat de nieuwe rol van de media in een verder geglobaliseerde wereld betekend voor de soevereiniteit van de natiestaat.
1 De interviews in kwestie zijn afgenomen in Denderleeuw door de Auteur in de periode van 25-‐‑05-‐‑2016
Daarnaast moet het inzicht bieden in de factoren die de ontwikkeling van deze zender nog meer sturen.
Dit onderzoek is dus een brede multidisciplinaire analyse van STERK-‐‑TV, om zo
vanuit een multidisciplinair oogpunt te kunnen beschouwen hoe het conflict tussen de Turkse staat en haar gepolitiseerde Koerdische diaspora zich heeft ontwikkeld en wat drijvende krachten en bepalende contexten zijn geweest binnen dit conflict. Om hiertoe te komen is dit onderzoek op de volgende manier ingedeeld. In het eerste methodologisch hoofdstuk wordt uiteengezet hoe dit onderzoek bouwt op secundaire bron literatuur aangaande het onderwerp, de geschiedenis en de theorie. Daarop aanvullend volgen primaire bronnen die bestaan uit kwalitatieve diepte-‐‑interviews gedaan in de STERK-‐‑TV studio’s in Denderleeuw, aangaande motivatie, geschiedenis, overtuigingen en het leven aldaar van de journalisten werkzaam bij STERK-‐‑TV. Vervolgens wordt er een breed multidisciplinair theoretisch kader geschetst waar het conflict tussen de Turkse staat en haar diaspora in verankerd kan worden. Hierin zullen besproken worden: IR State soevereignty and globalization, Diaspora nationalisme, sociale bewegingen, transnationale gemeenschappen, identiteitsvorming en het begrip martelaarschap. Met behulp van deze begrippen zal het conflict tussen MED-‐‑TV en de Turkse staat, de geschiedenis hiervan en het leven in de studio’s in Denderleeuw geduid kunnen worden.
Hierop volgend zal de situatie zoals die op dit moment in Denderleeuw is geschetst worden, persoonlijke drijfveren, ambities van STERK-‐‑TV en de journalisten aldaar, en de wereld zoals die beleefd wordt door de Journalisten van STERK-‐‑TV. In het hoofdstuk dat vervolgens het conflict tussen STERK-‐‑TV en de Turkse staat en de geschiedenis hiervan behandeld wordt uitgelegd hoe en onder welke invloed MED-‐‑TV is ontwikkeld tot STERK-‐‑ TV, welke rol de Koerdische diaspora, (Koerdische) journalisten en de verschillende Europese staten hierin spelen.
In de analyse zal dit hele multidisciplinaire vehikel vervolgens worden samengetrokken om uitspraken te kunnen doen over STERK-‐‑TV, hoe de verschillende theorieën verklaarbaar zijn voor hetgeen besproken in de situatieschets en de historische ontwikkeling, hoe de Turkse staat haar Koerdische diaspora beïnvloed en hoe en onder welke invloed STERK-‐‑TV is ontwikkeld tot wat ze nu is.
1.4 Conclusie
Samenvattend zal deze scriptie zijn licht laten schijnen op het spanningsveld tussen de soevereiniteit van de natie staat in een steeds verder globaliserende wereld. Dit wordt gedaan door een historische en theoretische analyse te geven van een voortslepend conflict tussen de Turkse staat en haar gepolitiseerde Koerdische diaspora, van welke STERK-‐‑TV en haar journalisten in deze context de belichaming vormt. De drijfveren en acties van STERK-‐‑TV zullen vervolgens gegrond worden in de verschillenden theorieën aangaande, diaspora nationalisme, martelaarschap en transnationale gemeenschappen. Om op deze manier een aanvullend werk te leveren op het onderzoek van Hassanpour dat zich focust op de manier waarop MED-‐‑TV een stem gaf aan het Koerdische volk, en de manier waarop de Turkse Staat dit probeert te ontregelen. Deze thesis past binnen de academische cultuur van kritische reacties uit de jaren negentig op het Realist IR discours. Dit onderzoek poogt echter meer te doen dan alleen maar een aanvulling te zijn op het werk van Hassanpour, het ambieert tevens een duidelijke analyse te geven van wat de mensen bij STERK-‐‑TV drijft, hoe STERK-‐‑TV zich heeft ontwikkeld uit MED-‐‑TV en waarom dit zo gelopen is.
2. Methodologie
2.1 Inleiding
Dit onderzoek is er een van multidisciplinair aard dat tracht zijn licht te schijnen op de complexe situatie tussen de Turkse staat en haar gepolitiseerde Koerdische Diaspora. Aangezien het conflict als geheel te complex is om in een enkele thesis te bevatten is ervoor gekozen een onderdeel van dit conflict te behandelen, en vandaar uit mogelijk een vertaalslag te maken naar de grotere thema’s die in het conflict spelen. Er wordt echter niet verondersteld dat het onderzoeksobject van dit onderzoek gegeneraliseerd kan worden naar de gehele Koerdisch Turkse diaspora of dat het uitspraken kan doen over de verhouding tussen Staat en gepolitiseerde diaspora in het algemeen. Maar deze casestudie kan wel als voorbeeld dienen in de heersende discussie betreffende de machtsverhouding tussen Staat en gepolitiseerde Diaspora.
2.2 Methodiek
In de kwalitatieve onderzoeksbenadering, die in dit onderzoek centraal staat, ligt de focus op het conflict tussen de Turkse staat en haar zwaar gepolitiseerde Koerdische diaspora die Koerdische tv produceert in Europa. En wordt er onderzocht hoe de twee elkaar beïnvloeden in dit conflict, hoe MED-‐‑TV zich heeft ontwikkeld en wat de rol is die de digitalisering van de media heeft gehad op de soevereiniteit van de natiestaat. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van twee methoden.
-‐‑ Het bestuderen van secundair bronnenmateriaal aangaande het Turks Koerdisch conflict, de historie van dit conflict en de geschiedenis van de gepolitiseerde Koerdische diaspora via literatuurstudie
-‐‑ Het verwerven van primair onderzoeksmateriaal aangaande persoonlijke ervaringen, aangaande dit conflict via kwalitatieve semi-‐‑gestructureerde diepte-‐‑interviews. Deze interviews worden afgenomen bij journalisten die deel uit maken van de gepolitiseerde Koerdische diaspora. Iedere bevraagde respondent kan hierbij als ‘case’ beschouwd worden, ter toetsing en verdieping van het bestudeerde secundair bronnenmateriaal (Wester, Smaling & Mulder, 2000)
De bevraging van de Koerdische journalisten werkzaam in Denderleeuw gebeurde aan de hand van gestructureerde diepte-‐‑interviews met een open vraagstelling. Het literatuuronderzoek betreffende het Turks Koerdisch conflict, de historie van dit conflict en de geschiedenis van de gepolitiseerde Koerdische diaspora die Koerdische tv produceert in Europa diende hierbij mede als uitganspunt. Het ging bijgevolg om face-‐‑to-‐‑ face onderzoek waarbij de onderzoeker zelf op verplaatsing ging. Het rechtstreeks contact met de respondenten biedt de mogelijkheid om ook de non-‐‑verbale informatie die de respondent tijdens het interview ‘uitzendt’ mee te nemen. Bovendien laat deze methode toe dat indien nodig toelichting bij een vraag gegeven kan worden (Wester, Smaling & Mulder, 2000)
Het afnemen van diepte-‐‑interviews heeft diverse voordelen (Van Loenen & Meerdink 2000)
-‐‑ Voor het bereiken van gesloten gemeenschappen, als de Koerdische gepolitiseerde diaspora die Koerdische tv produceert, ervan uit gaand dat er eenmaal een eerste contact gelegd kan worden.
-‐‑ Voor de aard van de informatie: in een open gesprek is ruimte voor de geïnterviewden om informatie te geven over datgene wat zíj belangrijk vinden; ze hoeven niet (alleen) te reageren op zaken die vooraf zijn bedacht door de onderzoeker; er komen antwoorden op vragen die niet gesteld zijn en die vooraf niet bedacht werden; het levert informatie op over welke onderwerpen en behoeften bij cliënten leven; de woorden die iemand gebruikt, de stiltes die vallen, de non-‐‑verbale reacties geven zowel informatie als aanknopingspunten om door te vragen
-‐‑ Voor de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van de informatie: er is minder kans op misverstanden, doordat de interviewer kan doorvragen op wat de geïnterviewde bedoelt, doordat de geïnterviewde kan vragen wat met een bepaalde vraag wordt bedoeld, doordat de geïnterviewde een verkeerde interpretatie door de interviewer kan corrigeren; de informatie over de mening en beleving van de cliënt is duidelijker en concreter; de ervaringen van de cliënt zijn vertrekpunt in het interview; wat maakt dat de informatie terug te leiden is naar de dagelijkse praktijk en niet vaag en abstract is.
Secundaire literatuur wordt niet enkel gebruikt als houvast of ijkpunt voor de diepte-‐‑interviews, ook speelt de secundaire literatuur een rol in de theoretische verankering van de bevindingen. Om het conflict tussen de Turkse staat en haar gepolitiseerde Diaspora te kunnen duiden en het in het groter theoretisch debat een plaats te kunnen geven is het noodzakelijk een stevig multidisciplinair theoretisch kader op te trekken. Dit wordt gedaan door gebruik te maken van multidisciplinaire theorieën als wel theorieën uit verschillende disciplines. Om op die manier een complex conflict tussen een staat en haar gepolitiseerde diaspora, dat zich zowel in de, persoonlijke, digitale, politieke, informeel politieke en diplomatieke wereld afspeelt, in theoretische context te plaatsen.
Om de theoretische assumpties, vermoedens en persoonlijke drijfveren duidelijk in context te kunnen plaatsen zal er ook een schets gegeven worden van het leven bij STERK-‐‑TV en in de studio’s in Denderleeuw alwaar de productie van STERK-‐‑TV en enkele andere Koerdische tv-‐‑zenders plaatsvindt. Om enkele van de theorieën ook op persoonlijk-‐‑ of microniveau te kunnen conceptualiseren. Daarnaast is het voor Long-‐‑
distance nationalism, en social movement theory relevant wat de beweegredenen en leefomstandigheden zijn van het individu als wel de groep.
Aanvullend op het theoretisch kader en de situatieschets in Denderleeuw wordt er ook een uitgebreid historisch kader neergezet om zo het conflict, gedragingen van beide partijen en de ontwikkelingen van de Koerdische tv-‐‑zenders in de relevante context te kunnen plaatsen. Dit historisch kader zal kort ingaan op het begin van de Koerdische kwestie, daarna meer aandacht besteden aan het conflict tussen de koerden in Turkije en de Turkse staat, en de diepte in gaan met het ontstaan van MED-‐‑TV, de eerste (diaspora) Koerdische tv-‐‑zender tot het heden met aandacht voor de ontwikkeling die de tv-‐‑zender heeft doorgemaakt. Voor de beschrijving van deze historische periode zal er terug gevallen worden op primaire bronnen als wel secundaire bronnen.
Tot slot zal in de analyse theorie en geschiedenis samen getrokken worden, om via een interdisciplinair model te onderzoeken waar en op welke momenten het conflict tussen de Turkse staat en haar Koerdische diaspora welke ontwikkelingen tot gevolg heeft gehad en hoe dit in de bestaande literatuur past.
Aanvullend op de onderzoeksmethoden is het noodzakelijk nog een definitie goed te duiden. Aangezien dit onderzoek zich afspeelt in een periode van 30 jaar, en de onderzochte Koerdische tv-‐‑zenders onder invloed van de Turkse staat in deze periode een aanzienlijk aantal naam-‐‑ en vormveranderingen heeft ondergaan, is het noodzakelijk deze gepolitiseerde Koerdische diaspora goed te definiëren. Dus om verdere onduidelijkheid omtrent het onderwerp van onderzoek te voorkomen moet gesteld worden dat wanneer er gesproken wordt over MED-‐‑TV, STERK-‐‑TV of de Koerdische journalisten werkzaam in Europa voor een van de twee tv-‐‑zenders dit gaat over dezelfde diaspora sociale beweging. Een gepolitiseerde Turks Koerdische diaspora, woonachtig in Europa die Koerdische tv produceert.
3. Theoretisch kader
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de in deze thesis centrale begrippen en theorieën bestudeerd en gedefinieerd. Daarbij fungeren staatsoevereiniteit en de invloed die globalisering, gedefinieerd als technologisch verschijnsel, hierop heeft, als kader waarbinnen het diaspora nationalisme, sociale bewegingen en transnationale gemeenschappen zich
bewegen. Martelaarschap en identiteitsvorming worden beiden beschouwd als
concepten welke de betrokkenheid van de Koerdische diaspora op persoonlijk niveau kunnen verklaren.
Als uitgangspunt voor het diaspora nationalisme gebruik ik de ideeën van
Benedict Anderson welke ik verrijk met de inzichten van Mariwan Kanie. De sociale bewegingstheorie richt zich op mobilisatie sociale bewegingstheorie welke volgens Sökefeld model staat voor diaspora sociale bewegingen. Het conflict tussen staat en subject laat zich vertalen door het model aangaande transnationale gemeenschappen van Portes. En martelaarschap wordt geconceptualiseerd met behulp van Kanie (1999) zijn werk aangaande Koerdische martelaars.
3.2 IB Staat soevereiniteit en globalisering
In de jaren na de Tweede Wereld Oorlog werd het debat aangaande internationale betrekkingen beheerst door aanhangers van het Realisme. Het is pas na vergaande globalisering in de jaren 80 en nog recentere acties van non-‐‑state actors, die grote invloed hebben op de geopolitieke betrekkingen, dat er in het veld van IB van dit realistisch of Neorealistisch discours is durven afwijken.
Het realisme is het klassiek discours binnen de studie van de internationale betrekkingen, met denkers als Thucydides, Machiavelli en Hobbes die zich tot deze stroming rekenden. De grondstellingen van het realisme veronderstellen dat de staat de belangrijkste of enige actor is binnen de internationale betrekkingen, de staat een unitaire en rationele actor is die naar maximalisatie van het eigenbelang streeft, en veiligheid en soevereiniteit zijn de belangrijkste doelen van deze staat. Daarnaast wordt verondersteld dat de permanente staat van de wereld er een is van anarchie. Er ontbreekt een centrale autoriteit die staten normen en regulering oplegt en staten proberen in deze anarchistische wereld te overleven door zo veel mogelijk macht te verwerven.
De Tweede Wereld Oorlog diende voor veel theoretici als bevestiging van dit realistisch wereldbeeld, en beheerste het door de V.S. geleide IB-‐‑debat sindsdien. Tijdens de Tweede Wereld Oorlog was gebleken dat staten de belangrijkste actoren waren in een anarchistische wereld en overal toe is staat waren met als doel het behoud van soevereiniteit en onafhankelijkheid (Waltz 2010).
Met de toenemende globalisering in de jaren 80, het ontstaan van het internet en het verder krimpen van relatieve afstanden en verdere onderlinge verweving tussen
state and non-‐‑state actors, is het echter steeds noodzakelijker geworden de Natiestaat niet meer als hoofdonderwerp van onderzoek in macro sociologisch onderzoek te beschouwen. Sociale structuren raken getransnationaliseerd en volgens velen is er een epistemologische verschuiving nodig als reactie op deze ontwikkeling, waarin de natiestaat niet langer het standaard object van onderzoek is (Robinson, 1998). Dit was de heersende discussie in de jaren 90, waar Hassanpour zich ook in mengde door de soevereiniteit van de Turkse staat vis a vis de een sociale beweging als MED-‐‑TV te onderzoeken.
In recente jaren is steeds duidelijker geworden dat onderzoekers als Hassanpour en Robinson het bij het juiste eind hadden wanneer zij benadrukten dat staten niet enkel het middelpunt van macro sociologisch onderzoek moesten zijn en dat social movements minstens zo belangrijk zijn, wanneer men macro sociologisch of politicologisch onderzoek doet. En het Realistisch IB-‐‑discours in zijn traditionele vorm dus niet langer correct lijkt is in onderzoek aangaande het moderne geopolitieke systeem. De Arabische Lente is hiervan het beste en meest recente voorbeeld. Het is gebleken dat een discours; in welke staten gezien worden als unitaire en rationele actoren, die naar maximalisatie van het eigenbelang streven niet langer voldoet (Campesi, 2011). Tijdens de Arabische Lente bleken sociale bewegingen in staat tot het totaal veranderen van het geopolitieke spectrum, ook bleek dat staten niet unitair of rationeel handelen en dat deze sociale bewegingen of andere non-‐‑state actors, door de vergaande transnationalisering, invloed hebben op het IB State level (Brynen et all. 2012).
Deze theoretische ontwikkeling lijkt kijkend naar het conflict tussen de Turkse natiestaat en haar zwaar gepolitiseerde Koerdische diaspora ook in de hier onderzochte praktijk plaats te vinden. Uit onderzoek van Hassanpour (1998) en Perritt (1997) naar MED-‐‑TV en haar verhouding met de Turkse staat komt dit ook naar voren. Sociale bewegingen worden door verdere transnationaliseringen van sociale structuren ook invloedrijker en de soevereiniteit van de natiestaat raakt in zekere mate in het geding. Dit onderzoek focust zich daarom in lijn van deze theoretische en praktische ontwikkelingen op de verhoudingen tussen Turkije -‐‑de natiestaat in kwestie-‐‑ en STERK-‐‑ TV en haar journalisten –de sociale beweging-‐‑, om zo een deel van het onderzoek aan te laten sluiten op het onderzoek van Hassanpour. En tevens te zien hoe de verdere digitalisatie en globalisering in recente jaren het conflict tussen Turkije en haar zwaar gepolitiseerde Koerdische diaspora heeft beïnvloed. Men kan hierop voortbouwend
veronderstellen dat de verdere transnationalisering van sociale structuren en een toename van zowel digitalisering als globalisering een negatieve invloed heeft gehad op de soevereiniteit van de Turkse natiestaat, en de invloed die zij kon uitoefenen op STERK-‐‑ TV en haar journalisten in recente jaren. Met negatief wordt hier verwezen naar de afnemende soevereiniteit van de Turkse staat, aangezien zij steeds minder goed in staat lijkt te zijn, te beïnvloeden wat er wel en niet op Turks grondgebied verkondigd wordt. Uit dit onderzoek zal dan ook blijken of deze stelling gestaafd kan worden.
3.3 Diaspora Nationalisme
Diaspora nationalisme, of long-‐‑distance nationalism is een relatief nieuwe vorm van nationalisme. Waar het nationalisme een product van de modernisering was en het ontstaan van de natiestaat, ziet men diaspora nationalisme pas ontstaan als een nevenproduct van de globalisering en digitalisering in recenter jaren. De eerste keer dat de term long-‐‑distance nationalism “gecoined” wordt is door Benedict Anderson in: Long-‐‑ Distance Nationalism, World Capitalism and the Rise of Identity Politics (1992). Dit artikel kan beschouwd worden op een aanvulling op zijn bekendste werk Imagined Communities (1983).
Anderson beschrijft in Imagined communities hoe nationalisme werkt, hielp bij het
ontstaan van de natiestaat, en dat het een sociaal construct betreft. Een Imagined Community of ingebeelde gemeenschap is een gemeenschap waarvan de leden elkaar nooit allemaal op persoonlijk niveau kunnen kennen maar onderling wel een gevoel van binding ervaren, en zich als een deel van de groep beschouwen. Deze ingebeelde gemeenschap ligt aan de grondslag van de natiestaat en het nationalisme, en was het een direct gevolg van de verlichting.
Het concept werd geboren in een tijd waarin verlichting en revolutie de legitimiteit vernietigde van het goddelijk bepaalde, hiërarchisch dynastieke rijk. Tot volwassenheid komend in een periode van de menselijke geschiedenis -‐‑ toen zelfs de meest toegewijde aanhangers van een universele religie niet konden ontkomen aan het levende pluralisme van zulke religies, en aan het allomorphisme tussen de ontologische claims en territoriale reikwijdte van elk geloof -‐‑ droomden naties van vrijheid. Het embleem van deze vrijheid is de
soevereine staat. Zelfs al zien we nooit iemand in onze ingebeelde gemeenschap, alsnog weten we dat ze er zijn door communicatie. (Anderson, 1998. P:.98)
De creatie van deze ingebeelde gemeenschappen werd volgens Anderson gefaciliteerd door grootschalige boekdruk, of “bookprint capitalists” als hij ze noemt. Ondanks het feit dat er verschillende dialecten gesproken werden konden lezers binnen de landsgrenzen elkaar nu begrijpen en kon er een gemeenschappelijk discours ontstaan, de eerste Europese natiestaten werden zo gevormd rond hun
“National print languages”
Zoals de boekdrukkunst het nationalisme heeft gefaciliteerd zo heeft de digitale media het long-‐‑distance nationalism gefaciliteerd. Wanneer Anderson over
long-‐‑distance nationalism praat, beschrijft hij een fenomeen waarbij deze vorm van
nationalisme fungeert als een “phantom bedrock” voor mensen die wel een nationale connectie willen ervaren zoals bovengenoemd, maar die hun diaspora community niet willen verlaten. De digitale media faciliteren dit proces op een vergelijkbare manier zoals de boekdrukkunst het klassieke nationalisme faciliteerde. Landsgrenzen zijn echter niet langer de afbakeningen, nu het internet, de telefoon, de televisie en radio een vrij transport van informatie garanderen is het voor iedereen mogelijk lid te worden van een Imagined Community naar keuze. Typerende voorbeelden hiervan zijn de Koerdische diaspora in Europa, de Joodse diaspora in de V.S., en de Armeense diaspora die zich ook in Europa bevindt (Anderson, 1992).
Wanneer men het heeft over long distance nationalism moet er echter onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten long-‐‑distance nationalism. Eenzelfde onderscheid dat gemaakt moet worden wanneer men praat over gewoon nationalisme, het verschil tussen cultuur en politiek nationalisme moet duidelijk worden. Cultuur nationalisme is erop gericht een ingebeelde gemeenschap te creëren met eenzelfde ingebeelde geschiedenis, gelijke taal en gebruiken. Maar stelt de gemeenschap niet ten doel een eigen staat te bezitten of bemachtigen. Politiek nationalisme daarentegen heeft wel degelijk als doel een natiestaat te bezitten dan wel te bemachtigen voor de ingebeelde gemeenschap in kwestie.
Dit onderscheid komt ook in long-‐‑distance nationalism duidelijk naar voren. Anderson beschrijft als concluding remark in zijn paper aangaande long-‐‑distance
nationalism een situatie die hij als zeer problematisch beschouwd en tevens
gefaciliteerd door de digitale media.
Anderson (1998) beschrijft een verhaal dat hij te horen kreeg van een collega van hem. Dit verhaal verteld over een kennis die al langere tijd in Toronto woont en Canadees staatsburger is, een succesvolle zakenman van middelbare leeftijd uit Punjab. Deze man doneert substantiële bedragen aan de Khalistan beweging in India, welke zoals hij op de hoogte is gebruikt worden om wapens te kopen op de internationale wapenmarkt. Hij is buitengewoon enthousiast over de offers die de jonge Sikh activisten leveren en de terroristische campagnes tegen niet Sikhs in de regio. Maar onderwijl verklaard hij zelf dat hij in Canada leeft zodat zijn eigen tienerzoons veilig blijven en gegarandeerd zijn van toekomstig commercieel succes. Hij is ook geen substantieel onderdeel van het Canadees politieke leven; in plaats daarvan leeft hij via E-‐‑mail bij long-‐‑distance nationalism. Zijn politiek participatie is gericht jegens een ingebeelde heimat in welke hij geen behoefte heeft te leven, waar hij geen belasting betaald, waar hij niet gearresteerd kan worden of berecht, en waar hij niet stemt. Een politieke participatie zonder verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid. (Anderson, 1992)
Wanneer Anderson het over long-‐‑distance nationalism heeft doelt hij dus op een situatie in welke een diaspora lid, dat zich geen deel voelt van de ingebeelde gemeenschap van het land waar hij woonachtig is, zich lid beschouwd van de ingebeelde gemeenschap van zijn land van herkomst. Dit wordt volgens hem zeer problematisch op het moment dat dit verbeeld lidmaatschap samengaat met een politiek nationalistische betrokkenheid waar geen verantwoording of aansprakelijkheid voor wordt afgelegd. Omdat zonder deze verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid de persoon of groep in kwestie niet meer geremd wordt door de logische gevolgen van zijn daden en deze dus eerder geneigd zijn te escaleren.
Voor dit onderzoek zal ik Anderson zijn long-‐‑distance nationalism bestaand uit twee delen in zijn geheel gebruiken. Political long-‐‑distance nationalism wordt dus onder andere door Anderson als zeer problematisch beschouwd aangezien de sociale bewegingen die hier deel aan zijn in de diaspora niet aansprakelijk gesteld kunnen worden in het land van herkomst, en hierdoor relatief risicovrij radicaal in hun opvattingen kunnen zijn. Hier tegenover staat culture long-‐‑distance nationalism als relatief onschuldige vorm van long-‐‑distance nationalism aangezien de sociale
bewegingen of partijen die er deel van zijn geen politieke verandering voor ogen hebben. Men zou kunnen veronderstellen dat wanneer er binnen de “culturele heimat” een behoefte aan een eigen natiestaat of gebrek hieraan bestaat dit grote invloed zou kunnen hebben op het soort long-‐‑distance nationalism dat ervaren wordt door de diaspora.
Om in voor de Koerdische kwestie uitsluitsel te krijgen op bovenstaande veronderstelling is dit onderscheid tussen de twee vormen van long-‐‑distance
nationalism zeer relevant, wanneer onderzoek gedaan wordt naar MED-‐‑TV, STERK-‐‑
TV en haar journalisten.
3.4 Sociale bewegingen
Toen eind 20e eeuw bleek dat het klassieke beeld in IB als eerder besproken,
tekortkomingen begon te vertonen en men de staat niet meer als enige actor zag in het veld van IB moest de wetenschap op zoek naar een andere verklaring voor geopolitiek ontwikkelingen. Deze verklaring werd onder andere gevonden in de Social movements theory. Dit is een interdisciplinaire studie die bezighoudt met de manier waarop sociale mobilisatie plaats vindt, de vormen waaronder het zich manifesteert en de politieke sociale, culturele en politieke gevolgen (McCarthy & Zald 1977).
Centraal in dit veld van onderzoek staan de social movements zelf. De verhouding tussen sociale bewegingen en de social movements theory die deze bewegingen in een IB-‐‑ context kan plaatsten ondervindt qua ontwikkeling veel overeenkomsten met nationalisme en long-‐‑distance nationalism als eerder besproken.
Sociale bewegingen zijn een vorm van groepsactie. Het zijn grote groeperingen mensen, informeel dan wel formeel, welke zich focussen op een specifiek politiek of sociaal probleem. Het zijn dus drijvende krachten achter het ontstaan, weerstaan of terugdraaien van sociale of politieke veranderingen. Dit type beweging ontstond in de 19e eeuw en werd gefaciliteerd door educatie en een toegenomen mobiliteit van werk,
welke weer gevolgen van de industrialisatie en urbanisatie tijdens de modernisering waren. Deze sociale bewegingen zijn altijd dicht verbonden geweest met democratisch politieke system, en zijn in enkele gevallen zelfs betrokken geweest bij het democratiseren van naties. Vaker echter, blijkt dat sociale bewegingen massaal toenemen na de democratisering van een land. Sociale bewegingen ontwikkelen zich namelijk makkelijker op een tijd en plek welke ruimte biedt aan deze bewegingen. Vandaar de
duidelijke link tussen het ontstaan van ideeën als individuele rechten, vrijheid van meningsuiting en burgerlijke ongehoorzaamheid in de 19e eeuw en het ontstaan van deze
sociale bewegingen. Noodzaak is echter wel dat er altijd een polariserend onderling verschil moet zijn binnen de samenleving (Dellaporte & Diani, 2009).
Verschillende sociale bewegingen zijn echter niet van eeuwige duur. Allen volgen een tamelijk vaste levenscycli als uitgewerkt door Charles Tilly (1979). Ze ontstaan, groeien, slagen dan wel falen en houden vervolgens op te bestaan.
Het ontstaan van Social movement theory en het moment dat sociale bewegingen
ook in het spectrum van IB invloed kregen ligt echter later. Hier blijkt net als bij long-‐‑ distance nationalism dat de relatieve afstand eerst moet verkleinen voordat sociale bewegingen internationaal sociale of politieke verandering kunnen bewerkstelligen. Gevolg hiervan is dat met de komst van internet en tv het mobiliseringsvermogen van sociale bewegingen enorm is toegenomen, en daarmee hun invloedsfeer. Niet langer is de informele dan wel formele sociale beweging enkel gebonden aan landsgrenzen en vaste distributiekanalen. Met de komst van internet en televisie zijn sociale bewegingen met de juiste middelen er in recente jaren toe in staat geraakt het overgrote deel van de wereldbevolking te bereiken met hun boodschap. Verdere globalisering en interconectedness heeft hier de invloed van sociale bewegingen in het spectrum van IB alleen maar vergroot (Dellaporte & Diani, 2009).
Social movement theory houdt zich bezig met de manier waarop sociale bewegingen ontstaan, op welke manier zij hun invloed uitoefenen en het effect hiervan. Er zijn binnen dit veld van studies meerdere ideeën over hoe en waarom sociale bewegingen ontstaan. Voor deze studie is het merendeel van deze ideeën echter niet relevant, en hoeft enkel aandacht besteed te worden aan de manier waarop diaspora sociale bewegingen ontstaan en zich ontwikkelen.
Sökefeld (2006) geeft in zijn artikel Mobilizing in transnationl space: a social movement approach tot he formation of diaspora. Het antwoord op deze vraag. In zijn artikel suggereert hij dat de manier waarop de formatie van diaspora geanalyseerd moet worden er een is doormiddel van mobilization. En daarmee ontkracht hij de overtuiging van essentialisten die menen dat diaspora ontstaan door belonging en de wortelen van migranten hun plaats van oorsprong. Sökefeld bouwt zijn argument op langs de imagined communities als beschreven door Anderson. Hij zegt net als Anderson dat doet in zijn artikel Long-‐‑Distance Nationalism, World Capitalism and the Rise of Identity Politics, dat