Antwoorden opgaven syllabus wiskunde B vwo domein B
1 a. ab4a b 20, dus a b( 4) b 20, dus
20 4 a b
b
De grafiek is een hyperbool met verticale asymptoot b4 en horizontale asymptoot a1. Controleer je tekening m.b.v. je GR.
b. Schrijf eerst
b
als functie vana
: 4 20ab b a , dus b a( 1) 4a20, dus
4 20 1 b a
a
1 1
2 2
8 8 8( 1) 8 8
4 20
4 4 4 20 4( 1) 16
1
a a
T a
b a a a
a
, dus
T
is een eerstegraadsfunctie vana
.2
2 e 1 2 e 1 2 e 1
1 e 1 e 1 e 1 e 1 e 1
x x x
x x x x x
dus( ) 1 2
e
x1 f x
3 a. De grafiek is een vierkant met hoekpunten
(4,0)
,(0,4)
,(-4,0)
en(0,-4).
b. Nee, want er bij
x
-coördinaten tussen-4
en4
horen tweey
-coördinaten.c. x y 4 is te schrijven als y x 4 dus als een functievoorschrift; de grafiek bestaat uit twee halve lijnen met eindpunt
(0,4)
die achtereenvolgens door(-4,0)
en(4,0)
gaan.De grafiek van x y 4 is het spiegelbeeld van de grafiek van x y 4 bij spiegelen in de lijn met vergelijking y x ; dit verband kan niet herschreven worden als een functievoorschrift want bij
x
-coördinaten kleiner dan4
horen tweey
-coördinaten.4 a. De rechte lijn door (
3
,0
) en (0,
112)
. Controleer met je GR: vul y 12x112 in.b. De grafiek van y 14x2112 is de parabool met top (
0,
112)
die dex
-as snijdt in ( 6,0
) en ( 6 ,0
).c. De grafiek van x2 y2 4 is de cirkel met middelpunt (
0
,0
) en straal2
.5 a. Domein: alle getallen; bereik: y0; snijpunt
y
-as(0,1)
; horizontale asymptoot 0y .
b. Domein: alle getallen; bereik: alle getallen; snijdt
x
-as eny
-as in het symmetriepunt(0,0)
.c. Domein: x0; bereik: alle getallen; snijpunt
x
-as(1,0)
; verticale asymptoot 0x .
d. Domein: x12π k π met
k
geheel; bereik: alle getallen; snijdt dey
-as in(0,0)
en dex
-as in de symmetriepunten (kπ,0)
metk
geheel; verticale asymptoten x 12π k π metk
geheel.e. Domein: alle getallen; bereik: y0; minimum
0
; snijdt dex
-as en dey
-as in(0,0)
; symmetrie-as x0.6 f x( ) 3 x, g x( )x112, h x( ) x en k x( ) 2log( )x .
7 Als
x
toeneemt, neemt ex toe, dus ex1 ook, dus2
e
x 1
neemt af, dus2 1 e
x1
neemt toe. Dusf
is een stijgende functie.Andere manier:
2e
2( ) e 1
x
f x
x
. De teller en de noemer zijn voor elkex
positief, dus de afgeleide vanf
is voor elkex
positief, dusf
is een stijgende functie.8 1 sinx1, dus 2 2sinx2, dus 4 6 2sin x8, dus
10 10 10 4 6 2sin x 8
, dus het bereik vanf
is
1 , 214 12
.9 a. 0,9907365 0, 033, dus er is ongeveer
3,3%
over.b. 0,9907t 0,80, dus 0,9907
log 0,80
log 0,80 23,88
log 0,9907
t
, dus na ongeveer 24dagen.
Andere manier: voer op de GR in: Y1=0.9907^X en Y2=0.80 en vind met Intersect dat de twee grafieken elkaar snijden bij X 24 (of maak een tabel van beide functies).
c. Voor de groeifactor
g
geldt: g5,27 12, dus g
12 5,271 0,877. R100 0,877 t. 10 a. Controleer met je GR.b. f x( )
x5
24
x 5
2, ofwel f x( )x26x7.c. f x( )
12x 2 4 21x, dus f x( )14x22x. d. f x( )
x 2 4 x, dus f x( )x24x.11 Aangetoond moet worden dat f( x) f x( ) voor elke
x
.
1 1 1
2 2 2
1 1
2 2
1 1 1 1
2 2 2 2
1 e e e
e e
( ) e 1 1 e 1 e 1 e 1 e
e e
1 e e 1
x x x
x x
x x x x x
x x
x x
x x x x
x x x
f x x x
x x x x
1 1 1 1 1
2 2 2 2 2
1 2
e 1 e e
( ) e 1 e 1 e 1 e 1 e 1
x x x
x x x x x
x x x x x x
x x
f x x
( ) ( )
f x f x voor elke
x
, dus dey
-as is symmetrie-as.12 In de grafiek is te zien dat het symmetriepunt
(0,0)
moet zijn.Aangetoond moet worden dat f( x) f x( ) voor elke
x
.2 2e 1 e 2e 1 e
( ) 1 1
e 1 1 e 1 e 1 e 1 e
x x x x
x x x x x
f x
( ) ( )
f x f x voor elke
x
, dus(0,0)
is symmetriepunt.13 a. f x( ) x 2 3 b. g x( ) x 2 3
14 a. De grafiek van
g
heeft een verticale asymptoot als f x( ) 0 , dus de verticale asymptoten zijn x 2 en x1. Omdat lim ( )x f x
, heeft de grafiek ook een horizontale asymptoot y0.
b. f x( ) (x 2)(x 1) 12(x2)2 ( x 1 12x1)(x2) 121x x( 2), dus ( ) 0
f x als x0 of x 2. De toppen van de grafiek van
f
zijn ( 2,0) en (0, 2). De top van de grafiek vang
is dus (0, )12 ; g(0) is een minimum.c.
1
( ) ( )
f x f x
als
f x( )
2 1, dus f x( ) 1 of f x( ) 1. Het zijn dus de snijpunten van de grafiek met de lijn y1 en met de lijn y 1. Dit zijn de punten met x 2,7, x 1, x0,7 en x1, 2.d. Controleer met je GR.
15 b. De oppervlakte: xy1000, dus
1000 y x
.1000 200000
3000 ( 6) 150 ( 2 ) 100 1000 80 82100 250
K x x x
x x
, dus82100
a , b250 en c200000.
a. x25 invullen geeft K 82100 6250 8000 96350 .
16 b. Het brandstofverbruik per km is 1 1060 2
1,10
v
.Dus
60 60
1 10 10
2
100 4500
45 1,10 100 1,50 75 1,10
v v
T v v
.a. T(80) 147
17 a. 5
10
4 3 y x
b. 0,95
log 100 y x
c.
40
20 y x
d.
3
51 2
x
y
18 a.
f
is stijgend (zie vraag 2 en 7), dusf
heeft een inverse functie.b.
e 1 e 1
y
x
y
, dus xey x ey1, dus xeyey 1 x, duse 1
1
y
x
x
, dusln 1
1 y x
x
19 a. x36x2 x 6 x25x6, dus x35x24x0, dus x x( 25x4) 0 , dus 0
x of
5 41
x 2
of5 41 x 2
b. vermenigvuldigen met x3 geeft x2 x 42 0 , dus (x7)(x 6) 0, dus 7
x of x6.
c.
3 e x 2 2 e
x 1 0
, dus e
x 2 6 16 1
(wat geen oplossing heeft) of
1 3
2 16
e 6
x
. Dus xln13.d. 2log 82logx 2log(7 )2 , dus 8x49, dus x618.
20
53 a56 51
52 a geeft 53a 56 5152a, dus 53a6 5 1 2a, dus 3a 6 1 2a,dus a 7.
21 Domein van
f
: 4x12 0 als x 3.12
4x12 x geeft 14x2 4x12, dus x216x48 0 , dus (x8)2 112, dus 8 112
x of x 8 112, dus x 8 112 of x 8 112. 8 112
x voldoet niet (ingevoerd met kwadrateren).
( ) ( )
f x g x als 3 x 8 112.
22 Domein van
f
: x0; domein vang
: 6 x 0, dus x6.ln e ln xln(6x), dus ln(e ) ln(6x x), dus ex 6 x, dus ex x 6, dus (e 1) x6, dus
6
x e 1
. ( ) ( )f x g x als
6
e 1 x 6
.23 a. 2 8 3 y10 geeft 3y6, dus y2. Het snijpunt is (8, 2). 3 8 p 2 7 geeft 2p 17, dus p 812.
b.
2 3 3 p
geeft 2p9, dus p 412.24 a. x2
34x 2 100 geeft 1625x2 100, dus x2 1625 100 64 , dus x 8 of x8. De oplossingen zijn ( 8, 6) en (8,6).b. x2
34x p
2 100 moet dan één oplossing hebben.
32 2 4 2516
2 100
0D p p geeft 94 p2254 p2625 0 , dus 4p2 625, dus
25 1
2 122
p of p 1212.
Andere manier: De afstand van het middelpunt (0,0) van de cirkel tot de lijn 0,75x y p 0
moet gelijk zijn aan de straal, dus aan 10.
2 2
0,75 0 0 0,75 1 10
p
geeft5 1
4 2
10 12
p , dus p1212 of p 1212. Nog een andere manier:
De loodlijn op y0,75x p door (0,0) heeft vergelijking y 43x.
Deze loodlijn snijden met de cirkel geeft x2
43x
2 100, dus 259 x2 100, dus2 36
x , dus x 6 of x6. De snijpunten zijn ( 6,8) en (6, 8) . 8 0,75 6 p geeft p1212 ; 8 0,75 6 p geeft p 1212.
25 De grafiek is een scheve hyperbool met verticale asymptoot x2 en horizontale asymptoot y3x1.
26
2 2
2 2
2
2 3
2 3 1 1 0 0
lim lim 1
1 1 0
x x
x x x x
x p p
x
dus voor elkep
heeft de grafiek eenhorizontale asymptoot y1.
2
( 3)( 1)
p
( )
x x
f x x p
Voor p0 heeft de grafiek geen verticale asymptoot.
Voor p0 heeft de grafiek één verticale asymptoot: x0.
Voor p 1 heeft de grafiek één verticale asymptoot, x1, en een perforatie ( 1, 2) .
Voor p 9 heeft de grafiek één verticale asymptoot, x 3, en een perforatie
2
(3, )3 .
Voor p 9 of 9 p 1 of 1 p 0 heeft de grafiek twee verticale asymptoten.
27
(
22)( 3)
a
( )
x x
f x x x a
. De teller is 0 voor x2 of x3. De grafiek heeft een perforatie als voor x2 of x3 de noemer ook 0 is.22 2 a 0 geeft a 6. De grafiek van 6
( 2)( 3) 3 ( ) ( 3)( 2) 3
x x x
f x
x x x
(voor2
x ) heeft perforatie (2,15).
32 3 a 0 geeft a 12. De grafiek van 12
( 2)( 3) 2 ( ) ( 3)( 4) 4
x x x
f x
x x x
(voor3
x ) heeft perforatie (3, )17 .
28 a.
0
lim 1
x
x
en lim e 0u
u dus 1
lim e
0 x0
x
(‘gaatje’ (0,0))0
lim 1
x
x
en lim eu
u dus 1
lim e
0 xx
(asymptoot x0) b.lim e
1xe
01
x
dus y1 is de horizontale asymptoot c. Controleer met je GR.d.
x e
1y geeft1 ln x
y
dus1
y ln x
29 a.
2
4 4
lim 2
7 5 2 0 0
x
2
x x
dus horizontale asymptoot y22x27x 5 0 geeft
7 49 40 7 3
4 4
x
; verticale asymptoten x 212 en x 1b.
2 2
2
1 1
lim lim 1
1 1 1 1 0
x x
x x
x
dus2
lim log
2log1 0 1
x
x x
, dushorizontale asymptoot y0
2 2
2 2
1 1
lim lim
1 1
x x
x x
x x
en lim logu u dus2 2
2 2
1 1
lim log lim log
1 1
x x
x x
x x
, dus verticale asymptoten x 1 en x1c. 2
2 8 0 8
lim 4
2 2 0 2
x x x
en2 2
2 8 2 0 0
lim 0
1 2 2 1 0
x x
x x
dus horizontaleasymptoten y 4 en y0.
22x 2 0 geeft 2x1 dus x 12 , dus verticale asymptoot x 12.
d.
80
lim ( ) 40
2 5 0
x
f x
en80 0,9 0
lim 0
2 5 0 5 0,9
x
x
x
dus horizontale asymptoten 0y en y40.