• No results found

Kwetsbare onafhankelijkheid : het leven van vrouwen uit female-headed households op Curaçao en de rol van machismo en agency

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kwetsbare onafhankelijkheid : het leven van vrouwen uit female-headed households op Curaçao en de rol van machismo en agency"

Copied!
67
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kwetsbare onafhankelijkheid

Het leven van vrouwen uit female-headed households op Curaçao

en de rol van machismo en agency

Universiteit van Amsterdam

Culturele antropologie en sociologie der niet-westerse samenlevingen Masterscriptie door Lucie Akkermans

lucie.akkermans@gmail.com Studentnummer: 5828317

Begeleidster: Dr. Marie-Louise Janssen Tweede lezer: Drs. Dorine Greshof Derde lezer: Dr. Erella Grassiani Juli 2013

(2)

2 Kwetsbare onafhankelijkheid

Het leven van vrouwen uit female-headed households op Curaçao en de rol van machismo en agency

Masterscriptie door Lucie Akkermans Studentnummer: 5828317 Begeleidster: Dr. Marie-Louise Janssen

Tweede lezer: Drs. Dorine Greshof Derde lezer: Dr. Erella Grassiani

Master Culturele antropologie en sociologie der niet-westerse samenlevingen Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

(3)

3

Voorwoord

De laatste vrijdag van mijn veldwerk was het tijd om afscheid te nemen van mijn favoriete

female-headed household aan de Sombreroweg. Iedere keer ging ik hier met een dubbel

gevoel naartoe, doordat ik hier geconfronteerd werd met de absolute armoede waarin vrouwen en kinderen kunnen leven, maar tegelijkertijd keek ik er steeds naar uit om de allerliefste kindjes weer te kunnen zien. Zodra een van de meisjes mijn aanwezigheid opmerkte, stond ze bij de deur te wachten en het eerste wat ze wilde is door me opgetild worden en me knuffelen. Ook haar zusje, die in het begin het liefst lekker zelf rond liep, was tijdens mijn laatste

bezoekjes in voor een dolletje en het spelen van vliegtuigje of zweefmolen. De huisbezoekjes bij de vrouwen heeft me kennis laten maken met een nieuwe wereld. Mijn eerste en grootste dank gaat uit naar de elf vrouwen die bereid waren mij te ontvangen in hun huis, te vertellen over hun leven en ik nog veel meer van ze geleerd heb dan in deze thesis naar voren komt.

Mijn tweede dank gaat uit naar mijn gatekeepers. Ten eerste aan Agnes, die ervoor heeft gezorgd dat ik uit mijn ‘eerste twee weken’ dip kwam, door mij mee te nemen over het eiland en te introduceren bij verschillende vrouwen. Ook wil ik Ed & Lil bedanken, voor hun openheid, het meedenken en het introduceren van alleenstaande vrouwen. En ten slotte de organisatie SEDA die mij de mogelijkheid bood mee te lopen en ik op Curaçao een studeerplekje gevonden had.

Verder een speciale dank aan Audris en haar familie, voor het veilige thuis en de goede zorgen. Door hen heb ik het leven van een echte Curaçaose familie mogen zien en Curaçaose feestjes en karnaval als een echte Curaçaoënaar mogen ervaren. Ook wil ik graag mijn begeleidster Marie-Louise Janssen bedanken voor de vernieuwende inzichten en haar feedback, wat mij steeds weer motiveerde mijn werk te verfijnen.

Ten slotte wil ik mijn familie en vriend bedanken voor het helpen corrigeren van mijn thesis, de steun tijdens het schrijven en hun vertrouwen in mij. En natuurlijk mijn

studiegenootjes, voor de gezellige pauzes op het Bushuis.

Lucie Akkermans Amsterdam juli 2013

(4)

4

Inhoudsopgave

1. Introductie: Vrouwen uit female-headed households ... 5

1.1 Vraagstelling en relevantie ... 9

1.2 Methoden ... 10

1.3 Opbouw scriptie ... 12

2. Context en Theoretisch Kader ... 14

2.1 Curaçao ... 14 2.2 Female-headed households ... 19 2.3 Gender ... 22 2.4 Machismo ... 24 2.5 Agency ... 26 3. Kwetsbaarheid en machismo ... 30

3.1 Vrouw aan het hoofd ... 30

3.2 Dagbesteding ... 33

3.3 De mannen ... 37

3.4 De vaders ... 40

3.5 Conclusie ... 43

4. Agency van vrouwen ... 46

4.1 “Hard time” ... 47

4.2 Agency tegenover mannen in relaties ... 51

4.3 Agency tegenover vaders ... 54

4.4 Omgang met nieuwe mannen ... 55

4.5 Conclusie ... 58

5. Conclusie ... 61

(5)

5

1. Introductie: Vrouwen uit female-headed households

“Een mooie, rood glimmende auto stopt voor de deur. Haar adem stokt. Er stapt een verzorgde vrouw uit, met opgestoken haren, een iets te strak mantelpakje, hoge hakken en lange nagels met een bordeaux rode glans eroverheen. Ze loopt richting het huis, wanneer haar dochter in haar netste kleertjes en haar ingepakte koffertje naast haar komt staan. Haar dochter kijkt vrolijk, zij voelt zich verdrietig. Waarom doet ze dit ook alweer? Waarom laat ze de vrouw haar dochter meenemen? Oja, ze zei dat ze goed voor haar kan zorgen en ik, ik kan dat nu niet.”

Bovenstaande illustratie gaat over Alessia, een alleenstaande moeder van 34 jaar met vier kinderen. De oudste is een jongen van 14 jaar, gevolgd door een dochter van 3 jaar, een dochter van 1,5 jaar en ten slotte een zoon van een aantal maanden. Ze hebben ieder een andere vader, waarvan een enkeling wel en anderen niet of weinig in beeld zijn. Alessia woont met haar kinderen in haar ouderlijk huis, waar zij opgegroeid is met haar vader en moeder, in een rustige straat in de wijk Buena Vista. Ze laat me foto’s zien van toen ze klein was en er een verjaardagsfeestje voor haar georganiseerd was in huis. Het feestje zag er druk en levendig uit. Een jonge Alessia die de kaarsjes van de taart aan het uitblazen was, omringd door haar vader en vriendinnetjes. Mooie bankstellen en schilderijen aan de muur, in een goed onderhouden huis. Nu ziet het huis, gelegen in de schaduw en omringd door hoge bomen, er vervallen uit, onder de groen en geel gekleurde muren, waarvan de verf op veel plekken aan het afbladderen is. De bekleding van de banken is versleten, de gordijnen hangen half aan de rails. Het huis wordt omringd door het zogenoemde koraal, bedolven onder de bladeren en vuilnis, zoals plastic, oud speelgoed en papier en op de porch staat een kapotte bank met gaten en drie poten. Er hangen haken aan de muur, waar vroeger een hangmat hing, vertelt Alessia. Stromend water is er niet, ook de gasfles om te koken is leeg en geld voor een nieuwe heeft ze niet.

Normaal gesproken werkt ze als serveerster in een restaurant, maar is momenteel, vanwege de geboorte van haar zoontje, met zwangerschapsverlof. Niet werken betekent ook geen inkomen en exacte duidelijkheid over het terugkeren na haar verlof heeft ze nog niet. Het niet hebben van inkomen en schulden bij Aqualectra, het water en energie bedrijf van Curaçao, heeft ervoor doen zorgen dat ze in contact is gekomen met SANA, Stichting Acute Noodhulp Armoede, een stichting van een Nederlandse verloskundige op Curaçao. Zij geeft haar één keer in de maand een voedselpakket van gemiddeld 50 Antilliaanse guldens en heeft

(6)

6 daarnaast een stapelbed, speelgoed, luiers en gas om mee te koken gebracht. SANA biedt Alessia hulp op gebieden waar zij dat nodig heeft en helpt te voorzien in de eerste levensbehoeften.

Op twintig jarige leeftijd werd Alessia zwanger van een man waarmee zij eenmalig is samen geweest. De man was een stuk ouder, maar zij was hiervan niet op de hoogte. Pas na vijf maanden kwam ze erachter zwanger te zijn van de man en op het moment dat zij dit hem vertelde geloofde hij niet dat het kind van hem was. ‘Hoe bedoel je, je bent zwanger? We zijn

maar één keer geweest. God weet wiens kind je op mijn rug wilt prikken!’, vertelt Alessia over

de reactie van de vader. Gelukkig waren haar vader en moeder erg behulpzaam en begripvol met de komst van hun kleinzoon en heeft haar vader het kind opgevoed als zijn eigen zoon. Tot het moment dat de vader erachter kwam dat hij longkanker had, erg ziek werd en in 2007 overleden is, gevolgd door haar moeder in 2009.

Op dat moment is alles veranderd, vertelt Alessia. Door het wegvallen van het

pensioen van haar ouders, werd Alessia genoodzaakt te gaan werken en daarbij haar zoon van negen alleen thuis te laten. De mensen van de snack1 aan de overkant van de straat hielden zijn bewegingen in de gaten en brachten Alessia hiervan op de hoogte. Ze is moeder

geworden van drie nieuwe kinderen, van vaders waar zij momenteel niet mee samen is. Sinds het overlijden van haar ouders heeft ze de vader van haar oudste zoon ingeschakeld om bij te dragen aan de opvoeding. ‘Ik kan nu echt niet alleen aan opvoeden doen’, zegt ze. Na

meerdere pogingen komt hij nu netjes elke maand langs met 150 gulden. De vader van haar oudste dochter was lange tijd weinig tot niet in beeld, totdat hem bekend werd hoe moeilijk Alessia het had met het alleen opvoeden van haar kinderen. De twee andere vaders zijn weinig tot niet in beeld, met uitzondering dat de vader van haar zoontje van zes maanden een enkele keer een blik over het babybedje heeft geworpen.

Dit onderzoek gaat over alleenstaande moeders op Curaçao die alleen de zorg dragen voor hun kinderen. Ze hebben geen werk en moeten rond komen van een schamele 200 Antilliaanse guldens die zij iedere twee weken krijgen van de overheid. Of vrouwen die wel werk hebben, maar een inkomen hebben wat onvoldoende is om van rond te komen of hard moeten werken en daardoor hun kinderen alleen thuis moeten laten of bij anderen moeten onderbrengen. Dit zijn steeds terugkomende verhalen tijdens mijn veldwerk bij alleenstaande vrouwen op Curaçao. De bovenstaande omschreven gebeurtenis heeft mij laten zien dat moeders zich soms in een uitzichtloze positie bevinden, waarbij deze moeder bijna haar kind

(7)

7 heeft mee gegeven aan een kinderloze vrouw van de kerk, om haar over te dragen voor

adoptie voor de komende jaren. Het leven van alleenstaande vrouwen op Curaçao is zwaar en de hulp die zij krijgen van de overheid, of de mannen in hun leven, is onvoldoende om een volwaardig bestaan op te bouwen. Dit onderzoek gaat in op de levens van deze alleenstaande vrouwen op Curaçao en de situaties waarin vrouwen uit de zogenoemde female-headed

households zich bevinden. Ik begin in dit hoofdstuk met een introductie van mijn hoofdthema,

vrouwen uit female-headed households en hun positie in de samenleving. Ik ga kort in op het begrip machismo, waarna ik verder ga met mijn vraagstelling en relevantie. Ten slotte zeg ik kort iets over de methoden van onderzoek en de opbouw van deze thesis.

Female-headed households & machismo

Female-headed households zijn huishoudens die vaak geleid worden door alleenstaande

vrouwen. Ontwikkelingsgeograaf Sylvia Chant, gericht op gender studies, noemt deze vrouwen een belangrijke subgroep in Latijns Amerika, waarin een duidelijke groei te zien is en als een belangrijke ontwikkeling gezien kan worden op het gebied van verschillende vormen huishoudens, tegenover de afname van patriarchale huishoudens en families (Chant 2003: 181). Zo laten cijfers over huishoudens op Curaçao zien dat er sprake is van een daling in huishoudens bestaande uit een gehuwd heteroseksueel paar en een stijging in huishoudens bestaande uit een vrouw met kinderen. Zo was er in 2001 24% van de huishoudens een gehuwd paar met kinderen in tegenstelling tot 18,9% in 2011. Daartegenover staat de groei van 14% naar 15,9% in huishoudens bestaande uit een vrouw met kinderen en zijn ook de gezinnen waarin de vrouw aan het hoofd staat gestegen van 39,6% in 2001 naar 44% in 2011.2

Een oorzaak van deze groei kan gevonden worden in de positieve veranderingen in de economische mogelijkheden van vrouwen, maar zorgen de blijvende verschillen van

inkomsten tussen mannen en vrouwen ook voor armoede en economische kwetsbaarheid, net als het gebrek aan steun voor het opvoeden van kinderen door de afwezigheid van vaders (Chant: 181-182). Veel van deze vrouwen uit female-headed households die aan het hoofd staan van het gezin, ervaren iedere maand moeilijkheden met het rond komen om kleding en voedsel te kopen voor hun kinderen. Zo hebben sommige vrouwen weinig tot geen

mogelijkheden tot het krijgen van een baan, hebben werkgevers te weinig beschikbare uren, en worden ze vaak onderbetaald, waardoor zij vaak niet voldoende inkomen hebben om de vaste lasten te dragen, zoals woning, elektriciteit en water, dat op Curaçao relatief duur is, en

(8)

8 daarnaast nog zichzelf en hun familieleden te voorzien in de eerste levensbehoeftes. Een belangrijk aspect dat bijdraagt aan de positie en het leven van vrouwen uit deze huishoudens, is de afwezigheid van de vader of andere mannen in het leven van vrouwen en het gebrek aan financiële steun.

Veel vaders van kinderen op Curaçao zijn weinig tot niet in beeld. Dit oefent invloed uit op de levensomstandigheden van deze vrouwen. Vrouwen in dit onderzoek hebben vaak één of meerdere kinderen, van één of meerdere mannen, maar zijn zij tijdens of na de geboorte van hun kind of kinderen in de steek gelaten door hun man, of hebben zij vanwege verschillende redenen zelf besloten met hun kinderen weg te gaan. Zo heerst er op Curaçao een machismo cultuur, omschreven door antropoloog Matthew C. Gutmann als een veld van productieve relaties waarvan de betekenis verschillende vormen heeft aangenomen. Hij gaat dieper in op wat mannelijkheid betekent, in plaats van voorgaande antropologen en

psychologen die mannelijk, onmannelijk en mannelijkheid, de concepten die gekoppeld worden aan machismo karakteristieken, ongedefinieerd laten (Gutmann 1996: 222-223).

Machismo speelt zich af in Latijns Amerikaanse landen in gebieden waar verschillende

culturen met elkaar samenkomen (Stevens 1973). Het staat voor mannelijkheid, waaraan verschillende eigenschappen verbonden zijn binnen de verschillende relaties die mannen ondervinden. De eigenschappen in de relaties tussen mannen bestaan uit agressiviteit en onverzettelijkheid en in de relaties met vrouwen uit arrogantie en seksuele agressie. Het gaat er hierom vrouwen te veroveren en zich gevoelloos tegen vrouwen en hun seksuele gedrag te gedragen, waarmee zij hun status als macho man kunnen vergroten (Stevens 1973a: 58; Stevens 1973b: 90). Daartegenover staat het marianismo, waarmee het vermogen van de vrouw om het gedrag van mannen te verdragen als een belangrijke eigenschap gezien kan worden. Stevens stelt dat vrouwen een belangrijke rol spelen in het vormen van de machismo cultuur en het macho gedrag van mannen en zij weinig aan hun status willen veranderen en verbeteren (Stevens 1973: 57).

Antropoloog Gerdien Steenbeek stelt dat vrouwen geen passieve personen zijn, maar invloed hebben op en een rol spelen in het vormen van een machismo cultuur (Steenbeek 1995: 46-47). Tijdens veldwerk op Curaçao en de gesprekken over de levens van vrouwen, kwam naar voren dat zij op verschillende manieren omgaan met het gedrag van de mannen in hun leven. Het woord machismo of macho heeft geen van de vrouwen genoemd, maar er is wel sprake van een verandering in het gedrag van vrouwen en de omgang met het gedrag van mannen. Zo omschrijven Valdemar Marcha en Paul Verweel (2009), in hun onderzoek naar de Curaçaose vrouw vanuit het oogpunt van de mannen, dat de oude Curaçaose vrouw vaak

(9)

9 als onderdanig en afhankelijk gezien wordt, terwijl de jonge vrouwen geschoold zijn, werken en voor inkomen zorgen en vaak minder afhankelijk of zelfs onafhankelijk zijn. Ze stellen dat het beeld dat mannen hebben van vrouwen overeenkomt met het beeld van vroeger en zij achterlopen in het daadwerkelijke beeld over de vrouw (Marcha & Verweel 2009: 138). Zij hebben mogelijkheden tot het uitoefenen van agency en hebben hiermee zelf invloed op het vormgeven van hun leven. Met agency bedoel ik de vorm van actie en hoe men omgaat met situaties in hun leven en de keuzes die men maakt.

1.1 Vraagstelling en relevantie

Het hoofdthema van dit onderzoek is het leven van vrouwen uit female-headed households op Curaçao en richt zich met name op hoe het leven van deze vrouwen eruitziet en hoe dit

gevormd wordt. Hierbij wil ik dieper ingaan op de rol van mannen in hun leven, in hoeverre hun gedrag invloed heeft op het leven van vrouwen en hoe vrouwen met dit gedrag omgaan. Hoe komt het dat er een groei te zien is in deze huishoudens en hoe doen vrouwen het zonder de financiële zekerheid en zonder de steun van mannen in hun leven? Accepteren zij het macho gedrag van mannen, zoals Stevens stelt in het marianismo, waarbij vrouwen uit zijn op het verdragen van het gedrag van mannen of zetten zij, zoals Steenbeek stelt, zich hiertegen af? En wat voor invloed heeft hun omgang met deze mannen op hun eigen leven? De rode draad van deze thesis zal antwoord geven op de vraag hoe het leven van vrouwen uit

female-headed households op Curaçao eruit ziet, en welke invloed mannen hebben op hun leven en

positie in de samenleving en hoe de vrouwen hier mee omgaan.

In de theorie komt naar voren dat er veel sprake is van armoede op Curaçao. Vanwege het feit dat het aantal female-headed households op Curaçao groeit en vrouwen als meest kwetsbare groep van de samenleving gezien worden, vanwege werkloosheid en gebrek aan steun van mannen in hun leven, is het van belang te kijken hoe deze kwetsbare vrouwen iedere maand rondkomen en als kostwinner de zorg dragen voor hun huishouden. De groei van deze huishoudens wordt gekoppeld aan het idee dat er meer en betere economische mogelijkheden zijn voor vrouwen en zij zichzelf en familieleden daardoor financieel kunnen onderhouden. Wat mist in de literatuur is een uiteenzetting van de spanning waarin vrouwen enerzijds gezien worden als kwetsbare groep, maar tegelijkertijd naar voren wordt gebracht dat er sprake is van een groei in economische mogelijkheden. Hoe gaan vrouwen om met hun situatie, zoals de problemen waar ze tegenaan lopen als alleenstaande vrouw en het feit dat ze weinig tot geen steun krijgen van mannen in hun leven? Hoe overleven ze? De vrouw op Curaçao wordt neergezet als een sterke en onafhankelijke vrouw, maar is dit ook

(10)

10 daadwerkelijk zo? In deze thesis probeer ik bij te dragen aan het beeld over het leven van vrouwen uit female-headed households en hoe zij door middel van agency omgaan met de gevolgen van machismo en de daaruit volgende problemen en situaties waar zij mee geconfronteerd worden.

1.2 Methoden

Om de onderzoeksvraag, hoe het leven van vrouwen uit female-headed households eruit ziet, de invloed van de mannen op hun leven en hoe ze daarmee omgaan, te kunnen beantwoorden heb ik etnografisch veldwerk verricht op Curaçao voor een periode van drie maanden en heb ik mij gericht op alleenstaande vrouwen met uiteenlopende leeftijden, achtergronden en levensomstandigheden. Ik heb me bezig gehouden met verschillende thema’s, namelijk de

female-headed households, dagbesteding, maandelijks rondkomen en mannen in hun leven, en

heb op basis van zes deelvragen veldwerk verricht. Zo zal ik een beschrijving geven van de specifieke kenmerken van een female-headed household op Curaçao en hoe een dag van vrouwen uit deze huishoudens eruit ziet en tegen welke problemen ze aanlopen. Verder zal ik dieper ingaan op de vaders van de kinderen en welke rol zij spelen in het leven van deze vrouwen en zal aan bod komen hoe mannen zich gedragen binnen liefdes- en/of seksuele relaties. Ten slotte komt de rol van agency naar voren en hoe vrouwen omgaan met hun levensomstandigheden en hoe ze bijdragen aan en omgaan met het gedrag van de mannen.

Om deze deelvragen te kunnen beantwoorden heb ik gebruik gemaakt van literatuur onderzoek om een beeld te schetsen van een female-headed household in de Cariben en om de belangrijke kenmerken van gezinssamenstellingen op Curaçao aan het licht te laten komen. Ten tweede heb ik etnografisch veldwerk verricht op Curaçao en semigestructureerde

interviews afgenomen met mijn respondenten. Deze interviews heb ik vooraf voorbereid door verschillende thema’s en vragen op te stellen en deze zoveel mogelijk tijdens het interview aan bod te laten komen. Ik vroeg de vrouwen naar hun dagbesteding en taken en de eventuele invulling van hun vrije tijd. Verder ging ik tijdens deze gesprekken dieper in op de rol die de vader(s) van haar kinderen speelt of spelen in haar leven en het leven van de kinderen en wat haar mening hierover is. Ook vroeg ik hen naar de reden waarom ze niet samen waren met de vader(s) van haar kinderen en of ze nu een relatie hadden.

Tijdens de interviews kwamen voornamelijk de dingen aan bod die ik niet via observaties tijdens een huisbezoek kon achterhalen, zoals de omgang met mannen in hun leven. Verder heb ik gedurende mijn veldwerk de interviewtechnieken aangepast door

(11)

11 door de respondent. Hierdoor zijn alle interviews uiteindelijk op een andere manier verlopen en heb ik daarmee uiteenlopende informatie verworven over de levens van mijn respondenten en tegen welke problemen zij aanlopen, zoals eten kunnen kopen voor hun kinderen, of het feit niet voor hun kind of kinderen te kunnen zorgen wanneer ze aan het werk is. Om bepaalde onderwerpen met de respondenten te kunnen bespreken merkte ik dat het nodig was dat er een bepaalde vertrouwensband ontstond tussen mij en de vrouw wat mij brengt op de volgende belangrijke onderzoeksmethode.

Ten derde heb ik gebruik gemaakt van observatie en participerende observatie. Via mijn belangrijkste gatekeeper, Agnes Cobelens, een Nederlandse verloskundige die al meer dan twintig jaar op Curaçao werkt en daarnaast voorzitter en oprichter is van SANA, Stichting Acute Noodhulp Armoede, ben ik in contact gekomen met vrouwen die een voedselpakket ontvangen en meegegaan in het rondbrengen van deze pakketten. Tijdens deze huisbezoeken kon ik de vrouwen observeren in hun thuissituatie, waar ze woonde, met wie ze woonde, welke activiteiten er plaatsvonden en wat de vrouw bezig hield. Verder heb ik nog een aantal dagdelen meegeholpen met SANA, met het rondbrengen van banken, bedden, speelgoed en kleding of andere activiteiten die uitgevoerd werden voor de stichting. Agnes heeft mij geïntroduceerd bij deze vrouwen en gevraagd of ik ze mocht interviewen over hun leven als alleenstaande vrouw. Bij een aantal van deze vrouwen ben ik meerdere keren over de vloer geweest. Soms was het om gezellig even te kletsen, te spelen met de kinderen of het in elkaar zetten van een stapelbed. Gedurende deze bezoeken heb ik mij gericht op het opbouwen van

rapport met de vrouwen, wat ik nodig achtte om bepaalde intieme onderwerpen aan bod te

kunnen laten komen tijdens een later afgenomen interview. Tijdens deze huisbezoeken kon ik op een rustige manier observeren, de vrouwen vragen stellen zonder dat het in een interview setting afspeelde, waardoor ze makkelijker met mij leken te praten en ik door middel van deze gesprekken data kon verzamelen.

Verder heb ik via mijn andere gatekeepers Ed & Lil, een Curaçaos stel, twee

respondenten ontmoet, en via vrouwencentrum SEDA één respondent. Ten slotte heb ik via de

snowball methode nog één respondent gevonden wat mij brengt op totaal elf alleenstaande

vrouwen. Doordat al mijn interviews zijn afgenomen in de huiselijke setting van mijn respondenten, heb ik ook op deze momenten gebruik gemaakt van observatie en

participerende observatie en hiermee data verzameld over hoe hun leven eruit ziet. Ook heb ik gedurende de drie maanden van mijn veldwerk in een Curaçaos gastgezin gewoond, dat bestond uit een alleenstaande moeder met kinderen. Hierdoor heb ik verschillende observaties kunnen doen in het dagelijkse leven van een female-headed household en helpt dit mij om een

(12)

12 duidelijke weergave te kunnen geven in deze thesis.

Door de verschillende gatekeepers ben ik in contact gekomen met een diverse groep alleenstaande vrouwen. De etniciteit van alle vrouwen is Creools en zij zijn op Curaçao geboren. De diverse groep bestaat uit vrouwen met een uitkering, een baan, één kind of meerdere kinderen van dezelfde of verschillende vaders. Ook is er diversiteit in

opleidingsniveau en inkomen, maar maakt de grootste groep vrouwen onderdeel uit van de bevolkingsgroep die leven onder de armoede grens. Hierdoor zullen mijn conclusies met name gaan over vrouwen die leven in armoede met een inkomen dat gemiddeld bestaat uit 150 tot 200 gulden per twee weken. Een enkeling heeft een hoger inkomen, maar varieert ook onderling. Ten slotte is het belangrijk aan te geven dat alle interviews in de Nederlandse taal zijn afgenomen en niet iedere respondent deze taal grammaticaal voldoende machtig is, waardoor ik in sommige citaten de taal aangepast heb naar correct Nederlands, wanneer dit ten koste ging van de inhoud. Eén respondent sprak de Nederlandse taal niet, waardoor ik gebruik heb gemaakt van een tolk, namelijk de buurvrouw van de respondent.

1.3 Opbouw scriptie

Het presenteren van mijn data doe ik in totaal vier hoofdstukken, opgedeeld in de verschillende thema’s die van belang zijn om mijn onderzoeksvraag en deelvragen te beantwoorden. Ik begin met een beschrijving van het eiland Curaçao en de verschillende samenlevingsvormen en relatievormen die er binnen deze samenleving bestaan. Ook ga ik in op de term matrifocaliteit en laat ik aan de hand van cijfers de heersende armoede in het land zien, met name gericht op de doelgroep alleenstaande vrouwen met kinderen. Verder bespreek ik hier de theorie waarin ik mijn eigen onderzoek plaats en ga ik in op de concepten

female-headed households, gender, machismo en agency.

In hoofdstuk drie en vier presenteer ik mijn data, verkregen door het uitvoeren van veldwerk op Curaçao. Hier komt aan bod hoe een female-headed household eruit ziet en hoe een dag van vrouwen uit deze huishoudens wordt ingedeeld. Ik zal hier kijken naar de verschillende aspecten in hun leven, zoals werk, huishouden, kinderen, inkomen en vrije tijdsbesteding. Verder komt de rol van de vaders van hun kinderen en het gedrag van mannen in relaties aan bod, en welke invloed dit gedrag uitoefent op het leven van deze vrouwen.

Hoofdstuk vier is een verlenging van de data die in hoofdstuk drie aan bod komt en gaat voornamelijk over de agency van deze vrouwen, daarmee doelend op de manieren waarop vrouwen bijdragen aan het gedrag van mannen binnen de relaties, als vader en als partner en hoe zij omgaan met dit gedrag en hun levensomstandigheden.

(13)

13 Hoofdstuk vijf geeft plaats voor mijn conclusie, waarin ik een duidelijke weergave geef van de moeilijkheden die alleenstaande vrouwen ervaren, de problemen waar zij

tegenaan lopen en hoe de afwezigheid van mannen en vaders van hun kinderen invloed heeft op het leven als alleenstaande vrouw op Curaçao. Ik stel hier dat het leven van alleenstaande vrouwen erg moeilijk en zwaar is door het gebrek aan voldoende inkomen en financiële steun van mannen en de vaders van hun kinderen en zij ondanks de economische mogelijkheden als kwetsbare groep gezien kunnen worden. Vrouwen laten agency zien door ervoor te kiezen weg te gaan bij de man en ervoor te zorgen dat zij zonder de hulp van mannen toch iedere maand rond kunnen komen.

(14)

14

2. Context en Theoretisch Kader

‘En hoe was het op Curaçao? De mensen daar zijn heel lui hé?’, werd mij gevraagd op het moment dat ik terug kwam van mijn drie maanden veldwerk Curaçao. Een tropisch eiland in de Cariben, met mooie baaitjes, waar het hele jaar door de zon schijnt en iedere dag de Celsius oploopt tot 30 graden. Maar hier tegenover staat de grote armoede die heerst op het eiland, gezinnen zonder stromend water en moeders die hun kinderen met een lege maag naar school moeten sturen. “Nederland in de zon”, zoals Curaçao soms genoemd wordt, bestaat niet.

In dit hoofdstuk teken ik een beeld van het eiland Curaçao en hoe het, naast een grote trekpleister voor Nederlanders om zijn mooie stranden en het feit dat er Nederlands gesproken wordt, een eiland is met een eigen cultuur en een eigen bevolking. Ook vertel ik het

persoonlijke verhaal van Sharisma en geef daarmee een beeld van het leven van een vrouw uit een female-headed household, wat meer verdieping krijgt in hoofdstuk drie. Vervolgens geef ik een uiteenzetting van de theoretische concepten uit mijn onderzoek. Ik begin met een beschrijving van een female-headed household, de verschillende vormen, hoe deze tot stand komt en wat de mogelijke consequenties zijn voor vrouwen in dit type huishouden. Daarna ga ik dieper in op het concept gender, hoe dit bijdraagt aan het beeld dat vrouwen als

minderwaardig gezien worden en ondergeschikt zijn aan de man en de veranderende ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid en de daarbij horende genderrollen. Ten slotte geef ik een uiteenzetting van het fenomeen machismo en licht ik toe wat ik met het concept agency bedoel.

2.1 Curaçao

Curaçao maakte tot 2010 samen met Bonaire, Saba, St. Eustatius en St. Maarten onderdeel uit van de Nederlandse Antillen. Aruba, ook onderdeel van de eilanden groep in het Caribische gebied wat hoort bij het Koninkrijk der Nederlanden, kreeg in 1986 de ‘Status Apart’. Aruba, Bonaire en Curaçao, ook wel de ABC-eilanden, vormen samen de Benedenwindse eilanden. Curaçao is de grootste met een oppervlakte van 444 km², een lengte van 61 km en een

maximale breedte van 14 km. Het behoort tot de eilandenboog in het Caribische gebied en ligt ongeveer 60 km voor de kust van Venezuela (Koulen & Oostindie 1987: 1; Van Dijke & Terpstra 1987: 7). Per 10 oktober 2010 zijn de Nederlandse Antillen opgeheven en opgesplitst in twee landen en drie eilanden. Zo kregen zowel Curaçao als Sint Maarten de status van een

(15)

15 autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.3

Per januari 2012 wonen er 151.339 personen op Curaçao, waarvan 82.239 vrouwen en 69.100 mannen, omgerekend 1190 vrouwen per 1000 mannen. De grootste groep, namelijk 109.538 van de 150.563 bewoners van Curaçao in 2011, is Rooms-Katholiek.4 De populatie bestaat uit uiteenlopende nationaliteiten. De grootste bevolkingsgroep heeft de Nederlandse nationaliteit en verder zijn er onder andere Colombianen, Dominicanen, Haïtianen,

Venezolanen en Jamaicanen.5 Momenteel bestaat de bevolkingsstructuur van Curaçao uit meer dan honderd verschillende nationaliteiten die zich via verschillende wegen hebben gesetteld in het Caribische gebied. Een grote groep stamt af van de slavernij periode, die in 1863 werd afgeschaft. Het begon in de 17e eeuw met de verovering van het eiland door de Hollanders en werd gevolgd door de komst van slaven uit West-Afrika die begonnen met werken op de plantages en in de huishouding en daarnaast werden ingezet voor ambachtelijk werk. Na de afschaffing van de slavernij bleven zij vaak werken op de eilanden om hun gezinnen te onderhouden (Alofs et. al. 1997: 68-69). Een andere belangrijke oorzaak is de opkomst van de olie-industrie van Shell, waarbij de grootste raffinaderijen ter wereld

gehuisvest werden op Curaçao en Aruba. Dit bracht een grote toestroom arbeidersmigranten uit Engelse Caribische eilanden, zoals Venezuela, Suriname, Madura en Europa (ibid.: 30; 32; 81).

Op Curaçao bestaan er verschillende samenlevings- en relatievormen. Ten eerste bestaat er het huwelijk, dat is opgenomen in een familienetwerk met wederzijdse rechten en plichten. Daarmee wordt bedoeld dat familie verder reikt dan alleen de gezinsleden, en al de familieleden in grote mate met elkaar betrokken zijn. Dit beeld uit zich in het feit dat een gezin naast onder andere gemeenschappelijke kinderen, soms ook bestaat uit andere kinderen die opgenomen worden in het huishouden. Verder is monogamie niet sterk

geïnstitutionaliseerd (Van Dijke & Terpstra 1987: 13-14). Mannen hebben vaak bijvrouwen of buitenvrouwen, wat als een teken van mannelijkheid gezien wordt. Dit verschijnsel wordt door de mannen vaak gezien als middel om hun mannelijkheid aan te tonen (Alofs et al. 1997: 113). Verder bestaat er het kompana, het concubinaat, waarin de man en vrouw ongehuwd samen leven, en de bibá, de bezoekrelatie, waar beide partners hun eigen woonruimte houden.

3

Bron: Rijksoverheid beleidsnota 2011. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/notas/2011/07/15/notitie-de-toekomst-van-het-koninkrijk.html (23-04-2013)

4

Bron: http://www.cbs.cw/cbs/themes/Census%202001/Data/Census%202011-2013032510145.pdf (10-07-2013)

5

Bron: CBS Curaçao. http://www.cbs.cw/cbs/themes/Census%202001/Publications/Census%202001-20121023105057.pdf (03-12-2012)

(16)

16 Invloeden vanuit het westen en de hieruit voortkomende culturele veranderingen, hebben ervoor doen zorgen dat het huwelijk en het nucleaire gezin momenteel het meest voorkomen op de Antillen (Van Dijke & Terpstra 1987: 13-14).

Een ander belangrijk kenmerk van de Caribische samenleving is de matrifocale huishoudgroep, waarbinnen de man, die de vaderrol vervult, afwezig is en moeders wel seksuele relatie hebben met mannen die niet inwonend zijn. Daarnaast voedt de moeder haar kinderen alleen op en ontvangt zij te weinig geld van de vader van haar kinderen, of soms vaders, en is zij genoodzaakt deeltijd werk te zoeken of hulp te vragen bij de overheid. Verder bieden grootmoeders hulp en wonen er regelmatig huishoudgroepen van drie generaties onder een dak (ibid.: 112). Een voorbeeld van zo’n matrifocale huishoudgroep is het huishouden van Sharisma.

Sharisma

Sharisma is een vrouw van 43 jaar en heeft elf kinderen, vier jongens en zeven meisjes in de leeftijd van 4 tot en met 27 jaar. Ze heeft een relatie met de vader van haar twee jongste kinderen. Hij verblijft momenteel een paar jaar in Nederland om een opleiding te volgen. Sharisma woont alleen met het grootste deel van haar kinderen en de kinderen van haar dochters, haar kleinkinderen. Daarnaast draagt ze de zorg voor haar moeder die sinds een aantal maanden in een ziekenhuisbed in de woonkamer ligt. Het huis bevindt zich in een rustige straat in de wijk Buena Vista, met een woonkamer waarin de moeder ligt en een aantal bankstellen tegen elkaar geschoven zijn om ruimte te creëren. Er is een open aangrenzende keuken met een eettafel met vijf stoelen, een fornuis met pannen die een groot aantal uren op het fornuis hebben gestaan, waardoor ze bijna helemaal zwart en op sommige plekken gesmolten zijn. De keuken heeft geen aanrecht met een wasbak, maar een simpel draaikraantje, met daaronder een emmer om het water op te vangen en te kunnen

hergebruiken. Verder heeft het huis een badkamer en twee slaapkamers, waar ongeveer tien mensen moeten slapen, waardoor ze genoodzaakt is een aantal kinderen in de woonkamer op de banken en stoelen te laten slapen. In de achtertuin is een klein keukentje, enkel bestaande uit een aanrecht, hangt de was aan de lijn te drogen en staat er een wasmachine van 24 jaar oud, vol met gebruikt water en verhoogd op een aantal stenen. Tijdens mijn eerste huisbezoek aan Sharisma liep haar zoontje met een aantal kleine puppy’s rond die sterk vermagerd waren en bij mijn laatste huisbezoek waren ze er alle drie niet meer: ze waren dood.

(17)

17 uitkering van de overheid, die Naf 6 200,-, omgerekend 85 euro, per twee weken bedraagt. Hiervan moet ze haar kinderen naar school laten gaan, schooluniformen en schoolspullen kopen en ze te eten geven. Ook betaalt ze per maand Naf 48 huur voor de woning die ze huurt van de FKP, de woningcorporatie op Curaçao, waar ze Naf 500 per maand voor zou betalen wanneer ze wel werk zou hebben. Om de kosten voor de scholing van haar kinderen te kunnen betalen, kan ze ieder jaar in aanmerking komen voor een subsidie en Naf 100,- per schoolgaand kind onder de achttien jaar krijgen om schoolbenodigdheden te kunnen kopen, zoals kleding, een schooltas, boeken en schriften. Zonder deze subsidie zou het voor haar erg moeilijk zijn om haar kinderen naar school te laten gaan. Naast deze subsidie krijgt Sharisma hulp van SANA, waarvan ze iedere maand een voedselpakket krijgt, waar ze met haar

huishouden ongeveer drie dagen van kan eten.

De leeftijden van haar kinderen variëren, waardoor ze niet allemaal meer thuis wonen en een aantal van haar oudere kinderen ook al werken en dus voor een inkomen zorgen. Hierbij geldt wel dat sommige dochters zelf ook een kind hebben die ze moeten voeden, kleding voor moeten kopen en luiers voor moeten aanschaffen, maar toch zo hun bijdrage leveren aan het huishouden. De vriend van Sharisma stuurt af en toe geld, maar kan dit niet met regelmaat doen. Doordat hij meerdere boetes heeft voor onder andere zwartreizen en hij hierdoor momenteel niet naar Curaçao kan komen, heeft ze hem al bijna anderhalf jaar niet gezien. De vader van haar negen oudste kinderen is ook nog in beeld. Zij hebben twaalf jaar een relatie gehad en in die tijd ook samen gewoond totdat hij gedrag vertoonde waar Sharisma niet van houdt. ‘Hij heeft veel mensen daar, ik houd niet van die dingen’. ‘Wat voor

mensen?’, vroeg ik waarop ze zei: ‘Mensen, meisjes. Ik houd er niet van. Dat kan toch niet? Eén is genoeg’. Vanaf dat moment heeft ze er voor gekozen om alleen en samen met haar

kinderen verder te gaan. De vader biedt onregelmatig financiële steun aan Sharisma om haar kinderen te ondersteunen, vanwege het feit dat hij meer kinderen heeft bij verschillende vrouwen. Emotionele steun biedt hij wel, wanneer zij daar naar vraagt, zodra haar kinderen bijvoorbeeld niet naar haar willen luisteren en de vader langs komt om met ze te praten. Ook zijn de kinderen vrij om contact met hem te hebben en bij hem langs te gaan, net als dat hij vrij is om langs te komen in haar huis.

Tijdens mijn bezoeken aan Sharisma zijn we vaak op een informele manier met elkaar aan het kletsen over haar leven, haar kinderen, terwijl zij huishoudelijke taken verricht. Zo is ze ’s ochtends, wanneer haar kinderen naar school en werk zijn, druk met het wassen en

(18)

18 aankleden van haar kleindochter van twee jaar en haar kleinzoon van ruim een half jaar. Ze zet ze onder de douche, doet de luier om en kleertjes aan, kamt de haartjes van haar

kleindochter en zorgt dat ze een boterham eten. Wanneer de kinderen een dutje gaan doen, begint Sharisma met het bereiden van de warme maaltijd voor het huishouden voor tijdens het middaguur. De rijstpan zit tot de nok toe vol, ze snijdt het vlees en groenten uit blik uit het voedselpakket in stukjes en maakt hier een rode saus met ketchup en sojasaus bij. Wanneer ze klaar is met de maaltijd bereiden druppelt het huis langzaam vol met de kinderen die

thuiskomen van werk en school. Na een aantal bezoekjes vertelt Sharisma meer over haar leven en tegen welke problemen ze aanloopt. Kinderen naar school sturen met een lege maag is niet vreemd voor haar en boodschappen worden tactisch ingeslagen met producten die snel te bereiden zijn, waardoor ze kan besparen op gas.

Vervolg 2.1 Curaçao

Zoals ook in het verhaal van Sharisma naar voren komt, zijn de mogelijkheden van vrouwen om hun gezin te kunnen verzorgen en onderhouden beperkter dan de mogelijkheden van mannen. Zo is het voor vrouwen met kinderen uit de lagere sociaaleconomische samenleving waarin de man afwezig is in het gezin, een stuk moeilijker om een baan en andere

inkomstenbronnen te vinden. Naast dat zij zichzelf moeten onderhouden, bestaat het gezin uit meerdere leden die financieel gesteund en onderhouden moeten worden. Via de wetgeving zijn wegen geprobeerd te vinden om de positie van vrouwen te verbeteren, zoals het inzetten van minimumlonen. Binnen de sectoren waarin vrouwen werken, namelijk vaak de informele sector, is vaak sprake van wetgeving ontduiking door ‘zwart’ werken en onderbetaling en daardoor niet altijd sprake van een betere positie van vrouwen in de samenleving. Hierbij gaat het om werk langs de weg met eten, kranten, of loterijkaartjes, of als verkoopster in een winkel, waar de lonen ver onder het bestaansminimum liggen. Hierdoor is zij genoodzaakt meerdere banen aan te nemen (Van Dijke & Terpstra 1987: 13).

In tabel 1.1 is te zien welke cijfers in 2008 en 2012 op Curaçao gehanteerd werden om het minimum inkomen aan te duiden om te kunnen voldoen in de levensbehoeften. Zo wordt er per 1 september 2012 gesteld dat een volwassene met één kind een bedrag van Naf 1548,- per maand te besteden moet hebben en een volwassene met twee kinderen Naf 1904,-. In tabel 1.2 is de werkende populatie van Curaçao te zien, onderverdeeld op maandelijks inkomen en gender. Hier is te zien dat de grootste groep werkende mensen met een inkomen onder de armoedegrens vrouwen zijn en hoe hoger het inkomen wordt hoe lager het vrouwelijke aandeel in deze populatiegroep is. Hieruit is op te maken dat de grootste populatiegroep die

(19)

19 onder de armoedegrens leeft vrouwen zijn en vrouwen vaker onderbetaald worden dan

mannen. De salarissen van vrouwen worden vaak beschouwd als een toevoeging op het inkomen van de man, maar daar is bij alleenstaande moeders vaak geen sprake van.

1.1 Armoedegrens Curaçao

1 Standaard huishouden (2 volwassen en 2 kinderen) 2 Alleenstaande (1-persoonshuishouden)

3 Twee volwassen

4 Eén volwassen met één kind 5 Eén volwassen met twee kinderen 6 Twee volwassen met één kind 7 Drie volwassenen

Naf per maand 1 juli 2008 1 sept 2012 2195 1045 1568 1359 1672 1881 2090 2500 1190 1786 1548 1904 2142 2380 Tabel 1.1: CBS Curaçao7

1.2 Employed Population by Gross Monthly Income and by Gender

2009 2011

Male Female Total Male Female Total

500 or less 803 1443 2246 883 1608 2491

500 – 1000 1683 3687 5369 1272 3988 5260 1000 – 2000 8612 10796 19408 8854 10471 19271

2000 – 3000 5000 4789 9789 5611 4858 10469 3000 plus 10833 7904 18737 10840 10014 20854 Tabel 1.2: CBS Curaçao Labour Force Sample Survey8

2.2 Female-headed households

De female-headed households zijn over de hele wereld aan het toenemen, zo ook op Curaçao. In 1992 was 66% van de personen aan het hoofd van een gezin man en 34% vrouw en is dit in 2001 gestegen naar 62% man en 38% vrouw (UNA 2010). In 2011 is dit zelfs verder gegroeid tot 44%, terwijl de huishoudens waar de man aan het hoofd staat, gedaald is naar 56%. Op Curaçao is het meest voorkomende huishoudtype een gehuwd paar met kinderen, gevolgd

7

CBS Curaçao. http://www.cbs.cw/ (25-04-2013)

(20)

20 door alleenstaanden en als derde een gezin bestaande uit een vrouw met kinderen. Het eerst genoemde type is ten opzichte van 2001 met 24%, in 2011 gedaald tot 18,9%, terwijl in het derde genoemde huishoudtype een stijging te zien is van 14% in 2001 naar 15,9% in 20119.

Om het concept huishouden te beschrijven maakt Sylvia Chant (2003), ontwikkelingsgeograaf, gebruik van de definitie van Roberts (1994), die huishouden

omschrijft als een eenheid van samenwonende mensen (Roberts 1994: 10)10. Ze zegt daarbij dat dit geen unieke eenheid is, maar hieraan verschillende betekenissen gegeven kunnen worden per land en taal en er een grote diversiteit bestaat in de patronen van dagelijkse sociale organisatie (Chant 2003: 161-162). Chant noemt daarbij vier punten die van belang zijn in het analyseren van gender en de invloed van huishouden en familie. Ten eerste wordt het huishouden gezien als een belangrijke oorzaak voor genderongelijkheid en moet er gekeken worden naar de dynamiek en machtsrelaties binnen het gezin om de persoonlijke ervaringen van mannen en vrouwen te begrijpen. Ten tweede bestaat het idee dat het huishouden ruimte biedt voor agency van de vrouw, de mogelijkheid om te handelen en de mogelijkheden voor weerstand en onderhandelingen. Hiermee doelt ze op de mogelijkheden voor vrouwen om deel te nemen aan de arbeidsmarkt en wanneer mannen niet voldoen aan hun verplichtingen binnen het gezin, zij zichzelf financieel kunnen onderhouden. Door agency kunnen zij hun man verlaten of kunnen zij niet meer onderdrukt worden om niet te werken, maar aanpassingen maken die toevoegingen geven aan het huishouden, zoals het zorgen voor een eigen inkomen. Ten derde is het van belang om te kijken naar mannen en mannelijkheid en welke rol dit speelt in families en huishoudens. Dit kan ook zorgen voor de verandering of continuïteit in familiepatronen, zoals het verminderde idee die de traditionele familie als leidend ziet en de opkomst van female-headed households verklaren. Zo speelt de man en zijn afwezigheid binnen het gezin een belangrijke rol in de situatie waarin de vrouw en kinderen leven en het feit dat hij weinig tot geen financiële ondersteuning geeft aan de vrouw en zijn kinderen. Een vierde kwestie is het behoudt van of de verandering in familie patronen. Er wordt, naast het bestaande idee dat familievormen altijd divers zijn geweest, gedacht dat de huidige verschillende familievormen de oorzaak zijn van de verandering in ‘traditionele’ gezinnen (ibid.: 164-165).

Door de invloed van het huishouden op agency en het leven van vrouwen te

onderzoeken, is het belangrijk te kijken naar de vier bovengenoemde aspecten en aandacht te geven aan het huishouden waarin de vrouwen leven. Door te kijken naar de ruimte voor

9

CBS Curaçao. http://www.cbs.cw/ (10-12-2012)

(21)

21 agency die zij binnen dit huishouden hebben en de rol die mannen spelen binnen het gezin, hoop ik beter inzicht te krijgen in hoe het leven van de vrouwen uit female-headed households op Curaçao eruit ziet en welke invloed het huishouden en het feit dat ze aan het hoofd staan van een gezin, heeft op hun leven en de sociale status die zij bekleden in de samenleving.

Patricia Ellis, consultant in ontwikkeling, gemeenschapsontwikkeling en gender studies, laat in haar boek Women Gender & Development in the Caribbean zien dat in de 1,3 miljoen huishoudens, in de regio Engelstalige Cariben, vrouwen totaal 34,8% als hoofd van het gezin uitmaken en dat zij ook binnen gezinnen waarin de man aan het hoofd staat, verantwoordelijk is voor het regelen van de financiën en het maken van belangrijke beslissingen (Ellis 2003: 19). Er is sprake van een afname van patriarchale huishoudens in tegenstelling tot de groei van female-headed households, waar economische mogelijkheden en onafhankelijkheid van vrouwen als oorzaak gezien kan worden. Tegelijkertijd is er sprake van armoede en economische kwetsbaarheid vanwege blijvende verschillen van inkomsten en het gebrek aan verschillende manieren van steun van de vaders (Chant 2003: 181-182; Buvinic & Gupta 1997: 264).

Wanneer er gekeken wordt naar de female-headed households, is te zien dat deze bestaan uit de armste gezinnen en dat de vrouwen aan het hoofd van deze gezinnen gezien worden als meest kwetsbare vrouwen van de samenleving (Ellis 2003: 19). Deze huishoudens bestaan voornamelijk uit alleenstaande moeders en grote families, één of meerdere kinderen van één of verschillende vaders, waar zij geen financiële of andere steun van krijgen en waar de mannen en vaders in deze huishoudens vaak onbekend, afwezig, onverschillig en

onverantwoordelijk zijn (ibid.: 19). Het zijn uitgebreide families, waarin meerdere generaties onder één dak leven en bestaan uit verschillende kinderen, adolescenten en oudere personen waarvan vaak een meerderheid werkloos is en afhankelijk van het inkomen van het

vrouwelijk hoofd van het gezin. Het vrouwelijk hoofd is zelf ook afhankelijk van familie, vanwege werkloosheid en onderbetaling, maar tegelijkertijd kostwinner van het gezin (ibid.: 20, 118). In oktober 2011 werken er van de 80.810 vrouwen op Curaçao totaal 32.342, zijn er 4.001 op zoek naar werk en 30.328 economisch niet actief. Het werkloosheid percentage is ten opzichte van 2006 gedaald van 17,7% naar 11%, maar ligt in vergelijking met de mannen nog steeds hoger, waarvan het werkloosheidcijfer in 2011 8,4% is.11 Ook komt in tabel 1.2 naar voren dat vrouwen ten opzichte van mannen vaker onderbetaald worden.

De spanning die er bestaat in de literatuur over vrouwen in de Cariben, is dat enerzijds

(22)

22 de groei van deze huishoudens regelmatig in verband wordt gebracht met economische

mogelijkheden voor en onafhankelijkheid van vrouwen, maar tegelijkertijd noemen Ellis en Chant hen de meest kwetsbare vrouwen van de samenleving. Hoe is dit op Curaçao? Hoe dragen de vrouwen de zorg voor hun gezin en familieleden en hoe komen zij maandelijks rond, wanneer zij bijvoorbeeld geen vast of voldoende inkomen hebben, maar wel hoofd en kostwinner zijn van het gezin? Zijn zij economisch onafhankelijk of kunnen zij gerekend worden onder de kwetsbare groep vrouwen of is er sprake van beiden? Om dit te koppelen aan de vier aspecten van Chant hoop ik inzicht te bieden in het leven van deze vrouwen, welke aspecten invloed uitoefenen op hun leven en hoe zij hiermee omgaan. Om dat te kunnen doen is het van belang het concept gender toe te lichten.

2.3 Gender

Ellis (2003) stelt dat het beeld wat gevormd is over vrouwen uit de Cariben als sterk en machtig met mogelijkheden om voor zichzelf en hun familie te zorgen, niet als de realiteit gezien kan worden van vrouwen in deze regio. De status, positie en levensomstandigheden van vrouwen uit de Cariben worden volgens Ellis bepaald door etniciteit, klasse, leeftijd, sociale en huwelijkse status en niveau van educatie, waarmee zij nog steeds op verschillende vlakken gediscrimineerd worden (Ellis 2003: 17). Bij zowel mannen als vrouwen bestaat het idee dat mannelijkheid en vrouwelijkheid gebaseerd zijn op traditionele ideeën en gender stereotypes die afkomstig zijn uit biologische kenmerken (ibid.: 18). Zoals het idee dat mannen en vrouwen anders gebouwd zijn en daarom verschillende taken verrichten. Ondanks bestaande wetten die het discrimineren van vrouwen op basis van sekse verbieden, is er nog steeds een grotere groep vrouwen werkloos ten opzichte van mannen. De groep vrouwen die wel werkt zijn grotendeels werkzaam in banen die binnen de samenleving gezien worden als vrouwenwerk. Het gaat hierbij om werk in het onderwijs, de zorgsector en de verkoop en bedieningssectoren van de economie (ibid.: 23). Ook gaat het om werk in de informele sector.

Om het beeld dat vrouwen minderwaardig zijn aan de man te begrijpen, bestaat het idee dat vrouwen als dichter bij natuur gezien kunnen worden dan mannen. Cultureel Antropoloog Sherry B. Ortner (1972) noemt in haar tekst Is Female to Male as Nature is to

Culture? drie universele aspecten die bijdragen aan dit beeld. Ten eerste bestaat het idee dat

het lichaam van de vrouw en de daarbij horende biologische functies, zoals geboorte, haar dwingen zich te houden aan dit verwachtingspatroon en mannen daartegenover zich bezig kunnen houden met cultureel gedrag. De daaruit volgende sociale rollen van vrouwen worden gezien als minder belangrijk ten opzichte van de mannenrollen. Deze twee aspecten vormen

(23)

23 een bepaalde structuur met ideeën en gedragingen die worden gezien als dichter bij de natuur en vrouwen worden gezien als passiever in de samenleving, door hun rol als verzorger, in tegenstelling tot de actieve rol van mannen (1972: 131-132).

Ellis stelt dat de ideeën en visies die bestaan over mannelijkheid en vrouwelijkheid voor een groot deel worden gevormd door maatschappelijke verwachtingen en socialisatie, waardoor mannen en vrouwen rollen vervullen en bepaalde houdingen aannemen die de samenleving van ze verwacht (Ellis 2003: 148). Zo laat onderzoek in Barbados en St. Vincent zien dat een groot deel van de bevolking, zowel mannen als vrouwen, mannelijkheid en vrouwelijkheid zien als een ordening door God en gender verschillen als biologisch bepaalde aspecten. Ook bestaat hier het idee dat mannen en vrouwen verschillende kwaliteiten bezitten die ze van elkaar onderscheidt en hiermee een genderrol uitvoeren die voor hen bedoeld is en van ze verwacht wordt (ibid.: 149). De ideeën over de rol van de man bestaat uit het hoofd zijn van het gezin en het hebben van autoriteit over vrouwen en kinderen. Autoriteit werd gezien als een natuurlijk gegeven en een ordening van God, dat zelfs alleenstaande moeders, die aan het hoofd van een gezin staan, dit idee naleven (ibid.: 150-151). De ideeën dat het gender gebaseerd is op biologisch bepaalde aspecten, wordt door sommige feministische wetenschappers verworpen.

Eén van die wetenschappers is Antropoloog Matthew C. Gutmann, die mannelijke identiteiten definieert door te kijken naar wat mannen zeggen en doen om ‘man te zijn’ en kijkt daarmee niet naar de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen. Dit gedrag van mannen is door de jaren heen veranderd, waarmee ook de mannelijke eigenschappen van bepaalde activiteiten en gedrag mee veranderd is (Gutmann 1996: 17). Hij stelt dat de

veranderende gender identiteiten en praktijken typerend zijn voor gender relaties in de midden jaren 90. Hij noemt hier het feit dat vrouwen vaker gaan werken buiten het huishouden en hiermee een eigen inkomen hebben, ze op latere leeftijd kinderen nemen en stelt dat dit gedrag van vrouwen niet direct zorgt voor een reactie en verandering bij mannen, maar wel een begin is van verandering in een wereld gebaseerd op genderaspecten en relaties (ibid.: 24). Hoe zit dat met vrouwen in de Cariben en de veranderende ideeën die daar bestaan over gender identiteiten en relaties?

Violet Eudine Barriteau, wetenschapper in gender en daarnaast Caribisch feminist, laat in haar artikel Beyond a Backlash: The Frontal Assault on Containing Caribbean Women in

the Decade of the 1990s zien dat de vrouwen in bijna alle aspecten van het publieke domein

participeren en veel Caribische landen belangrijke veranderingen hebben aangebracht dat vrouwen als vol politieke en economische burger deelnemen aan de samenleving. Ze stelt dat

(24)

24 de bestaande collectieve houdingen en praktijken tegenover de participatie van vrouwen in het publieke domein verbeterd moeten worden (Eudine Barriteau 2001: 224). Ze geeft aan dat er momenteel nog een spanning bestaat tussen hoe er in de samenleving gedacht wordt over de geschikte gender identiteiten voor mannen en vrouwen en het feit dat sommige Caribische vrouwen de oude en onrealistische denkbeelden van Caribische vrouwelijkheid, de

ondergeschiktheid aan en afhankelijkheid van de man, afwijzen. Dit sijpelt door in het beleid, terwijl hier in de praktijk niet altijd sprake van is (ibid.: 224-225). Hoe staat het met deze spanning op Curaçao? Worden vrouwen gezien als afhankelijk van en ondergeschikt aan de man, of is er sprake van een verandering in deze traditionele denkbeelden? Om dit te onderzoeken is het van belang in te gaan op een Latijns Amerikaans fenomeen, namelijk

machismo, waarin sprake is van toekenning van genderrollen en identiteiten. 2.4 Machismo

Macho’s en un hombre de honor12

zijn voorbeelden van de verschillende ideeën die volgens mannen het ‘macho zijn’ omschrijven. Het ‘macho zijn’ wordt door sommige oudere mannen gezien als een man die verantwoordelijk is voor het financieel en op andere manieren zorgen voor zijn familie en voor anderen om een eerbare man te zijn (Gutmann 1996: 221).

Politicologe Evelyn Stevens noemt het machismo een ‘Nieuwe Wereld’ fenomeen, afkomstig uit culturen en groepen van de ‘Oude Wereld’, meegenomen door de conquistadores, die in de ‘Nieuwe Wereld’ een nieuwe vorm aanneemt. Samenlevingen die minder invloeden van buitenaf hebben, laten minder machismo eigenschappen zien (Stevens 1973: 91; 1973: 58). Er bestaan verschillende ideeën over machismo en wat het betekent om een macho te zijn, waardoor het van belang is dieper in te gaan op dit fenomeen door te kijken naar de rol die vrouwen spelen in de vorming hiervan en om de positie die vrouwen bekleden in de samenleving en hun levensomstandigheden beter te begrijpen. Stevens (1973) stelt dat

machismo staat voor mannelijkheid, ook wel de cultus van viriliteit, waarin eigenschappen als

agressiviteit en onverzettelijkheid, zoals trots, woede en agressie voornamelijk voorkomen in man-man relaties en arrogantie en seksuele agressie, voornamelijk het veroveren van

vrouwen, de gevoelloosheid tegen vrouwen en hun seksuele gedrag in man-vrouw relaties. Deze kenmerken en gedragingen kunnen de status van een macho vergroten (Stevens 1973: 58; Stevens 1973: 90).

Tegenover het machismo introduceert Stevens de term marianismo, waarin de cultus van vrouwelijkheid beschreven wordt als semigoddelijk, moreel superieur en spiritueel sterker

(25)

25 dan mannen en streeft zij naar het naleven van het beeld van de Heilige Maria (Stevens 1973: 62). De kracht van de vrouw zit in het vermogen de man en zijn gedrag te kunnen verdragen. Beide fenomenen worden gevormd door zowel de man als de vrouw en ze hebben elkaar nodig om het machismo en marianismo vorm te geven en aan te tonen. Vrouwen spelen een grote rol in het vormen van de machismo cultuur en het macho gedrag van de mannen in Latijns Amerika. Stevens stelt dat vrouwen hun status niet willen veranderen en verbeteren, maar schijnen te genieten van de consequenties die de macho cultuur hun bezorgd en komen met weinig ideeën om hun positie binnen de samenleving te veranderen (ibid.: 57). De twee fenomenen vormen een verwachtingspatroon van gedrag en rollen die mannen en vrouwen dienen uit te dragen en aan te nemen, waarin er een stabiele interactie bestaat binnen de samenlevingen in Latijns Amerika, aldus Stevens (ibid.: 57-63).

Antropoloog Matthew C. Gutmann (1996) vertelt in zijn boek The Meanings of

Macho. Being a Man in Mexico City over zijn onderzoek naar mannelijkheid en wat het

betekent om ‘man’ te zijn. Hij stelt dat er sprake is van duidelijke verschillen in het gebruik en de betekenis van macho en machismo, door onder andere generatie, urbane, rurale en klasse verschillen (Gutmann 1996: 232). Hij gaat dieper in op wat mannelijkheid betekent, in plaats van voorgaande antropologen en psychologen die mannelijk, onmannelijk en

mannelijkheid, de concepten die gekoppeld worden aan machismo karakteristieken,

ongedefinieerd laten. Machismo is volgens hem een veld van productieve relaties en waarvan de betekenis verschillende vormen heeft aangenomen. Zo maken oudere mannen een

onderscheid tussen macho’s en mandilones, en voegen de jongere getrouwde mannen de categorie non-macho toe, vanwege de negatieve connotaties die zij hebben met het woord macho (ibid.: 221-222). In de jaren 90 van de twintigste eeuw associeerden veel mannen en vrouwen macho en machismo met iets negatiefs, zoals het slaan van de vrouw, veroveren van vrouwen en misbruik maken van mannelijke lichamelijkheid, wat als de essentie van

machismo werd gezien. Zo stelt Gutmann dat het bestaande fenomeen veranderd is in een

ideologische positie die in het dagelijks leven meer uitgedaagd en verdedigd wordt, wat het concept machismo een stuk complexer maakt (ibid.: 240) Hoe gaat men om met deze veranderingen en wat voor invloed heeft dit op de ideeën en het gedrag van mannen en vrouwen die het fenomeen machismo ervaren?

Gerdien Steenbeek (1995) gaat in haar boek ‘Vrouwen op de drempel’ in op het beeld dat vrouwen gezien worden als machteloze slachtoffers van de machismo cultuur en het macho gedrag van mannen in Mexico. Machismo verwijst naar mannelijkheid en deze mannelijkheid moet ten opzichte van vrouwen, andere mannen en zichzelf bevestigd en

(26)

26 bewezen worden. De vrouw wordt gebruikt om hun mannelijkheid te tonen, door haar te veroveren, seksueel contact met haar te hebben en haar een ondergeschikte rol aan te laten nemen ten opzichte van de man (Steenbeek 1995: 42-44). Gutmann (1996) heeft het onder andere over La Casa Chica, wat duidt op praktijken in Mexico met betrekking tot mannelijke gender identiteiten, waarbij mannen naast hun eigen vrouw, een vrouw naast het huwelijk heeft die verblijft buiten zijn voornaamste huishouden (Gutmann 1996: 138). Het

belangrijkste element van machismo is de relatie die ze hebben met het vrouwelijk lichaam. Hieronder valt het slaan van de vrouw, de seksuele verovering van vrouwen en het misbruik maken van de mannelijke lichamelijkheid (ibid.: 237). Steenbeek ziet de vrouwen niet als passieve slachtoffers binnen het machismo, maar als personen met agency die zelf invloed hebben en invloed kunnen uitoefenen op hun positie en de verlangens en behoeftes die zij hebben kunnen na jagen (Steenbeek: 46-47). Met agency wordt een vorm van actie bedoeld. Na aanleiding van het aangetoonde veranderende beeld van Gutmann over machismo onder jonge mannen en vrouwen en het feit dat de vrouwen gezien worden als personen met agency en invloed kunnen uitoefenen op hun eigen positie, aldus Steenbeek, kijk ik naar het gedrag van mannen en hoe de vrouwen op Curaçao uit female-headed households omgaan met dit gedrag en hoe ze invloed kunnen uitoefenen op hun leven. Om dit te kunnen onderzoeken en analyseren is het belangrijk het concept agency te definiëren.

2.5 Agency

In samenlevingen waar vrouwen onderdrukt worden en ondergeschikt zijn aan de man, vinden zij vaak manieren waarmee zij, via de agency die ze bezitten, hun verlangens en behoeften kunnen najagen. Sociologe Mounira M. Charrad gaat in haar tekst Women’s Agency Across

Cultures: Conceptualizing Strenghts and Boundaries in op verschillende onderzoeken naar

het agency van vrouwen in verschillende culturen, om hiermee de verschillende aanspraken van vrouwen op rechten, stem en erkenning in internationale contexten te begrijpen. Om agency te omschrijven noemt zij de basisdefinitie “het vermogen om te handelen” (Charrad 2010: 517).

Charrad stelt dat globalisatie en neoliberalisme er voor gezorgd hebben dat er nieuwe mogelijkheden zijn ontstaan voor vrouwen, maar tegelijkertijd het leven van vrouwen ook een stuk kwetsbaarder is geworden. Globalisatie zorgt voor nieuwe normen voor rechten van vrouwen, doordat er culturele en socio-politieke veranderingen plaatsvinden, die helpen om uiting te geven aan verlangens buiten de lokale beperkingen. Tegelijkertijd bestaat het feit dat vrouwen tegenover belemmeringen komen te staan in termen van toegang tot economische,

(27)

27 sociale, politieke, reproductie en seksuele rechten (ibid.: 518).

De nationale staat is, historisch gezien, één van de belangrijkste instellingen die, via het staatsbeleid, het leven en de agency van vrouwen gevormd heeft. Ze bewegen zich binnen de heersende structuren en vormen daarbij eigen overlevingsstrategieën om dagelijkse

problemen aan te pakken. Zo laten Gustafsson-Larsson et. al. (2007) zien dat vrouwen agency gebruiken om dominante normen in hun leven uit te dagen of om deze normen te

reproduceren (Gustafsson-Larsson et. al. 2007: 57).13 Charrad stelt dat de belangrijkste regels die de agency van vrouwen beperken de patriarchale regels zijn, ingebed in instellingen zoals familie, staat, religie en arbeidsmarkt, en dus agency begrepen moet worden in relatie tot deze diep ingewortelde macht hiërarchieën, macrolevels structuren, zoals economie en politiek, en microlevels zoals familie en interpersoonlijke relaties. Agency en ondergeschiktheid van vrouwen kan niet bekeken worden buiten ontwikkelde gender hiërarchieën en instellingen en structurele contexten (Charrad 2010: 519).

Om de agency die vrouwen hebben en uitoefenen te begrijpen, beschrijft de antropoloog Saba Mahmood (2001) de conceptuele uitdagingen die de participatie van vrouwen in islamitische bewegingen vormen. Ze onderzoekt hoe bepaalde ideeën over het agency van mensen in de feministische wetenschap wordt uitgeoefend in onderzoek naar vrouwen die zich bevinden in patriarchale religieuze tradities. Dit idee zorgt ervoor dat het beeld dat wij vormen van het leven van vrouwen en de verlangens die gevormd en beïnvloed zijn door non-liberale tradities, moeilijker te begrijpen zijn. Zij stelt dat we agency moeten zien als een hoedanigheid voor actie, die historisch specifieke relaties en ondergeschiktheid mogelijk maakt en creëert en niet als een weerstand tegen relaties van dominantie (Mahmood 2001: 203).

Mahmood stelt de vraag hoe vrouwen bijdragen aan het reproduceren van hun eigen overheersing en op welke manier zij zich hiertegen verzetten en de overheersing ondermijnen. Zo worden religieuze tradities onderzocht, in termen van de conceptuele en praktische

bronnen die ze bieden en worden deze door vrouwen opnieuw gecodeerd, wat gezien kan worden als agency van vrouwen, om hiermee hun eigen belangen te kunnen naleven. Dit zorgde ervoor dat vrouwen in het Midden-Oosten niet meer gezien werden als passieve en onderdanige vrouwen in structuren gevormd door mannelijke autoriteit en dominantie. Vrouwen werden gezien als actieve actoren, die leefden in een veel complexer en rijker bestaan dan voorheen bekend was (Mahmood 2001: 205). Ze concludeert dat de vrouwen die

13

Aangehaald door Mounira M. Charrad in Women’s Agency Across Cultures: Conceptualizing Strenghts and

(28)

28 ze bestudeerde, vrouwen en hun participatie in de islamitische moskee beweging, gebruik maakte van instrumenten van hun onderdrukking om hun waarde te laten gelden, via collectieve en individuele wegen, door onder andere ceremonies te organiseren en op te voeren en daarnaast binnen hun huwelijk aandringen op de dynamische complementariteit met hun mannen. Dit wordt gezien als een betekenis van weerstand en het stellen van grenzen in dominantie (ibid.: 206).

Waar agency ook gedefinieerd wordt als een vorm van actie in plaats van weerstand is in het boek Gender & Seksuality. Sociological Approaches van Rahman & Jackson (2010). Zij definiëren agency als volgt: ‘Agency is the capacity for intentional action and presupposes

the human ability to reflect upon situations that confront us and to decide on appropriate courses of action’ (Rahman & Jackson 2010: 155). Hiermee doelen ze op het vermogen om

de verschillende situaties waarmee men in aanraking komt te interpreteren en daarop te reflecteren en middels deze wijze manieren vinden waarop wij met de situaties om kunnen gaan. Hiermee kunnen we de wereld en mensen om ons begrijpen, daarmee omgaan en binnen bewegen en is het niet alleen een vorm van weerstand (ibid.: 155).

Zowel Mahmood als Rahman & Jackson zijn van mening dat agency niet alleen gezien kan worden als een vorm van weerstand, maar zien het als een mogelijkheid voor actie. Het verschil tussen de twee definities is dat Mahmood uitgaat van agency van vrouwen binnen de overheersing en onderdrukking waarin zij leven en hierbinnen verschillende manieren vinden om daarmee om te gaan en daarmee zelf bijdragen aan hun positie, bijvoorbeeld als

ondergeschikte van de man. Bij Rahman & Jackson gaat het om de mogelijkheden waarop wij met situaties kunnen omgaan en de keuzes die wij hebben. Zij hebben het niet over de vorm van actie binnen overheersende structuren en onderdrukking.

Om antwoord te geven op de vraag hoe de vrouwen uit female-headed households op Curaçao omgaan met de mannen in hun leven en op welke manier zij agency hebben binnen de machismo cultuur, gebruik ik de definities van Mahmood en Rahman & Jackson, en definieer ik agency niet enkel als weerstand, maar als een vorm van actie. Door het gegeven dat het agency van vrouwen beperkt wordt door patriarchale regels, ingebed in bijvoorbeeld familie en de arbeidsmarkt, richt ik mij op het leven van vrouwen in de female-headed

household en de rol die mannen, en hun eventuele machismo gedrag, hierin spelen. Ik kijk

naar hoe de vrouwen op Curaçao vast zitten in bepaalde structuren waarin zij ondergeschikt aan zijn en door onderdrukt worden, maar via welke wegen zij gebruik maken van agency en hiermee als actieve actoren gezien kunnen worden in de situatie waarin zij leven. Welke vorm van agency laten deze vrouwen zien ten opzichte van hun levensomstandigheden en de

(29)

29 invloed van mannen op hun leven? Voordat ik hier op inga, zal ik eerst een beeld geven van hoe het leven van deze vrouwen eruit ziet en het gedrag van de mannen in hun leven

(30)

30

3. Kwetsbaarheid en machismo

Om zes uur in de ochtend opstaan, kinderen onder de douche, aankleden, ontbijt klaar zetten en schooltassen in pakken. Zodra de kinderen naar school en werk zijn is het tijd voor de tweede ronde kinderen verzorgen, namelijk haar twee kleinkinderen van drie jaar en zes maanden. De baby krijgt een luier om en wordt vervolgens op mijn schoot gezet. Dit geeft haar de mogelijkheid de haartjes van haar kleindochter te kammen, een broodje voor haar te smeren en verder te kunnen met andere huishoudelijke taken, zoals afwassen en het koken van de warme maaltijd voor tussen de middag. Vanmiddag staat er kip, met

kidneybonen met sojasaus en ketchup op het menu. Al het eten is uit blik en afkomstig uit het voedselpakket wat ze eerder die week van SANA heeft gekregen. De pan met rijst loopt vol en tegelijkertijd ontdooit ze het zelfgemaakt babyvoedsel in de pan. Tussendoor komt ook de thuiszorg nog langs voor het wassen van haar moeder en dan is de ochtend alweer bijna voorbij. Nu kunnen op ieder moment de kinderen langzaam binnen druppelen van school en werk en is de rust van de dag voorbij.

Dit is een normale ochtend voor Sharisma. De ochtenden noemt ze rustig, omdat er dan weinig mensen in huis zijn. Mijn bovenstaande observatie van een ochtend in het leven van Sharisma laat zien dat het hard werken is, en ze continu bezig is met haar

huishoudelijke en verzorgende taken.

In dit hoofdstuk geef ik een duidelijk weergave van hoe een dag van vrouwen uit

female-headed households op Curaçao eruit ziet en waar een female-headed household op

Curaçao uit bestaat. Ik zal daarbij ingaan op de afwezigheid van de man en op welke manier mannen wel of niet betrokken zijn in het gezin. Het gaat hier om de vader(s) van de kinderen en andere mannen in het leven van deze vrouwen, waar zij bijvoorbeeld relaties mee hebben of hebben gehad.

3.1 Vrouw aan het hoofd

Ik begin met een duidelijk beeld van hoe een female-headed household eruit ziet, waar het huishouden uit bestaat, waar ze wonen en hoe ze aan hun inkomen komen.

Gezinsleden

De female-headed households van mijn respondenten bestaan ten eerste uit de vrouw, variërend in de leeftijd tussen 30 en 53 jaar die allen moeder zijn van één of meerdere kinderen. De grootste groep respondenten, namelijk zeven vrouwen, woont alleen met hun

(31)

31 kind of kinderen. De kinderen zijn soms van verschillende vaders. Ook is er soms sprake van kleinkinderen, vaak kinderen van de dochters die met hun kind en zonder de vader bij hun moeder blijven inwonen. Tijdens een bezoek aan Sharisma liep er een jonge man binnen, die ze vriendelijk gedag zei en die vervolgens doorliep naar één van de slaapkamers naar haar dochter van zeventien. Ik was benieuwd wie dit was en ik vroeg haar ernaar. ‘Dat is de vader

van de baby’, antwoordde Sharisma. ‘Komt hij vaak langs?’ ‘Ja, ja. Hij komt wel langs.’

Sharisma en Marilyn wonen naast hun kinderen ook met een ouder, of andere familieleden in huis. Sharisma zorgt voor haar zieke moeder en Marilyn woont door gebrek aan eigen woonruimte en inkomen bij haar ouders in waar, naast haar eigen kinderen, ook haar broer inwoont. Ten slotte woont één respondent samen met een man, haar vriend, terwijl de tien andere vrouwen zonder man wonen. De aanwezigheid van een man in het gezin betekent niet dat de vrouw niet meer aan het hoofd staat van het gezin, wat naar voren zal komen in dit hoofdstuk.

Woning

Op Marilyn na, wonen mijn respondenten in een eigen huis, dat zij hebben geërfd, huren van een particulier, of toegewezen hebben gekregen via de FKP14. Shunely, Sonia, Alessia en Noraida wonen in een huis dat van henzelf is, waar zij geen maandelijkse huur aan kwijt zijn en hierdoor lagere vaste lasten hebben. Ze hebben dit huis bijvoorbeeld verkregen door het te erven van hun ouders. Cindy en Sayenne huren van een particulier, Corinne, Sharisma en Davinia huren van de FKP. Cindy geeft aan dat ook zij graag een huis via de FKP huurt, maar door de lange wachtlijst, die meer dan tien tot vijftien jaar kan duren, heeft zij deze nog niet gekregen. Het huren van een huis bij de FKP heeft enerzijds voordelen en anderzijds nadelen. Zo is het huren van een huis via de FKP, voor mensen die geen baan, en dus geen vast

inkomen hebben, relatief goedkoop. Zo vertelt Sharisma dat zij per maand Naf 45,-, omgerekend ongeveer 20 Euro, huurkosten betaald aan de FKP. Wanneer we naar het maandelijks inkomen kijken van deze vrouwen, wordt duidelijk dat ondanks de relatief lage huur, ook dit een hoog maandelijks bedrag is voor hen. Wanneer iemand werkt en daarmee een vast maandelijks inkomen heeft, wordt deze huur vaak meer dan vertiendubbeld. Dit betekent voor Corinne dat zij momenteel Naf 450,- per maand betaald waarbij er al Naf 200,- huursubsidie is afgetrokken. Deze huur moet ze betalen van een inkomen die onder de

armoedegrens ligt. Bij alle huurtarieven zijn de kosten voor gas, water en elektriciteit nog niet

14

FKP staat voor Fundashon Kas Popular. Het is een stichting opgericht om de volkshuisvesting op Curaçao te verbeteren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

As discussed in the previous chapter, the Department also arranges these grants for children and young people in child-headed households when the oldest child is over the age of

At this point I first want to explore their related arguments that it is precisely the capacity for historical judgement that is lacking in modern human beings, with dire

Predictors: (Constant), Number of supplied tools, COMPANY_AGE Model Unstandardized Coefficients Standardized Coefficients t Sig.. Predictors: (Constant), Number of

Mokken-scale analysis on the network ties of Texas school district superintendents for the years 2002 (n=639) and 2005 (n=683 shows the existence of three stable and homogeneous

x Multiple Mobile Data Sinks – Sinks are the interface between the wireless (mesh) sensor network and the mission control centre. Control center provides the cooperation

Er zijn nog meer tegenstrijdigheden gevonden bij de vrouwen: vrouwen die niet genoeg geld hebben voor leuke dingen of de school van de kinderen scoren eerder hoog op machismo,

In recent years – coinciding with the drafting period of the UN Guidelines – a number of African countries have revised national legislation to accommodate acceptance and

Child-headed households: a feasible way forward, or an infringement of children's right to alternative