• No results found

Ontmoeting met twee soefigroepen in AMsterdam rond transnationalisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontmoeting met twee soefigroepen in AMsterdam rond transnationalisme"

Copied!
75
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ontmoeting met twee soefigroepen in Amsterdam rond

transnationalisme

JanSietse Stilma

Masterscriptie Religiewetenschappen

Studentnummer 11 020 717

Begeleider: Prof.dr. Gerard A. Wiegers

Tweede beoordelaar: dr. Richard L. A. van Leeuwen Amsterdam, 8 december 2016

(2)

2

Inhoud

1. Inleiding 1.1 Motivatie

1.2 Toelichting op de titel

1.3 Onderzoekmethoden bij soefisme 1.4 Vraagstelling en werkwijze 2. Context

2.1 Historische ontwikkeling van soefi-orden 2.2 Soefigroepen in West Europa in de 21e eeuw

3. Schatting van het aantal van soefigroepen in Amsterdam 3.1 Literatuur

3.2 Verzoek om informatie 3.3 Schatting

4. Naqsbandi-Haqqani soefigroep (Amsterdam) 4.1 Bijeenkomsten

4.2 Deelnemers 4.3 Inhoud

4.4 Transnationalisme

5. Roemi soefigroep (Amsterdam) 5.1 Bijeenkomsten

5.2 Deelnemers 5.3 Inhoud

5.4 Transnationalisme

6. Vergelijking van de Naqsbandi-Haqqani en Roemi groep 6.1 Overeenkomsten 6.2 Verschillen 6.3 Bekering 6.4 Actualiteit 7. Slotbeschouwing 8. Samenvatting 9. Bijlagen 10. Nawoord 11. Referenties

(3)

3

1. Inleiding

1.1 Motivatie.

In een Oosters aandoend gebouw in de duinen van Katwijk zingen en bewegen ruim honderd mannen, vrouwen en rondlopende kinderen. Zij gaan helemaal op in de teksten die de soefi Sheikh Hassan Dyck voordraagt. Vol overgave herhalen zij de teksten wanneer dat wordt aangegeven. De sheikh begeleidt op een klein harmonium ritmisch de teksten en medewerkers bespelen een fluit, gitaar, drums of

didgeridoo. Het gaat maar door, Allah-Allah, lā ʾilāha ʾillā-llāh, hoofdstukken uit de Koran en gebeden voor vergeving, vrede en het welzijn van de wereld. Veel deelnemers dragen een witte, groene of paarse tulband. Een deelnemer danst wervelend in het rond, het hoofd gebogen als in vervoering. Er wordt eten met elkaar gedeeld in de pauze.

Sheikh Hassan Dyck in de soefi tempel in Katwijk.1

Deze middag in oktober 2014 gaf mij een nieuwe prikkel om me te verdiepen in het soefisme. Ik besloot om de bacheloropleiding Religiewetenschappen, die ik na mijn pensioen had gedaan, te vervolgen met het masterprogramma Islam in de moderne wereld aan de Universiteit van Amsterdam. De belangstelling voor religie - en datgene wat je met het oog niet ziet - was altijd al aanwezig. Na een protestantse opvoeding kwam ik als oogarts in ziekenhuizen in Afrika in contact met Afrikaanse religies,

Presbyterianen, Lutheranen, Baptisten, Methodisten, Rooms-Katholieken, Anglicanen en natuurlijk moslims. In 2009 leerde ik in het soeficentrum de leer van de soefi Inayat Khan beter kennen en schreef daarover een Bachelor scriptie.2 Dat bracht mij op de vraag: wat doen en denken soefi’s van de islam?

Toen ik mij voor het antwoord op deze vraag in de literatuur ging verdiepen, bleek dat er bij moslims die in Nederland wonen uitgebreid onderzoek is verricht naar tal van verschillende onderwerpen zoals de samenstelling, gewoontes, praktijken, integratie, moskeebezoek, begrafenisrituelen, ethiek en de rol van imams en salafisme.3 Deze onderzoeken zijn verricht door universiteiten, het Sociaal Cultureel

1Bron https://sufipathoflove.com/activiteiten-met-sheikh-hassan-2/ bezocht 22 juli 2016 2 Stilma 2012

(4)

4

Planbureau, veiligheidsdienst en overheid. Opvallend is dat er weinig onderzoek is verricht naar moslim soefigroepen in Nederland, terwijl er wel soefigroepen bekend zijn.4 De doelstelling van deze

masterscriptie is om twee Amsterdamse soefigroepen anno 2016 te beschrijven en te analyseren vanuit het perspectief van het transnationalisme. Daarnaast zal een schatting gemaakt worden van het totale aanbod van soefigroepen in Amsterdam. Daarmee hoop ik dat er meer begrip zal komen voor deze bijzondere groep van moslims.

1.2 Toelichting op de titel

De betekenis van de woorden soefi en soefisme kent veel omschrijvingen. Een kleine samenvatting hiervan is nodig voor een wetenschappelijk onderzoek om het onderwerp af te grenzen en te duiden. Het omschrijven van het begrip soefisme.

Velen vinden woorden tekort schieten omdat soefisme gaat over het geheim, het hart of het pad dat gezocht en ervaren moet worden. De soefi Rumi (d. 1273)5 zei al dat woorden niet toereikend zijn om de

werkelijkheid te bevatten. Zijn uitspraak sluit aan op de Koran, waarin staat: ‘Zeg: Als de zee inkt was voor de woorden van mijn Heer, dan zou de zee uitgeput raken voordat de woorden van mijn Heer uitgeput raakten’.6 Als soefi meesters een antwoord geven, dan komt het antwoord vaak in de vorm van een Japanse ko’an, een opzettelijke paradox die bedoeld is om de luisteraar te prikkelen, om discussie op te roepen of om te zoeken naar de waarheid voorbij de rationele kennis. Enkele voorbeelden uit Mystical dimensions of Islam: ‘Sufism is not achieved by much praying and fasting, but it is the security of the heart and the generosity of the soul’ (Junayd, d. 910); ‘Sufism is to find joy in your heart when grieve comes’ (Roemi, d. 1273); ‘Sufism is the heart’s being pure from the pollution of discord’ (Hujwiri, d. 1071); ‘One mustard seed of love is better than seventy years of worship’ (Yahyā, d. 871).7 De in 2014

overleden sheikh Nazim volgt de oude meesters: ‘Sufism is the way of purifying the heart from bad manners and characteristics under the guidance of a Sheikh’.8

Wetenschappelijk omschrijving van soefisme.

Het aantal studies over soefisme en islam is flink toegenomen in de twintigste eeuw.9 Het woord

‘mystical’ komt veel voor in de titels van de boeken en dit past bij de opvatting waarin soefisme gezien wordt als ‘de mystieke dimensie van de islam‘. Trimingham gebruikt als omschrijving van een soefi: ‘Anyone who believes that it is possible to have direct experience of God and who is prepared to go out of his way to put himself in a state whereby he might be able to do this’.10 Ernst citeert veel definities

van soefisme en concludeert dat het begrip soefisme eigenlijk een ‘teaching tool’ is waarvan de invulling afhangt van de tijd en situatie.11 Het begrip soefisme is volgens hem voortgekomen uit de behoefte van

4 Landman 1992; Venhorst 2009 5 De d. staat voor het jaar van overlijden 6 Soerat 18:109 naar Leemhuis 1989 7 Schimmel 1975, pp. 3-23

8 https://sufipathoflove.com/sufism/ bezocht 29 juli 2016

9 Nicholson 1911; Arberry 1966; Triminhgham 1971; Gilsenan 1973; Schimmel 1975, 1992; Chittick

1998.1994,2002; Sells 1996; Ernst 1992, 1997; Knysh 2000

10 Trimingham 1971, p. 1 11 Ernst 1997, p. 24

(5)

5

de religiewetenschap om verschijnselen te beschrijven en te vergelijken, maar dit verschilt van de benadering van soefi’s zelf.

Islamitische kritiek op het soefisme.12

Als Gilsenan in 1964 soefigroepen in Egypte wil onderzoeken bezoekt hij uiteraard de prestigieuze en gezaghebbende Al-Azhar universiteit in Caïro: ‘Yet the sheikhs of the great Islamic University assured me that these brotherhoods had nothing to do with Islam and that I was not only waisting my time but giving a false impression at all of what true religion is.’13 Arberry schrijft in 1950 over soefigroepen: ‘In many

places, it is true, the Sufi orders continued to attract the ignorant masses, but no man of education would care to speak in their favour.14 De orthodox reformistische stroming, waartoe al-Afghani (d. 1897),

Rashid Rida (d. 1935) en al-Banna (d. 1949) behoren, vindt de soefi’s niet-islamitisch vanwege hun mystieke ideeën en folkloristische praktijken.15 In Turkije zijn de soefi-orden verboden in 1925 en in

Saudi-Arabië kun je anno 2016 als soefi in de gevangenis belanden omdat je afwijkt van de Wahhabitische interpretatie van de islam.

Het begrip soefi-orden en soefi groepen

Het ontstaan en de ontwikkeling van soefi-orden heeft een lange geschiedenis en is uitvoerig beschreven door onder andere Trimingham, Schimmel en Ernst.16 In het eerste stadium is er sprake van een

eenvoudig huis (khānaqāh) waar de leerlingen bijeen zijn met hun meester voor gebed, het lezen van de Koran en het herhalen van teksten. Uit de vroege periode zijn tien regels bekend om het samenleven te reguleren.17 Deze huizen werden talrijker en groter met een aparte gebedsruimte, binnentuin,

gastenkamers en keuken. Later waren deze khānaqā’s verbonden met een mausoleum, zoals

bijvoorbeeld van de overleden sheikh Baibars al-Gāshankir in Caïro (1310), waar ruimte was voor 400 soefi’s. Belangrijke leiders (sheiks) ontwikkelden een specifieke lijn van het spirituele pad of een school voor begeleiding van de leerlingen (tariqa). Vier hoofdrichtingen ontstaan in elfde tot veertiende eeuw CE: de Qadiri orde, de Suhrawardi orde, de Chishti orde en de Naqshbandi orde. Inhoudelijk zijn er verschillende accenten op onder andere wervelende dans (Mevlavi), muziek (Chishti), stiltemeditatie of het overwinnen van het ego (Naqshbandi). Voor de soefi’s is de lijn of ketting van spirituele afkomst van de leider (silsila) erg belangrijk. Deze lijn is niet genetisch bepaald, al komt een sheikh wel vaak uit bepaalde families. Hiërarchie, gebaseerd op spirituele kwaliteiten van de leider en gehoorzaamheid aan de leider, vaak begonnen met een eed van gehoorzaamheid (bai’a) vormen een kenmerkend onderdeel van de soefi-orden. Het spirituele pad naar Allah kan alleen gevolgd worden onder leiding van een meester. Al-Sanusi inventariseert in 1859 40 soefi-orden over de gehele wereld.18 De soefi-orden

hebben enkele algemene eigenschappen: respect en gehoorzaamheid aan een sheikh die een spirituele band heeft met voorgangers tot aan de profeet Mohammed; een zekere vorm van inwijding; overgave aan Allah; overwinning of het vermorzelen van het ego; liefde tot de medemens en verschillende rituelen

12 Massington 2016, De Jong en Radtke 1999, Radtke 2015 13 Gilsenan 2012, p. 53

14 Van Bruinessen in Masud 2012, p. 134 15 Malik, 2006, p. 10

16 Trimingham 1971 Schimmel 1975; Ernst 1997, pp. 120-146 17 Trimingham 1971, p.167

(6)

6

als dhikr, dans, muziek, nasheed of meditatie. Een gebouw of mausoleum kan aanwezig zijn en het celibaat is niet verplicht.

In Europa zien we nieuwe gemeenschappen van soefi’s ontstaan die Stjernholm benoemt als sociale bewegingen en Nielsen als communities.19 Voorlopig kies ik voor de benaming soefigroepen. Het woord

soefigroep wordt in deze studie gebruikt voor groepen waarvan de deelnemers moslim zijn. Er zijn ook groepen die zich soefi’s noemen terwijl zij niet meer gebonden zijn aan de exclusieve erkenning van de profeet Mohammed en de Koran, maar uitgaan van de erkenning van ‘de Ene, Eeuwige en Universele goddelijke Waarheid’. Deze groepen worden getypeerd als ‘perennial’ (van het Latijnse

perennis=voortdurend, bestendig), neo-soefisme, hybride, universeel soefisme of Nieuwe Religieuze Beweging.20 Voorbeelden van ‘perennial soefisme’ zijn de volgelingen van Idries Shah in Engeland en

Inayat Khan in Nederland.21 De Nederlandse leider Witteveen spreekt van ‘universeel soefisme’ terwijl in

zijn boek Soefisme de profeet Mohammed geen dominerende plaats heeft zoals in de islam. Deze groepen worden buiten beschouwing gelaten.

Samenvattend vormen de begrippen soefi’s en soefisme een mozaïek van omschrijvingen afhankelijk van de onderzoeksituatie. Voor dit onderzoek vat ik de meeste omschrijvingen voorlopig als volgt samen: soefi’s zijn moslims die, op basis van de devotionele plichten (ibadaat) en de

geloofsartikelen (imaan), een vurig verlangen hebben tot overgave aan Allah. Ze geloven dat de overgave aan Allah geoefend moet worden, onder begeleiding van een leraar, door beheersing of opheffen van het ego en met gebruik van rituelen als meditatie, gezang, muziek of dans.

Amsterdam heeft als hoofdstad van Nederland een grote traditie als multiculturele samenleving. De huidige 800.000 inwoners hebben 168 nationaliteiten.22 In Nederland is het aantal moslims niet precies

bekend maar wordt geschat op 5-6% van de bevolking.23 Het percentage moslims zal in Amsterdam

hoger zijn dan het Nederlands gemiddelde vanwege de multiculturele samenstelling van de stad (zie verder hoofdstuk 3).

1.3 Onderzoekmethoden bij soefisme

Voorafgaand aan het onderzoek naar twee soefigroepen in Amsterdam ben ik in een eerdere paper nagegaan welke onderzoekmethoden elders zijn gebruikt bij het onderzoek naar soefi’s. Voor de plaatsbepaling van dit onderzoek volgt hier een kort overzicht.

 Vertaling en interpretatie van geschriften van beroemde soefi’s is de oudste en nog gebruikte benadering. Werken van b.v. de soefi’s al-Bistami, al-Hujwiri, Ibn Arabi, Roemi en Mulla Sadra zijn uit het Perzisch, Turks of Arabisch in het Engels vertaald, meestal door moslim ‘outsiders’.24

Moslim insiders die recent de werken van Ibn Arabi of Roemi vertalen zijn Shaikh en Van Bommel.25 De meeste vertalers benadrukken dat Arabisch de grondtaal is van de islam en dat

een vertaling afbreuk doet aan de inhoud. De twee onderzochte soefigroepen in Amsterdam

19 Stjernholm 2009, p. 83; Nielsen 2006, p. 103

20 Hermansen 1998; Sedgwick 2016; Hammer 2004; Genn 2013;

21 Zie respectievelijk Shah 2009 en Keesing 2002; Slomp 2007; Witteveen 2010 en http://idriesshahfoundation.org/

http://soefi.nl/ bezocht 11 aug. 2016

22 www.ois.amsterdam.nl bezocht 29 juli 2016

23 Maliepaard 2012, p. 44; https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2007/43/ruim-850-duizend-islamieten-in-nederland 24 Nicholson 1911, 1925; Arberry 1966; Schimmel 1975, 1992; Chittick 1994, 1998, 2002

(7)

7

gebruiken toegankelijke publicaties in Nederlands of Engels zodat een moeilijke vertaling niet nodig is.

 De sociologie onderzoekt de mens in relatie tot een groep of klasse in de maatschappij. Deze onderzoekmethode betreft grote groepen en is vaak kwantitatief, met het streven om statistisch bewijs te leveren. Het onderzoek Moslims in Nederland 2012 van Maliepaard is hiervan een voorbeeld.26 Voor een kleinschalig en oriënterend onderzoek is deze methode minder geschikt.

 Geschiedenis is vaak een onderdeel van een antropologische studie. Voor de geschiedenis van soefi-orden is de studie van Trimingham een ijkpunt, al zijn er sinds de publicatie in 1971 wel nieuwe inzichten en ontwikkelingen bijgekomen. In deze masterscripite wordt de

voorgeschiedenis van de Amsterdamse groepen meegenomen.

 Moslim-theologische studies zijn voor de rationele religiewetenschap een probleem omdat de theologie transcendentale waarheden accepteert die niet rationeel te controleren zijn. Veel religiewetenschappers concentreren zich op het discours, dat wil zeggen de waarneembare uitingsvorm van een religie.27 Het begrip discours wordt door Von Stuckrad in 2013 nader

gespecificeerd als ´Discourses are practices that organize knowledge in a given community; they establish, stabilize, and legitimize systems of meaning and provide collectively shared orders of knowledge in an institutionalized social ensemble. Statements, utterances, and opinions about a specifijic topic, systematically organized and repeatedly observable, form a discourse’.28 De

discursieve benadering in de religiewetenschappen is in het boek Making Religion uitgewerkt in verschillende toepassingen, zoals het onderzoek van de sociale praktijk in de lijn van Bourdieu (praxeologie, Schäfer), de driedimensionale kritische discours analyse (Moberg) en

inter-discursivity (Wijsen).29 Deze studie van twee soefigroepen in Amsterdam sluit het meeste aan bij

de praxeologie vorm van het discours. Naast wetenschappelijke bronnen zal ook gebruik gemaakt worden van uitspraken, meningen en informatie van populaire websites.

 Muziek speelt een belangrijke rol bij verschillende soefibewegingen zoals de Mevlevi en Chisti orde. Frischkopf, opgeleid in de etnomusicologie, onderzoekt b.v. muziek in de islam en bij soefi‘s in Caïro en Canada.30 Muziek speelt een grote rol bij de bijeenkomsten van de

Naqshbandi-Haqqani centrum in Amsterdam, Kall (Duitsland) en Fez (Marokko). De muzikale begeleiding bestaat o.a. uit een mini-harmonium, drum, viool, cello en Australische didgeridoo. Nader onderzoek naar de rol van deze instrumenten is interessant, maar is in het kader van deze masterscriptie niet verricht.

 Fotografie van soefirituelen geeft een fascinerende blik op de praktijk van soefi’s. Het Koninklijk Instituut voor de Tropen heeft een fotoboek uitgegeven van soefi’s in het huidige Egypte, Balkan en Syrië.31 De hier onderzochte Naqshbandi-Haqqani groep maakt zelf vaak foto’s en video’s en

zet deze op hun website. In deze studie wordt hiervan gebruik gemaakt.

26 Maliepaard 2012 27 Stuckrad 2003 28 Stuckrad 2013, p. 15

29 Wijsen and von Stuckrad 2016 30 Frischkopf 2008; 2009 31 Bergman 2009

(8)

8

 In de antropologie staat de mens als natuurhistorisch wezen centraal. De pioniers aan het eind van de negentiende eeuw zien andere religies als primitief en exotisch. Tyler en Frazer schrijven wel over andere volken, maar verrichten zelf geen veldwerk.32 Nicholson (1868 –1945), een

gerespecteerd en veel geciteerde oriëntalist, blijft zijn hele leven in Engeland.33 De antropologie

heeft daarna grote ontwikkelingen doorgemaakt zoals te lezen in The Anthropology of Islam Reader.34 Antropologie bestudeert vaak kleinere gemeenschappen, groepen, congregaties of

bijzondere gebeurtenissen (etnografie).35 Kwalitatief antropologisch onderzoek voldoet aan de

volgende eigenschappen: holistisch, universalistisch, vergelijkend, contextueel, historisch, dialogisch, kritisch naar de eigen bevindingen en naar mogelijke machtsfactoren bij de

betreffende groep. Wanneer al deze eigenschappen worden gebruikt, dan zal de antropologie meer letten op de manier waarop argument en concepten worden verdedigd (duiding), dan op consensus van de bevindingen. In het palet van onderzoekmethoden lijkt de

antropologische/etnografische benadering mij het meest geschikt en zal gevolgd worden omdat het een verkennende studie betreft van een betrekkelijk kleine groep mensen. De verschillende eigenschappen zullen waar mogelijk betrokken worden.

1.4 Vraagstelling en werkwijze

De doelstelling van deze masterscriptie is om twee Amsterdamse soefigroepen anno 2016 te beschrijven en te analyseren vanuit het perspectief van het transnationalisme. Daarnaast zal een schatting gemaakt worden van het totale aanbod van soefigroepen in Amsterdam om deze twee groepen in perspectief te kunnen plaatsen.

De onverwachte opkomst van soefigroepen in Europa In de 21e eeuw hangt volgens Voll samen met de

invloeden van nieuwe moderniteiten, globalisering en transnationalisme.36 De mens als internationaal wezen wordt in de 21e eeuw benaderd door onder andere Mandaville, Roy en Vertovic.37 Mandaville

wijst erop dat deze transnationale ontwikkeling invloed heeft op de beleving van de islam en op de beeldvorming van de umma, de gemeenschap van gelovigen. Mandaville concludeert (p. 191): ´In a broad sense, then, we can conclude that the rethinking of political community is largely a result of Muslims living in translocal spaces which are themselves the product of wider migratory and globalising processes’. Vertovic beschrijft dat transnationalisme en diaspora invloed hebben op de islam op een groot aantal terreinen, te weten: (1) identiteit en gemeenschap, (2) religieuze tijd en ruimte, (3) onderscheid tussen religie en cultuur, (4) pendelbeweging tussen universaliteit en lokaliteit, (5) de verhouding tussen politiek en religie, (6) bezinning op devotie en (7) de keuze voor een maatschappelijk traject van gemeeenschappelijke identiteit.38 Transnationalisme is door Nielsen (2006) bestudeerd bij

verschillende Naqshbandi-Haqqani orden in Engeland, Libanon en Daghestan. In Engeland zijn groepen aanwezig in Birmingham, Sheffield en Londen. In Londen zijn er drie aparte groepen voor mensen uit 32 Tylor 1871; Frazer 1890 33 Lewis 2016, p. 531 34 Kreinath 2012 35 Lambek 2008, pp 1-7 36 Voll 2013, pp. 281-298

37 Mandaville 2001; Roy 2006; Vertovic 2003, 2010

38 Vertovic 2003; en

(9)

9

Turkije, Zuid-Oost Azië en bekeerde Engelsen, terwijl in Sheffield allerlei nationaliteiten verenigd zijn in één groep. In Londen kon een gebouw worden aangekocht dankzij een aanzienlijke gift van de sultan van Brunei.39 Alleen in Londen zijn wervelende derwisjen aanwezig bij de wekelijkse dhikr. Op het niveau van

de constructie van gedachten ziet hij transnationalisme, maar op het terrein van de groepen ziet hij vooral lokaliteit, zodat Nielsen voorstelt dat ‘translocality’ een meer geschikte term is voor deze groep dan ‘transnationalisme’. De invalshoek van het transnationalisme heeft een nieuwe dimensie gekregen door de enorme groei van communicatiemogelijkheden met als gevolg interactie tussen bestaande en nieuwe groepen in verschillende landen en een zoektocht naar de betekenis van verschillende teksten.

Als vraagstelling voor deze studie kies ik voor het volgende: Wat is het discours van twee

geselecteerde soefigroepen uit Amsterdam rond transnationalisme? De deelvragen zijn: (1) Hoe zien hun bijeenkomsten eruit (2) Wie zijn de deelnemers (3) Wat is de inhoud van de bijeenkomsten en (4) Wat is de invloed van het transnationalisme? Om deze twee groepen te kunnen plaatsen binnen de 168 nationaliteiten van Amsterdam, is als onderzoekvraag toegevoegd: Is er een schatting te maken van het totale aanbod van soefigroepen in Amsterdam?

De werkwijze is als volgt. Om een vergelijking mogelijk te maken is gekozen voor twee verschillende soefigroepen: de Naqshbandi-Haqqani soefi’s en de Roemi groep van Abdulwahid van Bommel. De keuze is gemaakt op basis van toegankelijkheid en persoonlijke contacten.

De Naqshbandi-Haqqani soefi’s

Deze groep heb ik leren kennen tijdens een bijeenkomst in de tempel van de ‘universele soefibeweging’ in Katwijk in 2014.40 Zij hebben mij uitgenodigd om vaker te komen bij hun dhikr bijeenkomsten in

Amsterdam. De leider is bekend met mijn status als student-onderzoeker religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en als belangstellende voor het soefisme. Dhikr is een religieus ritueel waarbij de naam van Allah wordt herdacht door veel herhalingen van bepaalde woorden of korte spreuken, die meestal op de Koran zijn gebaseerd. De Naqshbandi orde is één van de vier

oorspronkelijke soefi-orden en hoort bij de soennitische stroming in de islam. De soefi sheikh Nazim Haqqani heeft deze orde vanaf 1980 naar Europa gebracht. De volgelingen noemen zich in Europa Naqshbandi-Haqqani soefi’s. In Amerika spreekt men van Nazimiyya.

De Roemi groep van Abdulwahid van Bommel

Deze groep heb ik ontmoet in 2016 toen Abdulwahid van Bommel gastspreker was in de Remonstrantse gemeente Vrijburg te Amsterdam.41 Zijn groep heb ik als moslim soefigroep beschouwd omdat de

deelnemers moslims zijn, zij een duidelijke leider hebben die zichzelf beschouwt als moslim en soefi, zij al drie jaar regelmatig bijeenkomsten houden en zich laten inspireren door de soefi Roemi. Van Bommel heeft mij welkom geheten in zijn groep die vooral de Masnawi van Roemi bestudeert en bespreekt. Hij is bekend met mijn status als student-onderzoeker religiewetenschappen aan de Universiteit van

Amsterdam en als belangstellende voor het soefisme. Hij heeft de complete Masnawi vertaald in het Nederlands (1184 pagina’s). Het antropologisch onderzoek bestaat uit participerende observatie en interviews.42

In totaal heb ik veertien bijeenkomsten bijgewoond en zeven gesprekken gevoerd.

39 Nielsen 2006, p. 105

40 www.sufipathoflove.com en www.soefitempel.nl , bezocht 11 aug. 2016

41 Voor zijn gedachten zie: www.abdulwahid.nl Voor de Remonstranten zie www.vrijburg.nl, bezocht 11 aug. 2016 42 Spradley 1980; Emans 2002; Angrosino 2007; Kvale 2007

(10)

10

De literatuur is onderzocht vanuit bestaande standaardwerken en encyclopedieën, de fysieke bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, databestanden van de Index Islamicus en Encyclopaedia Islam en websites van auteurs en soefigroepen. De trefwoorden “sufi, sufism en Europe” geven soms te veel of geen resultaat. Nadat ik enkele monografiën en artikelen over soefisme in Europa had gevonden, heb ik de auteurs van de afzonderlijke hoofdstukken ingevoerd in de database van de

universiteitsbibliotheek en in Google Search. Dit gaf enkele nieuwe publikaties. Het bestand van scripties van de Universiteit van Amsterdam kent geen voorbeelden van ‘soefisme’ of ‘soefi’s’.43 In Leiden

bestaat een scriptie over conversion.44 Tijdens het onderzoek kwam een bruikbaar artikel naar voren van

een bibliothecaris uit Indiana (USA) over de aanpak van literatuuronderzoek over soefisme.45

Toekomstige onderzoekers kunnen hier profijt van hebben vanaf het begin van hun studie.

2. Context

2.1 Historische ontwikkeling van soefi-orden

Om twee soefigroepen in Amsterdam te kunnen plaatsen in de geschiedenis van de islam is enig historisch overzicht nodig. Massington en Waardenburg gebruiken een geografische indeling om de ontwikkelingen van soefi’s te beschrijven.46 Malik legt het accent op zeven fasen van ontwikkeling van de

soefi’s gedurende hun bestaan van veertien eeuwen (van 700-2016 CE). Deze indeling helpt om de historische ontwikkeling te begrijpen en wordt daarom hieronder samengevat.47

De eerste fase, de formatieve fase duurt van ca. 700-950 CE. Soefi’s leven meestal solitair en leiden een sterk ascetisch leven. Deze soefi’s komen niet uit Mekka of Medina, maar uit Damascus, Bagdad of Samarkand. De soefi mysticus al-Hallaadj (d. 922) is ter dood veroordeeld omdat hij in opperste extase roept ‘ana’l-haqq’ (‘Ik ben de Goddelijke waarheid!’) wat als Godslastering is beschouwd. Veroordeling en acceptatie van soefi’s door de moslimgemeenschap zal een rode draad worden in de geschiedenis van de islam.48

In de tweede accomodatieve fase (van ca. 950-1100 CE ), zijn de soefi’s geaccepteerd door de orthodoxe moslims dankzij het uitvoerige werk van soefi’s als Hujwiri (d. 1077), Ghazali (d. 1111) en Ibn Arabi (d. 1165).49 Zij betogen hartstochtelijk dat de mystieke soefi-ervaring verenigbaar is met de pijlers

en de wetten van de islam. De soefi traditie wordt gesystematiseerd.50

De derde, hiërarchische fase (van ca. 1100-1300 CE ) kent een enorme uitbreiding van het aantal scholen met een leider (shaykh), hulpleraren (khalifas) en volgers (murids). Soefi’s worden talrijk en zijn gegroepeerd in vier oorspronkelijke orden, allen genoemd naar hun leider: Qadiri orde (Abdul Qadir, d. 1160), Suhrawardi orde (Jahib Suhrawardi, d. 1191) , Chishti orde (Abu-Ishak Chishti, d. 1230) en de

43 http://www.scriptiesonline.uba.uva.nl/ 44 Kok 2016 45 Francesconi 2008 46 Massington 2015, Waardenburg 2008, pp. 27-38, 103-123, 211-228 47 Malik 2006, pp. 1-27

48 De Jong and Radtke 1999

49 Nicholson 1911; Leezenberg 2008; Chittick 1998 50 Knysh 2000, pp. 116-140

(11)

11

Naqshbandi orde (Bahaudin Naqshband, d. 1398).51 De soefi Roemi (d. 1273), een zeer productief

schrijver van gedichten en gelijkenissen, brengt het soefisme naar Turkije.

De vierde, institutionele fase (van 1300-1700 CE) zien we vooral in het Ottomaanse rijk. De soefigroepen raken geïnstitutionaliseerd en zijn verbonden met beroepsgilden en politieke kringen binnen de staat. Het aantal soefigroepen neemt toe. Op het hoogtepunt zijn er in Istanboel 258 tekkes van alle soefi-orden waarvan 52 van de Naqshbandi orde.52 Het reizen van de soefi’s is ook gestimuleerd

door de eerbied voor de soefiheiligen en het daarmee verwante bezoek aan hun ‘shrine’ of mausoleum zoals b.v. in Lahore voor Chishti, in Konya voor Roemi, in Damascus voor Ibn Arabi en diverse plaatsen in Sjiitisch Iran.53

De vijfde, herziening fase duurt van 1700-1900 CE. De puriteinse beweging zoals de Wahhabiyya, is fel tegen de soefi praktijken van heiligenverering en het gebruik van muziek. Tegelijk zijn andere soefi-orden niet meer georiënteerd op de ‘Eenheid van Zijn’ van de leer van de soefi Ibn Arabi, maar op het directe en eigen pad van de profeet Mohammad (Tariqa Muhammadiyya). Verder richten zij zich op religieuze, sociale en politieke hervorming. Dit zien we vooral in Afrika bij de Sanusiyya en Tijaniyya en in Kurdistan en Tsjetsjenië bij de Naqshbandi orde.54 Deze gezamenlijke veranderingen zijn door Rahman

(1979) beschreven als Neosoefisme, een begrip dat volgens anderen ook toegeschreven kan worden aan eerdere soefigroepen. In de achttiende en negentiende eeuw hebben soefi’s een rol gespeeld bij de verspreiding van de islam naar India, Indonesië, West Afrika (via de Maghrib) en naar Oost Afrika (via Arabië en Jemen). Veel soefi’s staan dichtbij de mensen, zijn oprecht, rechtvaardig, vredelievend en sociaal. Anderzijds zijn er verschillende studies die de betrokkenheid van sommige soefi’s aantonen bij de gewelddadige strijd tegen de koloniale machthebbers.55 Koloniale regeringen zijn bereid geld uit te

geven voor arabische en islamitische studies. De Leidse Christiaan Snouck Hurgronje is volgens Van Bruinessen bij voorbeeld een onderzoeker van soefi-orden met speciale aandacht voor ’hun anti-koloniale bedreiging’.56

In de zesde, repressieve fase (van ca. 1900-1960) worden soefi’s fel bekritiseerd door aanhangers van de Islamitische Hervormings beweging zoals Rashid Rida (d. 1935) en al-Banna (d. 1949). Zij vinden de mystieke ideeën en folkloristische praktijken van soefi’s niet-islamitisch.57 Het verbod op soefigroepen

in Turkije in 1924 is een bijzonder keerpunt. Deze twintigste eeuwse soefi-orden bevinden zich meestal in de provincies en zijn populair bij de boerenbevolking. In de eerste helft van de twintigste eeuw zien we volgens de meeste onderzoekers een afname van het aantal en de betekenis van soefi-orden.58

In de zevende, transnationale fase (vanaf 1970-heden) zien we een opkomst van soefigroepen in Europa en Amerika. Dit zien we terug in de studies van Westerlund, Malik, Van Bruinessen, Raudvere, Geaves en Werbner.59 Deze studies verschillen van de studies uit de zesde fase omdat zij antropologisch

51 Shah 2009

52 Trimingham 1971, p. 95

53 https://sacredsites.com/middle_east/iran/shia_islam.html, bezocht 11 aug. 2016 54 Trimingham 1971, p. 118 (Sanusiyya), p. 107 (Tijaniyya),

55 Ernst 1997, p. 199-210

56 Van Bruinessen in Masud, 2012, p. 127 57 Malik, 2006, p. 10

58 Gilsenan 1967

59 Westerlund 2004; Malik en Hinnels 2006; Raudvere en Stenberg 2009; Geaves e.a. 2009; Van Bruinessen en

(12)

12

van opzet zijn: groepen in West Europa en Amerika worden geobserveerd en beschreven in hun huidige en historische context. De invloeden van transnationalisme, globalisering en internet communicatie krijgen nu de volle aandacht. De volgende paragraaf richt zich op deze nieuwe soefibewegingen in Europa.

2.2 Soefigroepen in Europa in de 21

e

eeuw

Om inzicht te krijgen in de gevolgen van de transnationale ontwikkeling van soefibewegingen in Europa heb ik literatuuronderzoek verricht op basis van de gevonden etnografische studies. Het resultaat is samengevat in tabel 2.1 en toont de etnografische studies van soefigroepen uit elf Europese landen. Deze tabel is de laatst bekende verzameling van literatuur over soefigroepen in Europa. Bij deze tabel passen de volgende kanttekeningen. De elektronische databestanden blijken beperkingen te hebben omdat auteurs van hoofdstukken uit boeken niet altijd zijn terug te vinden in de zoekmachine. Lang niet alle groepen krijgen aandacht van wetenschappelijke onderzoekers, zodat er in werkelijkheid meer soefigroepen zullen zijn.60 Marokkaanse soefigroepen zijn bij voorbeeld nauwelijks vertegenwoordigd.

Spanje met een rijke geschiedenis van soefi’s, kent nu groepen van de Murabutin orde van de bekeerde Schot Abdal-Qadir-as-Sufi, voorheen Ian Dallas.61 In het artikel A brief history of Western Sufism van

Kűçűk wordt een overzicht gegeven van andere groepen.62 Een vergelijkbaar overzicht staat in het artikel

The contextualisation of Sufism in Europe.63 Beide artikelen benoemen groepen, maar bevatten geen

etnografische informatie. Soefigroepen zijn beducht voor islamitische anti-soefi sentimenten en beleid zoals van de regering in Turkije en Saudi-Arabië. Ze schuwen de publiciteit en komen daarom bijeen in particuliere huizen. Terwijl ik dit schrijf op 16 juli 2016, worden 2700 rechters in Turkije ontslagen en vastgezet (binnen zes uur na een militaire staatsgreep), omdat zij contact zouden hebben met de beweging van Fethullah Gűlen, schrijver van De smaragden van het hart: Basis concepten van het Soefisme en groot voorstander van dialoog en tolerantie.64 De bezorgdheid om veiligheid is dus uiterst

actueel en niet zonder reden. Ten slotte spreekt bij voorbeeld de Naqshbandi-Haqqani orde openlijk uit dat zij geen organisatiewillen zijn, wat de inventarisatie bemoeilijkt.65 Toch geven de beschikbare studies

een interessant beeld van de nieuwe soefigroepen in Europa.

Twee verschijnselen uit deze Europese studies vallen op: transnationalisme en bekering (conversion), in de zin van bekering of toetreding tot de islam. Nielsen, Werbner en Rytter gebruiken letterlijk de term ‘transnational sufism’.66 Soefisme wordt een ‘transnational religious movement’

genoemd in de grote studie van Werbner over de Zindapir soefi-orde in de Punjab en Engeland.67 De

Burhaniya soefi-orde is een voorbeeld van bijzonder transnationalisme.68 Sheikh Mohammed Osman

Burhani brengt de soefi-orde, die terug gaat naar Marokko en Mekka, weer tot leven in Soedan. Hij spreekt alleen Soedanees en bezoekt niet Europa. De Egyptenaar dr. Mohammed Salah Eid (d. 1981)

60 Zie b.v. de website http://sufilive.com/centers/ bezocht 29 juli 2016 en de kaart op bijlage 9.11 61 Bubandt 2009; http://www.shaykhabdalqadir.com/

62 Kűçűk 2008

63 Westerlund 2004, pp. 13-35 64 Gűlen 2002

65 www.sufipathoflove.com

66 Nielsen 2006; Rytter 2014; Werbner 2003: p 1-14 67 Werbner 2003: p 1-14

(13)

13

heeft gewerkt in Khartoum, treedt toe tot deze soefi-orde en gaat later werken in Duitsland. Daar geeft hij workshops in het soefigedachtengoed en spirituele genezing. Tientallen Duitsers hebben zich aangesloten bij de orde. In 1983 wordt sheikh Burhani opgevolgd door zijn zoon Ibrahim die geregeld reist naar Burhaniyya groepen in Europa en Engels spreekt. De derde en huidige sheikh Mohammed is opgevoed in Duitsland, spreekt Duits en Engels en verblijft in Europa en Afrika. Hij trouwt in 2006 met een Duitse vrouw en muried van de soefi-orde, tot verbazing van diegenen die verwachten dat hij met Soedanese vrouw zou trouwen.69 De eigen groep noemt 1981 een keerpunt als een groep Duitsers

Khartoem bezoekt en zij ontvangen worden door een groep soefi’s die van vreugde huilen. Door Sjeik Osman Burhani was dertig jaar geleden voorspeld dat er een dag zal komen dat 40 Duitsers naar Khartoem zou komen. Weer 40 jaar later zijn er Burhaniya groepen in Duitsland, Ierland, Engeland, Zweden, Denemarken, Nederland, Luxemburg, Zwitserland en Rusland. Het internet wordt actief gebruikt als basis voor contacten en uitwisseling van gedachten. Traditionele gebruiken blijven behouden, maar Europese invloeden zijn zichtbaar in het internetgebruik, taal en (voorzichtig) de omgang tussen mannen en vrouwen.

Bekering, in de betekenis van toetreding tot de islam, is lang bekend.70 Omdat het woord bekering

algemeen gebruikt wordt in de Nederlandse literatuur, zal ik conversion vertalen met bekering. Bekering tot de islam en het soefisme in het bijzonder, werd in 2000 bestudeerd door Kőse bij 70 autochtone Engelsen.71 Tijdens het observatie onderzoek ontmoet ik drie bijzondere ‘bekeerde moslims’, die leiding

geven aan een soefi-orde: Sheikh Hassan Dyck, Sheikh Husamudin Mayer en Adulwahid van Bommel uit Nederland.72 In de literatuur komt nog voor Sheikh Halis Dronbrach uit Duitsland en de Schot

Abdal-Qadir-as-Sufi van de Murabutin orde.73 De Duitse sheikhs hebben een gebouw aangekocht voor de

bijeenkomsten van de soefi-orde. Het verschijnsel bekering speelt een duidelijke rol in Europa en zal in de Amsterdamse studie meegenomen worden naast het perspectief van transnationalisme. Het volgende hoofdstuk richt de aandacht van Europa naar Amsterdam, waar een schatting gemaakt zal worden van het aantal soefigroepen.

69 Lassen 2009b, pp. 151-152

70 Zie het overzicht van Hermansen 2014 en Weber 2006 71Kőse 1996a 1996b, 2000

72 http://www.osmanische-herberge.de/de/index.php; http://www.sufi-braunschweig.de/Willkommen.htm

wwww.mevlevi.de; www.adulwahid.nl , bezocht 29 juli 2016

(14)

14 Tabel 2.1: Etnografische studies over soefigroepen in Europa

OORSPRONG SOEFI-ORDE PLAATS HUIS PUBLIKATIE Bijzonder

Albanië Turkije Bektashi (Alevieten) Skopje,

Detroit ja McElwain 2004; Biegman 2009 Liberaal, sji’itisch Foto’s

België Senegal Mouriden Antwerpen Venhorst 2009 Dans, muziek

Denemarken Pakistan Barelwi’s, Idrisiyya Kopenhagen Rytter 2014 ‘Transnational

sufism below'

Turkije Naqshbandi-Mujaddidi Kopenhagen Rytter 2016 Baarden

Duitsland Turkije Naqshbandi-Mujaddidi,

Milli Gorus

Jonker 2006 Turkije Naqshbandi-Haqqani Kall (Eiffel)

Braunschweig Ja

Turkije Mevlevi Trebbus Ja Klinkhammer

2009

Sheikh Halis Dronbrach

Sudan Burhaniya Hannover Ja Lassen 2009

acht andere groepen Dornbrach 1991

Engeland Pakistan, India Naqshbandi, Quadiriya, Chistiya,Tijaniya e.a. Verspreid UK Ja Geaves 2009b (overzicht) Marokko Quadiriyya-Boutshishiyya London, Birminham Diaz 2001 Vergelijking

Pakistan Zindapir Manchester Ja Werbner 2009 Getallen

symboliek

Iran Ni’matullāhi Londen Lewisohn 1998

(overzicht)

Dr. Nūrbakhsh

Diversen Verspreid Kőse 2000 Conversion

Frankrijk Marokko Boutshishiyya Parijs Kapchan 2009 muziek

Turkije Naqshbandi-Haqqani Parijs Piriano 2016 internet

Senegal Mouriden Marseille Bava 2011

Nederland Turkije, Marokko, Suriname Sűleymanli; Alawiyya; Naqshbandi al-Tabligh e.a. Barelvi e.a. Delft, A’dam Utrecht; A’dam Landman 1992; (overzicht) Widiyanto 2006

Italië Turkeij Naqshbandi-Haqqani Milaan, Piriano 2016 Internet

sufism

Senegal Mouriden Brescia

Rimini e.a.

nee Kaag 2008 Riccio 2008

Kamp; Verg. Ghana Rusland Central Asia Naqshbandi;

Nimatullahi’

Moskou, Petersburg; Chechnya

Bukharev 2004 Invloed van Gurdjieff,Khan

Spanje Spanje Murabitun Norwich, UK Bubandt 2009 Geld/goud

Zweden Bosnië-Herze

govina

Bektashi Malmő ja Raudvere 2009 Na Balkan

(15)

15

3 Schatting van aantal soefigroepen in Amsterdam

3.1 Literatuuronderzoek

Om een schatting te maken van moslim soefigroepen in Amsterdam zijn publikaties van leidinggevende onderzoekers uit Nederland geraadpleegd. Zij hebben grondige overzichten geschreven over de islam in Nederland in het Yearbook of Moslims in Europe, het Oxford Handbook of European Islam en in Moslims, Van migrant tot burger.74 Verder zijn er twee uitvoerig gedocumenteerde overheidsrapporten over de

Turkse islam en de Gűlenbeweging.75 Deze publicaties hebben echter geen specifieke melding van

soefigroepen, maar geven wel een bruikbaar overzicht van islamitische organisaties in Nederland. Drie publicaties gaan specifiek over soefigroepen in Nederland. Het proefschrift van Jironet (2009) beschrijft het leven en leiderschap in Nederland van de broers van de Chishti soefi Inayat Khan. De spanning tussen oosterse en westerse cultuur, hiërarchie versus democratie en problemen met de opvolging van Inayat Khan komen hier aan de orde. Hun universele soefibeweging kan in Nederland gerekend worden tot het ‘perennial soefisme’ of nieuwe religieuze beweging. In Amsterdam hebben zij een centrum. De tweede publikatie is van Landman en betreft een overzichtsartikel over soefigroepen in Nederland in 1992. De derde publikatie van Venhorst onderzoekt in Antwerpen de Mouriden uit Senegal, waar ruim een derde deel van de 90% moslim meerderheid bij de soefiorde Mouriidyya is aangesloten.76 Het boek Mystiek,

het andere gezicht van de islam bevat een algemeen overzicht van soefisme, maar geen informatie over soefigroepen in Nederland.77 Interessant hierin is wel de beschrijving van gnawa trance rituelen

uitgevoerd door moslim vrouwen in Marokko. De auteur van het boek Soefisme kon mij geen informatie geven over soefigroepen in Amsterdam.78

Samenvattend is er weinig informatie over moslim soefigroepen in Amsterdam. Daarom besloot ik moslim organisaties aan te schrijven om tot een overzicht te komen. Hierbij realiseerde ik me dat de respons kon tegenvallen vanwege het eigen karakter van soefigroepen en de veiligheidsrisico’s.

3.2 Verzoek om informatie

Op basis van de beschikbare literatuur over Nederlandse moslimorganisaties is een lijst met 32 adressen opgesteld.79 Vervolgens heb ik een brief verstuurd met de volgende vraagstelling: Bent u bekend met

een of meerdere soefigroepen in Amsterdam, en zo ja, weet u een contactadres of persoon die ik hiervoor zou kunnen benaderen?80

Twee maanden na het versturen waren drie reacties ontvangen. Twee vroegen om nadere inlichtingen en konden geen contactadres geven. Eén van de 32 instanties verwees door naar een contactpersoon die mogelijk meer zou weten. Hieruit kan ik niet anders dan concluderen dat een schriftelijk verzoek geen doeltreffende methode is om een inventarisatie op te stellen voor soefigroepen in Amsterdam. Van verdere schriftelijk inventarisatie is afgezien omdat de inventarisatie geen hoofddoel is van deze scriptie

74 De Koning 2014; Berger 2014; Douwes 2005 75 Sunier 2014; van Bruinessen 2010

76 Landman 1992; Venhorst 2009 77 Buitelaar 1999

78 Seyed-Gohrab 2015

79 Voor de adressen: zie bijlage 9.1 80 Voor de volledige brief zie bijlage 9.2

(16)

16

en een persoonlijke benadering om tijdsredenen niet mogelijk is. Mogelijke verklaringen voor de lage respons zijn de overbelasting van de islamitische gemeenschap met het beantwoorden van allerlei verzoeken, taalproblemen, veiligheid risico’s voor soefi’s, het verborgen karakter van soefigroepen (81),

ontbreken van een organisatie, bijeenkomsten in particuliere huizen en dat het verzoek afkomstig is van een ‘outsider’. Voor een betere respons zal het nodig zijn om de organisaties persoonlijk te benaderen.

3.3 Schatting

Het ontbreken van gegevens over moslim soefigroepen in Amsterdam wil niet zeggen dat er geen voorzichtige schatting gemaakt kan worden over het aantal potentiële soefi-orden. Twee methoden zijn gekozen, ten eerste een kwantitatieve benadering met behulp van statistische gegevens en ten tweede een verkenning via websites op het internet.

De kwantitatieve benadering is verricht op basis van statistische gegevens van de aanwezigheid van bevolkingsgroepen in de gemeente Amsterdam en het percentage moslims wereldwijd. De gemeente Amsterdam heeft over 2015 gegevens beschikbaar van de bewoners uit alle landen van de wereld, gespecificeerd in 168 nationaliteiten.82 Het percentage moslims per land is wereldwijd berekend door

het PewResearch Center uit Washington.83 De laatste peiling is van 2010. De projectie naar 2030 is niet

meegenomen. Deze twee databases zijn samengebracht in de combinatietabel 3.1. Onder de kolom nationaliteit staan de landen in alfabetische volgorde, onder de kolom aantallen het aantal inwoners in Amsterdam en onder % het percentage moslims in het land van herkomst.

De schatting van het aantal potentiële soefigroepen kan op verschillende manieren benaderd worden. De eerste methode gaat uit van het selectie criterium: nationaliteiten met meer dan 1000 bewoners en meer dan 10% moslims in hun land van herkomst. Acht landen komen dan in aanmerking: Bulgarije, Ghana, India, Indonesië, Marokko, Rusland, Suriname en Turkije.

Een tweede methode gaat uit van het selectie criterium: nationaliteit met meer dan 200 bewoners en meer dan 90% moslims. Dan komen nog eens vier landen in aanmerking: Algerije, Egypte, Pakistan en Syrië. Deze twee methoden leiden tot een schatting van twaalf (acht +vier) potentiële groepen.

Deze tabel en rekenmethode heeft een aantal beperkingen. Ten eerste is niet betrouwbaar bekend hoeveel soefi’s er zijn per land.84 Van Marokko wordt een percentage soefi’s van 4% genoemd.85

Voor Arabië is dit percentage mogelijk nul procent, al weten we niet of juist de soefi’s uit Saudi-Arabië naar Amsterdam zijn uitgeweken. Van Senegal is bekend dat ruim 90% van de bevolking moslim is en dat ruim 40% bij de Mouriden soefi-orde is aangesloten.86 In Amsterdam zouden er 17 soefi’s bij de

Senegalezen kunnen zijn (40% van 42). Dat betekent dat het percentage soefi’s kwantitatief moeilijk te bepalen zal zijn. De tweede beperking is dat deze tabel uitgaat van geregistreerde buitenlanders in Amsterdam. Illegale buitenlanders en tweede en derde generatie immigranten vallen hierbuiten. Voor Indonesiërs, Turken en Marokkanen gaat het in Amsterdam om grote aantallen moslims met potentiële

81 Landman 1992, p. 44

82 www.ois.amsterdam.nl , bezocht 22 juli 2016

83 http://www.pewresearch.org/ en

https://www.theguardian.com/news/datablog/2011/jan/28/muslim-population-country-projection-2030#data, bezocht op 22 juli 2016

84 https://muslimstatistics.wordpress.com/2014/03/09/mapping-the-global-muslim-population/ 85 Landman 1992, p. 45, gebaseerd op Trimingham 1971, p. 255

(17)

17

soefi’s (zie bijlage 9.3). Indonesië als voormalige kolonie verdient een aparte vermelding omdat de soefi-orden daar een grote rol hebben gespeeld in de geschiedenis zoals blijkt uit meerdere onderzoeken uit Nederland, samengevat door Van Bruinessen.87 Trimingham en Schimmel noemen ook verschillende

soefi-orden die in Indonesië een rol hebben gespeeld.88 Veel Indonesiërs zijn tweede of derde generatie

en hebben de Nederlandse nationaliteit. De derde beperking is dat er per land verschillende theologische soefigroepen mogelijk zijn, zodat het aantal potentiële groepen per land met een faktor twee tot vier vermenigvuldigd kan worden. Het werkelijke aantal soefigroepen kan alleen door verder onderzoek vastgesteld worden waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeken nodig zijn. Deze combinatietabel kan dienen als uitgangspunt voor verder onderzoek.

Een tweede schatting is gemaakt door het internet te verkennen met de trefwoorden “soefi, soefisme, Burhaniya, Nimatullahi, Barelwi, Boutshishiyya, Karkariyya, Chishti, Mevlana en Amsterdam”. Drie soefi-orden presenteren zich met adres en contactgegevens: de Naqshbandi-Haqqani (Amsterdam-drie adressen, den Haag, Ridderkerk, Waalwijk en Amersfoort), de Burhaniya (Zaandam) en de

Nimatullahi (Leiden).89 De Marokkaanse soefi-orde van de Karkaria stam, Ahlu Albayt wordt door één

imam genoemd die in Amsterdamse een praktijk heeft van genezing van migraine volgens de Koran (roqya).90 Zijn deskundigheid wordt op een open forum bevraagd.91 De Boutshishiyya, een soefi-orde

met in Marokko tienduizenden volgers vooral uit de stedelijke bourgeoisie,92 komt op YouTube naar

voren met films en muzikale voordrachten maar zonder verwijzing naar Amsterdam.93 De Darqawiyya

orde heeft een FaceBook pagina vanuit Wisconsin, Amerika.94 De website ter gelegenheid van de

herdenking van de 800e verjaardag van Roemi (1207-1273) en de Mevlana soefi orde, noemt allerlei

activiteiten in 2007, maar geen centra in Nederland.95 De Barelwi’s vormen een stroming die is ontstaan

in India en Pakistan en die aanwezig is in onder andere Engeland en Suriname.96 Zij zijn georganiseerd in

de World Islamic Mission en bouwden de Taibah moskee in Amsterdam.97 Zij zijn geinspireerd door soefi

heiligen en organiseren in Amsterdam veel activiteiten.

Deze gecombineerde schatting maakt duidelijk dat er meer soefigroepen in Amsterdam zijn dan de twee onderzochte groepen. Voor een gedetailleerde inventarisatie is meer uitgebreid kwalitatief en

kwantatief onderzoek nodig.

87 Bruinessen 1994, 1998, 1999

88 Trimingham 1971, pp.130-131; Schimmel 1975, pp.354-355

89 http://sufipathoflove.com; http://www.burhaniya.info/intranet/I_welc_n.htm; http://www.nimatullahi-soefi.nl/ 90 http://www.praktijkvoormigraine.nl/ons/ 91 http://forums.marokko.nl/archive/index.php/t-4952380-wie-heeft-ervaring-met-hem-royia.html 92 Haenni 2013, p.246 93 https://www.facebook.com/tariqaboutchichia.amsterdamnederland?fref=ts 94 https://www.facebook.com/Zawiyya-Darqawiyya-Traditional-Sufism-401432729869376/?hc_ref=SEARCH&fref=nf 95 http://www.mevlana800.info/sufi.htm 96 Werbner 2015, p.197-216

(18)

18

Tabel 3.1 Nationaliteiten en inwoners in Amsterdam en het percentage moslims in land van herkomst. Percentages onder de 1,0 zijn in decimalen, percentages boven de 1,0 zijn afgerond.

(19)

19

4. Naqshbandi-Haqqani soefigroep Amsterdam

4.1 Bijeenkomsten

AMSTERDAM

Voor de eerste thuisbijeenkomst ben ik uitgenodigd via een email. Bij aankomst in de wijk Amsterdam-Gein zie ik een onopvallend appartementencomplex. Na aanbellen word ik direct via de intercom hartelijk binnengelaten door een nog onbekende vrouw. Zij draagt een hoofddoek, vraagt mij de

schoenen in de hal achter te laten en leidt mij naar de leider van de groep in de woonkamer. Hij herkent mij van eerdere bezoeken in Katwijk en in het gebouw de Roos bij het Vondelpark te Amsterdam. Mijn lengte van 1.97 meter en leeftijd (68) zullen daarbij geholpen hebben. Hij is bekend met mijn

belangstelling voor onderzoek als student religiewetenschappen en mijn belangstelling voor soefisme. Hij nodigt mij uit op een stoel te zitten. Omdat hijzelf op de grond zit, vraag ik hem of ik ook op de grond mag zitten om op gelijke hoogte te zijn. Hij vindt dat prima, als mijn conditie dat toestaat. ‘Jouw geest is al lang aanwezig geweest bij onze bijeenkomsten’. Hij legt uit dat zij op de dhikr avonden de geest willen richten op Allah. Hij vergelijkt dat met de hemelreis van de profeet (mi’raadj). Hij legt uit dat het in soefisme eenvoudig gaat om de overgave aan Allah, liefde en zelfkennis. Voor een soefi is Allah dichtbij, zoals de Koran zegt: ‘Wij zijn namelijk dichterbij hem dan de halsslagader’.98 Voor mij blijkt de

bijeenkomst echter minder eenvoudig omdat er een grote variëteit is aan handelingen, teksten, citaten van sheikh Nazim, liederen en gebeden - vaak in het Arabisch en voor mij onverstaanbaar. Aanwezig zijn 25 mensen, waarvan 10 mannen, 10 vrouwen en 5 kinderen. De leeftijd van de volwassenen is naar schatting tussen de 20-60 jaar. De kamer van circa 30 m2 is door een dun gordijn gescheiden in twee

gedeelten, één voor mannen en één voor vrouwen en kinderen. De vrouwen en mannen kunnen elkaar wel horen, maar niet onderscheiden. Na afloop van de dhikr is het tijd voor het rituele avondgebed (maghrib). De kussens worden aan de kant gezet zodat iedereen kan staan en voorover buigen voor de prosternatie (soedjoed). De richting is bepaald naar een fraai versierd houten paneel in de hoek van de kamer wat past bij een gebedsnis (mihrab). De kleur is groen en geel met islamitische teksten en motieven. De leider houdt zijn handen naast zijn oren en spreekt uit ‘Allah is Groot’ (Allahoe Akbar) , waarna een serie teksten uit de Koran wordt uitgesproken waarin de grootheid en eenheid van Allah zijn genoemd.99 Voor een beschrijving van het gebed wordt verwezen naar de literatuur.100 Na het gebed

verandert de sfeer van religieuze concentratie naar gemoedelijk samenzijn met uitgebreid delen van eten en drinken. De vrouwen dienen het eten op, maar blijven verder in hun eigen gedeelte van de kamer. Persoonlijke nieuwtjes worden uitgewisseld en informatie over andere bijeenkomsten van de Naqshbandi-Haqqani in Nederland en Duitsland wordt gedeeld. De bijeenkomst duurt van 20.00-23.15 uur. Na afloop nodigt de leider mij uit om vaker te komen. Na mijn bevestigend antwoord voegt hij mij direct toe aan de WhatsApp groep Jamaat Amsterdam waar ca. 45 deelnemers op staan. Zo kan hij gemakkelijk wijzigingen doorgeven. Op mijn vraag of ik een bevestiging moest sturen van mijn aanwezigheid antwoordde hij: ‘Nee hoor, we zien wel wie er komt, meestal tussen de 6-10 personen,

98 Soerat 50:16 naar Leemhuis 1989

99 Soerat 1 (Fatiha) , Soera 2:284 en Soera 112 ( al-ichlaas)

(20)

20

Allah zal ons helpen als er veel komen’. Na meerdere bijeenkomsten wordt mij de structuur en de inhoud van de dhikr duidelijk en zal die beschrijven onder paragraaf 4.3.

Tijdens een van de bijeenkomsten nodigt een actief en geregeld bezoeker ons allen uit voor een dhikr bij hem en zijn vrouw thuis in Amsterdam-West. De uitnodiging wordt ook via WhatsApp en een digitale flyer rondgestuurd.101 In een ruim huis met drie verdiepingen worden ca. 40 gasten welkom

geheten. De grote kamer kan allen gemakkelijk huisvesten en er is geen gordijn in het midden, wel een bank om een vorm van scheiding tussen mannen en vrouwen aan te brengen. De leider memoreert dat dit de eerste keer is in hun achtjarige bestaan dat de dhikr in een ander huis wordt gehouden en bedankt de gastheer en zijn vrouw. De gastheer, van Pakistaanse afkomst, is trots dat zijn zoon van twaalf jaar Korangedeelten mag voordragen. Het eten is overvloedig en de sfeer uiterst ontspannen. Er is een voorzanger uitgenodigd om Koran teksten te reciteren. Hij gebruikt een mobiele telefoon ter

ondersteuning van de teksten. De mobiele telefoon wordt door meerdere bezoekers gebruikt om de gebedstijden aan te kondigen, hetzij met een deuntje of met de volledige Allah Akhbar.

Een bijzondere bijeenkomst is tijdens de vastenmaand, ramadan. Als buitenstaander zie ik het vasten als een opgave, maar de leider ziet het als een feest. In de maand van ramadan wordt gevierd ‘dat de Koran wordt neergezonden als leidraad voor de mensen’.102 Binnen de maand ramadan is de 27e

de nacht van de Beslissing (Laylat al-Qadr), volgens de Koran ‘beter dan 1000 maanden’.103 De thuis

bijeenkomst valt op deze avond en begint als gewone dhikr bijeenkomst. Dan legt de leider het

bijzondere karakter van de avond uit. Na de maaltijd zal hij de gehele nacht doorgaan met gebeden en reciteren van heilige teksten. Iedereen is vrij om te blijven of te vertrekken wanneer hij wil. Ter sprake komt ook de speciale dhikr in het centrum van sheikh Hassan in Kall in Duitsland (Eiffel). Volgens de leider heeft die bijeenkomst tijdens de ramadan een speciale ‘zegenrijke invloed’ (baraka) en hij nodigt mij uit om daarheen te gaan. Alle Nederlandse deelnemers worden ook via de website uitgenodigd om een keer per maand naar Kall te gaan voor de Europese dhikr. Sheikh Hassan komt tenminste een keer per jaar naar Nederland. Aangezien er nauwe banden bestaan tussen de Naqshbandi-Haqqani groepen in Nederland en Duitsland, besluit ik de volgende dag naar Kall te gaan en niet de gehele nacht bij de dhikr in Amsterdam te blijven (voor de bijeenkomst in Kall, zie pag. 19).

ZOETERMEER

Tijdens een bijeenkomst in Amsterdam wordt iedereen uitgenodigd voor een speciale dhikr ter

herdenking van de tweede sterfdag van sheikh Nazim. De bijeenkomst is in een grote bedrijfshal in een buitenwijk van Zoetermeer. Van buiten is het gebouw onopvallend en niet herkenbaar als een religieuze ruimte. De vrouwen zitten zichtbaar boven op een balkon, maar lopen geregeld beneden langs de mannen voor de keuken of het welkom heten van nieuwe gasten. De mannen zijn beneden waar een soort gebedsruimte is gerealiseerd met tapijten, stoelen en een podium. Er zijn flinke geluidversterkers en gekleurde lichtkanonnen (zie de foto). Aanwezig zijn ca. 100 mannen, vrouwen en kinderen uit allerlei delen van Nederland. Direct bij aankomst zijn er welkomsthapjes en drankjes.

101 Zie bijlage 9.4

102 Soerat 2:185

(21)

21

Afbeelding 4.1 Zoetermeer, bedrijfshal voor speciale dhikr bijeenkomst. Foto van de auteur, voor de bijeenkomst, 17 april 2016.

Op het programma staat het Zohr gebed (ritueel middaggebed), Surah Yaseen (nummer 36), nasheeds, dhikrullah en een gemeenschappelijke maaltijd. 104 De leiding is grotendeels in handen van een ervaren

oudere leider uit Den Haag, maar de Amsterdamse leider draagt ook bij. Voor de gebeden en

voordrachten is het belangrijk dat iedereen bij elkaar en in een kring staat, want ‘dan komt de zegen van de engelen dichterbij’. De kracht van de cirkel komt voor in veel religies. Nasheed is een vocale

voordracht over teksten van het islamitisch geloof, dat ook door jonge moslims van Pakistaanse afkomst in Engeland wordt beoefend.105 Op YouTube zijn honderden voorbeelden te vinden.106 Vanmiddag zijn

een Pakistaanse man en een Turkse muziekgroep aangetrokken. De muziekinstrumenten zijn drums, strijkinstrument, oud en een fluit. De muziek en woorden worden hartstochtelijk gebracht en gewaardeerd door de bezoekers. De oudere leider roept iedereen vooral op om te voldoen aan de oproep voor de dagelijkse gebeden, anders kun je niet dichter bij Allah komen. Sheikh Nazim wordt geroemd om zijn wijsheid, vroomheid en zijn directe lijn via Daghestani (d. 1973) tot aan Abu Bakr as-Siddiq (d. 634), de schoonvader van de profeet Mohammed. 107 Veel van zijn uitspraken uit Endless

Mercy Oceans worden genoemd. Ik krijg de indruk dat diegenen die bij sheikh Nazim geweest zijn, een speciale status binnen de groep hebben verworven. Bij de Naqshbandi-Haqqani soefi’s in Londen constateert Stjernholm ook dat de murieds, die vaker bij sheikh Nazim geweest zijn, meer authoriteit hebben dan anderen.108 De afsluitende maaltijd is overvloedig, gezellig en gemeenschappelijk.

NIJMEGEN

De Amsterdamse groep nodigt mij uit om sheikh Husamuddin Meyer te ontmoeten omdat hij deel uitmaakt van de Naqshbandi-Haqqani orde Europa en vaak deelneemt aan de dhikr in Kall (Duitsland), waar de Nederlandse soefi’s maandelijks zijn uitgenodigd. Hij houdt een voordracht voor de Moslim Studenten Vereniging Nijmegen. Deze vereniging houdt een studieweek over de Islam Awareness en

104 Zie de uitnodiging op bijlage 9.5 105 Rosowsky 2011

106 Zie b.v. https://www.youtube.com/watch?v=e7a6FBgaunc over Sjeik Nazim en over soefi’s:

https://www.youtube.com/results?search_query=nasheeds+from+sufis, bezocht 22 juli 2016

107 Kőse 1996, pp. 157-162; Nazim 2014 en http://www.sheiknazim2.com/sufism.html, bezocht 29 juli 201 108 Stjernholm 2009, p.100

(22)

22

Husamuddin uit Duitsland zal spreken over Islam en Soefisme.109 Husamuddin heeft een website met

uitgebreide informatie over het soefi-centrum in Braunschweig, zijn gedachten en eigen

levenservaring.110 Hij heeft geologie, etnologie en islamwetenschap gestudeerd in Duitsland en is op de

motor naar Senegal gereisd. Daar is hij nog meer geboeid door de islam en trouwt met een Senegalese moslima. Ze krijgen vijf kinderen. Hij vervolgt zijn studies in Arabisch en Wolof, de taal van 40% van de Senegalezen. Koran studies volgt hij in Freiburg, Timboektoe en Burkina Faso. Na zijn toetreding tot de islam krijgt hij de naam Husamudin, Klarheit des Glaubens. Hij werkt als geestelijk verzorger in de gevangenis van Wiesbaden en is vaak op de Duitse televisie om over moslimjongeren te spreken. Zijn website getuigt van een brede belangstelling voor o.a. Goethe, Rilke, Lessing, Gurdjieff, vele soefi heiligen, getallen-mystiek en muziek. Zijn opvattingen over het Naqshbandi-Haqqani soefisme staan hiermee in een breder perspectief dan van de leider in Amsterdam. De bijeenkomst begint later dan aangekondigd omdat Husamudin, na zijn reis uit Duitsland, eerst het avondgebed wil verrichten. De organisatie van de Moslim Studentenvereniging is vooral in handen van vrouwelijke studenten. Vooraf is er gelegenheid voor het nuttigen van zelfgemaakte lekkere hapjes. De lezing is een monoloog in het Engels en gaat vooral over soefisme in het algemeen en niet over de Naqshbandi-Haqqani groep. Gezien de opzet van de studieweek is dat begrijpelijk. Arabische teksten en gebeden komen herhaaldelijk voor. Na afloop is er gelegenheid voor vragen. Een vrouwelijke student uit Indonesië wil graag in de leer bij een soefi-orde, maar heeft moeilijkheden ervaren om geaccepteerd te worden. Voor Husamudin is de deelname van vrouwen geen probleem en zou dat volgens hem ook niet moeten zijn. Rabia van Basra (d. 801) is een beroemd voorbeeld van een vrouwelijke soefi en de soefi Ibn Arabi schrijft ook lovend over de vrouw.111 De studente is welkom in het Naqshbandi-Haqqani soefi-centrum in Braunschweig.

Diverse andere studenten vragen hoe zij persoonlijk een vroom leven moeten leiden. Zelf vraag ik hem hoe hij staat tegenover de rol van wetenschap binnen het soefisme, aangezien hij nu spreekt in een universiteit en omdat de meeste soefi-orden het hart belangrijker vinden dan het verstand en de rede. ‘Daar vraag je me wat! Wat zal ik zeggen……wel, als wetenschap in dienst staat van Allah en de

Schepping, dan is het wel goed’. Na afloop wordt er nog wat nagepraat. De studenten komen uit allerlei landen zoals Eritrea, Pakistan, Engeland, Turkije enz. en lijken een geïnspireerde groep te vormen. KALL, DUITSLAND

Nederlandse soefi’s van de Naqshbandi-Haqqani orde worden opgeroepen om deel te nemen aan de maandelijkse European Great Dhikr in Kall, de Eiffel.112 In Duitsland is de Naqshbandi-Haqqani groep

ontstaan in de Eiffel door de inzet van Sjeik Hassan Dyck, een bekeerling uit Berlijn met een Nederlandse operazanger als vader en een Duitse moeder.113 Geboren in 1947 als Peter Christiaan Dyck krijgt hij een

christelijke opvoeding. In 1965 volgt hij de cello opleiding aan het conservatorium in Berlijn. In 1970 reist hij naar India waar hij meer in contact komt met de islam, gevolgd door een verblijf in Medina (Saudi Arabië) in 1978. In 1979 gaat hij in de leer bij sheikh Nazim waar hij een vaste begeleider zal worden op vele reizen over de hele wereld. Van Damascus verhuist hij mee naar het Turkse deel van Cyprus. In 1985

109 Zie de uitnodiging in bijlage 9.6

110 http://www.sufi-braunschweig.de/Sheikh-Husamuddin-Meyer.htm, bezocht 22 juli 2016 111 Die Gőttlichkeit der Frau http://www.sufi-braunschweig.de/Sufi_Frauen.htm

112 https://sufipathoflove.com/activiteiten-nederland/, bezocht 14 aug. 2016

(23)

23

keert hij terug naar Duitsland waar hij in 1995 een een voormalig bowlingcentrum in Kall in gebruik neemt voor soefi bijeenkomsten, de Osmanische Herberge. Hij maakt Cd’s met zijn muziekgroep Muhabbat Caravan en treedt op in soefi muziekfestivals in Kall en Fez, Marokko.114 Het festival in Fez

wordt door Kapchan uitvoerig beschreven als ‘een transnationaal fenomeen waarbij nieuwe

transnationale categorieën worden geschapen die de wereld kunnen betoveren’.115 Hassan Dyck is een

soefi die beïvloed is door internationale ervaring en spreekt vloeiend Duits, Arabisch en Engels. Hij komt geregeld naar Nederland voor bijeenkomsten die daarna op YouTube zijn te zien.116 De Nederlandse

Naqshbandi-Haqqani groep ziet hem als een belangrijke leerling van sheikh Nazim, naast de zoon Adil en schoonzoon sheikh Kabbani, die in Amerika 40 groepen heeft opgericht (de Nazimiyya).117

Afbeelding 4.2 Osmanische Herberge in Kall, waar de soefi sheikh Hassan Dyck

bijeenkomsten houdt (foto van de auteur, 2 juni 2016)

De avond begint volgens de website om 20.00 uur, maar na telefoneren blijkt het om 21.00 uur te beginnen. De sheikh komt aan in een oude Mercedes en neemt alle tijd om de uitgelopen menigte van mannen en vrouwen te begroeten. Hij herkent mij van de bijeenkomst in Amsterdam en denkt dat ik van de Franciscanen ben. Deze associatie laat zich verklaren. Ieder jaar komt Hassan Dyck namenlijk in het Franciscaner centrum voor spirituele ontwikkeling in Amsterdam (La Verna) als gastdocent.118

Franciscanen en soefi’s hebben gemeenschappelijk dat zij een sober, vreedzaam en vroom leven voorstaan. Sint Franciscus is een periode te gast is geweest bij de sultan van Damiate, Egypte

waarschijnlijk om te getuigen van armoede en vrede. La Verna herdenkt deze ontmoeting tussen islam en christendom. Hoewel er weinig historische gegevens zijn van deze bijzondere ontmoeting, hebben talloze kunstenaars dit samenzijn vastgelegd in teksten en schilderijen.119 Tijdens zijn bezoek aan

Amsterdam heb ik Hassan Dyck echter ontmoet in centrum de Roos en niet in La Verna. De sheikh wil na de begroetingen direct beginnen met de dhikr zodat die rond 22.00 uur kan worden afgerond als de

114 Zie bijlage 9.7

115 Kapchan 2008, p.467 en Kapchan 2016

116 https://sufipathoflove.com/haqqani-soefi-center-de-groene-harten/ , bezocht 22 juli 216 117 http://naqshbandi.org/living-masters/shaykh-muhammad-hisham-kabbani/, bezocht 22 juli 2016 118 https://laverna.nl/docent/sheikh-hassan, bezocht 10 okt. 2016

(24)

24

vastentijd is verbroken. De ruimte waar de dhikr plaatsvindt, is circa 10x30 meter en kan meer dan 100 mensen huisvesten. Daarnaast zijn er eenvoudige ruimtes om te overnachten voor degenen die van ver komen. Er is een aparte ruimte om wat te drinken en te eten.

Afbeelding 4.3: Kall, de ruimte voor de mannen voor onderricht, gebed en dhikr van de Naqshbandi-Haqqani soefi’s. Een deelnemer gebruikt zijn mobiele telefoon. Hassan zit voor de gebedsnis.120

Het aantal deelnemers is ca. 60, dat is minder dan gemiddeld hoor ik van de zeven aanwezige Nederlanders. Het aantal nationaliteiten is groot: Duits, Turks, Marokkaans, Syrisch, Pakistaans,

Nederlands, Belgisch en diverse Afrikaanse landen. ‘Het is hier altijd een melting pot van nationaliteiten’. De dikhr volgt het patroon zoals in de Naqshbandi-Haqqani groep uit Amsterdam. Vanwege de ramadan wordt de dhikr afgerond om 22.00 uur waarna water en dadels worden binnengebracht. Ruim 25 deelnemers gaan naar voren om bij sheikh Hassan en Husamudin te gaan zitten. Ze krijgen uit zijn hand een dadel van een trosje uitgereikt, als teken dat het vasten is beëindigd. Anderen nemen genoegen met een dadel van een grote schaal die wordt rongedeeld. Nu verwachten velen dat de maaltijd gaat

beginnen en de assistenten rollen een witte rol papier uit om de zitplaatsen te markeren voor het eten. Ramadan valt in 2016 in de maand juni en telt zeer lange dagen. Maar dat is niet de bedoeling van sheikh Hassan: hij staat vrolijk op en roept op tot het avondgebed na zonsondergang, maghrib. Iedereen stelt zich dan in de richting van de gebedsnis en volgt een andere leider in het gebed dat twintig minuten duurt. De vrouwen doen mee achter het gordijn, waar de kinderen soms luidruchtig rondlopen of spelen.

(25)

25

Daarna is het tijd voor het delen van soep en brood en een gerecht met rijst, kip en groente. Sommige deelnemers logeren in Kall en nemen aansluitend enkele dagen deel aan de gebeden. Een Nederlandse soefi doet dat ook, ‘om goed te maken dat hij de ramadan niet heeft kunnen volhouden’.

4.2 Deelnemers

De leider in Amsterdam heeft steevast een aantal attributen: enkele boeken ter ondersteuning van de teksten zoals de Koran en Mercy Oceans van sheikh Nazim, een stokje om de tanden te reinigen

(miswak) in zijn tulband, een glas water om de keel te spoelen, lippenbalsem en een gebedsnoer (tasbih) met 3x33 kralen die gebruikt worden bij het reciteren van ‘Allah-Allah’ en de 99 schone namen van Allah. Het stokje voor de tanden (miswak) werd door de profeet Mohammed gebruikt en staat aanbevolen in meerdere hadith teksten.121 Het stokje is wijd verbreid in de islamitische wereld (ik zag ze ook in Afrika),

is gemaakt van takken van de Salvatora persica en is onderzocht op antiseptische eigenschappen.122 De

heilige teksten heeft de leider grotendeels gememoriseerd. Hij draagt ruimzittende kleding. Van de overige mannelijke deelnemers heeft een derde een tulband, een derde een klein islamitisch hoofddeksel (kufi) en de overigen geen hoofddeksel. De leeftijd varieert van 20-65 jaar.

De deelnemers passen wat participatie betreft in de drie kringen die Nielsen beschrijft in zijn artikel Transnational Sufism.123 De binnenste kring bestaat uit gecommiteerde moerids die geregeld

aanwezig zijn, een tulband dragen (zie afbeelding 4.3), gedeelten van het reciteren of het gebed kunnen overnemen van de leider, contact hebben (of gehad) met sheikh Nazim, Hassan of Kabbani en

deelnemen aan de organisatie van bijzondere bijeenkomsten. De deelnemers uit de tweede, grotere kring komen minder regelmatig, blijven op de hoogte via de WhatsApp, maar als ze komen nemen ze vol overtuiging deel aan de bijeenkomst. De deelnemers van de derde kring hebben wel een ‘eed van verbondenheid’ (bay’a) aan een sheikh gegeven en dus de goede intentie getoond, maar zijn verder nog zoekende naar hun invulling van de islam. Bij deze kring kunnen ook bezoekers horen die nog geen band hebben met de Naqshbandi-Haqqani groep. Het aantal bezoekers varieert tussen de 8-15 mannen. Meestal komen enkele bezoekers later binnen en schuiven stilletjes aan. Dit wordt niet als een probleem gezien. Deelnemers die maanden lang niet geweest zijn krijgen meestal speciale aandacht van de leider in de pauze of aan het eind van de bijeenkomst in een aparte kamer. De leider vervult een rol als leraar, trooster en herder.

Interviews met de deelnemers zijn tevoren gepland volgens een semi-gestructureerde opzet (zie bijlage 9.8). In de praktijk blijkt dit niet haalbaar. De eerste bijeenkomsten zijn sowieso nodig om

vertrouwen te winnen, maar later is er vaak geen tijd om een uitvoerig gesprek te houden. De intentie om aparte afspraken te maken wordt meestal niet nagekomen. Deze ervaring sluit (weer) aan bij de ervaring van Nielsen met de Haqqaniyya die zei ‘it quickly became clear that such (semi-strucured) interviews were not welcome and they threated to distort the field and thence our access’.124 Dat neemt

niet weg dat ik tussendoor allerlei gesprekken heb kunnen voeren.

Het taalgebruik van de deelnemers is vaak een afwisseling van Nederlands, Arabisch en

121 Wensinck 2016; Bos 1993 122 Akhtar 2011

123 Nielsen 2006, p. 111 124 Nielsen 2006, p. 104

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Jezus Christus; er zijn eenige hoed.anigheden, tlie er tusschen- beid.e komen; nu, ware overtuigtngen zijn d.e rechte hoe- danigheden om d.en zondaar Christus te

In de debatten over Brexit ging het ook vaak om amendementen, voorgesteld door één of meer leden, maar er zijn twee afwijkingen van de Nederlandse situatie.. In de eerste

In de Bijbel vinden we niet alleen de maatstaven voor een echte moraal, in plaats dat we het zouden moeten stellen met sociologische gemiddelden, maar we krijgen ook inzicht om

In spite of their brief success and the violence of the repression that followed, the marabouts and the Muslim communities had, for the first time, succeeded in mobilizing the

Shiite Islam was brought to Senegal Beginning in the mid-1980s, some Senegalese tute in Dakar caters primarily to LebaSunni Muslims began to convert to Shiite through the migration

‘Het is even slikken voor de mensen die de grote boom gewend zijn; ook wij waren er even bang voor, maar de boom blijft staan, hoor.’ Het is nu de beste tijd om de boom te

De Fettulahci benadrukken dat ze geïnspireerd zijn door de ideeën van Gülen, maar dat ze géén specifieke instructies hebben ontvangen 1999 in de Verenigde Staten woont, heeft

Die twee groepen studenten zijn metaforen voor iets veel groters, voor het verschil tussen twee continenten.. Dat zoiets dan weer gerela- tiveerd wordt door de opmerking dat het