MOLECULAIRE
SPECTROFOTOMETRIE
Principe:
Principe:
In de spectrofotometrie wordt de concentratie van een
In de spectrofotometrie wordt de concentratie van een
gekleurde stof bepaald door de kleur dan de oplossing van die stof
gekleurde stof bepaald door de kleur dan de oplossing van die stof
te vergelijken met oplossingen waarin diezelfde gekleurde stof zit
te vergelijken met oplossingen waarin diezelfde gekleurde stof zit
maar dan in concentraties die bekend zijn. De kleur kan afkomstig
maar dan in concentraties die bekend zijn. De kleur kan afkomstig
zijn van de stof zelf maar kan ook het reactieproduct zijn van de te
zijn van de stof zelf maar kan ook het reactieproduct zijn van de te
meten stof met een geschikt reagens.
meten stof met een geschikt reagens.
Concentratie van een onbekende kan al met het blote oog geschat wordenConcentratie van een onbekende kan al met het blote oog geschat worden Sneltesten: indicator strips (bijvoorbeeld voor aquaria: nitraat, nitriet, ...)Sneltesten: indicator strips (bijvoorbeeld voor aquaria: nitraat, nitriet, ...) Nauwkeurige meting: met spectrofotometerNauwkeurige meting: met spectrofotometer
MOLECULAIRE SPECTROFOTOMETRIE
WAT IS LICHT ?
LICHT =
elektromagnetische golven
Naargelang de energie-inhoud van deze
golven wordt het elektromagnetisch
spectrum opgesplitst in :
Gammastraling (behandeling van kanker)
X-stralen (geneeskunde)
Ultraviolet stralen
Zichtbaar licht
Infrarood stralen
Microgolven (microgolfovens)
Radiogolven (F.M. radio, radar, televisie)
veel energie
MOLECULAIRE SPECTROFOTOMETRIE
WAT IS LICHT ?
Enkel een klein deel van het
elektromagnetisch spectrum is
voor de mens zichtbaar als kleur.
Dit is dan het zichtbare gedeelte.
In dit zichtbare deel van
het spectrum kunnen we 7
basiskleuren onderscheiden
(dit zijn de kleuren van de
regenboog):
Rood, Oranje, geel,
groen, blauw, indigo
en violet.
MOLECULAIRE SPECTROFOTOMETRIE
Ultra Violet (UV)
Ultra Violet (UV)
200 - 400 nm
200 - 400 nm
Zichtbaar (Visible - Vis) 400 - 800 nm
Zichtbaar (Visible - Vis) 400 - 800 nm
Nabij Infra Rood (NIR) 800 - 2500 nm
Nabij Infra Rood (NIR) 800 - 2500 nm
Infra Rood (IR)
Infra Rood (IR)
2500 - 12500 nm
2500 - 12500 nm
Licht is een elektromagnetisch golfverschijnsel dat zich in vacuum met een constante snelheid (c) van ca. 300 000 km/s voortplant.
Een golf kunnen we karakteriseren met:
De trillingstijd T: de tijdsduur van een trilling (eenheid: s)
De frequentie f: het aantal trillingen per seconde (eenheid: Hz) (f=1/T).
De golflengte : de lengte van een trilling (eenheid: nm (10-9 m) of Å (10-10 m))
Het golfgetal s:1/ (eenheid: cm-1) - wordt voornamelijk in de Infra Rood spectroscopie gebruikt
de golfsnelheid: c = (afgelegde weg / tijd) =/ T = f . (f=1/T).
als de golflengte toeneemt neemt de frequentie af en vice versa.
Electromagnetische golven
Electromagnetische golven
Electrisch veld
Kleurencirkel en kleurenspectrum
• als we uit wit licht de kleur groen verwijderen: geeft rode kleur •. We zien steeds de complementaire kleur
Licht als energie
Licht als energie
De intensiteit van een bundel licht is een maat voor de hoeveelheid
De intensiteit van een bundel licht is een maat voor de hoeveelheid
energie. Deze bundel bestaat uit een stroom energiedeeltjes. Deze
energie. Deze bundel bestaat uit een stroom energiedeeltjes. Deze
deeltjes worden KWANTEN of FOTONEN genoemd
deeltjes worden KWANTEN of FOTONEN genoemd
.
.
De wet van Planck
De wet van Planck
De energie inhoud van elk deeltje is evenredig met de frequentie.
De energie inhoud van elk deeltje is evenredig met de frequentie.
Dit wil zeggen dat een bundelstraling met een frequentie
Dit wil zeggen dat een bundelstraling met een frequentie
f
f
bestaat
bestaat
uit fotonen met een energie gelijk aan :
uit fotonen met een energie gelijk aan :
E = h . f = h.c/
E = h . f = h.c/
Hierin is
Interactie tussen materie en straling
Interactie tussen materie en straling
Materie getroffen door electromagnetische
Materie getroffen door electromagnetische
straling:
straling:
De straling wordt
De straling wordt
doorgelaten
doorgelaten
: fotonen passeren ongehinderd
: fotonen passeren ongehinderd
De straling wordt
De straling wordt
verstrooid
verstrooid
: fotonen veranderen van richting
: fotonen veranderen van richting
De starling wordt
De starling wordt
geabsorbeerd
geabsorbeerd
: fotonen worden door het
: fotonen worden door het
medium opgenomen
medium opgenomen
Energie van het medium zal stijgen met de energieinhoud van de Energie van het medium zal stijgen met de energieinhoud van de
fotonen
fotonen
Moleculaire energieniveaus
Moleculaire energieniveaus
Veel meer vrijheidsgraden dan een atoomkern+electronen
Buig, strek, rotatie-modes met eigen gequantizeerde energieniveaus Kleine energieverschillen ! dichte `bosjes’ van lijnen, voornamelijk IR
De opgenomen energie kan gebruikt worden ter verhoging van:
De opgenomen energie kan gebruikt worden ter verhoging van:
•Rotatie energie:snelheid waarmee een molecule draait om zijn asRotatie energie:snelheid waarmee een molecule draait om zijn as
•Vibratieenergie: trillen van de atomen in een moleculenVibratieenergie: trillen van de atomen in een moleculen
•Electronen energie: energie die de electronen bezitten in hun banen Electronen energie: energie die de electronen bezitten in hun banen om de atoomkern
om de atoomkern
Etot= Eelc + Evib + E rot
Etot= Eelc + Evib + E rot
Eelec >> Evib >> Erot
Eelec >> Evib >> Erot
VIS
Grond toestand Aangeslagen toestand
E
n
er
gi
e
E1=hf1=h.c./1 E2=hf2=h.c./2 E3=hf3=h.c/3 Vibrationele niveaus Electronen In grond toestand Rotationele niveausI0 = Ia + It + Ir
Indien men er voor zorgt dat Ir = 0 door bv. een blanco te gebruiken en te zorgen dat de reflectie geminimaliseerd wordt dan is de bovenstaande vergelijking gelijk aan :
I0 = Ia + It
Spectrofotometrie
Spectrofotometrie
De wet van Lambert
De wet van Lambert
invloed van de
invloed van de vloeistofdikte (cuvette lengte)vloeistofdikte (cuvette lengte) ten opzicht van de intensiteit van ten opzicht van de intensiteit van de lichtstraal.
de lichtstraal.
de intensiteit van de uittredende lichtstraal t.o.v. de vloeistofdikte vertoont een
exponentieel dalende kurve.
Waarin k een constante is en b de dikte van de vloeistoflaag
Absorptie
b
I
t kb tI
I
10
0 kb tI
I
10
0 kb kb I It kb log10 log10 log 0 0I
I
T
t transmissie100
%
0x
I
I
T
t Procentuele transmissie T I I A log t log 0 Dan wordtb
k
A
.
Wet van Beer
Wet van Beer
Naar analogie van de bovenstaande afleiding van de wet van
Naar analogie van de bovenstaande afleiding van de wet van
Lambert kan men de wet van Beer bepalen.
Lambert kan men de wet van Beer bepalen.
Hierin wordt de absorptie bestudeerd i.f.v. de
Hierin wordt de absorptie bestudeerd i.f.v. de
concentratie van de
concentratie van de
oplossing
oplossing
waardoor men licht gaat zenden.
waardoor men licht gaat zenden.
Men bekomt eveneens een exponentieel dalende kurve met
Men bekomt eveneens een exponentieel dalende kurve met
volgende formule :
volgende formule :
I
I
tt= I
= I
00. 10
. 10
– k2.C– k2.C
Verdere analoge afleiding leert ons dat de absorptie in een
Verdere analoge afleiding leert ons dat de absorptie in een
oplossing rechtevenredig toeneemt met stijging van de concentratie
oplossing rechtevenredig toeneemt met stijging van de concentratie
in de oplossing of :
in de oplossing of :
A = k2 . C
A = k2 . C
It
Wet van Lambert-Beer
Wet van Lambert-Beer
Indien men de wet van Lambert en Beer samenvoegt kan men stellen
Indien men de wet van Lambert en Beer samenvoegt kan men stellen
dat :
dat :
A = k . b
A = k . b
A = k
A = k
22. C
. C
Of dat
Of dat
A =k. k
A =k. k
22.b. C
.b. C
A = ε .b. CDe wet van Lambert-Beer geldt alleen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: •monochromatisch licht
•"optisch lege" vloeistoffen (geen lichtverstrooiende deeltjes aanwezig) •constante temperatuur
•niet te geconcentreerde oplossing
ε = molaire absorptiecoefficient (L/(mol.cm))
b= dikte van de cuvette c= concentratie in mol/L
Opnemen van absorptiespectrum
Opnemen van absorptiespectrum
Manueel of automatisch (in nieuwere toestellen)Manueel of automatisch (in nieuwere toestellen) 2 oplossingen: 2 oplossingen:
blanco (bevat alles behalve de te meten stof)blanco (bevat alles behalve de te meten stof) Standaard met hoogste concentratieStandaard met hoogste concentratie
Voorbeeld: Fe2+ + fenantroline geeft rood complex Voorbeeld: Fe2+ + fenantroline geeft rood complex
dus absorbeert tussen 480 en 550nm dus absorbeert tussen 480 en 550nm
we nemen het spectrum op tussen 450 en 600nm we nemen het spectrum op tussen 450 en 600nm
AA 450 450 0,070,07 470 470 0,10,1 490 490 0,170,17 510 510 0,220,22 530 530 0,250,25 550 550 0,250,25 570 570 0,210,21 590 590 0,140,14 610 610 0,070,07
Doel = Concentratiemetingen
Doel = Concentratiemetingen
A4 A3 A2 A1
A
x C1 C2 C3 C4C
xy = ax + b
Calibratiemethode: ijklijnVan de te bepalen verbinding wordt een serie (nauwkeurig bekende!) verdunningen gemaakt, waarvan de absorpties worden gemeten.
Door gebruik te maken van interpolatie kan de concentratie van een onbekend monster na meting van de absorptie worden berekend
Concentratiebepaling: praktisch
Concentratiebepaling: praktisch
voorbeeld
voorbeeld
Fe met fenantroline
Fe met fenantroline
Welk concentratiegebied: rekening houden met lineair gebied (uit
Welk concentratiegebied: rekening houden met lineair gebied (uit
literatuur): tot 10 mg/L
literatuur): tot 10 mg/L
Maak stockoplossing van 0.5g/L=500 mg/L
Maak stockoplossing van 0.5g/L=500 mg/L
Hieruit maken we verdunningen :
Hieruit maken we verdunningen :
0mg/L, 1mg/L, 2mg/L, 3mg/L, ....10mg/L en meten de absorbantie0mg/L, 1mg/L, 2mg/L, 3mg/L, ....10mg/L en meten de absorbantie
Concentratiebepaling:
Concentratiebepaling:
Meet Absorbantie van onbekende oplossingMeet Absorbantie van onbekende oplossing
Kunnen gemiddelde Kunnen gemiddelde
ε
ε
bepalen uitbepalen uit de standaarden en deze gebruiken in de standaarden en deze gebruiken inde berekening
de berekening
Kunnen ijkrechte opstellen en concentratie van onbekende berekenen uit Kunnen ijkrechte opstellen en concentratie van onbekende berekenen uit
vergelijking
Instrumentatie
Instrumentatie
lichtbron golflengteselectie uittreespleet cuvet detector versterker uitlezing intreespleetstralingsbron
stralingsbron
De Stralingsbron moet van constante stralingsintensiteit
De Stralingsbron moet van constante stralingsintensiteit
zijn en straling uitzenden zo gelijkmatig mogelijk over
zijn en straling uitzenden zo gelijkmatig mogelijk over
het gehele golflengtegebied verdeeld.
het gehele golflengtegebied verdeeld.
Meestal gebruikt men voor het zichtbare gebied een
Meestal gebruikt men voor het zichtbare gebied een
wolfraam lamp die een continue spectrum heeft van 350
wolfraam lamp die een continue spectrum heeft van 350
- 2500 nm.
- 2500 nm.
Een Deuteriumlamp met een hoge intensiteit tussen 180
Een Deuteriumlamp met een hoge intensiteit tussen 180
nm en 375 nm
nm en 375 nm
Golflengteselectie
Golflengteselectie
Filters of monochromators worden gebruikt om de door de bron
Filters of monochromators worden gebruikt om de door de bron
uitgezonden straling te scheiden in zijn samengestelde golflengtes.
uitgezonden straling te scheiden in zijn samengestelde golflengtes.
Monochromatisch licht nodig voor:
Monochromatisch licht nodig voor:
Grotere selectiviteitGrotere selectiviteit Betere gevoeligheidBetere gevoeligheid
Zekerheid dat aan wet Lambert-Beer voldaan wordtZekerheid dat aan wet Lambert-Beer voldaan wordt
Voor de golflengteselectie kunnen:
Voor de golflengteselectie kunnen:
FiltersFilters (absorptie of interferentiefilters) (absorptie of interferentiefilters) Monochromators: Monochromators: prismasprismas en en roostersroosters
Filters
Filters
Absorptiefilters
Dit zijn filters die een deel van het lichtspectrum doorlaten en een ander deel
tegenhouden door absorptie. Ze bestaan uit gekleurd glas of uit een organische kleurstof gesuspendeerd in gelatine en vastgehouden tussen glazen plaatjes.
Ze hebben een effectieve bandbreedte van bv. 20 nm dwz dat bv. een filter van 500 nm eigenlijk alle golven doorlaat tussen 490 nm en 510 nm
Interferentiefilters
Deze zijn gebaseerd op optische interferentie, reflectie en uitdoving. Ze hebben een kleinere bandbreedte dan de absorptiefilters
MONOCHROMATORS: Prisma
MONOCHROMATORS: Prisma
Lichtstralen worden gebroken bij
Lichtstralen worden gebroken bij
de overgang van lucht naar glas
de overgang van lucht naar glas
(wet van Snellius)
(wet van Snellius)
(n=brekingsindex)
(n=brekingsindex)
Breking is golflengteafhankelijk:
Breking is golflengteafhankelijk:
hierdoor krijgen we dispersie
hierdoor krijgen we dispersie
van licht
van licht
Een lens focuseert het
Een lens focuseert het
uittredend licht naar de
uittredend licht naar de
uittreespleet
uittreespleet
Door het prisma te draaien kan
Door het prisma te draaien kan
men de gewenste golflengte
men de gewenste golflengte
selecteren
selecteren
Monochromator: rooster
Monochromator: rooster
Rooster of tralie op
Rooster of tralie op
regelmatige afstand van elkaar
regelmatige afstand van elkaar
(vb. krassen op een glazen
(vb. krassen op een glazen
plaat (zo als een CD)
plaat (zo als een CD)
Parabolische spiegel richt wit
Parabolische spiegel richt wit
licht op het rooster
licht op het rooster
Licht van verschillende
Licht van verschillende
golflengtes wordt weerkaatst
golflengtes wordt weerkaatst
onder een andere hoek
onder een andere hoek
2
2
dedespiegel richt het weerkaatst
spiegel richt het weerkaatst
licht op de uittreespleet
licht op de uittreespleet
Door de tralie te draaien
Door de tralie te draaien
selecteert men de golflengte
selecteert men de golflengte
monochromator
monochromator
Een monochromator zal de lichtstraling
scheiden volgens de golflengte en zal om
het even welk deel van de straling
doorlaten. Alle licht gaat dus door heen de
monochromator. Er zal dus niet
geselecteerd worden door absorptie zoals
bij filters.
Kuvetten zijn de recipiënten die gebrukt worden om de oplossingen te meten in de spectrofotometer.
Er bestaan talrijke uitvoeringen naargelang het gebruik. Kuvetten kunnen gemaakt zijn uit glas, kwarts of kunststof.
Kwartskuvetten worden gebruikt voor het werken in het UV-gebied, hoewel heden ook kunststofkuvetten uit bv. metacrylaat kunnen gebruikt worden
Naargelang het volume kan men kuvetten van verschillende inhoud en weglengte gebruiken.
De meest gebruikte weglengte is één cm en het meest courante volume is 3,5 ml en 1,5 ml.
Een kuvet heeft meestal twee gepolijste of heldere zijden en twee matte zijden, doch voor bv. fluorimetrie moet men kuvetten gebruiken met vier gepolijste zijden.
cuvetten
cuvetten
detector
detector
De stralingsdetector (bv fotocel) zet de erop vallende straling om in
een elektrisch signaal dat na versterking wordt gemeten. Van de
detector wordt vereist:
- een hoge gevoeligheid voor een groot golflengtegebied
- een rechtlijnig verband tussen de intensiteit van de lichtstraling en het
daardoor opgewekte elektrische signaal.
De versterker moet een lineaire afhankelijkheid tussen invoer en
uitvoer bezitten.
De meter geeft het gemeten signaal aan op een transmissie schaal (%)
en/of extinctie schaal (log-schaal).
Fotocel:
cylindrisch glazen omhulsel met fotogevoelige kathode enanode.Lichtinval rukt electronen los uit kathode die worden aangetrokken door de kathode waardoor een stroom ontstaat
Fotovermeningvuldigingsb
uis:
een fotogevoelige kathode en 10 anodes op verschillendpotentiaal: geeft een belangrijke versterking van het signaal
•De meetresultaten van een spectrofotometrische bepaling
worden zowel analoog als digitaal geregistreerd
•kan ze zowel als een absorptie A of Procentuele Transmissie %
T aflezen.
•Ook kan men bij een aantal spectrofotometers rechtstreeks
concentraties aflezen mits men de richtingscoëfficiënt ( de
molaire absorptiecoëfficiënt ) kent en in het apparaat vastlegt.
uitlezing
uitlezing
spectrofotometer recorder Automatische buret
Spectrofotometrische titratie
Spectrofotometrische titratie
In plaats van een cuvet meetcel (1cm)
ondergedompeld in de oplossing
Titreren met constante debiet (ml/min)
Papier loopt met constante snelheid (cm/min)
CH3COOH FFT kleurloos
NaOH roos-paars Eindpunt van de titratie
Bepaling absorptiespectrum FFT in zuur en basisch midden A zuur A basisch Bepaling werkgolflengte
CH3COOH + NaOH CH3COONa + H2O