Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen
Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam
T 020-551 07 00 F 020-620 49 41
knaw@knaw.nl www.knaw.nl
K
O
N
IN
K
L
IJ
K
E
N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
E
A
K
A
D
E
M
IE
V
A
N
W
E
T
E
N
S
C
H
A
P
P
E
N
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
6
ver
slag
2006
JAAR
koninklijke
akademie van
nederlandse
wetenschappen
– Samenstelling besturen vanaf 1 mei 2005 –
algemeen bestuur President: F.P. van Oostrom Vice-president: J.W.M. van der Meer Algemeen secretaris: R. Kaptein
Overige leden: J.A.M. Bleeker, W.Th.M. Frijhoff, G.J.F. van Heijst, mw. M. Joëls, mw. J.J. Meulman, E. Noort, K.A. Worp, J.W. Zwemmer
dagelijks bestuur President: F.P. van Oostrom Vice-president: J.W.M. van der Meer Algemeen secretaris: R. Kaptein Lid: W.Th.M. Frijhoff
bestuur afdeling letterkunde Voorzitter: W.Th.M. Frijhoff Ondervoorzitter: E. Noort Secretaris: J.W. Zwemmer
Assessoren: Mw. J.J. Meulman, K.A. Worp bestuur afdeling natuurkunde Voorzitter: J.W.M. van der Meer Ondervoorzitter: J.A.M. Bleeker Secretaris: R. Kaptein
Assessoren: G.J.F. van Heijst, mw. M. Joëls
– Directie in 2006 –
Algemene zaken/directievoorzitter: E.A.A.M. Broesterhuizen
Instituten Geestes- en Sociale Wetenschappen tot 1 mei 2006: W.J. van den Akker Instituten Levenswetenschappen tot 1 oktober 2006: W.P.M. Hoekstra
Onderzoek vanaf 1 oktober 2006: T.W. Mulder Bedrijfsvoering: R.T. Jongerius
— —
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
— —
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam T 020-551 07 00 F 020-620 49 41 knaw@knaw.nl www.knaw.nl isbn 978 90 6984 522 7
© 2007 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van fotokopie, via internet of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, behoudens uitzonderingen bij de wet gesteld.
– vormgeving –
Ellen Bouma en Sonja Duykers, Edita-knaw Françoise Berserik (omslagontwerp)
– fotografie –
Capital Photos (nieuwe leden)
Henk Thomas, Thomas Fotografie, Amsterdam (prijswinnaars) Bert Nienhuis (pagina 84)w
– interviews nieuwe leden –
Hans Ariëns en Bruno van Wayenburg– interviews prijswinnaars
– Frans van der Helm– druk –
PlantijnCasparie Almere
Het papier van deze uitgave voldoet aan de ∞ iso norm 9706 (1994) voor permanent houdbaar papier
— —
Inhoud
1 De knaw in hoofdlijnen 5
Inleiding 7
Genootschap en adviesorgaan 9
KNAW-instituten 15
Bedrijfsvoering 19
2 De
De knaw in detail 31
Fondsen, beurzen, subsidies en wetenschapsprijzen 32
Raden, commissies en De Jonge Akademie 36
Kwaliteitszorg en onderzoeksevaluatie 41
Internationale samenwerking 43
KNAW-instituten 50
Personeel 70
3 Jaarrekening 85
Algemene toelichting op de jaarrekening 2006 87
Balans per 31 december 2006 90
Exploitatierekening 2006 91
Kasstroomoverzicht 2006 92
Algemene toelichting – grondslagen 93
Toelichting op de balans per 31 december 2006 95
Niet uit de balans blijkende verplichtingen 100
Toelichting op de exploitatierekening 2006 101
Accountantsverklaring 105
Bijlagen bij de jaarrekening 2006 106
Bijlagen
Organogram 112
Bijeenkomsten, symposia, workshops 113
Rapporten, publicaties en redactiecommissies 117
Lijst van meest gebruikte afkortingen 119
Interviews nieuwe leden, overzicht leden 2006 23
Interviews prijswinnaars 76
— —
De KNAW in hoofdlijnen
— —
Inleiding
strategisch plan 2007-2010: duurzame wetenschap
In 2006 presenteerde de Koninklijke Nederlandse Akademie van
Wetenschap-pen (knaw) haar nieuwe strategisch plan voor de komende vier jaar waarin de
duurzaamheid van de wetenschapsbeoefening centraal staat. Wetenschap is in de
meeste gevallen niet een kortetermijnbezigheid die leidt tot direct meetbaar nut,
maar een langetermijnproces met vaak onzekere uitkomsten. Wetenschap is een
van de fundamenten onder onze maatschappij. De knaw pleit er voor om al vanaf
jonge leeftijd scholieren te interesseren voor de wetenschap en meer aandacht te
hebben voor het carrière perspectief van wetenschappers.
In deel 1 (De knaw in hoofdlijnen) van dit Jaarverslag worden de belangrijkste
activiteiten en resultaten in 2006 gepresenteerd. Meer specifieke informatie
hier-over is opgenomen in deel 2 (De knaw in detail). Ten slotte wordt in deel 3
(Jaar-rekening) rekening en verantwoording afgelegd over 2006.
Meer informatie over de knaw en haar activiteiten is ook te vinden op onze
website (www.knaw.nl).
een korte kennismaking
In 2008 bestaat de knaw 200 jaar. Van oudsher is de Akademie een intellectueel
genootschap bestaande uit wetenschappers die op basis van hun
wetenschappelij-ke verdiensten zijn gekozen tot lid. Zij vervullen sleutelposities in de wetenschap
en zijn in de meeste gevallen als hoogleraar en/of directeur verbonden (geweest)
aan een universiteit en/of een wetenschappelijk instituut. De knaw is daarmee via
haar leden een invloedrijk instituut in de wetenschappelijke wereld.
Dit netwerk van gerenommeerde wetenschappers vormt de basis voor de
acti-viteiten van de knaw. De Akademie geeft gevraagd en ongevraagd advies over de
wetenschapsbeoefening, stimuleert nationale en internationale wetenschappelijke
samenwerking en houdt zich bezig met de kwaliteitsbeoordeling van
wetenschap-pelijk onderzoek. De missie van de knaw luidt: ‘Als forum, geweten en stem van
de wetenschap bevordert de knaw de kwaliteit en de belangen van de wetenschap
en zet zij zich in voor een optimale bijdrage van de Nederlandse wetenschap aan
de culturele, sociale en economische ontwikkeling van de samenleving.‘
De genootschapsleden nemen deel aan discussies over wetenschappelijke
on-derwerpen en zijn actief in besturen, raden en commissies van de Akademie. In
2006 is op inititatief van de werkgroep ‘Vitalisering forumfunctie’ besloten om
ook meer kleinschalige avondbijeenkomsten te organiseren. Doel hiervan is het
versterken van de forumfunctie en het stimuleren van de deelname van jongere
wetenschappers. De knaw organiseert daarnaast congressen en symposia en
ver-zorgt wetenschappelijke publicaties.
Om de aansluiting en de interactie met jonge onderzoekers te bevorderen is in
2005 De Jonge Akademie (dja) opgericht. dja telde in 2006 50 leden en kent een
heel eigen stijl. dja ontwikkelt vanuit drie verschillende invalshoeken activiteiten
om haar doelstellingen te realiseren. Binnen het tracé ‘Wetenschapsbeleid’ zijn
belangrijke beleidsonderwerpen loopbaanbeleid, competentie en
internationali-sering. Vanuit het tracé ‘Wetenschap & Maatschappij’ is in 2006 een tweetal
pi-lots gestart gericht op jongeren, namelijk voor een game-/website
DeJongsteAkade-mie.nl en een wetenschapsbus die langs middelbare scholen zal gaan om
work-shops te verzorgen (‘dja on wheels’). Het tracé ‘Inhoud & Interdisciplinariteit’
or-ganiseerde in 2006 onder meer het symposium: ‘Cognition: From molecules to
— —
mind’. Het jaarverslag van dja is te vinden op de website (www.knaw.nl/dja).
Naast een (geleerd) genootschap is de knaw een koepelorganisatie voor
zeven-tien onderzoeksinstituten op het terrein van de geestes- en sociale
wetenschap-pen en de levenswetenschapwetenschap-pen. De instituten van de knaw verrichten niet alleen
wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor het beheer
en de uitbreiding van vaak unieke wetenschappelijke collecties die ook voor
geïn-teresseerden toegankelijk moeten zijn. De knaw-instituten worden periodiek
be-oordeeld door externe specialisten volgens het Standaard Evaluatieprotocol (SEP)
voor publieke onderzoekorganisaties 2003-2009, dat samen met de Nederlandse
Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (nwo) en de Vereniging van
Uni-versiteiten (vsnu) is ontwikkeld. knaw-instituten dienen ‘zeer goed’ of ‘excellent’
te scoren.
De instituten van de knaw verrichten wetenschappelijk onderzoek van zeer
goede kwaliteit. Om dit niveau te behouden is een personeelsbeleid nodig dat
re-kening houdt met de ontwikkelingen in het wetenschapsveld. Het sleutelthema
voor de komende periode is derhalve ‘competitie met perspectief’.
Samenwerkingsverbanden tussen instituten zullen worden bevorderd en
inno-vatieve ontwikkelingen gestimuleerd. Dit geldt voor de geestes- en
sociaalweten-schappelijke instituten evenzeer als voor de levenswetensociaalweten-schappelijke instituten.
Het doel is beleid te ontwikkelen waardoor de wetenschappelijke positie van de
knaw-instituten ten opzichte van andere (universitaire) onderzoeksinstituten
be-houden blijft dan wel wordt versterkt.
Het bestuur en de inrichting van de Akademie zijn vastgelegd in het Reglement
van de knaw (2006) dat zijn grondslag heeft in de Wet op het Hoger onderwijs en
Wetenschappelijk onderzoek (whw). De whw verschaft de knaw
rechtspersoon-lijkheid. De wettelijke taken van de knaw zijn vastgelegd in de whw, artikel 1.5.
— —
Genootschap en adviesorgaan
Voor haar adviestaak beschikt de knaw over tien raden, die adviseren over
aange-legenheden op het gebied van de wetenschapsbeoefening. Door middel van
ver-kenningen en adviezen tracht de knaw richting te geven aan het debat over
ont-wikkelingen in de wetenschap en over het te voeren wetenschapsbeleid. In het
strategisch plan is aangekondigd dat de knaw de adviesfunctie wil herbezien
zo-dat een breder palet van verkenningen en (ad hoc) adviezen ontstaat en de impact
ervan groter wordt. Hiertoe is in 2006 een werkgroep ingesteld, die voorjaar 2007
zal rapporteren.
Het strategisch plan benoemt een aantal thema’s die de komende jaren
bepa-lend zullen zijn voor de bestuurlijke agenda van de knaw. Deze thema’s staan ook
centraal in dit deel van het jaarverslag.
lange termijnoriëntatie en aantrekken van talent
De president van de knaw heeft in zijn jaarrede 2006 een pleidooi gehouden voor
een substantiële verbetering van de financiering van universiteiten, niet alleen
wat betreft het onderzoek, maar ook (en met name) wat betreft het onderwijs. De
talentvolle wetenschappelijke onderzoekers van de toekomst zullen immers via
het onderwijs gevormd moeten worden. Bovendien draagt universitaire scholing
bij aan een adequaat geschoolde beroepsbevolking.
Voor een duurzame beoefening van de wetenschap is een permanente aanwas
van jonge wetenschappers noodzakelijk. Het is van groot belang om jong talent
op de universiteiten te stimuleren. De knaw is daarom in 2006 gestart met een
onderzoek naar de haalbaarheid en wenselijkheid van het instellen van
knaw-assi-stentschappen met als doel excellente studenten te interesseren voor
wetenschap-pelijk onderzoek. Hiertoe is een werkgroep in het leven geroepen die haar
bevin-dingen in 2007 zal presenteren.
Met de medeondertekening van de Kennisinvesteringsagenda van het
Innovatie-platform in 2006, bevestigt de knaw haar intentie om zich de komende jaren in te
zetten voor een ambitieus programma dat ertoe moet leiden dat Nederland tot de
top gaat behoren op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie. De
ontwik-kelingen geven aan dat de aantrekkingskracht van het wetenschappelijk
onder-zoek dreigt te verminderen als onvoldoende perspectief wordt geboden aan (zeer)
talentvolle onderzoekers. Tegelijkertijd is er sprake van een toenemende
competi-tie op de arbeidsmarkt om excellente wetenschappers. Ook neemt de concurrencompeti-tie
om middelen uit de tweede en derde geldstroom sterk toe.
verkenningen en adviezen
Bij een verkenning gaat het er doorgaans om het Nederlandse onderzoek op het
verkende gebied beter te laten inspelen op denkbare toekomstige trends en
ont-wikkelingen – in de nationale én internationale maatschappelijke context.
Cen-traal staan vragen als: Waar liggen de kansen? Zijn er bedreigingen? Waarover
be-staat consensus? Welke aanbevelingen kunnen worden gedaan?
In 2006 zijn twee verkenningen afgerond. In juli 2006 is een verkenning
geti-teld Multifactoriële aandoeningen in het genomics-tijdperk aangeboden aan de
minis-ter van ocw en de staatssecretaris van vws. Een belangrijke aanbeveling in dit
rap-port betreft het opzetten van één of meer algemene biobanken. In biobanken
kun-nen gegevens en lichaamsmateriaal van patiënten en gezonde persokun-nen worden
bewaard voor wetenschappelijk onderzoek dat gericht is op een betere preventie,
diagnose en behandeling van deze veelvoorkomende aandoeningen. Daarvoor is
— 0 —
het noodzakelijk dat de bestaande biobanken en gegevensbestanden beter
toegan-kelijk worden gemaakt en dat deze niet alleen met elkaar worden verbonden maar
ook met nieuw op te zetten biobanken.
Ook pleit het rapport ervoor dat er wetgeving komt voor het gebruik van
‘rest-materiaal’ voor wetenschappelijk onderzoek. De gedragscode Goed gebruik, die
een breed draagvlak heeft onder onderzoekers, artsen en patiënten, kan hiervoor
als basis dienen. De regering heeft aangegeven deze aanbeveling te betrekken bij
de verdere vormgeving van de Wet Zeggenschap Lichaamsmateriaal (wzl).
Begin 2006 heeft de knaw een verkenning gepresenteerd onder de titel
Sa-menleven en samenwerken. Een toekomst voor de Nederlandse sociologie. Hierin pleit
de knaw voor een onderzoeksprogramma naar vraagstukken van samenleven en
samenwerken onder condities van globalisering en individualisering en naar de
maatschappelijke gevolgen van beide processen voor sociale samenhang en
onge-lijkheid in de Nederlandse samenleving. Daarnaast wordt aanbevolen om de grote
dataverzamelingen waar sociologen mee werken snel en volledig beschikbaar te
laten komen voor anderen.
Vier verkenningstrajecten waren eind 2006 nog niet afgerond. Het betreft hier
verkenningen op het terrein van de archeologie, de biowiskunde, de duurzame
energieconversie en de media- en communicatiestudies. De volgende adviezen
zijn in 2006 gepresenteerd en worden toegelicht in deel II van het jaarverslag:
– Naar een effectieve kennissamenleving.
– De toegankelijkheid van gegevens uit publieke en semi-publieke administraties
voor wetenschappelijk onderzoek.
– Nederlands sociaal-wetenschappelijk onderzoek in internationaal perspectief.
van ‘public understanding of science’ naar ‘public engagement
with science’
In het licht van haar missie streeft de knaw naar het breed informeren van ‘het
publiek’ over wetenschap. Dit gebeurt door middel van veelvuldige contacten met
de media, door het communiceren met belangstellenden over de activiteiten van
de knaw, door deelname aan de Weten Week en door mee te werken aan radio-
en televisieproducties over wetenschap. De knaw werkt samen met de nwo, vsnu
en andere partijen met als doel een gezamenlijke visie te ontwikkelen over
weten-schapscommunicatie en voor het opzetten van campagnes voor de verbreding van
het politieke en maatschappelijke draagvlak voor de wetenschap.
Een van de middelen om wetenschap over te brengen naar een groot publiek
is de website van de knaw (www.knaw.nl). Naast het informeren van het in
weten-schap geïnteresseerde publiek, richt de knaw zich op specifieke doelgroepen,
zo-als jongeren in de leeftijd van 16 tot 18 jaar. Voor deze categorie zijn in opdracht
van de knaw werkstukpakketten vervaardigd voor leerlingen van het studiehuis
vwo. Deze werkstukpakketten staan op de website van Kennisnet
(www.kennis-net.nl), een portal voor aan onderwijs gerelateerde zaken voor kinderen, jongeren,
ouders en leerkrachten.
Om de maatschappelijke rol van wetenschap te concretiseren heeft de knaw in
2006 een advies uitgebracht onder de titel Naar een Effectieve Kennissamenleving
(zie ook deel II van dit Jaarverslag). Dit advies behandelt de bijdrage van de sociale
wetenschappen aan een kennisintensieve samenleving. De knaw adviseert daarin
te investeren in onderzoek binnen de domeinen ‘Hersenen en Cognitie’,
‘Insti-tutionele Voorwaarden voor de Kennissamenleving’ en ‘Omgang en Beheersing
van Conflicten’.
— —
ethiek en wetenschapsbeoefening
De knaw heeft door haar onafhankelijke positie een verantwoordelijkheid op het
gebied van ethiek en integriteit in de wetenschap. In samenwerking met de vsnu
en de nwo is de knaw het gastinstituut voor het Landelijk Orgaan
Wetenschap-pelijke Integriteit (lowi). In het strategisch plan is aangekondigd dat de taken van
het lowi zullen worden uitgebreid, wat betreft de bewaking van de
onafhanke-lijkheid van de onderzoeker ten opzichte van de opdrachtgever. Dit is in
overeen-stemming met het knaw-advies over contractonderzoek Wetenschap op Bestelling
dat in 2005 is uitgebracht. Hierover is overleg gestart met de vsnu en de nwo.
Als een van de leidende academies van de InterAcademy Panel on
Interna-tional Issues (iap), een internationaal netwerk van wetenschappelijke academies,
was de knaw medeverantwoordelijk voor het opstellen van de zogenaamde iap
statement on biosecurity. Deze verklaring bevat een vijftal principes waarlangs een
gedragscode kan worden geformuleerd voor biowetenschappers ter voorkoming
van misbruik van biologische kennis en materialen. In 2006 heeft de minister
van ocw de knaw verzocht om in overleg met betrokkenen een dergelijke code
voor Nederland op te stellen.
Ook in het maatschappelijke debat kent de knaw zich een rol toe die past bij het
‘het geweten’ van de wetenschap. Eind 2006 heeft de knaw met de K.L.
Poll-stich-ting voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap een debatreeks georganiseerd over
de spanning tussen wetenschap en religie, als verschillende systemen van
waar-heidsvinding en zingeving. Aan deze serie ging een speciale aflevering van het
te-levisieprogramma ‘Buitenhof’ vooraf (op 1 januari 2006).
Op het terrein van de dierproeven heeft de knaw eveneens actief geparticipeerd
in een aantal discussierondes met belanghebbenden, die door de regering zijn
ge-initieerd met als doel uitgangspunten te formuleren voor een herziening op de
Wet op de Dierproeven. De discussies werden gehouden rondom drie
belangrij-ke thema’s bij dierproeven, namelijk de open(baar)heid, de ethische toets en het
toezicht.
zorg voor de kwaliteit van de wetenschapsbeoefening
De knaw hecht veel belang aan haar taken die de zorg voor de kwaliteit van de
we-tenschapsbeoefening betreffen. Als gevolg van een toename van activiteiten op dit
terrein is in 2006 een breed samengestelde vaste bestuursadviescommissie voor
kwaliteitszorg en onderzoeksevaluatie ingesteld.
De belangrijkste reguliere activiteiten in dit verband zijn de erkenning van
on-derzoekscholen door de Erkenningscommissie Onon-derzoekscholen (ecos) en de
advisering over onderzoeksgerichte masteropleidingen aan de Nederlands
Vlaam-se Accreditatie Organisatie (nvao). Er zijn in 2006 door knaw-commissies zes
po-sitieve adviezen afgegeven aan de nvao over aanvragen voor de beoordeling van
onderzoeksgerichte masteropleidingen en er werden door de ecos negen
aanvra-gen voor de (her-)erkenning van onderzoekscholen voor een termijn van zes jaar
positief beoordeeld.
Samen met de vsnu en de nwo heeft de knaw de Meta-Evaluatie
Commis-sie Kwaliteitszorg Wetenschappelijk Onderzoek (mec) ingesteld die moest
beoor-delen of het Nederlandse kwaliteitsbeoordelingssysteem, zoals vastgelegd in het
sep door de universiteiten en de para-universitaire onderzoeksinstellingen correct
wordt toegepast. De commissie zal hierover in 2007 voor het eerst rapporteren
aan vsnu, nwo en knaw.
Augustus 2005 heeft de knaw in een advies haar zorg geuit over de
kwaliteits-borging van promotie-opleidingen, mede in het licht van de groeiende behoefte
bij universiteiten om lokale graduate schools op te richten. De instellingen hebben
daarbij de wens geuit om deze scholen “mee te nemen” in de sep-beoordeling. De
knaw is bezorgd over de mogelijke gevolgen van deze beoordeling voor de goed
— —
lopende en hooggewaardeerde inter-universitaire scholen die ongeveer tweederde
van het totaal aantal onderzoekscholen betreffen. Deze zorg is besproken met de
andere betrokken partijen maar dit heeft nog niet tot meer duidelijkheid geleid.
In 2006 is de Contextgroep opgericht, een samenwerkingsverband van de
knaw, de cos, de vsnu, de nwo, en qanu op het terrein van de beoordeling van
wetenschappelijk onderzoek in zijn maatschappelijke context. De Contextgroep
ontwikkelt evaluatiemethoden waarmee de maatschappelijke relevantie van
we-tenschappelijk onderzoek kan worden aangeduid. In het voorjaar 2006 is een
ac-tieplan opgesteld, Evaluating Research in Context, dat gericht is op
kennisuitwisse-ling en methodiekontwikkekennisuitwisse-ling.
vrije toegang tot wetenschappelijke informatie
De knaw bepleit een vrije(re) toegang tot wetenschappelijke informatie voor
on-derzoekers. Zij heeft hierover in 2006 een advies laten verschijnen getiteld
Toe-gankelijkheid gegevens uit publieke en semi-publieke administraties voor
wetenschap-pelijk onderzoek. Met de start van dans (Data Archiving and Networked Services),
een nationale organisatie die zorgt voor de opslag en blijvende toegankelijkheid
van onderzoeksgegevens in de alfa- en gammawetenschappen, levert de knaw
sa-men met nwo een bijdrage aan open access en open archives.
In 2006 zijn voorbereidingen getroffen voor de overname door de knaw van
darenet dat tot 1 januari 2007 werd beheerd door surf. Hierdoor heeft de knaw
de verantwoordelijkheid gekregen voor het beheer en de verdere ontwikkeling van
een landelijk portaal met toegang tot meer dan 100.000 wetenschappelijke
publi-caties van onderzoekers in Nederland. Ook zijn er plannen uitgewerkt om in 2007
darenet te laten integreren met het narcis portaal (National Academic Research
and Collaborations Information System).
Binnen de onderzoekorganisatie heeft de knaw eveneens activiteiten
onderno-men die passen binnen het beleid om vrije toegang tot wetenschappelijke
infor-matie te bevorderen. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de invoering van
Me-tis op alle knaw-instituten, een systeem voor de registratie van
onderzoekinforma-tie dat ook bij de Nederlandse universiteiten wordt gebruikt. Daarnaast wordt er
gewerkt aan een knaw-repository, waarin de publicaties van alle
knaw-onderzoe-kers full text beschikbaar zijn.
internationale samenwerking
De knaw is een zeer actieve en betrokken partner bij internationale
samenwer-king. Dit komt tot uitdrukking in de coördinerende en ondersteunende
ten van de knaw op internationaal terrein. De knaw is trekker van vele
activitei-ten die bijdragen aan de internationale weactivitei-tenschappelijke samenwerking en de
Akademie is actief als lid van internationale organisaties. Hieronder worden
en-kele belangrijke ontwikkelingen in de internationale samenwerking verder
toege-licht.
De samenwerking met Indonesië en met China verloopt via diverse
program-ma’s die al vele jaren goede resultaten opleveren. In 2006 is de eerste fase van het
Scientific Programme Indonesia Netherlands (spin) afgesloten. spin 1, met een
budget van circa € 8 miljoen, zal naar verwachting uiteindelijk leiden tot 69
pro-moties en meer dan 300 wetenschappelijke artikelen. In het kader van de tweede
fase van spin selecteerde de knaw in samenwerking met de Indonesische
Acade-mie van Wetenschappen (aipi) in 2006 de Indonesische sociaalwetenschappelijk
onderzoeker mevrouw M.A. Yunita Triwardani Winarto, die voor de duur van drie
jaar als hoogleraar aan een Indonesische universiteit is benoemd. Ook werden zes
Indonesische postdocs voor de duur van twee jaar aan een Indonesische
onder-zoeksinstelling aangesteld: twee aan de Gadjah Mada Universiteit in Yogyakarta
(Faculteiten Tandheelkunde en Medicijnen), twee aan het Technologisch
Insti- —Insti- Insti- —Insti-
tuut in Bandung (afdelingen Fysica en Wiskunde), één aan de Padjadjaran
Uni-versiteit in Bandung (Landbouw Faculteit) en één aan het Indonesisch
Biotechno-logisch Onderzoeksinstituut voor plantagegewassen in Bogor.
Het China Exchange Programme (cep) stimuleert al meer dan 25 jaar
waarde-volle onderzoekssamenwerking tussen Nederland en China. In 2006 werden in
cep 30 gezamenlijke onderzoeksprojecten ondersteund, in thema uiteenlopend
van de studie van de talen van het Himalaya gebied tot het ontwikkelen van een
verbeterde meettechniek in de sterrenkunde voor toepassing in het Chinese
‘Lu-nar Exploration Programme’. Met de inzet van postdocs werden in het
Program-ma Strategische Allianties tussen China en Nederland (psa) goede vorderingen
gemaakt met het uitzetten van de gezamenlijke onderzoekslijnen die in latere
fa-ses zullen worden opgeschaald en uitgebreid tot Strategische Allianties. Binnen
het cas-knaw Joint PhD Training Programme werden in 2006 weer zes PhD
stu-denten aangesteld die gezamenlijk door Nederlandse en Chinese promotoren
bin-nen bestaande onderzoekssamenwerking zullen worden opgeleid.
co-reach (Co-ordination of Research between Europe and China) heeft tot doel
het wetenschappelijk onderzoek en de samenwerking met China op Europees
ni-veau te coördineren. Dit era-net is opgezet door de knaw samen met elf andere
Europese academies en wetenschappelijke organisaties en wordt gefinancierd uit
het Zesde Kaderprogramma van de Europese Commissie. In het kader van het
vijfjarige werkprogramma zijn in 2006 onder andere de bilaterale
wetenschappe-lijke programma’s tussen de co-reach-partners met China in kaart gebracht en
is een benchmark uitgevoerd met als doel best practices te identificeren voor
toe-komstige Europees-Chinese samenwerkingsprogramma’s.
In 2006 is de samenwerking tussen de knaw en het Network of African
Scien-ce Academies (nasac), die in 2005 begon, voortgezet. Deze samenwerking heeft
tot doel om bij te dragen aan de opbouw van de wetenschappelijke en
technolo-gische capaciteit in Afrika. Mede in het kader van het programma ‘Capacity
Buil-ding for Young Academies’ van het InterAcademy Panel on International Issues
(iap) heeft de knaw een veelomvattend werkbezoek van het nasac aan Nederland
en de Europese Commissie georganiseerd.
Tijdens dit werkbezoek heeft het nasac besloten tot een strategisch plan dat
met ondersteuning van de knaw is opgesteld en in december 2006 werd
goedge-keurd door de General Assembly van het nasac. Onderdeel van het werkbezoek
was een ontmoeting met de iac Board, een internationale organisatie van
Acade-mies van Wetenschappen, waarvan het secretariaat is gehuisvest bij de knaw. Ten
slotte zijn de knaw en het nasac een aantal samenwerkingsverbanden aangegaan
met Europese organisaties om een aantal wetenschappelijke conferenties te
orga-niseren voor wetenschappers uit Afrika en Europa.
De knaw werd in 2006 lid van de All European Academies (allea) Steering
Committee. allea is de federatie van 47 academies van wetenschappen uit 38
Europese landen van binnen en buiten de Europese Unie. In deze hoedanigheid
heeft de Akademie bijgedragen aan de ontwikkeling van een allea Strategic
Out-look. Deze Strategic Outlook zal zich moeten richten op het versterken van de
posi-tie van allea als een relevante, pro-acposi-tieve en solide organisaposi-tie met concrete
ac-tieplannen voor de korte en middellange termijn. De allea Strategic Outlook zal in
2007 worden gepresenteerd.
De knaw is actief lid van de European Academies Science Advisory Council
(easac), een organisatie dat samenwerking stimuleert tussen Europese academies
om deskundig, onafhankelijk advies te geven over wetenschappelijke aspecten
van belangrijke beleidskwesties aan de instellingen van de Europese Unie. Ook
in 2006 heeft de knaw experts uit het Nederlandse onderzoeksveld voorgedragen
om mee te werken aan de verschillende actuele adviesprojecten van easac.
Op Europees terrein is de knaw tevens partner in Netherlands House for
Edu-cation and Research (Neth-er), de vertegenwoordiging in Brussel van het
Neder- —Neder- Neder- —Neder- Neder-
landse hoger onderwijs en onderzoek. De andere partners zijn: de hbo-raad, de
mbo Raad, de nuffic, de nwo, surf, tno en de vsnu. Neth-er is in september
2006 van start gegaan als opvolger van het Netherlands house for Science and
Technology (nest). Een uitgebreid informatiesysteem ten behoeve van de leden
van Neth-er, het ‘Operating Support System’, is in ontwikkeling.
Intern beraadt de knaw zich op meer samenhang binnen het internationale
be-leid waarbij ook duidelijke prioriteiten moeten worden aangewezen. In 2006 is
de nieuwe permanente Commissie Internationaal Beleid (Committee for
Interna-tional Policy-cip) begonnen met haar taken. Deze commissie volgt de
ontwikke-lingen op het gebied van de internationalisering van wetenschap en
wetenschaps-beleid en zal op basis hiervan het bestuur adviseren over de richting van het
inter-nationale beleid van de knaw.
het genootschap als ‘funding’ organisatie
De knaw steunt een aantal specifieke activiteiten zoals leerstoelen,
wetenschaps-prijzen, fondsen en subsidies, die in feite als flankerend beleid kunnen worden
beschouwd bij de kwaliteitsbeoordeling van de wetenschap.
In 2006 werd aan vier excellente onderzoekers een Akademiehoogleraarschap
toegekend. Dit Akademiehoogleraarschap brengt met zich mee dat de hoogleraar
geheel wordt vrijgesteld voor onderzoek en een of twee jonge onderzoeksleiders
kan aantrekken. De betreffende universiteit kan hierdoor extra investeren in dit
onderzoeksgebied. In 2006 werden twee knaw-Muller-leerstoelen op het terrein
van de geesteswetenschappen gevestigd. Deze leerstoelen worden voor drie jaar
ingesteld, waarna de betrokken universiteiten deze overnemen.
De Heinekenprijzen horen bij de grootste wetenschappelijke prijzen ter
we-reld. In 2006 heeft de Akademie de Heinekenprijzen uitgereikt, die beschikbaar
worden gesteld door de Dr. H.P. Heineken Stichting en Alfred Heineken
Fond-sen. Het aantal prijzen, van elk 150.000 dollar, werd met één uitgebreid, voor
cog-nitiewetenschap, naast die voor onderzoek in de biochemie en biofysica,
genees-kunde, historische wetenschap en milieuwetenschappen. Daarnaast is er een prijs
van 50.000 euro voor een Nederlandse kunstenaar beschikbaar gesteld.
— —
KNAW-instituten
knaw als koepelorganisatie
De instituten van de Akademie verrichten wetenschappelijk onderzoek van hoge
kwaliteit. Daarnaast is een aantal instituten verantwoordelijk voor het beheer en
de ontsluiting van wetenschappelijke collecties die niet alleen kunnen bestaan uit
documenten, afbeeldingen en objecten maar ook uit medisch en biologisch
ma-teriaal. Sommige van deze instituten hebben daarnaast een expliciete
maatschap-pelijke taak, zoals het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (niod). Bij
de knaw-instituten zijn ongeveer 1.200 mensen werkzaam.
organisatie-ontwikkelingen
De onderzoekorganisatie van de knaw was in 2006 volop in beweging. Hierna
worden de belangrijkste ontwikkelingen weergegeven. Voor uitvoerige informatie
op instituutsniveau wordt verwezen naar deel II van dit jaarverslag.
– Data Archiving and Networked Services (DANS) – Op 1 juli 2006 werd dans, dat
door de knaw samen met nwo is opgericht en wordt gefinancierd, officieel
ge-opend door de minister van ocw. Dit instituut is de nationale organisatie die zorgt
voor de opslag en blijvende toegankelijkheid van onderzoeksgegevens in de alfa-
en gammawetenschappen en het bij elkaar brengen van onderzoeksconsortia en
databezitters.
– Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (kitlv) – In 2006 is
bin-nen het kitlv een reorganisatie uitgevoerd. Het instituut kent nu naast de
alge-mene dienst en kitlv Jakarta drie hoofdafdelingen: Collecties, Uitgeverij en
On-derzoek.
– Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI) – Zoals
aangegeven in het vorige jaarverslag is dit instituut per 1 juli 2005 formeel
op-geheven. De afwikkeling van deze beslissing liep nog door tot in 2006. Per 1
juli 2006 eindigde de ontslagbeschermingstermijn van de boventallige
mede-werkers. Grosso modo zijn van de 77 medewerkers van het niwi er 44 geplaatst
bij nieuwe en bestaande knaw-onderdelen, moeten er nog 6 medewerkers
wor-den geplaatst en is 1 medewerker in de wao terecht gekomen. De overige
mede-werkers zijn met fpu, ontslagen of hebben buiten de knaw een baan gevonden.
De biomedische documentlevering is per 1 januari 2006 definitief beëindigd. Van
de bibliotheek zijn de historisch waardevolle collecties ondergebracht bij het iisg.
Medio 2005 zijn de universiteitsbibliotheken en andere Nederlandse bibliotheken
uitdrukkelijk uitgenodigd om hun eigen collecties aan te vullen uit de niwi-knaw
collectie. Hiervan is maar beperkt gebruik gemaakt. Eind 2005 zijn kontakten
ge-legd met gespecialiseerde antiquariaten. Het resterende materiaal is in augustus
2006 afgevoerd door een bedrijf gespecialiseerd in papiervernietiging.
– Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen (nin) – Het nin is in 2005
ont-staan uit een fusie van het Interuniversitair Oogheelkundig Instituut en het
Ne-derlands Instituut voor Hersenonderzoek. In 2006 is verder gewerkt aan het
fu-sieproces en de reorganisatie. Een van de doelstellingen was het creëren van
finan-ciële ruimte voor nieuw strategisch onderzoeksbeleid. Het betreft een
samenhan-gende benadering van hersenonderzoek en onderzoek naar het visuele systeem.
— —
Eind 2006 is begonnen met het opzetten van een breed samenwerkingsverband
tussen het nin en een aantal universteiten.
– Virtual Knowledge Studio (vks) – Op 1 januari 2006 is de vks van start gegaan.
Dit is het nieuwe e-research programma van de knaw in de geestes- en sociale
we-tenschappen. De vks wil bijdragen aan het ontwikkelen en conceptualiseren van
nieuwe vormen van onderzoek en samenwerking, waarin informatie- en
commu-nicatietechnologie en digitalisering worden benut. De vks is gehuisvest in het
In-ternationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (iisg) in Amsterdam. In
septem-ber 2006 openden de Erasmus Universiteit Rotterdam en de knaw de Erasmus
Virtual Knowledge Studio knaw. De vks werkt ook met andere universiteiten
sa-men.
directeursbenoemingen
In 2006 is een aantal directeuren ()benoemd. Henk Wals is voor vijf jaar
her-benoemd als directeur van het Huygens Instituut, Pedro Crous is voor vijf jaar
herbenoemd als directeur van het cbs en Wim Blockmans is tot zijn emiritaat
herbenoemd als rector van het nias. De knaw heeft ingestemd met de benoeming
van Reinier Salverda tot directeur-bestuurder van de Stichting Fryske Akademy.
Marjan Schwegman is benoemd als directeur van het niod; zij volgt per 1 maart
2007 Hans Blom op. De vorming van een nieuwe directie voor het nin is
be-gin 2007 afgerond met de benoeming van Pieter Roelfsema tot algemeen
weten-schappelijk directeur en Chris De Zeeuw tot project directeur uitbouw nin.
directie knaw
In 2006 is uitvoering gegeven aan de voorgestelde veranderingen in de
topstruc-tuur van de Akademie. Was er in de voorgaande jaren sprake van zowel een
di-recteur voor de Geesteswetenschappelijke Instituten als een didi-recteur voor de
Le-venswetenschappelijke Instituten, vanaf oktober 2006 is er sprake van één
direc-teur (Theo Mulder) die de knaw-instituten in portefeuille heeft. In de komende
jaren zal vanuit de directie worden getracht om de samenwerking tussen knaw
instituten te stimuleren alsmede de samenwerking tussen de instituten en de
uni-versiteiten.
hoogwaardig onderzoek
Het onderzoek in de instituten wordt periodiek onderworpen aan een externe
eva-luatie, die wordt uitgevoerd door een internationale peer review committee.
Door-dat de knaw-instituten zich primair richten op het uitvoeren van
wetenschappe-lijk onderzoek en minder zijn belast met het verzorgen van onderwijs, dienen er
strenge eisen te worden gesteld aan de kwaliteit van het onderzoek. In het
verslag-jaar zijn de volgende externe evaluaties afgerond, waarvan de volledige
evaluatie-dossiers met in begrip van het bestuursstandpunt zijn te vinden op de website van
de knaw:
– Nederlands Instituut voor Ecologie (nioo). Het nioo is eind 2005 geëvalueerd
en ontving begin 2006 het oordeel ‘zeer goed tot excellent’.
– Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (kitlv). Begin 2006
be-oordeelde de peer review committee het instituut als ‘zeer goed’, waarbij het
judi-cium voor de collecties zelfs ‘excellent’ was en voor leadership, academic
repu-tation en kitlv-Jakarta ‘zeer goed tot excellent’.
– Meertens Instituut. In november 2006 bezocht een peer review committee het
instituut. Het instituut heeft voor zijn zelfevaluatie gebruik gemaakt van het
knaw-rapport Judging research on its merits, dat is opgesteld door de Sociaal
We-tenschappelijke Raad en de Raad voor de Geesteswetenschappen. Begin 2007
zal het evaluatiedossier openbaar worden gemaakt.
— —
In 2006 werden ook twee midterm evaluaties uitgevoerd. De Fryske Akademy
en het niod hielden hun prestaties over de afgelopen drie jaar kritisch tegen het
licht en bespraken de uitkomsten met de Akademie.
Het Strategiefonds biedt voor de directie van de knaw de mogelijkheid om
stra-tegische vernieuwingen bij instituten financieel te ondersteunen. Dit fonds bevat
jaarlijks € 2,3 miljoen. In het afgelopen jaar konden de volgende voorstellen
reke-nen op een financiële bijdrage:
– Het Centraal Bureau voor Schimmelcultures (cbs) voor het project
dna-barco-ding van schimmels.
– Het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen (nin) voor vernieuwing
van de koers in het kader van de reorganisatie.
– Het Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland (icin) ten behoeve van
de ontwikkeling van een landelijke cardiovasculaire data- en dna-bank.
– Het Meertens Instituut voor de ontwikkeling van Documentatie- en
Onder-zoekscentra voor het Nederlandse lied, het Nederlandse volksverhaal en
Na-men in Nederland.
– Het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (nidi) voor een groot
Europees onderzoek ‘The integration of the European second generation’,
als-mede voor het project ‘Demografie, epidemiologie en actuariaat’.
– Het Hubrecht Instituut ontving in 2006 een kleine bijdrage voor de
organisa-tie van de 5th European Zebrafish Genetics and Development Meeting die in
Amsterdam wordt gehouden in juli 2007.
– Tot slot ontving het Huygens Instituut een bijdrage voor een Editiemachine.
De wetenschapscommissies van de instituten hebben tot taak te adviseren over
het meerjaren onderzoeksbeleid van instituten. Nadat een aantal jaren een zekere
afstand bestond tussen wetenschapscommissies en de directie van de knaw is een
begin gemaakt om de onderlinge banden weer aan te halen. De
wetenschapscom-missies hebben voor de directie van de knaw een belangrijke adviesfunctie ten
aanzien van het in de instituten gevoerde onderzoeksbeleid.
samenwerking
Het Nederlands Instituut voor Ecologie (nioo) van de knaw en het Koninklijk
Ne-derlands Instituut voor Onderzoek der Zee (nioz) van nwo zijn een
samenwer-kingsverband aangegaan op het gebied van fundamenteel onderzoek van kust en
zee. De instituten werkten al enkele jaren nauw samen. Ze hebben nu besloten
om een gezamenlijk onderzoeksprogramma te ontwikkelen en als eenheid naar
buiten op te treden. Voorlopig gebeurt dat onder de naam Nederlandse
Combina-tie voor Fundamenteel Onderzoek van Kust en Zee (fokuz). Het nioo is ook een
samenwerkingsverband aangegaan met imares over de Kenniscampus Yerseke.
Het Netherlands Institute for Advanced Studies (nias) ontving een financiële
bijdrage om een samenwerking met het Lorentz Center van de Universiteit
Lei-den op te zetten. Aan deze samenwerking hebben via het Lorentz Center ook nwo
en het ministerie van ocw financieel bijgedragen. In november 2006 zijn zij een
nieuwe vorm van samenwerking gestart voor het opzetten van multidisciplinaire
projecten. Zo stelt het nias in overleg met het Lorentz Center enkele Lorentz
Fel-lows aan die zich specifiek bezighouden met onderwerpen die raakvlakken
verto-nen met zowel de exacte wetenschappen, de sociale wetenschappen als de
huma-niora. In dit brede kader van alfa, bèta en gamma programmeert het Lorentz
Cen-ter jaarlijks enkele workshops. Met de workshop ‘Perspectives on Scientific
Practi-ce from ScienPracti-ce and the ScienPracti-ce Studies’ is deze samenwerking officieel van start
gegaan. Het is de bedoeling dat meer van dergelijke gezamenlijke workshops op
het grensvlak van geestes- maatschappij- en gedragsweetenschappen enerzijds,
en de natuurwetenschappen anderzijds worden georganiseerd.
— —
collectiebeleid
Het afgelopen jaar heeft de Akademie een verkennend onderzoek uitgevoerd naar
knelpunten op het terrein van collecties van documenten en audio-visueel
ma-teriaal. De instituten met grote collecties, zoals het Internationaal Instituut voor
Sociale Geschiedenis (iisg), het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie
(niod), het Meertens Instituut en Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en
Volken-kunde (kitlv), kennen veelal dezelfde problemen. Doelgerichte acquisitie,
duur-zaam beheer en digitale ontsluiting zijn gemeenschappelijke aandachtspunten.
Een nieuwe werkgroep Collectiebeleid is opgericht om kennis en ervaring uit te
wisselen en om gezamenlijk beter te kunnen anticiperen op toekomstige
ontwik-kelingen op het terrein van digitalisering.
valorisatie
De knaw is in het verslagjaar betrokken bij de oprichting van twee bedrijven die
tot doel hebben vindingen uit Hubrecht Instituut tot commerciële ontwikkeling
te brengen.
Agamyxis bv richt zich op de ontwikkeling van een nieuwe behandeling van
darmtumoren op basis van gamma-secretase-remmers. Hierbij wordt
voortge-bouwd op onderzoekswerk in het team van Hans Clevers, directeur van het
Hu-brecht Instituut. De knaw heeft in deze bv een tweetal patentaanvragen
inge-bracht en beschikt over 60 % van de aandelen. Hans Clevers is wetenschappelijk
directeur van de bv en Ton Logtenberg, medeoprichter van het Nederlandse
bio-technologiebedrijf Crucell, zakelijk directeur. Voor de financiering van de
onder-zoeksactiviteiten is Agamyxis bv een samenwerkingsverband aangegaan met het
farmaceutische bedrijf Merck & Co.
Interna Technologies bv richt zich op de ontwikkeling van diagnostische en
therapeutische toepassingen van een vinding op het terrein van μrna door de
groep van Edwin Cuppen, werkgroepsleider bij het Hubrecht Instituut. Ook hier
heeft de knaw een patentaanvraag ingediend. Interna wordt voor 100 %
gefinan-cierd door het Aglaia Oncology Fund. Dit venture capital fund participeert ook in
spin-offs bij de Radboud Universiteit, het lumc en het vumc. Tussen Interrna en
het Hubrecht Instituut is een samenwerkingsovereenkomst gesloten om de
ken-nisportfolio van Interna verder tot ontwikkeling te brengen. Hoewel de knaw hier
geen aandeelhouder is, zal zij wel delen in de potentiële opbrengsten.
Voor beide activiteiten geldt dat de knaw wetenschappelijke kennis en
deskun-digheid inbrengt terwijl de andere partijen zorgdragen voor de noodzakelijke
ken-nis van de farmaceutische markt en voor de deskundigheid over de commerciële
ontwikkeling van vindingen op medisch-biologisch terrein. De knaw loopt geen
financiële risico’s. Voor beide bv’s geldt dat nog een lange weg te gaan is en er
ze-ker geen garantie is op succes. Blijken de vindingen van commerciële waarde dan
kunnen de revenuen voor de knaw echter aanzienlijk zijn.
— —
Bedrijfsvoering
personeel en organisatie
In totaal bestaat het personeelsbestand van de knaw uit 1.076 fte
1. Het percentage
vrouwen is nagenoeg gelijk gebleven in vergelijking met het vorige jaar, namelijk
43 procent van het totale bestand. Het ziekteverzuim daalde van 3,08 naar 2,67
procent. Het verzuim ligt daarmee al enkele jaren onder de 4 procent. In 2006
deed zich één, niet ernstig, bedrijfsongeval voor.
In het Strategisch plan knaw 2007-2010, Duurzame wetenschap, wordt een visie
gegeven op het toekomstige personeelsbeleid dat effectief en dus dynamisch in
moet spelen op de (lange termijn) ontwikkelingen die in (de organisatie van) het
wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden. Slechts in een omgeving waar
mede-werkers zich continue ontwikkelen is excelleren mogelijk. Er is een start gemaakt
om hrm-beleid te ontwikkelen dat zich nadrukkelijk richt op het investeren in
medewerkers met het oog op verdere professionalisering van het
wetenschappe-lijk en het ondersteunend personeel. Ook zal beleid worden ontwikkeld om de
knaw-instituten beter in staat te stellen om een kweekvijver voor jong
onderzoek-stalent te zijn.
In het Lokaal Overleg werd een akkoord bereikt over een nieuw Sociaal
beleids-kader. De vervanging van het Sociaal beleidskader uit 1993 was niet alleen nodig
in verband met een nieuwe cao, maar ook vanwege de veranderingen op de
ar-beidsmarkt en de wijzigingen in het sociale zekerheidsstelsel. Het nieuwe kader
fungeert als een standaard sociaal plan, dat de komende vijf jaar op het
meren-deel van de reorganisaties van toepassing zal zijn. Het bevat een breed pakket aan
sociale maatregelen en instrumenten dat kan worden toegepast bij gedwongen
ontslag in verband met reorganisaties of organisatieveranderingen van beperkte
omvang.
Door de overgang van de wao naar de wia per 1 januari 2006 wijzigde de
hoog-te en de duur van de uitkeringen. Daarnaast is de pensioenwet aangepast,
waar-door de mogelijkheden voor vervroegd pensioen afnemen of duurder worden.
In 2006 besloot het abp het oude invaliditeitspensioen (ip) per 1 januari 2007
om te vormen in het abp Arbeidsongeschiktheidspensioen (aaop). Voor
gedeel-telijk arbeidsongeschikten kan aaop tot een forse inkomenachteruitgang leiden
(bijstandsniveau). Om deze inkomensachteruitgang te beperken tot 70% van het
laatstverdiende salaris, is bij Loyalis (abp) een ip Aanvullingsplan afgesloten.
In 2006 is, voortvloeiend uit de overgang naar de cao-nu, het merendeel van de
knaw-functies ingedeeld in het systeem voor Universitair Functieordenen (ufo).
De functies die ten tijde van de invoering van ufo vacant waren, nieuw
ontston-den of zijn komen te vervallen zijn niet meegenomen. Uiteindelijk bleek alleen
voor de functies instituutsdirecteur en hoofd onderzoeksgroep geen passend
ufo-functieprofiel voor handen. De resultaten zijn vergelijkbaar met de uitkomsten bij
de veertien universiteiten die ook ufo hebben ingevoerd.
Een meer uitgebreid verslag op het terrein van personeel en organisatie is terug
te vinden in het deel II van dit jaarverslag.
bureauorganisatie
In april 2006 is de notitie Taken, middelen en organisatie van het bureau vastgesteld
en is een aanvang gemaakt met de uitvoering van de daarin opgenomen besluiten.
1 ���������� ��������� �� ������� ��� ��� �������� ������������ ������� ������������� ���������������� ������ ���� ���������� ��������� �� ������� ��� ��� �������� ������������ ������� ������������� ���������������� ������ ���� w��kz��� ��/���� �� knaw��
— 0 —
Deze omvatten onder meer het onderbrengen van tot dusverre gescheiden
eenhe-den van het Bureau in één afdeling, de afdeling Bestuurs- en
Directieondersteu-ning en het omvormen van de afdeling Adviesraden en Commissies tot een
afde-ling Advies en Verkenning en een reorganisatie van de afdeafde-lingen Voorlichting en
Edita, waarbij met name de taken van de laatstgenoemde afdeling in andere
orga-nisatorische verbanden worden voortgezet.
Om de ambities in het Strategisch plan helpen te verwezenlijken is in 2006
een communicatieplan ontwikkeld waarin wordt voorgesteld een nieuwe afdeling
Communicatie in te richten. Deze zal een belangrijke rol spelen met betrekking
tot de inhoud en vorm van de communicatie en zorgt voor de productie en/of
uit-voering van de gekozen communicatiemiddelen en communicatiestrategie. Het
plan heeft ook consequenties voor de afdeling Edita. Over de inbedding van de
taken van de afdeling Edita vindt nog besluitvorming plaats. De plannen voor de
reorganisatie van de afdelingen Voorlichting en Edita zijn eind 2006 nog niet
af-gerond.
informatisering & automatisering
Het jaar 2006 kan voor de knaw wat betreft ict als een overgangsjaar worden
be-schouwd. Er zijn diverse trajecten gestart die in 2007 tot resultaten zullen leiden.
Zo is in 2006 een architectuurplan voor de ict-infrastructuur van de knaw
opge-steld. Dit zal in 2007 en 2008 leiden tot modernisering en verbetering van de
in-frastructuur, zowel op het gebied van netwerk en toegang tot internet, als op het
gebied van kantoorautomatisering en informatiesystemen.
De afhankelijkheid van ict wordt steeds groter en de samenhang met het
be-leid steeds belangrijker. Het beheer van infrastructuur en systemen zal meer
pro-fessioneel worden uitgevoerd. Hiervoor zijn in 2006 al de nodige
voorbereidin-gen getroffen. Daarnaast wordt een sterkere samenwerking op ict-terrein tussen
de instituten beoogd, waarvoor een knaw-breed platform is opgericht. In dit
ver-band kan ook de oprichting van de eerder genoemde werkgroep Collecties
wor-den genoemd, die zich onder andere buigt over beleidsmatige vraagstukken met
betrekking tot digitalisering en ontsluiting van collecties.
In het afgelopen jaar zijn stappen gezet op het gebied van
informatiebeveili-ging. Er is een betere bescherming tegen bedreigingen van buitenaf door de
im-plementatie van een nieuwe firewall en er is een aanzet geleverd voor beleid met
betrekking tot informatiebeveiliging. Voorts is een start gemaakt met het op orde
brengen van alle licenties voor externe databanken en softwareproducten.
huisvesting instituten
In de notitie Huisvesting KNAW 2005-2015 is het huisvestingsbeleid van de knaw
en de agenda voor de komende jaren beschreven. Elk jaar wordt het
huisvestings-beleid in overleg met de instituten geactualiseerd en in een jaarplan vastgelegd.
De strategische uitgangspunten voor het huisvestingsbeleid zijn vestiging van
in-stituten on campus bij universiteiten en clustering van inin-stituten met als doel
we-tenschappelijke samenwerking en doelmatige bedrijfsvoering te bevorderen.
In 2006 is definitief besloten tot een investering van € 24 miljoen voor een
ge-zamenlijke huisvesting van het nioo-Centrum voor Terrestrische Ecologie in
He-teren en het nioo-Centrum voor Limnologie in Nieuwersluis op de campus van
de Wageningen Universiteit. Dit betekent dat de hoofdzetel van het nioo ook in
Wageningen komt te liggen. Gezamenlijke huisvesting is niet alleen goedkoper
maar biedt ook voordelen voor de programmatische samenwerking tussen deze
beide onderdelen van het nioo en met de Wageningen Universiteit. De
voorbe-reidingsactiviteiten zijn erop gericht om het nioo in september 2009 over te
la-ten gaan.
— —
Voor het tekort aan werkplekken en opslagruimte voor de collecties van het
kitlv in Leiden is in 2005 een uitbreidingsplan gemaakt, waarbij de
stedenbouw-kundige mogelijkheden van de plaatselijke situatie volledig zijn benut. Dit
uitbrei-dingsplan is het afgelopen jaar zowel door de Leidse Universiteit als door de
ge-meente Leiden goedgekeurd. In overleg met de Universiteit zal het
uitbreidings-plan tot een compleet ontwerp worden uitgewerkt.
Vanwege de groei van het Hubrecht Instituut in Utrecht is in 2002 achter het
gebouw een tijdelijke uitbreiding gerealiseerd. In het voorjaar 2006 is een
inven-tarisatie gemaakt van de toekomstige ruimtebehoefte bij het Hubrecht
Labratori-um en het Centraalbureau voor Schimmelcultures (cbs), die naast elkaar op het
universitaire terrein de Uithof in Utrecht zijn gevestigd. Doordat rekening wordt
gehouden met een toekomstige uitbreiding vallen de kosten van het plan
aanmer-kelijk hoger uit dan was gereserveerd voor de vervanging van de tijdelijke
huis-vesting. Samen met het Hubrecht Instituut worden nu de mogelijkheden verkend
om additionele middelen te verwerven. In verband met het aflopen van de
vergun-ning voor de tijdelijke uitbreiding wordt overleg gevoerd met de gemeente Utrecht
en de Universiteit Utrecht over de verlenging van de gebruikstermijn.
Vanwege de opheffing van het niwi is medio juli 2006 het niwi-deel in het
pand Joan Muyskenweg, waar ook het Meertens Instituut is gevestigd, te
Amster-dam geheel ontruimd. Het Ministerie van Justitie zal de voormalige archiefruimte
van het opgeheven niwi van de Rijksgebouwendienst huren. Voor het Meertens
Instituut en een deel van het knaw-bureau, dat niet in het Trippenhuis te
Amster-dam kan worden gehuisvest, is het lopende huurcontract met vijf jaar verlengd.
integraal risicomanagement
In 2006 zijn de eerste verkennende stappen gezet om te komen tot een
knaw-breed integraal risicomanagement. Doel is het inzicht te vergroten in de
moge-lijke effecten van risico’s op de uitoefening van de doelstellingen van de knaw en
de wijze waarop hiermee kan worden omgegaan. Gestructureerd vormgegeven
ri-sicomanagement wordt belangrijker als gevolg van (inter-) nationale regelgeving.
Bovendien worden aan publieke organisaties vanuit de maatschappij meer eisen
gesteld aan de verantwoording over de realisatie van maatschappelijke
doelstel-lingen.
Tot nu toe wordt volstaan met een financieel getinte risicoparagraaf in de
deel-jaarrekeningen. Daar verklaart de eindverantwoordelijke middels een Letter of
Re-presentation dat hij/zij ‘in control’ is op het gebied van de belangrijkste risico’s.
In 2007 worden de mogelijkheden verder verkend voor de invoering van integraal
risicomanagement.
financiën
In 2006 bedroeg het totaal aan baten € 133,7 miljoen en het totaal aan lasten
€ 125,6 miljoen, waarmee het gerealiseerde exploitatieresultaat € 8,1 miljoen
be-draagt. Enerzijds wordt het positieve saldo verklaard door hogere baten, onder
an-dere als gevolg van technische bijstellingen vanuit het ministerie van ocw die nog
niet in 2006 konden worden doorvertaald naar specifieke budgetten. Daarnaast
is sprake van flink hogere renteopbrengsten door een stijging van de
gemiddel-de rente en als gevolg van vertraaggemiddel-de bouwinvesteringen. Ten slotte zijn er meer
‘overige baten’ gerealiseerd dan was geraamd en die in het boekjaar nog niet tot
navenante lasten hebben kunnen leiden.
Anderzijds zijn zowel een aantal personele lasten als materiële lasten lager
uit-gevallen dan voorzien. In 2006 zijn meer vacatures onvervuld gebleven dan
voor-zien als gevolg van de hoge kwaliteitseisen en schaarste aan bepaalde expertise.
Daarnaast is een aantal kosten voor personeelsvoorzieningen geraamd die
moge-lijk in 2007 kunnen optreden. Ten slotte heeft een aantal projecten vertraging
op- —op- op- —op- op-
gelopen, waardoor de hiervoor begrote lasten in volgende jaren zullen optreden.
De financiële positie van de knaw is gezond te noemen. Het bedrag ‘eigen
ver-mogen + voorzieningen’ bedraagt 41% van het balanstotaal. De current ratio
(li-quiditeit) is ultimo 2006 1,36. Hierbij moet worden aangetekend dat het positieve
exploitatieresultaat 2006 het beeld ten gunste heeft beïnvloed.
Voor verdere cijfers, analyses en toelichtingen wordt verwezen naar het derde
deel van dit jaarverslag, waarin de jaarrekening 2006 van de knaw integraal is
op-genomen.
— —
rudy andeweg
(1952)
H��������� ���������� �� N���������� ��������������
��� �� �������������� ��� L�����
‘Ik was zo beduusd toen ik het hoor-de, dat ik bedenktijd heb gevraagd. Het drong niet eens tot me door dat de benoeming een grote eer is. Het moet vreemd overgekomen zijn.’ Na enige tijd besefte de Leidse hoogle-raar Rudy Andeweg (55) dat het lid-maatschap voor iemand als hij, die op een breed terrein actief is, extra eervol is. ‘Ik heb het niet met mijn bestuurswerk verdiend, noch met mijn optredens in de media, maar in de eerste plaats met mijn weten-schappelijke productie.’
Als vers lid heeft hij zich voor-genomen zeker het eerste jaar alle reguliere bijeenkomsten van zijn KNAW-afdeling bij te wonen, van-wege de inspirerende lezingen en de als altijd scherpe vragen. ‘Het lijkt me tamelijk vreesaanjagend om voor dit kritische gehoor een voordracht te houden.’
Tijd is een schaars goed voor Andeweg die vorig jaar zijn vakantie moest opofferen toen de Raad voor Openbaar Bestuur hem vroeg nog een keer het parlementsonderzoek uit te voeren – samen met zijn Twentse collega Thomassen. ‘Het was zeer de moeite waard. In 2001 hadden we voor het laatst parlementariërs geinterviewd, vlak voor de Fortuyn-revolte. Zou het beeld nu anders zijn? We vroegen kamerleden onder meer naar de lessen uit het referendum over de Europese Grondwet. Meer dan de helft wilde nooit meer een referendum, ik vond dat tamelijk schokkend.’
Hoewel hij regelmatig door de media wordt gevraagd het ‘onvoorspel-bare’ gedrag van de kiezers te duiden, vindt hij zelf dat eerder de partijen op drift zijn, dan de burgers. ‘In 2002 had je met de LPF een partij die verwoordde wat ook voor 2002 ‘op straat’ leefde, maar toen geen politie-ke vertaling vond . En als de PvdA naar het midden opschuift, is het niet verwonderlijk dat de SP groot wordt. Het betekent niet dat de kiezers ra-dicaliseren.’
Als opvallende ontwikkelingen van de laatste jaren ziet Andeweg een zekere verharding tegenover integratieproblemen bij de linkse partijen, en, algemeen in de politiek, het verstommen van de roep om staatkun-dige hervormingen.
Een andere, minder mediagenieke maar voor Andeweg zorgwekkende ontwikkeling, is de versteviging van de greep van de politiek op het weten-schappelijk onderzoek. ‘De middelen voor onderzoek worden gekoppeld aan de agenda van de beleidsmakers. Er gaan zakken met geld naar “maat-schappelijk relevante” topinstituten. Maat“maat-schappelijke relevantie wordt daarbij verengd tot beleidsrelevantie – de wetenschap dient als vijgeblad voor de eigen politieke prioriteiten. De ruimte voor “vrij” wetenschappe-lijk onderzoek wordt zo steeds kleiner, omdat NWO ook al een deel van haar eigen middelen voor maatschappelijk relevante thema’s bestemt. Zie nog maar eens een aio te krijgen buiten die thema’s om! Zelf mag ik nog niet klagen, ik onderzoek nog steeds wat ik zelf wetenschappelijk belang-rijk vind, maar ik zie deze ontwikkeling wel om me heen plaatsgrijpen.’