• No results found

tekstbegrip 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "tekstbegrip 2016"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VAK : TEKSTBEGRIP

DATUM: MAANDAG 18 JULI 2016 TIJD : 08.15 – 09.45 UUR

Tekst 1 DE GEUR VAN GEBAKKEN VIS … (Een oud verhaal)

I II III IV V VI 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39

Gebakken vis is een bijzondere lekkernij in Japan. Hij wordt klaargemaakt in aparte gebakken-vis-winkeltjes, die vaak beroemd zijn om hun koks of zeer bekende eigenaars. Tempura heten deze eethuisjes. Men krijgt er niet alleen de meest wonderlijke vis opgediend: inktvis, zeepaling en allerlei wonderlijke schaaldieren maar ook wonderlijke bijgerechten als kommetjes bamboestruiken en bloemblaadjes. Dit alles gaat vergezeld van een kom vol droge rijst, want zonder rijst is een Japanse maaltijd ondenkbaar.

De Tempura-eethuisjes zijn al eeuwen oud. Twee en een halve eeuw geleden, toen Ooka rechter in *Edo was, vond men ze ook reeds in vele straten. Ze waren herkenbaar aan hun grote lampions, die als een grote gele maan of wijnrode planeet voor het huisje zweefden, met de naam van de eigenaar in Japanse tekens op de bol aangebracht.

Boven zo’n eethuisje woonde in die tijd een arme student op een gehuurde kamer. Hij had een vrolijk karakter, maar de eigenaar van het eethuis was een zeer onaangenaam mens en een verschrikkelijke gierigaard. Op zekere dag kreeg de student bezoek van andere arme studenten. De vrienden beklaagden zich erover, dat zij nooit iets anders dan rijst konden betalen. „Ach”, zei de vrolijke student, „ik eet mijn rijst iedere dag, terwijl de eigenaar van het eethuis vis bakt. De geur wandelt dan de trap op en ik heb het gevoel of ik rijst met vis eet. Ik ken zelfs de soorten vis: gebakken inktvis, gebakken zeepaling. Smaak, zie je, is immers voor driekwart geur.”

De eigenaar van het eethuis hoorde dit en rende woedend de trap op. „Je betaalt voor de vislucht”, snauwde hij, „of ik klaag je aan voor het feit dat je mijn vislucht steelt.” De student antwoordde: „Een geur is een geur. Iedereen heeft het recht de geuren op te snuiven die hij wil. Ik betaal geen cent.” De eethuiseigenaar werd woest bij de gedachte dat iemand iets van hem voor niets kreeg en hij bracht de zaak voor het gerecht.

Rechter Ooka behandelde de rechtszaak. „En niet alleen, edelachtbare, dat hij de geur van mijn gebakken vis in het algemeen steelt”, riep de gierige visverkoper woedend uit, „hij herkent zelfs de geur van de visgerechten afzonderlijk: zeepaling, gebakken kreeft ….” „En gebakken garnalen”, zei Ooka. En tot ieders verbazing verklaarde hij de student schuldig. „Iemand van zijn eigendom beroven is diefstal”, zei hij. „En ik zie niet in, waarom een geur geen eigendom zou zijn, ook al heeft hij de braadpan reeds verlaten. Als uw hond de straat opwandelt, kan toch ook niet iedereen hem grijpen en zeggen: dat is mijn hond?”

De student was met stomheid geslagen. De eigenaar van het eethuis daarentegen was in de zevende hemel. „Hoeveel geld heb je bij je?” , vroeg rechter Ooka aan de student. „Enkele zilverstukken en wat kopergeld, edelachtbare”, zei de student met angstige stem, „ongeveer vijf yen** bij elkaar. Juist genoeg om mijn huur te betalen. Als ik die niet betaal, lig ik op straat.” „Het gaat hier niet over de straat, maar over geuren”, antwoordde de rechter. „Laat je geld eens zien.” De jongeman nam de munten in zijn

*

Edo: oude hoofdstad van Japan

(2)

VII 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49

hand. Ooka knikte nadenkend. „Doe ze eens van je ene hand in de andere”, vervolgde hij. Hij luisterde naar de klank van het geld en zei toen tot de eigenaar van het eethuis: „Je bent betaald. Als je weer eens moeilijkheden hebt, breng ze dan onmiddellijk voor het gerecht.”

„Maar edelachtbare”, zei de eigenaar, „ik heb niets ontvangen. De dief deed alleen het geld van zijn ene hand in de andere.” Ooka staarde hem aan. „Een straf”, zei hij, „moet gelijk zijn aan de misdaad. De student heeft genoten van de geur van gebakken garnalen, kreeft en zeepaling. En u heeft zojuist genoten van de klank van zilver- en kopergeld. Ik stel als rechter nu vast, dat de geur van gebakken vis betaalbaar is met de klank van geld.”

1 Vul aan.

Met het woord Tempura bedoelt men … A een Japanse maaltijd.

B een soort restaurant. C een vissoort.

D een wonderlijk bijgerecht. 2

Lees regel 1 – 3: Gebakken vis … eigenaars. Welke woorden in deze regels geven aan hoe populair gebakken vis is?

A bijzondere lekkernij B wordt klaargemaakt C hun koks

D bekende eigenaars 3

Lees regel 3 – 7: Men krijgt …ondenkbaar. Welk rijtje is goed?

Zo’n opgediende maaltijd moet bestaan uit … A inktvis – zeepaling – bloemblaadjes. B inktvis – zeepaling – rijst.

C schaaldieren – inktvis – bamboestruiken. D vissoort – bloemblaadjes – rijst.

4

In alinea I en in regel 28 – 29 wordt gesproken over zeedieren. Sommige zijn vissoorten, andere schaaldieren.

Welke twee zijn schaaldieren? A garnalen en inktvis

B garnalen en kreeft C inktvis en zeepaling D kreeft en zeepaling

5

Zie regel 5 – 6: Dit alles gaat vergezeld van … Wat is dit alles?

A alle bezoekers

B alles wat in de alinea staat C de wonderlijke gerechten D zoveel rijst

6

In alinea I gaat het voornamelijk over … A de beroemde koks.

B de bijzondere maaltijden in Japan. C de eigenaars van viswinkels in Japan. D de verschillende vissoorten.

7

Hoe kon je zulke eetzaken herkennen? A Als de maan helder scheen.

B De naam stond op de muur.

C Er hingen gekleurde ballen aan het gebouw. D Ze zagen eruit als een soort planeet.

8

De eethuisjes bestaan al ongeveer … jaren. A 100

B 150 C 200 D 250

(3)

9

Lees regel 8 – 9. Zijn de beweringen juist? I Tempura-huisjes bestaan al sinds het jaar 1600.

II Tempura-huisjes moest je lopen zoeken. A Alleen I is juist.

B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.

10

Lees regel 8 – 14: De Tempura-eethuisjes … gierigaard.

Welke zin over dit stukje is waar?

A De eigenaars van de eethuisjes waren gierig- aards.

B De student in regel 12 was arm, maar hij klaagde niet.

C Ooka en Edo waren twee rechters uit die tijd. D Ooka wasook éénvande beroemde eigenaars.

11

Het eigenlijke verhaal begint bij … A regel 1 : Gebakken vis …Japan.

B regel 8 : De Tempura eethuisjes … oud. C regel 12 : Boven … kamer.

D regel 14 – 15: Op zekere dag … studenten. 12

Welke tekening komt overeen met de beschrijving op regel 9 – 12. A B C D 13

Lees alinea III en zeg of de beweringen juist zijn of niet.

I De vrienden zeiden dat ze wel groenten aten maar nooit vis.

II De student vertelde dat hij deed alsof hij gebakken vis at bij zijn rijst.

A Alleen I is juist. B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.

14 Zie regel 20.

De eigenaar van het eethuis hoorde dit en … Wat hoorde hij?

A het geklaag van de bezoekers B het gelach van de huurder

C wat de bezoekers zeiden over de rijst D wat de huurder zei over de geur

15 Lees alinea IV.

Welke zin klopt niet met wat er in de alinea staat?

A De eigenaar klaagde de student aan.

B De eigenaar vond dat de student een dief was. C De student moest de eigenaar betalen.

D De student wilde de eigenaar wel betalen. 16

Lees alinea IV nog eens.

Uit verschillende regels blijkt, dat de eigenaar van het eethuis heel erg boos was.

Welke regel hoort niet daarbij? A regel 20 : De eigenaar … op. B regel 20 – 21: Je betaalt … hij, … C regel 22 – 23: Iedereen … wil.

D regel 23 – 24: De eethuiseigenaar … kreeg, …

(4)

17

Zie regel 29: En tot ieders verbazing … Iedereen was verbaasd over …

A de aanklacht van de eigenaar. B de diefstal van de student. C de uitspraak van de rechter. D de woede van de huiseigenaar.

18

In regel 30 staat: …van zijn eigendom beroven … Over welk eigendom gaat het dan?

A een braadpan B een geur C een hond D een vissoort 19 In regel 29 – 30 staat:

... verklaarde hij … schuldig.

Als de student al schuldig was, waarom gaat de rechter dan door met praten? (r. 30 t/m 33). A Hij legt uit, waarom hij de student schuldig vindt.

B Hij vertelt aan de student welke straf die zal krijgen.

C Hij vertelt over een hondendief die ook straf kreeg.

D Hij waarschuwt voor loslopende honden op straat.

20 Lees alinea V.

Wat was de misdaad?

A herkennen van de vissoorten B niet betalen van de huur C stelen van een eigendom D stelen van gebakken vis

21

Lees regel 34: De student … geslagen. Dat betekent: De student …

A begreep de rechter niet. B kon helemaal niets zeggen. C was bang voor een pak slaag. D werd erg boos.

22

Lees regel 34 nog eens: De student…geslagen. Waarom eigenlijk?

A De rechter verbood hem te praten. B De rechter zei dat hij ongelijk had. C Hij kon zijn huur niet meer betalen. D Hij zou op straat terechtkomen.

23

Lees r. 34 – 35: De eigenaar … hemel. Deze uitdrukking betekent:

A De eigenaar schrok zich dood. B De eigenaar was heel blij. C De eigenaar was woedend. D De eigenaar was zenuwachtig.

24 Hoe werd de eigenaar betaald? A met gewisseld papiergeld B met het gerinkel van de munten C met kopergeld

(5)

Tekst 2

LEGUAAN

I II III IV V VI VII 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 Wie wildvlees wil eten, moet weten waar hij het haalt, want wild haal je niet even

bij de slager of bij een speciaalzaak. Het beste is als je zelf gaat jagen, maar voor wie dat niet kan, zijn er wel wat plaatsen waar je een stuk wild kan kopen. Op de Centrale Markt bijvoorbeeld kan je achterin – naar gewicht – een goed gerookt stuk pingo kopen. Heerlijk voor de afingi*.

Ook een stuk hert of een stuk van een haas (hei) is soms nog te krijgen, maar wat ik nooit op de markt heb gezien, is leguaan. Hoe kom je aan een stukje boomkip op je bord? „Leguaan haal je in de busi langs de weg”, vertelt Leandro, zelf een groot liefhebber van ‘groene kip’. Zodra ik met hem begin te praten over leguanenvlees, gaan zijn ogen glinsteren. „Ja man, heb je eentje voor me? Lekker in kerrie toch? Mijn moeder maakt de lekkerste leguaan in Suriname.”

Het vangen van leguanen is seizoengebonden. Gedurende de maanden juli en augustus is het hoogseizoen. Er zijn mensen die echt alleen op leguanen en hun eieren jagen. Er zijn veel liefhebbers van dit groene beestje waarvan je zou denken dat er niet veel vlees aan zit. Maar volgens de familie Njo is dat helemaal niet waar. Je moet natuurlijk wel een behoorlijk exemplaar kopen; er zijn kanjers van wel bijna 4 tot 5 kilo. „Ik koop het liefst de vrouwtjes, want die hebben meestal nog eieren in zich. Die zijn heel lekker.”

Schoonmaken doet Mama Njo niet zelf. Het is nogal moeilijk werk en je moet sterk zijn. Eerst moet de huid eraf; villen heet dat. Het villen op zich is heel zorgvuldig werk waarbij met een vlijmscherp mes insnijdingen worden gemaakt in het vel van de leguaan. Dat wordt dan met lange, strakke rukjes afgetrokken. Je moet ook weten waar de galblaas is, want als die openbarst tijdens het villen, wordt het vlees onbruikbaar bitter.

Dan wordt de buikzijde van de leguaan voorzichtig opengesneden. Galblaas en milt worden snel in hun geheel weggesneden voor men de andere ingewanden verwijdert. Daarna volgen direct de eventueel aanwezige eieren, ook heel voorzichtig en dan wordt het dier gewassen met veel zuur en in kleine stukken gekapt om in 15-20 minuten opgediend te worden. Het is geen taai vlees dat je in de snelkookpan moet doen. Het gaat snel, in een stevige massalasaus met veel tomaat en peper; 20 minuten laten stoven en dan is het klaar. Smakelijk eten!

Er is verschil in leguaneneieren. Als je mensen hoort zeggen: „Mi nyan legu eksi,” dan kan men het over twee soorten eieren hebben. Allereerst de bere-eksi. Dat zijn de eieren die nog niet gelegd zijn. Ze zitten nog in de buik van het wijfje. Net als kuit bij vissen. Bere-eksi zijn zachte, gele balletjes die heel voorzichtig behandeld moeten worden. Bere-eksi gaan helemaal op het laatst in de saus: ze moeten lekker zacht blijven. „Ze moeten wel stollen maar niet hard worden, anders zijn ze echt niet lekker”, verzekert mama Njo.

De leg-eksi zijn de eieren die geraapt zijn nadat het wijfje ze heeft gelegd. Ze worden gekookt en dan ook in een (massala) sausje gedaan. „Smaakt net als gewoon kippenei hoor.” Hetzelfde zegt Leandro over leguanenvlees. „Het is gewoon kip. Wel oké, misschien toch een beetje anders, maar ik kan niet beschrijven hoe anders.” Mama Njo geeft wel toe dat ze het nooit anders maakt dan met massala. Maar met een lekker pittige ketjapsaus zal het ook wel even lekker zijn.

*afingi  soep van cassavemeel

(6)

25 Alinea I gaat over …

A de jagers van wildvlees. B hoe je wild klaarmaakt.

C hoe men aan een stuk wild kan komen. D verschillende soorten wild.

26

In regel 1 staat: Wie wildvlees wil eten, … Met wildvlees bedoelt men …

A vlees dat afkomstig is van allerlei dieren. B vlees dat alleen op de markt te koop is. C vlees dat bij alle slagers te verkrijgen is. D vlees dat niet gekweekt is door mensen.

27

De gemakkelijkste manier om volgens het verhaal aan wild te komen is …

A jagen.

B kopen bij de slager.

C kopen op de Centrale Markt. D kweken.

28

Zijn de beweringen hieronder juist of niet? I In alinea I wordt aan liefhebbers van wild het advies gegeven om zelf op jacht te gaan. II Je kunt geen wild eten als je niet zelf op jacht gaat.

A Alleen I is juist. B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.

29

Zie r. 2 – 3: … voor wie dat niet kan. Het woordje dat verwijst naar …. A wild eten.

B wild kopen. C zelf jagen. D zelf klaarmaken.

(7)

30 Wat is niet waar?

Op de Centrale Markt kom je gemakkelijk aan … A een flinke boomkip.

B een hoeveelheid hertenvlees. C een stuk gerookte pingo. D een stuk verse hei.

31 Wie is Leandro?

A de man van moeder Njo B de schrijver van het verhaal C een ervaren jager op wild

D iemand die graag leguanenvlees eet 32

Wat is niet waar?

A Leandro praat graag over leguanen.

B Leguanen vind je in de bossen langs de weg. C In regel 10 verwijst „mijn” naar Leandro. D In regel 9 verwijst „ik” naar Leandro.

33

Zie r. 12: Het vangen van leguanen is

seizoengebonden.

Men bedoelt hiermee, dat leguanen … A het hele jaar door te vangen zijn.

B in bepaalde maanden gevangen worden. C op plaatsen gevangen mogen worden. D speciaal om de eieren gevangen worden.

34

Moeder Njo koopt liever vrouwtjes-leguanen, want …

A die zijn groter dan de mannetjes. B die zijn lekkerder dan de mannetjes. C die zijn makkelijker schoon te maken. D die zitten vaak vol eieren.

35

Regel 15: Maar volgens de familie Njo is dat

helemaal niet waar.

Wat is helemaal niet waar?

A dat er heel grote leguanen zijn

B dat er liefhebbers van dit groene beestje zijn C dat er mensen zijn die liever vrouwtjes willen D dat er weinig vlees zit aan leguanen

36 Lees regel 20 – 26.

Eerst moet … aanwezige eieren, … Wat is juist?

Het vlees wordt onbruikbaar, als … A de huid beschadigd raakt. B de galblaas beschadigd raakt. C de milt beschadigd raakt.

D de andere ingewanden beschadigd raken. 37

Zie r.19: Schoonmaken doet mama Njo niet zelf. Waarom niet?

A De eieren kunnen beschadigen.

B De galblaas mag niet openbarsten bij het villen.

C Je moet erg sterk zijn.

D Mama Njo vindt het vies werk. 38

Lees de regels 28 – 30. Het is geen …klaar. Wat hoort er niet bij?

In deze regels gaat het over … A de bereidingswijze van het vlees. B de kooktijd van het vlees.

C het gebruiken van een snelkookpan. D het lekkere, zachte vlees.

39

Zie r. 35: ze moeten lekker zacht blijven. Hoe zorg je daarvoor?

A door de eieren op het eind bij het vlees te doen B door de eieren op tijd uit de buik te halen C door de eieren voorzichtig te verwijderen D door het vlees niet te laten stollen

40 Wat is waar?

A Bere-eksi zijn niet zo lekker als leg-eksi. B Bere-eksi worden reeds in de buik van het wijfje uitgebroed.

C Bere-eksi van de leguanen en kuit bij de vissen zijn zachte balletjes.

D Bere-eksi en leg-eksi worden geraapt en gekookt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Leerlijn Toegankelijke Onafhankelijke cliëntondersteuning.. MAARTEN VAN DEN

Gezamenlijke scholings- en intervisie- bijeenkomsten voor alle Meedenkers, nog beter

• Wat kan ik de komende weken bijdragen binnen mijn organisatie om een prettige werkcultuur te creëren voor ervaringsdeskundigen. • Welke kennis ontbreekt wellicht nog binnen

• Niet altijd bewust dat cliëntondersteuning óók is voor vraagstukken rond schulden, werk & inkomen. • SCP over participatiewet: geen sprake

• Presentatie door Frits Dreschler van Divosa over het project ‘Rechtshulp en het sociaal domein’1. • In gesprek met Wil Evers, beleidsmedewerker bij

Een evaluatie levert kennis op voor de doorontwikkeling van beleid of aanpak of voor nieuw te ontwikkelen beleid of projecten.?. Vijf stappen voor monitoren

Sommigen slagen erin om dat omvattende lijden te overstijgen, maar voor anderen is de stap naar euthanasie dan een keuze voor het minste kwaad.. Ik zou zo graag hebben dat mijn Kerk

Ben je steeds zoet geweest Wees dan maar niet bevreesd Want dan brengt Sint Nicolaas fijn speculaas... O, kom er eens kijken O, kom er