• No results found

Antwoorden opgaven syllabus wiskunde B vwo domein D

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Antwoorden opgaven syllabus wiskunde B vwo domein D"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Antwoorden opgaven syllabus wiskunde B vwo domein D

1 Er geldt: x4 cos( )at en y4sin( )at .

4 cos(2 ) 2 3a en 4sin(2 ) 2a  dus cos(2 )a21 3 en sin(2 )a12.

De kleinste positieve waarde van 2a waarvoor dit geldt is 16π dus a121 π. P is voor de tweede keer in ( 2 2, 2 2)  als 121 πt3 π41 , dus t 39 seconden.

2 De amplitude is 2 5 10  , de hoekfrequentie 3π16 π12 en bij t0 is de uitwijking maximaal.

Een vergelijking is bijvoorbeeld uQ 10sin(π21 tπ)12 of uQ 10 cos(π )12 t .

3 a. (2cosx1)(cosx 1) 0, dus cos x 12 of cosx 1

Dit geeft x32π k 2π of x 23π k 2π of x  π k 2π (k geheel).

Andere manier: noem cos xp, dan 2p23p 1 0.

Met de abc-formule oplossen: D32   4 2 1 1, dus 3 1 2 2 1 p   

of

12

3 1 p 2 2  

, dus cosx 1 of cos x 12 (en dan verder als boven).

b. sin(2π)x13 sin( π (  12  π))x 34 geeft sin(2π) sin(x13  π+(12 π))x34 dus 2πx13  1 πx 14 2π k of 2π π (x13   1 π)x 41 2π k (k geheel)

7

12

x   k of 3x1π1211  k2π (k geheel) Dus x 1π127  k2π of x2336π k 23π (k geheel).

c. tan(2 )x  3 geeft x13 π k (k geheel), dus x16π k 12π(k geheel).

4 6 22

2 8 d  

  . a14 of a 14.

De grafiek bereikt de evenwichtsstand bij x0 en voor de zesde keer bij x40 , dus op het interval [0, 40] passen 212 periode. De periode is 16.

18

2π π

b16  of b 18π

5 1 2sin(2 ) 0 x  als sin(2 )x12, dus 2πx16 2π k of 2πx65 2π k (k geheel)

1

12π π

x  k of x125 π k π (k geheel).

Op [0, 2π]: x121 π of x125 π of x1π121 of x1π125 Met de grafiek van f op de GR:

1 2sin(2 ) 0 x  als 0π x 121 of 125 π x 1 π121 of 1π125  x2π .

6 a. Aangetoond moet worden dat f a( ) f(a) voor elke waarde van a. ( ) sin2

f aa en f( a) sin (2  a) (sin(a))2  ( sin )a 2 (sin )a 2 sin2a, dus ( ) ( )

f afa voor elke waarde van a.

b. Aangetoond moet worden dat f12 )a  ( πf 12 )a voor elke waarde van a.

1

(2)

2 2 2

1 1

2 2

(π ) (sin( π )) (cos ) cos

fa  aaa en

2 2 2 2

1 1

2 2

(π ) (sin( π )) (cos( )) (cos ) cos

fa  a  aaa, dus

1 1

2 2

(π ) ( π )

fafa voor elke waarde van a.

7 a. Gebruik de formule cos(2 ) 2 cosx2x1, dus cos2x12cos(2 )x12.

1 1 1 1

2 2 2 2

( ) cos(2 ) cos(2 ) 1 cos(2 )

f xxx    x , dus a121, b2 en d12. b. f x( ) 2 cos 2x 1 cos2x3cos2 x1, dus p3, q0 en r 1.

8 a. ( ) cos(3 ) cos(2f ttt t ) cos(2 ) costtsin(2 ) sintt

2 3 2

(2cos t 1) cost 2sin cos sint t t 2cos t cost 2 cos sint t

         

3 2 3 3

2cos t cost 2cos (1 cos ) 2cost t t cost 2cost 2 cos t

         

4cos3t 3cost

 

3 2 3 2

( ) cos(6 ) cos(3 2 ) 4cos (2 ) 3cos(2 ) 4 (2cos 1) 3 (2 cos 1)

g tt   ttt   t   t 

6 4 2

... 32cos t 48cos t 18cos t 1

    

9 ycos cosπ sin sin π cos cos π sin sin π 2 cos cos πt13t31t13t13   t13

1 1

2 2

2 cost cost sin(π)t

      , dus a b 1, c 12π en d0.

10 (sinφ 35 en cosφ 45) of (sinφ  53 en cosφ  45 )

3 4 24

5 5 25

sin(2φ) 2    en cos(2φ) cos φ sin φ 22

   

45 253 2257

11 a.

2sinxcosx

 

2 sinx2cosx

2

 

2 2 2 2 2 2

4sin x 4sin cosx x cos x sin x 4sin cosx x 4cos x 5 sin x cos x 5 1 5

  

b. 22 2 2 2 2 2

2

2 2 4

2 4 4 4

sin sin sin sin cos sin 1 cos sin sin sin

cos

cos cos cos cos cos

xx x x x x x x x x x

x x x x x

           

tan x4

c. 2 2 2 12

2 cossin 2sin cos 2sin cos 2sin sin(π ) cos sin

1 sin cos

x

x x

x x x x x

x x

x x

     

  

  

 

2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(stelling overstaande hoeken) Als twee evenwijdige lijnen gesneden worden door een derde lijn, dan zijn F-hoeken even groot en Z- hoeken even groot. (stelling F-hoeken

(stelling overstaande hoeken) Als twee evenwijdige lijnen gesneden worden door een derde lijn, dan zijn F-hoeken even groot en Z- hoeken even groot. (stelling F-hoeken

(stelling overstaande hoeken) Als twee evenwijdige lijnen gesneden worden door een derde lijn, dan zijn F-hoeken even groot en Z- hoeken even groot.. (stelling F-hoeken

(stelling overstaande hoeken) Als twee evenwijdige lijnen gesneden worden door een derde lijn, dan zijn F-hoeken even groot en Z- hoeken even groot.. (stelling F-hoeken

De kandidaat kan de eerste en tweede afgeleide van functies bepalen met behulp van de regels voor het differentiëren en daarbij algebraïsche technieken gebruiken3. Parate kennis

Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. 5 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij

De kandidaat kan de stof van wiskunde B gebruiken voor een profielspecifieke verdieping.. Domein C:

Teken in het plaatje de hoek tussen lijn AB en lijn HM en bereken de grootte in graden nauwkeurig.. Teken in het plaatje de hoek tussen lijn AF en lijn DE en bepaal