• No results found

Verplicht techniek geen wondermiddel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verplicht techniek geen wondermiddel"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verplicht techniek geen wondermiddel

20 december 2012 - VVD en PvdA willen dat wetenschap en techniek verplicht worden op Pabo’s en in het primair onderwijs. Volgens onderzoekers van het Center for Science Education and Talent Development van de UTwente een begin, maar verwacht vooral geen wonderen.

"Anne-Wil Lucas (VVD) en Tanja Jadnanansing (PvdA) hebben afgelopen week een voorstel ingediend om Wetenschap en Techniek (W&T) in het basisonderwijs en op de Pabo’s als vak verplicht te stellen.

Wij zijn het met de partijen eens dat het belangrijk is om kinderen juist al in het basisonderwijs te stimuleren tot onderzoekend en ontwerpend leren. Maar er kleven wel een aantal haken en ogen aan dit plan. Ten eerste is het onverstandig om de 100 miljoen euro subsidie voor betere bèta-leerkrachten in het voortgezet onderwijs helemaal over te hevelen naar het basisonderwijs. Ook in het voortgezet onderwijs bestaat immers grote behoefte aan meer en kwalitatief betere bètaleerkrachten. Daarnaast leidt het verplicht stellen van een afgebakend vak W&T op de basisschool niet noodzakelijkerwijs tot verbetering van W&T-onderwijs.

We zouden moeten streven naar een geïntegreerde aanpak waarbij leerlingen gedurende hun hele onderwijsloopbaan worden gestimuleerd nieuwsgierig te zijn, creatiever en innovatiever te denken en werken en zich bewust worden dat juist deze vaardigheden horen bij W&T. Het enkel verplicht stellen van W&T in het basisonderwijs is een start, maar geen wondermiddel.

Evaluaties van grootschalige projecten (waaronder eerdere miljoeneninvesteringen voor meer techniek in het basisonderwijs en in leerkrachtprofessionalisering) laten zien dat een goede implementatie van W&T vaak op belemmeringen stuit.

Ten eerste zijn de methodes die door scholen worden ingezet voornamelijk ‘hands-on’ en te weinig ‘minds-on’, dus meer handenarbeid dan onderzoeken en ontwerpen. Er worden

(2)

‘receptlessen’ gevolgd die de eigen creatieve verwondering en vindingrijkheid van kinderen uitsluiten. Zo kochten veel scholen met vorige technieksubsidies Techniektorens, waarbij leerlingen enkel een voorgekauwde werkwijze volgen zonder dat zijzelf uitgedaagd worden om vragen te stellen of creatieve ontwerpoplossingen te bedenken.

Ten tweede hebben Nederlandse basisschoolleerkrachten vaak weinig affiniteit met W&T en een laag zelfvertrouwen op dit gebied. Veel juffen vinden zichzelf niet ‘technisch’ en laten

technieklessen liever over aan een speciale techniekdocent. Ten derde worden scholen steeds strenger afgerekend op de Cito taal- en rekenscores van hun leerlingen, waardoor kinderen volgens vaste methodes wel leren spellen en staartdelen, maar niet actief en creatief leren nadenken over het onderzoeken en oplossen van problemen.

Omdat de drie genoemde belemmeringen elkaar versterken, is het hard nodig dat het creatieve denk- en ontwerpproces en het stimuleren van een positieve beeldvorming en bewustwording over onderzoeken en ontwerpen expliciet worden ingebouwd in het héle basisonderwijs en de opleiding of professionalisering van leerkrachten. Dat gaat veel verder dan het geven van een aantal verplichte technieklessen.

Her en der zijn verschillende basisscholen al bezig met de invoering van meer onderzoekend en ontwerpend leren. Scholen waar dat succesvol verloopt, hebben een aantal dingen gemeen. Op de eerste plaats een directeur die zijn/haar team inspireert en de schoolorganisatie zo inricht dat W&T binnen alle vakken en leerjaren steeds op een natuurlijke manier aan bod kan komen. Daarnaast een docententeam dat samen is nageschoold in W&T en daarbij vooral geleerd heeft om los te komen van vaste methodes, kinderen te coachen in het stellen van vragen en hen uit te dagen om i.p.v. alleen te onthouden, begrijpen en toepassen, ook te analyseren, evalueren en creëren. Zo ontstaan projecten over bijvoorbeeld hydrauliek, elektriciteit, wind- en zonne-energie, Romeinse bogen, snelle auto’s, infrastructuur, of het zonnestelsel.

Ook leren kinderen op creatieve manieren aan hun klas te presenteren wat ze ontdekt en gemaakt hebben en waarom. De ervaring leert dat leerlingen op dergelijke scholen steeds gemotiveerder raken om op onderzoek uit te gaan, zowel de minder als meer begaafde leerlingen. En wanneer taal en rekenen worden gekoppeld aan de projecten, ervaren leerkrachten vaak niet méér , maar juist minder werk.

Jonge kinderen zijn van nature nog nieuwsgierig en onderzoekend en tegen het einde van het basisonderwijs opvallend geïnteresseerd in nieuwe technologische vindingen, in

milieuproblematiek of klimaatbeheersing. Maar daar wordt in het huidige basisonderwijs weinig mee gedaan en kinderen zien de koppeling niet tussen W&T en de uitdagingen die de

samenleving de komende jaren te wachten staat.

Volgens het principe onbekend maakt onbemind, sluiten zij vaak al lang voordat zij in het middelbaar onderwijs hun profielkeuze moeten maken, bepaalde beroepsprofielen uit. W&T worden door veel kinderen op 10-12-jarige leeftijd al gezien als te moeilijk, saai en iets voor ‘nerds’ (in het geval van de natuurwetenschappelijke studies) of als ‘vies’ en economisch oninteressant (in het geval van de technische beroepsprofielen).

(3)

Pas wanneer kinderen op een geïntegreerde manier kennis hebben gemaakt met techniek en wetenschapsvragen en zich bewust zijn van hun eigen plezier en talent op dit gebied, zullen zij op latere leeftijd in ieder geval de positieve keuze houden.

Verwonderen is leren. Of je het vak verplicht moet stellen, kan men op de scholen waarmee wij werken niet zeggen. Maar als je kinderen wilt laten leren voor de toekomst, zullen we de

creatieve en ‘academische’ vorming van leerlingen en (aankomende) leerkrachten in zijn gehéél naar een hoger plan moeten trekken."

Juliette Walma van der Molen, Sandra van Aalderen-Smeets, Tim Post

(Respectievelijk Hoogleraar, Senior onderzoeker en Junior onderzoeker bij het Center for Science Education and Talent Development, Universiteit Twente)

Jan Hendriks

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoe dat zal veranderen kan niemand voorspellen, maar dat het veel complexer zal zijn dan alleen maar een uitbouwen van onze kennis, daarvan ben ik overtuigd.Naar een

Spelling leren begint bij de kleuters met het zich bewust worden van de klankgroepen en de klemtoon daarbij, gevolgd door het leren onderscheiden van klanken en het herkennen van

De toets Taal voor Kleuters bestaat uit de volgende taken: passieve woordenschat, kritisch luisteren, klank- en rijm, eerste en laatste woord horen, auditieve synthese

Als we kijken welke kenmerken op leerling-, leerkracht en schoolniveau samenhangen met prestatie- verschillen tussen leerlingen valt op dat de prestatieverschillen, die we

Zodra de vrieskou inzet, keren jaarlijks dezelfde thema’s terug: nood aan extra plaatsen voor daklozen, gezinnen of alleenstaanden die de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen,

gekleurde muur, gefietste afstand, bestede geld, gevonden schat, gebrande pinda, lopende band. 8.2, 8.3,

Figuur 1 Procentueel verschil in leergroei tussen de periode vóór en sinds COVID-19 voor begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde, uitgesplitst naar sociaaleconomische

~eelen staat geen daad verrichten zonder Haren verantwoordelijken Minister, en zal nu die Minister, juist wegens die verantwoorde- lijkheid, wel altijd het objectieve