• No results found

NHG-Jaarverslag 2013 Patiënt in beeld

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NHG-Jaarverslag 2013 Patiënt in beeld"

Copied!
63
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

NHG-Jaarverslag 2013

Patiënt in beeld

(2)

2

Inhoud

1. Inleiding ... 3

2. Speerpunten 2013 ... 4

2.1. Arts-patiëntrelatie ... 4

2.2. Samenwerking in het licht van continuïteit ... 5

2.3. Oncologie ... 6

2.4. Innovatie huisartsenzorg ... 7

3. Richtlijnontwikkeling en samenwerking rond richtlijnen ... 8

3.1. Richtlijnontwikkeling ... 8

3.2. Samenwerking rond richtlijnen ... 9

4. Wetenschapsbeleid ... 10

5. Implementatie ... 11

5.1. Chronische en complexe zorg ... 11

5.2. Deskundigheidsbevordering ... 11

5.3. Preventie en publieks- en patiëntenvoorlichting ... 12

5.4. Praktijkautomatisering ... 13

5.5. Ontwikkeling Kwaliteitsinstrumenten en Evaluatie ... 14

6. NHG-Projecten ... 16

6.1. Individueel Zorgplan ... 16

6.2. DementieEnDan ... 16

7. Samenwerking en overleg ... 17

7.1. Platform gedeelde besluitvorming ... 17

7.2. POH-GGZ ... 17

7.3. Concilium voor de Huisartsopleiding ... 17

7.4. Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde ... 17

7.5. NHG-erkende expertgroepen... 17

7.6. Samenwerking rondom de POH-opleiding ... 18

7.8. IVM ... 18

8. Communicatie en PR ... 19

9. Huisarts en Wetenschap en Tijdschrift voor praktijkondersteuning ... 20

9.1. Huisarts en Wetenschap (H&W) ... 20

9.2. Tijdschrift voor praktijkondersteuning ... 20

10. Bedrijfsondersteunende afdelingen ... 21

10.1. Algemene en interne Zaken (AIZ) ... 21

10.1.1. Evenementen en prijzen ... 22

10.2. Personeel, Opleiding & Organisatie (PO&O) ... 24

10.3. Financiele zaken/Planning, Advies & Controle (FZ/PAC) ... 25

Bijlage A Overzicht en activiteiten en producten ... 26

Bijlage B: Gouvernance ... 37

Bijlage C: Externe vertegenwoordiging (voordrachten en interviews) ... 44

Bijlage C: Externe Vertegenwoordiging (werk-/project-/stuur-/taakgroepen) ... 49

Bijlage C: Publicaties Nationaal ... 55

Bijlage C: Publicaties Internationaal ... 58

Bijlage C: Overige producten NHG ... 59

Bijlage D: Lijst van gebruikte afkortingen ... 60

(3)

3 1. Inleiding

De afgelopen jaren richt het kabinetsbeleid zich op het beteugelen van de steeds verder oplopende zorguitgaven. Hierbij wordt ingezet op een grotere rol van de eerste lijn. In 2013 werden de

consequenties hiervan voor de huisarts duidelijk zichtbaar. Zo is besloten de ggz te reorganiseren via een uitbreiding van taken voor de huisartsenzorg. Daarnaast werd gewerkt aan de decentralisatie door overheveling van verantwoordelijkheden naar gemeenten op het gebied van zorg voor jeugd, welzijn en arbeid. Samenhangende zorg dicht in de buurt van de burger met de nadruk op zelfredzaamheid en participatie is het politieke motto. De huisarts heeft hierbij als vast aanspreekpunt voor de patiënt en spil in de zorg een centrale rol, waarbij afstemming en samenwerking steeds belangrijker zijn. Reden voor het NHG om aan dit aspect extra aandacht te besteden in de ondersteuning van de beroepsgroep, bijvoorbeeld met ondersteunende ICT voor ketenzorg, de ontwikkeling van een format voor het

werken met een Individueel Zorgplan en deskundigheidsbevordering op het gebied van samenwerking.

Om in te kunnen spelen op alle ontwikkelingen is investering in de organisatie van de huisartsenzorg noodzakelijk. De nieuwe organisatie InEen voor de georganiseerde eerste lijn werd dan ook aan de structurele samenwerkingspartners van het NHG toegevoegd.

Speciale aandacht heeft het NHG ook voor de samenwerking met de patiënt. De publiekswebsite Thuisarts.nl ondersteunt de relatie tussen huisarts en patiënt en is steeds meer geïntegreerd in de patiëntencontacten en praktijkvoering van de huisartsen(praktijken). Met trots ontving het NHG hiervoor de Innovatieprijs van Zorgverzekeraars Nederland. Op het NHG-Congres werd in de Thuisarts-app gepresenteerd met een persoonsgerichte functionaliteit.

Binnen de richtlijnontwikkeling zijn zowel het patiëntenperspectief als samenwerking vaste aandachtspunten. Hiertoe wordt samengewerkt met patiënten(organisaties) en diverse medische en paramedische beroepsorganisaties.

2013 was een jaar van personele veranderingen binnen het management van het NHG. Het was mijn eerste jaar als bestuursvoorzitter en Ivo Smeele en Marc Eyck traden aan als hoofden van de afdeling Implementatie, respectievelijk de afdeling Beleid, Communicatie en Marketing.

Het nieuwe samengestelde managementteam hield de interne organisatie en werkwijze tegen het licht.

Via een ledenraadpleging is onderzoek gedaan naar het oordeel van de leden over hun

wetenschappelijke vereniging. Zo’n 70% van de respondenten beoordeelde het NHG met een 8 of hoger voor de ondersteuning van het huisartsenteam in het dagelijks werk; ongeveer 90% gaf een 7 of hoger. Maar dat betekent niet dat we achterover kunnen leunen. Stilstand is immers achteruitgang en er valt voldoende te verbeteren!

De koers voor de activiteiten in de komende vijf jaar is op basis van de in 2012 vastgestelde Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 vastgelegd in het Meerjarenbeleidplan ‘Samen de zorg beter maken’, na consultatie van onder meer de Verenigingsraad, kaderhuisartsen, het Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde en de LHV.

Een greep uit de vele activiteiten die we in 2013 ondernamen, waarmee ik hoop dat we de kernwaarden van het NHG – Deskundig, Kritisch, Betrokken en Betrouwbaar – waarmaken.

Rob Dijkstra,

Bestuursvoorzitter NHG

(4)

4 2. Speerpunten 2013

2.1. Arts-patiëntrelatie

Huisartsenzorg is generalistische, persoonsgerichte en continue zorg. De kracht en toegevoegde waarde van de huisartsgeneeskunde liggen in de langdurige arts-patiëntrelatie, de generalistische deskundigheid van de huisarts en de opgebouwde vertrouwensrelatie. Het is de ambitie van de beroepsgroep om de komende jaren de kernwaarden van de huisartsgeneeskunde op eigentijdse wijze te waarborgen. De Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 heeft daarom als motto ‘Modernisering naar menselijke maat’. In het speerpunt arts-patiëntrelatie richt het NHG zich op het ondersteunen van de beroepsgroep met verschillende projecten.

Thuisarts.nl

Thuisarts.nl is een digitaal platform voor betrouwbare publieksinformatie over gezondheid en ziekte.

Thuisarts.nl is een groot succes, hetgeen blijkt uit de enorme aantallen bezoekers (bijna 12 miljoen in 2013), maar ook uit de waardering van de achterban. Steeds meer vervult Thuisarts.nl de beoogde ondersteunende rol voorafgaand, tijdens en na afloop van het consult, doordat de huisarts dit medium integreert in de patiëntencontacten en praktijkvoering. In november ontving het NHG voor

Thuisarts.nl de tweejaarlijkse innovatieprijs, de zogenoemde Niek de Jongprijs, van Zorgverzekeraars Nederland.

Ook andere partijen in de zorg onderkennen het belang van de toegankelijke en gebruiksvriendelijke website voor patiëntenvoorlichting. Bij het vervallen van de keuzehulpen op de vernieuwde versie van kiesbeter.nl zijn op voorstel van het Platform Gedeelde Besluitvorming afspraken gemaakt over het overnemen van de keuzehulpen op Thuisarts.nl. Thuisarts.nl speelt ook een ondersteunende rol bij het multidisciplinaire project DementieEnDan (zie voor meer informatie hoofdstuk 6: Projecten).

Er wordt voortdurend gewerkt aan het verder optimaliseren en uitbreiden van Thuisarts.nl. Zo zijn er 20 filmpjes opgenomen over veelvoorkomende aandoeningen. Daarnaast is een voorleesfunctie toegevoegd bij alle onderwerpen. Met deze uitbreidingen is Thuisarts.nl toegankelijker voor laaggeletterden. Verder is een hoofdpijncheck ontwikkeld, aansluitend bij de NHG-Standaard Hoofdpijn, die kan worden gebruikt als zelftriage.

De service voor patiënten is eind 2013 uitgebreid met een Thuisarts.nl-app. Deze app biedt

ondersteuning op maat voorafgaand, tijdens en na het consult met een persoonsgerichte functionaliteit.

Deze app is heel goed ontvangen en stond na lancering een paar maanden in de medische top-10 van de App-store.

Vanwege het grote bereik en de vele toepassingsmogelijkheden willen externe partijen graag met Thuisarts.nl samenwerken. Het is niet alleen een betrouwbare bron van medische informatie, maar ook een manier om de patiënt te betrekken bij de professionele keuzes en afwegingen van de arts, als hulp bij zelfmanagement en bij de verschuiving van de zorg van de eerste naar de nulde lijn.

Thuisarts.nl is met eigen middelen ontwikkeld. Ook het onderhoud en de verdere ontwikkeling worden gefinancierd uit de verenigingskas. Het NHG hecht sterk aan onafhankelijkheid en betrouwbaarheid.

Samenwerking met externe partijen is wenselijk, maar gebeurt daarom op strikte voorwaarden. Dit maakt een bedrijfsmatig positieve businesscase tot een grote uitdaging.

Naar een generiek Individueel Zorgplan

Het Individueel Zorgplan (IZP) is het gereedschap voor de vormgeving van de betrokkenheid en actieve inbreng van de patiënt bij zijn zorgproces. (Zie voor meer informatie hoofdstuk 6: Projecten.)

(5)

5 Patiëntenperspectief in richtlijnen

Patiënten(organisaties) worden op meerdere manieren structureel betrokken bij de ontwikkeling en herziening van de NHG-Standaarden. Voor aanvang wordt de betreffende patiëntenorganisatie (of de NPCF als koepel) benaderd met de vraag of er knelpunten worden ervaren in de zorg van de huisarts en welke vorm van betrokkenheid wenselijk is. Ook is er een pilot gestart waarin patiënten via Thuisarts.nl betrokken worden bij richtlijnontwikkeling door te vragen naar knelpunten in de zorg.

Deze methode kan bij uitstek toegepast worden wanneer de patiëntenpopulatie van de standaard niet vertegenwoordigd is in een vereniging. In dergelijke gevallen wordt ook geëxperimenteerd met het houden van patiëntenfocusgroepen. Ook is een samenwerking gestart met de onafhankelijke

netwerkorganisatie voor patiënten en gehandicaptenorganisaties (PGO-support), die het NHG toegang biedt tot een netwerk van 200 patiëntenverenigingen. (Zie voor meer informatie hoofdstuk 3:

Richtlijnontwikkeling en samenwerking rond richtlijnen.) Deskundigheidsbevordering

De arts-patiëntrelatie is een vast aandachtspunt bij deskundigheidsbevordering. Zowel in de individuele nascholing (PIN’s) als in alle cursussen Standaarden in de Praktijk (zogenoemde STiP- cursussen) en Asklepion-Leergangen wordt behalve aan vakinhoudelijke kennis ook aandacht besteed aan de andere taakgebieden van het competentieprofiel, zoals arts-patiëntrelatie, samenwerking en praktijkorganisatie. Ook zijn er specifieke cursussen, zoals Motiverende gespreksvoering, SOLK, Starten met stoppen (met roken) en Triage.

De PraktijkWijzer Palliatieve zorg is, in afwijking van de planning, niet ontwikkeld in 2013. In plaats daarvan wordt in 2014 een Handboek palliatieve zorg ontwikkeld. Dat biedt handvatten voor de organisatie van deze zorg.

Zie bijlage A voor een schematisch overzicht van activiteiten

2.2. Samenwerking in het licht van continuïteit

Continuïteit van zorg behoort tot de kernwaarden van de huisartsgeneeskunde. Het gaat hierbij niet alleen om continuïteit van zorg de klok rond, zeven dagen per week, maar ook om continuïteit in de loop van de tijd. Uitgangspunt van de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 is dat de patiënt zoveel mogelijk samenhangende en afgestemde zorg krijgt in zijn eigen woonomgeving door de juiste zorgverlener. Het is de ambitie van de beroepsgroep om te zorgen voor coördinatie van de zorg van de eigen patiënten en de gids- en coördinatiefunctie te versterken voor patiënten die daaraan behoefte hebben, zoals kwetsbare ouderen en patiënten met comorbiditeit.

Spoedzorg

De huisartsgeneeskundige spoedzorg heeft zich de afgelopen tien jaar in snel tempo ontwikkeld. . Om die reden is het Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute (keten)zorg uit 2005

geactualiseerd. In het nieuwe Standpunt blijft de huisarts 7 x 24 uur verantwoordelijk voor

toegankelijke en bereikbare generalistische spoedzorg. De patiëntenvraag is het uitgangspunt voor de spoedzorg. Aan de hand van de zorgvraag en het toestandsbeeld van de patiënt beoordeelt de huisarts de mate van urgentie en de daarbij passende actie.

Het Standpunt Huisarts en Spoedzorg is over het voetlicht gebracht tijdens het NHG-Congres 2013 Help, een spoedgeval! Huisarts en acute zorg. Hier waren 2500 deelnemers.

In samenwerking met DOKh heeft het NHG het spoedboekje uitgebracht. Het helpt de huisarts bij een snelle inschatting van levensbedreigende problematiek en mogelijke interventies.

Scholing op het gebied van samenwerking

Het goed functioneren van de huisartsenpraktijk is mede afhankelijk van de samenwerking binnen het team van huisarts, praktijkondersteuner/-verpleegkundige en -assistente. In 2013 is een

nascholingscursus Teamcoaching aangeboden aan supervisoren/coaches om zich toe te leggen op het

(6)

6 coachen van een eerstelijnsteam of huisartsenteam. De 25 NHG-erkende teamcoaches hebben na het met goed gevolg beëindigen van de cursus, de speciale registratie Teamcoach ontvangen.

Aan EKC’s is in de regio’s nascholing aangeboden op het gebied van samenwerking tussen eerste en tweede lijn, verwijsbeleid en continuïteit van zorg.

Goede samenwerking is een succesfactor in multidisciplinaire zorg. In de Asklepion-leergangen Ouderengeneeskunde en Palliatieve zorg zijn dan ook enkele modules gewijd aan samenwerking met andere partners op het gebied van ouderenzorg en palliatieve zorg. Waar dit relevant is wordt ook in de individuele nascholing systematisch aandacht besteed aan de competentie Samenwerking.

Samenwerking in het kader van de ketenzorg

Met het oog op transparantie heeft het NHG meegewerkt aan het ontwikkelen van instrumenten voor betrouwbare en vergelijkbare data. Voor verbetering van het registreren van zorgprestaties is de uniformering van het proces van dataregistratie, -verzameling en -analyse nodig. Het platform van Regionale Datacentra heeft voor de benchmark de Stuurgroep Datamanagement ondersteund. In de Stuurgroep Datamanagement van de LOK zitten gerenommeerde zorgverleners, deskundigen en bestuurders. Daarbij leverden de voorzitters van de CAHAG en DIHAG en een senior-onderzoeker van het LUMC een bijdrage. Een resultaat van de stuurgroep is het rapport Transparante ketenzorg diabetes mellitus, COPD en CVRM.

Ook neemt het NHG deel aan het expertpanel VZVZ in het programma Gegevensuitwisseling ketenzorg. Bovendien levert het NHG een bijdrage aan het platform van zorgstandaardenorganisaties voor indicatoren in de ketenzorg. Zie ook bijlage C: Externe vertegenwoordiging (werk-/project- /stuur-/taakgroepen).

Zie bijlage A voor een schematisch overzicht van activiteiten

2.3. Oncologie

Een op de drie Nederlanders krijgt kanker. De huisarts heeft te maken met patiënten in alle fasen van het ziekteproces. Hierbij is samenwerking met andere partijen in de zorg belangrijk. Binnen de ziekenhuizen zijn nieuwe kwaliteitsnormen van kracht en vindt taakdifferentiatie en specialisatie plaats. De Gezondheidsraad en KWF en NFK pleiten voor een versterking van de rol van de huisarts in de oncologische nazorg. Deze ontwikkelingen waren de aanleiding voor het ontwikkelen van een Standpunt Oncologie in de huisartsenzorg. Als onderdeel van de voorbereidingen is tijdens een symposium ingegaan op de rol van de huisarts in de oncologische nazorg aan de hand van good practices.

Tegelijkertijd is meegewerkt aan een Zorgstandaard Kanker waarmee wordt beoogd de afstemming, samenhang en patiënteninbreng in de oncologische zorg te bevorderen. Het concept-Standpunt is in 2013 de interne commentaarronde ingegaan; de externe commentaarronde start begin 2014.

Bevolkingsonderzoek

De huisartsenzorg werkt mee aan de vroege opsporing van kanker via verschillende

bevolkingsonderzoeken. Het NHG is voor het RIVM de vaste samenwerkingspartner om de beroepsgroep hierbij te ondersteunen met diverse implementatiematerialen voor huisartsen en patiënten.

De introductie van het bevolkingsonderzoek darmkanker is gepaard gegaan met een discussie over wenselijkheid en effectiviteit. Het NHG bracht in november een Standpunt uit, met het advies aan de beroepsgroep om mee te werken aan de uitvoering van het advies van de Gezondheidsraad om het bevolkingsonderzoek uit te voeren.

Ter ondersteuning van de voorbereiding is een breed implementatiepakket gemaakt voor de huisartsenpraktijk in opdracht van het RIVM. Dit bestaat uit het Programma voor Individuele Nascholing Bevolkingsonderzoek Darmkanker (e-learning) voor de huisarts en de NHG- PraktijkHandleiding Bevolkingsonderzoek Darmkanker voor de praktijkassistente en huisarts.

Daarnaast is patiëntenvoorlichting opgenomen op Thuisarts.nl.

In samenwerking met de 23 screeningsorganisaties zijn informatiebijeenkomsten in het gehele land georganiseerd voor huisartsen en praktijkassistentes. Naast medisch-inhoudelijke informatie is in deze

(7)

7 bijeenkomsten aandacht gegeven aan de communicatie over dit nieuwe bevolkingsonderzoek. In totaal namen ca. 2500 huisartsen en praktijkassistentes aan deze bijeenkomsten deel.

Keuzehulp Testen op prostaatkanker

Een activiteit die niet in het werkplan 2013 was voorzien betreft de herziening van de keuzehulp Testen op prostaatkanker in opdracht van ZonMw en in samenwerking met de NPCF, het CBO en het Radboud UMC. Het doel van de keuzehulp is om huisarts en patiënt ondersteuning te bieden bij de afweging om wel of niet over te gaan tot prostaatkankerscreening (PSA-test).

PraktijkHandleiding Cervixscreening

Voor de cervixscreening in de huisartsenpraktijk is in samenwerking met het RIVM een PraktijkHandleiding gemaakt die in december onder alle huisartsenpraktijken verspreid is.

PreventieConsult kanker in de ijskast

Het NHG streeft naar de uitbreiding van het PreventieConsult met een module voor preventie van kanker. Hiervoor is samenwerking gezocht met het KWF. Helaas blijkt er door koerswijzigingen in het KWF-beleid geen plaats voor financiering van het PreventieConsult kanker.

Nascholing oncologie

Er is een nascholingscursus over erfelijke kanker en borstkanker, maar hiervoor was in 2013 weinig belangstelling. Reden kan zijn dat op dit gebied veel (vaak kosteloos) concurrerend aanbod bestaat vanuit de tweede lijn. Ditzelfde geldt voor de StiP-cursus Borstkanker en melanoom.

Het onderwerp oncologie kwam ook aan de orde tijdens het NHG-Voorjaarscongres over palliatieve zorg.

Voor overige deskundigheidsbevordering zie ook 5.1.

Website Huisarts en genetica

Samen met het Erfocentrum beheert het NHG de website Huisarts en genetica, waar informatie is te vinden over onder meer erfelijkheid en kanker. De website is in 2013 circa 35.000 maal geraadpleegd.

2.4. Innovatie huisartsenzorg

In 2012 is de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 vastgesteld na een uitgebreid voorbereidingstraject van LHV en NHG in samenwerking met het Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde (IOH). Deze koersbepaling lag aan de basis van de ontwikkeling van het NHG-Meerjarenplan 2013-2017 Samen de zorg beter maken. Centrale thema’s van de Toekomstvisie zijn voor het NHG richtinggevend bij de ondersteuning van de beroepsgroep, zoals het bevorderen van een actieve rol van de patiënt, de zorg voor patiënten met comorbiditeit en samenwerking met andere partners in de zorg en de gemeenten.

Deze thema’s komen in het Meerjarenbeleidplan terug en worden in de Jaarplannen verder uitgewerkt.

Het Meerjarenbeleidplan is gemaakt met input van de Verenigingsraad en expertgroepen en afgestemd met het IOH en de LHV. Het Meerjarenplan Samen de zorg beter maken is door de ALV bekrachtigd op 6 juni.

(8)

8 3. Richtlijnontwikkeling en samenwerking rond richtlijnen

3.1. Richtlijnontwikkeling

In 2013 verschenen negen NHG-Standaarden, waarvan acht herzieningen. Eén onderwerp is nieuw:

Somatisch onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK). Atriumfibirilleren is de eerste standaard die als een partiële herziening is verschenen. Om de standaarden internationaal te ontsluiten zijn dit jaar 19 al eerder verschenen standaarden vertaald in het Engels. In 2013 is besloten om bij alle standaarden kwaliteitsindicatoren te gaan ontwikkelen om het gebruik van standaarden te meten en te evalueren. In het kader van het speerpunt Arts-patientrelatie werd een aantal pilots uitgevoerd om het

patientenperspectief in richtlijnen verder te ontwikkelen (zie 2 Speerpunt arts-patientrelatie).

Nieuwe aanpak

In 2013 is gestart met het herzien van de procedures van standaardontwikkeling teneinde te voldoen aan nationale en internationale kwaliteitscriteria om de richtlijnen toekomstbestendig te maken.

Zo voldoen de NHG-Standaarden aan de Richtlijn voor Richtlijnen van het Kwaliteitsinstituut en wordt gewerkt conform de criteria van het internationale AGREE instrument (AGREE II). Het reglement van de Autorisatiecommissie (AC), en daarmee de criteria voor autorisatie, is in 2013 hierop aangepast. In de nieuwe werkwijze beperkt de AC zich niet meer tot de monodisciplinaire NHG-Standaarden; ook de multidisciplinaire richtlijnen waar het NHG de trekker van is worden ter autorisatie voorgelegd.

Een en ander brengt meer werk voor de AC met zich mee. Er wordt om die reden actief

gebruikgemaakt van plaatsvervangers om de bespreking en autorisatie van de richtlijnen conform het strakke tijdschema te kunnen realiseren. De actieve en betrokken AC-leden zijn voor het NHG van grote waarde.

Methoden voor het samenwerken met andere beroepsorganisaties en patiëntenverenigingen zijn in 2013 uitgewerkt en zullen in 2014 worden doorontwikkeld. Bij alle in 2013 opgestarte standaarden zijn beroepsorganisaties en patiëntenverenigingen benaderd voor knelpunten in de zorg door en samenwerking met de huisarts. Benaderd worden ook de Federatie van Medisch Coördinerende Centra (voor knelpunten rond de implementatie van de regionale transmurale afspraken) en de NHG-

Adviesraad Standaarden (NAS) (voor algemene knelpunten in de praktijk). Als er knelpunten worden ervaren in de samenwerking en organisatie van zorg, wordt hier extra aandacht aan besteed. In een aantal standaarden zijn samenwerkingsafspraken met andere disciplines in de tweede lijn opgenomen.

Het betrekken van stakeholders bij de richtlijnontwikkeling zorgt voor een betere implementatie van standaarden, doordat deze bijdragen aan een gedeelde professionele visie op samenwerking in de zorg.

Transparantie

In 2013 is gestart met het toepassen van de GRADE-(Grading of Recommendations, Assessment, Development and Evaluation-)methode om de sterkte van het wetenschappelijke bewijs transparant weer te geven. GRADE gaat uit van patiëntrelevante uitkomstmaten die worden gerangschikt op importantie. Vooralsnog wordt GRADE toegepast op de onderbouwing van therapeutische

aanbevelingen waarbij voldoende bewijs beschikbaar is. De toepassing van GRADE is zichtbaar door een systematische opbouw van sommige eindnoten bij de standaard.

Implementatie

Een pilot met een implementatiecoördinator om een nauwere interne samenwerking met de afdeling Implementatie te waarborgen, is in 2013 van start gegaan. Hierdoor worden de

implementatieproducten en de planning daarvan afgestemd op de ontwikkeling en voortgang van de standaardontwikkeling. Deze pilot bleek succesvol en heeft geleid tot het aanstellen van een vaste implementatiecoördinator om een samenhangende productontwikkeling te borgen.

(9)

9 Inhoudelijke vraagbaak

Het NHG vervult als kennisinstituut een belangrijke rol als vraagbaak. Vrijwel dagelijks wordt het NHG door de leden en door de media benaderd met medische vragen. De wetenschappelijke staf van de afdeling R&W biedt medisch-inhoudelijke informatie ter ondersteuning van de beantwoording van deze vragen en mediaoptredens en treedt regelmatig als woordvoerder op.

3.2. Samenwerking rond richtlijnen

Bijdrage aan richtlijnen van andere partijen

Het NHG wordt veelvuldig gevraagd om huisartsen af te vaardigen voor deelname aan werkgroepen en om commentaar op of goedkeuring aan richtlijnen te geven die door andere partijen worden ontwikkeld. Zo hebben huisartsen bijgedragen aan richtlijnen in de jeugdgezondheidszorg,

oncologische zorg en andere multidisciplinaire richtlijnen. In 2013 is een richtlijnprogramma in de GGZ gestart binnen het netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGZ. Het NHG is lid van de Agendaraad en trekker van de landelijke samenwerkingsafspraken tussen huisarts, generalistische basis-GGZ en gespecialiseerde GGZ. Hierin zullen onder andere criteria over verwijzing en terugverwijzing worden opgenomen.

Zie bijlage A voor een schematisch overzicht van activiteiten.

(10)

10 4. Wetenschapsbeleid

In afstemming met de Verenigingsraad en het IOH is gewerkt aan de herijking van het NHG- Wetenschapsbeleid. Dit heeft een stimulans gegeven aan de activiteiten op dit gebied.

Bij de ontwikkeling van NHG-Standaarden worden de belangrijkste kennislacunes in kaart gebracht.

Sinds 2012 wordt voor het formuleren van de kennislacunes een nieuw format gebruikt dat goed blijkt aan te sluiten bij de behoeften van senioronderzoekers. Aansluitend is een overzichtswebsite van kennislacunes en lopend huisartsgeneeskundig onderzoek in ontwikkeling, in samenwerking met het IOH-R.

De NHG-Wetenschapsdag vond plaats in Leiden met als titel Resultaten bekend, en dan…?. Na de plenaire lezingen door Rob Dijkstra en Sue Dopson over implementatie van onderzoek waren er vele korte voordrachten, een workshop, posterpresentaties en critically appraised topics (CAT’s). Tijdens deze wetenschapsdag werd ruim aandacht besteed aan de posterpresentaties. Dit jaar werd naast de Jan van Esprijs voor de beste CAT ook de Telesphorusprijs uitgereikt.

Zie bijlage A voor een schematisch overzicht van activiteiten.

(11)

11 5. Implementatie

De missie van het NHG luidt: het bevorderen van een wetenschappelijk gefundeerde uitoefening van de huisartsgeneeskunde in de praktijk. Het NHG biedt zijn leden een uiteenlopend scholingspakket om invulling te geven aan hun deskundigheidsbevordering, zowel individueel als in groepsverband. Met deze scholing richt het NHG zich op huisartsen, praktijkondersteuners en doktersassistentes. De behoefte wordt onder meer gepeild met behulp van focusgroepen en ledenraadplegingen.

5.1. Chronische en complexe zorg

Complexe ouderenzorg, samenhangende chronische zorg, GGZ, oncologische nazorg en palliatieve zorg vormen essentiële onderdelen van de huisartsenzorg. Door maximaal gebruik te maken van de mogelijkheden binnen de huisartsenvoorziening en door samenwerking met andere zorgverleners in de eerste en tweede lijn, ontvangt de patiënt zoveel mogelijk zorg in zijn eigen woonomgeving. De huisarts en de praktijkondersteuner zijn belangrijk als vast en vertrouwd aanspreekpunt, zij hebben overzicht over de zorg die de patiënt ontvangt.

De rol van coach wordt steeds belangrijker. Patiënten willen met hun huisartsen kunnen overleggen over de verschillende behandelingsmogelijkheden. Zij willen ook op hun huisarts kunnen terugvallen na behandeling in het ziekenhuis. Daarnaast verwachten patiëntenorganisaties dat zelfmanagement haalbaar is voor een groeiende groep patiënten. Zolang het niet om complexe problematiek gaat kan de praktijkverpleegkundige hierbij een belangrijke functie vervullen, al dan niet in samenspraak met de mantelzorger. De persoonlijke continuïteit tussen huisarts en patiënt wordt belangrijker gevonden naarmate de zorgvraag toeneemt en complexer wordt.

Protocollaire zorg

Voor praktijkondersteuners groeit de behoefte aan producten voor protocollaire zorg. De productlijn NHG-PraktijkWijzer is daarom vervangen door boeken over protocollaire zorg voor patiënten met een chronische aandoening. In 2013 is het boek Protocollaire diabeteszorg, mede gebaseerd op de NHG- Standaard Diabetes mellitus type 2, uitgegeven in samenwerking met de stichting Langerhans. In tegenstelling tot de in het jaarplan 2013 genoemde ontwikkeling van de KetenWijzer Leefstijl worden aspecten over leefstijl in deze boeken geïntegreerd. In 2013 is gestart met een boek over protocollaire GGZ dat begin 2014 is gepubliceerd.

De PraktijkWijzer Verrichtingen is vervallen. Er is nu een aparte productlijn Instructiefilmpjes.

Alle filmpjes uit de PraktijkWijzers zijn nu als los product beschikbaar inclusief een protocol en patiëntenvoorlichting. Daar zijn drie nieuwe onderwerpen aan toegevoegd: enkel-armonderzoek, voetonderzoek, enkelonderzoek/enkelbrace.

5.2. Deskundigheidsbevordering

Deskundigheidsbevordering huisartsen, praktijkondersteuners en praktijkassistentes De Programma’s voor Individuele Nascholing (PIN’s) blijft onverminderd een succes.

Uit de evaluatie blijkt dat deze vorm van deskundigheidsbevordering wordt gewaardeerd omdat de huisarts hiermee kan werken op een moment dat het hem uitkomt. Ook blijkt de papieren versie van de PIN nog niet uit de gratie. Er zijn onder meer PIN’s gemaakt aansluitend bij het project

DementieEnDan (zie ook 6.2) en ter voorbereiding op het bevolkingsonderzoek darmkanker (zie ook 2.3.).

In samenwerking met het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik zijn webprogramma’s gemaakt voor praktijkondersteuners over hartfalen, dementie en nierschade. Ook is een informatief programma ontwikkeld over palliatieve sedatie.

Bovendien verscheen een actualisering van het NHG-Standaardenboek voor praktijkassistentes.

De Geïnformeerde Huisarts heeft in 2013 een metamorfose ondergaan en is doorontwikkeld tot de NHG-LiteratuurWijzer. De online NHG-LiteratuurWijzer bevat een selectie uit op huisartsen en praktijkondersteuners gerichte Nederlandstalige literatuur.

(12)

12 Zowel in richtlijnen als in producten voor deskundigheidsbevordering besteedt het NHG aandacht aan etnische en culturele diversiteit en de implicaties hiervan voor de dagelijkse praktijk. De focus ligt hierbij op de zorg voor laaggeletterden. Op Thuisarts.nl zijn tien filmpjes en een voorleesfunctie toegevoegd (zie ook speerpunt 2.1 arts-patiëntrelatie).

NHG-Scholing

De door het NHG ontwikkelde scholing is onafhankelijk van commerciële sponsors en wordt zoveel mogelijk georganiseerd in samenwerking met zestien regionale partners (WDH’s, ROS’en). Bij de uitvoering worden veelal kaderhuisartsen ingezet. Deze samenwerking is stimulerend en blijkt effectief om te kunnen inspelen op de behoeften aan nascholing.

Met de LHV-Academie vindt regelmatig overleg plaats over afstemming en bundeling van krachten op het gebied van (na)scholing. Ook wordt samengewerkt met diverse expertgroepen zowel op het gebied van chronische zorg (DiHAG, HartVaatHAG, CAHAG) als op andere gebieden (onder meer

Palliatieve zorg, GGZ).

Voor NHG-Scholing is 2013 een goed jaar geweest. Voor de EKC’s zijn zowel basiscursussen als diverse vervolgcursussen georganiseerd. Ook de cursussen Verrichtingen – zowel Injectietechnieken als Wondbehandeling, die zijn gebaseerd op het Handboek verrichtingen in de huisartsenpraktijk, voorzien in een behoefte. Nieuw was de ontwikkeling en organisatie van veel cursussen Standaard in de Praktijk (StiP), die in 2013 voor het eerst ook openstaan voor POH’s. De Masterclass Huisarts in Achterstandswijken werd herhaald.

De omvang van de NHGLeergangen Asklepion is teruggebracht naar vier dagdelen, wat leidt tot een grotere deelname van huisartsen. De oorspronkelijke opzet van zes dagdelen bleek in de praktijk voor velen een te grote tijdsinvestering.

De cursus over triage op basis van de NHG-TriageWijzer is een groot succes. In totaal namen circa 420 praktijkassistentes en enkele huisartsen deel aan deze cursus, die in twee varianten wordt aangeboden: één of drie dagdelen.

De samenwerking met de regionale nascholingsorganisaties is geïntensiveerd, onder meer in de vorm van contact met LINKH en individuele WDH’s en ROS’en. Ook zijn enkele Zorggroepen tot de partners van NHG-Scholing gaan behoren.

Kaderopleidingen

Het NHG is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, de programmavaststelling en de

kwaliteitsbewaking van NHG-Kaderopleidingen. Naast structureel contact met de coördinatoren en opleidingscommissies van elke bestaande kaderopleiding zijn in 2013 voorbereidingen getroffen voor de kaderopleiding Spoed, waarmee het totaal aan kaderopleidingen op 12 komt. Er is bovendien veel geïnvesteerd in de herziening van het curriculum van de kaderopleiding Beleid en Beheer.

Voorjaarscongres

Jaarlijks organiseert het NHG in samenwerking met expertgroepen een landelijk voorjaarscongres dat openstaat voor huisartsen en praktijkondersteuners. Op 23 mei stond dit congres in het teken van het levenseinde en de dood. Het programma is gemaakt in samenwerking met de expertgroep Palliatieve zorg (PalHAG) en Coaches voor Medici. Het is een vruchtbare bijeenkomst geworden met 150 deelnemers.

5.3. Preventie en publieks- en patiëntenvoorlichting

In de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 wordt de ambitie uitgesproken om doelgericht te investeren in preventie als onderdeel van kwalitatief goede en samenhangende zorg. De rol van de huisarts wordt hierbij zo goed mogelijk in de hele keten van de reguliere zorg en publieke gezondheidszorg benut. De nadruk ligt op de geïndiceerde en zorggerelateerde preventie. Het bevorderen van zelfredzaamheid en zelfmanagement van de patiënt is hierbij van groot belang.

Preventie

Het NHG biedt ondersteuning bij preventieactiviteiten, mits deze bewezen effectief zijn en praktisch

(13)

13 uitvoerbaar in de huisartsenpraktijk. De influenzavaccinatie, cervixscreening, opsporing van familiaire hypercholesterolemie en de screening op darmkanker en mammacarcinoom voldoen hieraan. Deze activiteiten worden programmatisch uitgevoerd of ondersteund in de meeste Nederlandse

huisartspraktijken, daarbij geholpen vanuit het LVG/NHG-project ‘Preventie: maatwerk’.

Daarnaast is er het PreventieConsult; een methode voor het in kaart brengen van personen met een verhoogd risico op bepaalde aandoeningen in de eerstelijnszorg, gevolgd door leefstijladvisering, behandeling en doorverwijzing naar (lokaal) vervolgaanbod. Het PreventieConsult is bedoeld voor mensen die nog niet in behandeling zijn voor de aandoeningen, maar mogelijk wel een verhoogd risico hebben. Het PreventieConsult wil daarnaast tegenwicht bieden aan de commerciële, ongerichte

zelftests en gezondheidschecks. Op dit moment kent het PreventieConsult twee modules:

Cardiometabool Risico (CMR) en COPD.

Voorlichting

De maatschappij verandert en patiënten en zorgvragen veranderen mee. Dit vraagt om een

voortdurende aanpassing van de huisartsen(zorg) en andere zorgverleners. Een belangrijke trend is dat aan patiënten een grotere verantwoordelijkheid wordt toegekend. Patiëntenvoorlichting kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren, waarbij Thuisarts.nl een centrale rol vervult. (Zie ook 2.1 Speerpunt arts-patiënt relatie.)

Voor zeldzame aandoeningen gaat de informatievoorziening juist andersom, van de patiënt naar de huisarts. In het project De patiënt als informatiedrager zijn vier huisartsenbrochures aan het

assortiment toegevoegd. Alle veertig brochures zijn te vinden onder ‘zeldzame ziekten’ op de NHG- website.

Het NHG-folderrek bevat vertrouwde patiëntenvoorlichting die in vrijwel alle wachtkamers van huisartsenpraktijken te vinden is. Het NHG onderzoekt de behoefte aan en mogelijkheden voor wachtkamerschermen, Thuisarts.nl en Praktijkinfo.nl. In 2014 wordt daar het resultaat van verwacht.

5.4. Praktijkautomatisering

Als vast aanspreekpunt voor de patiënt en als spil in de zorg zorgt de huisarts voor het beheer van het huisartsen elektronisch patiëntendossier (H-EPD) en verschaft hij bij verwijzing de juiste informatie op de juiste tijd en de juiste plaats. Continuïteit van zorg wordt onder meer gewaarborgd door het gezamenlijk gebruik en beheer van het H-EPD binnen een samenwerkingsverband van huisartsen.

Adequate registratie is daarbij een belangrijke voorwaarde. Kerntaken voor NHG- Praktijkautomatisering zijn: standaardisatie, communicatie en consultondersteuning.

Standaardisatie van gegevens

Het NHG vervult een centrale rol in de standaardisatie van digitale gegevens. Standaardisatie is randvoorwaardelijk voor goede gegevensverwerking en -uitwisseling.

De activiteiten op het gebied van standaardisatie hebben verder betrekking op het beheer en onderhoud van het HIS-Referentiemodel, de HIS-Tabellen en de ICPC-codes. Er in 2013 zijn stappen gezet in het aanpassen van ICPC-1 zodat deze beter aansluit bij allerlei vormen van programmatische zorg

(bijvoorbeeld ouderenzorg, CVRM, polyfarmacie).

Verder is de derde versie van de richtlijn Adequate dossiervorming met het EPD geautoriseerd. De richtlijn is tekstueel bijna volledig aangepast en is uitgebreid met onder meer aandacht voor

programmatische zorg. De meest gestelde vragen over werken met episodes zijn met voorbeelden in een bijlage opgenomen.

Het beheer en onderhoud van de NHG-indicatoren en de afstemming met zorgstandaardenorganisaties en vele andere betrokken partijen valt ook onder de noemer standaardisatie. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van zogenoemde e-kernsets voor de uitwisseling van gegevens in de ketenzorg. In

aansluiting op de diabetes-kernset zijn e-kernsets gemaakt voor onder andere CVRM, astma en COPD.

Het waarborgen van privacy in de gezondheidszorg is een belangrijk thema. Begin 2013 is de Quick Scan patiëntenprivacy afgerond met een succesvolle workshop voor softwareleveranciers, direct

(14)

14 betrokken koepels en Nictiz. Het uitwerken van de specificaties van informatiebeveiliging voor

softwareleveranciers is belegd bij Nictiz. De PraktijkWijzer Informatiebeveiliging is aangepast.

Het NHG participeert daarnaast in de werkgroep van de NEN die een norm opstelt over toegang tot patiëntengegevens. Deze norm is in de afrondingsfase en zal volgend jaar voor commentaar

beschikbaar komen.

Communicatie

In dit onderdeel van de praktijkautomatisering gaat het om richtlijnen met betrekking tot goede en veilige elektronische communicatie met andere zorgverleners. Zij ondersteunen ook binnen de huisartsenpraktijk de continuïteit van de zorg voor de patiënt.

Het NHG werkt met Nictiz en de VZVZ aan de ontwikkeling van ketenzorgberichten, gericht op HIS/KIS-uitwisseling. De datasets zijn gereed; berichtspecificaties moeten nog ontwikkeld worden.

De richtlijn Gegevensuitwisseling huisarts-centrale huisartsenpost beschrijft de gegevens die de huisarts als waarnemer op een huisartsenpost (HAP) in de vorm van een professionele samenvatting te zien krijgt. Deze richtlijn beschrijft ook welke gegevens de behandelend huisarts mag terugverwachten van een HAP. In versie 4, van mei 2013, zijn nieuwe elementen zoals beschreven in het HIS-

Referentiemodel opgenomen. De richtlijn is uitgebreid met gegevens over behandelingen en beleid.

Daarnaast zijn afgesloten episodes met attentiewaarde toegevoegd. Overdrachtsgegevens als apart onderdeel in het bericht van de huisarts naar de waarnemer verdwijnen. Daadwerkelijke implementatie van gegevensuitwisseling volgens deze richtlijn is afhankelijk van de ontwikkeling en invoering van aangepaste berichtstandaarden door Nictiz en softwareleveranciers.

Consultondersteuning

E-health staat volop in de belangstelling. In het NHG-Standpunt E-health voor huisarts en patiënt worden rond dit brede begrip visie en beleid van het NHG samengevat. Het NHG is voorstander van de nieuwe mogelijkheden die e-healthtoepassingen kunnen bieden aan burger, patiënt of zorgverlener en heeft dit ook zo verwoord in de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022. E-health biedt volop kansen voor huisartsen om hun service/bereikbaarheid te verbeteren en zorg op een meer efficiënte manier te organiseren. Het NHG ziet het als zijn taak de leden te ondersteunen met richtlijnen, praktische hulpmiddelen en onderbouwde adviezen voor kwalitatief goede e-healthtoepassingen.

Het NHG levert de bronbestanden aan diverse afnemers voor het digitale formularium en andere consultondersteunende informatiebronnen. Langs deze route is de informatie geïntegreerd in het HIS beschikbaar voor de huisarts en andere praktijkmedewerkers.

5.5. Ontwikkeling Kwaliteitsinstrumenten en Evaluatie

Het is de ambitie van de beroepsgroep om kwalitatief hoogwaardige huisartsenzorg te bieden. Een goed kwaliteitsbeleid op verschillende niveaus van de huisartsenzorg is een voorwaarde om goede zorg ook voor de toekomst te borgen. Door de voortschreidende automatisering zijn

huisartsen(groepen) steeds meer in staat hun eigen handelen te toetsen met spiegelinformatie uit hun eigen HIS of met spiegelinformatie die zij via zorggroepen of verzekeraars krijgen. Het gaat hierbij primair om het monitoren van het eigen handelen en om het werken aan kwaliteitsverbetering.

Daarnaast kan hiermee ook inzicht worden gegeven aan patiënten en andere partijen over de geboden zorg.

Indicatoren

Indicatoren spelen een belangrijke rol bij het transparant maken van de kwaliteit van de geleverde zorg. Het NHG heeft inmiddels diverse indicatorensets ontwikkeld bij richtlijnen die de huisarts hiervoor kan gebruiken. Dit vraagt om onderhoud, revisie en mogelijk doorontwikkeling van de huidige indicatorensets. Daarnaast zijn er op het gebied van kwaliteitsbeleid en indicatoren diverse trajecten en ontwikkelingen die van belang zijn voor de huisarts en het NHG. Er zijn veel vragen uit het veld over indicatoren en de ervaren knelpunten.

Belangrijk daarbij is onder andere structureel overleg met InEen, NDF, PON, PlVV, LAN. Ook partijen als RIVM en NIVEL doen regelmatig een beroep op het NHG. Hiervoor bestaan structurele

(15)

15 contacten met het KwaliteitsInstituut, ZN en de expertgroepen op bureauniveau. Het ontwikkelen van indicatoren voor ouderenzorg volgt in 2014.

De PraktijkWijzer Kwaliteit en veiligheid is op onderdelen herzien met (voorbeeld)materialen die bruikbaar zijn voor alle praktijken, maar vooral voor praktijken die deelnemen aan de NHG- Praktijkaccreditering.

Praktijkacccreditering

Het NHG participeert in de doorontwikkeling van de NHG-Praktijkaccreditering®. Praktijken doen een beroep op het NHG om aan de eisen van het nieuwe schema van NHG Praktijk Acceditering bv te kunnen voldoen. De PraktijkWijzer Kwaliteit en veiligheid en de helpdesk voorzien hierin. Van de helpdesk is circa 400 keer gebruikgemaakt in 2013. Daarnaast vervult het NHG een rol in de informatievoorziening aan en het beantwoorden van vragen van praktijkconsulentes.

Visitatie

In samenwerking met IQ Healthcare is een instrument ontwikkeld voor de ‘individuele visitatie’ van huisartsen. Met behulp van een methode waarbij gebruik wordt gemaakt van instrumenten uit het IFH - ofwel Individueel Functioneren Huisartsen – verzamelt de huisarts op systematische wijze feedback van collega’s en patiënten. Het gaat hierbij om thema’s die zijn vastgesteld in het competentieprofiel van de huisarts: aspecten rond communicatie, medisch-inhoudelijk handelen, samenwerking et cetera.

Pas met ingang van 2016 wordt visitatie een onderdeel van de herregistratie, maar voor huisartsen die al eerder willen deelnemen komt het instrument in de tweede helft van 2014 ter beschikking.

Zie bijlage A voor een schematisch overzicht van activiteiten.

(16)

16 6. NHG-Projecten

6.1. Individueel Zorgplan

Het gesprek met de patiënt over de behandeling die het best bij hem en zijn situatie past, vormt de basis van het Individueel Zorgplan (IZP). Het is als het ware een stuk gereedschap waarmee de zorg voor sommige patiënten wordt vergemakkelijkt. Het ligt ‘op de plank’ zodra je het nodig hebt bij een specifieke patiënt en vormt een raamwerk voor de behandelingsdoelen en de met de patiënt gemaakte afspraken. En het heeft een ‘hoekje voor vrije tekst’ dat de patiënt en meebehandelende ketenpartners kunnen raadplegen. Een van de gebruikers noemde dat ‘een knus hoekje in mijn KIS of HIS’. Het is niet nodig om voor alle patiënten een eigen IZP te maken. Maar het kan goede diensten bewijzen bij ingewikkelde problematiek, vooral wanneer meerdere zorgverleners bij eenzelfde patiënt betrokken zijn. Voor de uitwisseling van gegevens is het dan handig om een vast format te gebruiken.

Van plan naar pilot

Allereerst is een plan van eisen geformuleerd in samenwerking met Vilans, het NPCF, een aantal patiënten- en brancheorganisaties en softwareleveranciers. In dit plan van eisen zijn de

uitgangspunten, functionaliteiteisen en de fasen in het primaire proces met bijbehorende

informatiebehoeften beschreven. De softwareleveranciers Labelsoft en Protopics hebben een door het NHG ontwikkeld registratiemodel ingebouwd in modules gekoppeld aan een HIS of KIS. Dit is getest in zeven huisartsenpraktijken en vervolgens zijn de bevindingen van de softwarebouwers, de

zorgverleners en de patiënten geëvalueerd. Het vastleggen van de behandelingsdoelen en afspraken is als zinvol ervaren en het IZP-model blijkt softwareleveranciers voldoende basis te bieden voor de inbouw van een module in hun informatiesystemen.

6.2. DementieEnDan

In dit samenwerkingsproject van IDTV/Achmea/Verenso/V&VN en NHG zijn materialen ontwikkeld voor deskundigheidsbevordering van verpleegkundigen, specialisten ouderengeneeskunde en

huisartsen om de samenwerking te bevorderen. E-learning voor huisartsen was tijdens de campagneweek DementieEnDan in september 2013 volgens planning gereed. E-learning voor Specialisten Ouderengeneeskunde is vanaf 19 december 2013 beschikbaar voor de beroepsgroep. E- learning voor verpleegkundigen is inhoudelijk gereed en is naar verwachting april/mei 2014

beschikbaar voor V&VN-leden. In alle e-learnings zijn beelden van IDTV DementieEnDan opgenomen.

6.3. Spoedzorg

Spoedzorg was onderwerp van het NHG-Congres 2013. Aan de basis van dit congres lag het Standpunt Huisarts en spoedzorg, een actualisering van het Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg uit 2005. Een samenvatting van dit Standpunt zat in de congrestas. Ook het Spoedboekje, dat in samenwerking met DOKH is ontwikkeld, was beschikbaar op het NHG- Congres.

Het congres in samenwerking met de Vereniging Huisartsenposten Nederland was eveneens succesvol. Beide congressen hebben de spoedzorg dichter bij de leden gebracht.

In 2013 is onderzoek gedaan naar het gebruik van de NHG-TriageWijzer. Het NHG wil graag

aansluiten bij de behoeften van de leden. De suggesties die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen zullen meegenomen worden in de herziening van de TriageWijzer in 2014.

.

(17)

17 7. Samenwerking en overleg

Het NHG onderhoudt contacten met een groot aantal partijen, al dan niet via vertegenwoordiging in samenwerkingsverbanden. Enkele daarvan, maar zeker niet alle, worden hieronder toegelicht.

7.1. Platform gedeelde besluitvorming

Bestuursvoorzitter Rob Dijkstra ondertekende 10 oktober 2013 namens het NHG het Salzburg Statement over gedeelde besluitvorming. Deze verklaring roept patiënten en zorgverleners op om samen te werken rond het nemen van medische beslissingen. De verklaring werd ook ondertekend door andere leden van het Platform Vitale Vaten. Door het ondertekenen van het Statement maken de organisaties duidelijk dat zij het gedachtegoed van gedeelde besluitvorming onderschrijven en er actieve invulling aan willen geven. Het Nederlandse Platform Gedeelde Besluitvorming, waaraan onder andere NHG, CBO en TNO deelnemen, heeft deze verklaring laten vertalen met als doel bewustwording en draagvlak te krijgen via ondertekening.

7.2. POH-GGZ

De veranderende organisatie van de GGZ – en de belangrijke rol die de huisartsenpraktijk hierbij gaat vervullen – leidt tot het initiatief om samen te werken met de Landelijke Vereniging POH-GGZ. Het NHG was samen met PsyHAG bij het programma van het oprichtingscongres van de vereniging betrokken en er zijn plannen gemaakt voor een najaarscongres voor de POH-GGZ in 2014.

7.3. Concilium voor de Huisartsopleiding

Het doel van het Concilium voor de Huisartsopleiding (CHO) is te komen tot samenhang in het beleid ten aanzien van de huisartsopleiding. Deze samenhang komt tot uiting in het op elkaar afstemmen van inhoudelijke en uitvoeringsaspecten van de huisartsopleiding. In het samenhangende beleid wordt rekening gehouden met zowel wetenschappelijke, maatschappelijke en kwaliteitsaspecten als organisatorische, logistieke en financiële aspecten. Voor het functiegebied inhoud nemen LHV eb NHG deel. Voor het functiegebied uitvoering zijn dit Huisartsopleiding Nederland (acht

huisartsopleidingen en huisartsopleiders).

7.4. Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde

Het NHG werkt nauw samen met de hoofden/hoogleraren van de universitaire afdelingen

Huisartsgeneeskunde, verenigd in het Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde (IOH). Het NHG- bureau voert het (ambtelijk) secretariaat van het IOH. Er vonden vier vergaderingen plaats, waarvan er één gecombineerd werd met een bestuurlijk overleg met de LHV tijdens de IOH-dagenop 28 en 29 maart. Tijdens deze tweedaagse werd uitgebreid stilgestaan bij de verschillende aspecten van geneeskundig onderwijs (van student tot aios) en de consequenties van de Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022 voor de huisartsopleiding.

Het NHG verzorgde verder het (ambtelijk) secretariaat van één onder het IOH ressorterend gremium:

het IOH-Research, dat het samenwerkingsverband is van de UMC’s op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek in de huisartsgeneeskunde.

7.5. NHG-erkende expertgroepen

Expertgroepen zijn een bron van kennis, kunde en informatie en dragen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van het vak. Daarom hecht het NHG als wetenschappelijke vereniging grote waarde aan samenwerking met de expertgroepen. Expertgroepleden vertegenwoordigen het NHG in diverse commissies en werkgroepen. Zo is de PalHAG betrokken bij het opzetten van het Nationaal Programma Palliatieve Zorg. Ook op het gebied van scholing wordt veel samengewerkt met de expertgroepen.

(18)

18 In 2013 waren de volgende expertgroepen door het NHG erkend: CAHAG, DiHAG, PsyHAG,

HartVaatHAG, Laego, seksHAG, expertgroep Urogynaecologie en de expertgroep Supervisoren en teamcoaches.

7.6. Samenwerking rondom de POH-opleiding

Er is gewerkt aan de uitvoering van de in het convenant (2012) gemaakte afspraken over de toekomst van de POH-opleiding, mede op basis van het NHG/LHV Standpunt (Ondersteunend) team in de huisartsenvoorziening. Uitgaande van de kernwaarden van de huisartsenzorg en de veranderende zorgvraag is in dit Standpunt gekozen voor een generalistische HBO Praktijkverpleegkunde. De huidige opgeleide groep POH’s is, conform het competentieprofiel van 2004, opgeleid voor het verlenen van geprotocolleerde zorg aan patiënten met diabetes mellitus type 2, astma, COPD en hart- en vaatziekten. Voor de toekomst zijn aanvullende kennis en vaardigheden noodzakelijk, evenals het vermogen om protocoloverstijgend te kunnen werken.

In een project van V&VN, NvPO, hogescholen, LHV en NHG is een competentieprofiel ontwikkeld dat is gebaseerd op het Beroepsprofiel verpleegkundige 2020. Er is vervolgens een start gemaakt met de uitwerking daarvan in eindtermen, waar de expertgroepen bij zijn betrokken.

Het geactualiseerde competentieprofiel en de nieuwe opleiding zijn bedoeld om voorbereid te zijn op de toekomstige vraag. Er is sprake van een groeimodel waarbij praktijkondersteuners en

praktijkverpleegkundigen naast elkaar werkzaam zullen zijn. Een speciale werkgroep zal zich bezig gaan houden met vragen over de overgangsperiode.

7.7. Samenwerking met LHV en InEen

Met de LHV vindt periodiek overleg plaats op bureau-, directie- en bestuursniveau. Met LHV en InEen gezamenlijk vindt regelmatig een tripartiet overleg plaats. De studiereis die LHV en NHG jaarlijks maken is in 2013 uitgebreid met bestuur, directie en beleidsmedewerkers van InEen. De drie partijen hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend die oproept tot meer onderlinge

afstemming. Deze overeenkomst wordt geïmplementeerd in een tripartiet werkplan waarin gezamenlijke dossiers staan benoemd.

Samen met LHV en InEen ondersteunt het NHG regionale en lokale

huisartsensamenwerkingsverbanden, onder andere met richtlijnen op het gebied van chronische aandoeningen, transmurale afspraken, protocollaire boeken en indicatoren.

7.8. IVM

Ook dit jaar heeft er weer afstemming plaatsgevonden met het IVM. De intentie is uitgesproken om formeel vast te gaan leggen op welke terreinen er wordt samengewerkt. Dit zal in 2014 resulteren in een samenwerkingsovereenkomst.

(19)

19 8. Communicatie en PR

Intern

In 2013 hebben reguliere interne communicatieactiviteiten doorgang gevonden met onder andere berichten op intranet, interne columns van de bestuursvoorzitter, medewerkersblogs, vier grote lunchbijeenkomsten, twee kleine lunchbijeenkomsten, drie bijeenkomsten voor de medewerkers over de nieuwe koers (bezuinigingen, innovatie en reorganisatie), de Publicatieprijs en de knipselkrant.

Het interne HAwebplatform voor de medewerkers wordt in toenemende mate gebruikt voor het delen van kennis (zowel op inhoudelijk als op persoonlijk gebied) en het aangaan van dialoog.

Er is een marketeer in dienst gekomen bij het NHG en toegevoegd aan de nieuw gevormde afdeling Beleid, Marketing en Communicatie.

Extern

Er is een marketing- en communicatieplan geformuleerd dat begin 2014 door het managementteam is vastgesteld. Verder hebben de reguliere werkzaamheden op het gebied van externe communicatie en PR plaatsgevonden: afhandelen van persvragen, versturen van persberichten, plaatsing van

nieuwsberichten, het medeopstellen van &NHG (verenigingskatern) en de Highlights 2012 (populair jaarverslag), redigeren van artikelen/interviews van NHG-medewerkers, deelnemen aan

communicatie-uitingen van derden, bijvoorbeeld het Medicijnjournaal en webcasts van IVM.

Pers

Er zijn 12 persberichten verstuurd waarvan vier persberichten gezamenlijk met andere organisaties.

De media weten het NHG nog altijd goed te vinden. In 2013 zijn er bijna 200 persvragen

binnengekomen. Onderwerpen die veel publiciteit gaven waren: anticonceptie (Diane-35, Nuvaring), preventieve check-ups (bodyscan), palliatieve sedatie (zaak Tuitjenhorn).

Ook in 2013 heeft een aantal MT-leden en medewerkers een mediatraining gevolgd.

Er zijn televisieopnames gemaakt onder andere door RTL4 met Jako Burgers (over kinderen met gedragsproblemen) en Ivo Smeele (over ‘foute’ medische apps), en door Zembla met Rob Dijkstra (over Diane-35).

(20)

20 9. Huisarts en Wetenschap en Tijdschrift voor praktijkondersteuning

9.1. Huisarts en Wetenschap (H&W)

In het maandblad H&W zijn 25 onderzoeksartikelen, 10 beschouwingen, 9 NHG-Standaarden en 26 nascholingen verschenen. De oplage is in 2013 gestegen van 12.685 naar 13.084.

Nieuw is de rubriek (Ver)stand van zaken. Daarnaast is een nieuwe serie nascholingen van start gegaan over huisarts en recht. Zoals gebruikelijk verscheen een special over het thema van het NHG- Congres. De aflevering van november stond om die reden in het teken van spoedzorg.

Verder is een boek uitgebracht over de klinische relevantie van oncologische behandelingen voor de huisarts. Hierin zijn de H&W-artikelen uit de lange reeks over nieuwe kankerbehandelingen en mogelijke bijwerkingen daarvan samengebracht. Deze serie startte in 2011 met het oog op het NHG- Congres Als het kanker is.

De ambitie is om meer ruchtbaarheid te geven aan de publicatie van een nieuwe H&W-aflevering, in de richting van zowel de huisartsen alsook het algemene publiek. Om die reden wordt maandelijks een persbericht uitgebracht over een aansprekend artikel. Verschillende persberichten hebben hun

uitwerking niet gemist, zoals dat over het artikel Otitis externa na cerumenlavage, waarin de noodzaak van meer hygiëne bij het uitspuiten van oren werd aangetoond.

9.2. Tijdschrift voor praktijkondersteuning

De praktijkondersteuners maken deel uit van het team van de huisartsenpraktijk en vervullen een belangrijke aanvullende rol op die van de huisarts en praktijkassistente. Dit is de reden dat de POH tot de doelgroep van het NHG behoort. Het Tijdschrift voor praktijkondersteuning (TPO) richt zich speciaal op de praktijkondersteuners/praktijkverpleegkundigen en het werk dat zij binnen de huisartsenzorg verrichten. Er is overleg gestart met het de sectie Praktijkverpleegkundigen en Praktijkondersteuners van de V&VN om de mogelijkheden voor samenwerking te onderzoeken.

Met de veranderingen in de organisatie van de GGZ heeft de huisartsenzorg een meer taken gekregen waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de POH-GGZ. Om die reden besteedt TPO steeds meer aandacht aan dit onderwerp. Hiervoor zijn ook contacten gelegd met de nieuwe Landelijke Vereniging voor POH-GGZ.

In TPO verschenen één onderzoek, vijftien beschouwingen, negen interviews, drie nascholingen en twee artikelen over belangrijke ontwikkelingen voor praktijkondersteuners. Gezien de relevantie voor de praktijkondersteuners is gelijktijdig met de publicatie in H&W de nieuwe NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 ook als bijlage bij TPO 5 opgenomen.

Op 31 oktober is het Jaarcongres praktijkondersteuning samen met BSL georganiseerd, dat door 130 praktijkondersteuners is bezocht. Het NHG maakte deel uit van de congrescommissie.

Zie bijlage A voor een schematisch overzicht van activiteiten

(21)

21 10. Bedrijfsondersteunende afdelingen

10.1. Algemene en interne Zaken (AIZ)

Algemene en Interne Zaken zorgt voor de ondersteuning van de primaire processen binnen het NHG- bureau en de facilitaire ondersteuning. Het gaat hierbij onder meer om de huisvesting, receptie en postkamer, interne automatisering, de ledenadministratie, de organisatie van NHG-evenementen, onderhoud en ontwikkeling van websites en de productie, verkoop en marketing van NHG-producten en diensten.

Optimalisering digitale infrastructuur kennis en informatiecentrum

Het gebruik en optimaliseren van de digitale infrastructuur is een structureel aandachtspunt. De corporate website, HAweb en de publiekswebsite Thuisarts.nl zijn de digitale snelwegen van het NHG als kennis- en informatiecentrum.

In 2013 is Haweb ook toegankelijk gemaakt voor POH-ers. Verder is gewerkt aan de

doorontwikkeling van Haweb en de corporate website om de gebruiksvriendelijkheid te vergroten.

Thuisarts.nl is uitgebreid met een aantal filmpjes en gesproken teksten (zie ook speerpunt arts-patiënt relatie 2.1.).

CE-markering NHGDoc

Vanuit de Inspectie voor de Gezondheidszorg van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is dwingend opgelegd dat fabrikanten van softwareproducten op het gebied van medische hulpmiddelen per 1 januari 2014 aan CE-markering moeten voldoen met als doel veilige en

kwalitatieve goede producten in de markt te hebben. Na extern advies is gebleken dat alleen NHGDoc als product een CE-markering nodig heeft. Samen met de ontwikkelaar van NHGDoc, Expertdoc, is een kwaliteitssysteem opgezet en eind 2013 heeft dit geresulteerd in het indienen van een CE- markering bij de Inspectie. Hiermee voldoet het NHG aan de eisen.

Interne automatisering

De interne automatisering staat in dienst van het werk van de medewerkers op kantoor en thuis en de manier waarop de producten en diensten kunnen worden ontwikkeld. De ontwikkelingen in de ICT gaan snel en de toepassingsmogelijkheden nemen toe. In 2013 heeft extern bureau ATOS onderzocht of de interne automatisering, het netwerk en de softwarepakketten voldoen aan de huidige standaarden.

Dit heeft een aantal verbeterpunten aan het licht gebracht.

Op het gebied van de digitale ondersteuning van de bureaumedewerkers is verder gegaan met de ontsluiting van CRM (Customer Relationship Management). Het eigen maken van het werken met CRM gaat langzaam, waardoor de uitrol binnen het NHG niet goed van de grond komt.

Projectmatig werken

Ook in 2013 is gewerkt aan de verdere implementatie van gestructureerd projectmatig werken. Het betreft een eigen systematiek, PRO3 genoemd, dat is gebaseerd op de PRINCE2-systematiek; een beproefde systematiek en wereldwijd het meest gebruikt. Het merendeel van de medewerkers heeft een cursus gevolgd om op basis hiervan te kunnen werken. Het projectmatig werken is in 2013 echter nog geen vanzelfsprekendheid. Structurele inbedding van projectmatig werken vraagt om een

consequente aanpak en uitvoering en stelt eisen aan de financiële administratie.

Verkoop en marketing

AIZ is ook de verkooporganisatie van alle NHG-producten en diensten. De omzet in 2013 is uitgekomen op 1.224.587 en is daarmee circa 17 % hoger dan begroot. De grotere verkoop van de TriageWijzer heeft daarop een grote invloed. In 2013 is besloten te stoppen met de ConsultWijzer vanwege teruglopende verkoopaantallen en een noodzakelijke forse investering om het product up-to- date te brengen.

(22)

22 Na de introductie in 2012 van de eerste NHG-app met daarop de standaarden, samenvattingkaartjes en volledige tekst, heeft de app-ontwikkeling zich in 2013 verder voortgezet met de lancering van een Thuisarts app en met een app gekoppeld aan het NHG-Congres. Daarnaast is het nieuw verschenen Spoedboekje ook als e-book uitgegeven.

10.1.1. Evenementen en prijzen

Evenementen

Jaarlijks worden diverse evenementen georganiseerd met het oog op de platformfunctie van de

vereniging. Deze bijeenkomsten vervullen een belangrijke rol in de ontmoeting en uitwisseling met de leden. Terugkerende evenementen zijn onder meer het NHG-Congres, de NHG-Wetenschapsdag en de symposia om de leden te betrekken bij actuele ontwikkelingen.

Het jaarlijkse congres was ook dit jaar weer het hoogtepunt van de jaarlijkse evenementen. Circa 2550 deelnemers, waaronder een groot aantal huisartsen in opleiding, namen deel aan dit NHG-Congres

‘Help een spoedgeval, huisarts en acute zorg’. Het gevarieerde en uitgebreide inhoudelijke programma bestaande uit plenaire lezingen en grotere en kleinere deelsessies werd door de deelnemers goed gewaardeerd.

De NHG-Wetenschapdag vond plaats in Leiden en had als thema: Resultaten bekend, en dan? Er werden 82 abstracts ingezonden en de Wetenschapsdag werd bezocht door 170 deelnemers.

Het NHG-Voorjaarscongres, een jaarlijks terugkerend evenement van Scholing en Advisering had als titel ‘Palliatieve zorg: de ultieme huisartsenzorg!’. Circa 155 deelnemers namen deel aan een

interactief programma.

Voor een volledig overzicht van NHG-evenementen wordt verwezen naar de bijlage.

NHG-prijzen

Het NHG kent een prijzenbeleid voor de honorering van wetenschappelijke publicaties en scripties van huisartsen (-in-opleiding). In 2013 zijn de volgende prijzen uitgereikt.

- Casuïstiekprijs

Jaarlijks wordt de Casuïstiekprijs toegekend tijdens het NHG-Congres voor de beste

huisartsgeneeskundige gevalsbeschrijving of klinische les gepubliceerd in Huisarts en Wetenschap.

De redactiecommissie van H&W zoekt de personen voor de jury die bestaat uit drie leden:

de voorzitter van de redactiecommissie H&W (tevens juryvoorzitter), het lid van het dagelijks bestuur NHG met H&W in de portefeuille en een vertegenwoordiger van het IOH.

De prijs werd dit jaar uitgedeeld door Just Eekhof, hoofdredacteur van H&W, aan Rob van Kimmenaede voor het artikel: ‘Eenzijdig vergrote tonsil’.

- Jan van Esprijs

De Jan van Esprijs wordt uitgereikt bij de NHG-Wetenschapsdag voor de beste scriptie of het beste onderzoeksverslag of artikel geschreven door een arts in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde.

In 2013 is de Jan van Esprijs uitgedeeld aan Anna-Ishtar Gabriël-Wegman voor haar CAT ‘Bij een nieuwe fractuur, bisfosfonaten pas na enige duur? ‘.

- Heert Dokterprijs

De Heert Dokterprijs wordt uitgereikt tijdens het NHG-Congres voor het beste onderzoeksartikel dat het afgelopen jaar is gepubliceerd in Huisarts & Wetenschap. De winnaar in 2013 was Ferdinand Schreuder met het artikel ‘Vitamine D bij pijn van het bewegingsapparaat’.

- Telesphorusprijs

Deze prijs is ingesteld door de G.J. Bremerstichting en wordt eens in de twee jaren (in de oneven jaren) toegekend tijdens de NHG-Wetenschapsdag aan het beste huisartsgeneeskundige proefschrift.

De redactiecommissie van H&W zoekt de personen voor de jury die bestaat uit drie leden: de

voorzitter van de redactiecommissie H&W (tevens juryvoorzitter) en twee hoogleraren in de medische wetenschappen anders dan het vakgebied huisartsgeneeskunde.

De Telesphorusprijs is in 2013 uitgereikt aan Marieke Perry. Zij won de prijs voor het beste

(23)

23 proefschrift ‘Development and evaluation of a dementia training programme for primary care’.

NHG-speld

Prof.dr. A.L.M. Lagro-Jansen, huisarts en hoogleraar Vrouwenstudies Medische Wetenschappen ontving de speld van bestuursvoorzitter Rob Dijkstra als blijk van waardering voor haar inzet voor de huisartsenzorg en de gendergerelateerde thema’s daarin. Bovendien heeft ze in de loop der jaren buitengewoon veel voor het NHG gedaan. Zo was ze – onder nog veel meer – lid van de NHG- Adviesraad Standaarden, de Autorisatiecommissie, de redactiecommissie H&W en van de

congrescommissie die het WONCACongres in Amsterdam organiseerde. Ze was voorzitter van het NHG-Congres Huisarts en somatiek en initiatiefnemer en voorzitter van de NHG-commissie Vrouwen en Huisartsgeneeskunde, en ze trad op als vaste referent van de NHG-Standaarden voor de beoordeling op genderaspecten.

Fred Dijkers, huisarts in ruste, ontving ook een NHG-speld van bestuursvoorzitter Rob Dijkstra voor zijn de enorme bijdrage die hij heeft geleverd aan het NHG. Al sinds de jaren ’70 was de heer Dijkers actief voor het NHG, vooral voor de toenmalige Commissie Praktijkvoering. In ’89 was hij voorzitter van de Wetenschappelijke Programmacommissie van het NHG-Congres Praktijk in uitvoering en later was hij betrokken bij de organisatie van het congres Met spoed en goed. Van ’91 tot’99 was de heer Dijkers lid van het Algemeen Bestuur van het NHG.

NHG – lid van verdienste

Het lidmaatschap van verdienste is de hoogste onderscheiding die het NHG aan haar leden toekent. In 2013 is deze onderscheiding niet uitgereikt.

Zie bijlage A voor een schematisch overzicht van activiteiten

(24)

24 10.2. Personeel, Opleiding & Organisatie (PO&O)

De afdeling PO&O ontwikkelt personeels- opleidings- en organisatiebeleid passend binnen de missie van het NHG. De afdeling draagt zorg voor de correcte uitvoering van dit beleid via adviesgesprekken met de integraal leidinggevenden. De afdeling draagt zorg voor een zorgvuldig beheer van

personeelsdossiers en voor een goede uitvoering van de personeelsadministratie. De afdeling is beschikbaar voor het voeren van coach- en loopbaangesprekken. PO&O voert het casemanagement bij verzuim. Het NHG heeft eind 2013 129 medewerkers (82,6 fte) in dienst. Een groot deel van hen is langdurig in dienst van het NHG en een groeiende groep is ouder dan 50 jaar.

Kernkwaliteiten

Met het oog op de koersbepaling voor de interne organisatie van het bureau zijn de kernkwaliteiten van het NHG beschreven als volgt omschreven:

1. De ontwikkeling en vertaling van actuele geneeskundige kennis in praktische aanbevelingen voor de huisarts en in betrouwbare, eenvoudig toegankelijke informatie voor de patiënt.

2. Het NHG heeft een nauwe en unieke band met haar leden.

3. Het NHG is alert op zijn omgeving en toont dit door middel van verbetering, aanpassing en innovatie van het aanbod van producten en diensten.

4. Het NHG is een bron van geneeskundige informatie die de huisarts en andere zorgverleners in de eerstelijnsvoorziening ter plekke en op maat ondersteunt.

Loopbaanbeleid

In 2012 is een loopbaanbeleid voor het NHG ontwikkeld dat is gericht op het vitaal inzetbaar houden van medewerkers. Hierbij wordt rekening gehouden met de levensfase waarin de medewerker verkeert met bijbehorende behoeften en ontwikkelmogelijkheden. Het loopbaanbeleid zou in 2013

geïmplementeerd worden met de start van een management development traject voor teamleiders en senior wetenschappelijk medewerkers. Daar is het nog niet van gekomen doordat de discussie over een nieuw organisatieplan voor het bureau veel tijd en aandacht vroeg van het MT, dat in 2013 te maken had met een aantal personele wisselingen.

Medewerkersperceptieonderzoek

Zowel de Trust Index (van 73% naar 68%) als de gevoelsindicator (de stelling: ‘alles overziend, vind ik het NHG….’) (van 77% naar 65%) zijn gedaald ten opzichte van vorig jaar. Trots en

kameraadschap blijven hoog scorende dimensies. Geloofwaardigheid is veruit de laagst scorende dimensie en is het sterkst gedaald ten opzichte van 2012 (-11%). De stelling ‘het management heeft een duidelijk beeld van waar de organisatie naar toe gaat en hoe daar te komen’ scoort het laagst (27%). Binnen het NHG scoren de afdelingen FZ/PAC en PO&O (96% en 95%) het hoogst. De afdelingen Implementatie en R&W scoren het laagst (63% en 65%).

De tegenvallende uitkomsten worden gerelateerd aan de langdurige discussie over het organisatieplan die tot onduidelijkheid en onzekerheid heeft geleid bij medewerkers.

Aanpassing gespreksformulieren

In 2013 is voor het eerst gewerkt met de nieuwe formulieren die ondersteunend zijn in de gesprekkencyclus. Het nieuwe formulier is in nauw overleg met de teamleiders en hoofden ontwikkeld. Op dit formulier is ruimte voor kennis, vaardigheden, gedrag en ontwikkeling. De toevoegingen ‘gedrag’ en ‘ontwikkeling’ zijn vooruitlopend op de beschrijving van competenties.

Verzuim

De dalende lijn van 2012 (3,2%) in het percentage wordt in 2013 voortgezet. Het verzuimpercentage is in 2013 2,7%. (CBS tot en met het derde kwartaal 3,5%). De daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de daling van het aantal langverzuimers.

Zie bijlage A voor een schematisch overzicht van activiteiten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De huisarts heeft daardoor in de praktijk vaak te maken met pa- tiënten in verschillende fasen van de oncologische zorg: patiënten in de diagnostische fase, patiënten die kanker

In eerste instantie zijn uw beleidsplan en jaarverslag goed te gebruiken voor de interne evaluatie van uw praktijkvoering.. U kunt daarmee van jaar tot jaar uw resultaten analyseren

Om te kunnen voldoen aan de eisen ingevolge de Kwaliteitswet Zorginstellingen (KWZ) en de gangbare certificeringssystemen voor huisartsenpraktijken (zoals

 ervoor zorgt dat de medische middelen geschikt en direct beschikbaar zijn voor gebruik.  geen verlopen medicamenten en middelen gebruikt bij

Het NHG zal in 2020 de ingezette strategie ‘Route 2022’ verder ten uitvoer brengen. Vanuit de behoefte aan focus en haalbare doelen is prioritering van werkzaamheden aan de orde.

Wat zijn de voorkeuren van patiënten ten aanzien van controle na borstkanker in de eerste lijn versus de tweede

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor