• No results found

~ ‘OVERLEVEN KUN JE LEREN’ ~ DRIE VOORLICHTINGSBROCHURES (1952-1961) VAN DE BESCHERMING BEVOLKING EN DE OMGANG MET OORLOGSANGST TIJDENS DE KOUDE OORLOG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "~ ‘OVERLEVEN KUN JE LEREN’ ~ DRIE VOORLICHTINGSBROCHURES (1952-1961) VAN DE BESCHERMING BEVOLKING EN DE OMGANG MET OORLOGSANGST TIJDENS DE KOUDE OORLOG"

Copied!
78
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

~

‘O

VERLEVEN KUN JE LEREN

~

D

RIE VOORLICHTINGSBROCHURES

(1952-1961)

VAN DE

B

ESCHERMING

B

EVOLKING

EN DE OMGANG MET OORLOGSANGST TIJDENS DE

K

OUDE

O

ORLOG

Roos Louisa Varekamp 5731569

Masterscriptie

Sociale en Culturele geschiedenis Universiteit van Amsterdam 25.656 woorden

Eerste lezer: mw. dr. Natalie Scholz Tweede lezer: dhr. dr. Moritz Föllmer Amsterdam, 7 december 2015

(2)

~

2

~

~ Inhoudsopgave ~

Inleiding

…4

Hoofdstuk 1: Cold War Culture en de civiele verdediging

…12

1.1 Cultural Cold War en Cold War Culture

1.2 Amerikaanse Cold War Culture en de civiele verdediging 1.3 Europese Cold War Culture(s) en civiele verdedigingen 1.4 De Engelse civiele verdediging

1.5 Conclusie

Hoofdstuk 2: Oorlogsangst en de BB

…24

2.1 Oorlogsangst in Amerika en West-Duitsland

2.2 De organisatie Bescherming Bevolking (1952-1986)

2.3 De situatie in Nederland in de jaren vijftig en zestig en de veranderende houding van de Nederlandse bevolking

2.4 Bart van der Boom en Rieke Leenders

- 2.4.1 Bart van der Boom, Atoomgevaar? Dan zeker BB. De geschiedenis van de Bescherming Bevolking (2000)

- 2.4.2 Rieke Leenders, Als de hemel valt: Bescherming Bevolking tussen fantasie en werkelijkheid (2001)

2.5 Conclusie

Hoofdstuk 3: Drie voorlichtingsbrochures (1952-1961) van de BB …43

3.1 Brochure 1: Leidraad voor de bescherming tegen atoomgevaar (ca. 1952) - 3.1.1 Enkele reacties

- 3.1.2 Conclusie Leidraad

3.2 Brochure 2: Atoomgevaar? Dan zeker de BB (augustus 1956) - 3.2.1 Het ontbreken van reacties

- 3.2.2 Conclusie Atoomgevaar?

3.3 Brochure 3: Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf. BB en De Toelichting (25 september en oktober 1961)

- 3.3.1 Inhoud brochures - 3.3.2 Enkele reacties

- 3.3.3 Conclusie Wenken en De Toelichting 3.4 Conclusie van de drie brochures

Conclusie

…70

(3)

~

3

~

(4)

~

4

~

Inleiding

Als ‘Wandelstok Wandelstok twaalf twaalf’ in een telegram uit Den Haag zou komen, moest Amsterdam direct ontruimd worden na een atoomaanval van de Russen. Volgens het evacuatieplan zou het acht uur duren voordat de laatste Amsterdammer de stad zou hebben verlaten. In de jaren zestig werd deze evacuatiegedachte steeds meer losgelaten, omdat het besef groeide dat vluchten voor een atoomaanval eigenlijk onmogelijk was.1

Met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in het achterhoofd en de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki en de daarop volgende nucleaire holocaust ontstond er in de Westerse wereld een ‘mentale apocalyps’. De angst uitte zich in verschillende gedaantes: Doomsday fantasies werden gecreëerd en een cultuur van civiele verdediging werd opgericht. De bevolking werd enerzijds aangemoedigd om hoop te blijven houden, want ‘de bom zal toch niet vallen’, en anderzijds werd er toch informatie verschaft over een eventuele nucleaire aanval; wat gebeurde in de vorm van strips, folders en handleidingen.

Eind jaren veertig en begin jaren vijftig was er sprake van een serieuze oorlogsdreiging. De constatering na de Tweede Wereldoorlog was dat een oorlog niet alleen meer een strijd tussen legers met conventionele wapens zou worden, maar een strijd tussen ideologieën en staten met nieuwe krachtigere wapens dan ooit tevoren. De oorlog was ‘totaal’ geworden waardoor er een totale verdediging moest komen: zowel militair als civiel. De maatschappijen waren één groot doelwit geworden, maar het zou onmogelijk zijn om totale bescherming te bieden aan de burgerbevolking. Het enige wat men kon doen om de eventuele ontwrichting zo goed mogelijk op te vangen was door voedselvoorraden aan te leggen, noodziekenhuizen in te richten, noodverordeningen op te stellen, noodhavens voor te bereiden en schuilkelders aan te leggen. Daarnaast moesten er civiele verdedigingen opgericht worden die de bevolking tegen een bombardement en de bestraling zou beschermen en voorlichting diende te geven over de eventueel komende gevaren. In het kader hiervan werd er in Nederland in 1952 de Bescherming Bevolking (BB) in het leven geroepen.2 De BB, bestaande uit vrijwilligers, werd opgezadeld

1 M. Traa, De Russen komen (Amsterdam 2009) 146 en 150-152.

(5)

~

5

~

met een onmogelijke opdracht: de organisatie had als taak de bevolking te beschermen en voor te lichten over de onmiddellijke gevolgen van een (nucleaire) oorlog. Daarnaast had de BB diverse andere taken zoals het blussen van branden, het redden van burgers en het verlenen van logistieke hulp na en tijdens een aanval. Niets leek de BB in de weg te staan, maar in plaats van een triomftocht werd het een lijdensweg. Vanuit verschillende lagen van de maatschappij werd er met spot en hoon op de BB gereageerd, omdat men overtuigd was dat niets zou helpen bij atoomaanval.3 Dit hulpeloosheidsgevoel dat onder de bevolking leefde werd echter

bestreden door de overheid. De BB was voornamelijk van psychologisch belang: de vijand moest weten dat Nederland gereed was voor een oorlog en de bevolking moest worden gerustgesteld.4 De BB: een illusie of niet? Men was het er over eens dat de overheid iets móést

doen aan de civiele verdediging, maar het was geen prioriteit. De overheid leunde daarom sterk op het burgerinitiatief bij een eventuele atoomaanval.

Studies over de Koude Oorlog richtten zich aanvankelijk op de grote vragen als wie de schuldige was, wie de Koude Oorlog begon en wie het bondgenootschap verbrak. Pas recentelijk is er in Europa een groeiende stroom publicaties die aandacht vraagt voor specifieke aspecten van de Koude Oorlog die tot voor kort onderbelicht bleven zoals historisch onderzoek naar emoties, waaronder angst, en lokale studies.5 Vooral op het gebied van nationale civiele verdediging en haar culturele dimensies - zoals voorlichtingsbrochures, de effecten van de dreiging van de Bom op samenlevingen en de beleving van de bevolking met betrekking tot de Koude Oorlog - is nog weinig onderzoek verricht. Onderzoek hiernaar zou ons een vollediger en een multidimensionaal beeld geven van de ‘Totale Koude Oorlog’ waarin niet alleen de politiek maar ook de gehele maatschappij in betrokken was.

- De Koude Oorlog

Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland in tweeën gesplitst, verenigde het Westen zich militair in de NAVO en de Sovjet-Unie had Oost-Europa stevig in haar greep. Het toneel werd beheerst door de groeiende ideologische vijandigheid tussen de hoofdrolspelers. Het twistpunt

3 D. Engelen, ‘Recensie Atoomgevaar? Dan zeker BB. De geschiedenis van de Bescherming Bevolking van B. van der Boom

en Als de hemel valt: Bescherming Bevolking tussen fantasie en werkelijkheid van R. Leenders’, Low countries historical

review 2 (2002) 279.

4 M. Traa, De Russen komen (2009) 221.

5 D. Engelen, ‘Recensie Atoomgevaar? Dan zeker BB en Als de hemel valt. (2002) 278 en P. Boyer, By the bombs early light

(6)

~

6

~

was de toekomst van Oost-Europa. Stalin eiste wegens de grote offers en verliezen van het Russische volk, beloond te worden met veiligheid in de tastbare vorm van territoriale controle over een ‘schutkring’, ofwel een cordon sanitaire. De Verenigde Staten konden hiervoor weliswaar enige begrip opbrengen, maar hechtten meer waarde aan de belofte die op de conferentie van Jalta (februari 1945) was gedaan: vrije verkiezingen voor de bevrijde gebieden. Een gevolg van dit meningsverschil was een snel groeiend wantrouwen jegens elkaar. In 1961 verrees de Berlijnse Muur. Oost en West stonden tegenover elkaar en de wapenwedloop was een feit. In de jaren vijftig en zestig kon elk moment een lancering van een nucleaire bom plaatsvinden. De periode daarop, tussen 1963 en 1980, was minder bewogen en wordt ook wel de ‘Era of the Big Sleep’ genoemd of het tijdperk van détente waarin politieke toenadering volgde.6 Deze internationale situatie ging aan Nederland niet voorbij en de Koude Oorlog liet ook zijn sporen na in de Nederlandse politiek en samenleving.

Nederland moest kleur bekennen en veranderde in een overtuigde participant binnen een solide geconstrueerd Amerikaanse-Europees westers blok. De regering had ten tijde van de Tweede Wereldoorlog besloten dat wanneer het erop aankwam Amerika de beste garantie was voor het Nederlands belang. Van oudsher genoot de Sovjet-Unie geen vertrouwen omdat zij als een staat van goddeloze revolutionairen beschouwd werd. Minister-president Willem Drees verwachtte van de Sovjet-Unie geen gewapende agressie: het communisme was eerder politiek en psychologisch van aard. De Sovjet-Unie zou de arbeiders opstoken en de internationale eensgezindheid en vrede verstoren. Het beste verweer hiertegen was een aaneensluiting van de westerse landen en een snel economisch herstel. Om die reden sloot Nederland zich in 1949 aan bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Drees was van mening dat een hoge welvaart een betere bescherming tegen de Russen zou bieden dan een hoge defensiebegroting. Uitbreiding van de defensie had militair gezien geen zin, meende Drees. Dat Nederland zich tegen de overweldigende Russische militaire overmacht zou kunnen verdedigen was een illusie. Maar de Amerikanen drongen krachtig aan op een serieuze Europese verdediging. Bij wijze van concessie en met tegenzin verhoogde het kabinet de defensie-uitgaven. De prijs die betaald moest worden voor de Nederlandse veiligheidsgarantie.

6 P.J. Kuznick en J. Gilbert, ‘U.S. culture and the Cold War’, in: P. J. Kuznick en J. Gilbert Rethinking Cold War culture

(7)

~

7

~

Vooral de angst voor een internationaal isolement en het eventueel mislopen van Amerikaanse steun bij de wederopbouw en verdediging, bracht de regering tot inkeer.7

De consensus in de Nederlandse politiek en van de journalistiek destijds was groot en de overtuiging van het communistische gevaar werd alom gedeeld. Eveneens door de bevolking, waarvan 55% tot 60% al vóór de Koude Oorlog wist dat de Sovjet-Unie de grote vijand was en een bedreiging vormde voor de wereldvrede. Driekwart van de Nederlanders vond dat het communisme bestreden moest worden. De consensus was groot, echter de belangstelling voor het daadwerkelijke bestrijden ervan, bleek gering.8 Vooral vlak na de

oorlog was de angst voor de Russen groot. Deze houding veranderde vanaf de jaren vijftig en de bevolking begon zich met andere zaken bezig te houden zoals de wederopbouw en sociale problemen zoals de woningnood. De Koude Oorlog verdween langzaam naar de achtergrond.

Meerdere malen had de Bom kunnen vallen, maar de Nederlandse bevolking reageerde hier nuchter op. Waarom wilden zij de aangeboden hulp in de vorm van een civiele verdediging van de overheid niet aannemen en accepteren? Was er een gebrek aan, of nam de oorlogsangst af onder de bevolking omdat men de overlevingskansen of de dreiging klein achtte?

- Oorlogsangst

Al leek het erop dat de angst naar de achtergrond verdween, het speelde toch een grote rol in de samenleving. Het dilemma met ‘angst’ of ‘oorlogsangst’ is dat het ongrijpbaar en abstract is en men dit vaak niet uitspreekt en het om die reden niet of lastig te meten (of na te gaan) is of het aanwezig was of niet. Er zijn wel indicaties te geven zoals ingezonden brieven in kranten of gehouden enquêtes onder de bevolking.

Cijfers van het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie (NIPO) gaven vlak na de oorlog aan dat 50% van de Nederlandse bevolking een nieuwe wereldoorlog verwachtte en 32% zag dit binnen tien jaar gebeuren. Een jaar later (1946) waren de cijfers gestegen naar 63% en 39%. In 1948, na de Praagse revolutie en tijdens de Russische blokkade van Berlijn een paar maanden later, waren de cijfers: 71% en 52%. Aan het begin van de jaren vijftig was dus de helft van de bevolking van mening dat er binnen tien jaar een nieuwe wereldoorlog zou uitbreken. Achteraf gezien kende het jaar 1948 het hoogtepunt van de oorlogsangst. In 1959

7 B. van der Boom, Atoomgevaar? Dan zeker BB (2000) 12, 14 en 15. 8 Idem, 17.

(8)

~

8

~

waren de cijfers gedaald tot 36% en 15%. Toen dezelfde mensen echter gevraagd werden naar hun mening over ernstige maatschappelijke problemen, noemden zij eerder de wederopbouw en werkeloosheid dan een dreiging van een nieuwe oorlog. Hiermee is te zeggen dat de angst voor de oorlog eerder latent dan acuut was, zo stelt historicus Bart van der Boom. Maar was dat wel zo en is dat wel zo stellig te zeggen? Eveneens is Van der Boom van mening dat binnen de politiek deze angst verrassend weinig voorkwam.9 De toekomst werd weer met vertrouwen tegemoet gezien. ‘Kernoorlog en welvaart bleken twee grootheden die in de persoonlijke leefwereld van de Nederlanders moeilijk met elkaar te rijmen vielen,’ aldus Historicus Jan Janssen.10

In de jaren zestig was er een grote ommekeer. Een nieuwe generatie was aangetreden die vond dat het tijd werd om eens nuchter met de Koude Oorlog om te gaan. Voor deze jongeren was de Koude Oorlog een achterhaald conflict. Een generatiekloof ontpopte zich en een groeiend weerzin kwam tot ontlading in de vorm van antiamerikanisme, anti-kolonialisme en ‘Ban-de-Bom’- demonstraties.11

‘Angst’ is zeer abstract, niet tastbaar en nauwelijks meetbaar. Tijdens de Koude Oorlog was er een continue dreiging en kunnen wij ons nu niet voorstellen dat men toen niet constant angstig was. Angstig voor het onbekende waarvan niemand wist óf het zou toeslaan en wanneer dat zou gebeuren. Journalist en historicus Pieter Giesen wijdde zijn onderzoek aan ‘angst’ en stelt:

‘We leven in een tijdperk van angst. Maar is dat echt zo? Zijn we banger geworden omdat we niet meer kunnen terugvallen op het innerlijke kompas van religie of ideologie? Of zijn het de vermaledijde media die ons altijd maar bang maken door 24 uur per etmaal slecht nieuws te brengen?’.12

Angst is volgens hem een tijdloos verschijnsel en een universele emotie: de mens is volgens Giesen immers altijd al angstig voor de toekomst. De ultieme angst, zo stelt Giesen, is de

9 Idem, 27.

10 J.A.M.M. Janssen, ‘Inspelen op een nieuw fenomeen. Nederland en de dreiging van een atoomoorlog’ in: J. Hoffenaar ed.,

De Koude Oorlog. Maatschappij en Krijgsmacht in de jaren ‘50 (Den Haag 1992) 146.

11 D. Bosscher, ‘Nederland in de Koude Oorlog’ in: Y. Vanden Berghe, De Koude Oorlog. Een nieuwe geschiedenis

(1917-1991) (Leuven 2008) 467, 473 en 474.

(9)

~

9

~

doodsangst, terwijl de dood paradoxaal genoeg de enige zekerheid is die de mens heeft. Giesen vervolgt zijn betoog met het argument dat

‘angst onmisbaar is, maar ook onaangenaam. Daarom proberen mensen de angst zo veel mogelijk uit hun bewustzijn te bannen. Ze zijn voortdurend op zoek naar formules [folk simplifications13] waarmee ze hun angsten kunnen bezweren. Daarmee proberen ze zichzelf ervan te overtuigen dat ze controle over hun toekomst kunnen uitoefenen.’14

Hoe groter de onzekerheid, hoe sterker de roep is naar simpele, maar krachtige maatregelen [state simplifications]. Tegenover angst staat hoop, aldus Giesen.15 Richtten de Nederlandse

burgers zich meer op die hoop en wezen zij daarom de hulp van de overheid af, of was het een logische afstandelijke of te noemen sceptische houding? De overheid had een grote rol in het bepalen van de mate van een oorlogsangst door de informatie over de gevaren die zij, in de vorm van bijvoorbeeld brochures, verspreidde onder de bevolking. Welk belang had de regering, en hád de regering belang bij een oorlogsangst? Misschien als bindend middel voor een coherente samenleving of als tegenkracht voor het opkomende individualisme? De dan wel niet aanwezig oorlogsangst onder de bevolking en enkele brochures staan centraal in deze scriptie en maken deel uit van de Cold War Culture.

- Cold War Culture-concept

Een discussie in de historiografie houdt zich bezig met het concept Cold War Culture. Niet te verwarren met Cultural Cold War, al overlappen de begrippen elkaar wel. Onder Cultural Cold War wordt verstaan: De Koude Oorlog die door middel van Hoge Cultuur (literatuur, kunst, toneelstukken en muziek) en populaire cultuur (film, televisie en pop en rock muziek) weerspiegeld werd.16

Onder Cold War Culture wordt cultuur in bredere zin verstaan: de invloed van de Koude Oorlog op elk aspect van het dagelijkse leven. De link tussen de overheid en de bevolking is hier van groot belang. De term Cold War Culture wordt gebruikt in een brede zin om

13 Folk- en state simplifications zal ik verderop toelichten. 14 P. Giesen, Land van lafaards? (2007) 9.

15 Idem, 11.

(10)

~

10

~

invloeden, sociale praktijken en symbolische representaties - die de internationale relaties vormden en tegelijkertijd door de internationale relaties gevormd werden - te omschrijven.17

Onder Cold War Culture worden onder andere de beschermingsmaatregelen zoals bunkers, oorlogsangst en civiele maatregelen gevat - zoals handleidingen om jezelf te beschermen tegen een nucleaire aanval. Brochures waren een directe communicatie tussen de staat en de bevolking; een duidelijke en zware overheidsinterventie in het privéleven. Sommige brochures kwamen letterlijk tot in de huiskamer. De BB “dwong” daarmee de bevolking om zich bezig te houden met een potentiële dreiging. Daarin verschilt de Cultural Cold War van de Cold War Culture: de keuze tot het wel of niet toelaten van de invloeden van de Koude Oorlog in de privésfeer. In deze scriptie staan enkele voorlichtingsbrochures van de jaren vijftig en begin jaren zestig van de BB, als aspecten van de Cold War Culture, centraal.

- Hoofd- en deelvragen

De belangrijkste recente literatuur over de BB waarop deze scriptie leunt is het werk van de Nederlandse historicus Bart van der Boom, Atoomgevaaar? Dan zeker BB (2000) en het proefschrift Als de hemel valt: Bescherming Bevolking tussen fantasie en werkelijkheid (2001) van cultureel antropologe Rieke Leenders. Beiden hebben een uitvoerige analyse van de BB gegeven en bespreken de bestaansreden. Er ontbreekt echter een uitgebreider onderzoek naar de BB-brochures, de achtergrond en het effect van de voorlichtingsbrochures op de pers en de bevolking. Leenders stelt bovendien dat het bestaan van de BB juist oorlogsbevorderend was en dat de BB-brochures een oorlogsangst aanwakkerden. Maar was dit wel zo? Centraal in mijn scriptie staat om die reden de vraag: Legden de voorlichtingsbrochures van de Bescherming Bevolking - die tussen 1952 en 1961 uitgegeven waren - een oorlogsangst op aan de Nederlandse bevolking ten tijde van de Koude Oorlog? Ik heb voor de periode 1952 tot circa 1962 gekozen, omdat toen de meeste brochures werden uitgebracht en dit het meest rumoerige tijdvak van de Koude Oorlog was waarin een oorlogsangst zou hebben kunnen plaatsgevonden en daarom de meest cruciale periode voor het belang van een civiele verdediging.

Het eerste hoofdstuk zal ik wijden aan de Amerikaanse, Engelse en enkele Europese civiele verdedigingen als aspect van de Cold War Culture. Ik zal dit concept en het debat

17 ‘Boek review Cold War Cultures. Perspectives on Eastern and Western European Societies (New York and Oxford 2012)

(11)

~

11

~

hierover toelichten en enkele voorbeelden noemen. Hoe gebruikten overheden deze vorm van cultuur en welk effect had de Koude Oorlogscultuur op de samenleving? In het tweede hoofdstuk zoom ik in op de oorlogsangst en het ontstaan van de BB in een snel veranderende tijd waarin de burgers zich liever op andere zaken richtten. Hoe reageerde de Nederlandse bevolking op de totstandkoming van de BB en op de nucleaire dreiging? De werken van Van der Boom en Leenders zijn hierbij het uitgangspunt. In dit hoofdstuk zal ik tevens een opstap maken naar de informatieverstrekking van de BB in de vorm van voorlichtingsbrochures die ik in het hoofdstuk erop nader zal toelichten. Centraal in het derde hoofdstuk staan drie (voorlichtings-)brochures. Ik heb gekozen voor de meest bekende brochures: Leidraad voor de bescherming tegen atoomgevaar (ca. 1952), Atoomgevaar? Dan zeker de BB (augustus 1956) en het pakket bestaande uit Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf. BB (25 september 1961) en De Toelichting (november 1961). Van deze folders geef ik een uitgebreide analyse waarna ik een antwoord zal geven op de vraag of deze brochures een oorlogsangst oplegden of niet.

(12)

~

12

~

Hoofdstuk 1: Cold War Culture en de civiele verdediging

De historiografie over de Koude Oorlog wordt gedomineerd door de Amerikaanse geschiedschrijving, omdat het middelpunt van de wetenschap over de Koude Oorlog zich in de Verenigde Staten bevond. Toen de Muur viel kwamen Oost-Europese archieven beschikbaar voor westerse onderzoekers. Veel interpretaties werden bevestigd, riepen nieuwe vragen op, of verrassingen kwamen naar boven.18

Het debat over de Koude Oorlog werd gedomineerd door geopolitieke thema’s, maar de Koude Oorlog was meer dan een diplomatieke en ideologische oorlog; het drong eveneens door tot in alle aspecten van het dagelijks leven. De laatste twee decennia zijn de parameters van de geschiedenis van de Koude Oorlog verbreedt: niet alleen wat betreft de toegang tot bronnen, maar ook op het gebied van de thema’s. De studies zijn tegenwoordig gericht op nieuwe onderwerpen als: wederzijdse spionage, de Derde Wereld, de impact van het Arabisch-Israëlisch conflict en de sociale en culturele aspecten van de Koude Oorlog.19 Doordat de Koude Oorlog geen ‘shooting war, but a war of words’ was, kan het thema ‘cultuur’ om die reden niet genegeerd worden. Culturele geschiedenis werd een groot onderzoeksveld rond de tijd van de val van de Muur. Deze cultural turn in de geschiedschrijving beïnvloedde ook onderzoekers van andere disciplines, zoals literatuur- en filmstudies.20

Allereerst zal ik een uiteenzetting geven van de concepten Cultural Cold War en de Cold War Culture. Het laatste begrip zal ik aan de hand van Amerikaanse, Europese en Engelse studies en voorbeelden nader toelichten. Centraal in dit hoofdstuk staat de cultuur van de civiele verdediging als aspect van de Cold War Culture. In hoeverre is zij terug te zien in handelingen van de overheid en welk effect had de Koude Oorlogscultuur op de samenlevingen?

1.1 Cultural Cold War en Cold War Culture

Een nieuw thema dat in de geschiedschrijving over de cultuur van de Koude Oorlog is

18 Een zeer interessante verrassing is dat er nu nog steeds niets duidelijk is wat de Sovjets precies van plan waren met

Nederland omdat de archieven in Moskou nog ontoegankelijk zijn. Maar in 2006 zijn er in Polen documenten gevonden waarin naar voren komt dat er wel degelijk plannen waren om Nederland (ook nucleair) aan te vallen. Echter, niet door de Russen maar door de Polen. In: M. Traa, De Russen komen (2009) 221.

19 G. Hughes en S.R. Dockrill, ‘Introduction’ in: S. R. Dockrill en G. Hughes eds., Cold war history (2006) 10 en 11. 20 P. Major en R. Mitter, ‘Culture’ in: S. R. Dockrill en G. Hughes eds., Cold war history (2006) 240.

(13)

~

13

~

opgekomen is het verschil tussen de Cultural Cold War en het concept Cold War Culture. Allereerst is het van belang om het begrip Cold War Culture van Cultural Cold War uit elkaar te houden. Er bestaat echter nog geen groot aanbod in de historiografische literatuur die de termen als twee verschillende fenomenen onderscheidt. De reden hiervoor is dat de politieke dimensie van de Koude Oorlog in de geschiedschrijving nog dominant is en omdat de begrippen elkaar op veel vlakken overlappen: er is een sterke invloed op de maatschappij merkbaar en een overheidsinterventie is (duidelijk) aanwezig.21

De betekenis van Cultural Cold War is niet duidelijk afgebakend, maar een veel gebruikte omschrijving luidt: De Koude Oorlog was een oorlog die door middel van Hoge Cultuur (literatuur, kunst, toneelstukken en muziek) en populaire cultuur (film, televisie en pop en rock muziek) weerspiegeld werd. Alle oorlogen, vooral de Koude Oorlog, werden mede door woorden en afbeeldingen op internationaal terrein uitgevochten.22 Ook wel de ‘soft power’ genoemd. Deze ‘soft power’ werd door overheden gebruikt voor propagandistische doeleinden tegen de ‘hard power’, de militaire macht.23 Politiek en cultuur waren passief dan

wel actief nauw verbonden met elkaar. Er was geen fundamenteel verschil op te merken tussen de cultuuroorlog van Oost en West.24 Uiteraard had het Westen meer financiële- en technologische middelen om deze cultuuroorlog te domineren. Deze Cultural Cold War werd op internationaal terrein uitgevochten, maakte een belangrijk deel uit van de oorlogspolitiek en was een belangrijk netwerk tussen de staat en het publiek.25 De overheid ‘beheerde’ en had grote invloed op het publieke leven via cultuur in de vorm van Hoge of Lage kunst. Veel onderzoek richt zich op deze cultuuruitingen van de Cultural Cold War.

Deze scriptie gaat uit van de andere term. Cold War Culture heeft een meer antropologische en psychologische betekenis en een precieze en universeel gebruikte omschrijving ontbreekt nog in de literatuur. Begin 2000 is een poging gedaan door Koude Oorlog-deskundige Patrick Major en de Britse historicus Rana Mitter. Major en Mitter omschrijven Cold War Culture als ‘necessarily more nebulous than the ‘cultural cold war’, the idea that there is some sort of cross-bloc matrix of signification. Culture, in other words, as a

21 Idem, 240.

22 T. Shaw, ‘The politics of Cold War culture’, Journal of Cold War studies 3 (2001) 59. 23 A. Gardner, ‘Cold war cultures and globalisation’ (2012) 206.

24 T. Shaw, ‘The politics of Cold War culture’ (2001) 59, 74 en 75.

(14)

~

14

~

system of interlocking meanings’.26 De economische geschiedenis-deskundige Stefan

Schwarzkopf geeft een volgende omschrijving:

‘De Koude Oorlog was een globale oorlog en een ‘totale oorlog’, omdat alle aspecten van het leven - niet alleen de diplomatieke en macro-economische kwesties, maar ook kunst en wetenschap, het bedrijfsleven, educatie en de populaire cultuur - in het keurslijf van het ideologische gevecht gedwongen werden’.27

Een volgende omschrijving is dat de cultuur hier niet als ‘Hoge Cultuur’ gezien moet worden, maar ‘as a very broad set of techniques, images, habits, mentalities, ways of producing and consuming, forms of communication, self-descriptions, and patterns of daily life,’ aldus de Duitse cultureel historica Annette Vowinckel.28 Kortom, Cold War Culture omvat dus eigenlijk ‘alles’, de gehele cultuur, en heeft om die reden veel overlap met Cultural Cold War-elementen. De term Cold War Culture wordt gebruikt om de media invloeden te beschrijven, de sociale praktijken en de symbolische representaties - die de internationale relaties vormden en tegelijkertijd door de internationale relaties gevormd werden - weer te geven.29

Een voorbeeld van Cold War Culture was de opkomst van nieuwe vormen van de fenomenen de consumentenmarketing en de consumptiemaatschappij. Reclame en de opkomst van de televisie en de massamedia maakten een groot en belangrijk deel uit van de consumentencultuur en van de ideologische propaganda tijdens de Koude Oorlog. Velen waren bang voor de toepassing van ‘psychologische brainwashtechnieken’ van de reclame-industrie om de wensen van de consument te bevredigen. In de jaren zestig veranderde de reclamewereld deze werkmethode en ontwikkelde nieuwe strategieën om zijn negatieve beeld in de publieke sfeer te verbeteren. De reclamewereld begon ‘de taal van de Koude Oorlog’ te gebruiken. De betekenissen van ‘vrijheid’ en ‘de keus van de consument’ begonnen een belangrijke plek in de Koude Oorlogscultuur in te nemen en reclames speelden hier graag op in. Schwarzkopf stelt:

26 Idem, 241.

27 S. Schwarzkopf, ‘Advertising, emotions, and “hidden persuaders”. The making of Cold War consumer Culture in Britain

from 1940s to the 1960s’ in: A. Vowinckel e.a. ed., Cold War cultures (2012) 173.

28 A. Vowinckel eds, ‘European Cold War culture(s)? An introduction’ in: A. Vowinckel e.a. ed., Cold War cultures (2012)

5.

29 ‘Boek review Cold War Cultures (2012) van A. Vowinckel ed.,

(15)

~

15

~

‘In an age of ideology, advertising and consumer culture became part of a belief system that saw brands, shopping malls, and commercials as necessary parts of a ‘free’ society. Criticizing advertising, either morally, economically, or politically, became associated with opposition to certain innate human freedoms, in a manner akin to communism’.30 Deze ‘(keuze)vrijheid’ die in de politiek een belangrijke rol ging spelen werd groter waardoor de verdediging van deze vrijheid zwaarder ging wegen in de westerse samenlevingen, aldus Schwarzkopf.31

Cold War Culture is globaal onder te verdelen in enerzijds de systeemconcurrentie en anderzijds de cultuur van de oorlogsdreiging voor de maatschappij. Het laatste is hier van belang. Doordat de Koude Oorlog grote invloed had op de samenlevingen en sterk geïntegreerd was in alle aspecten van het dagelijkse leven, was er een grote rol weggelegd voor de overheid om de veiligheid van de burgers te waarborgen en de angst weg te nemen. ‘Veiligheid’ is een belangrijk Cold War Culture-thema. Veiligheid is complex omdat het meerdere dimensies betreft en alle aderen van de samenleving treft en waarvan de levering onder verantwoordelijkheid van de staat valt. Effectieve bescherming van burgers vormen één van de meest fundamentele bouwstenen van, en de bestaansreden voor de moderne staat zoals wij die nu kennen. Veiligheid is daarnaast een tijdloze en fundamentele behoefte van de mens en tegelijkertijd één die met de ontwikkeling van de mensheid en instituties meebeweegt. Om die reden is veiligheid een dynamisch begrip en van grote invloed op de relatie tussen burgers en de overheid.32 Zowel in het westerse kamp als in het kamp van de communisten werden maatregelen getroffen om de burgers te beschermen tegen een mogelijke atoomaanval. Maar naarmate de atoombommen groter en krachtiger werden nam het geloof en het vertrouwen in deze geboden bescherming af.33

Naast veiligheid zijn onder andere de betekenis van de bom, de civiele verdedigingen, de beschermingsmaatregelen zoals bunkers, civiele maatregelen - zoals handleidingen om

30 S. Schwarzkopf, ‘Advertising, emotions, and “hidden persuaders” in: A. Vowinckel e.a. ed., Cold War cultures (2012)

181.

31 Idem, 175-177 en 181.

32 S. Roels, ‘Staat van veiligheid. Inleiding op een allerminst statisch begrip’ in: M. de Keizer ed., Staat van veiligheid. De

Nederlandse samenleving sinds 1900 (Zutphen 2007) 13, 14, 18 en 19.

(16)

~

16

~

jezelf te beschermen tegen een nucleaire aanval – en de oorlogsangst ook belangrijke elementen van de cultuur van de Koude Oorlog. In deze scriptie staat de cultuur van deze civiele maatregelen en de uitwerking daarvan op de maatschappij als onderdeel van de Cold War Culture centraal. Naast de politieke insteek worden culturele thema’s - als de civiele verdediging en voorzorgsmaatregelen - steeds vaker aangehaald in studies naar de Koude Oorlog. Amerikaanse studies zijn dominant op het gebied, maar Europese wetenschappers zijn bezig met een inhaalslag.

1.2 Amerikaanse Cold War Culture en de civiele verdediging

In 1987 werd aan de Universiteit van Minnesota een lezing georganiseerd over de Koude Oorlog in de Amerikaanse cultuur. De gastheer en Amerikaanse historicus en kenner op het gebied van populaire cultuur Lary May, stelde in zijn inleiding dat ‘after 1945 Americans entered a new phase in their history and that the United States had experienced a paradigm shift of major proportions in the framework of its culture’.34 Sindsdien hebben wetenschappers van diverse velden een contributie geleverd aan de cultural turn van de Koude Oorlog-studies. Het resultaat was een wijds overzicht van diverse aspecten van de Amerikaanse cultuur, waaronder de civiele verdediging; hoe deze cultuur gevormd werd door de invloed van de Koude Oorlog en tegelijkertijd hoe deze cultuur de Koude Oorlog mede vormde.35 Hieronder zal ik verder

ingaan op de twee belangrijkste Amerikaanse publicaties van de Amerikaanse Cold War Culture.

Het concept American Cold War Culture is in 1991 bedacht door de Amerikaanse cultuur-deskundige Stephen Whitfield.36 In zijn boek The Culture of the Cold War (1991) gaf hij een bruikbare analyse over de kruistocht tegen de invloed die het communisme had op de hervorming van de Amerikaanse maatschappij in de jaren na de Tweede Wereldoorlog en de vorming van het Amerikanisme.37 De Koude Oorlog had een overweldigende impact op alle facetten van de Amerikaanse maatschappij.38 Om die reden stelde Whitfield dat: ‘Without the

34 In: T. Shaw, ‘Book review Rethinking Cold War Culture by P.J. Kuznick and J. Gilbert’, Journal of Cold War Studies 1

(2006) 144.

35 Idem, 144 en 145.

36 A. Vowinckel eds, ‘European Cold War culture(s)?’ in: A. Vowinckel e.a. ed., Cold War cultures (2012) 2-3.

37 P.J. Landon, ‘The Cold War in Culture and Politics. Review S. J. Whitfield The Culture of the Cold War’, H-Net Reviews

(1996) 1 en 2.

(17)

~

17

~

Cold War, what’s the point of being an American?’.39 Whitfield focuste zich op de eerste twee decennia van de Koude Oorlog, omdat het Amerikanisme gedomineerd werd door een militante anticommunistische sfeer. Aan de hand van romans, films en televisieseries heeft Whitfield een beeld gegeven van deze militante anticommunistische uitingen. Centraal in zijn werk stond dus ook wat de populaire cultuur van de desbetreffende periode reflecteerde en wat die cultuur tegelijkertijd bijdroeg aan de dominante politieke cultuur. Midden jaren zestig begon deze dominante anticommunistische sfeer af te nemen door de détante-politiek.40 ‘Celebrating the

idea of Americanism’ was, volgens Whitfield, problematischer dan het stigmatiseren van het communisme. De traditionele Amerikaanse toewijding aan bijvoorbeeld het individualisme moest aangepast worden aan de crisis van de Koude Oorlog.41 Dit hield in dat er een herziend

beroep gedaan moest worden op het geloof in de Amerikaanse uitzonderlijkheid: Amerika stond voor de belichaming van democratie, vrijheid en technologische vooruitgang.42

Whitfield was dus van mening dat de Koude Oorlog een grote invloed heeft gehad op de Amerikaanse cultuur. Een voorbeeld is te vinden in het werk van de Amerikaanse historica Elaine Tyler May waarin zij in haar studie naar Amerikaanse families in de jaren vijftig in het boek Homeward Bound: American Families in the Cold War Era (1988) stelt dat in het alledaagse leven dreigingen van het mogelijke gevaar - een atoomaanval - waren opgenomen. Familie was daarbij een belangrijk toevluchtsoord en bracht veiligheid. ‘The warm hearth protected Americans from the cold war. The family offered the security which the National Security Council was unable to provide,’ aldus May.43

De bundel Rethinking cold war culture (2001), samengesteld door de Amerikaanse historicus en nucleaire studies-deskundige Peter J. Kuznick en de Amerikaanse historicus James Gilbert, hebben enkele nuances aangebracht en het werk van Whitfield breder getrokken. In de bundel worden diverse aspecten - thematisch en historiografisch - van de Cold War Culture en de vele dreigingen voor de Amerikaanse cultuur aangehaald. Thema’s als populaire cultuur, economie, genderrelaties en mensenrechten komen aan bod. In de bundel worden vier nieuwe elementen toegevoegd die van grote invloed waren op de Amerikaanse politiek en

39 S.J. Whitfield, The Culture of the Cold War (Baltimore 1996) 1.

40 P.J. Landon, ‘The Cold War in Culture and Politics’, H-Net Reviews (1996) 1 en 2. 41 S.J. Whitfield, The Culture of the Cold War (1991) 53.

42 P.J. Landon, ‘The Cold War in Culture and Politics’, H-Net Reviews (1996) 1.

(18)

~

18

~

cultuur: de dreiging van een nucleaire vernietiging, het gebruik van een surrogaten en verborgen oorlogsvoering, de intensivering van de anticommunistische ideologie en de opkomst van een machtige militaire industrie. De auteurs tonen aan dat er meer was dan conformiteit, politiek conservatisme, consumentisme en waarden van de middenklassen.44 Kuznick en Gilbert stellen dat men Cold War Culture niet als synoniem van de Amerikaanse cultuur moet zien. Niet alle facetten van de Amerikaanse cultuur kunnen, naar hun mening, onder één term ondergebracht worden.45 Hun oordeel over de Koude Oorlog-effecten op de

Amerikaanse cultuur is dat het vooral psychologisch was.46 Daarnaast zijn zij van mening dat

in onderzoeken naar de invloed van de Koude Oorlog op de Amerikaanse cultuur (meer) gekeken moet worden naar de lange termijn trends - die onafhankelijk bestonden van het Oost-West conflict - op economisch, sociaal, politiek en cultureel gebied.47

Bovenstaande genoemde bundel kan in twee groepen onderzoekers opgesplitst worden: De ene groep houdt vast aan het traditionele idee van de Koude Oorlogscultuur die in elke laag van de samenleving en het dagelijkse leven merkbaar was. Aan de andere kant zijn enkele auteurs in de bundel van mening dat de Koude Oorlog alleen op een ‘elite-niveau’ uitgevochten werd en de invloeden van de oorlog niet zo sterk bij de gewone Amerikaan te merken was dan in de geschiedschrijving de norm is. Uitkomsten van enquêtes gaven aan dat Amerikanen meer bezig waren met werk, de financiën en familie dan dat zij zich zorgen maakten om de dreiging van het communisme, aldus het onderzoek van de Amerikaanse historicus Peter Filene. Filene stelt echter dat de gewone Amerikaan denkt niet het effect van de Koude Oorlog gemerkt te hebben, maar Filene is sterk van mening dat dit onoverkomelijk is en dat men toch onbewust en subtiel beïnvloedt is. Het concept Cold War Culture is dubbelzinniger dan men denkt en het roept alleen maar meer vragen op, aldus Filene.48

44 P.J. Kuznick en J. Gilbert, ‘U.S. culture and the Cold War’ in: P. J. Kuznick en J. Gilbert Rethinking Cold War culture

(2001) 2.

45 T. Shaw, ‘Book review Rethinking Cold War Culture by P.J. Kuznick and J. Gilbert’, Journal of Cold War Studies 1

(2006) 145 en P. J. Kuznick en J. Gilbert, ‘U.S. culture and the Cold War’ in: P. J. Kuznick en J. Gilbert Rethinking Cold

War culture (2001) 4 en 5.

46 P. Major en R. Mitter, ‘Culture’ in: S. R. Dockrill en G. Hughes eds., Cold war history (2006) 241.

47 T. Shaw, ‘Book review Rethinking Cold War Culture by P.J. Kuznick and J. Gilbert’, Journal of Cold War Studies 1

(2006) 145 en P.J. Kuznick en J. Gilbert, ‘U.S. culture and the Cold War’ in: P. J. Kuznick en J. Gilbert Rethinking Cold

War culture (2001) 4 en 5.

48 P. Filene, ‘“Cold War Culture” doesn’t say it all’ in: P. J. Kuznick en J. Gilbert Rethinking Cold War culture (Washington

(19)

~

19

~

Een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse Cold War Culture was een nieuwe soort verdediging: de civil defense, burgerverdediging, die in het decennium na Hiroshima in Amerika werd gelanceerd. De relatie tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten verslechterde toen de Sovjet-Unie op 29 augustus 1949 een atoombom tot ontploffen bracht. President Harry S. Truman riep een nieuwe federale organisatie in het leven die de Amerikanen tegen een atoomaanval zou moeten beschermen: de Federal Civil Defense Administration (FCDA). De FCDA bracht educatief- en propaganda materiaal uit om ook de burger voor te bereiden. Echter werd er op deze nieuwe burgerbescherming gekort in de financiën waardoor onderwijsinstituten een belangrijke rol op zich namen en de voorlichting over burgerbescherming in hun programma integreerden. Toch was er veel kritiek op deze vorm van educatie en de FCDA was niet gecharmeerd door dit scholeninitiatief.49 Eveneens de aanwezigheid van schuilkelders in de openbare ruimte of in de privésfeer was eerder een uitzondering dan regel in Amerika.50 Hieruit zou opgemaakt kunnen worden dat de oorlogsangst en de dreiging in Amerika niet hoog was.

Het idee van een Cold War Culture heeft aanzienlijke aandacht gekregen in de Amerikaanse geschiedschrijving van de laatste jaren.51 Eind vorige eeuw heeft het concept de oversteek gemaakt naar Europa en wordt nu vaker door Europese wetenschappers behandeld. Hun onderzoek richt zich tegenwoordig op de vraag of men over één Europese Koude Oorlogscultuur kan spreken en wat de positie van Europa tussen de twee grootmachten in was.52

1.3 Europese Cold War Culture(s) en civiele verdedigingen

Cultureel historica Annette Vowinckel, modern historicus Marcus M. Payk en modern historicus Thomas Lindenberger stellen in de inleiding van hun bundel Cold War Cultures (2012) de vraag of er gesproken kan worden van één authentieke Europese Cold War Culture. Hun antwoord luidt dat er nog veel onderzoek nodig is om hier een eenduidige reactie op te kunnen geven. Zij zijn namelijk van mening dat Cold War Culture niet homogeen is, geen

49 J. Brown, ‘“A is for atom, B is for bomb”: civil defense in America public education, 1948-1963’ in: L.L. Bogle ed., The

Cold War. Cold War culture and society (New York 2001) 148-151.

50 R. Leenders, ‘'Let's Die on the Surface!'’ (1991) 114.

51 P. Major en R. Mitter, ‘Culture’ in: S. R. Dockrill en G. Hughes eds., Cold war history (2006) 241.

52 A. Kemp-Welch, Review Cold War Cultures: Perspectives on Eastern and Western European Societies van A. Vowinckel

(20)

~

20

~

duidelijke afbakening heeft en eerder een reeks van conflicterende invloeden en mentaliteiten is. Daarnaast zijn er historici die van mening zijn dat een Amerikaanse concept niet te implementeren is op de gebeurtenissen op het complexe Europese continent. Elk Europees land had immers haar eigen geschiedenis, politiek systeem, nationale tradities en cultuur en ideeën over bijvoorbeeld civiele verdediging. Voordat de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zich hier mee bezig gingen houden, waren er binnen Europese landen al politieke, culturele en ideologische conflicten tussen anarchisten, communisten, kapitalisten en socialisten. Eveneens dient men rekening te houden met West-Europa en de door het Westen “geëxcommuniceerde” Oost-Europese satellietstaten die nog onder invloed waren van een andere ideologie en een andere cultuur aanhingen en daarom anders omgingen met de aspecten van de Cold War Culture. De redacteuren van de bundel kiezen om die reden dan ook voor een meervoud van de term: European Cold War Cultures, om de Europese diversiteit en multi-dimensionaliteit te benadrukken.53

Dat elk Europees land andere prioriteiten en ideeën had over de civiele verdediging of de ‘cultuur van gereedheid’ wordt behandeld in het artikel van de Zweedse mediahistoricus Marie Cronqvist, ‘Survival in the welfare cocoon: The culture of civil defense in cold war Sweden’ (2012). Hierin behandelt zij de Zweedse civiele verdediging. In Zweden werd een handleiding uitgedeeld waarin de bevolking werd voorgelicht over de manier hoe men zichzelf diende te beschermen. Daarnaast werden morele waarden, familie idealen, werkethos, welstand en netheid gepromoot.54 In Europa is onderzoek naar het onderwerp van civiele verdediging nagenoeg nog schaars. Cronqvist noemt Duitsland en Zweden waar de politieke en organisatorische aspecten van de burgerbescherming wel onderzocht zijn, maar waar de culturele dimensie van de civiele beschermingsdenkwijze en het idee van oorlogsangst onder de bevolking nog mist. Onderzoek hiernaar zou een bijdrage kunnen leveren aan de Cold War Culture en ons een vollediger beeld kunnen geven van de ‘Totale Oorlog’ op het Europese continent, aldus Cronqvist.55

53 A. Vowinckel eds, ‘European Cold War culture(s)?’ in: A. Vowinckel e.a. ed., Cold War cultures (2012) 2, 5-8, 16 en 17. 54 Idem, 12.

55 M. Cronqvist, ‘Survival in the welfare cocoon: The culture of civil defense in cold war Sweden’ in: A. Vowinckel ed.,

(21)

~

21

~

1.4 De Engelse civiele verdediging

De civiele verdediging in Engeland is nagenoeg wel uitgebreid onderzocht. De Engelse civiele verdediging was enerzijds een succes doordat 500.000 vrijwilligers deelnamen aan de organisatie, en anderzijds een mislukking omdat de overheid in het begin niet inspeelde op de maatschappelijke veranderingen. In de jaren na de oorlog ontstond er een grote spanning tussen de burgerplicht om het land te verdedigen tegen externe dreigingen, het patriottisme en zelfopoffering waar de overheid voorheen (tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek de Engelse civiele verdediging zeer effectief te zijn) nog een beroep op kon doen. De jaren vijftig stond ook in het teken van huiselijke apolitieke zaken als de verdediging van het individu, de wederopbouw, welvaart en familie. Men hield zich liever met andere zaken bezig, men had geen vrije tijd, of de vrijwilligers die in de laatste oorlog hun taak al volbracht hadden vonden dat het nu de beurt was aan anderen om het land te dienen. Het grote probleem was dat de politiek niet met haar wervingspropaganda (vanaf 1949) inhaakte op de snelle culturele veranderingen zoals vrije tijd en consumptie die in de samenleving begonnen te ontstaan.56

Als reactie op de situatie in de maatschappij verplaatste de Engelse overheid haar zwaartepunt van nationale verdediging naar het individu en het huiselijke. De propaganda richtte zich meer op het persoonlijke: ‘Are you ready to give a few hours a month for training on which your family’s life may depend? (…) Dare you risk shirking that responsibility? Think it over, and act quickly’.57 Door feedback van de bevolking op de campagnes paste de overheid de campagnes aan van het idee van een burgerplicht naar meer de gedachte dat de civil defense een ‘gezellige’ activiteit was en dat men het voor de gemeenschap deed. Parades, demonstraties en huis-aan-huis-wervingen werden gelanceerd en een goed feedback-systeem werd opgesteld waarin de overheid na kon gaan hoe de berichten ontvangen werden door de bevolking en wat er in de volgende werving aangepast en eventueel verbeterd zou moeten worden. Op deze manier moest de propaganda het tempo van de culturele veranderingen bijhouden.58

Kortom, het grootste misverstand van de Britse overheid was, volgens historicus en Engelse civiele verdediging expert Matthew Grant, dat zij de civil defense neerzette als een

56 M. Grant, ‘’Civil Defence gives meaning to your leisure’: citizenship, participation, and cultural change in Cold War

recruitment propaganda, 1949-54’, Twentieth Century British history 1 (2011) 52-55.

57 Idem, 61-63.

(22)

~

22

~

burgerplicht en telkens bleef refereren naar de Tweede Wereldoorlog. De cultuur die de politiek nastreefde, of eigenlijk waar zij in bleef hangen, rijmde niet met de snel veranderende cultuur die in de Engelse maatschappij was ontstaan. ‘It failed to tackle the need for people to have full and rewarding leisure lives and the fact that such leisure would not be sacrificed for the ‘duty’ of civil defence,’ aldus Grant59 Toch meldden vele vrijwilligers zich aan omdat het ook gezien

werd als een organisatie waar men nieuwe mensen kon leren kennen en vaardigheden kon leren. Anderen waren overtuigd van het nut van een civiele verdediging.60 Het is lastig of niet na te

gaan of men zich als vrijwilliger opgaf uit angst, uit burgerplicht of voor het amusement. Aan de andere kant van het kanaal werd in dezelfde tijd ook een civiele verdediging opgezet. Een groot verschil met de Nederlandse civiele verdediging was dat de Engelse werving meer gericht was op insluiting en nabuurschap dan op de angst voor een aanval.61

1.5 Conclusie

Centraal in dit hoofdstuk stond de cultuur van de civiele verdediging als aspect van de Cold War Culture. Hoe gingen de Europese en Amerikaanse overheden om met deze vorm van cultuur en welk effect had deze Koude Oorlogscultuur op de samenleving? De concepten Cultural Cold War en Cold War Culture overlappen voor een groot deel en hebben geen homogene omschrijving. De beste omschrijving van Cold War Culture komt van Vowinckel: ‘[Cold War Culture can be described] as a very broad set of techniques, images, habits, mentalities, ways of producing and consuming, forms of communication, self-descriptions, and patterns of daily life’.62 Een overeenkomst van beide begrippen is dat ze een sterke invloed op

de maatschappij hebben en een overheidsinterventie (duidelijk) aanwezig is. De civiele verdediging kan om die reden bij beide concepten ingedeeld worden: het is onderdeel van de Koude Oorlogscultuur en het bevat culturele uitingen, zoals de voorlichtingsbrochures en propagandafilms. De civiele verdedigingscultuur had, kortom, een groot effect op de bevolking.

De Koude Oorlog was sterk geïntegreerd in alle aspecten van het dagelijkse leven. Er was een grote rol weggelegd voor de overheid om de veiligheid van haar burgers te waarborgen.

59 Idem, 77.

60 Idem, 66 en 78. 61 Idem, 72 en 78.

(23)

~

23

~

De staat gaat de samenleving ‘beheren’ aan de hand van culturele aspecten zoals een civiele verdediging en voorlichtingsmateriaal. De overheid leunde daarbij sterk op initiatieven van de burgers, en daarom werden er voor en door burgers civiele verdedigingsorganisaties opgericht die de burger zouden moeten beschermen tegen een eventuele atoomaanval. De organisaties en hun voorlichting waren een belangrijk onderdeel van deze Koude Oorlogscultuur, omdat zij grote invloed hadden op het dagelijkse leven. Al wilde men zich niet bezighouden met deze burgerbeschermingsorganisaties, men kon de overheidsinterventies zoals de bouw van schuilkelders en het verspreiden van huis-aan-huis-voorlichtingsmateriaal onmogelijk negeren. Deze maatregelen zouden een oorlogsangst aangewakkerd kunnen hebben en de bevolking alert maken voor een komend gevaar, maar toch was er naar mijn idee geen of nauwelijks een oorlogsangst onder de burgers aanwezig. Oorlogsangst wordt niet expliciet uitgesproken en is niet of lastig te meten. Wel kan door middel van bepaalde handelingen – zoals bijvoorbeeld de aanleg van bunkers of deelname aan een civiele verdediging – die wel of niet uitgevoerd werden op te maken zijn of er een oorlogsangst aanwezig was of niet. Daarnaast zorgden de jaren vijftig en zestig voor een nieuwe wind in de westerse samenlevingen waardoor men zich niet met oorlog of dreigingen bezig wilde houden.

Alle initiatieven van de overheid om haar burgers waakzaam te houden waren nutteloos. De grootste fout die de overheden maakten, was dat zij niet inspeelden op de veranderende maatschappijen en de roep vanuit de bevolking om vooruitgang negeerden. De burgerbeschermingsorganisaties werden meer als vermaak gezien dan dat ze serieus genomen werden.

(24)

~

24

~

Hoofdstuk 2: Oorlogsangst en de BB

De ontploffing van een atoombom bestond uit vier effecten: de luchtdruk, een drukgolf, een lichtflits en de fall-out63. De Verenigde Staten beschikten als eerste over de atoombom, maar vanaf 1949 beschikte de Sovjet-Unie dankzij vakkundige spionage en een grootscheeps onderzoek ook over een atoombom. Als reactie ontwikkelde de Verenigde Staten in 1952 een bom die vele malen krachtiger was dan de atoombom: de H-bom, of de waterstofbom. De ‘Hiroshima-bom’ had een kracht van dertien kiloton springstof. De waterstofbom, twintig megaton. Ter vergelijking: tijdens de Tweede Wereldoorlog was er door alle partijen tezamen ongeveer vijf megaton uitgeworpen. Als afschrikkingsstrategie gold: ‘Om de tegenstander in deze heilzame staat van ongerustheid te houden moesten twee zaken aannemelijk zijn: dat men in staat was een all-out oorlog te voeren en dat men daartoe bereid was’.64 Al was het bluf, het leek of het de Nederlandse bevolking niets deed.

Bij de Koude Oorlog speelden twee aspecten een grote rol: de concurrentiestrijd van politieke systemen op internationaal niveau dat tussen de regeringen uitgevochten werd, maar niet per se tot een oorlog hoefde te leiden, en het aspect van de continue oorlogsdreiging. De nucleaire dreiging had bewust of onbewust invloed op het dagelijkse leven. Oorlogsdreiging en de reactie daarop is dan ook een belangrijk onderwerp van de Koude Oorlogscultuur. In de beginjaren van de Koude Oorlog werden (...) ‘the Americans first confronted with the bomb, struggled against it, and absorbed it into the fabric of the culture. (...) Nuclear weapons, after all, are a product of our culture,’ aldus de Amerikaanse historicus Paul Boyer.65 Om die reden is het

interessant om de reactie van de bevolking op deze dreiging nader te onderzoeken. Hoe serieus werd deze oorlogsdreiging en mogelijke atoomaanval genomen? Was er daadwerkelijk een sfeer van angst of hield men zich liever bezig met de wederopbouw in de naweeën van de laatste oorlog? Moest de bevolking zich overgeven aan het gevaar of zou het centraal moeten staan in het leven van de burgers? Als deze angst onder de bevolking niet aanwezig was,

63 Fall-out is stof dat door de explosie wordt losgemaakt, in de kolom van hitte en rook omhoog gezogen wordt en daar

radioactief gemaakt wordt. In de dagen daaropvolgend daalt de radioactieve straling neer op de aarde. De stof blijft dagen tot weken radioactief.

64 B. van der Boom, Atoomgevaar? Dan zeker BB (2000) 100-103. 65 P. Boyer, By the bombs early light (1985) XVI, XVIII en XX.

(25)

~

25

~

waarom werd de civiele verdediging dan opgericht? Zou men moeten uitgaan van de ratio of stond het gevoel voorop en kunnen deze naast elkaar bestaan of sluiten zij elkaar uit? Wat was de rol van de Bescherming Bevolking bij deze oorlogsangst? Wakkerde zij deze angst aan of stelde de organisatie de bevolking juist gerust?

Dit hoofdstuk bestaat uit eerst een korte uiteenzetting van de wel of niet aanwezige oorlogsangst met als voorbeeld Amerika en West-Duitsland, waarna ik mij richt op de Nederlandse oorlogsangst en de BB. Wat omvatte deze organisatie precies, welke taken had zij en waarom was ze in het leven geroepen? De twee belangrijkste recente werken over dit onderwerp zijn het boek van Bart van der Boom en het proefschrift van Rieke Leenders. In de literatuur over de BB komt meermaals naar voren dat de bevolking eigenlijk al vanaf de oprichting van de BB in 1952 sceptisch was over de organisatie. Centraal in de werken staat het bestaansrecht van de BB. Het onderzoek hiernaar is nagenoeg compleet. Verder hebben beide werken geprobeerd om de reactie van de Nederlandse bevolking op de atoomdreiging weer te geven: Leenders stelt dat de BB de bevolking een oorlogsangst oplegde en de internationale balance of terror verstoorde. Van der Boom betoogt dat de snel veranderende en moderniserende tijd er niet naar was en men zich met andere zaken bezighield dan zich zorgen te maken over een nieuwe oorlog. In dit hoofdstuk probeer ik een verklaring te geven op deze bijna zorgeloze, sceptische of juist logische houding - of misschien een onverklaarbare en voor onze tijd een onbegrijpelijke afstandelijke houding - van de samenleving in een tijd waarin de Bom meerdere malen had kunnen vallen.

2.1 Oorlogsangst in Amerika en West-Duitsland

Elke bevolkingsgroep had een eigen en unieke oorlogsangstcultuur ontwikkeld. Ik zal de oorlogsangst in Amerika en in West-Duitsland kort behandelen aan de hand van twee artikelen van E.T. May en de Duitse historicus Frank Biess om de verschillen met Nederland te verhelderen.

May beschrijft in haar artikel ‘Security against democracy: the legacy of the Cold War at home’ (2011) de oorlogsangst in Amerika. Volgens May waren de Amerikanen sinds het begin van de Koude Oorlog geobsedeerd door veiligheid, op nationaal en persoonlijk vlak. Vanaf de Koude Oorlog hadden Amerikanen begrepen dat het hun eigen verantwoordelijkheid was om zichzelf en hun families te beschermen in het licht van interne en externe bedreigingen.

(26)

~

26

~

Dit heeft ertoe geleid dat Amerikanen elkaar, noch de overheid, niet vertrouwden en een vigilante mentaliteit ontwikkeld hebben die nu nog zichtbaar is.66

Vanaf de jaren vijftig hebben in Amerika vooral interne problemen gezorgd voor een toename van angst onder de bevolking. De Koude Oorlog had hiervoor de basis gelegd, maar was niet de aanleiding voor deze sterke opkomst van een continue onveiligheidsgevoel. Dat doet niet af aan het feit dat men in het begin bang was voor het Rode Gevaar en voor de mogelijkheid tot een nucleaire wereldoorlog. ‘Americans became accustomed to the threat of nuclear annihilation, fueling a bunker mentality and a militarization of society,’ aldus May.67

Amerikaanse burgers waren verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid wat zorgde voor een enorme toename in de aanschaf van wapens. Het was niet alleen de atoomdreiging die de Amerikaanse bevolking angstig maakte, maar ook - en vooral - binnenlandse gevaren; de misdaadcijfers waren enorm gestegen, er was geen vertrouwen meer in de overheid en the war on drugs werd steeds problematischer. May stelt dat:

(...) ‘the Cold war fed this irrational response to crime, encouraged citizens to retreat from public life, and worked against the democratizing momentum of the rights revolution. Although the Cold War was not the sole cause of this fear, I argue that the ideological premises embedded in the Cold War shaped the response to it’.68

Samengevat was de Amerikaanse oorlogsangst meer te wijten aan nationale problemen dan alleen aan de Koude Oorlog. De Koude Oorlog had het fundament gelegd en was een factor in de obsessie met veiligheid tegen de nationale problemen, met de bijkomende angsten. De Amerikaanse veiligheidsobsessie heeft een gewapende en verdedigende gemeenschap gecreëerd dat nu nog zichtbaar is.69

Biess bespreekt in zijn artikel ‘’Everybody has a chance’: nuclear angst, civil defense, and the history of emotions in postwar West Germany’ (2009) de West-Duitse opname van een nucleaire dreiging onder de Duitse bevolking en de pogingen van de overheid om haar burgers

66 E.T. May, ‘Security against democracy: the legacy of the Cold War at home’, The journal of American history 4 (2011)

940-944.

67 Idem, 940 en 941. 68 Idem, 940-942. 69 Idem, 956 en 957.

(27)

~

27

~

te beschermen aan de hand van voorlichtingsfolders. In Duitsland had het trauma en de manier van propagandavoering van de vorige oorlog nog een grote impact op de gemoedstoestand van de bevolking. Er werd snel de link gelegd met Nazi-Duitsland waardoor men geen hulp in de vorm van een civiele verdediging, voorlichting of bescherming van de overheid accepteerde of vertrouwde.70

Volgens Biess waren er in West-Duitsland enkele zaken van belang wat betreft de angst voor de dreiging: ten eerste ontstond er na de oorlog een dominant ‘emotioneel regime’ dat voor het eerst angsten toeliet, in tegenstelling tot de Nazi-periode. Verder was er wantrouwen jegens de oprichting van een civiele verdediging, omdat dit de burgers deed denken aan de inspanningen van het Nazi-regime en aan de ervaringen van een totale oorlog - waarin de gehele bevolking deelnam - met een totale vernietiging als gevolg. Een oprichting van een civiele verdediging was een gevoelig thema en zou ook in de internationaal politiek slecht vallen. Tevens werd het propaganderen van een civiele verdediging en het uitbrengen van haar brochures niet goed opgevat door de Duitse bevolking. Dit deed hen wederom aan de Nazi-propaganda denken zoals in een ingezonden brief van een bezorgde burger aan de minister van Binnenlandse Zaken naar voren kwam:

‘Is this your most important task, to remind us again of not-yet forgotten times, and of what may lie ahead in the future? I don’t think that you know what it means to be reminded of bombing [during] war. I can only say that I am shocked’.71

De West-Duitse oorlogsangst verminderde in de jaren zestig al snel door nationale en internationale veranderingen waaronder de verbeterde relatie met Amerika en de ‘veramerikanisering’ van West-Duitsers, de opkomst van een nieuwe herinneringscultuur en de verschuiving binnen het emotionele regime. West-Duitsland wilde elke associatie met het Nazi-regime vermijden en een oorlogsangst had dus geen dominante rol in de West-Duitse samenleving, aldus Biess.72 In Nederland speelde andere aspecten een rol voor de verklaring van de afwezigheid van een oorlogsangst onder de bevolking.

70 F. Biess, ‘’Everybody has a chance’: nuclear angst, civil defense, and the history of emotions in postwar West Germany’,

German history 2 (2009) 216.

71 Een reactie van een burger aan de minister van Binnenlandse Zaken op een brochure uit 1961. In: Idem, 223, 224 en 234.

(28)

~

28

~

2.2 De organisatie Bescherming Bevolking (1952-1986)

Met de lessen van de Tweede Wereldoorlog in het achterhoofd moest Nederland een eigen veiligheidsbeleid opzetten en was de noodzaak hiervan duidelijk. Na de Noord-Koreaanse inval in Zuid-Korea werd onder druk van de Amerikanen en de NAVO - met weerzin - het Nederlandse defensiebudget verdubbeld en moest er een - naar Engels voorbeeld, want deze bleek tijdens de Tweede Wereldoorlog zeer effectief te zijn - burgerbescherming organisatie komen. Juist zo een organisatie zou de Amerikanen moeten overtuigen van de vastberadenheid van het Nederlandse volk, zo meende de ambitieuze chef van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid F.R. Mijnlieff. Door de veranderingen in de mondiale machtsverhoudingen kon Nederland niet meer rekenen op volledige steun van bondgenoten en het Nederlandse leger was er niet op gerekend om alleen een aanval af te schrikken. De Wet Bescherming Bevolking gaf in 1952 het startsein voor de oprichting van een hulpverleningsapparaat die de Nederlandse bevolking in geval van een Russische aanval diende te beschermen. In elk dorp en in iedere stad verrees een afdeling met wijk- en blokorganisaties bestaande uit twaalfhonderd BB-ambtenaren in vaste dienst en duizenden vrijwilligers. Rampenbestrijding was een lokale verantwoordelijkheid waardoor de organisatie over de BB bij de gemeente lag. Belangrijke beslissingen op nationaal niveau werden door de minister van Binnenlandse Zaken genomen. Naast de rampenbestrijding werden er verdere maatregelen getroffen zoals de bouw van bunkers in metrostations en het geven van voorlichting voor zelfbescherming aan de burgers. Een belangrijke taak was weggelegd voor de overheid, maar deze leunde zwaar op de eigen verantwoordelijkheid van de Nederlandse bevolking.73

Over de handelswijze en strategie had de BB zelf weinig te zeggen. De belangrijkste taken aan het begin van de Koude Oorlog bestonden uit het nemen van beschermingsmaatregelen en het verschaffen van voorlichting bij een conventionele oorlog, want met een atoomaanval werd in het begin van de jaren vijftig nog geen rekening gehouden. Pas toen de Sovjet-Unie beschikte over een waterstofbom (1953) begon de nucleaire wapenwedloop meer vorm te krijgen en stemde de BB haar hulpverlening en voorlichting hierop af.74 De BB werd daarom nog belangrijker en het belang van de organisatie begon

73 H.A. Schaper, ‘Het Nederlandse Veiligheidsbeleid 1945-1950’, Low countries historical review 2 (1981) 277, 278 en 282. 74 R. Leenders, Als de hemel valt (2001) 15.

(29)

~

29

~

zwaarder te wegen. De BB onderging een transformatie en ontwierp nieuwe overlevingsstrategieën waarna zij zichzelf gereed verklaarde voor een nieuwe dreiging.75 Echter, om haar humanitaire doelstellingen te bereiken beschikte de BB opmerkelijk genoeg over enkel eenvoudige middelen. De organisatie werd door verschillende partijen uit de maatschappij gebrek aan professionaliteit verweten, maar de overheid moest haar verantwoordelijkheid naar het volk nakomen, anders zou haar nalatigheid verweten worden als zij geen enkele maatregelen getroffen zou hebben om de bevolking te beschermen.76 De

reacties op de BB waren vanuit diverse perspectieven en vanaf het begin van de oprichting negatief: De vijand was niet onder de indruk; de maatschappij maakte zich niet druk, omdat een Derde Wereldoorlog waarbij atoomwapens ingezet zouden worden alles vernietigend zou zijn, en om die reden niet zou gaan plaatsvinden. Mocht er toch een atoomoorlog komen, dan zou niemand deze kunnen overleven; de pers omschreef de BB als een ‘lachwekkende club naïevelingen’; en de politiek was merendeels ongeïnteresseerd, aldus Van der Boom.77

Toch bleef de BB voor lange tijd bestaan, maar op 1 juli 1986 was het plotseling afgelopen met de BB en werd de organisatie afgeschaft, terwijl het debat over de omstreden kruisraketten vlak daarvoor had plaatsgevonden, de wapenloze strijd nog in volle gang was en de Koude Oorlog nog niet ontdooid was.78 De BB was continue onderhevig aan bezuinigingen, de organisatie had een lage prioriteit en uit diverse rapporten uit 1950 en 1956 kwam al naar voren dat de BB bij een nieuwe oorlog niet naar behoren zou kunnen functioneren. Maatregelen om deze knelpunten te verhelpen werden echter niet genomen. Deze beslissing voor de opheffing van de organisatie rekende op brede politieke en maatschappelijke steun, omdat er onder de bevolking een afnemende angst voor een nieuwe oorlog was door internationale beslissingen en (nationale) gebeurtenissen.79

75 B. van der Boom, Atoomgevaar? Dan zeker BB (2000) 9. 76 R. Leenders, Als de hemel valt (2001) 16 en 17.

77 B. van der Boom, Atoomgevaar? Dan zeker BB (2000) 312-314. 78 R. Leenders, Als de hemel valt (2001) 12.

79 W. Hooiveld, ‘De beslissing die nooit genomen werd. Hoe de Bescherming Bevolking niet de nationale

(30)

~

30

~

2.3 De situatie in Nederland in de jaren vijftig en zestig en de veranderende houding van de Nederlandse bevolking

De Koude Oorlog was diep doorgedrongen in het dagelijkse leven van de Nederlandse burger. Propagandafilms werden vertoond, voorlichtingsbrochures werden verspreid en de dreiging was continue aanwezig. Toch ondernam de Nederlandse bevolking geen stappen: men legde geen schuilkelders aan of nam geen deel aan de civiele verdediging. De culturele en maatschappelijke veranderingen in jaren vijftig en zestig waren cruciaal voor een verklaring voor deze afstandelijke of sceptische houding van de Nederlandse bevolking.

Naast ontwikkelingen op het internationale terrein maakte de Nederlandse maatschappij ook vele veranderingen door in de jaren na de oorlog. Eind jaren veertig had Nederland last van naweeën van de oorlog en hield de Nederlandse maatschappij zich voornamelijk bezig met de wederopbouw en de uitbouw van sociale zekerheid dan met defensie en een nieuwe opkomende dreiging.80 Men begon veel waarde te hechtten aan privézaken zoals familie en het gezinsleven, maar ook maatschappelijke thema’s als de welvaart en de woningnood begonnen een belangrijke rol te spelen.81 Moesten de Nederlanders nu kiezen tussen zich overgeven aan een continue angst voor een eventuele aanval en zich volledig richten op het abstracte gevaar of moest men zich bezighouden met de wederopbouw van het land? Beiden sluiten elkaar naar mijn idee niet uit en kunnen naast elkaar bestaan, omdat men niet te kiezen had en stagnatie door angst geen optie was om het land na de oorlog er weer bovenop te helpen.

In de jaren vijftig en zestig begon de Nederlandse samenleving en de politiek sterk te veranderen en te moderniseren. Een nieuwe tijd was aangebroken en de bevolking begon eisen te stellen en werden mondiger, werden kritische consumenten, wilden betrokken worden bij de publieke zaak en droegen thema’s als solidariteit met de derde wereld, het milieu en vrede aan voor op de politieke agenda. Mede door de opkomst van de televisie, de invloed van de reclamebranche en het consumentisme werden burgers snel en gemakkelijk beïnvloedt.82 De

verzorgingsstaat deed haar intrede, de ontzuiling begon in te zetten, de individuele ontplooiing

80 J.C.H. Blom, ‘Maatschappij en krijgsmacht in de jaren vijftig. Een nabeschouwing’ in: J. Hoffenaar ed., De Koude Oorlog

(1992) 221.

81 H.A. Schaper, ‘Het Nederlandse Veiligheidsbeleid 1945-1950’ (1981) 282.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

7 Als de belastingrechter zich bij de behandeling van de zaak beperkt tot een beoordeling van de rechtmatigheid van de aanslag of beschikking, negeert hij in voorkomende gevallen

In theorie zal er zeker sprake zijn van een relatie van maisteelt met bodemdaling, maar deze heeft dan vooral betrekking op de teeltwijze en niet direct op het gewas mais..

Gebruik en beleving van natuur van niet-westerse allochtonen 3.1 Participatie in het bezoek aan het groen in en buiten de stad 3.2 Gebruik van groen in de stad 3.3 Gebruik

 Zorg ervoor dat de huid goed droog is vooraleer een nieuwe plaat op te kleven, zodat er geen urine of water onder de plaat kan blijven zitten, want dit zorgt dan weer voor

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

• To measure the DNA copy number of the Microcystis specific 16S rDNA and microcystin producing genes, mcyB as well as mcyE in order to shed more light on toxin production in

Denkbaar zegt dat hij geen tijd heeft, maar Kassaar voegt hem toe: ‘- Luister naar mijn geschiedenis, heer en begrijp waarom ik mij onderwerp.’ Kassaars geschiedenis is