• No results found

Woningonderhoud in zwart, wit of grijs?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Woningonderhoud in zwart, wit of grijs?"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TONDERZOEK

Woningonderhoud in zwart,

wit of

grijs?

S.

R. WUNDERINK EN A. R. BUNK Hoeveel geld en energie investeren be- woners in woningonderhoud? Zijn er

verschillen waarneembaar tussen

huurders en eigenaren, of tussen man- nen en vrouwen, als het gaat om het onderhoud van de woning? Wat bepaalt de keuze tussen vakman, klusjesman of doe-het-zelf aanpak, ofwel waarom schildert men zijn woning zwart, wit of grijs?

Kort geleden is bij het lnstituut voor Consu- mentenonderzoek, SWOKA, het rapport "Doe-het-zelf-produktie en de woning" ver- schenen, een onderzoek naar de omvang van woningonderhoud en -verbetering en de wijze waarop dit in Nederland plaatsvindt (SWOKA, 1989). De titel van het rapport duidt er al op dat een groot deel van dit onderhoud door huishoudens zelf wordt verricht. Van de totale tijd die het woningonderhoud in de koopsector vergt nemen huishoudens zelf 85% voor hun rekening, gemiddeld bijna 7 0 uur per jaar; daarbij worden zij zo nu en dan geholpen door vrienden of familie. De officiele vakman verschijnt gemiddeld slechts 8 uur per jaar en de zwart betaalde klusjesman of vakman slechts 4 uur. Wordt de nadruk ge- legd op het geld dat aan de woning besteed wordt, materiaal-, loon- en gereedschapskos- ten, dan blijkt datdaarvan toch ruim 64% in de forrnele economie terecht komt. Met dit on- derhoud is in de koopsector gemiddeld een bedrag van f 2000,- per jaar gemoe~d. Wordt de tijd die de bewoner zelf aan het onderhoud besteedt ook in geld uitgedrukt dan komen er natuurlijk veel hogere bedragen uitrollen. De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op gegevens van 363 huurders, 58 verhuurders en 343 bewoners van een elgen huis, die in mei 1987 zijn geenquheerd, met behulp van de tele-interviewmethode. De huishoudens maakten deel uit van het vaste NIPO-panel bestaande uit

+

1000 huishoudens. Hoewel representativiteit is nagestreefd, blijkt het pa- nel voor dit onderzoek enkele tekortkomingen te hebben. Zo is de huursector enigszins on- dervertegenwoordigd en komen 65-plussers

en BBnpersoonshuishoudens lets te weinig voor.

De huishoudens hebben gegevens verstrekt omtrent de werkzaamheden aan het huis die in de voorafgaande twee jaar hebben plaats- gevonden; per karwei is opgegeven hoeveel geld er aan is besteed in de vorm van mate- riaal- en loonkosten, hoeveel uren er aan is gewerkt en wie dat gedaan hebben. Ook is gevraagd naar de handigheid van de leden van het huishouden en waarom men onder- houd heeft laten uitvoeren of juist zelf heeft gedaan. Voorts hebben de huishoudens infor- matle verstrekt omtrent samenstellmg, inko- men, arbeidsmarktpositie en de woning. In dit artikel komt eerst een klein stukje theo- rie aan de orde. Hierna wordt gekeken naar de tijdsbesteding aan woningonderhoud en -ver- betering (in het vervolg wordt alleen over "on- derhoud" gesproken). Er wordt daarbij aan- dacht besteed aan de formele en de informele sector. De taakverdeling die binnen het huis- houden plaatsvindt komt daarna aan de orde. Vervolgens wordt ingegaan op de geldbeste- ding (materiaal- en loonkosten) en de waarde die zou kunnen worden toegekend aan zelf uitgevoerd onderhoud. Het SWOKA-rapport bevat uiteraard veel meer inforrnatie; in dit artikel worden slechts een klein aantal onder- delen uit het rapport gelicht.

Theoretisch kader

Woningonderhoud is Ben van de activiteiten van huishoudensdiegericht zijn op het berei- ken van een gewenst verzorgingsniveau, of zoals economen het uitdrukken, een zo hoog mogelijk "nutsniveau". In het huishoudelijke produktieproces worden tijd van de leden van het huishouden en goederen en diensten die op de markt gekocht kunnen worden gecom- bineerd tot eindprodukten die bijdragen aan het welzijn van het huishouden. In dit opzicht gedragen huishoudens zich als kleine bedrijf- jes (Becker, 1965). Zij gebruiken kapitaalgoe- deren en gereedschap en voegen waarde toe aan de op de markt gekochte goederen. De leden van het huishouden moeten het'eens worden over de waarde(ring) van de produk-

(2)

..

? weinig lerstrekt huis die i plaats- hoeveel In mate- 3r aan is I. Ook is l e leden n onder- elf heeft ns infor- ig, inko- ing. kje theo- i naar de l en -ver- wer "on- rbij aan- iformele l e t huis- de orde. ildbeste- : waarde aan zelf i-rapport ie; in dit s l onder- tiviteiten let berei- Iveau, of zo h o w )udelijke 3den van rsten die I gecom- lgen aan hoofdkostw~nner 12 3 2 1 S

I

h vr~enden 4 2b f a r n ~ l ~ e 3 J 2 3a klusjesrnan 1 3b vakrnan m a r t 'v-x waarom huishoudens voor een bepaaldapw,

duktietechniek kiezen. , - .Wi?%

-

- *

$

'7133&

&in

maraan

men tijd en (aeld zou kunnen

Tijdsbesteding bij w o n i n g o ~ e r ~ ~ ~ d ~

- ~ ~ k ~ ' 2 h . w "-'

Bij

dme rrhweg~nclen worden zii geconfron- In tabel 1 wordt aangegerentrh6ev,e_e'I~tii&

rd

met

vel6 r&tr~cties op hun-handelen. er gemiddeldper huisho;_djgiaag~he,~&$&jj

p korte termijn mag worden aengenomen onderhoud besteed wordt&w7,wbog dat het inkomen van het huishouden vast ligt onderscheid gemaakt

en dat de gezinssemenstelling, het aantal woningen. Ook is uit d uren dat een ieder op de arbeidsmarkt werkt het karwei in de witte, of naar school moet, de technische know-how geklaard wordt, of - 0

van de gezinsleden, de etaat van de wdning en men te spreken

-

i n cie.forw&&@y andere kenrnerken van huishouden en de wo- informelesector w o r & g i & ~ ~ & $ ning tich evenmin wijzigen. Bij de koopwoninge-n,ae&pt$&

55 van de 86 minu_terq De keuzevrijheid van huishoudens is dus de huurwoni.qgen:.j&

maar beperkt, zij kunnen een gegeven hoe- steding zegt nog.nie~.y.eg_l,qjlc veelheid "vrije" tijd (tijd die zij in principe nog resultaat. De produktie$~n\dej naar believen kunnen besteden) en een gege- uur veal h~ger-~zijn$~~:*d.iei;y ven hoeveelheid geldverdelen over dediverse schoolde doe-het-zelyer.-.Hem huishoudelijke produktieprocessen en vrij- de kwantijeit. en&Wal etijdsbestedingen. Vwrts kunnen zij nog pro- van de vakman em

g@&e

~ duktietechnieken kiezen. Hiermee wordt be- echter m s e i l i i ~ e ~ * B & I P ~

doeld dat het huishouden bijvoorbeeld kan Bij het wo6hL,. i - -

--,

kiezen of het zelf de kamer zal behangen, of g e k o t e ~ vophae&~q~g een vakman of klusjesman zal laten komen. tijd vergt van h b ~ h u q De eerste mogelijkheid vergt meerstijd en voor het 4elfzyltkmr.ees minder geld dan de andere twee mogelijkhe- in de meestet- ,

(3)

--

t sZ ~ ~ ~EM A tR BWK t 4 ~ -

houden en de woning S l e ~ h t s zeer winkg

varlabelen b l ~ j k e n

mn

o i g n l l e a n l i d 1 & @@ deze titd-abestedina te hebben Bit kan

W e

het g e k l g z ~ j n van het gerhge aental W M -

nemingen. WZlel bfijkt dat naermate de w@ar& van het h u ~ s hogs6 is, het hcuiskouden zelf minder tijd bsteiedt ean het anderhoud; ook worden familie en vrlenden minder ingcvxha- keld Met percentage van da totale tijd dat & vakman war zijn rekening neemt stijgt mt

het inkomen van het huishouden. Tijdverdeling binnen het huishouden elgen tijd niet zo zeer als kostenfactor. Dlt IS

te verklaren door het felt dat de meeste men- sen hun vrije t ~ j d met op de arbeidsmarkt te gelde kunnen maken. Bovendien blijken ook veel mensen (21 %) het lewk t e vinden zelf iets aan hun woning te doen, mede omdrt ket werk dan precies zo uitgevoerd wordt als z ~ j dat willen.

I n welke gevallen wordt er nu voor een vak- man gekozen en waarom7 De meest ge- noemde redenen zljn dat de leden van het huishouden zelf met over voldoende vaard~g- heden beschikken om het werk uit te voeren en dat zij weinig tijd hebben. Bovendien ge- ven zij aan dat de officiele vakman vlugger werkt en hen garandeert dat het werk goed gebeurt. I n sommige gevallen is het laten uit- voeren door een vakman een verplicht~ng die de overheld oplegt, dan is er dus geen keus meer.

De klusjesman wordt om dezelfde redenen ingeschakeld als de vakman Het gebrek aan handigheid van de gezinsleden zelf is de voor- naamste reden om vr~enden of een klusjes- man i n te schakelen. De klusjesman werkt over het algemeen goedkoper dan de vakman. Het gemiddeld uurloon dat huishoudens aan een vakman betaalden lag op

f

43,-, voor de klusjesman betaalde men gemiddeld

f

24,-. Ook hier kunnen echter zeer we1 efficientie- verschillen bestaan, misschien doet de vak- man i n BBn uur we1 veel meer dan de klusjes- man.

Voor de kooosector is met b e h u l ~ van een regressievergelijking nagegaan in hoeverre de tijdsbesteding van het huishouden samen- hangt met diverse kenmerken van het huis- Fiouur 1. De uitvoerina van activiteiten binnen het hishouden naar moezjkheids graa ~d (koopsector).

M e t het oog op de vaardigheden die voor de diverse onderhoudswerkzaamheden vereist zijn, is het van belang deze te onderscheiden i n categorieen. I n het rapport komen 8 cate- gorieen voor:

1. indeling van de woning 2. keuken en overig sanitair 3. binnenafwerking 4. buitenafwerking 5. installatie 6. isolatie 7. bijbouwen 8. overige activiteiten.

Uit tabel 1 blijkt dat zowel in de koop- als in de huursector de hoofdkostwinner de meeste tijd aan de doe-het-zelf-produktie (voortaan aangeduid met dhz) besteedt; let wel, sommige huishoudens bestaan alleen maar uit een kostwinner. Bij decategorie installatie en isolatie neemt de hoofdkostwinner (meestal de man) meer dan 90% van de beno- digde tijd voor zijn rekening. De partners zijn vooral actief bij "overige activiteiten" (waar- onder het leggen van vloerbedekking), bin- nenafwerking en indeling van de woning. maar h u n aandeel i n de totale tijdsbesteding komt toch niet boven de 40% uit.

De onderzoekers hebben de activiteiten ook ingedeeld naar moeilijkheidsgraad: 1 t / m 4. I n bijna 40% van de zelf uitgevoerde activitei- ten i n klasse 1 (de eenvoudigste) is de partner actief, bij de klassen 2, 3 en 4 is dat in onge- veer 15% het geval. De kinderen en overige gezinsleden doen slechts i n 8% van de werk- zaamheden mee (figuur 1).

Waarom zijn de hoofdkostwinners over het algemeen actiever bij het klussen aan eigen woning dan de partners? Het blijkt dat dit mede samenhangt met de ideeen die zij zelf hebben over hun vaardigheden. De hoofd- kostwinners, meestal mannen, beoordelen hun eigen vakkennis hoger dan de partners en zij zullen dan ook, als hun oordeel overeen- komt met de werkelijkheid, beter en vlugger werken dan hun partners. Dat betekent dat als het huishouden streeft naar een optimale

(4)

rllorsel &p n

mde

II warn- w ~ a rde den relf wd; oak ha

-

d d @ & ijgt mt

iden

voor de verelst cheiden 8 cate- als in de meeste oortaan a t wel, tn maar stallatie twinner le beno- lers zijn ' (waar- ~g), bin- wonlng, tsteding iten ook t/m 4. ~ctivitei- partner n onge- overige le werk- wer het In eigen dat dit 5 zij zelf t hoofd- lordelen Jartners lvereen- vlugger tent dat @male -we

,

oolderen of lassen en feen aan- rol) mannen w l .

De cijfers over de activiteiten van de partner zijn oak enrgszins vertekend, doordat niet in alle ondereochte huishoudens een partner aanwezig is. Daardoor wordt het partneraan- $eel in de overige huishoudens dus onder- schat.

Wie nam het initiatief?

In de huursector blijkt de huurder zelf in ruim 60% van de gevallen het initiatief genomen te hebben tot een onderhoudsactiviteit, i n de overige gevallen nam de verhuurder het initi- atief. Binnen het huishouden van de huurder was het in ruim 2/3vandegevallen de hoofd- kostwinner die de aanzet gaf voor het werk. In de koopsector moet het huishouden uiteraard zelf besluiten dat er wat aan het huis moet gebeuren; hier blijkt dezelfde verhouding tus- sen hoofdkostwinner en partner te gelden. Waarom ging men ertoe over onderhoud uit t e voeren?

Als motief voor het uitvoeren van onder- houdswerkzaamheden noemen de huishou- dens in de meerderheid van de gevallen dat het "noodzakelijk" was. Als tweede motief wordt de verfraaimg van de woning genoemd. Bij oudere woningen (gebouwd v66r 1945) blijkt men het onderhoud vaker noodzakelijk te vinden dan bij de nieuwere woningen; dit blrjkt uit tabel 2.

Uitgaven aan onderhoud en woningverbetering

De huishoudens in-koopwoningen besteden gemiddeld zo'n f 2000,- per jaar aan-onder= houti en verbeterina. in de.!huur~eotor liat,dit

naemt. is het bedrag dat jaarlijks aan onder- houd en verbetering wordt uitgegeven in de b o p - en huursector ongeveer even groot. Zo'n 80% van de door hu~shoudens uitgege- ven bedragen bestaat uit materiaalkosten en slechts 20% uit loonkosten. De kosten voor gereedschap zijn gering vergeleken bij de an- dere kostenposten. Dit hangt samen met het feit dat gevraagd is naar uitgaven voor ge- reedschap, dat specifiek voor de uitvdering van een bepaalde activiteit nodig was. Veel gereedschap is echter al aanwezig of wordt geleend van anderen. De huishoudens i n de koopsector beschikken over het algemeen over meer gereedschap dan in de huursector en wat belangrijker is, zij gebruiken dit ge- reedschap ook (significant) meer dan de huur-

ders. Zeventig procent van de huishoudens , i j geeft aan we1 eens gereedschap te huren of

9

te lenen. In figuur 2 geven de verhoudingen

tussen de oppervlakten van de cirkels de ver- houding tussen de geldbedragen weer. & - w ~

De beschikbaarheid van gereedschap, waag onder vele elektrische aooaraten zoals.berori. en zaagmachines, heeftiot ge~olg~gehadrdar :

huishoudens hun efficiency bij hetwon'in;gow derhoud aanmerkelijk hebben kunnen v e r b - gen. Het betekent per karwei een aan2ieHliJk& tijdbesparing. Of de totale tijd die,,hu.ighob~ dens aan onderhoud besteden daardaa~~i&$$ daald, valt nog te bezien. lmmers, ;door+ds grotere efficiency zijn de tijdkosten perlkarbvei '

-.

aedaald, de schaduworiis (een*comUinatB

*"

;an materiaal- en tiidkosten) is,hiel;dbor?aea * daald. Het is dan ook te v e ~ w a & h t e ' n ~ ~ & @

(5)

-

Figuur

sector

kunnen wedijveren met de loonvoet die men op de arbeidsmarkt kan verwachten. Neemt men de (marginale) loonvoet van de consu- ment als waarde van een uur dat aan huis- houdelijke produktie wordt besteed, dan noemt men dit de "opportunity cost" van tijd. Al eerder is opgemerkt dat de consument meestal niet in staat is een extra uur op de arbeidsmarkt betaald te krijgen, het isdan ook de vraag of het gebruik van de eigen loonvoet we1 zinvol is.

Een alternatief wordt gevonden in het gebruik van een waardering die overeenkomt met wat iemand beroepsmatig voor een dergelijke ac- tiviteit zou ontvangen: als vakman of klusjes- man. Het probleem dat zich hier voordoet is echter dat de vakman en klusjesman over het algemeen efficienter werken dan de doe-het- zelver en dus minder uren nodig gehad zou- den hebben dan de consument zelf. Er zijn drie regressievergelijkingen geschat voor deze drie inputwaarden van de tijdbeste- ding door huishoudens in de koopsector. Hier- bij blijkt dat de tijdswaarde afhangt van de aezinsarootte (~ositief effect) en van de ,&rderiom van 'be woning (nkatief effect).

tussen 1970 en 1983 blijken de

"opportunity cost" van dhz-produktie ge- schat te worden op f 21 78,- p/j;

"vakmanprijs"van de tijd besteed aan dhz- produktie op f 6378,- p/j;

"klusjesmanprijs" van de tijd besteed aan dhz-produktie op f 3102,- p/j.

Zoals uit bovenstaand betoog blijkt kleven er aan alle drie de waarderingen grote bezwa- ren.

estaande uit 4 perso- huiS dat gebouwd is

Tijdschrihvoor Huishbudkunde 11 (1) maart 1990 Bij het onderzoek IS ook getracht out- putmethoden toe te passen ter waardering van de dhz-produktie. De huishoudens heb-

ben in veel gevallen aangegeven dat zij het 1. onderhoud zelf hebben uitgevoerd omdat dat

goedkoper was. Er is hen dan ook gevraagd hoeveel zij denken te hebben uitgespaard door dit werk zelf te doen. Op die wijze geven de huishoudens dus zelf een oordeel over de waarde van de tijd die zij aan het onderhoud besteed hebben, zij schatten zelf de waarde van het marktsubstituut.

Een tweede outputmethode die in dit onder- zoek is toegepast bepaalt de zogenaamde "contingent waarde" van dhz-prod~ktie. Hierbij wordt het huishouden gevraagd hoe- veel geld het maximaal zou willen uitgeven

(6)

ktie ge- a n dhz- zed aan even er bezwa- l t out- ~rdering ns heb- t zij het idat dat svraagd sspaard e geven over de lerhoud waarde t onder- iaamde odqktie. gd hoe- ~itgeven aan 1990

I

- - - -

-om hat d h z - m r k niet meer ~ e l f te hoeven d a m . Dit bsdrag zasl ~nwmaal gasproken lager m t e t e n wittomera dan

dc

eerder geschatte be- sparing

€en derde rnanoer waarop getracht IS de w a r d e van het erndprodukb te schatten is d w r hu~shoudens ta vragen howeel z ~ j den- ken det & waarde van hun huis gestegen IS d m r het dhr-onderhoud dat z ~ j hebben uitge- werd. h e r de d r ~ e waarder~ngen zljn regres- stevergelliken geschat. Tien var~abelen blij- ken een sr~gvficante invloed te hebben op deze bedragen. Voos elk type huishouden kunnen met behulp van deze vergelijkingen outputwaarden worden geschat.

Voorbeeld: Voor een huishouden met 2 kinde- ren, waarvan de hoofdkostwinner tussen de 25 en 4 4 jaar oud IS, dat woont in een huis met 4 kamers, gebouwd tussen 1970 en 1983 met een geschatte waarde tussen de

f

75.000 en

f

150.000 en waarvan de hoofd- kostwmner f u l l - t ~ m e en de partner 2 0 uur per week werkt en waarvan de hoofdkostwinner zichzelf redelijk handig vindt, geldt dat:

het bedrag dat men In een jaar bespaard denkt te hebben f 3081 ,- is

het bedrag dat men over zou hebben voor het uitbesteden f 121

I

,- is

en de waardestijging van het huis worden geschat op

f

41 30,-.

~e conclusie is dat als de vakman goedkoper was men meer zou uitbesteden (men heeft er immers we1 ruim 1200 gulden voor over), echter het zou een radicaledaling moeten zijn w i l men de meeste huishoudens over de streep kunnen trekken (gezien het verschil tussen de 3 0 0 0 gulden die men bespaard denkt te hebben en de 1 2 0 0 die men er voor over gehad zou hebben). De waardestijging die de huishoudens denken bereikt te hebben met het onderhoud iswaarschijnlijkeen forse overschatting van de marktwaardestijging bij verkoop, als die er iiberhaupt is. De onder- houdstoestand van de woning blijkt nauwe- lijks de marktwaarde van een woning te bepa- len, deze wordt veeleer bepaald door ligging (buurt) en grootte.

1:

Slot

De huishoudelijke produktie, waaronder de activiteiten die gericht zijn op onderhoud of verbetering van de eigen woning, is van groot belang voor de welvaart van huishoudens. Door de beschikbaarheid van goed ge- reedschap, overdracht van kennis omtrent technieken en de beschikbaarheid en bereik- baarheid van doe-het-zelf-zaken hebben huishoudens hun eigen efficientie bij dhz- produktie kunnen vergroten. De hoge bruto loonvoet die aan de vakman betaald moet

worden brengt hu~shoudens ertoe onderhoud zelf ter hand te nemen. I n veel gevallen gaan zij dit zelfs als een aangenaam t~jdverdrijf er- varen, voor een aantal wordt het een soort hobby

Zowel aan koop- als huurwoningen wordt jaarlijks gem~ddeld voor zo'n

f

2000,- vertim- merd Er worden jaarhjks gem~ddeld 7 5 uren In de koopsector en 23 uren i n de huursector aan dit wonmgonderhoud besteed. I n de koopsector neemt de vakman 10% van deze t ~ j d voor z'n rekenmg, het hu~shouden zelf 64%, f a m i l ~ e en vrienden 17% en de klusjes- man en zwart-werkende vakman 8%. I n de huursector neemt deverhuurder een deel van het onderhoud voor zyn rekening. Binnen de hu~shoudens doet de hoofdkostwinner het meeste aan doe-het-zelf-produktie (2/3 van de tijd).

De doe-het-zelvers denken door zelf te klus- sen flink wat te besparen; ze zouden het werk best door een vakman hebben willen laten uitvoeren als d ~ e goedkoper was geweest. Uit de c~jfers valt op te maken dat het bedrag waarmee de vakman zijn rekenmg zou moe- ten verlagen om het werk naar zich toe te trekken echter zo groot zou moeten zijn dat dit onrealistisch is. Doe-het-zelf-produkt~e isdan ook niet meer weg te denken in onze huidige maatschapplj.

Summary

In this article some of the mam results of a report on housing maintenance and improvement, pub- lished by SWOKA, are presented.

Hous~ng maintenance can be carried out by the households themselves, by them relatives or friends, by a craftsman, by an odd job man or a combination of those. In the report the emphasis is on tlme and money spent on maintenance and on the way thls 1s allocated over the varlous sectors of economy The questlon to be answered 1s for what reason do people choose for a certain way of exe- cution

On the average about f 2000,- (Dutch guilders)and 75 hoursa year are spent on the house. If the house IS rented abouttwoth~rd of thls money 1s paid bythe house-owner and one third by the occupant. The occupant/house-owner takes account of 85% of these 75 hours together with h ~ s friends and rela- tlves, only 10% of the tlme needed is taken care of by the craftsman. However most of the money,

64%. the costs of mater~als and labour, is spent in the prlvate or public sector.

The value of the do-it-yourself-productioh can be estimated In varlous ways. First there are estimates

on the basis of input methods, second on the basis

3.

of output methods. When input methods are used ' the value of ttme is in the main issue, when udGg

2

output methods the results of the productio

fords have to be valuated. ,

.7sL<

$.-A In the report three d~fferent input valuat$+s a&

3

(7)

- --

S R W M O E R L M K EN A. R SUMS

--

-bread-w~nner (the opportunity cost method), one on Lhfatuur

the wage level of the craftsman and one on the Becker, G. S., 1965 "AThewyof the Alloafvan of averaoe waoe o a ~ d to the old lob man For a house- Tlme", Economrc Journal

hold&nsisdng of 4personst~eest1mated amounts SWOKA, 1889 he-het-zelf-prdukt~e en 6@ w@-

are respectively f 21 80;. f 6384,- and f 3100.- a n ~ n g . Dvet I (huursecter) A. R. Bunk. Deol II t vear fkaaosectwl A R Bunk en S R. WuncEer~nk, inthe questlonalrs the households have answered ~ w b ~ ~ - r a p p c r t nr 74, Den H m g

the followmg questions

1 How much do you tmk you saved by do~ng the malntenance jobs yourself?

2 How much would you have been w~lhng to pay to a craftman In order to let hlm do the job?

3 How much do you thmk the value of your house A ~ t e u r s

rose by the varlous malntenance jobs that you d1d7 Dr S R (Sof~a) Wunder~nk, wakgroep Econom~scho The relat~on between these amounts and house- S o c l o l o ~ ~ e en Psycholow van de Erasmusun~ver- hold- and home character~stm are estimated On sltett, postbus 1738, 3000 PR Rotterdam the bas~s of these regressions the respectwe values

that are calculated for some "standard" fam~ly Drs A R (Fred) Bunk, tijdens ultvoerlng stud~e ver-

f 3080,-, f 1210,- and f 4130,- It wdl be clear bonden aan de vakgroep Wonen LUW, h u ~ d ~ g e that the craftsman should decrease h ~ s b ~ l l s by an werkadressen Onderzoekslnst~tuut Techn~sche enormous amount In order to seduce the house- Bestuurskunde, Postbus 5030, 2600 JA Delft en holds to let hlm do the job S E V, Postbus 20730,3001 JA Rotterdam

Thuishulp gewogen

K. A. Gorter, 1990. Thuishulp gewogen: een onderzoek naar de behoefte van lichamelijk gehandicapte mensen aan hulp aan huis. ISBN 9 0 70983 26 5, 275 pagina's, NI-

YAWO,

Den Haag. Te bestellen door storting

&"$>

25,- op postgiro 1471 727 t.n.v. NI- MAJVO, Willem de Zwijgerlaan 66, 2582 ES &eg&Iaag, 0.v.v. "Thuishulp gewogen".

* z i.,. % -, .x: . .

". OitkIiConderzoek blijkt dat "hulp op maat" nog

ina nemen. -De

men, vrijetijdsbesteding en huishoudelijk werk daarentegen omvangrijk. De huiweno- ten van de gehandicapten verlenen het over- grote deel van de hulp, wat niet telden e m zware belasting voor hen betekent. Slechts een minderheid beschikt over hulp van de ge- zinsverzorging of de wijkverpleging. Aanvul- lende hulp van beroepskrachten, vooral van de gezinsverzorging, komt als belangrijkste wens naar voren. Near de mening van de be- trokkenen kan het inzetten van thuishulp in een aanzienlijk aantal gevallen opname i n een intramurale instelling voorkomen of uit- stellen. In de meeste gevallen gaat hetom een betrekkelijkgeringe hoeveelheid aanvullende huishoudelijke hulp.

Enkele andere uitkomsten: 6

Hulpbehoevendheid komt meer voor i n ge- zinnen uit de lagere welstandsklassen.

-

De verzorgende huisgenoten zijn sterk aan huis geboden en hebben zelfs i'n het geval ze zietzijn vaak niet de mogelijkheid de zorg tijdelijk aan anderen over te dragen.

-Bij de~meeste gehandicapten en de men- senrdaaraidmtieen. bestaat weerstand tegen tiet'in60eeeirvan h u l ~ , vooral van fam~lie, bu-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

aangeleverde berekeningen en spiegelsymetrie, wat eveneens geldt voor de in die gevel aanwezige ramen en deuren. De trap naar de appartementen moet 30 minuten brandwerend

**Zwervende heidelibel: zijgeel tot bruin met zwarte naden en geel/blauwe banden, poten zwart met smalle gele streep (soms zwart), ptero licht met dikke zwarte randaders,

In dit verband zal, beginnend op 13 april, één keer per maand op dinsdag na de dienst gelegenheid zijn om samen te komen voor een open gesprek onder het genot van een kopje

Mynheer de hertog, zoo even heeft men een man in den tuin gezien die, voor zoo veel men in de duisternis heeft kunnen bemerken, in 't wit gekleed is en naer zyne geheimvolle houding

Het reeds behandelde zwart en grijs water (septische put) wordt met dit systeem verder gezuiverd, zodat het probleemloos kan geloosd worden in een oppervlaktewater. BRON:

Tabel 5 Regressieanalyse met attitude ten opzichte van gedrag, subjectieve norm en waargenomen gedragscontrole als voorspellers van de gedragsintentie voor commercial 1, 2 en

De kunst wordt daardoor niet gediend, 11laar ontadeld en verkracht, wat duidelijk blijkt als 1uen de minwaardige waaiers en andere produkten in de toko van