• No results found

Kramer, Een lekenboek in beeld (2013)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kramer, Een lekenboek in beeld (2013)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bernadette Kramer. Een lekenboek in beeld. De Spegel der minschliken zalicheid. Hilver-sum: Verloren, 2013. 279 pp. + cd-rom. isbn: 9789087043469. € 29,–.

Bernadette Kramer deed onderzoek naar het vroeg vijftiende-eeuwse Brugse handschrift van De Spegel der minschliken zalicheid, thans in de Koninklijke Bibliotheek Kopenhagen onder signatuur GkS 79. Dit handschrift is een rijk geïllustreerde Middelnederduitse bewerking (met wat Latijnse tekstdelen) van het dertiende-eeuwse Speculum humanae salvationis, een stan-daardwerk waarin de Bijbel typologisch wordt ‘verklaard’. Elk hoofdstuk bevat vier illustraties: een oudtestamentisch beeld en drie nieuwtesta-mentische beelden.

Centraal in Kramers studie staat de vraag naar de gebruiksfunctie van het handschrift. De brontekst, het Speculum, werd door clerici ge-raadpleegd – met name door lagere geestelijken. Zij gebruikten de tekst ter voorbereiding voor de preek, of om leken catechese te geven over de zonden- en deugdenleer. Maar is dat ook zo bij de Middelnederduitse bewerking? Nee, zo stelt Kramer. De Kopenhaagse Spegel was niet voor lagere geestelijken bedoeld ter voorbereiding van preken, maar voor ontwikkelde en niet on-bemiddelde leken. Ze gebruikten het handschrift voor gebed, meditatie en studie zonder tussen-komst van clerici.

Ze komt tot die conclusie aan de hand van een iconografische analyse van het ‘beeld- of il-lustratieprogramma’ in het handschrift in ver-gelijking met de brontekst. Kramer analyseert niet alleen het beeld, maar de relatie van de af-beeldingen tot de tekst. Om nog preciezer te zijn: ze kijkt naar de wijze waarop de woord-beeldrelatie in het handschrift invloed heeft op het publiek. De combinatie van tekst en beeld in het handschrift zorgt voor een ‘performa-tieve leeservaring’ bij de gebruiker: ‘Daarbij is gekozen voor een onderzoeksmethode die niet alleen de lees- en kijkervaring van het concrete handschrift aan de lezer centraal stelt. Het le-zen van een handschrift wordt ook beschouwd als een performatieve handeling. Dit doet recht aan het interactieve, dynamische karakter van de relatie die object en publiek met elkaar aangaan’ (p. 253). Kramer bedoelt dus dat de relatie tussen het handschrift en het publiek niet statisch is en heeft daarmee rekening gehouden in de analyse. Ze stelt in navolging van James Marrow dat het handschrift zelf inzicht geeft in de wijze waarop het werk beleefd wordt door het publiek.

In-zicht krijg je door te kijken naar iconografische en tekstuele/stilistische innovaties in het hand-schrift in vergelijking met oudere handhand-schriften van de brontekst. De redenering daarachter is dat vernieuwingen bedoeld zijn om de receptie te sturen, om het publiek een andere beleving te bieden.

Inzicht in de ‘daadwerkelijke’ beleving van het publiek op de tekst-beeld-innovaties blijft verborgen en laat zich ook in deze studie niet aantonen. Maar wat Kramer wel ontdekt is intri-gerend. De tekst zelf is nauwelijks veranderd ten opzichte van de Latijnse bron, maar het beeld-programma des te meer. De illustrator van de Spegel zocht opvallend genoeg geen aansluiting bij de traditionele beeldtraditie van het Specu -lum, terwijl dat bij andere Middelnederlandse/ volkstalige bewerkingen van de tekst wel het geval is. Er zijn elementen toegevoegd die doen denken aan het moderne stripverhaal: tekstbal-lonnen (banderollen), afbeeldingen van opeen-volgende momenten in het verhaal en ‘dynami-sche houdingen’, zoals een opgeheven zwaard. Net als bij een stripverhaal werden de scènes zo heel aantrekkelijk gemaakt: de gebruiker werd in het verhaal ‘gezogen’ en diens inlevingsver-mogen werd gestimuleerd. Opvallend is ook dat Jezus is afgebeeld als mens van vlees en bloed die zichtbaar lijdt onder de geselingen tijdens zijn laatste uren op aarde. Dat is anders dan in de brontekst, waarin Jezus als onaantastbaar is voorgesteld.

Op basis hiervan constateert ze dat het hand-schrift een performatieve leeswijze aanmoe-digt. Dit soort iconografische afwijkingen zou-den welbewust en systematisch tot stand zijn gekomen en duiden op een ander gebruiksdoel dan dat van de brontekst, aldus Kramer. Het handschrift was niet louter gericht op kennis-overdracht door geestelijken, was geen inspira-tiebron voor preken of lesmateriaal voor cate-chese, maar bedoeld om zelf te ervaren, mee te leven, dichter bij God te komen. De gebruiker was niet alleen toeschouwer, maar ook deelne-mer en moest een actieve houding aannemen, waardoor hij/zij een transformatie onderging, een dialoog met de heiligen en God/Jezus zelf aanging. Het handschrift wilde oproepen tot devotie, tot emotie. Centraal komt de vraag te staan wat de relevantie van de heilsgeschiedenis was voor de lezer, wat die betekende voor zijn of haar leven. Kramer ziet de aanpassingen in illus-traties ten behoeve van de persoonlijke devotie van leken zelfs als ‘de wortels’ van de latere po-pulariteit van de Middelnederlandse prozadruk

&

(2)

Spieghel onser behoudenisse. Naast verschillen, wijst Kramer verder ook interessante overeen-komsten aan tussen Spegel en de bron, het Spe-culum. Mnemotechnische functies van bepaalde typografische elementen uit Speculum werden behouden en zelfs uitgebreid. Geheugenkunst bleef dus belangrijk (vaak gekoppeld aan de geestelijken die preken dienden te memoriseer-den) voor het publiek van de Spegel.

Zoals Kramer laat zien is de tekst van het handschrift in vergelijking met de brontekst vrij-wel ongewijzigd gebleven. Deze wijkt dus sterk af van de illustraties. Gaat de aandacht bijvoor-beeld in het bijvoor-beeld uit naar een lijdende Jezus, in de tekst ligt het accent op de vermeende schuld van de Joden aan het lijden van Jezus. Hoe gin-gen lezers om met die combinatie tussen de vrij-wel ongewijzigde dertiende-eeuwse tekst en het gemoderniseerde vijftiende-eeuwse beeld in Spegel? Sloegen ze bepaalde teksten over en werd het handschrift vooral vanwege het beeld-programma gebruikt? Beide opties houdt Kra-mer open: ‘Ofwel domineerden de illustraties de meditatieve receptiewijze en veronachtzaam-den de lezers de tekstgedeelten die deze tegen-spraken of verzwakten, ofwel verwerkten zij de uiteenlopende intenties van tekst en beeld on-afhankelijk of in aansluiting op elkaar’ (p. 240). Verder gaat ze er helaas niet op in. Werd de lo-pende tekst überhaupt nog wel gelezen, vraag ik me als (medio)neerlandicus af? Uitgevers gaan er vandaag de dag in ieder geval vanuit dat illus-traties en bijschriften veel vaker worden

beke-ken of gelezen dan de lopende tekst. Bijschriften hebben daarom vaak een groter lettertype. Kort-om, misschien werd de tekst in Spegel nauwe-lijks meer gelezen en is dat een ‘verklaring’ voor het feit dat de tekst in dit handschrift niet veran-derde ten opzichte van zijn brontekst, maar de illustraties wel.

Ik heb lang nagedacht over de vraag of Kra-mers conclusie dat het handschrift een perfor-matieve leeswijze stimuleert overtuigend genoeg is. Wat me bijvoorbeeld blijft fascineren in dit verband is dat stripverhaal-karakter van de Spe -gel. Sorteert dit werkelijk een activerend effect dat ‘empathie, affectie en compassie’ oproept bij de gebruiker, zoals Kramer in haar slotconclusie stelt? Ik herinner me dat iemand uit een lezers-brief in de Volkskrant striptekeningen afkeurde, omdat ze de lezer lui zouden maken. Die opvat-ting betekent in tegenstelling tot de aanname van Kramer dat dergelijke illustraties de lezer of ge-bruiker juist minder actief maken. Dus leiden die illustraties wel tot een performatieve leeswijze? Die conclusie lijkt gebaseerd te zijn op een aan-name die niet ‘bewezen’ wordt en zelfs niet ge-problematiseerd. Dát we bij vijftiende-eeuwse handschriften veel meer rekening moeten hou-den met een ‘visualiserende, performatieve’ om-gang met de tekst en met een lezer die ‘visually literate’ was, bewijst deze studie absoluut. Een lekenboek in beeld is een prikkelende en grondi-ge studie naar een fascinerend handschrift.

Martine Veldhuizen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer we kijken naar de invloed van laaggeletterdheid van ouders op de taalprestaties van hun kinderen in groep 2, komt naar voren dat kinderen die opgroeien in gezinnen

Toen we met de Utrecht Young Academy een aanvraag deden bij het Public Engagement Seed Fund, was hun advies om niet weer een project te gaan doen met vwo-leerlingen, maar eens

Dat naasten, die soms wei en soms niet manteizorger zijn, de iast dragen van onzekerheid, van vragen die je eigeniijk niet durft te steiien of soms zeifs van schuidgevoei omdat

Centrale thema’s van de Toekomstvisie zijn voor het NHG richtinggevend bij de ondersteuning van de beroepsgroep, zoals het bevorderen van een actieve rol van de patiënt, de zorg

De uitvoering van de KRW-maatregelen is na de krachtige start in 2010 voortgezet, waarbij veel maatregelen in uitvoering zijn genomen maar nog niet gereed zijn.. Ook in 2011 heeft

Kuppen zegt vaak gebeld te worden door beheerders die bang zijn voor de vitaliteit van hun eiken, of door beheerders die denken dat er sprake is van kaalvraat

Zo draagt de geestelijk verzorger, terwijl zijn medische en verpleegkundige collega’s zich bekommeren om het leven van de patiënt, al in de eerste acute fase op veelsoortige

Wanneer er inhoudelijk naar de tekst wordt gekeken, valt op dat wat betreft Action Type, Action Status en Action Aspect alleen de subcategorie Obligatory is gedaald in 2016, zie