• No results found

Een adviesrapport voor het implementeren van de Questionnaire Occupational Performance

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een adviesrapport voor het implementeren van de Questionnaire Occupational Performance"

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een adviesrapport

Voor het implementeren van de

Questionnaire Occupational Performance

Auteurs: Annabel van Schooten & Shelly Brouwer

Studentnummer: 500664582 & 500669544

Docent:

Miranda van Niel

Opdrachtgevers: Ruth Zinkstok & Margo van Hartingsveldt

Plaats en datum: Amsterdam, 31-5-2016

Beoordelaars: Marjon ten Velden & Miranda van Niel

Woorden: 9083

Aard beroepsproduct: Adviesrapport voor het implementeren van de QOP

In opdracht van: ETP-Net & het lectoraat van de ergotherapie

(2)

1

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 3 Leeswijzer ... 4 Samenvatting ... 5 H1 Inleiding ... 6

1.1 Aanleiding & vraagstelling ... 6

1.2 Doelstelling & relevantie ... 7

1.2.1 subdoelstellingen ... 7 1.3 Achtergrondinformatie... 8 1.3.1 voorgaande projecten ... 8 1.4 Literatuurstudie ... 8 H2 Gevolgde werkwijze ... 11 2.1 Implementeren ... 11 2.2 Markt ... 13 H3 Implementatieplan ... 13 3.1 Introductie QOP ... 13 3.1.1. Inspiratie-dag ... 14 3.1.2 Deelname ... 14 3.1.3 Doelgroep ... 15 3.1.4 Afname QOP ... 15 3.1.5 Benaderingswijze ... 15

3.1.6 Bevorderende- en belemmerende factoren ... 16

3.2 Screeningsformulier ... 16

3.2.1 Inhoud ... 16

3.2.2 Onderbouwing ... 17

3.2.2.1 Validiteit & betrouwbaarheid ... 18

3.2.2.2 Vragen screeningsformulier ... 18 3.2.3 Screeningsformulier ... 19 3.3 De QOP vragenlijst ... 20 3.3.1 Uitleg ... 20 3.3.2 Meerwaarde ... 20 3.3.3 Digitaal ... 20 3.3.3.1 Nadelen digitaal ... 21 3.3.4 De QOP ... 22

(3)

2 3.3.5 Kosten ... 22 3.3.5.1 Enquête websites ... 23 3.3.5.2 Afwegingen ... 24 3.4 handleidingen ... 24 3.4.1 handleiding professional ... 24 3.4.2 handleiding cliënt ... 25 3.5 Planning ... 25

3.6 Communicatie & evaluatie ... 27

H4 Resultaten... 27 H5 Discussie ... 28 H6 Conclusie ... 30 H7 Bronnenlijst ... 31 Bijlage ... 34 1. Begrippenlijst ... 34 2. Handleiding cliënt ... 35 3. Handleiding professional ... 36

4. Het digitale Screeningsformulier ... 37

5. De digitale QOP vragenlijst ... 38

6. Draaiboek inspiratie-dag 3 februari 2017 ... 39

(4)

3

Voorwoord

Voor u ligt ons adviesrapport waarin het implementatie plan van de Questionnaire Occupational

Performance (QOP) beschreven wordt. Dit verslag is gemaakt voor ons afstudeerproject in de periode

van februari 2016 tot juni 2016. De vraag voor deze opdracht is vanuit Margo van Hartingsveldt van het Le toraat a de ergotherapie e ‘uth )i kstok a de sti hti g Kennisnetwerk Eerstelijns Ergotherapie ETP-Net) tot stand gekomen. ETP-Net is een kennisnetwerk van eerstelijns

ergotherapeuten die zich inzet voor meer evidentie voor de doelgroep mensen met (ook) psychische klachten.

Wij willen hierbij onze coach, Miranda van Niel, bedanken voor de begeleiding tijdens ons afstudeerproject. Zij heeft ons meerdere malen van opbouwende feedback voorzien. Daarnaast willen wij Ruth Zinkstok bedanken voor haar enthousiasme tijdens de begeleidingsmomenten.

Wij wensen u veel leesplezier toe!

(5)

4

Leeswijzer

In deze leeswijzer lichten wij toe hoe ons adviesrapport opgebouwd is. In hoofdstuk 1 gaan wij in op de aanleiding van ons afstudeerproject. Hierin is de hoofdvraag en doelstelling geformuleerd. Vervolgens beschrijven wij de gevolgde werkwijze, waarin wij literatuuronderzoek hebben gedaan naar het maken van een implementatieplan. In hoofdstuk 3 hebben wij ons implementatieplan voor de QOP uitgebreid omschreven. Aansluitend kunt u in hoofdstuk 4 de resultaten van ons

literatuuronderzoek lezen. Hoofdstuk 5 omvat de discussie, waarbij wij kritisch op ons adviesrapport hebben teruggekeken. Ten slotte beschrijven wij in het laatste hoofdstuk onze conclusie.

(6)

5

Samenvatting

Inleiding: Ruim één op de tien Nederlanders van 12 jaar of ouder heeft in 2014 psychische klachten gehad (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2015). Hierbij kan er gedacht worden aan gevoelens van angst, depressie, slaapverstoring of stress. Door deze klachten kan het dagelijks handelen van iemand verstoord worden. In de ergotherapie is er nog weinig evidentie voor de behandeling van deze doelgroep. Door ETP-Net is de Questionnaire Occupational Performance (QOP) ontwikkeld. Door middel van de QOP kan de effectiviteit van ergotherapie bij mensen met (ook) psychische problematiek aangetoond worden.

Vraagstelling: Wat is er nodig om een zo goed mogelijk advies te geven aan ETP-Net en het lectoraat van de ergotherapie zodat de QOP in de praktijk geïmplementeerd kan worden bij volwassenen die handelingsvragen hebben ten gevolge van (ook) psychische klachten?

Doel: Binnen 20 weken is een adviesrapport geschreven voor het ETP-Net en het lectoraat van de ergotherapie, zodat het evaluatie-instrument de Questionnaire Occupational Performance (QOP) in de praktijk geïmplementeerd kan worden bij mensen die (ook) psychische klachten ervaren.

Gevolgde werkwijze: Wij hebben literatuuronderzoek gedaan naar hoe een product succesvol geïmplementeerd kan worden in de praktijk.

Resultaten: Wij hebben middels literatuuronderzoek een implementatieplan gemaakt. Daarnaast hebben wij een screeningsformulier ontwikkeld waarbij op een snelle manier vermoedens van psychische problematiek gesignaleerd kunnen worden. Wij hebben dit screeningsformulier samen met de bestaande QOP gedigitaliseerd. Bovendien hebben wij twee duidelijke handleidingen voor de QOP hebben wij gemaakt. Er is ook een draaiboek en een PowerPointpresentatie ontwikkeld voor de inspiratie-dag in 2017 om de QOP te presenteren aan eerstelijns ergotherapeuten. Deze presentatie zal door Ruth Zinkstok gegeven worden.

Conclusie: Wij hebben door middel van literatuur een zo goed mogelijk proces voor implementatie van de QOP beschreven.

(7)

6

H1 Inleiding

1.1 Aanleiding & vraagstelling

Ruim één op de tien Nederlanders van 12 jaar of ouder heeft in 2014 met psychische klachten te maken gehad. Het percentage mensen met psychische klachten is al jaren stabiel (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2015). Psychische klachten omvatten gevoelens van angst, depressie,

slaapverstoring en stress. Dit kan leiden tot een onvermogen van handelen in het dagelijkse leven. Mensen met psychische klachten hebben een verhoogd risico op sterfte (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2014). Eén van deze oorzaken is dat mensen met psychische problemen geen andere uitweg zien dan een einde te maken aan hun leven (Geestelijke gezondheid, 2013). Oorzaken voor het ontstaan van psychische problemen kunnen er vele zijn: sociale, psychologische en

biologische factoren kunnen hier een rol bij spelen. Een biologische factor kan zijn dat de hersenen niet goed functioneren. Weefselschade kan bijvoorbeeld afwijkingen in de hersenstructuur

veroorzaken. Een voorbeeld van een sociale factor is dat iemand zijn geliefde verliest aan de dood. Een psychologische factor kan gebrek aan aandacht in de jeugd zijn waardoor iemand een stoornis in zijn persoonlijkheid ontwikkelt (InfoNu, 2016). Daarnaast zijn er ook negatieve financiële gevolgen: psychische klachten kost de maatschappij jaarlijks 20 miljard euro. Hieronder vallen de kosten voor zorg, ziekteverzuim, productieverlies en arbeidsongeschiktheid (Algemeen Nederlands persbureau, 2014).

In de eerstelijns ergotherapie wordt over het algemeen gekeken naar de lichamelijke problematiek, terwijl de cliënt ook psychische klachten kan ervaren. Aan de psychische problematiek van de cliënten wordt minder aandacht besteed. Wellicht komt dit doordat de ergotherapeuten de behandelingen van deze psychische problematiek niet altijd kunnen verantwoorden naar de zorgverzekeraars. Het blijkt helaas vaak onbekend wat ergotherapie kan betekenen voor mensen met psychische klachten. Hierbij speelt gebrek aan bewezen effectieve ergotherapie interventies een rol (Zinkstok, 2012). Er is daarom een evaluatie-instrument ontwikkeld om de toegevoegde waarde van ergotherapie bij mensen met psychische problematiek aan te tonen. Dit evaluatie-instrument heet de Questionnaire Occupational Performance (QOP). Voor de eerstelijns ergotherapie bestaat er nog geen gevalideerd Nederlandstalig instrument om de occupational performance bij mensen met psychische problemen aan te tonen. Daarom hebben het lectoraat van de ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en ETP-Net besloten om de QOP te ontwikkelen. Het ETP-net richt zich op cliënten met handelingsproblemen ten gevolge van (ook) psychische klachten (ETP-Net, 2013).

(8)

7

Door middel van de QOP kan er aangetoond worden dat cliënten met psychische klachten baat hebben bij ergotherapie. De QOP is een vragenlijst voor thuiswonende volwassenen met psychische of meervoudige problematiek (Gooijer, 2014). In overleg met de opdrachtgever van de Hogeschool van Amsterdam zijn wij tot de volgende vraagstelling gekomen:

 Wat is er nodig om een zo goed mogelijk advies te geven aan het ETP-Net en het lectoraat van de ergotherapie zodat de QOP in de praktijk geïmplementeerd kan worden bij

volwassenen die handelingsvragen hebben ten gevolge van (ook) psychische klachten?

1.2 Doelstelling & relevantie

De doelstelling luidt:

Binnen 20 weken is een adviesrapport geschreven voor het ETP-Net en het lectoraat van de

ergotherapie, zodat het evaluatie-instrument de Questionnaire Occupational Performance (QOP) in de praktijk geïmplementeerd kan worden bij mensen die (ook) psychische klachten ervaren.

In feite is een doelstelling het totale resultaat van wat wij uiteindelijk willen bereiken en daarmee kan een eindpunt bepaald worden. Met een doelstelling wordt er geprobeerd om de resultaten weer te geven (Kuiper & Zijsling, 2010).

Wij gaan een beroepsproduct ontwikkelen voor Ruth Zinkstok van het ETP-Net en Margo van Hartingsveldt van het lectoraat van de Ergotherapie. Het beroepsproduct zal bestaan uit een

adviesrapport en hierin zal een implementatieplan beschreven worden. In het implementatieplan zal beschreven worden welke stappen er noodzakelijk zijn, om de QOP in de praktijk te implementeren. Hiernaast zal er voor zowel de professional als voor de cliënt een handleiding worden geschreven. Ook zal er een screeningsformulier in het advies rapport aanwezig zijn, waarmee bepaald kan worden of er vermoedens zijn van psychische problematiek.

1.2.1 subdoelstellingen

Naast de hoofddoelstelling hebben wij een aantal sub doelstellingen geformuleerd. Dit hebben wij gedaan zodat het voor onszelf duidelijk is wat ons resultaat zal inhouden.

Inhoudelijke doelstelling:

 Binnen nu en 5 weken is er een screeningsformulier ontwikkelt.

 Binnen nu en6 weken is duidelijk hoe de inspiratie-dag voor de ergotherapeuten die de QOP gaan afnemen vormgegeven wordt.

(9)

8

 Binnen nu en8 weken is er duidelijk wie welke taken heeft in het implementatieproces.

 Binnen nu en 8 weken is duidelijk hoe het implementatieproces geëvalueerd wordt. Procesmatige doelstellingen:

 Binnen nu en 4 weken is het duidelijk wat er voor nodig is om een goed adviesrapport/implementatieplan te schrijven.

 Er is onderzoek gedaan naar het maken van een implementatieplan.

 Er is onderzoek gedaan naar hoe een product succesvol op de markt kan komen.

1.3 Achtergrondinformatie

1.3.1 voorgaande projecten

In de voorgaande jaren is er door andere studenten onderzoek gedaan naar dit evaluatie-instrument in de praktijk. Zo hebben studenten onderzoek gedaan naar de discriminatieve validiteit van de QOP. Zij hebben de samenhang van de onderzoeksresultaten geanalyseerd. De studenten hebben

onderzocht wat er aan de QOP veranderd moet worden zodat het in de praktijk uitgevoerd kan worden (Bunschoten, 2014). Validiteit wordt in het onderzoek gedefinieerd als de mate waarin het instrument meet wat het beoogt te meten (Ostelo et al., 2012). Daarnaast heeft een projectgroep zich beziggehouden met de interne consistentie van de QOP. Uit dit onderzoek is gebleken dat de QOP een goede interne consistentie heeft. Volgens de item-total correlatie hoeven er geen vragen verwijderd te worden. Dit geeft aan dat de vragen, per domein, meten wat zij behoren te meten en in dezelfde richting wijzen (Gooijer, 2014). Er is ook een handleiding voor de QOP gemaakt. Hierin staat hoe de QOP afgenomen moet worden (Capel, Gelderen & Stobbe, 2015). Er is een artikel geschreven over de validiteit en betrouwbaarheid van dit evaluatie-instrument (Selviasiuk, 2014) Dit artikel is nog niet goed gekeurd en daarom kan de QOP nog niet in de praktijk gebruikt worden. Een ander afstudeerproject is hier mee bezig en dit valt buiten de scope van onze opdracht. Een logische volgende stap in dit proces is het maken van een implementatieplan zodat de QOP in de praktijk geïmplementeerd kan worden. Er wordt derhalve niet opnieuw praktijkonderzoek gedaan.

1.4 Literatuurstudie

Wij hebben beide een deelvraag uitgewerkt voor onze literatuurstudie. De deelvragen leveren een bijdrage aan ons beroepsproduct. Wij hebben de volgende deelvragen uitgewerkt:

1. Welke ergotherapeutische interventies zijn er voor thuiswonende volwassenen met

handelingsproblemen ten gevolge van een Cerebro Vasculair Accident (CVA) en depressie ter bevordering van de sociale participatie?

(10)

9

2. Welke screeningsmethoden worden er momenteel in de gezondheidszorg gebruikt en welke vragen zijn bruikbaar om een screeningsformulier te maken voor de eerstelijns ergotherapie om de vermoedens van psychische problematiek in kaart te brengen?

De uitkomsten van de deelvragen zullen wij hieronder toelichten:

Uit de resultaten van de literatuurstudie is gebleken dat ergotherapie iets kan betekenen voor mensen met een CVA en een depressie. Echter, blijkt uit de artikelen dat ergotherapeutische behandelingen niet altijd een significant positief effect opleveren. Er zijn verschillende soorten behandelingen die ergotherapeuten aan mensen met een depressie ten gevolge van een CVA kunnen geven. Ergotherapeuten kunnen een cognitieve gedragstherapie geven aan deze doelgroep. Bij deze behandeling ligt de nadruk op de cognitieve gesteldheid van de cliënt (Kootker et al., 2012).

Interventies gericht op het uitvoeren van dagelijkse- en betekenisvolle activiteiten na een CVA zijn belangrijk bij deze doelgroep. Door de handelingsproblemen te behandelen zullen de depressieve symptomen verminderen (Saxena et al., 2007). Het is van belang dat cliënten een goede

tijdsbesteding hebben wanneer zij thuis wonen. De depressieve symptomen verminderen als de cliënt tevreden is over zijn tijdsbesteding (Doble et al., 2009). Ergotherapeuten kunnen de wensen en behoeften van de cliënt inventariseren om daarna samen met de cliënt een zinvolle tijdsbesteding samen te stellen. Het is belangrijk dat er in de ergotherapeutische interventies nadruk wordt gelegd op het participeren in de maatschappij. Wanneer een cliënt onder de mensen komt is zij over het algemeen meer tevreden over zijn of haar leven (Doble et al., 2009). Een multidisciplinaire

behandeling heeft een positief effect op mensen met een depressie t.g.v. een CVA. Er wordt onder andere educatie gegeven aan de cliënten over een gezonde levensstijl (Ihle-Hansen et al., 2014). Uit deze literatuurstudie concluderen wij dat ergotherapeuten zich vooral richten op

handelingsproblemen ten gevolge van de lichamelijk problematiek. Zoals in onze inleiding besproken wordt er minder aandacht aan de psychische problematiek besteed. In meerdere artikelen wordt ervan uitgegaan dat als de lichamelijk handelingsproblemen verbeteren, de depressieve symptomen vervolgens ook zullen afnemen. De behandelingen van de ergotherapie zijn niet altijd effectief bewezen en daarom is het van belang dat er evaluerende assessments komen om het effect van behandelingen inzichtelijk te maken. Door middel van deze evaluerende assessments kan de effectiviteit van de zorgverlening aangetoond worden.

Aan de hand van wetenschappelijke literatuur hebben wij deelvraag twee ook kunnen

beantwoorden. Het doel van deze literatuurstudie was het vinden van screeningsinstrumenten waarin bruikbare componenten zitten voor het maken van een screeningsformulier voor de

(11)

10

ergotherapie. Dit screeningsformulier zal het voorblad van de QOP worden. Hier zullen een aantal vragen en stellingen op staan om de vermoedens van psychische problematiek te signaleren. Daarnaast zal er op het voorblad ook de naam, leeftijd, datum en cliëntcode komen. De eerstelijns ergotherapeuten sturen via een link het screeningsformulier en de QOP naar de cliënt toe, waarna de cliënt deze zelfstandig invult.

Uit de literatuurstudie volgde veel bruikbare informatie voor ons beroepsproduct. Er zijn screeningsinstrumenten uit verschillende landen gevonden en onderzocht op validiteit en betrouwbaarheid.

De volgende screeningsinstrumenten hebben wij daadwerkelijk kunnen gebruiken voor het vormgeven van een screeningsformulier voor de ergotherapie: Brief Mental Health Screen (BJMS),

General Heath Questionnaire (GHQ-12), Dartmouth Primary Care Cooperative Research Network and the World Organization of National Colleges, Academies, and Academic Associations of General Practioners/Familie Physicians (COOP/WONCA), Center for Epidemiologic Studies Depression Scale

(CES-D), Beck Depression Inventory (BDI) en de Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS). Van de 10 gevonden screeningsinstrumenten, zijn er zes bruikbaar om een screeningsformulier voor de ergotherapie te maken. Uiteindelijk hebben wij 12 relevante vragen/stellingen gevonden die bruikbaar zijn:

1. Bent u ooit in het ziekenhuis geweest voor emotionele of psychische gezondheidsklachten? (Martin et al., 2013)

2. Heeft u moeite met concentreren waar u mee bezig bent?

3. Heeft u niet goed kunnen slapen doordat u zich druk maakt over zaken? 4. Kunt u genieten van dagelijkse activiteiten? (John et al., 2006).

5. Voelt u zich de afgelopen twee weken door lichamelijke of emotionele problemen belemmerd in sociale activiteiten?

6. Hoe beoordeelt u uw gezondheidstoestand? (Azevedo- Marques et al., 2011). 7. Mijn eetlust is weg.

8. Voel ik mij gelukkig? (Dihigo, 2014). 9. Ik voel mij verdrietig.

10. Ik ben moedeloos over de toekomst (Dihigo, 2014). 11. Ik voel mij gespannen.

(12)

11

In ons adviesrapport zullen wij ons bezig houden met het vormgeven van het uiteindelijke

screeningsformulier voor de QOP. In ons screeningsformulier zullen wij drie vragen en/of stellingen includeren.

H2 Gevolgde werkwijze

2.1 Implementeren

Wij zullen geen praktijkonderzoek gaan doen, maar literatuuronderzoek. De gevolgde werkwijze zal hierbij passen en zal niet geheel in lijn zijn zoals beschreven in het beoordelingsformulier. Om te komen tot een goed implementatieplan voor de QOP hebben wij literatuuronderzoek gedaan. Wij hebben onder anderen onderzocht hoe een product op de beste manier geïmplementeerd kan worden in de praktijk. Daarnaast definiëren wij een aantal begrippen aan de hand van theoretische onderbouwingen.

Het proces van implementeren wordt gezien als een logisch, stapsgewijs proces dat leidt tot vervulling van gemaakte plannen (Block, 2004). Wat een implementatie deels zo moeilijk maakt, is dat er vaak te makkelijk gedacht wordt over het implementeren van een product. Er wordt gedacht dat een product geïmplementeerd kan worden en dat dit verloopt zoals beschreven staat in het implementatieplan. De implementatie van een product verloopt niet altijd zoals gepland. Dit komt onder andere doordat er bij het implementeren van een product verschillende stakeholders betrokken zijn en daar zullen wij rekening mee moeten houden (Block, 2004). Wij hebben een opdrachtgever die bepaalde voorwaarden aan het implementatieplan heeft gesteld, maar wij zullen ook rekening moeten houden met de ergotherapeuten, want zij gaan de QOP daadwerkelijk

afnemen. Wij zullen ervoor moeten zorgen dat wij een duidelijk plan van aanpak hebben, zodat dit proces uitstekend kan verlopen.

In elk implementatieproces is het belangrijk dat de mensen die mee doen betrokken zijn om het proces te laten slagen.De betrokkenheid van de doelgroep in het gehele proces zal uiteindelijk bijdragen aan een succesvolle implementatie (Grol & Wensing, 2013). Het is belangrijk dat alle belanghebbenden, waaronder de ergotherapeuten uit de eerste lijn, de leidinggevende, ETP-Net en het lectoraat van de ergotherapie betrokken zijn en met elkaar overleggen over het gebruik van de QOP in de praktijk (Duijn & Burdorf, 2009). Het lijkt ons daarom waardevol om een inspiratie-dag te organiseren, zodat de eerstelijns ergotherapeuten informatie krijgen over de QOP en vragen kunnen

(13)

12

stellen. Er zal nagedacht moeten worden over hoe de ergotherapeuten kennismaken met het product (Verwijen, 2016).

Bij veel implementatieprocessen wordt er een plan gemaakt waarvan verwacht wordt dat het zich perfect uitpakt in de praktijk. In de praktijk pakt het plan vaak anders uit dan verwacht en is de werkelijke ervaring niet altijd positief (Block, 2004).Wij hopen door middel van goede tussentijdse evaluaties ervoor te zorgen dat het proces goed verloopt. Wij zullen met een alternatief plan moeten komen als het eerste plan niet goed is bevallen. Er zal geluisterd moeten worden naar de

ergotherapeuten die de QOP gaan afnemen. Daarom lijkt het ons zinvol om eens in de zoveel tijd evaluatiemomenten te plannen. Om het implementatieproces in goede banen te leiden, is het belangrijk dat degene die de leiding heeft vertrouwen wekt bij de personen die betrokken zijn in het proces. Zo zal het ETP-Net en het lectoraat van de ergotherapie goed contact met de deelnemende ergotherapeuten moeten onderhouden. Het met elkaar bespreken van aspecten over de QOP vraagt aan alle betrokkenen een efficiënte werkwijze (Granse et al., 2012).

De volgende stappen zijn belangrijk in een systematische aanpak van implementatie (Grol & Wensing, 2013):

Formuleren van een concreet, goed onderbouwd en haalbaar voorstel voor implementatie in de praktijk met duidelijke doelen.

 In kaart brengen van de feitelijke zorg en problemen daarvan: de relevantie om het probleem aan te pakken.

 Analyse van de doelgroep en de context: welke belemmerende en bevorderende factoren spelen een rol in het realiseren van de verandering?

 Ontwikkeling en uitvoering van een implementatieplan met activiteiten, taken en een tijdspad.

 Evaluatie en eventuele bijstelling van het plan.

De bovengenoemde stappen kunnen wij gebruiken voor ons implementatieplan. Deze informatie zullen wij verwerken in ons implementatieplan en de stappen zullen de leidraad vormen in ons implementatieplan.

Om te zorgen dat het implementatieproces goed verloopt is het van belang om een duidelijke planning te maken van alle taken die de stakeholders zullen moeten uitvoeren. Er is behoefte aan een goed gepland proces, waarin aan alle relevante factoren aandacht wordt gegeven en waarin

(14)

13

staat hoe het proces regelmatig geëvalueerd wordt (Grol & Wensing, 2013). Wij zullen in ons implementatieplan aandacht besteden aan het plannen van alle activiteiten. Wij zullen alle

stakeholders in een tijdschema zetten. Stakeholders zijn mensen die in het proces betrokken zijn en belang hebben bij bepaalde veranderingen (VAViA, 2016). Daarnaast zullen wij in dit tijdschema benoemen wat de taken per stakeholder zijn en hoe vaak dit uitgevoerd zal moeten worden.

2.2 Markt

Circa 60% van de nieuwe producten die op de markt worden gebracht mislukken wegens onder andere onvoldoende voorbereiding (Heck, 2011). Het is daarom van belang dat wij de implementatie van de QOP in de praktijk goed voorbereiden. De eerste stap is om de markt te gaan verkennen. Echter, is dit al gedaan door voorgaande projectgroepen, zij hebben de QOP bij eerstelijns ergotherapeuten in de praktijk onderzocht. Er is bij het maken van de QOP gekeken of er al een soortgelijk product bestaat. Dit is niet het geval en daarom kan de QOP geïmplementeerd worden in de praktijk. Bij ons nieuwe product hoort een duidelijke boodschap. De ergotherapeuten moeten precies weten waarom de QOP voor hen zo aantrekkelijk is. Het moet duidelijk zijn wat het product precies meet om latere teleurstelling of andere verwachtingen te voorkomen (Digitale professionals, 2016). Wij willen de QOP in heel Nederland op de markt brengen. De QOP zal toegankelijk zijn voor alle eerstelijns ergotherapeuten werkzaam in Nederland. Het evaluatie-instrument zal geen geld opleveren. De QOP zal aan voorwaarden moeten voldoen voordat het in de praktijk kan worden geïmplementeerd. De QOP zal valide en betrouwbaar moeten zijn, voordat het product

geïntroduceerd wordt (Beurskens et al., 2008). Het is van belang dat de QOP in een geschikte periode wordt geïmplementeerd in de praktijk. De QOP zal bij de geschikte doelgroep afgenomen moeten worden.

H3 Implementatieplan

3.1 Introductie QOP

Een belangrijk aspect voor de introductie van de QOP is de informatievoorziening. Als de

informatievoorziening van het product niet goed is komt het product niet succesvol op de markt (Digitale professionals, 2016). Door middel van een goede presentatie over de QOP willen wij de eerstelijns ergotherapeuten duidelijke informatie verstrekken en enthousiasmeren.

(15)

14

3.1.1. Inspiratie-dag

Op 3 februari 2017 zal er een inspiratie-dag gehouden worden om de QOP te introduceren aan eerstelijns ergotherapeuten. Deze inspiratie-dag zal waarschijnlijk in Utrecht gehouden worden. Het ETP-Net heeft een lijst met eerstelijns ergotherapeuten die in Nederland werkzaam zijn. Deze ergotherapeuten zullen via de e-mail benaderd worden om deel te nemen aan de inspiratie-dag. Ruth Zinkstok van het ETP-Net zal op de inspiratie-dag een presentatie geven over de QOP. De opzet van de presentatie zullen wij voor Ruth Zinkstok gaan maken. Door middel van deze inspiratie-dag kunnen eerstelijns ergotherapeuten kennis maken met het evaluatie-instrument. Wij hopen dat de eerstelijns ergotherapeuten door de presentatie gegeven door Ruth Zinkstok enthousiast worden over dit evaluatie-instrument, zodat zij dit willen gaan gebruiken in de praktijk. Wij zullen een draaiboek maken voor deze inspiratie-dag. Het draaiboek en de PowerPoint zijn te vinden in de bijlage.

Op de inspiratie-dag zal er uitleg gegeven worden over hoe de QOP afgenomen moet worden in de praktijk. Het is van belang dat de QOP op dezelfde manier afgenomen wordt om tot betrouwbare resultaten te komen. Er zal uitgebreid uitgelegd worden wat de QOP is en waarvoor het dient (Heck, 2011). De doelgroep waarvoor de QOP bedoeld is zal toegelicht worden. Er zal tijdens de presentatie ingegaan worden op hoe sociaal wenselijke antwoorden voorkomen kunnen worden. De digitale vragenlijst van de QOP zal uitgebreid uitgelegd worden en er zal ruimte zijn voor vragen en

opmerkingen. Er zal toegelicht worden waarom de QOP voor de eerstelijns ergotherapeuten en de cliënt een meerwaarde heeft. Tot slot zal er informatie verstrekt worden over hoe ergotherapeuten op de hoogte blijven van de resultaten.

3.1.2 Deelname

Aan het einde van de presentatie zal gevraagd worden of de eerstelijns ergotherapeuten de QOP in de praktijk willen afnemen bij cliënten. Als de eerstelijns ergotherapeuten de QOP in de praktijk willen gebruiken, kunnen zij zich opgeven tijdens de inspiratie-dag. Ook kunnen de ergotherapeuten zich per e-mail inschrijven bij Ruth Zinkstok. Vervolgens zullen de deelnemers een informatiebrief ontvangen en daarbij een link naar de digitale vragenlijst en een handleiding van de QOP voor de professional en cliënt.

(16)

15

3.1.3 Doelgroep

De QOP is gemaakt voor de eerstelijns ergotherapeuten die werkzaam zijn in heel Nederland. Zij kunnen de QOP bij volwassenen met handelingsvragen als gevolg van psychische problematiek of meervoudige problematiek afnemen. De cliënten moeten aan de volgende inclusiecriteria voldoen om de QOP vragenlijst digitaal in te vullen:

- Achttien jaar en ouder zijn;

- Handelingsvragen als gevolg van psychische of meervoudige problematiek hebben; - In behandeling bij een ergotherapeut zijn;

- Nederlands kunnen lezen en schrijven;

- De cliënt is in staat de vragenlijst zelfstandig digitaal in te vullen;

Er kan een uitzondering gemaakt worden wanneer een cliënt niet in staat is de vragenlijst zelfstandig in te vullen. De ergotherapeut kan dit dan gezamenlijk met de cliënt doen.

3.1.4 Afname QOP

De eerstelijns ergotherapeuten mogen zelf weten bij hoeveel cliënten zij de QOP afnemen. De QOP wordt door de ergotherapeut werkzaam in de eerste lijn geïntroduceerd aan de cliënt. Er wordt door de ergotherapeut toegelicht dat er door het evaluatie-instrument in kaart wordt gebracht hoe mensen hun kwaliteit van leven ervaren in het dagelijkse leven. Daarnaast wordt er geëvalueerd of er sprake is van stilstand, vooruitgang of achteruitgang van de occupational

performance. De cliënten vullen de QOP vragenlijst drie keer in, aan het begin van de behandeling,

aan het einde van alle behandelingen en drie maanden na het einde van de behandeling. De cliënten vullen de vragenlijst thuis, zonder de ergotherapeut, digitaal in. Wanneer de cliënt niet in staat is om dit zelf te doen kan de cliënt dit wel gezamenlijk met de ergotherapeut doen. De ergotherapeuten zullen vragen of de cliënt de QOP vragenlijst digitaal wilt invullen. Als de cliënt wilt meewerken dan stuurt de ergotherapeut de link van de vragenlijst door naar de cliënt.

3.1.5 Benaderingswijze

Het is belangrijk dat de QOP duidelijk en rustig aan de cliënt wordt uitgelegd. Dit is van belang omdat wij willen dat de cliënten de vragenlijst invullen en de meerwaarde van de QOP gaan inzien. De nadruk moet gelegd worden op het feit dat de cliënt door het invullen van de vragenlijst inzicht in de veranderingen in zijn leven krijgt. Er moet benadrukt worden dat de cliënt de vragenlijst in zijn eigen tijd thuis kan invullen en dat hij/zij de vragen naar waarheid moet invullen.

(17)

16

3.1.6 Bevorderende- en belemmerende factoren

In het proces van de implementatie van de QOP zullen er zowel bevorderende als belemmerende factoren een rol spelen in het realiseren van de QOP in de praktijk. De doelgroep met psychische klachten zouden het proces kunnen belemmeren doordat zij bijvoorbeeld geen zin hebben om mee te werken wegens hun depressie (Westley et al., 2015). Dit zou het aantal participanten dat de QOP invult kunnen verminderen. De QOP wordt geïntroduceerd aan cliënten met psychische of

meervoudige problematiek. Dit is een brede doelgroep en dit zou de uitkomsten van de ingevulde QOP kunnen beïnvloeden. Participanten met meervoudige problematiek zullen bijvoorbeeld meer baat bij ergotherapie kunnen hebben dan mensen met alleen psychische klachten. Als een

participant geen computer heeft of niet weet hoe hij of zij met de computer om moet gaan kan de participant de QOP niet zelfstandig invullen en dit zal het proces belemmeren. Het is namelijk belangrijk dat de participant de QOP zelfstandig invult om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen.

Bevorderende factoren in het proces zijn de eerstelijns ergotherapeuten waar het ETP-net nauwe banden mee heeft. De ergotherapeuten zijn belangrijk bij het implementeren van de QOP in de praktijk omdat zij voor de participanten zullen zorgen. Duidelijke informatie verstrekken over het gebruik van de QOP aan de ergotherapeuten is van belang om de QOP succesvol in de praktijk te gebruiken. Als de QOP succesvol wordt gebruikt in de praktijk zal dit meer bewijs opleveren voor ergotherapie bij deze doelgroep. Dit is dan zeker een bevorderende factor.

3.2 Screeningsformulier

Onze opdrachtgever kwam met de vraag om de QOP digitaal te maken, zodat deze gemakkelijker naar de ergotherapeuten en cliënten verzonden kan worden. Wij hebben naast het implementeren van de QOP een screeningsformulier ontwikkeld. In overleg met de opdrachtgever gaan wij dit formulier ook digitaal maken. Het screeningsformulier zal een voorblad zijn van het evaluatie-instrument de QOP.

3.2.1 Inhoud

Op het voorblad zullen de cliëntcode, de datum en de leeftijd van de cliënt komen. Daarnaast is er ruimte voor de hulpvraag die door de cliënt geformuleerd wordt. Na het invullen van deze gegevens zullen drie vragen en/of stellingen over de algemene gemoedstoestand van de cliënt worden gesteld. Wij hebben gekozen voor de volgende drie vragen/stellingen:

(18)

17

 Voelt u zich de afgelopen twee weken door lichamelijke of emotionele problemen belemmerd in sociale activiteiten?

 Maakt u zich vaak zorgen over uw toekomst?

 Ik voel mij over het algemeen vaak verdrietig.

Deze vragen hebben een samenhang met de QOP. Op het screeningsformulier zal niet worden benoemd dat deze vragen gesteld worden om vermoedens van psychische problematiek te signaleren. De cliënt vult de vragenlijst namelijk zelfstandig in en door dit te benoemen denken wij dat dit hen zal af schrikken. Dit screeningsformulier en de QOP wordt op drie momenten in het behandelproces afgenomen. Het eerste afname moment is aan het begin van de behandelingen, de tweede aan het einde van de behandelingen en de derde keer, drie maanden na het einde van de behandeling. Om een beeld te krijgen van de ervaringen van de cliënt zullen er op dit

screeningsformulier ook drie evaluatie vragen komen: Hoe vaak heeft u ergotherapie gehad?

Welke behandelingen heeft u bij de ergotherapie gehad? En hoe tevreden bent u over ergotherapie? Deze drie vragen zullen bij de eerste afname nog open gelaten worden.

3.2.2 Onderbouwing

Wij hebben ervoor gekozen om het screeningsformulier en de algemene gegevens van de cliënt samen te voegen in één document om het zo kort mogelijk voor de cliënt te houden. De cliënt hoeft op deze manier niet drie formulieren in te vullen. De cliëntcode komt op het voorblad om het verzamelen van de gegevens zo overzichtelijk mogelijk te houden. De cliëntcode zal bestaan uit de initialen van de desbetreffende ergotherapeut en de initialen van de cliënt en daarachter het toegewezen nummer van de cliënt. De ergotherapeuten geven hun eigen cliënten allemaal een nummer. Op het screeningsformulier komen drie vragen over de gemoedstoestand van de cliënt. Wij hebben voor deze drie vragen gekozen omdat deze vragen gemakkelijk gescoord kunnen worden

et ja of ee . Als de lië t hier eerdere kere ja aa geeft ku e de ergotherapeute hieruit afleiden dat er eventueel vermoedens zijn van psychische problematiek. Hier kunnen de

ergotherapeuten tijdens de behandelingen extra op letten en zo nodig aandacht aan besteden door middel van gesprekken. Ook kan de ergotherapeut de cliënt in de loop van de behandelingen zo nodig doorsturen naar een andere professional als de psychische problematiek van de cliënt niet in het vakgebied van de ergotherapie past. De evaluatie vragen zullen worden gesteld om een beeld te krijgen over hoe de cliënt de ergotherapie behandelingen heeft ervaren. Dit is voor de

ergotherapeuten waardevolle feedback. Zo kunnen ergotherapeuten hun manier van uitleggen of behandelen eventueel aanpassen.

(19)

18

3.2.2.1 Validiteit & betrouwbaarheid

Wij hebben de vragen over de gemoedstoestand gekozen omdat wij denken dat deze vragen het meest van toepassing zijn bij de doelgroep en het doel van dit screeningsformulier. Onze vragen zijn in deze combinatie nog niet getest op validiteit en betrouwbaarheid. Dit zou gedaan kunnen worden door andere studenten voor bijvoorbeeld een externe opdracht. Wij denken dat dit goed mogelijk is omdat de inspiratie-dag, waar de QOP geïntroduceerd wordt pas in 2017 wordt gegeven. Dit geeft een andere projectgroep de gelegenheid om dit screeningsformulier in de praktijk uit te proberen.

3.2.2.2 Vragen screeningsformulier

Vragen voor een screeningsformulier kunnen op vele manieren gesteld worden. De volgorde van de vragen moeten logisch zijn en vragen over hetzelfde onderwerp plaatsen wij bij elkaar. De volgorde van de vragen kan namelijk effect hebben op de beantwoording ervan (Boeije et al., 2009). Om de vragenlijst begrijpelijk te maken stellen wij enkelvoudige vragen. Wij moeten zorgen dat wij genoeg aandacht besteden aan de kwaliteit van de vragenlijst. De vragen moeten eenduidig en begrijpelijk zijn en ze moeten antwoord geven op wat men wil weten. Ook moet er in de gaten gehouden worden of er geen cruciale onderwerpen ontbreken (Grol & Wensing, 2013). Wij beginnen met algemene vragen en vermijden confronterende vragen in het begin (Verhoeven, 2014). Op de volgende pagina wordt er een overzicht van het screeningsformulier weergegeven.

(20)

19

3.2.3 Screeningsformulier

Dit is het voorblad van de QOP geworden:

Cliëntcode: Datum: Leeftijd: Geslacht:

Burgerlijke staat:

Het is de .. keer dat ik deze vragenlijst invul: A: 1e keer

B: 2e keer C: 3e keer

Wat is de reden dat u in contact bent gekomen met de ergotherapie? ………

Gemoedstoestand

Vraag 1: Voelt u zich de afgelopen twee weken door lichamelijke of emotionele problemen

belemmerd in sociale activiteiten? Ja/Nee

Vraag 2: Maakt u zich vaak zorgen over uw toekomst? Ja/Nee Vraag 3: Ik voel mij over het algemeen vaak verdrietig Ja/Nee

Evaluatie

Hoe vaak heeft u ergotherapie gehad?

……….. Welke behandelingen heeft u bij de ergotherapie gehad?

……… ………....

Hoe tevreden bent u over ergotherapie?

(21)

20

3.3 De QOP vragenlijst

3.3.1 Uitleg

Na het invullen van de algemene gegevens op het screeningsformulier kan de QOP ingevuld worden. Deze vragenlijst bestaat uit 20 vragen. Deze vragen gaan over de kwaliteit van het leven van de cliënten. Het antwoord op de vragen moet gebaseerd zijn op de ervaringen en gevoelens van de afgelopen twee weken (Capel, Gelderen & Stobbe, 2015).

3.3.2 Meerwaarde

De QOP heeft voor zowel de ergotherapeuten als voor de cliënten een meerwaarde. Uit de

vragenlijst kan de ergotherapeut namelijk zien of er bij de cliënt sprake is van stilstand, vooruitgang of achteruitgang van de occupational performance. Dit kan komen door de ergotherapeutische behandeling, maar ook door andere factoren die invloed hebben op het leven van de cliënt. De ergotherapeut krijgt inzicht in de kwaliteit van leven van de cliënt. Uit de vragenlijst kan de ergotherapeut opmaken of de cliënt tevreden is over de ergotherapie behandelingen. De cliënt geeft op de vragenlijst aan welke behandelingen hij of zij bij de ergotherapie heeft gehad. De

ergotherapeut weet hierdoor hoe de cliënt de behandeling ervaart en of de cliënt weet wat hij of zij precies bij de ergotherapie doet. De cliënt heeft baat bij het invullen van de QOP, omdat men kan zien welke veranderingen er hebben plaatsgevonden in zijn of haar leven. Dit geeft de cliënt inzicht in de kwaliteit van zijn of haar dagelijkse leven. Wij verwachten dat de uitkomsten van de QOP de cliënt kunnen helpen om meer positieve veranderingen te weeg te brengen.

3.3.3 Digitaal

Via de websites Surveymonkey, EnquêteMaken of Survio zullen wij het screeningsformulier en de QOP vragenlijst digitaal maken. Het screeningsformulier en de QOP vragenlijst zullen samengevoegd worden in één digitaal document. De reden dat wij de QOP digitaal laten invullen is omdat de

gegevens rechtstreeks in een databestand worden ingevoerd. Op deze manier kunnen er geen fouten in de verwerking optreden en kan er direct met het analyseren begonnen worden. De gegevens worden op deze manier overzichtelijk geordend en dit bespaart tijd en geld (Verhoeven, 2014). Wij houden er rekening mee dat het invullen van de online vragenlijst niet te lang moet duren. Het invullen van de vragenlijst zal rond de 10 minuten duren.

Door het ETP-Net wordt er een uitnodiging per e-mail naar de betrokken eerstelijns ergotherapeuten gestuurd. De ergotherapeuten sturen de link naar het e-mailadres van de cliënten die mee willen

(22)

21

werken (Verhoeven, 2014). Vervolgens vullen de cliënten de digitale vragenlijst zelfstandig in. Als een cliënt door een bepaalde aandoening of reden de QOP niet zelf in kan vullen, zal dit samen met de ergotherapeut gedaan worden. De reden waarom de cliënten dit document zelf in mogen vullen is dat wij sociaal wenselijke antwoorden proberen te voorkomen. Door het zelf in te vullen in een vertrouwde omgeving hopen wij dat de cliënten eerlijke antwoorden zullen geven.

Op de drie verschillende websites hebben wij de vragenlijst digitaal gemaakt. De voor- en nadelen van de verschillende websites zullen wij in het hoofdstuk 4.3.5. nader toelichten. Surveymonkey (2016) sluit het beste aan bij onze eisen voor het gebruiken van de digitale QOP. Zodra het digitale document ingevuld is op de website van Surveymonkey (2016), worden de gegevens direct naar een database verplaatst (Verhoeven, 2014). Het ETP-Net en het lectoraat van de ergotherapie ontvangen de gegevens op het account dat wij hebben aangemaakt op Surveymonkey (2016). Op dit account komen alle reacties binnen en kunnen de gegevens geanalyseerd worden. De ergotherapeuten die de cliënten behandelen zullen wellicht ook de uitkomsten van de ingevulde vragenlijsten willen hebben. Wij hebben contact opgenomen met Surveymonkey (2016) om erachter te komen of dit mogelijk is. Het is mogelijk om de ontvangen reacties met de ergotherapeuten te delen door via het account een link te sturen naar de betreffende ergotherapeuten. Het ETP-net kan er ook voor kiezen om een wachtwoord voor de ergotherapeuten aan te maken, zodat zij de reacties kunnen inzien op de website van Surveymonkey (Surveymonkey, 2016). Dit zorgt ervoor dat de ergotherapeut de uitkomsten van de QOP met de cliënt kan bespreken. Door middel van het evaluatie-instrument kunnen zij bespreken of er sprake is van vooruitgang, achteruitgang of stilstand en wat de reden hiervan is. De respondenten kunnen de antwoorden ook ontvangen als zij dit willen. Er is een optie op Surveymonkey (2016) om een bevestiging van de antwoorden automatisch per e-mail te versturen naar de respondenten. In de bijlage wordt het digitale document weergegeven.

3.3.3.1 Nadelen digitaal

Niet iedereen in Nederland zal de digitale vragenlijst kunnen invullen omdat niet iedereen een internetaansluiting en een digitaal apparaat heeft. 96% van alle huishoudens in Nederland heeft in 2012 een internetaansluiting en een digitaal apparaat (Verhoeven, 2014). Er zijn ook mensen die dit wel hebben, maar niet goed weten hoe zij hiermee om moeten gaan en daarom de vragenlijst niet kunnen invullen. Er kan dan voor gekozen worden om als ergotherapeut de vragenlijst samen met de cliënt in te vullen.

(23)

22

3.3.4 De QOP

Hieronder hebben wij de digitale vragenlijst van de QOP weergegeven:

3.3.5 Kosten

Wij verwachten dat er niet veel kosten aan het implementeren van de QOP in de praktijk verbonden zullen zijn. Wél denken wij dat als wij de QOP en het screeningsformulier digitaal gaan maken, daar eventueel kosten aan verbonden zijn. Zo zijn er verschillende sites waar enquêtes gemaakt kunnen worden zoals: EnquêteMaken.be, Surveymonkey.nl of Survio.nl. De basis opties bij het maken van een enquête zullen kosteloos zijn. Maar als er gebruik wordt gemaakt van geavanceerdere opties zal er een bepaald bedrag betaald moeten worden. Op de hierboven genoemde sites hebben wij een enquête gemaakt om te kijken welke het beste te gebruiken is voor ons product.

(24)

23

3.3.5.1 Enquête websites

Zoals eerder benoemd hebben wij op drie verschillende websites de QOP digitaal gemaakt. Wij hebben onderzocht welke opties de verschillende abonnementen hebben. De voor- en nadelen zullen wij overzichtelijk in tabel 1 weergeven:

Tabel 1

(25)

24

3.3.5.2 Afwegingen

Op de website van Survio (2016) is er geen mogelijkheid om de betaalde functies van tevoren uit te proberen. Doordat dit niet kan weten wij niet precies of de opties aan onze eisen zullen voldoen. Op de website van EnquêteMaken (2016) kunnen de reacties niet gedeeld worden met derden. Dit vinden wij wel nodig bij de digitale QOP, omdat de reacties met de ergotherapeuten gedeeld moeten worden. De opties bij Surveymonkey (2016) voldoen aan onze eisen en daarom adviseren wij om deze website te gebruiken voor de digitale QOP. Wij adviseren om 400 euro voor een jaar te betalen zodat de vragenlijst gedeeld kan worden met de ergotherapeuten en er een onbeperkt aantal reacties ontvangen kunnen worden. Op de website van Surveymonkey (2016) is het mogelijk om

Survio Elite € ,

per maand

- Onbeperkt aantal enquêtes en vragen.

- Onbeperkt aantal respondenten - Eigen logo

- Resultaten kunnen gedeeld worden met derden

- De functies kunnen niet uitgeprobeerd worden Business € , per maand - 10.000 respondenten per maand

- Voorderest dezelfde functies als het Elite abonnement

- Geen onbeperkte respondenten. - De functies kunnen niet

uitgeprobeerd worden.

Personal € , per maand

- 100 enquêtes met een onbeperkt aantal vragen - 1000 respondenten per

maand

- Resultaten kunnen niet gedeeld worden met derden

EnquêteMaken Pro € per jaar - 250 vragen in de enquête - 2000 respondenten per maand

- Resultaten kunnen gedeeld worden met de respondent - 30 minuten ondersteuning

vanuit de website.

- Resultaten kunnen niet gedeeld worden met derden

- Matrixvragen kunnen niet op onze manier worden weergegeven

Jaarabonnement € per jaar

- Eén uur ondersteuning - Voorderest zelfde functies als

abonnement Pro.

- Resultaten kunnen niet gedeeld worden met derden

Jaarabonnement Plus €77 per jaar - 10.000 respondenten per maand

- Vijf uur ondersteuning

- Resultaten kunnen niet gedeeld worden met derden

Surveymonkey Extra €

per maand

- 1000 respondenten - Betaalde functies kunnen

uitgeprobeerd worden - Matrixvragen

- Geen onbeperkt aantal respondenten

- Kan niet gedeeld worden met derden GOUD € per jaar - Onbeperkt aantal respondenten

- Ondersteuning per e-mail - Matrixvragen

- Resultaten kunnen gedeeld worden met derden en respondenten

- Dit abonnement is duur vergeleken met de anderen abonnementen.

- Alleen ondersteuning per e-mail en niet telefonisch.

PLATINA €9 per jaar

- Ondersteuning per telefoon - Voorderest dezelfde functies

als het GOUD abonnement.

- Dit abonnement is duur vergeleken met de anderen abonnementen.

(26)

25

gebruik te maken van matrixvragen. Dit hebben wij gedaan voor de QOP en het ziet er overzichtelijk uit. Het is mogelijk om één specifieke reactie met één ergotherapeut te delen, alleen zal dit door het ETP-net per e-mail naar de persoon verstuurd moeten worden. In de bijlage hebben wij de digitale QOP met bijbehorend screeningsformulier, gemaakt op de website Surveymonkey (2016)

weergegeven. Op de website www.surveymonkey.nl kunt u de vragenlijst online inzien met de volgende gegevens van ons aangemaakte account:

 Gebruikersnaam: HogeschoolvanAmsterdam  Wachtwoord: qopvragenlijst

Om de vragenlijst te verzenden naar de respondenten is een upgrade noodzakelijk.

3.4 handleidingen

Door een ander afstudeerproject is er een algemene handleiding voor de QOP ontwikkeld. Vanuit deze handleiding zullen wij een handleiding voor de professional en een handleiding voor de cliënt maken. Bij het maken van een handleiding is het belangrijk dat de lezer gemotiveerd wordt om de handleiding te lezen. Wij zullen gelijk in het begin aangeven waarom het belangrijk voor de lezer is om de handleiding aandachtig te lezen (InfoNu, 2016). De handleidingen zijn te vinden in de bijlage.

3.4.1 handleiding professional

In de handleiding zal eerst benoemd worden dat het evaluatie-instrument ontwikkeld is in opdracht van ETP-Net. Dit netwerk bestaat uit ergotherapeuten die zich inzetten voor de eerstelijns

ergotherapie. Zij hebben aangegeven dat er weinig evidentie is voor de effectiviteit van ergotherapie bij volwassenen met handelingsvragen als gevolg van psychische problematiek. Er is behoefte aan een evaluatie-instrument om de toegevoegde waarde van ergotherapie aan te tonen.

In de handleiding zal de QOP uitgelegd worden en er zal aandacht besteed worden aan de

toegevoegde waarde van het evaluatie-instrument. De QOP is ontwikkeld om in kaart te brengen hoe mensen hun kwaliteit van het leven ervaren in relatie met de dagelijkse activiteiten die men verricht. Daarnaast wordt er geëvalueerd of er sprake is van stilstand, vooruitgang of achteruitgang van het dagelijks handelen. Wanneer er als gevolg van de ergotherapie behandelingen vooruitgang wordt gemeten, draagt dit bij aan de onderbouwing van de effectiviteit van de ergotherapie behandelingen. De hoeveelheid vragen en de tijdsduur zal in de handleiding ook vermeld worden. Het

meetinstrument wordt aan het begin, aan het eind van de behandelperiode en drie maanden na de behandelperiode afgenomen. Hierdoor kunnen de veranderingen in het dagelijks handelen

(27)

26

3.4.2 handleiding cliënt

In de handleiding van de cliënt zal kort benoemd worden waarom het waardevol voor de cliënt is om dit evaluatie-instrument in te vullen. De cliënt krijgt middels het evaluatie-instrument inzicht in de kwaliteit van zijn/haar leven. Dit kan de cliënt positief beïnvloeden tijdens het behandelproces. Er zal benoemd worden dat de cliënt deze vragenlijst zelfstandig dient in te vullen. Als het niet mogelijk is om de vragenlijst zelfstandig in te vullen, wordt dit samen met de ergotherapeut gedaan. In de handleiding zal er aangegeven worden dat er eerst een aantal algemene gegevens op het

screeningsformulier ingevuld moeten worden. Daarnaast zal er vermeld worden uit hoeveel vragen de QOP bestaat en hoelang het ongeveer zal duren om de vragen in te vullen. Om uit te leggen hoe de cliënt de vragenlijst in moet vullen hebben wij een voorbeeld in de handleiding geplaatst.

Daarnaast zullen een aantal aandachtspunten beschreven zijn. Zo is het de bedoeling dat de cliënt bij het beantwoorden van de vragen de ervaringen en gevoelens van de afgelopen twee weken in gedachten houdt. Ook is het de bedoeling dat alle vragen worden ingevuld en bij elke vraag mag er maar één antwoord ingevuld worden. Vraag 14 betreft een vraag over de werksituatie, indien deze niet van toepassing is hoeft deze vraag niet ingevuld te worden (Capel, Gelderen & Stobbe, 2015).

3.5 Planning

Het is van belang dat er een goede planning is tijdens het implementatieproces. De planning zullen wij maken aan de hand van een concreet tijdspad voor de verschillende onderdelen die bij het implementeren komen kijken. De taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen zullen benoemd worden. Het is verstandig om dit plan op schrift te hebben. Zo kan dit bij elke bijeenkomst erbij worden gepakt om te kijken of alles volgens plan verloopt. Door constant te evalueren wordt de voortgang bewaakt. Het tijdspad functioneert op deze manier als een checklist waarop verrichte activiteiten kunnen worden afgevinkt (Grol & Wensing, 2013). Er moeten duidelijke afspraken zijn over wie wat doet. Helaas kunnen wij op dit moment niet aangeven wie van het ETP-net de taken op zich zal nemen. Dit is niet aan ons en zal onderling in het ETP-net besproken moeten worden. Wij zullen de verschillende taken die vervuld moeten worden beschrijven. De hoeveelheid tijd dat het ETP-net zal moeten besteden aan de QOP is onduidelijk. Dit hangt onder andere van het aantal deelnemers af en van het functioneren van de digitale vragenlijst. De taken van de stakeholders hebben wij overzichtelijk in de volgende tabel weergegeven:

(28)

27

Week Wie Wat Toelichting Frequentie

1 Ruth Zinkstok Introductie QOP Door middel van een inspiratie-dag zal Ruth Zinkstok de QOP introduceren aan eerstelijns ergotherapeuten

Eenmaal

2 ETP-Net Nieuwsbrief versturen aan de deelnemers.

Door middel van een e-mail wordt er een algemene nieuwsbrief aan de deelnemende ergotherapeuten verstuurd.

Eenmaal

3 ETP-net Het digitale

screeningsformulier + vragenlijst worden verstuurd. De handleidingen voor de cliënt en ergotherapeut worden verstuurd.

In een e-mail wordt er een link van de digitale vragenlijst naar de ergotherapeuten verstuurd. De handleidingen worden in de e-mail bijgevoegd. Eenmaal

4 ETP-net Het beantwoorden van e-mails

Naar aanleiding van de verstuurde documenten kunnen er vragen komen over de QOP.

In week vier elke dag om een goede service te leveren aan de participanten.

5 Eerstelijns ergotherapeuten

Start afname QOP In week vijf mogen de ergotherapeuten de QOP gaan gebruiken in de praktijk.

De ergotherapeuten mogen de QOP bij zoveel mogelijk mensen afnemen. Hier zit geen limiet aan.

6 ETP-net Uitkomsten analyseren en verwerken in een Excel bestand.

De cliënten vullen de vragenlijst digitaal in en de uitkomsten gaat het ETP-net analyseren en verwerken in een Excel bestand.

Vanaf week 6 zal dit eenmaal per week door één persoon van het ETP-net gedaan moeten worden.

7 ETP-net (Volgens ons kan Ruth Zinkstok het beste eind

verantwoordelijke zijn voor dit project)

Evaluatie e-mail versturen. Er zal een e-mail gestuurd worden om te vragen naar de ervaringen van de ergotherapeuten m.b.t. het gebruik van de QOP.

Vanaf week zeven zal er eenmaal per vier weken een e-mail gestuurd worden naar de ergotherapeuten.

8 ETP-net (Deze bijeenkomst kan volgens ons Ruth Zinkstok het beste leiden)

Bijeenkomst met de ergotherapeuten

Naar aanleiding van de ontvangen feedback per e-mail, zal er een bijeenkomt plaatsvinden.

De bijeenkomst zal één keer per vier maanden plaatsvinden.

3.6 Communicatie & evaluatie

Tijdens het proces van implementatie is het belangrijk dat de communicatie tussen de eerstelijns ergotherapeuten en het ETP-net goed verloopt. Om hiervoor te zorgen zullen er evaluatiemomenten

(29)

28

plaats vinden. De evaluatiemomenten zullen in het kader van efficiënt werken in eerste instantie per e-mail verlopen. Er zal een algemeen e-mailadres zijn waar de ergotherapeuten met hun vragen of klachten altijd terecht kunnen. Vanuit het ETP-net wordt er per maand één e-mail rondgestuurd en hierin wordt gevraagd naar de ervaringen van de ergotherapeuten. Op basis van de feedback van de ergotherapeuten kan er gekeken worden of er veranderingen moeten plaatsvinden. Naar aanleiding van de ontvangen feedback zal er een bijeenkomst georganiseerd kunnen worden door het ETP-net om de knelpunten, maar ook de positieve ervaringen van het evaluatie-instrument te bespreken. Er zal om de vier maanden een bijeenkomst georganiseerd worden van ongeveer 2 à 3 uur. Het ETP-net kan er ook voor kiezen om de deelnemers hun ervaringen op de website van het ETP-net te delen. Het kan voor de eerstelijns ergotherapeuten prettig zijn om ervaringen uit te wisselen. Het gaat wel om persoonlijke informatie en daarom zal de website alleen toegankelijk zijn via een besloten omgeving (Adriaansen et al., 2011).

H4 Resultaten

Er is gekozen voor een systematische aanpak voor het maken van een implementatieplan voor de OQP (Grol & Wensing, 2013). In het implementatieplan is een duidelijke tabel met tijdspad te vinden waarin de taken van alle betrokkenen beschreven staan. Naast het implementatieplan zijn er twee handleidingen ontwikkeld voor zowel de ergotherapeut als de cliënt.

Er is onderzoek gedaan naar hoe de QOP met bijbehorend screeningsformulier het beste

gedigitaliseerd kunnen worden. Verschillende enquêtes zijn er gemaakt op verschillende websites om te testen welke enquête het beste bij de QOP past. Er is gebleken dat Surveymonkey (2016) de beste site is voor het maken van een enquête voor de QOP. Er is besloten om een inspiratie-dag te organiseren in 2017 om de QOP te introduceren aan eerstelijns ergotherapeuten. Voor deze dag is er een draaiboek en een PowerPointpresentatie gemaakt.

Uit de Literatuurstudie over screeningsformulieren kwam naar voren dat er een aantal vragen uit andere screeningsformulieren toepasselijk zouden zijn voor het screeningsformulier van de QOP. Er zijn drie vragen over de gemoedstoestand van de cliënt op het screeningsformulier gekomen. De volgende vragen/stellingen zijn geïncludeerd:

 Voelt u zich de afgelopen twee weken door lichamelijke of emotionele problemen belemmerd in sociale activiteiten?

 Maakt u zich vaak zorgen over uw toekomst?

(30)

29

Deze vragen sluiten het beste aan op het screeningsformulier om de psychische gesteldheid van de cliënt te achterhalen. De vragen zijn expres allemaal negatief gescoord, zodat de antwoorden makkelijk geïnterpreteerd kunnen worden.

Wanneer cliënten al de vrage et ja ea t oorde ka er ee er oede a ps his he problematiek vastgesteld worden door de ergotherapeuten. De vragen zijn bij elkaar nog niet valide en betrouwbaar en daarom zal hier nog onderzoek naar gedaan moeten worden.

Uit de Literatuurstudie over ergotherapeutische interventies bij mensen met een depressie en CVA wordt er bevestigd dat er nog niet genoeg bewijs is voor de effectiviteit van de ergotherapie bij mensen met psychische problematiek. De ergotherapie zou baat bij evaluatie-instrumenten kunnen hebben om de toegevoegde waarde van ergotherapie aan te tonen.

H5 Discussie

Zoals eerder benoemd in dit verslag hebben wij geen praktijkonderzoekkunnen doen. Dit maakt dat wij ons project via een andere werkwijze uitgevoerd hebben. Het heeft ons extra aandacht en tijd gekost om tot een passende werkwijze te komen. Doordat wij een ander traject hebben belopen dan de andere afstudeerprojecten vonden wij het een uitdaging om ons traject aan de beoordelingslijst te koppelen. In overleg met onze coach en opdrachtgever hebben wij een manier bedacht om hier toch invulling aan te geven. Wij hebben beschreven wat voor aanpak wij hebben gebruikt en hoe wij aan bepaalde informatie zijn gekomen. Vanuit onze zoektocht naar het perfecte implementatieplan is gebleken dat er niet één goed stappenplan bestaat. Er zijn heel veel stappenplannen die gevolgd kunnen worden. Er moet gekeken worden vanuit het eigen project. Elk project moet zijn eigen betekenis aan een implementatieproces geven.

Ter onderbouwing van ons implementatieplan hebben wij informatie gebruikt vanuit één literatuurstudie. De literatuurstudie ging over screeningsinstrumenten. Daar zijn uiteindelijk 12 toepasselijke vragen/stellingen voor ons beroepsproduct uitgekomen. Bij het opstellen van de gemoedstoestand vragen in het screeningsformulier hebben wij met bepaalde voorwaarden geen rekening gehouden. Deze vragen zijn los van elkaar namelijk niet valide en betrouwbaar. In het verslag hebben wij daarom geadviseerd om een andere projectgroep het screeningsformulier te laten onderzoeken op validiteit en betrouwbaarheid, zodat het screeningsformulier wel meet wat het beoogt te meten. Een projectgroep kan het screeningsformulier afnemen bij verschillende cliënten in de praktijk. Deze projectgroep kan aan cliënten komen door de eerstelijns

(31)

30

kan gekeken worden hoe er op bepaalde vragen gereageerd wordt en of alle vragen duidelijk zijn voor de cliënten. Daarnaast kan ervoor gekozen worden om een aantal ergotherapeuten van ETP-Net het screeningsformulier te laten onderzoeken op validiteit en betrouwbaarheid. Zij hebben al veel kennis overde doelgroep en zij kunnen de resultaten professioneel interpreteren.

Een aantal van de screenings vragen leken te veel op de vragen die al in de QOP zelf staan. Deze vragen hebben wij daarom niet gebruikt voor het screeningsformulier. Daarnaast hebben wij één van de gekozen vragen zelf op een andere manier geformuleerd, namelijk: Maakt u zich vaak zorgen over uw toekomst? De oorspronkelijke vraag was: Ik ben moedeloos over de toekomst (Dihigo, 2014). Wij hebben ervoor gekozen om deze vraag anders te formuleren omdat wij vonden dat de originele vraag breed was. Zo kan een cliënt bijvoorbeeld verward raken over het feit dat de vraag over zijn eigen toekomst gaat of over de toekomst van de wereld. Over de manier van vragen stellen hebben wij gediscussieerd met onze opdrachtgever. Onze opdrachtgever was van mening dat het beter is om positieve vragen te stellen. Wij hebben literatuur gezocht over wat de beste manier van vragen stellen is. Uit de literatuur konden wij concluderen dat het niet beter is om positieve vragen te stellen. Wij zijn zelf van mening dat de vragen beter tot zijn recht komen als wij ze op een negatieve manier stellen. Wij hebben er daarom voor gekozen om uiteindelijk drie negatieve vragen op te stellen. Uit het praktijkonderzoek dat door een andere projectgroep gedaan zal worden moet blijken of de vragen daadwerkelijk valide en betrouwbaar zijn.

Daarnaast hebben wij veel aandacht besteed aan de inspiratie-dag. Op deze dag zal de QOP geïntroduceerd worden aan de eerstelijns ergotherapeuten. Wij hebben een draaiboek en een PowerPoint voor deze inspiratie-dag gemaakt. Het zal nog moeten blijken of deze inspiratie-dag goed uitpakt. De introductie van de QOP zal in werkelijkheid anders kunnen verlopen door de manier van presenteren en de reacties van de ergotherapeuten.

H6 Conclusie

De centrale vraag: Wat is er nodig om een zo goed mogelijk advies te geven aan ETP-Net en het lectoraat van de ergotherapie zodat de QOP in de praktijk geïmplementeerd kan worden bij volwassenen die handelingsvragen hebben ten gevolge van (ook) psychische klachten? is na ons literatuuronderzoek te beantwoorden.

Wij hebben literatuuronderzoek gedaan naar het implementeren van een product. Aan de hand van een systematisch aanpak hebben wij benoemd welke stappen er ondernomen moeten worden om

(32)

31

tot het implementeren van de QOP in de praktijk te komen. Per stap hebben wij uitgewerkt wat er nodig is om de QOP succesvol in de praktijk te implementeren. Er is onder andere beschreven hoe de QOP op de markt gezet kan worden. Er zal een inspiratie-dag georganiseerd worden om de QOP te introduceren aan de eerstelijns ergotherapeuten. Voor deze inspiratie-dag hebben wij een draaiboek en een PowerPointpresentatie gemaakt, zodat Ruth Zinkstok een leidraad heeft voor deze dag. Daarnaast was de vraag van onze opdrachtgever om de QOP digitaal te maken. Wij hebben onderzocht welke sites het beste zijn om een enquête te maken. Na het afwegen van de voor- en nadelen adviseren wij om Surveymonkey (2016) te gebruiken voor de digitale QOP. Voor het gebruiken van de QOP hebben wij twee duidelijke handleidingen gemaakt voor zowel de ergotherapeuten als de cliënten. Om het proces van de QOP uitstekend te laten verlopen in de praktijk hebben wij een tabel gemaakt met een tijdspad. Hierin staan de taken die al de stakeholders moeten uitvoeren. Wij hopen dat ETP-Net en het lectoraat van de ergotherapie de QOP succesvol kunnen implementeren met behulp van ons implementatieplan.

H7 Bronnenlijst

Adriaansen, M., Caris, J. (2011). Elementaire sociale vaardigheden (3e druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Algemeen Nederlands persbureau. (2014). Psychische klachten kost de maatschappij jaarlijks 20

miljard. Geraadpleegd op 14 april 2016, van http://www.nu.nl/politiek/3942139/psychische-

problemen-kosten-maatschappij-jaarlijks-20-miljard.html

Azevedo-Marques, J., & Zuardi, A. (2011). COOP/WONCA Charts as a Screen for Mental Disorders in Primary Care. Annals Of Family Medicine, 9(4), 359-365 7p. doi:10.1370/afm.1267

Beurskens, S., Peppen, R., Stutterheim, E., Swinkels, R., Wittink, H. (2008). Meten in de praktijk.

Stappenplan voor het gebruiken van meetinstrumenten in de praktijk. Houten: Bohn Stafleu van

Loghum.

(33)

32 Academic Service

Boeije, H., Hart, H. t, & Ho , J. 9 . Onderzoeksmethoden (8e druk). Den Haag Boom Lemma uitgevers

Bratås, O., Grønning, K., & Forbord, T. (2014). Psychometric properties of The Hospital Anxiety and Depression Scale and The General Health Questionnaire-20 in COPD inpatients. Scandinavian

Journal Of Caring Sciences, 28(2), 413-420 8p. doi:10.1111/scs.12054

Bunschoten, S. (2014). Onderzoeksverslag over de discriminatieve validiteit van de Questionnaire

Occupational Performance (Bachelorthese). Ergotherapie, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van

Amsterdam, Amsterdam.

Capel, C., Gelderen, van E. & Stobbe, T. (2015). Betrouwbaarheids- en validiteitstoetsing:

Onderzoeksrapport (Bachelorthese). Ergotherapie, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van

Amsterdam, Amsterdam.

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2015). Psychische klachten bij meisjes en oudere vrouwen. Geraadpleegd op 15 april 2016, van

https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/41/psychische-klachten-bij-meisjes-en-oudere-vrouwen Digitale professionals. (2016). Hoe zet u een nieuw product in de markt? Geraadpleegd op 29 april 2016, van

file:///C:/Users/shelly/Downloads/Productintroducie%20en%20Sales%20(2).pdf

Dihigo, S. (2014). Use of screening tools for depression in adolescents: An evidence-based systematic review. NP Wo e ’s Healthcare, 2(2).

Doble, S. E., Shearer, C., Lall-Phillips, J., Jones, S. (2009). Relation between post-stroke satisfaction with time use, perceived social support and depressivesymptoms. Disabil Rehabil, 31, 476-83. doi: 10.1080/09638280802168368.

Duijn, M. van, & Burdorf, A. (2009). Aangepast werken verzuim door klachten aan het bewegingsapparaat. Wetenschappelijke tijdschrift voor ergotherapie, 2(4), 13-17.

EnquêteMaken. (2016). Prijzen online enquête software. Geraadpleegd op 5 april 2016, van http://www.enquetemaken.be/prijzen.php

ETP-Net. (2013). ETP-Net ontplooid. Geraadpleegd op 29 april 2016, van http://etpnet.net/ Geestelijke gezondheid. (2013). Feiten en cijfers. Geraadpleegd op 2 mei 2016, van

http://www.geestelijkgezondvlaanderen.be/feiten-cijfers

Gooijer, L. (2014). Item analyse van de QOP (Bachelorthese). Ergotherapie, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam.

Granse, M. le, Hartingsveldt, M. van, & Kinebanian, A. (2012). Grondslagen van de

ergotherapie. Amsterdam: Reed Business

(34)

33 druk). Reed Business Education: Amsterdam

Heck, H. (2011). Het succesvol introduceren van nieuwe producten. Geraadpleegd op 29 april 2016, van

http://www.verkopersonline.nl/artikel/1325/het-succesvol-introduceren-van-nieuwe- producten.html

Ihle-Hansen, H., Thommessen, B., Fagerland, M. W., Oksengård, A.R., Wyller, T. B., Engedal, K., Fure, B. (2014) Effect on anxiety and depression of a multifactorial risk factor intervention program after stroke and TIA: a randomized controlled trial. Aging Ment Health, 18, 540-600.

doi: 10.1080/13607863.2013.824406.

InfoNu. (2016). Hoe schrijf je een goede instructie. Geraadpleegd op 2 mei 2016, van https://educatie-en-school.infonu.nl/taal/84348-hoe-schrijf-je-een-goede-instructie.html

InfoNu. (2016). Psychische stoornissen: oorzaak, diagnose en behandeling. Geraadpleegd op 15 april 2016, van http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/91928-psychische-stoornissen- oorzaak-diagnose-en-behandeling.html

John, S., Vijaykumar, C., Jayaseelan, V., & Jacob, K. (2006). Validation and usefulness of the Tamil version of the GHQ-12 in the community. British Journal Of Community Nursing, 11(9), 382-386 4p. Kootker, J. A., Fasotti, L., Rasquin, S. M., van Heugten C. M., Geurts, A. C. (2012). The effectiveness of an augmented cognitive behavioural intervention for post-stroke depressionwith or without anxiety (PSDA): the Restore4Stroke-PSDA trial. BMC Neurol, 7, 12-51. doi: 10.1186/1471-2377-12- 51.

Kuiper, J. & Zijsling, P. (2010). Methodisch handelen inzichtelijk (1e druk). Den Haag: Boom lemma uitgevers.

Martin, M. S., Colman, I., Simpson, A. I., & McKenzie, K. (2013). Mental health screening tools in correctional institutions: a systematic review. BMC Psychiatry, 13, 275.

http://doi.org/10.1186/1471-244X-13-275

Nationaal Kompas Volksgezondheid. (2014).Wat is psychische gezondheid en hoe wordt het

gemeten? Geraadpleegd op 15 april 2016, van http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-

ziekte/functioneren-en-kwaliteit-van-leven/psychisch-functioneren/psychisch-fuctioneren- volwassenen/wat-is-psychische-gezondheid-en-hoe-wordt-het-gemeten/

Ostelo, R., Verhagen, A., Vet, H. (2012). Onderwijs in wetenschap (3e druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Saxena, S. K., Ng T. P., Koh, G., Yong, D., Fong, N. P. (2007).

Is improvement in impaired cognition and depressive symptoms in post-stroke patients associated with recovery in activities of daily living? Acta Neurol Scand, 115, 339-46. doi: 10.1111/j.1600- 0404.2006.00751.x

(35)

34

Selviasiuk, L. (2014). Systematische review naar meetinstrumenten die internationaal gebruikt zijn in

de Eerstelijns Ergotherapie bij mensen met psychische problemen waarmee de ervaren kwaliteit van leven en dagelijks handelen in kaart gebracht wordt (Bachelorthese). Ergotherapie, Faculteit

Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam.

Surveymonkey. (2016). Enquête resultaten delen. Geraadpleegd op 19 mei 2016, van http://help.surveymonkey.com/articles/nl_NL/kb/Sharing-Survey-Results

Surveymonkey. (2016). My surveys. Geraadpleegd op 10 mei 2016 , van

https://www.surveymonkey.com/create/?sm=Wh0PxdNRqHjwpfXjqZg1LXFQkoQnfVMUuWEQoPMa VlU_3D

Survio. (2016). Online Enquêtes. Geraadpleegd op 1 april 2016, van http://www.survio.com/nl/ VAViA. (2016). Stakeholder management. Verkregen op 3 mei 2016, van

http://www.vavia.nl/verandermanagement/stakeholder-management/

Verhoeven, N. (2014). Wat is onderzoek? Praktijkboek voor methoden en technieken (5e druk). Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

Verwijen, M. (2016). De succesfactoren van veranderingstrajecten. Geraadpleegd op 22 april 2016, van

https://www.managementsite.nl/succesfactoren-veranderingstrajecten

Westley, C. J., Amdur, R. L., Irwig M. S. (2015). High Rates of Depression and Depressive Symptoms among Men Referred for Borderline Testosterone Levels. Sex Med. 12 (8):1753-60. doi:

10.1111/jsm.12937.

Zinkstok, R. (2012). Ergotherapie in de GGZ, een wereld te winnen. Verslag studiedag 12 oktober Utrecht. Ergotherapie Magazine. (december) 12-17.

Bijlage

1. Begrippenlijst

Discriminatieve validiteit: de samenhang tussen bepaalde onderzoeksresultaten (Bunschoten, 2014). Engagement: het bijeenbrengen van mensen (Block, 2004).

Implementatieplan: een procesmatige en planmatige invoering van verbeteringen met als doel dat deze een structurele plaats krijgen in het handelen en het functioneren van een organisatie of de structuur van de gezondheidszorg (Grol & Wensing, 2013).

Occupational performance: de uitvoering van het handelen (Granse et al., 2012). Screeningsinstrument: een vragenlijst die ingevuld kan worden en waarbij vroegtijdig ziektebeelden gesignaleerd kunnen worden (Dihigo, 2014).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- De aanname's in deze berekening van de draagrichting van de bestaande vloeren en balken en de samenstelling van deze bestaande constructies dienen door de aannemer te

In onderzoeken uit Canada (waar naast verpleegkundigen ook doktors werkzaam zijn in inloopklinieken)bleek dat sommige dokters geïrriteerd raakten als de inloopklinieken de

BQOS – Translated and Adapted to the University Setting (Represents the original BQOS) The original questionnaire was developed by Van de Lagemaat (2018) to gain insight into

This chapter has presented a novel sub-word unit discovery and lexicon induction approach that requires as input only recorded speech utterances and their associated

The company, its vendors and suppliers, take cooperation to the process level. Organizational structures and jobs are based on process, and traditional functions, as they relate to

“Bij fysieke schade aan gebouwen en werken, die naar haar aard redelijkerwijs schade door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of de exploitatie van een mijnbouwwerk

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 & M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en

Symptomatic hand OA patients from the Hand Osteoarthritis in Secondary Care (HOSTAS) cohort completed questionnaires (demographics, MHQ, Australian/Canadian Hand Osteoarthritis