• No results found

vwo.antwoorden.proefexamen H5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "vwo.antwoorden.proefexamen H5"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Antwoorden vwo

Proefexamen Zuidoost-Azië

Opgave 1 Een deel van Zuidoost-Azië

1 a 1 = Singapore, 2 = Maleisië, 3 = Brunei, 4 = Filipijnen, 5 = Indonesië, 6 = Oost-Timor. b 1 = Singapore, 2 = Brunei, 3 = Maleisië, 4 /5 = Indonesië/Filipijnen, 6 = Oost-Timor. 2 a ASEAN en cultuurgebied Zuidoost-Azië.

b Toedelen (gebieden in een geografische context plaatsen). 3 a A-klimaat (dus niet Af en Aw).

b Homogene of formele regio.

4 a Tropisch klimaat, exotisch, bevolkingskenmerken. b Perceptuele (perceptionele) regio.

5 a Wereldwijd gezien is het gebied meer periferie (met uitzondering van Singapore).

b De omgeving van Jakarta (of Java) is het centrum van Indonesië, de rest van Indonesië is vooral periferie. Binnen Zuidoost-Azië is Singapore een centrum.

Opgave 2 Klimaat in Zuidoost-Azië

6 Ligging op de evenaar en landinwaarts. Dus veel stijgende lucht en dus veel stijgingsregen. Mogelijk ook nog stuwingsregen door moessons tegen gebergte.

7 a Dat zijn moessons.

b De zuidwestmoesson bij de letter K waait daar in de periode rond juli. Dan verschuift het ITCZ richting noorderkeerkring.

8 a Savanneklimaat of moessonklimaat. Volgens Köppen is dit een Aw-klimaat.

b ▪ In december/januari verschuift het ITCZ richting zuiderkeerkring, dus valt daar dan meer stijgingsregen. Bovendien waait er dan een vochtige (noord)westelijke moesson.

▪ In de droge winter (juli/augustus) valt er minder stijgingsregen en er waait dan een vrij droge moesson, met lucht afkomstig uit het droge binnenland van Australië.

Opgave 3 Tektoniek in Zuidoost-Azië 9 a Dat is een thematische kaart.

b Vooral een choropletenkaart (intensiteit van aardbevingsrisico). 10 Tektoniek wil zeggen: bewegingen in de aardkorst.

11 a Euraziatische plaat.

b De (Indisch)Australische plaat duikt onder de Euraziatische plaat. c Subductie.

12 Dat is het zuidwestelijke kustgebied. Dat gebied ligt het dichtst bij de subductiezone.

13 Die vormen een onderdeel van de buitenste eilandenboog, ontstaan door stuwing (plooiing) als gevolg van de ‘botsing’ (subductie) van platen.

14 a Vruchtbare vulkanische bodems. b Toeristische trekpleister.

(2)

Opgave 4 Toerisme in Thailand

15 a Er komt in Thailand meer geld binnen uit inkomend toerisme dan er verdwijnt door Thaise toeristen die naar het buitenland gaan.

b Thailand trekt door verschillende attracties veel buitenlandse toeristen. Het aantal Thaise toeristen dat naar het buitenland gaat is door de vrij geringe welvaart niet erg groot.

16 a Klimaat (warmte, zon), strand/zee.

b Historische (boeddhistische) bouwwerken. Ook een totaal andere cultuur. c Relatief goedkoop.

d In gebieden waar minderheden wonen (in de rest van Thailand overheerst boeddhisme) komen nogal eens aanslagen voor.

17 a Vooral uit Singapore en Maleisië. Die landen liggen dichtbij Thailand en zijn het meest welvarend (afgezien van Brunei, maar daar wonen weinig mensen).

b Japan is veel rijker dan China. Voor Japanners ligt Thailand veel dichterbij dan voor Amerikanen. c Ongeveer 1,35%.

18 a Er worden maar zes gebieden onderscheiden en geen negen. Namelijk: ASEAN, de rest van Azië, Europa, Amerika, Oceanië, overige.

b Een cirkeldiagram geeft 100% aan. Elke staaf geeft gegevens over een bepaald gebied. Opgave 5 Ontwikkelingen in de landbouw in Zuidoost-Azië

19 Lang niet iedereen die op het platteland woont, werkt in de landbouw. Er wonen ook fabrieksarbeiders, onderwijzers, postbodes, winkeliers, enzovoort.

20 a Een hoog percentage werkers in de landbouw betekent vanzelfsprekend wel een hoog percentage rurale bevolking. b De aandelen van de landbouw in het BNP zijn beduidend lager dan de aandelen werkers in de landbouw. Dit wijst op een relatief lage productiviteit (ten opzichte van industrie en diensten)

21 a Zuiver statistisch gezien is dat Myanmar. Het verschil tussen aandeel beroepsbevolking en aandeel in het BNP is in dat land in verhouding het kleinst.

b Vast niet. Myanmar is een van de minst ontwikkelde landen. Maleisië ligt meer voor de hand.

22 Lager. Industrie en diensten leveren een hogere bijdrage aan het BNP, vergeleken met het aandeel in de beroepsbevolking.

23 a Afname van het aandeel rurale bevolking, afname van de bijdrage van de landbouw aan het BNP, afname van de beroepsbevolking die werkt in de landbouw.

b Urbanisatie, deagrarisatie, mechanisatie. 24 a Singapore, Brunei, Oost-Timor.

b In Singapore is weinig rurale bevolking en weinig landbouw. Over Brunei en Oost-Timor zijn minder gegevens bekend en er wonen weinig mensen.

Opgave 6 China of India?

25 China: daar zijn de meeste economische activiteiten vooral in de buurt van de oostkust. In India is het meer over het land verspreid.

26 India; in China was toen al een snelle economische groei. De bevolkingsgroei in China was niet groot door de éénkindpolitiek.

27 India: IT-specialisme en Engelssprekende bevolking.

28 India: India is nog het meest protectionistisch; heeft nog de meeste staatsbedrijven. China trekt bovendien veel meer investeringen dan India.

(3)

29 China: communistisch land.

30 India: sterke IT-dienstverlening. China heeft een groot (positief) handelsoverschot. 31 China: heeft een veel groter handelsvolume.

32 India: veel jong geschoold IT-personeel.

Opgave 7 Cultuurverschillen in Zuid- en Zuidoost-Azië

33 1 = Thailand, 2 = Singapore, 3 = Indonesië, 4 = Filipijnen, 5 = India. Opgave 8 Tot slot: een beetje relativeren

34 a Bijvoorbeeld: Is de groei van het BNP per persoon in de regio Zuidoost-Azië groter dan in andere landen? b Hoe kun je dit verschil tussen die gebieden verklaren?

c ▪ Bijvoorbeeld: Zouden alle landen moeten streven naar een snelle economische groei? ▪ Bijvoorbeeld: Zal deze hoge economische groei ook in de toekomst voortduren?

d Sommige landen hebben een nog hogere economische groei dan China of Zuidoost-Aziatische landen.

Soms komt dat doordat deze landen een heel laag BNP hebben. Een geringe toename betekent dan al heel snel een hoge relatieve toename.

In landen waar een bepaald economisch niveau is bereikt, zoals Spanje of de VS, neemt het tempo van economische groei af.

35 a Juist is B. In Brazilië en Mexico is de inkomensongelijkheid het grootst.

b Latijns-Amerika is nog steeds het gebied met zeer ongelijke inkomensverdelingen. In vrijwel elk land daar ontvangt 10% van de rijkste inwoners minstens 40% van het nationale inkomen (in Brazilië is dit zelfs 47%).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Het maximale verlies in € is bij scenario 2 kleiner omdat een deel van het mogelijke verlies wordt gecompenseerd door de opbrengst van het schrijven.

Daarin laat iemand opnemen dat hij bijvoorbeeld geen antibiotica meer wil bij zware dementie of een andere ziekte, waardoor hij zich niet meer kan uitdrukken.. Maar de kans

Heeft het consequenties voor het afkoppelen dat Woonbedrijf niet mee doet?. Woonbedrijf staat achter de plannen

Als er niets meer mogelijk is, geen minnelijke en geen wet- telijke schuldregeling, dan is het vooral van belang dat de beslagvrije voet van uw cliënt gerespecteerd wordt door de

Als gebruik wordt gemaakt van een (flexibele) tuinslang, die gedurende langere tijd in de zon blijft liggen, minder vaak gebruikt wordt en stilstaand water bevat, neemt het risico

De gemeente treedt direct op tegen gevallen van permanente bewoning die na 6 december 2019 zijn ontstaan, om te voorkomen dat de problematiek in de tussentijd groter wordt..

Als werkgever en werknemer het erover eens zijn dat extra verlof bijdraagt aan de duurzame inzetbaarheid van de individuele werknemer, dan kan het LBB hiervoor worden ingezet?. Als

Het schijnt mij met cliënt toe dat bij wijziging van het bestemmingsplan ook gekeken moet worden naar de bescherming van de ter plaatse aanwezige waarden en - zij het indirect -