• No results found

J.B.J. Koelman, Kosten van verzuiling. Een studie over het lager onderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "J.B.J. Koelman, Kosten van verzuiling. Een studie over het lager onderwijs"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R E C E N S I E S

gevoelens van beschaving nu juist bij dit 'pijnlijke' onderwerp aandacht voor mogelijke ontwikkelingen op het gebied van pijnervaring en (behoefte aan) pijnbestrijding — zoals J. H. van den Berg in zijn Leven in meervoud die heeft proberen te geven — ontbreekt.

Geslaagder zijn naar mijn mening de meer beschrijvende gedeelten, die Spierenburg om de oude kern heen heeft gebouwd. Tal van interessante gegevens, uit verschillende tijdperken, heeft hij verzameld en op heldere wijze gepresenteerd. Menigeen zal bovendien af en toe een gevoel van 'jaloersheid' niet kunnen onderdrukken bij het zien van de stelligheid waarmee de schrijver alles binnen zijn totaalbeeld weet onder te brengen. Dat voor het verkrijgen van zulke 'zekerheden' wel eens een schoenlepel of zelfs een koevoet nodig is, is bekend. Een mooi voorbeeld is te vinden in hoofdstuk twee. Hoe is het te verklaren dat in al die eeuwen waarin lijfstraf en schavot een min of meer geaccepteerd of zelfs positief gewaardeerd verschijnsel vormden, voor de beul alleen maar minachting werd opgebracht? Was het 'natuurlijke' afschuw van deze bloederige vakman? Een restant van oeroude, heidense opvattingen? Een uiting van onbewuste afkeer van openbare executies? Met een spervuur van argumenten veegt Spierenburg deze verklaringen van tafel, en wel zodanig dat de lezer vol verwachting naar het ijzersterke alternatief uitkijkt. Dat valt dan wel een beetje tegen. De paradoxaal genoemde infamie van de beul zou alleen te begrijpen zij n, als men aanneemt dat deze terug te voeren is op het verlies van het private wraakrecht. Ook toen de concrete herinnering aan het beroofd zijn van de mogelijkheid van legale eigenrichting al lang was verdwenen, zou de negatieve kijk op degene die het nu gemonopoliseerde wraakrecht uitoefende nog lang zijn blijven bestaan. In feite een verklaring van hetzelfde kaliber als die welke de schrijver eerst met kracht heeft verworpen: even acceptabel als onbewijsbaar, in elk geval niet de eindzege waard.

S. Faber

J. B. J. Koelman, Kosten van de verzuiling. Een studie over het lager onderwijs (Dissertatie Rotterdam 1987; 's-Gravenhage: VUGAUitgeverij, 1987,311 blz., ƒ39,50, ISBN 90 6095 018 6).

Wie vaststelt dat er de laatste twintig jaar een proces van ontzuiling van de Nederlandse samenleving heeft plaatsgevonden, stuit op de afwezigheid ervan bij het onderwijs. Het betreft dan niet zozeer de inhoud van het onderwij s als wel de instituties. In dit opzicht blijkt deze sector de harde kern van de verzuiling. Voor wat het lager onderwijs betreft zijn de in 1917 geplukte vruchten van de verzuiling sinds 1920 wettelijk geconserveerd: de vrijheid van onderwijs en de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onderwijs. De vraag naar de financieel-economische gevolgen van het systeem, ofwel naar de prijs van de pacificatie, is de laatste twintig jaar af en toe en in de jaren tachtig nadrukkelijk en ook in de politiek ter sprake gekomen. Dit laatste is niet verwonderlijk nu doelmatigheid, zo niet bezuiniging bij het onderwijs uitgangspunt van beleid is geworden. Ook de onbeheersbaarheid van de uitgaven hebben tot nadere studie genood. In een Rotterdamse bestuurskundige dissertatie wordt door J. B. J. Koelman onderzocht in hoeverre het systeem in onze tijd leidt tot de zogenoemde additionele uitgaven van de overheid voor het openbaar basisonderwijs. Deze uitgaven worden gedefinieerd als de extra uitgaven als gevolg van de van de verzuildheid afgeleide vormgeving van de bekostigingsstructuur.

Op instructieve wijze geeft Koelman inzicht in de materie van de voorwaarden en systematiek

(2)

R E C E N S I E S

van de bekostiging, de verzuildheid en de kosten ervan, de schoolgrootte en de schaaleffecten. Er wordt uiteraard veel gerekend en in tabellen gevat; de gegevens van het toenmalige lager onderwijs in 1982 vormen de grondslag ervoor. Centraal in de beschouwingen is de verzuild-heid. Deze duurt tot in onze tijd onverminderd voort, zij het nu als machtsstructuur. Het zijn niet meer de ouders, maar de instellingen die de inrichting van het onderwijs bepalen. De vrijheid van onderwijs blijkt 'verworden' tot de vrijheid van schoolbesturen en besturenorganisaties ( 118). De conclusie van het onderzoek is gezien de titel van het boek enigszins verrassend. De verzuiling behoeft op zich niet te leiden tot aanzienlijke additionele uitgaven, maar de vormgeving van het pluriforme stelsel is de boosdoener, namelijk die van de bekostigingsvoor-waarden. Als er geen ontheffingen meer worden verleend voor (te) kleine scholen, de afstanden van huis naar school wat ruimer worden bemeten en een schoolbussensysteem wordt geaccep-teerd, kunnen de additionele kosten met behoud van het onderwijssysteem in de hand worden gehouden (230).

Twee van de negen hoofdstukken dienen als verklaring voor de ontstane toestand. 'Openbaar en bijzonder lager onderwijs in historisch perspectief dient als instap tot het eigenlijke werk. Zoals vaker het geval is als de geschiedenis die functie heeft, meent de auteur bij het begin te moeten beginnen, in dit geval bij de middeleeuwen. Gelukkig loopt hij via de tijd van de Republiek snel door naar de eigenlijke schoolstrijd. Daardoor kan de belangstellende naar de eigentijdse problematiek leren waar de oorsprong van het verzuilde onderwijssysteem ligt. Het hoofdstuk 'Pluriformiteit en verzuiling' biedt een overzicht van de analyses van en beschouwin-gen over het verschijnsel verzuiling in de Nederlandse samenleving. De ervoor geraadpleegde literatuur gaat tot en met 1984, zodat de visies van Blom en Righart buiten de beschouwing blijven. Zo komt men het onderscheid tussen verzuiling als historisch proces en verzuildheid als maatschappelijk gegeven niet tegen en stelt Koelman vast dat internationaal vergelijkende studies nagenoeg (?) ontbreken (87). De auteur blijft Lijpharts beeld van de pacificatie-democratie volgen, maar dat is gezien de functie van het hoofdstuk niet bezwaarlijk. Het dient namelijk als inleiding op het volgende waarin de verzuildheid in het lager onderwijs wordt beschreven en geanalyseerd.

De studie van Koelman zal naar men mag aannemen een welkome bijdrage hebben geleverd tot het overheidsbeleid ten aanzien van de kostenbeheersing bij het basisonderwijs. Wat de historische component ervan betreft, mag de van nature ontevreden recensent niet mopperen. Hoewel het historische spoor wel wat ver terug is gevolgd, de functie die de geschiedenis in deze studie is toebedacht en de wijze waarop die een plaats heeft gekregen, stemmen tot tevredenheid. J. J. Huizinga

W. W. Mijnhardt, B. Theunissen, ed., De twee culturen. De eenheid van kennis en haar teloorgang (Tijdschrift voor de geschiedenis der geneeskunde, wiskunde, natuurwetenschap-pen en techniek (1988) iii; Amsterdam: Rodopi, 1988, 65 blz., ƒ12,50, ISBN 90 5183 054 8). In 1959 hield de Britse romanschrijver en fysicus Charles Petry Snow een belangwekkende, omstreden voordracht over 'The Two Cultures and the Scientific Revolution', waarin hij zich rekenschap gaf van de steeds groter wordende kloof tussen wetenschap, literatuur en maatschap-pij. Het Genootschap voor de geschiedenis der geneeskunde, wiskunde, natuurwetenschappen en techniek (GeWiNa) hield ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan op 4 juni 1988 in

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij/zij kan mogelijks naar de klas komen en/of de kinderen kunnen kennismaken met de bewoners met dementie van het naburige woonzorgcentrum waar de

Uit de leerling zijn gevoelens op een voor zichzelf en zijn omgeving aanvaardbare wijze?. Hoe reageert de leerling bij spanning, frustratie

onderwijs en maatschappij3 module zorg5 module overgangen6 module horizonverruimend4 praktijk 312 afstudeermodule naast bachelorproef (keuze uit): bachelorproef XL30 Erasmus+

Kinderen ontdekken wat mensen in beweging zet om ‘goed’ of ‘kwaad’ te handelen?. Dit houdt in

De leerkracht neemt een boek of een gedichtenbundel en leest de titel en de naam van de auteur voor (eventueel geeft de leerkracht een woordje over het boek of de auteur).

▪ met een open houding, die leer- en groeikansen willen geven aan studenten - uitproberen mag, samen leren is uitgangspunt. ▪ die openstaan

2) Betekenisvol: het moet een straf zijn die ook als straf wordt ervaren door de leerling. Hiervoor ga je de leerlingen moeten observeren om te zien wat voor

Toch willen we uw leerlingen graag warm maken voor de overstap naar het secundair onderwijs.. We willen hen laten kennismaken met de verschillende focussen op onze campussen op