• No results found

Het is zoeken en wroeten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het is zoeken en wroeten"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

K E R K 8

K E R K + L E V E N - 1 9 D E C E M B E R 2 0 0 7

N

ET BEGONNEN aan zijn tweede termijn als natio- nale proost, praat hij over zijn baan alsof hij nooit iets anders heeft gedaan.

En toch is Dirk Decuypere in zijn jonge jaren zelf niet bij de jeugd- beweging geweest. Het jeugdmu- ziekkorps was meer zijn ding.

Maar toen hij na zijn priesterwij- ding als leraar in Ieper terecht- kwam, vroegen de plaatselijke KSA’ers hem of hij hun proost wou worden. „Ik wil het wel proberen”, antwoordde hij. De rest is geschie- denis.

„Je kunt inderdaad van een blitzcarrière spreken,” lacht De- cuypere, „maar dan wel een die me heel veel voldoening schenkt.

Het was voor mij destijds een sprong in het duister, maar ik hou erg van het werk dat ik nu doe.”

Wat hij als zijn belangrijkste taak beschouwt? „Er zijn, in alle

betekenissen van het woord. Het begint vaak met de gebruikelijke aanwezigheid: activiteiten bijwo- nen, op kampbezoek gaan, plezier maken met de groep. Maar het gaat verder dan dat. Als jongeren voelen dat je er voor ze bent, en dat je in ze gelooft, geven ze jou op hun beurt hun vertrouwen. En als dat gebeurt, is heel veel mogelijk.”

En de nationale proost vervolgt:

„Ik weet best dat niet noodzakelijk een proost die rol op zich moet ne- men. Wat wel bijzonder is: ik word vaak uitdrukkelijk als priester be- naderd. Jongeren weten dat wat ze aan mij vertellen, bij mij blijft.

Op die manier komen de kleine en grote problemen toch naar bo- ven.”

„Ik hoor en zie veel, inderdaad.

Een duidelijke lijn valt daar echter niet echt in te ontdekken. De veel- heid aan zorgen die in de gewone samenleving opduikt, vind je ook

terug in de jeugdbeweging. Ik voel er niet veel voor om theorieën te verkondigen over de tieners van tegenwoordig en hoe anders hun situatie wel is dan die van de vori- ge generaties. Wie vandaag jong is, hoopt allereerst een zinvol en gelukkig leven te kunnen opbou- wen. Maar dat wilde ik ook toen ik zestien was.”

Vlees en bloed

Dat jongeren een priester in vertrouwen nemen, wil nog niet zeggen dat ze ook de Kerk in hun armen sluiten. Dirk Decuypere:

„Al wil ik die zogenaamde kloof toch relativeren. Kijk, als je niets afweet van een organisatie, is de afstand natuurlijk groot. Het is nu eenmaal zo dat de meeste jonge- ren zelden of nooit met de Kerk in contact komen. Maar dat is veel-

eer een niet-kennen dan een radi- cale afwijzing.”

„Ik heb het leiders en leden al vaak horen zeggen: ‘Met de Kerk hebben we niets van doen, maar jij bent anders.’ En ook al weten ze zeer goed dat ik op een bepaalde manier deel uitmaak van het insti- tuut, als proost van hun beweging ben ik ook een deel van hun leef- wereld. Dan zien ze niet meer ‘dé Kerk’, maar een mens van vlees en bloed. Het is me in elk geval nog niet overkomen dat de deur voor me dichtging, omdat ik priester ben.”

„Dat jongeren geen uitstaans meer hebben met het instituut, biedt trouwens mogelijkheden.

We krijgen opnieuw de kans om onbevangen te praten over Jezus en zijn boodschap. Er heerst wel degelijk openheid. Een jonge priester, zo vaak kom je die niet tegen, hè? Hij intrigeert en daagt

uit, alleen al door zijn aanwezig- heid. Hij roept vragen op, vragen die de jeugd zonder schroom durft te stellen.”

Wat die vragen zoal zijn? „Waar- om ik in vredesnaam priester wil- de worden. Hoe ik het ervaar om niet te mogen trouwen. En wat ik vind van de standpunten van de Kerk over voorbehoedmiddelen en homoseksualiteit. Ik ga die vra- gen geenszins uit de weg. Dat ze zo vaak gesteld worden, betekent dat ze ook echt leven. We zijn alle- maal kinderen van onze tijd, en gelukkig maar. Tegelijk maak ik echter duidelijk dat er nog iets an- ders is. En dat andere – God en de mensen graag zien – is de kern van mijn priesterschap.”

Of jongeren dat niet hopeloos melig vinden? „Wat is er melig aan graag zien tot het uiterste toe? Al begrijp ik wel wat je bedoelt: die boodschap is niet makkelijk over te brengen. En al helemaal niet in een groep, waar het toch nooit vanzelfsprekend is om de zwakste aan boord te houden. Daar komt nog bij dat jongeren doorgaans erg rechtdoorzee zijn. Rug recht, borst vooruit. Maar dat vind ik veeleer een zegen dan een last: je weet meteen waar je staat én de dingen kunnen bewegen. Je kunt voortdurend op zoek naar het nieuwe, naar het eigentijdse. Dat ik – anders dan tal van andere der- tigers – niet gesetteld ben, en niet in vastgeroeste patronen ben ver- zeild, heb ik in grote mate te dan- ken aan die zeven jaar jeugdbe- weging.”

Intens

Dat Dirk Decuypere nog kansen ziet voor de K, is met andere woor- den duidelijk. Maar moet dat ook blijken uit de naam van een ver- eniging? „Dat moet elke jeugdbe- weging voor zichzelf uitmaken. Ik weet in elk geval dat KSJ-KSA- VKSJ die discussie een paar jaar geleden heel intens heeft gevoerd.

Het besluit was dat de K bleef en dat we er – ondanks zoveel – op een bewuste manier wilden blij- ven mee omgaan. Ik ben eigenlijk heel blij met die keuze. Het is niet de makkelijkste weg, maar veruit de boeiendste.”

„In de praktijk is onze beweging vandaag pluralistisch, maar dat vind ik veeleer een verrijking. In de vormingssessies die onze lei- ders volgen, wordt steevast over geloof gepraat. Iedereen die bij ons verantwoordelijkheid draagt, heeft dus minstens even moeten nadenken over de rol die de K in zijn leven speelt. Het besluit van die denkoefening kan best zijn dat je geloven maar niets vindt, maar je hebt de oefening tenminste ge- maakt”.

En Dirk Decuypere besluit: „We zeggen overigens niet dat alles staat of valt met levensbeschou- wing. Het is één van onze pijlers, zoals ook spel dat is. En aan elke pijler willen we aandacht blijven besteden. In een discussie met het Interdiocesaan Pastoraal Beraad, het lekenorgaan van de Vlaamse Kerk, hebben we ooit gezegd dat we een tentje zijn binnen het veel- zijdige gebeuren dat Kerk heet.

Het is soms zoeken en wroeten, maar laat dat tentje maar staan waar het staat.”

‘Een jonge priester, zo vaak kom je die niet tegen, hè? Hij intrigeert en daagt uit, alleen al door zijn aanwezigheid.’ © Luc Gordts

Jeugdbewegingen vinden nieuwe identiteit

M i c h e l Ve r m e e r s c h

Het is zoeken en wroeten

De ene laat de K vallen, de andere geeft er een nieuwe invulling aan. Vlaamse jeugdbewegingen zijn niet meer de katholieke monolieten die ze ooit waren. Maar waar willen ze dan heen? Beschouwen ze hun verleden als een lust of een last?

Dirk Decuypere van KSJ-KSA-VKSJ geeft een genuanceerd antwoord. „Laat het tentje

maar staan waar het staat.”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een heleboel kinderen, ouders en grootouders trotseer- den regen en wind om met el- kaar te spelen, na te den- ken en vooral samen te ontdekken dat ieder- een zo mooi

Misschien bent u er al een beetje aan gewend, maar ik vind het toch wel vreemd nu we elkaar niet even in de ogen kunnen zien, elkaar geen hand kunnen geven.. Maar het is

 Het kind krijgt geen tijd om naar het toilet te gaan door te korte pauzes op school of het niet mogen plassen tijdens de lessen?. Als je je kind leert om snel te plassen, leer

De Dalit-vrouwen zijn traditioneel landarbeidsters en zijn niet voor andere beroepen opgeleid. De overgeërf- de landbouwkennis en de daaraan gelieerde werk- zaamheden

Om af te sluiten kan je op de laatste schooldag weer samen het versje zeggen en iedere klas doet zijn eigen gebaren.. De tekst verbindt je als school, de gebaren verbinden jullie

Ik werd heel lang herkend door mama, maar niet altijd meer als haar dochter, wel als de vertrouwde ‘Manon’... Getuigenis bibliotheek

Een raar deel van haar wilde dat hij tegengas gaf, haar er niet zo makkelijk vanaf liet komen, dat hij zich niet zoals alle andere mensen liet afschrikken door haar bitchy houding

Als een pup vóór deze tijd (op leeftijd van 8-12 weken) al naar zijn nieuwe huis gaat, heeft hij deze bijtinhibitie nog niet geleerd en gaat hij los op de mensen en kinderen waar