• No results found

Collectiv: Het ondersteunen van andersgeaarden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Collectiv: Het ondersteunen van andersgeaarden"

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

Collectiv

Het ondersteunen van andersgeaarden

!

Communicatie en multimedia design Afstudeerbegeleider: Shirley Niemans Door: Kevin Consen, 500542431 27/08/14

(2)

Voorwoord

!

Lectori salutem,

!

Het volgende rapport bevat mijn bevindingen omtrent het faciliteren van een interactieve applicatie waarin mensen met een andere geaardheid, dan heteroseksueel, steun kunnen vinden bij het in de kast zitten. Er is met pijn en moeite een hoop informatie boven water gekomen en ik heb een overweldigende hoeveelheid informatie op kunnen doen uit eigen onderzoek.


Mijn dank gaat hier dan ook vooral uit naar mijn afstudeerbegeleiders, Shirley Niemans en Pauline Hoogweg, wie ik keer op keer belaagd heb met talloze vragen en daar onvermoeibaar aandacht aan bleven geven. Drs. Blussé wil ik bedanken voor haar waardevolle expertise en inzicht op het psychologische aspect van dit project en de door haar gedane moeite. En ‘last but not least’ mijn familie zonder wie ik er natuurlijk al niet was geweest!


(3)

INHOUD

!

M

ANAGEMENTSAMENVATTING

6

I

NLEIDING

8

1. P

ROBLEEMSTELLING

9

1.1 HOOFDVRAAG 1.2 DEELVRAGEN 1.3 MOTIVATIE

2. H

OE ZIET MIJN DOELGROEP ERUIT

?

11

2.1 WIE ZIJN ZE?

2.2 HOE VAARDIG IS DE DOELGROEP MET TECHNIEK? 2.3 VERTROUWEN ZE TECHNIEK?

2.4 CONCLUSIE

3. H

OE ERVAART MIJN DOELGROEP HUN OMGEVING

?

13

3.1 WAT ZIJN DE BEHOEFTEN VAN MIJN DOELGROEP? 3.2 HOE BELEEFT DE DOELGROEP HUN OMGEVING? 3.3 CONCLUSIE

4. W

ELK PLATFORM IS HET MEEST GESCHIKT

?

14

4.1 WELKE APPARAAT SPREEKT DE DOELGROEP HET MEEST AAN? 4.2 BIJ WELK APPARAAT LIGT DE GEBRUIKSDREMPEL HET LAAGST?

4.3 WAT VOOR INTERACTIEVE TOEPASSING IS HET MEEST GESCHIKT VOOR DE DOELGROEP? 4.4 CONCLUSIE

5. O

P WAT VOOR MANIER KAN IK MIJN DOELGROEP HELPEN OM RATIONELER NAAR HUN SITUATIE TE KIJKEN

?

15

5.1 WAT VOOR METHODES WORDEN “OFFLINE” TOEGEPAST? 5.2 WORDT DIT AL DIGITAAL GEDAAN? ZO JA, HOE?

5.3 CONCLUSIE

6. W

AT VOOR INFORMATIE ZOEKT DE DOELGROEP OVER SEKSUALITEIT

?

17

6.1 INFORMATIE

6.2 OP WAT VOOR MANIER KAN JE AAN DEZE INFORMATIE KOMEN? 6.3 IS DAT NUTTIG?

6.4 CONCLUSIE

(4)

7.1 EMOTIONELE UITLAATKLEP 7.2 QUANTIFIED SELF

7.3 SOCIAAL VERSUS ANONIEM

8. C

ONCURRENTIEANALYSE

20

8.1 COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE 8.2 QUANTIFIED SELF

8.3 CRITERIA 8.4 CONCLUSIE

9. P

ROGRAMMA VAN EISEN

22

9.1 SOCIAAL 9.2 VEILIGHEID 9.3 ANONIMITEIT 9.4 PLATFORM 9.5 INTERACTIE 9.6 CONCLUSIE

10. C

ONCEPT

24

10.1 NIET ALLEEN 10.2 DOCUMENTEREN 10.3 NOTITIE 10.4 SOCIAAL 10.5 GEEN CHAT 10.6 WAARDE 10.7 REFLECTIE 10.8 NOTITIES 10.9 DOEL

11. R

EVIEW

27

11.1 SCENARIO 11.2 FRANS PLEEGING 11.3 ERIC VAN TOK

11.4 EXPERT REVIEW: DRS. BLUSSÉ 11.5 CONCLUSIE

12. H

UISSTIJL

30

12.1 LOGO 12.2 VORMGEVING 12.3 KLEURSTELLING 12.4 PLATFORM 12.5 KLEURENPALET

(5)

13. D

ESIGN PATTERNS

34

13.1 VORMGEVING 13.2 TYPOGRAFIE 13.3 MAP VIEW 13.4 LIST VIEW 13.5 CONTEXTUELE NAVIGATIE 13.6 PUSH NOTIFICATIONS

14. I

NTERACTIE EN

S

CHERM ONTWERP

36

14.1 KERN 14.2 HOME SCREEN 14.3 ONDERSTEUNING 14.4 LOG BUTTON 14.5 DOCUMENTEREN 14.6 OVERZICHT

15. C

ONCLUSIES EN AANBEVELING

40

15.1 SAMEN 15.2 WAARDE 15.3 DOELSTELLING 15.4 KANTTEKENINGEN 15.5 AANBEVELING

B

RONNEN

43

(6)

Managementsamenvatting

!

Voor het behalen va mijn bachelorgraad is door de Hogeschool van Amsterdam de opdracht aan mij gegeven om een product of dienst te bedenken waarmee ik een (maatschappelijk) probleem aanpak. Het eerste wat mij direct binnenschoot was de maatschappelijke problematiek rondom de seksuele voorkeur van mannen en vrouwen. De terughoudendheid van andersgeaarden met betrekking tot het uitkomen voor hun geaardheid is nog altijd een zeer actueel probleem. In mijn omgeving zie en hoor ik ook vaak van mensen dat ze daar nog erg veel problemen mee hebben.

!

Uit verhalen van de mensen om mij heen werd me duidelijk dat dit vaak een te wijten was aan angst. Angst om niet geaccepteerd te worden. Angst om fysiek of mentaal letsel op te lopen. Angst om niet te kunnen zijn wie je wilt zijn. Zowel onder je vrienden, familie, kennissen maar ook wildvreemden. Deze angst is niet altijd terecht. Het betreft emotionele impulsen die door het geheim willen houden van de situatie en het gevoel van niet abnormaal willen zijn worden versterkt. Afhankelijk van de plaats en persoon van wie de opmerking of actie afkomstig is, kan dat extra zwaar wegen ook nog.


Stel je voor: je bent erachter dat je homo bent, maar je durft het niet te vertellen. Je zit beneden koffie te drinken met je gezin en één van je ouders roept ineens “Gadverdamme!” naar de TV wanneer er een item over de Gay Pride wordt uitgezonden. De kans is bijzonder groot dat jij op dat moment dat zeer persoonlijk opvat, dat jij hoort dat homo’s vies zijn en niet normaal. Dat je ouders homoseksualiteit afkeuren en je het daarom ook niet aan hun kan vertellen. Waar je waarschijnlijk op het moment van die impuls niet bij stilstaat is dat er een paar dagen daarvoor met afschuw werd gesproken over een homostel dat met het uitgaan in elkaar is geslagen omdat ze elkaars hand vast hielden.

!

Relativeren in zo een situatie is erg moeilijk, juist vanwege de emoties die het oproept. Want het zou net zo goed kunnen zijn dat er niet “Gadverdamme!” werd geroepen vanwege het feit dat het item over homo’s ging maar over een 56 jarige, veel te zware, vent die in een leren string staat te dansen. Iets wat, ongeacht geaardheid, er voor veel mensen niet erg appetijtelijk uit ziet.

Geregeld zijn er acties van organisaties zoals het COC die bepaalde dagen uitroepen tot bijvoorbeeld “nationale coming out dag”. Echter, dat is geen oplossing voor het probleem. Het neemt voor veel mensen de angst niet weg van het uit de kast komen en ook helpt het niet bij deze impulsen van buiten af. Ik heb mijn onderzoek gewijd aan het vinden van een middel waarmee jonge mensen die in de kast zitten geholpen kunnen worden met precies dit probleem. Zodat deze andersgeaarde jongeren een tool in handen krijgen waarmee ze al die heftige emoties kunnen relativeren en die ze helpt om stil te staan bij wat er eerder gepasseerd is. Daardoor zien ze misschien dat een actie of opmerking met iets compleet anders te maken heeft gehad dan hun seksualiteit. Hierdoor krijgen ze beter inzicht in zichzelf en hun omgeving en dat brengt rust en misschien zelfs moed met zich mee.

(7)

Ik ben mijn onderzoek begonnen met een enquête die door 108 mensen is beantwoord waarvan ik er vervolgens 30 van heb mogen benaderen voor een vervolgonderzoek. Hieruit bleek dat andersgeaarde jongeren graag informatie krijgen over anderen. Ook is er de bereidheid om zelf informatie te delen, zolang als dit allemaal anoniem is en blijft.

!

Ik heb vervolgens met psychologe Nina Blussé meerdere malen diepte-interviews gedaan. Zij gaf mij uitleg over weerbaarheidstrainingen die ze geeft en dat onzekerheid, ook buiten geaardheid om, veelvoorkomend is onder jongeren. Onzekerheden probeert men te verbergen. Door iemand te laten zien dat het normaal is dat je onzeker bent en dat anderen dat ook zijn creëer je begrip en zelfzekerheid. Dit inzicht gecombineerd met het regelmatig bijhouden van specifieke gegevens uit het Quantified Self, wat zorgt voor betere zelfreflectie, heb ik verwerkt tot een goed concept.


Collectiv is een mobiele applicatie waarin de gebruiker, een andersgeaarde jongere, visueel te zien krijgt dat hij niet de enige in de omgeving is die met dezelfde problematiek worstelt en de mogelijkheid krijgt om zowel negatieve maar vooral ook positieve gebeurtenissen bij te houden. Op deze manier krijg je inzicht in wat er nou gebeurt en hoe je daar op reageert in plaats van de momentopnames die iedere keer ontstaan. In een overzicht kan de gebruiker vervolgens zien hoe hij gemiddeld genomen de mensen in zijn directe omgeving ervaart en dat kan aanzetten tot zelfreflectie. Op deze manier kan de gebruiker relativeren en handelen vanuit een rustige geest in plaats van een geest die onder druk staat door heftige emotionele impulsen.

(8)

Inleiding

!

Het laatste jaar zie ik steeds meer de effecten die homofobie op mensen heeft. Zo heb ik jongens leren kennen die hun vrienden zijn kwijtgeraakt, die het niet durfde te vertellen aan hun ouders uit angst om verstoten te worden vanwege hun geloof. Jongens die met de dood zijn bedreigd, die door hun hele familie in de steek zijn gelaten en jongens die simpelweg bang zijn voor reacties van anderen. Dat alles omwille van hun geaardheid. Dit zijn voor mij hartverscheurende voorbeelden en het is een veld waar volgens mij nog heel veel vooruitgang geboekt kan en moet worden. Ik zou deze jongeren graag een helpende hand toesteken door mijn ervaring, kennis en energie te richten op het vinden van een goede manier waarmee ik ze kan ondersteunen.

!

Daarnaast was het een mooie gelegenheid om te leren hoe ik een, psychologisch, gevoelig onderwerp op een verantwoorde manier kan verwerken en toepassen in een interactieve toepassing. Dergelijke vertaalslagen tussen verschillende werkvelden worden steeds belangrijker. Steeds meer worden er stappen gemaakt richting de digitale wereld vanuit het analoge.

!

Ik denk niet “DE” oplossing te hebben gevonden voor mensen die in de kast zitten. Maar ik hoop zeker dat ik een positieve bijdrage kan leveren aan hun ontwikkeling.


(9)

1. Probleemstelling

!

In mijn omgeving constateer ik steeds vaker dat homoseksualiteit voor veel mensen nog altijd een issue is. Mensen die aangeven er moeite mee te hebben homoseksueel te zijn en mensen die bang zijn voor de reactie van de mensen om hun heen. Dit is in de media ook terug zien bij programma’s als “Over de streep” waar het regelmatig aan bod is gekomen en het steeds weer terugkerende programma “Uit de kast” dat er speciaal aan gewijd is.


!

1.1 Hoofdvraag

Hoe kan ik middels een mobiele (web)applicatie homoseksuelen van 12 tot 24 jaar handvatten aanreiken om hun te helpen rationeler na te denken over hun situatie rondom het in de kast zitten en de beleving van een homo-intolerante leefomgeving.

!

1.2 Deelvragen


Hoe ziet mijn doelgroep eruit?

1. Wie zijn ze?

2. Hoe vaardig zijn ze met techniek? 3. Vertrouwen ze techniek?

!

Waar bestaat de emotionele achtbaan uit voor mijn doelgroep?

1. Wat zijn de behoeften van mijn doelgroep? 2. Hoe beleven ze hun omgeving?

!

Wat voor vergelijkbare toepassingen zijn er?

1. Wat doen ze en komt het overeen met de probleemstelling?

!

!

!

Welk platform is het meest geschikt?

1. Wat spreekt de doelgroep het meest aan? 2. Waar ligt de gebruiksdrempel het laagst? 3. Wat voor interactieve toepassing is het

meest geschikt voor de doelgroep?

!

Op wat voor manier kunnen homoseksuelen geholpen worden om rationeler naar hun situatie te kijken?

1. Wat voor methodes worden “offline” toegepast?

2. Wordt dit al digitaal gedaan? Zo ja, hoe?

!

Welke informatie is er over (het uitkomen voor) seksualiteit?

1. Op wat voor manier kan je hieraan komen? 2. Wordt dit ervaren als nuttig?


!

!

(10)

1.3 Motivatie

Jongeren zijn vooral intolerant tegenover homoseksuelen in de leeftijdscategorie waarin de seksuele ontwikkeling plaatsvindt, zo blijkt uit onderzoek van de UvA . Volgens ontwikkelingspsychologische 1

standaarden gaat dat om de leeftijdscategorie tussen de 12 en 24. Docent toegepaste psychologie, aan de Hogeschool van Amsterdam, Drs. Blussé heeft dit in een interview ook bevestigd (zie bijlage 1, p.3). Hetzelfde onderzoek laat zien dat ongeveer 11% van deze jongeren eens of vaker gevoelens heeft (gehad) voor iemand van hetzelfde geslacht . 21% daarvan is zelfs regelmatig slachtoffer van (verbaal) geweld.
2

!

Uitgaande van de bevolkingsprognose van het CBS en deze percentages is het redelijk om aan te nemen dat 3

er dagelijks ongeveer 227.800 jongeren met deze intolerantie te maken krijgen en daarvan er 47.900 zelfs slachtoffer dreigen te worden van (verbaal) geweld.

Met zo een sterke aanwezigheid van homo-intolerant gedrag is het voor veel mensen een moeilijke beslissing om wel of niet uit de kast te komen. Ze zitten in een emotionele achtbaan waarin ze extra gevoelig zijn voor prikkels van buitenaf. Is het een vader die een onbedoeld discriminerende opmerking naar een nieuwsitem over de Gay Pride op de TV roept, een klasgenoot die niet erbij nadenkt als hij met ‘vuile flikker’ scheldt of een artikel in de krant waarin verteld wordt dat een homo is afgetuigd simpelweg om wie hij is.


!

Dit zijn, met vele andere, mogelijke voorbeelden van moment-gebonden prikkels die onzekerheid kunnen veroorzaken en in sommige gevallen zelfs kunnen inslaan als een bom. Het kan een gevoel van disacceptatie en zelfs intimidatie veroorzaken en angstig maken voor het uit de kast komen.


!

Met mijn CMD achtergrond heb ik hiervoor een project bedacht welke deze jongeren moet ondersteunen tijdens deze periode van hun persoonlijke ontwikkeling.


Buijs, L. (2008). Als ze maar van me afblijven. p.62.

1

Buijs, L. (2008). Als ze maar van me afblijven. p.59.

2

Centraal Bureau voor Statistiek, (2010). Bevolkingsprognose. p.37.

(11)

2. Hoe ziet mijn doelgroep eruit?

!

Ieder project begint natuurlijk bij een doelgroep. Om deze precies vast te kunnen stellen heb ik desk-research gedaan en eigen onderzoek. De desk-research bestond onder andere uit onderzoeken, boeken en online artikelen. Het eigen onderzoek bestond uit een enquête gebaseerd op de desk-research. Met het doen van dit onderzoek heb ik geprobeerd te achterhalen welke groep het meest gebaat is bij hulp en wat het meest geschikte platform is voor een hulpapplicatie.

!

2.1 Wie zijn ze?

Het onderzoek “Als ze maar van me afblijven” laat zien dat problemen op de middelbare school toenemen naarmate de acceptatie dat ook doet . Dit heeft volgens het onderzoek te maken met dat homoseksualiteit 4

zichtbaarder wordt en dichterbij komt wat negatieve reacties uitlokt. Volgens de sociale ontwikkelingsstandaarden is de belangrijkste periode voor zelfontwikkeling vanaf de adolescentie tot en met 5

jong volwassen. Dat zijn de categorieën 12 tot en met 24 jaar. Hierin spelen vooral groepsdruk een grote rol en ben je veel bezig met wat anderen van je vinden, zo vertelt ook Drs. Blussé in haar interview met mij (zie bijlage 1, p.2).

!

Ik ben aan de hand hiervan tot de conclusie gekomen dat het verstandig is om me te richten op het steunen van andersgeaarden die in de kast zitten tussen de leeftijden van 12 en 24 jaar. Een groep die zichzelf nog leert kennen, zwak in de schoenen staat en daardoor het meest bevattelijk is voor negativiteit rondom hun geaardheid. Hiermee wil ik het probleem in de kiem smoren als het ware, of op z’n allerminst daarbij helpen.

!

Ik heb een enquête uitgezet gericht op deze doelgroep. Met deze enquête heb ik 108 mensen bereikt. 90% daarvan waren tussen de 12 en 24 jaar oud en 75% van de ondervraagden vertelt deel te nemen aan het voortgezet onderwijs of een HBO studie te doen.

!

2.2 Hoe vaardig is de doelgroep met techniek?

Alle 108 door mij ondervraagden gaven aan te beschikken over een smartphone of een computer (zie bijlage 3, p.5). Voor het oplossen van zowel moeilijke als makkelijke problemen gaven ze aan een dergelijk apparaat erbij te pakken voor de oplossing en ruim 75% vertelde dat ze ook een tablet of laptop erbij hadden.


Toen ze gevraagd werden om op een schaal van 1 tot 10 aan te geven hoe goed ze ermee kunnen omgaan, waar 1 zo goed als niet en 10 op expert niveau betekent, was het gemiddelde antwoord een 9. Merkwaardig is dat niet, dit zijn kinderen die opgroeien tezamen met de ontwikkeling van deze technologie. Het is dus geloofwaardig te noemen dat hun antwoord accuraat is.

Buijs, L. (2008). Als ze maar van me afblijven. p.62.

4

Beemen, L. and Ekelschot, M. (2010). Ontwikkelingspsychologie. p.19.

(12)

2.3 Vertrouwen ze techniek?

In mijn onderzoek heb ik vragen gesteld over het gebruik van gevoelige technologie. Zoals het gebruiken van mobiel/internet bankieren, het gebruik van publieke Wi-Fi hotspots, of ze hun inloggegevens toevertrouwen aan hun webbrowser en het vertrouwen van online diensten met hun privébestanden zoals foto's, video's chatlogs en consorten. Een enkeling gaf aan het te wantrouwen maar over het algemeen wees het onderzoek uit dat ze het zonder problemen of wantrouwen gebruiken en zich veilig voelen bij het gebruik hiervan (zie bijlage 3, p.5).

!

2.4 Conclusie

Mijn doelgroep bestaat uit andersgeaarde jongeren tussen de 12 en 24 jaar oud. Op het gebied van techniek zijn ze erg bij de tijd en beschikken over meerdere apparaten. In de meeste gevallen wordt er naar de smartphone gegrepen voor het oplossen van problemen of voor het contact zoeken met anderen. Het vertrouwen in de technologie onder mijn doelgroep is groot, veel gevoelige informatie vertrouwen ze toe aan hun smartphone of computer.


(13)

3. Hoe ervaart mijn doelgroep hun omgeving?

!

Om vast te stellen wat mijn doelgroep behoeft heb ik vragen opgenomen in mijn enquête hierover. Ik ben benieuwd om te zien waar de pijnpunten liggen en op die manier te bepalen hoe ik invulling aan de applicatie moet geven.

!

3.1 Wat zijn de behoeften van mijn doelgroep?

Uit mijn doelgroeponderzoek (zie bijalge 3, p.15) blijkt vooral dat ze de behoefte hebben om hun gedachte kwijt te kunnen. Er wordt veelvuldig verteld dat ze er niet over kunnen praten met anderen. Als het onderwerp aan de orde komt wordt het ofwel doodgezwegen of er wordt lacherig over gedaan en flauwe grapjes over gemaakt. Beide gevallen kunnen zeer kwetsend overkomen en het gevoel van een taboe op het onderwerp opwekken.


!

3.2 Hoe beleeft de doelgroep hun omgeving?

De kennis over homoseksualiteit in hun omgeving wordt door de respondenten van mijn onderzoek over het algemeen beschreven als erg weinig. Ze vertellen ook veel negatieve ervaringen (zie bijlage 3, p.16) al te hebben gehad met betrekking tot hun seksualiteit, of deze nou openlijk bekend is of niet. Ze vertellen nagekeken te worden, dat vrienden afkeurende gesprekken voeren over homoseksualiteit voeren, stereotypes nadoen of zelfs klasgenoten hebben die verkondigen dat homoseksualiteit een ziekte is.

!

Dit is natuurlijk ontzettend beangstigend voor iemand die nog in de kast zit en scheren de bron van deze reacties vaak over één kam met die van alle andere. Dit kan een onnodig negatief beeld creëren.

!

3.3 Conclusie

Ondanks dat het niet vaak duidelijk is voor de “buitenwereld” heerst er toch een duidelijke negatieve sfeer rondom homoseksualiteit. Er worden veel verschillende vormen van homo-intolerantie geopperd. Deze worden altijd als intolerantie ervaren. Echter, Er zitten ook voorbeelden tussen die mogelijk niet zo bedoeld zijn. Zoals het persifleren van een bekende Nederlander van wie bekend is dat ze homoseksueel zijn. Hier duidelijkheid in scheppen voor de gebruiker zal al van groot belang zijn.


(14)

4. Welk platform is het meest geschikt?

!

Om een goed geïnformeerde keuze te kunnen maken op welk platform ik mijn aandacht ga richten heb ik middels mijn enquête vragen gesteld met betrekking tot hun gebruik. Opzettelijk heb ik vragen als “wat vind jij het best?” gemeden maar gevraagd naar welke apparaten ze gebruiken in situaties die in het dagelijks leven voorkomen. Op die manier probeer ik een eerlijker antwoord uit te kunnen lokken en daaruit betere conclusies te kunnen trekken.

!

4.1 Welke apparaat spreekt de doelgroep het meest aan?

Niet geheel verrassend vertellen 48% van de respondenten het meest hun smartphone te gebruiken. Voor alle snellere taken en problemen grijpen zelfs 77% als eerst naar de smartphone. Dit is te verklaren omdat de smartphone bijna altijd in de buurt ligt en simpelweg de weg van de minste weerstand vormt.

!

4.2 Bij welk apparaat ligt de gebruiksdrempel het laagst?

Ook hier gaat het om de smartphone. Ik heb de doelgroep verschillende scenario's voorgelegd en gevraagd met welk hulpmiddel ze het zouden oplossen. Voor alle vormen van contact met anderen die werden voorgesteld zou ruim 77% als eerst hun smartphone pakken (zie bijlage 3, p.20). Hetzelfde geldt voor het snel opzoeken van informatie en het bestrijden van verveling. Het enige waar de smartphone het aflegt is bij het oplossen van een lastig probleem, daar heeft de laptop met 65% de voorkeur. Het uittesten van nieuwe apps op de smartphone is redelijk gangbaar voor de doelgroep, als ze iets tegenkomen wat hun interessant lijkt schromen ze niet om het uit te proberen, vooral wanneer het gratis is. Op de computer is dat een heel stuk lastiger omdat er weinig aanbod is. Apps die iets beweren op te lossen zijn ook een graag gezien testproduct.

!

4.3 Wat voor interactieve toepassing is het meest geschikt voor de doelgroep?

Om erachter te komen wat voor soort interactieve toepassing het best bij de doelgroep past heb ik enkele specifieke vragen gesteld (zie bijlage 3, p.23). Apps die hun aandacht absoluut niet trekken zijn dating apps en porno. Daarna worden kopieën van al bestaande (en bekende/populaire) apps, apps waarbij je verplicht moet inloggen met Facebook en amateuristisch uitziende apps genoemd als de meest vermeden. Apps die geld kosten worden al gauw vermeden tenzij vrienden of vriendinnen het sterk aanraden. Echter apps die ze wel graag in gebruik hebben worden gemiddeld twee uur per dag gebruikt. Slechts twee procent verteld dat dit in één sessie is. En zoals te verwachten is, gaat het voornamelijk om sociale applicaties.

!

4.4 Conclusie

Dit betekent dus dat de applicatie geschikt moet zijn voor veelvuldig gebruik en er goed verzorgd uit moet zien. Om de doelgroep zo goed mogelijk aan te kunnen spreken moet het ook een gratis te verkrijgen app zijn en om de drempel zo laag mogelijk te houden is het ook raadzaam om de app bruikbaar te maken in meerdere, korte, sessies zodat het geen langdurige opgave is om het te gebruiken.


(15)

5. Op wat voor manier kan ik mijn doelgroep helpen om

rationeler naar hun situatie te kijken?

!

Dit project bevat een erg grote overlap met het werkveld psychologie. Keuzes die ik maak kunnen, en zullen, grote gevolgen hebben voor gebruikers uit mijn doelgroep die ervoor kiezen om mijn applicatie in vertrouwen te nemen. Het is dus belangrijk ik me goed informeer. De manier waarop ik dat doe is door uit te zoeken wat er ‘analoog’ al gedaan wordt om vervolgens een goede vertaalslag van het traditionele analoge naar het digitale te kunnen maken.

!

5.1 Wat voor methodes worden “offline” toegepast?

Drs. Blussé vertelde dat er nagenoeg geen hulp aangeboden wordt tenzij er duidelijke problemen aanwezig zijn (zie bijlage 3, p.4). Nu is het vaak het geval dat iemand die in de kast zit dit zo goed mogelijk probeert te verbergen. Door docenten en andere direct betrokkenen die hulp zouden kunnen bieden wordt er niet snel "in die hoek" gezocht naar een probleem. Goede hulp bieden is dan natuurlijk een moeilijke opgave als het niet bekend is dat het probleem speelt. Wel wordt er regelmatig informatie verspreid en zoeken de hulpbehoevenden daar zelf ook naar maar dit is slechts éénrichtingsverkeer. Wat er los van homoseksualiteit gedaan wordt om onzekere jongeren te helpen is vrij divers. Drs. Blussé vertelt dat zij zelf weerbaarheidstrainingen geeft aan deze doelgroep. Onder andere met de rots en water methode, deze methode bevordert door het doen van oefeningen zelfreflectie en geeft grip op de eigen gedachten. Dit zijn oefeningen die je veelal met één of meer andere personen doet. Het principe daarvan hangt weer samen met het 4G principe; gebeurtenis, gedachte, gevoel en gedrag. Er is een gebeurtenis die plaatsvindt, die veroorzaakt een gedachte, die gedachte zorgt voor een gevoel en dat gevoel is van invloed op het gedrag. Dit is afkomstig uit de rationeel emotieve therapie. De gebeurtenis kan je niets aan veranderen, het gebeurt of het gebeurt niet. Echter, de gedachte die opkomt bij zo een gebeurtenis is wat je kan veranderen, waardoor je invloed hebt over de emotie die het oproept, zo vertelt Drs. Blussé (zie bijlage 3, p.7). Dit is echter een proces waarin degene die in de kast zit daar eerst voor uit zou moeten komen en een ander, bijvoorbeeld een docent of therapeut, eerst in vertrouwen zou moeten nemen.

(16)

5.2 Wordt dit al digitaal gedaan? Zo ja, hoe?

Nee, er is wel een initiatief geweest vanuit de Universiteit van Utrecht waarin er online gechat kon worden met jonge psychologen die onder een schuilnaam en een fictief persoon de gesprekken aangingen maar dit vereist ook dat je iemand in vertrouwen neemt waarvan je niet weet wat die persoon met de informatie doet.


Wel zijn er verschillende apps beschikbaar die zich richten op cognitieve gedragstherapie, welke ik ook bij m'n concurrentieanalyse onder de loep neem, maar ook deze zijn erg vrij interpreteerbaar en richten zich niet speciaal op de problematiek rondom het in de kast zitten. Het stelt geen vragen en laat de gebruiker alles zelf invullen. Het helpt daardoor minder met reflecteren omdat het geen inzicht biedt in het “grotere plaatje”, het laat je slechts individuele gevallen zien welke vanuit jezelf zijn gekomen. Het haalt je daarmee niet uit een vicieuze cirkel van onnodig negatieve gedachten.

!

5.3 Conclusie

Andersgeaarde jongeren praten daar niet zomaar over, ze houden het vooral geheim. Dit maakt het voor ouders, docenten en andere hulpverleners moeilijk om te constateren dat het een oorzaak van problemen is. Tenzij ze er zelf over beginnen wat dus betekent dat ze hun geheim moeten prijsgeven. De beste manier om te helpen is door de gedachte te helpen relativeren die veroorzaakt wordt door de gebeurtenis. Door de gebeurtenissen duidelijk in kaart te brengen helpt dat de gebruiker reflecteren op een rationele manier in plaats van een emotionele manier.


(17)

6. Wat voor informatie zoekt de doelgroep over

seksualiteit?

!

De soort informatie die de doelgroep opzoekt kan een hele hoop over hun zeggen. Het vertelt wat hen bezig houdt en wat ze graag willen (bereiken). Met die reden heb ik daar enkele vragen over opgenomen in mijn enquête.

!

6.1 Informatie

Wat voor informatie hebben ze opgezocht en waarom? Informatie is een heel breed begrip en uit de antwoorden blijkt dat de ondervraagden (zie bijlage 4, p.4) dat ook als dusdanig. Ervaringen van anderen die uit de kast zijn gekomen, zogenaamde “coming out verhalen” werden genoemd. Seksuele gezondheid, de risico’s van homoseksuele geslachtsgemeenschap en ook ervaringen met homoseksuele geslachtsgemeenschap. Maar onderwerpen zoals acceptatie van homoseksuele, veiligheid op straat en de ervaring van anderen worden verreweg het meest genoemd.

!

6.2 Op wat voor manier kan je aan deze informatie komen?

Er zijn flyers en informatieboekjes verkrijgbaar op verschillende plekken. Vaak bij doktersposten, gespecialiseerde instellingen die ook bijeenkomsten organiseren, bibliotheken en in sommige gevallen ook op scholen. Deze bronnen worden echter niet genoemd. Alle ondervraagden geven aan hun informatie te zoeken op internet en in sommige gevallen TV programma’s zoals KRO Uit De Kast als bron te gebruiken.

!

6.3 Is dat nuttig?

In veel gevallen zal het de nieuwsgierigheid stillen. Maar een feit blijft staan dat het eenrichtingsverkeer is. De informatie die ze nuttigen zal zich nooit op de lezer aanpassen en daardoor nooit 100% aansluiten. In een interview met Youtube beroemdheid Eric van Tok (zie bijlage 6, 00:42) kwam ook aan de orde dat vooral de ervaring van anderen waardevol is. Het laat zien dat je niet de enige bent die met die gevoelens en problemen zit. Dit is ook waar de trainingen van Drs. Blussé zich op toespitsen, het laten zien dat iedereen twijfels heeft, iedereen heeft problemen en onzekerheden. En juist door daar achter te komen kan je beter omgaan met die van jezelf.

!

6.4 Conclusie

Het zoeken naar ervaring van anderen, op alle soorten gebieden, door de mensen uit mijn doelgroep kan gezien worden als het zoeken naar bevestiging dat je normaal bent en vooral ook niet alleen. Door een aspect te verwerken in de applicatie waarin de gebruiker direct kan zien dat hij niet alleen is, kan dat gevoel grotendeels weggenomen worden. Het zal informatie natuurlijk niet overbodig maken, maar de gebruiker hoeft zich daardoor minder de vraag te stellen of hij wel normaal is.


(18)

7. Conceptvorming

!

Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik me ga richten op andersgeaarde jongeren tussen de 12 en 24 jaar. Deze doelgroep ervaart hun omgeving zeer vaak als homo-intolerant waarbij het niet met zekerheid gezegd kan worden dat dit ook in alle gevallen als dusdanig bedoeld is en zijn het meest kwetsbaar voor impulsen van buitenaf. De smartphone doet het verreweg het best onder de doelgroep met een voorkeur van 70% van de ondervraagden bij mijn enquête. Ook heerst er een hoge mate van vertrouwen bij de doelgroep wat betreft de veiligheid en vertrouwelijkheid ervan.

!

Het zal om een applicatie moeten gaan die er goed verzorgd uit ziet en geschikt is voor snel en veelvuldig gebruik, zodat het geen opgave vormt. Traditionele methodes om met dergelijke emoties om te gaan bevatten ondermeer het bijhouden van een dagboek met de gebeurtenissen, gevoelens en effecten die behoren tot de situatie. De doelgroep is vooral op zoek naar bevestiging van het “niet de enige zijn” door informatie en ervaringen van lotgenoten te zoeken.

!

7.1 Emotionele uitlaatklep

Tolerantie van homoseksualiteit neemt af, terwijl de acceptatie toeneemt op middelbare scholen. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en anderen6 7 8, blijkt dat de confronterende factor een grote rol speelt.

Sociale acceptatie is in deze ontwikkelingsfase, van adolescent naar jong volwassene, van je leven erg belangrijk; het gevoel hebben dat je “erbij” hoort.


Homoseksualiteit valt buiten het plaatje van de zogenaamde norm en hiermee val je dan ook automatisch buiten de boot. Homoseksuelen belachelijk maken wordt dan al snel een makkelijke manier om te laten zien dat je erbij hoort en het zijn of verdedigen ervan maakt je al gauw een doelwit.


Uit gesprekken blijkt dat het voor de homoseksuelen zelf een zwaar traject is. Erachter komen waar je voorkeur ligt, erachter komen hoe je directe en indirecte omgeving erop zal reageren en daadwerkelijk uit de kast komen. Het is een emotioneel traject waarin prikkels van buitenaf (onbedoeld) agressief over kunnen komen, persoonlijk opgevat en al gauw uit z’n verband getrokken worden.


!

Een traditioneel goede manier om met zulke emotionele zaken om te gaan is door erover te praten; een uitlaatklep zoeken. Dit vereist echter al meteen iemand in vertrouwen te nemen en dat is voor heel veel mensen geen optie. Dat heeft me aan het denken gezet om een manier te vinden om een uitlaatklep te creëren zonder daar iemand anders in vertrouwen te moeten nemen.

!

Buijs, L. (2008). Als ze maar van me afblijven. p.62

6

Sociaal Cultureel Planbureau, (2010). Steeds gewoner, nooit gewoon. p.33 7

Sociaal Cultureel Planbureau, (2013). Acceptatie van homoseksuelen, biseksuelen en transgenders in Nederland. p.16

(19)

7.2 Quantified Self

Hierdoor kwam ik terecht bij Quantified Self. Quantified Self is een beweging die technologie incorporeert in de data-acquisitie over iemands dagelijkse leven zoals bijvoorbeeld sportresultaten, voedselinname of gemoedsrust. Door dit bij te houden stelt het iemand in staat om aan de hand van die informatie te werken aan verbetering, zelfvertrouwen en zelfbewustwording.

!

In een enquête die ik heb uitgezet gaf een respondent aan een dagboek bij te houden voor zijn psychische aandoening, hypochondrie. Na wat onderzoek kwam ik op verschillende websites terecht waar wordt verteld dat het bijhouden van een (al dan niet) speciaal dagboek wordt gebruikt als behandelmethode. Het opschrijven van de gebeurtenis, de daarop volgende gedachte en het gevoel dat het opriep biedt een rationeel inzicht in de situatie. Hiermee oefen je het veranderen van je gedachten en het realistisch interpreteren van de gebeurtenis . Ook kan het je gedrag en de manier waarop je er met die gedachten omgaat helpen verbeteren.. 9

Dit staat ook wel bekend als de vier G’s van cognitieve gedragstherapie.

!

7.3 Sociaal versus anoniem

Ik heb met sociaal psychologe Drs. Blussé een diepgaand interview gehouden hierover. Daarin kwam vooral naar voren dat het, anonieme, sociale aspect erg belangrijk is. Steun vinden door de bevestiging dat je niet de enige bent die met onzekerheden te kampen heeft. Dit is ook een van de rode draden in trainingen die ze geeft aan middelbare scholieren.

!

De zelfreflectie en privacy uit het therapeutische dagboek gecombineerd met het gemakkelijk bij kunnen houden van informatie over jezelf zoals in de talloze Quantified Self apps lijkt de basis van een goede steunpaal voor homoseksuele jongeren anno 2014.

!

Heesterman, L. (2014). Behandeling Hypochondrie | gezondheidsplein.

(20)

8. Concurrentieanalyse

!

Er komen een paar belangrijke aspecten op tafel in dit onderzoek; namelijk psychologie, technologie en interactie. Het psychologische deel heeft betrekking op het omgaan met en relativeren van emoties. Het interactieve en technologische deel hebben betrekking op het makkelijk bij kunnen houden van gegevens over jezelf.

!

Het psychologische deel sluit het best aan op cognitieve gedragstherapie. Dat is een samenvoeging van cognitieve psychologie en gedragstherapie. Waarin het bij cognitieve psychologie de veronderstelling is dat irrationele gedachten disfunctioneel gedrag veroorzaakt zoals vermijdingsgedrag of juist agressiviteit. Gedragstherapie is het begrijpen van gedrag en gedragsverandering door middel van therapie. De technieken daarvan worden in de cognitieve gedragstherapie gericht op het veranderen van de inhoud van dergelijke irrationele gedachtes.

!

Het interactieve deel vindt de meeste aansluiting bij Quantified Self. Dat is door het bijhouden van specifieke gegevens meer inzicht krijgen in jezelf en daardoor werken aan zelfverbetering, zelfvertrouwen en zelf bewustwording. Een combinatie van deze twee principes acht ik als een goede basis voor een applicatie.

!

8.1 Cognitieve gedragstherapie

Er zijn verschillende applicaties die zich richten op cognitieve gedragstherapie. Dat is de therapiesoort waar de behandelmethode voor hypochondrie onder andere onder valt maar ook veel breder inzetbaar is. Dit kan worden gebruikt bij het behandelen van ondermeer depressie, stemmingswisselingen, agressieproblemen en meer; welke gevolgen zouden kunnen zijn van het in de kast zitten. Deze richten zich allemaal op het door de gebruiker laten invullen van hun ervaring, vaak door middel van eigen tekst. Maar omdat er geen persoonlijk contact is met iemand anders kan dit alleen voor eigen reflectie worden gebruikt. Sommige maken gebruik van een puntensysteem. Op basis daarvan kan er een overzicht worden gemaakt en de gebruiker positieve of negatieve verandering waarnemen.

!

8.2 Quantified Self

Runkeeper is een leidend voorbeeld van Quantified Self. Het is een applicatie die met slechts een paar keer klikken gebruikt kan worden en een diepgaand inzicht in de activiteiten geeft. Ook stimuleert het de gebruiker door regelmatig hints te geven, om feedback te vragen of de gebruiker extra inzichten te bieden. Ook is er de mogelijkheid om andere gebruikers te volgen en te vergelijken met jezelf.

(21)

8.3 Criteria

In mijn onderzoek naar vergelijkbare applicaties wil ik de volgende onderwerpen onderzoeken.

- Op wat voor manier biedt de vergelijkbare app hulp?

- Wat is de doelgroep van de app?

- Op wat voor manier profileert de app zich?

- Hoe is de opbouw van de app?

- Kost de app geld?

- Sluit de visualisatie aan bij het beoogde doel?

- Biedt dit waarde voor mijn onderwerp?

!

Het marktonderzoek is te vinden in bijlage 9.

!

8.4 Conclusie

Er zijn aardig wat applicaties die, bewust of onbewust, cognitieve gedragstherapie en Quantified Self combineren. Wat wel opvallend genoemd kan worden is dat verreweg de meeste applicaties bijzonder slecht zijn vormgegeven. In bijlage 9 is het onderzoek naar deze applicaties te vinden met de daarbij behorende conclusies ten opzicht van mijn project.


(22)

9. Programma van eisen

!

Voordat er een daadwerkelijk concept opgesteld kan worden is het belangrijk om de eisen waar het aan moet voldoen duidelijk te hebben. Deze eisen zijn gericht op de eerder vastgestelde doelgroep en moeten ervoor zorgen dat het goed aansluit op hun wensen en behoeften.

!

9.1 Sociaal

Aangezien het een jonge en relatief kwetsbare doelgroep betreft zijn de design eisen redelijk uiteenlopend en soms zelfs erg tegenstrijdig. Veel van deze onderdelen kwamen ook naar voren in de resultaten van de enquêtes die ik heb uitgezet tijdens mijn onderzoek (zie bijlage 3 en 4). Zo is er grote behoefte aan privacy, ze willen niet dat hun seksuele geaardheid bekend wordt bij anderen. Maar ze willen wel graag informatie van/ over lotgenoten die met dezelfde problemen kampen. Er bestaat echter wel bereidheid tot het delen van hun eigen ervaring zolang dit volledig anoniem is.


!

9.2 Veiligheid

Ook moet het veilig zijn. Gezien de gevoelige aard van het product willen ze dat zij de enige zijn die er toegang tot kunnen krijgen ondanks dat bijna alle respondenten van de enquête vertelde hun telefoon al (in enkele gevallen op meerdere manieren) beveiligd te hebben. Veel van de, in mijn concurrentieanalyse voorkomende, apps waren niet beveiligd voor ongeautoriseerde toegang. Dat betekent dat een willekeurig persoon zonder toestemming dergelijke persoonlijke dingen te weten kan komen. Dit moet je voorkomen en dat zal ook extra vertrouwen wekken bij de gebruiker.


Drs. Blussé vertelde tijdens een interview dat het gevoel van alleen zijn belangrijk is (bijlage 1, p.4). In de meeste situaties waarin iemand kampt met een, in zijn of haar ogen, beschamend probleem heeft de persoon in kwestie al gauw het gevoel de enige met dat probleem te zijn. Dit is wat ze ook door middel van workshops aan dezelfde doelgroep probeert over te brengen: iedereen heeft onzekerheden. Iedereen maakt hetzelfde mee, wellicht niet over hetzelfde onderwerp maar niemand is alleen. Dat gevoel van eenzaamheid is vaak ook een grote beweegreden om het geheim te houden.


!

9.3 Anonimiteit

Veiligheid en anonimiteit verdienen daarom ook extra aandacht; een manier inbouwen waardoor de gebruiker duidelijk ervaart niet de enige in een soortgelijke situatie te zijn zonder de anonimiteit en veiligheid in het geding te laten komen. Geen enkele andere app die ik heb gevonden laat zien dat je niet de enige bent. Die zijn allemaal puur op de gebruiker gericht en de enige vorm van informatie delen is naar iemand die je ermee moet kunnen vertrouwen.


(23)

9.4 Platform

Uit mijn onderzoek is ook gebleken dat voor de meeste situaties als eerste naar de mobiele telefoon gegrepen wordt. Dit is op zich niet wonderbaarlijk, cijfers van het CBS laten namelijk zien dat een zeer ruime 70% van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar maakt gebruik van mobiel internet onderweg . De smartphone is een 10

apparaat dat makkelijk mee te nemen is, makkelijk te gebruiken en vooral snel tussendoor niet tot weinig storend is (voor de gebruiker) om erbij te pakken. Ook wees mijn onderzoek uit dat schrijven geen optie zou zijn4. Het dagelijks bijhouden van iets soortgelijks als een dagboek werd wel door een enkeling gedaan maar

de algemene consensus was toch duidelijk dat schrijven teveel moeite kost.

!

9.5 Interactie

Dat schrijven teveel moeite kost sluit het maken van een traditioneel dagboek in digitale vorm uit. Er moet dus een non-intrusive ervaring bewerkstelligd worden waarin de gebruiker zo snel mogelijk iets kan documenteren en daardoor zo min mogelijk hinder ondervindt. Dat betekent dat de app kort, bondig, duidelijk en gemakkelijk in gebruik moet zijn. Het moet zo min mogelijk moeite kosten om de gewenste actie te bewerkstelligen maar toch zo duidelijk mogelijk kunnen beschrijven.

9.6 Conclusie

Als ik het vergelijk met de bevindingen van mijn concurrentie analyse is het belangrijkste verschil dat de applicatie er visueel aantrekkelijk uit moet zien. Een goede visuele verzorging wekt vertrouwen en met een dergelijk onderwerp is dat vanzelfsprekend van essentieel belang. Schrijven is voor de doelgroep een punt waarop ze “afknappen”, een aantal van de apps gebruikte een stel voorgedefinieerde gevoelens echter zonder context. Context is in iedere situatie belangrijk. Door context, onderwerp en het gevoel samen te laten hangen ontstaat er een exacter beeld waardoor er een betere analyse gedaan kan worden.


Centraal Bureau voor Statistiek (2013). Mobiel online vooral met de smartphone.

(24)

10. Concept

!

Nu ik heb vastgesteld wie mijn doelgroep is, welke platform het meest geschikt is, wat de behoeften van mijn doelgroep zijn en de psychologische aspecten die belangrijk zijn kan ik een opzet uitwerken voor de applicatie. Wat daarnaast ook belangrijk is om de doelgroep aan te kunnen spreken, is de visualisatie en de veiligheid van de applicatie. Met deze informatie heb ik het volgende concept opgesteld.

!

10.1 Niet alleen

Op basis van het programma van eisen ben ik tot een concept gekomen om homoseksuele jongeren steun te bieden. Een mobiele applicatie waarin de gebruiker kan zien wat er, om en nabij, in de omgeving speelt en of er meer homoseksuelen wonen. Op deze manier kunnen ze (in de meeste gevallen) vrij direct zien dat ze inderdaad niet de enige zijn.


!

10.2 Documenteren

Vervolgens kan de gebruiker door het inputmenu te openen een ervaring documenteren. De ervaring kan beschreven worden door enkele snelle klikken door het keuzemenu heen. Aan iedere keuze hangt een bepaalde, positieve of negatieve, (numerieke) waarde. Op basis hiervan wordt berekend of het goed gaat en kan de gebruiker ondanks een eventuele momentopname, waarin mogelijk iets extra negatiefs ingevuld is, zien hoe het gaat. Door dit regelmatig in te vullen kan de gebruiker in een overzicht zien wat hij heeft ingevuld en reflecteren of dat wat ingevuld is overeenkomt met wat hij denkt. Of het laat juist zien dat hij over het algemeen positiever denkt dan op dat moment en aanzetten tot nadenken waarom dit zo is en daardoor relativeren. Door het toestel te kantelen in dit overzicht komt er een dagoverzicht waarin gedetailleerd per dag te zien is wat er ingevuld is en op die manier kan vergelijken waar de verschillen in zitten. 


!

10.3 Notitie

Aan het eind van iedere dag dat er wat is ingevuld wordt er gevraagd om de dag in een paar korte zinnen samen te vatten. Deze zin mag en kan, door systeemcontroles, geen privégegevens bevatten. Anderen zullen dit namelijk kunnen lezen. Vervolgens kies je een emoticon die zich aansluit bij het bericht. Deze zullen dan door anderen gezien kunnen worden om een wat persoonlijker beeld van je te krijgen. Zelf kan je al je notities teruglezen in het gedetailleerde overzicht.

!

10.4 Sociaal

Wanneer ze bij het overzicht zijn, van lotgenoten in de buurt, kunnen ze het emotionele-overzicht van die mensen bekijken. Wanneer dit verschilt van hun eigen invulling zet dit aan tot reflectie. Er is vervolgens de optie om updates van die persoon, wie nog steeds anoniem is, te krijgen. Je kan een eigen kleur toekennen aan deze persoon om het voor jezelf herkenbaar te maken en een, al dan niet anoniem, gevoel van cohesie op te roepen. Ook is er de mogelijkheid om een medegebruiker een “Knuffel” te geven.


(25)

10.5 Geen chat

Als je kijkt naar sociale functionaliteit is een chat functie al heel snel een onmisbaar punt op het lijstje. Echter, ik heb er bewust voor gekozen om deze ervan te weren. Namelijk het controleren van de berichten op persoonsgegevens zou technisch teveel kosten en daardoor gaat een groot deel van de app verloren. Mensen zullen geneigd zijn meer met anderen bezig te zijn en te weinig met zichzelf; waar het uiteindelijk om gaat. Een secundaire reden hiervoor is dat chatfuncties onder dergelijke doelgroepen al gauw uitdraaien op seksueel getinte gesprekken en het proberen af te spreken. Geen van beide wil ik faciliteren.

!

10.6 Waarde

Er zit een limiet van vijf per dag aan de knuffels om de waarde ervan te behouden, in de Expert Review met Drs. Blussé kwam dit ook naar voren. Het is vergelijkbaar met de “Like” functie op Facebook. Mensen gaan al snel de waarheid verbloemen om meer Likes te verzamelen (zie bijlage 7, p.13).


!

In dit geval is het mogelijk dat mensen opzettelijk negatievere berichten zullen plaatsen om maar “Knuffels” te krijgen en dit kan uiteindelijk ook weer een negatieve invloed hebben op andere gebruikers die hun overzicht doorkijken. Daarnaast als we naar de basisregels kijken van de marktwerking in de economie en het principe van “Vraag en Aanbod”, zoals ook uitgelegd in “Microeconomics” , waarbij een object in de oog van de klant 11

waardevoller is naar mate de schaarste heerst. Dit is een fenomeen dat we in het alledaagse leven erg vaak terug zien. Op deze manier draagt het krijgen van een knuffel meer waarde met zich mee en kan het een positievere indruk achterlaten bij de ontvanger.

!

10.7 Reflectie

Wanneer iemand in de omgeving, die gevolgd wordt door de gebruiker, iets positiefs invult over een onderwerp waar de gebruiker in kwestie voornamelijk negatief over is zal er een notificatie getoond worden. Dit om de gebruiker aan te zetten tot reflecteren waarom hij/zij daar vaak zo negatief over is en eventueel een vicieuze cirkel van negativiteit te doorbreken. Ook zal er een notificatie getoond worden bij het krijgen van een knuffel.

!

10.8 Notities

Om te voorkomen dat iemand in een negatief gedachtespiraal terecht komt, of dat de app hun negatieve gedachten extra bevestigt door de resultaten van wat ze invullen, zal de app na enkele negatieve data inputs specifiek vragen naar een positieve gebeurtenis bij het schrijven van de notitie. Op deze manier zet je de gebruiker aan het denken over wat er meer speelt dan alleen de negatieve dingen en ook zo weer de negatieve gedachtespiraal te doorbreken.


!

!

Braeutigam, R. (2010). Microeconomics (4th ed.). Wiley.

(26)

10.9 Doel

Door dit regelmatig te doen help je iemand om “uit zijn (of haar) hoofd te gaan” en objectiever tegen de situatie aan te kijken waardoor de (moment-gebonden) emoties beter verwerkt kunnen worden en de gebruiker sterker in zijn schoenen komt te staan.


(27)

11. Review

!

Aan de hand van het opgestelde concept heb ik een paper prototype, in zwart wit, ontwikkelt. Een soort ingevulde wireframe van hoe ik mij de applicatie zou voorstellen die het concept het meest recht aandoet. Deze paper prototype heb ik aan een aantal mensen, die voorheen tot de doelgroep behoorden, voorgelegd en hen gevraagd zich in te leven in hun jongere zelf. Het was binnen de gestelde tijd helaas niet mogelijk om mensen die nog in de kast zitten, en dus volledig tot mijn doelgroep behoren, te vinden die bereid waren om mee te werken. De beschrijving hier is een beknopte samenvatting van de belangrijkste punten die aan het licht zijn gekomen. De gehele interviews zijn te vinden in de bijlage. Aan het eind van iedere samenvatting zal ik verwijzen naar het bijlagenummer.

!

11.1 Scenario

Bij het voorleggen van het paper prototype heb ik bewust geen uitleg gegeven. Ik heb ze gevraagd om zelf door de applicatie heen te gaan om te kunnen zien wat hun zouden doen en of ze begrijpen, door de vormgeving, wat ze moesten doen. Hierbij heb ik het volgende een scenario voorgelegd:


“Je bent je jongere zelf, toen je nog in de kast zat maar dan anno 2014. Op het nieuws is er een item over een

homostel dat in de trein heel ernstig in elkaar is geslagen. Wanneer je de volgende dag op school komt wordt daar door je klasgenoten over gesproken die vertellen dat zij hetzelfde zouden hebben gedaan.”

!

Dit scenario heb ik gekozen omdat dergelijke nieuwsitems regelmatig voorbij komen. Daarnaast is het niet ondenkbaar dat de klasgenoten op een dergelijke manier erover spreken terwijl dat niet eens waar hoeft te zijn. Er hoeft maar één (onzekere) pestkop te zijn die dat uit stoerheid, of juist uit ontkenning, roept en vervolgens de rest daarin mee gaat om maar niet buiten de boot te vallen.

!

11.2 Frans Pleeging

Frans Pleeging is een 21 jarige student uit Limburg die momenteel in Gent aan het studeren is. Frans is nog niet zo lang uit de kast omdat hij dat erg eng vond. In 2012 heeft hij besloten om een stok achter de deur te zetten, in de vorm van het KRO programma “Uit de kast” , om uit de kast te komen bij zijn vrienden en 12

familie. Frans is wel in het bezit van een smartphone maar technische kennis is bij hem niet op hoogstaand niveau. Het benieuwde mij erg om te zien of hij de werking van de applicatie uit zichzelf zou begrijpen.


Frans vertelt in eerste instantie niet te willen geloven dat hij homoseksueel zou zijn en het daar best even moeilijk mee te hebben gehad. Een applicatie waarin hij kan zien dat hij niet alleen was met dat gevoel, en zeker in de kleine dorpen die veel voorkomen in Limburg, zou een grote steun voor hem geweest zijn. Bij het voorleggen van de applicatie was hij erg enthousiast over de mogelijkheden. Het invullen van de gebeurtenis had hij binnen de kortste keren voor elkaar en gaf ook aan dat hij geen onderdelen miste.

KRO's Uit de Kast - Frans http://uitdekast.kro.nl/seizoenen/2/afleveringen/03-01-2012

(28)

Het verder doorlopen van de app ging ietsjes langzamer, dit leek te komen door over-analyse van wat er in het scherm was. Het overzicht van zijn ingevulde gegevens kwam hij als eerst bij en was daar tevreden over. Het dagoverzicht vond hij wat ingewikkelder ogen. Hij kon niet goed bepalen wat ‘goed’ en was ‘niet goed’ was, ook de richting van de volgende dagen waren wat onduidelijk.

!

Het gehele interview is te vinden in bijlage 5.

!

11.3 Eric van Tok

Eric van Tok is een 25 jarige YouTube beroemdheid afkomstig uit Gouda. Hij begint in september 2014 de studie Communicatie en Multimedia Design aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij vertelt dat de middelbare school voor hem absoluut geen leuke tijd was. Een deel daarvan wijt hij aan het in de kast zitten, dat maakte hem ontzettend onzeker. De middelbare schoolomgeving was ook niet vriendelijk ten opzichte van andersgeaarden. Ook vertelt hij zich regelmatig eenzaam gevoeld te hebben ten opzichte van zijn geaardheid.


Bij het voorleggen van de applicatie was hij iets terughoudender. Hij probeerde eerst uit te vogelen welke iconen waarvoor zijn. Hij durfde niet zo goed actie te ondernemen omdat hij niet wist wat precies waarvoor diende maar gaf wel meteen aan te begrijpen dat de icoontjes op de kaart andere gebruikers aangeven. Daar was hij erg enthousiast over, het idee dat je meer mensen ziet die hetzelfde ervaren in jouw omgeving. Hij vertelt graag een zelfde soort icoon te zien voor het aangeven van jezelf in plaats van het native GPS locatie icoon. Waneer hij eenmaal aan het invullen begint is hij daar ook snel doorheen. Het aantal karakters dat gebruikt kan worden voor het invullen van de “dag notitie” achtte hij aan de lage kant, hij zou daar graag wat meer voor zien zodat het wat minder beklemmend is.

!

Het gehele interview is te vinden in bijlage 6.

!

11.4 Expert Review: Drs. Blussé

Om zeker te maken dat op psychologisch vlak er geen fouten zijn gemaakt heb ik een review van het paper prototype gedaan samen met Drs. Blussé. Het is natuurlijk belangrijk dat het verhaal goed naar voren komt en de juiste vragen gesteld worden en niet een onbedoeld negatief effect oproepen.

!

Drs. Blussé was, ondanks dat het slechts een paper prototype betrof, erg enthousiast over de applicatie. Ook zij heeft de applicatie doorlopen als zijnde een gebruiker met hetzelfde scenario zonder uitleg van de applicatie. Ook voor haar was alles snel duidelijk en het invoeren van de gebeurtenis was zo gedaan. Een punt van zorg die aan het licht kwam was mogelijke negatieve stimulatie. Wanneer de gebruiker negatief, of zelfs depressief, ingesteld is zullen de resultaten van het overzicht dat ook uitstralen. Daardoor zou de app die negativiteit bevestigen waardoor het nog erger zou kunnen worden terwijl dat misschien helemaal niet nodig, laat staan accuraat is. En het ontbreken van een manier voor het verkrijgen van hulp of het daartoe aanzetten.

!

Het gehele interview is te vinden in bijlage 7.

(29)

11.5 Conclusie

De reviews bleken zeer nuttig. Zo heb ik ter verduidelijking van wat ‘goed’ is en wat ‘niet goed’ besloten gebruik te maken van een kleurcodering van zowel de iconen in het overzicht alsmede de staven in het staafdiagram in het dagoverzicht. De hoeveelheid karakters die te gebruiken zijn voor het schrijven van een dagnotitie heb ik besloten om iets te verruimen van 140 naar 256. Op deze manier kan de gebruiker wat beter beschrijven wat hij meemaakt en een beter beeld scheppen voor een ander die het leest. Het icoon dat jezelf aanduid laat ik echter ongemoeid, ik vind het belangrijk dat je jezelf direct herkent en dat volledig anders is van de rest zodat er geen kans is op het valse idee dat er op steenworp afstand iemand woont.


De Expert Review heeft echter enkele grote en in mijn ogen belangrijke aanpassing aangestuurd. Zo heb ik de gestelde vraag bij de dagnotitie wijzigen. Bijvoorbeeld wanneer er voornamelijk negatieve gebeurtenissen in worden gevoerd zal er in plaats van “Wat heb je meegemaakt vandaag?” komen te staan “Wat voor leuks is er vandaag gebeurd?” Dit stuurt de gebruiker niet tegen zijn of haar zin in maar kan de gebruiker wel aan het denken zetten over positieve dingen die zich voltrokken hebben en daarmee die negatieve gedachtespiraal doorbreken.


Er zal ook een anderskleurige icoon zich op de kaart bevinden, deze kan je selecteren voor het vragen om hulp of voor het krijgen van informatie. Dit zou in samenwerking met overheidslichamen gedaan kunnen worden zodat mensen die hulp nodig hebben, maar de stap niet durven te nemen om er direct mee naar buiten te treden, toch aan de bel kunnen trekken. Ditzelfde ‘personage’ kan je ook uit zichzelf aanspreken wanneer er voor langere periode op een zogenaamde ‘ondergrens’. De locaties van deze personages zouden overeen kunnen komen met locaties waar daadwerkelijke hulp ook verkregen zou kunnen worden.


(30)

12. Huisstijl

!

Voor het ontwerpen van de applicatie moet er eerst een huisstijl worden vastgesteld. De huisstijl is belangrijk omdat dit het visitekaartje is voor de applicatie en moet het doel van de applicatie uitstralen. Ook moet het je de gebruiker een vertrouwd gevoel geven, zeker omdat het om een gevoelige doelgroep gaat is met name kleurkeuze van groot belang.

!

12.1 Logo

Het logo draagt de boodschap uit van de applicatie. De boodschap die ik wil uitdragen met Collectiv, en het zit ook al een beetje in de naam, is dat je samen sterk staat. Met die boodschap in m’n achterhoofd is het eerste dat in me opkwam het beeld waarin meerdere mensen elkaar vast houden om een geheel te vormen zoals te zien in de afbeelding hieronder.

!

!

© NCRV 2013

!

!

(31)

Om dit uit te stralen ben ik op het volgende ontwerp gekomen:

!

!

!

12.2 Vormgeving

Ik heb gekozen voor een vrij minimalistische stijl. Dit omdat alles voor de gebruiker, buiten de app om, al chaotisch en warrig genoeg is. Duidelijkheid is het belangrijkste. Door simpele, doch elegante, vormen te gebruiken wil ik het gebruik van de applicatie zo aangenaam mogelijk maken zonder een aanval van visuele elementen op het netvlies van de gebruiker te doen. Ook is het belangrijk om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de ruimte op het scherm. Veel overbodige objecten, of slechts zelden gebruikte objecten, zorgen voor rommel op het scherm en maken het onoverzichtelijk . 13

!

!

Hoober, S. and Berkman, E. (n.d.). Designing mobile interfaces. p.18

(32)

12.3 Kleurstelling

Ik heb gekozen voor een combinatie van iets zachtere versies van basiskleuren. Deze zijn vooral duidelijk, herkenbaar en ze hebben bij de meeste mensen al enige (vaste) gevoelswaarde. Er is echter één kleur die ik opzettelijk heb weggelaten; namelijk rood. Rood is internationaal een kleur voor gevaar, de kleur voor stoppen . Het is een erg imposante kleur die graag de aandacht trekt. In heel Europa is dat ook de kleur voor 14

de zogenaamde rosse buurt waarin seks en pornografie verhandeld wordt. Het leek me daarom geen goed idee om dit op te nemen in het kleurenpalet. Het zou andere kleuren kunnen overheersen en een onbedoeld (sterker) negatief gevoel oproepen bij de gebruiker. Ook een belangrijk effect hiervan is dat de vormgeving niet suggestief is voor een “homo applicatie”. Gebruikers zullen zich meer op hun gemak voelen om het in de nabijheid van anderen even kort te gebruiken dan wanneer er stereotyperende kleuring gebruikt wordt.

!

12.4 Platform

De vormgeving is in dit voorstel vooral gebaseerd op iOS van Apple. Zowel iOS als Android worden beide erg veel gebruikt. Echter om een vertrouwde vormgeving te bewerkstelligen vind ik het belangrijk om de al vertrouwde elementen van het betreffende OS erin te verwerken zodat de gebruiker direct weet welke knoppen waarvoor dienen. Apple en Google hebben hier specifieke Design Guidelines voor opgesteld. 15 16

Voor dit voorbeeld heb ik gebruik gemaakt van die van Apple. De Android versie zou qua functionaliteit dus identiek zijn echter zou het visuele aangepast zijn volgens de doelstellingen van Google.


Colormatters.com, (2014)

14

Apple Inc. (2014). iOS Human Interface Guidelines: Designing for iOS 7.

15

Google (2014). Android Developers.

(33)

12.5 Kleurenpalet

Het kleurenpalet ziet er daardoor als volgt uit

(34)

!

13. Design patterns

!

Om te bepalen hoe de applicatie in elkaar gaat zitten zijn de grafische en interactieve elementen natuurlijk van groot belang. In dit hoofdstuk beschrijf ik welke keuzes ik heb gemaakt om een zo goed mogelijk product in elkaar te kunnen zetten.

!

13.1 Vormgeving

Zoals ik hiervoor ook al verklaarde heb ik gekozen voor een simplistische vormgeving. Dat is niet alleen terug te zien in de kleuren en vormen waar ik voor heb gekozen maar ook in de opbouw van de applicatie. Zo zijn er maar een paar design patterns waar ik voor heb gekozen, Map view en list view, zodat de applicatie zo overzichtelijk en simpel mogelijk blijft. Volgens Fitts’s Law and de Human Computer Interaction Guidelines17 1

van Apple heb ik daarom dan ook de belangrijke objecten extra groot en duidelijk erin verwerkt.

!

13.2 Typografie

Als font voor de app heb ik gekozen voor Helvetica Neue. Al sinds voor de digitale drukkunst, vorige eeuw, was Helvetica een van de meest, zo niet de meest, gebruikte typeface . Het is een sans-serif font welke zich 18

als heel duidelijk leesbaar heeft bewezen door de decennia heen. Helvetica Neue biedt daarbij de mogelijkheid om het zogenaamde “Light” type te voeren welke er elegant uit ziet en extra vormgeving overbodig kan maken. Door te wisselen met een extra grote kop en daaronder de begeleidende tekst in regulier formaat zorgt dat al voor een mooi en rustgevend contrast.

!

13.3 Map view

De applicatie start met een Map View , dit is een groot overzicht met een kaart van de (directe) omgeving. 19

Deze laat op visuele wijze zien wie en wat er bij je in de buurt is. Dit is namelijk een directe en visuele weergave van wat in je buurt is. Hier ga ik in het volgende hoofdstuk wat uitgebreider op in.

!

13.4 List View

Veel van de apps die in mijn concurrentieanalyse voor zijn gekomen maakten gebruik van een list view1,16, een

lijst van mogelijkheden, als navigatie, informatie en de resultaten weergeven. Ik heb ervoor gekozen om dit alleen te gebruiken als middel om keuzes voor te leggen. Een lijst van mogelijke antwoorden waar de gebruiker een keuze uit kan maken.

!

Wichary, M. (2005). An interactive presentation of Fitts’s Law.

17

Rosendorf, T. (2014). To Helvetica and Back — 77 Years.

18

Apple Inc. (2014). iOS Human Interface Guidelines: Designing for iOS 7.

(35)

13.5 Contextuele navigatie

Traditioneel gezien wordt er gebruik gemaakt van een navigatiemenu. In apps zie je dit vaak in de vorm van een navigatiebalk aan de onderkant of een menu dat geopend kan worden aan de zijkant. Dit leidt af van de onderdelen in de applicatie en kost “screen real estate” die je beter anders kan benutten. Daarom heb ik gekozen om contextuele navigatie er in te verwerken. De elementen die de applicatie vormen, vormen ook de navigatie door de applicatie heen. Dat is gebaseerd op het selecteren van de elementen en het doen van gestures zoals swipen of het fysiek kantelen van de telefoon.

!

13.6 Push Notifications

Push notificaties worden gebruikt zowel in de app als erbuiten om de gebruiker op de hoogte te stellen van het krijgen van een knuffel of wanneer iemand die ze volgen een zeer positieve ervaring heeft ingevuld met een onderwerp waar de gebruiker over het algemeen negatief over is. Het is natuurlijk goed voor te stellen dat de gebruiker dit liever niet buiten de app heeft dus deze zullen dan ook standaard uit staan. Via de instellingen van de telefoon kunnen deze notificaties aangezet worden als daar toch behoefte aan is. De meldingen zullen dan in de app worden weergegeven en in het activiteitenscherm te zien zijn.


(36)

14. Interactie en Scherm ontwerp

!

Alle keuzes zijn gemaakt, in dit hoofdstuk licht ik de resultaten van die keuzes toe met behulp van wat visuals. Ik leg uit waarom bepaalde elementen de vorm hebben gekregen die ze hebben en geef een goed idee van de hoofdfunctionaliteit van de applicatie.

!

14.1 Kern

De applicatie bevat uiteraard vele onderdelen, de belangrijkste keuzes die ik heb gemaakt met betrekking tot de kernfunctionaliteit van de app zal ik hieronder even toelichten.

!

14.2 Home Screen

De app opent met de eerder genoemde Map view om de gebruiker op visuele wijze de bevestiging te geven dat ze niet de enige zijn. Dat is al meteen een van de belangrijkste punten die daarmee aangestipt wordt. Hier zijn natuurlijk meerdere mogelijkheden voor om dat weer te geven. Zo had ik er ook een lijst van kunnen maken. Echter is de achterliggende gedachte de gebruiker in één oogopslag te laten zien dat ze niet alleen zijn. Door het gebruikmaken van een kaart ziet de gebruiker dat het zijn of haar omgeving is en weet dus meteen dat er meer in hun buurt zijn, de focus ligt op het collectief in plaats van de individu.

!

Met een lijstoverzicht zou de gebruiker per regel moeten kijken hoe ver die persoon ongeveer van hem af zit en dan in een straal van die afstand zou die persoon kunnen zijn. Dat geeft veel minder de indruk van saamhorigheid omdat dit die persoon veel minder wezenlijk maakt. Je hebt als gebruiker nog steeds geen idee waar die persoon zich ongeveer bevind en het is erg veel moeite om te bekijken hoeveel mensen het zijn die in de buurt zijn en ook meemaken wat de gebruiker meemaakt. Voor de kaart zou gebruik gemaakt kunnen worden van een Apple Maps API of Google Maps API.


(37)

In mijn voorbeeld heb ik gebruik gemaakt van Apple Maps . Daarnaast zou een lijst vele afzonderlijke 20

onderdelen vormen. Gebruikmakende van Fitts’s Law is het duidelijk dat de gebruiker met één groot 21

overzicht veel sneller tot de conclusie en het gevoel kan komen dat hij of zij niet de enige is dan het zien van allemaal kleinere losse onderdelen. Fitts’s Law vertelt namelijk dat objecten die groter zijn sneller gevonden worden dan kleinere objecten.

14.3 Ondersteuning

Ook bevindt zich er een personage dat groen gekleurd is daar waar de anderen altijd blauw zijn. Dit personage kan je selecteren voor het verkrijgen van informatie en mogelijk zelfs direct doorverwezen te worden naar waar je moet zijn. Dit zou in samenwerking met therapeuten, politie en andere overheidslichamen een belangrijk koppelstuk kunnen vormen om deze mensen die normaliter niet aan de bel trekken toch eerder te kunnen helpen voordat zelfmoord een optie wordt voor deze mensen.

!

Dit zou niet alleen op eigen initiatief hoeven te gebeuren. Er kan ook door de applicatie worden aangeboden wanneer er geconstateerd wordt dat de gebruiker aanhoudend negatieve ervaringen invult zonder tussendoor ook positieve berichten te melden.

!

!

!

14.4 Log button

Door één grote knop onderaan het scherm te plaatsen is dat de enige call to action welke direct de aandacht trekt. De gebruiker zal zonder verwarring iedere keer weer weten hoe de applicatie bediend moet worden. Door op deze knop te drukken kan de gebruiker een gebeurtenis documenteren.

!

Apple Inc. (2014) Apple Maps.

20

Wichary, M. (2005). An interactive presentation of Fitts’s Law.

(38)

14.5 Documenteren

Bij probleemanalyse is een bekend verschijnsel de 4W’s. Wie, wat, waar, wanneer en de extra vraag die ook 22

van belang is, hoe vaak. Het wanneer wordt automatisch vastgelegd door gebruik te maken van de datum van het invoeren. De frequentie door het aantal keren dat het vastgelegd is en de rest van de vragen worden voorgelegd middels een list view met een zo uitgebreid mogelijke keuze.


In de Expert Review met Mevrouw Blussé kwam naar voren dat de volgorde van de gebeurtenis, positief of negatief, invloed heeft op de gebruiker. Dit heet het primacy en recensy effect , waardoor de gebruiker de 23

eerste en laatste items van een lijst het best onthoud. Door te beginnen en eindigen met positieve gebeurtenissen zal de gebruiker dan ook minder snel geneigd zijn om een negatiever onderwerp te selecteren dan daadwerkelijk het geval is.

!

Door simpelweg een keuze te maken bij de list view met zowel iconen als tekst kan in een paar korte handelingen een gebeurtenis gedocumenteerd worden. Sommige van de iconen zijn gebaseerd op de welbekende Kijkwijzer iconen . De laatste vraag is de vraag hoe de gebruiker zich daardoor voelt. Iedereen 24

reageert namelijk anders op een zelfde soort situatie. Door hier naar te vragen kan je vaststellen vanuit de applicatie hoe groot de impact is van de gebeurtenis op de individuele gebruiker en niet alle gebruikers over één kam te scheren. Op deze manier is de applicatie ook universeel bruikbaar en toch voor niemand hetzelfde.


Carrieretijger.nl, (2014). Probleemanalyse.

22

Coleman, Andrew (2006). Dictionary of Psychology (Second Edition). p.688.

23

Kijkwijzer. (2002).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze categorieën zijn: Orders zijn incompleet, Pallet met juiste gesneden producten is soms lastig te vinden, checken producten op orderformulier kost veel tijd en zoeken naar

Wanneer hieruit blijkt dat scholieren uit de controle (en conditionele) conditie inderdaad een net zo goede planning maken in hun hoofd als scholieren uit de andere condities doen

Bij de volledige verbranding van 78,53 g methyl-tert-butylether komt 196,04 g koolstofdioxide en 96,30 g water vrij.. Bereken een mogelijke molecuulformule

Tolueen wordt onder andere als verdunningsmiddel en als grondstof in de chemie gebruikt.Het is ook een onderdeel van benzine en wordt gebruikt als oplosmiddel in

Kleur alle vierkanten rood, rechthoeken groen, driehoeken blauw en cirkels geel. Hoe vaak komen de individuele

Dit dier moet hij nu met geluiden en gebaren nabootsen, om zich daarmee diegene te kennen te geven, dat ook hij/zij dit dier getrokken heeft. Op deze manier vinden de

„Ik heb het leiders en leden al vaak horen zeggen: ‘Met de Kerk hebben we niets van doen, maar jij bent anders.’ En ook al weten ze zeer goed dat ik op een bepaalde manier deel

De werkzoekenden die op een of andere manier naar werk gezocht hebben tijdens de zes maanden voorafgaand aan het interview, beperken zich niet tot één kanaal maar hebben gemiddeld