r
Bibliotheek Proefstation Naaldwijk f\ 25
74PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS
Fosfaattoediening bij een witresistent komkommerras in verband met necrose-verschijnselen.
C. Sonneveld csiv30/mvm
Internverslag nr. 30 juli 1989
ft "x 6 ft INHOUD Pagina 1. Samenvatting 1 2. Doel 1 3. Proefopzet 1
4. Verloop van de proef 1
5. Water en meststoffen 2 6. Opbrengsten 2 7. Gewasbeoordelingen 2 8. Gevasonderzoek 3 9. Conclusies 3 Bijlagen
1
-Inleiding
Bij teelten in steenwol in de praktijk treden grote verschillen op in gehalten aan voedingselementen in de steenwolmatten. Onder druppeldoppen liggen de concentraties veelal op het niveau van de bij gedruppelde voedingsoplossing en tussen de druppeldoppen is het aanzienlijk hoger. Teneinde de informatie te verkrijgen op welke waarden (plaatsen) de plant reageert is een proef
uitgevoerd waarin bewust variatie werd aangebracht in het wortelmilieu. De proef werd uitgevoerd in een dubbel gotensysteem met steenwolblokken. De plant wortelde in twee verschillende blokken geplaatst in verschillende goten met ofwel gelijke (controle) ofwel verschillende EC-waarde in de
steenwolblokken. In figuur 1 is de opstelling in beeld gebracht. Proefopzet
In bijlage 1 is de proefopzet opgenomen. De behandelingen zijn dus als volgt: Behandelingen EC in steenwolblokken links rechts 1 0.5 0.5 2 2.0 2.0 3 5.0 5.0 4 0.5 2.0 5 2.0 5.0
De verwachting is dat bij een waarde van 2 een optimale ontwikkeling zal
ting cube (rockurool) trickle irrigation systea
nutrient solution rockwool cubes
2
-ontstaan. Bij 0.5 is de voedingstoestand zo laag, dat gebrek aan bepaalde voedingselementen kan ontstaan en bij 5.0 is het zo hoog dat "zoutschade" zal ontstaan. Bij de behandelingen 4 en 5 kan dan worden nagegaan of deze effecten in een deel van het wortelstelsel worden gecompenseerd door de "standaard" waarden in het andere deel. De EC-waarden worden aangebracht door het toedienen van voedingsoplossing. Gebruikt wordt hiervoor de standaard voedingsoplossing voor tomaat in recirculatie systemen. Getracht wordt door aanpassingen in de doseringen de samenstelling in de recirculatietanks op peil te houden.
In Tabel 1 is de ionensamenstelling weergegeven van de gebruikte basisoplossing.
Tabel 1: De gebruikte voedingsoplossing
Gehalten in mmol/1 voor hoofdelementen en umol/1 voor spoorelementen NO, P -SO. NH? K 4 Ca Mg 10.5 Fe 35 1.5 Mn 10 1.5 Zn 4 0.5 B 20 6.5 Cu 0.5 3.0 Mo 0.5 1.0
In Bijlage 2 kan de meststoffen samenstelling worden gevonden.
Verloop van de proef
Op 13 januari 1987 werden de planten in de kas gebracht. Het ras was Counter. De planten werden op 4 februari op de mat geplaatst. De blokken steenwol waren 10 cm hoog en hadden een oppervlakte van 10 x 15 cm. Ze waren allemaal
verzadigd met voedingsoplossing van een EC-waarde van 3.5. Op beide
steenwolblokken bij iedere plant was een druppelaar aanwezig; dus 2 druppelaars per plant. Geleidelijk aan werden de EC-waarden bijgesteld naar het vereiste niveau. Begin maart waren de vereiste waarden redelijk gerealiseerd. De
druppelsystemen werkten overdag 15 minuten per uur en gedurende de nacht werd slechts enkele malen gedruppeld. De druppelduur was ongeveer 4 uur per etmaal. De watergift per druppelaar was 1.35 1/uur. Per plant werd dus 4x1.35x2- 10.8 1 water per etmaal gegeven.
Water en meststoffen werden regelmatig aangevuld in de recirculatietanks. Een enkele maal werd wat previcour in de tank gedoseerd om wortelafsterving tegen te gaan. Op 3 augustus werd de proef beëindigd. Na afloop van de proef bleek dat er watertransport mogelijk was van de ene naar de andere wortelhelft. Dit gebeurde via het steelwolopkweekblok, dat zo geplaatst was dat het contact had met beide steenwolblokken in de verschillende goten. Dit transport van
voedingsoplossing is niet zo groot geweest dat het de proef verstoord heeft, want de verschillende EC-waarden zijn goed gehandhaafd. Een nauwkeurige berekening van de water- en mineralenopname in de verschillende worteldelen staat het echter wel in de weg.
3
-Vater en meststoffen
In Bijlage 3 en 3a is het verbruik aan water en meststoffen berekend. Omdat het niet mogelijk was de opname aan water en voedingsstoffen nauwkeurig te
berekenen bij de verschillende EC-waarden, is een totaal beregening gemaakt. Gemiddeld over 202 dagen groeiperiode werd 1.69 1 water per m per dag
opgenomen. In totaal was dit dus 341 mm. Per liter water werden de in Tabel 2 vermelde voedingsstoffen opgenomen.
Tabel 2.: Mineralenopname van het gewas in mmol per 1 opgenomen water
NO. 9.2 NH 1.1
P 3 1.3 K 4 6.1
SO 1.3 Ca 2.0
4- Mg 0.7
Analyse voedingsoplossing
De gemiddelde samenstelling van de voedingsoplossing in de recirculatie bassins is weergegeven in Bijlage 4.
Zoals blijkt, zijn de streefwaarden van de EC niet helemaal gerealiseerd.
Vooral in bassin 1, waar de waarde 0.5 zou moeten zijn, is een nogal wat hogere waarde gerealiseerd. Verder zijn de relatief lage gehalten aan K, P en Mn
opvallend. In bassing 3 vallen de relatief hoge gehalten aan P en Mn op.
Opbrengsten
De opbrengsten zijn in Bijlage 5 opgenomen. Een EC van 5.0 verlaagt de opbrengst; als deze in het gehele wortelmilieu aanwezig is. Bij een waarde van0.9 (behandeling 1) lijkt dit ook het geval; betrouwbaar is het echter niet. Bij verschillenden waarden in het wortelmilieu komt de opbrengst weer overeen met de standaardwaarde. Het vruchtgewicht past zich aan bij de laagste waarde die in het wortelmilieu wordt aangeboden; alleen bij de vroege oogst
betrouwbaar.
Kwaliteit
In de bijlage 5, 6 en 7 zijn de gegevens over de kwaliteit opgenomen. Een lage EC in het wortelmilieu vergroot de wankleurigheid. Het effect van verschillende waarden is niet geheel duidelijk; mogelijk past de wankleurigheid zich aan bij de standaard EC-waarde. Goudspikkels en zwelscheuren lijken verminderd te worden door een hoge EC-waarde. Dit is in overeenstemming met eerder gevonden uitkomsten. In deze proef is het effect niet betrouwbaar.
De EC-waarde, het zuurgehalte en het suikergehalte van het vruchtensap wordt duidelijk door de EC beïnvloed. Bij verschillende waarden in het wortelmilieu worden waarden gevonden die dicht bij de standaard uitkomst liggen.
Ook doorkleuring en uitstalleven werden door de EC beïnvloed. Bij verschillende waarden vindt weer aanpassing plaats naar de standaardwaarde.
4
-Wortels
Veel wortels lagen naast de steenwolblokken in het water in de goot. Daarom kon vrij gemakkelijk een beoordeling op hoeveelheid en kwaliteit worden gemaakt. In Bijlage 8 zijn de resultaten opgenomen. De hoeveelheid wortels is bij de
standaard EC van behandeling 5 gering. Een verklaring hiervoor is niet
aanwezig. Afsterving van wortels lijkt wat meer voor te komen bij behandeling 1.
Gewasonderzoek
In de Bijlage 9, 10 en 11 zijn de resultaten van de gewasanalyses opgenomen. De monsters van blad, vrucht en wortels werden gespoeld met Teepol oplossing en gedemiraliseerd water.
Bij een lage EC in het wortelmilieu wordt meer Na, Ca, Mg, en Cl opgenomen in het jonge blad. K, P en N zijn daarentegen lager. Bij hoge EC treedt het
bekende effect van wat hoger K en lager Ca op. Bij verschillende EC-waarden in het wortelmilieu treedt grotendeels weer vereffening naar de standaardwaarde op. Voor wat betreft de spoorelementen is alleen voor Mn effect aanwezig. Voor wat betreft de vruchten komen de bij het blad aanwezige effecten minder duidelijk naar voren of ontbreken zelfs geheel, zoals voor Ca en Mg.
Bij de wortels doen zich enkele merkwaardige effecten voor, die afwijken van effecten in het blad. Dit zijn de volgende. De lage Ca bij behandeling 1. De opname aan Ca is bij deze behandeling juist groot geweest. De mogelijke compensatie die optreedt bij de lage EC van behandeling 4 zou opvallend zijn. Het algemeen hoge Fe-gehalte in de wortels. Het zeer sterke effect van de EC op het zinkgehalte is eveneens opvallend. Het is hoog bij lage EC-waarde in het wortelmilieu.
Conclusies
Uit het onderzoek zijn de volgende conclusies te trekken.
- Bij een gerealiseerde EC van 0.9 in het wortelmilieu schiet de opname van bepaalde elementen blijkbaar juist tekort voor een maximale opbrengst. Indien echter op andere plaatsen binnen het wortelbereik een voldoende hoge
EC-waarde aanwezig is, is de plant in staat het tekort aan te vullen en worden voedingsgehalten in het gewas aangetroffen vergelijkbaar met die, verkregen bij standaardwaarden in het wortelmilieu.
- Bij een gerealiseerde EC van 5.2 in het wortelmilieu wordt een te lage opbrengst verkregen als gevolg van een te hoge osmotische druk. Een lager EC-waarde binnen het bereik van de wortel compenseert deze effecten.
- Ten aanzien van de kwaliteit geldt dat de effecten die bij te lage of te hoge EC-waarden optreden goeddeels worden vereffend naar de waarden gevonden bij standaardwaarden als deze in een deel van het wortelmilieu worden aangeboden. Ten aanzien van lage EC-waarden mag enige twijfel blijven bestaan, of de negatieve effecten van deze lage waarden op de kwaliteit, geheel zullen verdwijnen als plaatselijk standaardwaarden worden aangeboden.
Het feit dat het effect op het vruchtgewicht blijft bestaan kan een
aanwijzing zijn dat dit niet het geval is. Grove vruchten geven gemakkelijk wat kwaliteitsafwijkingen.
5 t,//
tL
GESCHEIDEN WORTEL SYSTEMEN BIJ TOMAAT Projekt A23
Onderzoeker W. Voogt
Tijd jan.-juni '87
Plaats 103-12
Onderzoekthema plantevoeding Doel
Bestuderen van de effekten van verschillende EC-waarden bij het wortelstelsel van eenzeifde plant.
Proefopzet
Tomatenplanten worden geteeld in een systeem waarbij de wortels zich over twee steenwolmatten kunnen verdelen, die verder volledig gescheiden zijn wat betreft water en voedingsoplossing. In deze twee steenwolmatten worden continu twee ver schillende EC-waarden gehandhaafd. De volgende combinaties worden in de proef opgenomen. Behandelingen EC wortelmilieu mS.cm ^ links rechts 1 0.5 0.5 2 2.0 2.0 3 5.0 5.0 4 0.5 ' 2.0 5 2.0 5.0
De EC wordt zo nauwkeurig mogelijk rond deze waarden gehandhaafd, door te recircu-leren en zeer frequent water te geven. De voedingsoplossing wordt wekelijks gecon troleerd en aangepast. De standaardvoedingsoplossing voor tomaat in recirculatie 'wordt toegepast. Indien de Na of Cl concentratie hoger wordt dan 4 mmol.-!, wordt
de oplossing ververst. Waarnemingen
- Groei en ontwikkeling van het gewas - Produktie: aantal en gewicht
- Kwaliteit: neusrot, bont, bewaarkwaliteit - Gehalten voedingselementen in de oplossing - Gewasonderzoek
Voedingsoplossing 103-12
Tomaat gescheidenwortelsysteem 1987 vast
Oplossing A Kalksalpeter Ammoniumnitraat Kalisalpeter Ijzerchelaat DTPA 6?ó 200 maal geconcentreerd 50 liter • 6.000 g 700 = 560 ml 4050 326 75 liter 9.000 g 1050 = 840 ml 6075 489 Oplossing B Monokalifosfaat Kalisulfaat Bitterzout Mangaansulfaat Zinksulfaat Borax Kopersulfaat Natriummolybdaat 2.040 870 2460 17 (12) 19 1.2 1.2 3060 1305 3690 26 (18) 28 1.8 1.8
y 2
Voedingsoplossing 103-12
Tomaat gescheiden wortelsysteem 1987 vloeibaar
200 maal geconcentreerd
Oplossinq A 50 liter 75 liter
Kalisalpeterzuur 860 g = 630 ml. 1290 g = 945 Kalicorbonaat 860 590 1290 885 Kalksalpeter 9600 6400 14400 9600 Ammoniumnitraat 700 560 1050 840 Magnesiumnitraat 4000 2960 6000 4440 Ijzerchelaat DTPA 6% 326 489 Mangaansulfaat 17 26 Zinksulfaat (12) (18) Borax 19 28 Kopersulfaat 1.2 1.8 Natriummolybdaat 1.2 1.8 Oplossinq B Kalisalpeterzuur 1880 g = 1380 ml. 2820 g : : 2070 Kalizwavelzuur 6000 4720 9000 7080 Kalifosforcarbonaat 6490 4420 9735 6630 Kalicarbonaat 1640 1130 2460 1695
)
)
/?v /*ƒ*- 3E C
lA^cCtlv p * /to o a J * * "Z Uo/ yj$X<r&^+*ï^
'WCv V iYöj^J-lw' rp /o Jl 7^r Avii 5"S" 2. © /Ovu^ 3/ .X 3 7 7 } M ° v V 8 o 2.0 o>
k K)0-k ci ^t-*sU. 2 tl a^cLct-o^tA d C j o J L / ^ 5" /nJ-5" 2 o 6~ SYyysL* I If.s J* Zo <k \(^So^I Vc wo
3 6 •lofJl'n< pt* : *«A*U <^o *yo 4 on Ai-«-^.^pOWV ^wctout^' /y>r4À. ott-'3 { -A o o j &/2.6~*£. S>i4S£ h (f O O sVvis£* d^JL é y o ^ !"Jo s(. — l o o f ^ V o T - ^ 2-So J , 2 . Î 0 J , Z ö o A <>^^L«rVV--vv» ^ C>. £" 1 O 14" Ö. 2» î" Vv\ vwo I j4 ^ ^6 C^fl^t^V?V»vv> - ^--Wvvwftl W W O ^ /^d_\Too. ^ tetvAj«Cfcuv^ er^c^^oc'v-dl O../. ^Ta_ ^ ©. o JT/Y<? ^ O./ /t/A f
/Wi
/3 Lf / 4. £ A- 3$-.
/i/k. a^ÂA*.hlA4s&. V\rSL^U\ I t-Äfu-l ƒ» O r if* O etjuty !c *ls£44^~i-<*su~ ^V-ICK efyo~^JL**4-ld*r lol O U
SUw /® /. "^0 ÄZUi^rwt, OiyLLlJUx^ "Lb t^- &• / ^ Cj^ •'Vt-K
R-JS
*^-y U. ./P -oa><^X4--g)-«^è" „
^1» O
~LC**S£ AATQÀÂ^ SKRT*ÀIR^U<WH.
T O. £ O O *L
2üT_ ,=r i.b ^ / CL&^ f /Vu, .
iTc^v/lo 'Uxa,"^. /VkvtA V v-Vo^-w
f\JO^ l 8 9| 2.0 Lf V w W N » I ".> 2 ^Vvu^vuo y /.-^ 0^0 4^vcrv-l^vt IwuÀ-t-U
"? 2.S 9^3 /.3 5 0 y l £ S t j l 1 - 3 N H Lf 2. 3 ïT5"o /. / K ^ V 7 ° ^ /
Co.
Lf i é SS"
2.
o
Z7^ l ^ Ho o.J?9.
^i 1 ~i 1 ni 'T/t'vi ^/X'iv' /^l^- 5.^HSTZ I
ST+DI Z
YLR+JE.
3
E C o . s ß c 2 s E C r . o fo n 2 O Li 5:y £C 0.3 A/M », C. I à. I 0. / k 0. g Lj ƒ £. 9 /\/<k 4* i..£ 9*? C d i . i $ . } H . 3 . 0. p a 7, v. £ / V ^ (fJ / & £ Vo.V C l e>.) \ û £ o . p 50^ /.3 2.# 5To H C 03 0.2. , 0 / o j "P 0.// I /.s*? I T«. So j 4^JÙO
M h 0 .4 i.z ip.ù 2h 2.? £yt 29 ü> 29 ^2. /Ô^ C u 0.3, / . t f 2 . /14 0 0 J A e l e v w e ^ Vcv\x t C 0.5" r . 2 / •Hot. a vi^kii 1^uv-j ^uvv^
(W.(jLl^c. . Il ^/^vir^^vvV^Vvv* 00/ tl AAVW<vv^^V\/ 11
-tohcKa.1 3-P-?7-fta-wV«*A U.^ j//*„ £****> ^lavvVxl lc^ \fv.
C
\&MJ
1 33 1.3 70 2p s 2.2.7 ra 2 3 2 i . r L } 1 1 L 2 9 . 6
3
J8
J?.3
^2.
3
O
32A/
p/
V
3 V
1 3 ? c279
I t f . Z . 83
5- 33 2./ £j" I f } l i p . 8 » L S O o o rt*s.
v\ s
5.5
hs
2.f
v>s
U> OM lt 1.
S-ovAs)p»\c,
^ Icdv*
"2wt!
S-ovAs)p»\c,
^ Icdv*
1
2 t . Z1.8 2
° 7 V
-1
17.2
2.317
.0.7/
3
2.3
u'?
0.«/£
V
\û. 2.
2 . U0.7/
5
I O. 3
2.3 V
o . J oL$ C> 0.0
13. t>
0. £3
Jo s
K* w* à-c> o - 3&
¥- Vv\èey
o - 5"
Inwendig« kwaliteit * EC-vrucht Behandeling inzet EC 21/4 4/5 29/5 19/6 3/7 gem. 1. 0.5 - 0.5 2. 2 - 2 3. 5 - 5 5.3 5.6 6.1 4.8 5.7 6.0 4.2 4.8 5.3 4.3 4.6 5.2 4.1 4.8 5.2 4.5 5.1 5.5 4. 0.5 - 2 5. 2 - 5 5.7 5.6 5.5 5.7 4.5 5.0 4.6 4.7 4.8 4.8 5.0 5.1 gemiddeld 5.7 5.5 4.7 4.6 4.7 p-vaarde 0.15 <0.01 <0.01 0.06 0.05 0.001 LSD (5Z) 0.6 0.4 0.45 0.5 0.6 0.2 * Zuurgehalte Behandeling Zuurgehalte inzet 21/4 4/5 29/5 19/6 3/7 gem. 1. 0.5 - 0.5 2. 2 - 2 3. 5 - 5 6.77 7.23 8.09 5.87 6.86 7.63 5.51 6.13 7.17 5.63 6.21 7.33 5.64 6.69 7.67 5.88 6.62 7.57 4. 0.5 - 2 5. 2 - 5 6.90 7.58 6.54 7.04 6.38 5.93 6.28 6.27 6.53 6.82 6.43 6.82 gemiddeld 7.31 7.23 8.09 6.90 7.58 p-waarde 0.05 <0.01 0.01 <0.01 0.02 <0.01 LSD (5%) 0.86 0.67 0.71 0.31 0.92 0.27 * Refractie Behandeling Refractie inzet 21/4 4/5 29/5 19/6 3/7 gem. 1. 0.5 - 0.5 4.05 4.00 3.95 4.30 4.00 4.06 2. 2 - 2 4.10 4.05 4.15 4.30 4.10 4.14 3. 5 - 5 4.40 4.45 4.60 4.85 4.65 4.59 4. 0.5 - 2 4.00 4.05 4.00 4.30 4.00 4.07 5. 2 - 5 4.30 4.10 4.20 4.30 4.15 4.21 gemiddeld 4.17 4.13 4.18 4.41 4.18 p-waarde LSD (5Z) 0.19 0.04 0.02 0.03 0.01 <0.01 0.41 0.27 0.30 0.34 0.30 0.12
Resultaten: Uitwendige kwaliteit I ^$9" " * Ooorkleuring Behandeling Doorkleuring inzet 13/4 27/4 11/5 25/5 9/6 22/6 gem. 1. 0.5 - 0.5 4.5 3.6 3.8 4.7 4.3 5.2 4.3 2. 2 - 2 4.1 3.1 3.0 4.4 4.0 4.9 3.9 3. 5 - 5 3.4 2.9 2.9 3.7 3.7 4.1 3.4 4. 0.5 - 2 4.4 3.0 3.4 4.0 4.2 5.2 4.0 5. 2 - 5 3.7 3.1 3.1 3.8 3.6 4.6 3.6 p-waarde 0.11 >0.2 0.07 0.05 >0.2 0.2 <0.01 LSD (5%) 0.9 • 0.7 0.7 • 1.1 0.33 * Uitstalleven Behandeling Uitstalleven 22/6 inzet 13/4 27/4 11/5 25/5 9/6 22/6 gem. 1. 0.5 - 0.5 9.1 11.4 7.7 3.2 2.8 3.5 6.2 2. 2 - 2 7.9 13.1 6.6 4.5 3.0 4.5 6.6 3. 5 - 5 12.7 17.5 8.9 5.3 4.7 5.5 9.1 4. 0.5 - 2 7.1 14.8 7.8 3.7 4.5 4.1 7.0 5. 2 - 5 10.1 14.8 7.5 3.9 5.1 3.3 7.4 Gemiddeld 9.4 14.3 7.7 4.1 4.0 4.1 p-waarde <0.01 0.1 >0.2 0.1 >0.2 >0.2 0.02 LSD (5%) 2.1 4.6 2.2 1.5 3.5 3.3 1.4
p w-vvtcbo /l/*y ^€.K Ô — lo . s**uu*~ 'tvn^l^Q *~* ^ I". 0- ^ ({ Jtsj** öCc > V £ ® W i w , f y c U , ® or I o.r t s / t . 2 ?••*/?•? 7-3/7-r ? - ° / p ' r 2 . 0 \ l.o rg/s.i ? . i / $ . s L s / } . z i . l / 6 . 2
R . O I R O
L S / L T .
P . / / £ 3
1 - I M 7 - V / 7 - 2
o
. î u .o
^.«/f.s
P ? / ? f ? - 3/ ? z-?-V?-°
v o j s . o 4 ^ / ^ s - fri/f-r V-5/^.2- Ç - V ^ / W CA^A/i CVL^M^/V^W» 4L v 0^i^LLt^iA-u^4> —. •-VV? cLtSiCr Ö — S . E c "/<£ W-w o . r l o . r 0 . 2 / \ ' H X . v / L o 2 . o j i . a o z / o . S " l . i . f f , 8 S o l s . o o . s / o - S ~ l . s / 0 . 8& S L
2
.0
/ . o / o,5"
1.8/1.2.
2.0 IS".©L b
J o .
2. JLr//«&»4
«*-<»
%M~
S.
o
/ 3 O
2.2/2./
/.S//.0
U / I J
ju/*-®
1.
5/ /. /
1 . 0 / X X
/.*/ /.£
N U S
/.5//.0
Lout •<-ill,#, y, • A. idealst
.
<V*»v Vv\ ^Im>i CKjO. Ij3<f I?
s\rGt*** li « uw oy c b*-*" « w. ix -£ -P7-
O-^-vn <m$BT+-I HQ ZQ-É-FFß.
; » J—» fixiv * 23
*
5
/
2 " H 5*dr. stof 11.5 10 .if 11.0 "V
H.F
10.IF
10.3
19 lo. 1 10 .VNa HV 3o
S~L
SZ.
L\B
4$ 5"SK
/
bbq qnb U08 Sbcj C|32. bs& qfeo loSI Q ob lO\2. Ca
I
SCJ
1 (?S^ SSh bo% bS^) CjOM G z oIS S
S10 Mg' I
2J00 (S3 l b ) t bb mb \b<* lbo
LOZ.
ibbP \ 2
JD )%0
i q * > 9 ° 190 1SH 2J03 üb loo 112. Cl So 2J0 S<i 3$ Ub Si 38fco s-6 3b N-tot sss5 39m 3C|hr 3éöC sboH 3»! 33 323? 3S3o 3kU 34 Sb
NO
3 8 0 \lb 198 8*\&I
2-iq 196 1^2. 25c? S-tot 3 s o 3 9 8 W 3 h O 38t(BIB
r~ stS Hcjl S"^ 4 a a S04 z*8 2.SL ioq 2.}2-F*
LrJ 00 1 H2.S 3 4 8 3qb 3^3 MnO,*} 2&o
<+YIB
1.^83,^O
0,^8 9-ft 4,1*1 $ 3 4Fe 2.,st V2. V^8 1,0?
l^°
\,c|8 l.CjO Zn o^b 0/*3
°,^
0,98 , QSZ o s qO^TO
0,32B M432 3,23 K S 3 5.-*} 3, K3
&.ÎO
(s>,2-0BTF!? BOA B.OQ
To
M
~ y
0
P/AJ+,T$4VI SV6**S
Ç^lsIL^Asl/fc+Vi /VA^V Jt^ijL^-i^^y^yu /W) /Vv\ w\ ô
I • l<
/ ~
b - 8 tj/
O. WvaXX^UU'o<^UL
/V~ft>vv t ^•<jl / 2 3 <r 5" dr. stof H 5 . 2 Ç. é V-5 Na sc\
lo \S zs 2,1 K c\\o iu(? O CO cr- uo ? W l b Ca 34 do 34 3L Mg fer bo&
W P *2.8 ltc| I to \ ¥> 1R
Cl flfc> fee fci b oN-tot \boo \ Z £ \ $ t3>02.
»ITS
m^3NO
3S
8
^
b&
S-tot sb rfo5"!
5<i S? S04 Ub 33IS 3H Z8
Mn q i SOJO
Oi^ q^03W
Fe S,3}UT
q&8 q$2 Zn \o,ofe ^,*2. V19 BUS
1.0Û ),2_8 Cu00}
Offo^09 0.30
uf evtUo —-^s> ? P p <ß y 14- ^c.
/,
JFBFI
^v>J9
vrt/w^Vh v*v\ v-fuo Vyn.a/toui.'eu^^ ^T/-«KW -t-n.» <^V»V>V> O 1 - J
/
z3
9 *
( f # * r*sv?"
dr. stof V.2V.2.
**
9.-3 t*./ woç.'
•9°
NaiSM
\ C \ ^139
t*./ woç.'
•9°
K\2_tn
£ctl mc?8
i8q£ \qfc<t
Ca 2&\3q2. 2Jto vS^ib
tJot, 3Q&
Mg 22±\\qo
I b Z2XX> »9*
Pm6
s-io 3ir Scq S"l(?
Cl
2.0I
ms q&
\fcfo1
IN*
U2.
\OH
N-tot
s\sS
iaifc 303H 3>lo8 3oio StqV 30$i
NO
3882. \Ctti US* 8 IS q<i8 \\b3
\Q32-S-tot
iq6
\ ( f ido ISDO