• No results found

Het effect van het maken van een foute beslissing op de reactietijd en accuraatheid van de beslissing erna

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het effect van het maken van een foute beslissing op de reactietijd en accuraatheid van de beslissing erna"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het Effect van het Maken van een Foute Beslissing op

de Reactietijd en Accuraatheid van de Beslissing Erna

O.R. van Rongen, 10358706 Universiteit van Amsterdam Joost Agelink van Rentergem Zandvliet

Aantal woorden: 4986

Abstract

In huidig onderzoek werd het effect van het maken van een foute beslissing op de reactietijd en accuraatheid van de beslissing erna onderzocht. Kinderen (n = 12), adolescenten (n = 30) en volwassenen (n = 26) deden een computertaak waarbij zij, na het horen van twee tonen, aan moesten geven of de tweede toon hoger of lager was dan de eerste toon. Er werd gekeken naar de reactietijden en accuraatheid van de post-trials. Uit de resultaten bleek dat de reactietijden na een foute beslissing langer waren dan na een juist gemaakte beslissing (post-error slowing). Een langere reactietijd bleek niet samen te gaan met een hogere accuraatheid. Kinderen reageren langzamer en minder accuraat dan volwassenen bij post-error trials. Er kan geconcludeerd worden dat post-post-error slowing ook voorkomt bij een taak zonder feedback.

(2)

2

Het effect van het maken van een foute beslissing op de reactietijd en accuraatheid van de beslissing erna

Wanneer mensen een fout hebben gemaakt, reageren zij hierna langzamer. Dit wordt ook wel post-error slowing (PES) genoemd (Rabbitt & Rodgers, 1977; Dutilh et al., 2012; Notebaert et al., 2009; Dutilh et al., 2012). Een andere definitie van PES is: de respons na een gemaakte fout is langzamer dan na een goed beantwoorde trial (Notebaert et al., 2009). De meest populaire

verklaring van PES stelt dat mensen na het maken van een fout voorzichtiger zullen zijn in het geven van een antwoord om zo de kans op het nog een keer maken van een fout te verkleinen. Het voorzichtiger zijn met antwoorden zorgt ervoor dat de reactietijd na een gemaakte fout langer wordt en de accuraatheid hoger (Botvinick, Braver, Barch, Carter & Cohen, 2001; Rabbitt & Rodgers, 1977; Dutilh et al., 2012; Notebaert et al., 2009; Dutilh et al., 2012). In deze studie werd naar aanleiding van boven genoemd onderzoek het effect van een gemaakte foute beslissing op de reactietijd en accuraatheid van de beslissing erna onderzocht.

Een andere visie op PES is dat gedrag niet verandert na een fout antwoord, maar juist na een goed antwoord. Na het maken van een juiste beslissing, wordt ervan uitgegaan dat de strategie die gebruikt wordt juist is. Wanneer antwoorden achtereenvolgend juist zijn, worden de antwoorden, in tegenstelling tot een fout gemaakte beslissing, steeds minder voorzichtig. Hierdoor is de reactietijd na een goed gemaakte beslissing kort, dit wordt ook wel post-correct speed-up genoemd (Dutilh et al., 2012).

Volgens Rabbitt (1979) is het mogelijk dat mensen steeds sneller en sneller achter elkaar beslissen totdat ze een fout maken en dit zelf ook detecteren. Na een gemaakte fout (post-error) zal de reactietijd van een beslissing langer worden. Wanneer mensen feedback op hun prestaties krijgen, passen zij hun beslissingstechniek aan de hand van deze feedback aan (na het maken van een fout, ontstaat bijvoorbeeld PES). Feedback geeft mensen een mogelijkheid om te leren hoe ze een taak horen te maken. Als er eenmaal een geleerde situatie ontstaat, omdat de feedback lang genoeg is aangeboden en begrepen is hoe de taak gemaakt hoort te worden, kan feedback uitblijven (Bruijn, Mars & Hulstijn, 2004).

(3)

3

Bij het niet krijgen van feedback, kan het zijn dat een gemaakte fout niet opgemerkt wordt. Door het niet opmerken van een gemaakte fout, blijft de reactietijd van het maken van een

beslissing snel en is de kans op het maken van een nieuwe fout groot. Wanneer er nog een fout gemaakt wordt, heet dit een double-error. Een double-error hoeft niet te ontstaan door het niet opmerken van de eerst gemaakte fout. Het kan ook komen door het niet goed uit kunnen voeren van het cognitieve proces (post-error slowing) na de gemaakte fout (Hajcak & Simons, 2008).

Veel onderzoekers hebben gekeken naar het verschil in reactietijd bij het maken van een beslissing op verschillende leeftijden. Verbeteringen in reactietijd naarmate men ouder wordt, is te wijten aan het sneller kunnen encoderen van een stimulus en een passende respons erbij bedenken, een verbeterd proces voor beslissingen en het sneller klaar kunnen zetten van een gepaste respons (Brewer & Smith, 1989; Rabbitt. 1979). Kinderen zijn nog niet helemaal goed ontwikkeld op het gebied van informatieverwerking, waardoor de reactietijd bij het maken van een beslissing langer is dan bij volwassenen (Rabbitt, 1979). Als kinderen over het algemeen een langere reactietijd hebben bij het maken van een beslissing dan ouderen door een nog onderontwikkelde

informatieverwerking, zal dit effect ook voorkomen na het maken van een fout. Het zou zo kunnen zijn dat zowel het detecteren van een gemaakte fout als PES zelf langer duurt bij een kind dan bij een volwassene door een onderontwikkelde informatieverwerking.

Hoewel onderzoek laat zien dat PES en accuraatheid gepaard gaan, wordt er in een aantal onderzoeken geen verhoogde accuraatheid door PES gevonden (Notebaert et al., 2009; Hajcak & Simons, 2008; Hajcak, McDonald, & Simons, 2003; Rabbitt & Rodgers, 1977). Huidig onderzoek is aanvullend op eerder onderzoek, omdat het eerder gevonden resultaat, het samengaan van PES en accuraatheid, in deze studie gerepliceerd wordt. Ook is huidig onderzoek aanvullend op eerder onderzoek, omdat er gekeken werd of PES ook voorkomt in een taak zonder gegeven feedback op de prestaties. Tot nu toe is PES vooral gevonden bij taken waarbij feedback gegeven werd of bij taken waarbij feedback krijgen niet meer nodig is, aangezien mensen deze taken al 'geleerd' hebben, zoals: go-nogo taken (Bruijn, Mars & Hulstijn, 2004). Er is echter nog niet gekeken naar PES bij

(4)

4

een nog niet 'geleerde' taak waarbij geen feedback gegeven wordt. Daarnaast werd in het huidige onderzoek gekeken of er een verschil in PES tussen verschillende leeftijden te vinden was.

In het huidige onderzoek werd gekeken naar wat het effect is van het maken van een foute beslissing op de reactietijd en accuraatheid van de beslissing erna bij een pitch discriminatietaak. Aan de hand van bovengenoemd eerder onderzoek zijn een aantal hypothesen opgesteld. Bij een fout beantwoorde trial, is de reactietijd op de trial erna langer dan na een goed beantwoorde trial [I]. Door PES is de reactietijd langer na een gemaakte fout dan na een correct antwoord. Door PCSU is de reactietijd korter na een correct antwoord dan na een gemaakte fout (Botvinick et al., 2001; Rabbitt & Rodgers, 1977; Dutilh et al., 2012; Notebaert et al., 2009; Dutilh et al., 2012). De tweede hypothese is: bij een fout beantwoorde trial, wordt de trial erna vaker goed beantwoord dan na een goed beantwoorde trial [II]. Mensen willen na het maken van een fout niet nog een fout maken en dus zullen ze langzamer reageren om zo een meer accurate beslissing te kunnen maken. In andere woorden, bij het goed beantwoorden van een trial, reageren mensen sneller door post-correct speed-up (PCSU), maar zullen zij hierdoor minder accuraat reageren (Botvinick et al., 2001; Rabbitt & Rodgers, 1977; Dutilh et al., 2012; Notebaert et al., 2009; Dutilh et al., 2012). Een derde hypothese in dit onderzoek is: Wanneer er een verschil in reactietijd en accuraatheid bij een post-error trial is, kan dit verklaard worden door het verschil in leeftijd [III]. Kinderen hebben nog een

onderontwikkelde informatieverwerking, waardoor PES extremer wordt dan bij volwassenen. Verder zijn er nog een aantal exploratieve hypothesen: Wanneer er een verschil in reactietijd en accuraatheid bij een post-error trial is, kan dit verklaard worden door geslacht [IV] en wanneer er een verschil in reactietijd en accuraatheid bij een post-error trial is, kan dit verklaard worden door muzikaliteit [V].

Bij de pitch discriminatietaak kregen de deelnemers achtereenvolgend twee tonen te horen. De deelnemer moest aangeven of de tweede toon lager of hoger was dan de eerste toon. In het tweede deel van het onderzoek werd een advies getoond (hoger of lager) dat in 75 procent van de gevallen overeenkomt met het juiste antwoord en in 25 procent van de gevallen niet overeenkomt

(5)

5

met het juiste antwoord. Dit werd van tevoren tegen de deelnemers gezegd.

Samenvattend, verwacht werd in huidig onderzoek dat deelnemers bij een post-error trial een langere reactietijd hebben dan bij een post-correct trial. Ook werd verwacht dat deelnemers accurater reageren bij een post-error trial dan bij een post-correct trial. Met andere woorden: bij een post-error trial is het antwoord vaker goed dan bij een post-correct trial. En als laatste werd er verwacht dat leeftijd het verschil in reactietijden en accuraatheid bij post-error trials verklaart.

Methode Deelnemers

Achtenzestig kinderen, adolescenten en volwassen, geworven via basisscholen, middelbare scholen, universiteiten en familie en vrienden van de onderzoekers uit Amsterdam en omgeving, deden mee aan het onderzoek. De deelnemers hebben een leeftijd tussen de 7 en 65 jaar. De deelnemers waren in drie leeftijdsgroepen opgedeeld: kinderen, adolescenten en volwassenen. De kinderen hebben een leeftijd van 7 t/m 11 jaar. Adolescenten hebben een leeftijd van 12 t/m 18 jaar en de volwassenen hebben een leeftijd van 19 t/m 65 jaar. Er werd gestreefd naar 30 deelnemers per leeftijdsgroep. Uit een poweranalyses met het programma GPower (Faul, Erdfelder, Buchner & Lang; 2009) zijn de volgende bevindingen gekomen:

• Voor de within-subject design hypothesen zijn er om een medium effect te vinden met een power van 0.8, 34 deelnemers in totaal nodig.

• Voor de between-subject design twee groepen hypothesen (zoals mannen vs. vrouwen of muzikant vs. geen muzikant) zijn er om een medium effect te vinden met een power van 0.8, 128 deelnemers in totaal nodig.

Honderdachtentwintig deelnemers was niet haalbaar voor dit onderzoek, daarom is er voor dit onderzoek gekeken naar de power voor een totaal van 90 deelnemers (per leeftijdsgroep 30 deelnemers) met een medium effect. De power is dan 0.47. Dit betekent dat, gegeven dat er

(6)

6

de gevallen dit effect ook daadwerkelijk gevonden wordt. Uiteindelijk was een totaal van 90 deelnemers niet gehaald, waardoor de between power lager uitgevallen is.

Belangrijk voor het onderzoek was dat de deelnemers geen epilepsie hadden in verband met eventuele flitsende beelden van de laptop. Ook mochten de deelnemers geen ernstige gezichts- en/of gehoorproblemen hebben. Deelnemers jonger dan 7 jaar en ouder dan 65 jaar werden uitgesloten van het onderzoek, zodat de deelnemers die wel binnen de leeftijdsrange vielen bekend waren met computers, goed konden lezen, geen cognitieve problemen hebben en zodat het gezichts- en gehoorvermogen van de deelnemers nog goed werkten.

Aan de hand van een vragenlijst na de computertaak werden leeftijd, geslacht en eventuele muzikale ervaringen uitgevraagd. Aan de hand van deze vragen konden de exploratieve hypothesen getoetst worden.

Materialen

Voor de afname van de computertaak zijn twee laptops gebruikt. Dit zijnDell Lattitude e5510s laptops. Op de laptops is de computertaak geprogrammeerd in het programma Presentation (Neurobehavioral systems, van http://www.neurobs.com/). De versie van het gebruikte programma

Presentation is 17.0.0.1. De computertaak is in twee blokken opgedeeld: Het eerste blok waarbij enkel auditieve stimuli aangeboden worden (het horen van 2 tonen), waarna de deelnemer beslist of de tweede toon hoger of lager was. En het tweede blok waarbij naast de auditieve stimuli ook een visuele stimulus (advies) aangeboden wordt. Voor het toetsen van de hypothesen is alleen gekeken naar blok 2. Hier is voor gekozen, omdat blok 2 langer was, waardoor er gekeken kan worden naar één uniform blok (van 250 trials) in plaats van naar twee blokken samen met een verschil ertussen wat de reactietijden en accuraatheid kan hebben beïnvloed. Een voorbeeld van het aanbieden van de auditieve stimuli wordt in Figuur 1 getoond. Een voorbeeld van het aanbieden van zowel auditieve als visuele stimuli wordt in Figuur 2 getoond.

(7)

7

Figuur 1. Voorbeeld van het aanbieden van auditieve stimuli in de computertaak.

Figuur 2. Voorbeeld van het aanbieden van zowel auditieve als visuele stimuli in de computertaak.

Na de computertaak werd een vragenlijst afgenomen. In de vragenlijst werd naar algemene informatie gevraagd zoals: leeftijd, geslacht en muzikale ervaring. De vragenlijst is samengesteld door de onderzoekers zelf. Een voorbeelditem is: "Speelt u een muziekinstrument?".

(8)

8

Voor de data-analyse wordt het programma IBM SPSS Statistics 23 gebruikt. Voor hulp bij SPSS is gebruik gemaakt van het boek: Discovering statistics using SPSS (Field, 2009).

Procedure

Vóór aanvang van het onderzoek is deze goedgekeurd door de Commissie Ethiek. Voor de werving van de jonge deelnemers (kinderen en adolescenten) werden informatiebrieven en toestemmingsverklaringen voor ouders naar basisscholen, naschoolse opvangen en middelbare scholen in Amsterdam en omgeving gestuurd (zie bijlagen 2a en 3a). Scholen die mee wilden doen aan het onderzoek, werden verzocht de toestemmingsverklaringen getekend in te leveren bij de onderzoekers. Kinderen en adolescenten waarvan toestemming door de ouders gegeven was konden meedoen aan het onderzoek. De kinderen en adolescenten werden gescreend aan de hand van de exclusiecriteria.

Voor de werving van de volwassen deelnemers werd aan vrienden en familie van de onderzoekers gevraagd of zij mee wilden doen aan het onderzoek. Een informatiebrief (zie bijlage 2b) werd gegeven aan elke potentiele deelnemer. Ook de volwassenen, die mee wilden doen, werden gescreend op de exclusiecriteria.

Na screening bleven er 12 kinderen, 30 adolescenten en 26 volwassenen over. Deze

deelnemers werden in week 8, 9 en 10 getest. De onderzoekers gingen zelf naar de deelnemers toe, dit was op de scholen zelf of bij de volwassene deelnemer thuis. De deelnemer werd in een rustige ruimte, zonder afleiding, in het bijzijn van één of twee testleiders getest. Vooraf aan het onderzoek kregen de deelnemers (ouder dan 16 jaar) een toestemmingsverklaring (zie bijlage 3b), die hij/zij bij goedkeuring kon tekenen. Na het tekenen van dit formulier werd gestart met het onderzoek. Ook kregen de deelnemers een instructietekst op het beeldscherm van de laptop te lezen. Bij deelnemers die dit nog niet goed zelf konden (kinderen van 7 jaar bijvoorbeeld) werd de instructietekst

voorgelezen. Een deelnemer kreeg één laptop voor zich waarop het computertaakje

(9)

9

tonen kwamen, qua toonhoogte en volume, overeen met spraak (425-455 Hertz) en werden niet als storend ervaren. De computertaak was opgedeeld in twee blokken, die samen ongeveer 20 minuten duurden. In beide blokken kreeg de deelnemer meerdere keren 2 tonen achter elkaar te horen. De duur tussen de eerste en tweede toon was 500ms. De eerste toon was altijd hetzelfde, de tweede toon was lager of hoger dan deze eerste toon. Er werd aan de deelnemers gevraagd om na elke tweede toon aan te geven of deze toon hoger of lager was dan de eerste toon. De deelnemer kon met de linker shift-toets op het toetsenbord aangeven dat de toon lager was dan de eerste toon. Met de rechter shift-toets op het toetsenbord kon de deelnemer aangeven dat de toon hoger was dan de eerste toon. Op de shift-toetsen waren witte stickers geplakt. Wanneer het woord 'Antwoord' in beeld kwam, kon er geantwoord worden. Dit antwoordscherm kwam gevarieerd tussen de 50 en 200 ms na de tweede toon in beeld, om ritmisch antwoorden te voorkomen. Voor de start van beide blokken werden eerst drie oefenvragen gegeven. Het verloop van een trial in blok 1 is ook duidelijk te zien in Figuur 1. Na het eerste blok mocht de deelnemer zelf bepalen of hij/zij een pauze van ongeveer 5 minuten nam. Vervolgens werd blok 2 aangeboden. Voor het starten met blok 2 werd aan de deelnemer uitgelegd dat de deelnemer weer achtereenvolgend twee tonen te horen kreeg, waarna gevraagd werd om aan te geven of de tweede toon hoger of lager was dan de eerste toon. Ook wordt uitgelegd dat er een verschil is met blok 1. In plaats van het scherm 'Antwoord', wordt er nu een advies aangeboden: 'Hoger' of 'Lager'. Dit advies wordt tussen de 50 en 200 ms na de tweede toon getoond. Het verloop van een trial in blok 2 is ook duidelijk in Figuur 2 te zien. Er werd vóór afname van blok 2 aan de deelnemers verteld dat het gegeven advies in 75% van de gevallen wel overeenkomt met het juiste antwoord en in 25% van de gevallen niet overeenkomt met het juiste antwoord. Na de instructie van blok 2 werd gestart met de afname van blok 2. Na het horen van de twee tonen en het zien van het advies op het beeldscherm, kon de deelnemer weer aangeven of de tweede toon hoger of lager was dan de eerste toon met de witte shift-toetsen op het toetsenbord.

Na de afname van de twee blokken werd nog een korte vragenlijst bij de deelnemer

(10)

10

verder geen vragen had, was het onderzoek klaar. In totaal duurde het onderzoek per deelnemer inclusief pauze gemiddeld 30 minuten.

Resultaten Deelnemers

Voor de uitvoering van het onderzoek werd er gestreefd naar 90 deelnemers in totaal, waarbij in elke leeftijdsgroep 30 deelnemers zaten. Dit is niet gelukt. Het bleek moeilijk te zijn om in een korte periode van drie weken (waarin tevens een vakantie viel) een basisschool of

buitenschoolse opvang bereid te krijgen om mee te doen aan het onderzoek. Veel scholen vonden het onderzoek te lang duren of niet in het studieprogramma passen. Er zijn door deze redenen in totaal 12 kinderen in de leeftijdscategorie 7-11 jaar getest. Het werven van adolescenten en volwassenen ging echter wel zoals voorspeld. In totaal zijn er 30 adolescenten in de

leeftijdscategorie 12-18 jaar en 26 volwassenen in de leeftijdscategorie 19-65 jaar getest. Hiermee is er een totaal aantal deelnemers van 68 tot stand gekomen. Alle deelnemers hebben de computertaak goed afgerond en er was geen sprake van uitval.

Databehandeling

Allereerst is alleen de data van blok 2 geselecteerd. Daarnaast is deelnemer 2102 niet mee genomen in de analyse. Hiervoor is gekozen, omdat van deze deelnemer werd gedacht dat hij/zij de antwoordmogelijkheden (hoger-rechter toets; lager-linker toets) omgedraaid had, waardoor deze bijna alle antwoorden fout had. Dit is ook goed te zien in Figuur 3.

(11)

11

Figuur 3. Spaghetti plot van alle deelnemers. Deelnemer 2102 scoort aanzienlijk lager (onder kans niveau 0.5) op accuraatheid dan andere deelnemers.

Ook bleek uit de data dat er extreem lange reactietijden tussen zaten. Dit kan een gevolg zijn van onoplettendheid. Er is voor gekozen om alle reactietijden langer dan drie standaarddeviaties van het gemiddelde uit de data-analyse te halen.

Als laatste is voor de analyse van dit onderzoek gekeken wat zuivere post-error trials waren. Om deze te verkrijgen zijn de 'te snelle' antwoorden (dit zijn antwoorden die al gegeven waren voor het antwoordmoment) niet geselecteerd als error. Zo zou een trial na een 'te snel' antwoord niet meegerekend worden als een post-error trial. Hier is voor gekozen omdat een 'te snel' antwoord niet per definitie foutief is (error), maar wel zo geregistreerd is door de computer. Als de trial erna dan wel als post-error wordt gerekend, zou dit de resultaten van het onderzoek kunnen vertekenen.

Assumpties

(12)

12

reactietijd te nemen. Het nemen van de wortel zorgt ervoor dat de verdeling van het residu normaler verdeeld is dan wanneer de 'normale' reactietijd genomen wordt. Om te kijken of de residuen van reactietijd normaal verdeeld was, is er gekeken naar Kolmogorov-Smirnov. Uit deze test van normaliteit bleek dat de wortel van reactietijd significant niet normaal verdeeld is D(16373) = 0.187, p < .001. Echter, is deze verdeling wel normaler dan die van de 'normale' reactietijd,

D(16373) = 0.105, p < .001. In Figuur 4 is ook goed te zien dat de wortel van reactietijd1 normaler

verdeeld is dan de 'normale' reactietijd.

Figuur 4. Verdeling van reactietijd (links) en de wortel van reactietijd (rechts).

Daarnaast kan de accuraatheid (correct/incorrect) niet normaal verdeeld zijn. Dit is een binaire variabele. Echter is er wel voor gekozen om een lineaire multilevel analyse te doen in plaats van een logistische regressieanalyse. Hier is voor gekozen, omdat met deze analyse rekening gehouden wordt dat de assumptie van onafhankelijkheid geschonden is, door de afhankelijkheid te modelleren. Hierover wordt een uitgebreidere uitleg gegeven in het analyseplan in bijlage 1.

Hoofdanalyses

(13)

13

Voor de trials werden het gemiddelde van de reactietijden en accuraatheid berekend. Ook werden bijbehorende standaardafwijkingen berekend, zie Tabel 1.

Tabel 1

Gemiddelden, standaardafwijkingen (tussen haakjes) en aantallen van de reactietijden en accuraatheid van de trials (totaal, post-error en post-correct).

Totaal M (SD); N Post-error M (SD); N Post-correct M (SD); N reactietijd (wortel) 21.2 (9.9); 16373 22.7 (10.4); 2590 20.9 (9.8); 13783 accuraatheid (correct/incorrect) 0.8 (0.4); 16373 0.8 (0.4); 2590 0.9 (0.3); 13783

Voor de hoofdanalyses zijn lineaire multilevel analyses uitgevoerd. Er was een significant effect van het soort post-trial op reactietijd, F(1,16349.6) = 8.244, p = 0.004. Dit betekent dat de reactietijden van de post-error trials en de reactietijden van de post-correct trials significant van elkaar verschilden. De reactietijden waren gemiddeld significant korter bij een post-correct trial dan bij een post-error trial, t(16349.6) = -2.871, p = 0.004. Dit verschil is ook goed te zien in Figuur 5. Er bleek een significante variantie van reactietijden te zijn bij post-error trials, Wald Z = 5.580, p < .001. Met andere woorden, bij een post-error trial heeft niet iedere deelnemer dezelfde reactietijd, dit verschilt significant. Een model waarbij de variantie in het effect van het soort post-trial te zien was, kon niet gepast worden vanwege convergentieproblemen.

(14)

14

Figuur 5. Gemiddelde reactietijd voor de post-trials (error/correct) totaal (links) en per deelnemer (rechts).

Daarnaast was er een significant effect van het soort post-trial op accuraatheid

(correct/incorrect), F(1,103.7) = 23.139, p < .001. Dit betekent dat de accuraatheid van de post-correct trials en de accuraatheid van de post-error trials significant van elkaar verschilden. De accuraatheid was gemiddeld significant hoger bij post-correct trials dan bij post-error trials, t(103.7) = 4.810, p < .001. Dit verschil is ook goed te zien in Figuur 6. Er bleek een significante variantie van accuraatheid te zijn bij post-error trials, Wald Z = 5.418, p < .001. Met andere woorden, bij een post-error trial heeft niet iedere deelnemer dezelfde accuraatheid (percentage fout/goed). Dit verschil was significant. Het verschil bij post-correct en post-error trials op

accuraatheid (het effect van een gemaakte fout) is niet voor iedereen hetzelfde, Wald Z = 1.265, p = 0.206.

(15)

15

Figuur 6. Gemiddelde accuraatheid (incorrect/correct) voor de post-trials (error/correct) totaal (links) en per deelnemer (rechts).

Ook werd er aan de hand van een multilevel analyse gekeken naar het effect van de leeftijdsgroep bij het soort post-trials op reactietijden. De leeftijdsgroep werd in deze analyse aangegeven als fixed-factor. Hieruit bleek dat er geen significant hoofdeffect van leeftijdsgroep op reactietijd was, F(2,78.1) = 2.298, p = 0.107. Wel was er een significant hoofdeffect van het soort post-trial op reactietijd, F(1,16346.3) = 6.107, p = 0.013. Er was geen significant interactie-effect van leeftijdsgroep en soort post-trial op reactietijd, F(2,16343.9) = 1.601, p = 0.202. Dit betekent dat het effect van een gemaakte fout op reactietijd significant niet verschilden per leeftijdsgroep. Daarnaast bleek wel uit de analyse dat de reactietijd bij kinderen bij post-error trials langer was dan bij volwassenen, dit effect was significant, t(75.2) = 2.125, p = 0.037. Het effect van een gemaakte fout op reactietijd was anders voor kinderen dan voor volwassenen; dit effect was echter niet significant, t(16352.3) = 1.789, p = 0.074. Ook is er gekeken naar adolescenten in vergelijking met volwassenen. De reactietijd bij adolescenten bij post-error trials was langer dan bij volwassenen, dit effect was niet significant, t(84) = 0.590, p = 0.557. Het effect van een gemaakte fout op reactietijd was anders voor adolescenten dan voor volwassenen, dit effect was echter ook niet significant, t(16326.4) = 0.827, p = 0.408.

(16)

16

hoofdeffect van leeftijdsgroep op accuraatheid was, F(2,117.2) = 10.766, p < .001. En er was een significant hoofdeffect van het soort post-trial op accuraatheid, F(1,16355.3) = 21.936, p < .001. Er was echter geen interactie-effect van leeftijdsgroep en soort post-trial op accuraatheid, F(2,16359.5) = 2.369, p = 0.094. Dit betekent dat het effect van een gemaakte fout op accuraatheid niet

significant verschilden per leeftijdsgroep. Wel bleek uit de analyse dat de accuraatheid bij kinderen bij post-error trials lager was dan bij volwassenen, dit effect was significant, t(106.7) = -4.621, p < .001. Het effect van een gemaakte fout op accuraatheid was anders voor kinderen dan voor

volwassenen, dit effect was echter niet significant, t(16332.8) = -0.329, p = 0.742. Ook is er gekeken naar adolescenten in vergelijking met volwassenen. De accuraatheid bij adolescenten bij posterror trials was lager dan bij volwassenen, maar dit effect was niet significant, t(141.3) = -1.580, p = 0.116. Het effect van een gemaakte fout op accuraatheid was anders voor adolescenten dan voor volwassenen, maar dit effect was echter niet significant, t(16359.8) = 1.739, p = 0.082.

Exploratieve analyses

Voor een aantal exploratieve hypothesen, zijn er multilevel analyses uitgevoerd met als fixed-factor muzikaliteit en geslacht.

muzikaliteit

In deze multilevel analyse werd gekeken naar het effect van de muzikaliteit bij het soort post-trials op reactietijden. Iemand is muzikaal als hij/zij zangles krijgt, een muziekinstrument bespeelt en muzieknoten kan lezen. Uit de analyse bleek dat er geen significant hoofdeffect was van muzikaliteit op reactietijd, F(1,1373.5) = 3.686, p = 0.055. Wel was er een significant hoofdeffect van het soort post-trial op reactietijd, F(1,16351.2) = 6.179, p = 0.013. Daarnaast bleek er geen interactie-effect te zijn van muzikaliteit en soort post-trial op reactietijd, F(1,16331.0) = 0.065, p = 0.799. Dit betekent dat het effect van een gemaakte fout op reactietijd niet verschilde voor wel muzikaal zijn of niet muzikaal zijn.

(17)

17

Bij het effect van muzikaliteit bij het soort post-trial op accuraatheid, bleek dat er wel een significant hoofdeffect van muzikaliteit op accuraatheid was, F(1,567.1) = 14.011, p < .001. Ook was er een significant hoofdeffect van het soort post-trial op accuraatheid, F(1,16366.5) = 14.521, p < .001. Daarnaast bleek er geen significant interactie-effect van muzikaliteit en soort post-trial op accuraatheid te zijn, F(1,16359.0) = 1.149, p = 0.284. Dit betekent dat het effect van een gemaakte fout op accuraatheid niet verschilde voor wel muzikaal zijn of niet muzikaal zijn.

geslacht

Aan de hand van een multilevel analyse werd er gekeken naar het effect van geslacht bij het soort post-trials op reactietijden. Hieruit bleek dat er geen significant hoofdeffect van geslacht op reactietijd was, F(1,80.0) = 0.233, p = 0.631. Er was wel een significant hoofdeffect van het soort post-trial op reactietijd, F(1,16366.4) = 14.521, p < .001. Er was geen significant interactie-effect van geslacht en soort post-trial op reactietijd, F(1,16347.3) = 0.002, p = 0.964. Dit betekent dat het effect van een gemaakte fout op reactietijden niet verschillend voor mannen en vrouwen was.

Uit de multilevel analyse met geslacht als fixed factor, bleek dat er geen significant hoofdeffect van geslacht op accuraatheid was, F(1,107.3) = 0.262, p = 0.610. Wel was er een significant hoofdeffect van het soort post-trial op accuraatheid, F(1,16368.7) = 29.419, p < .001. Ook was er een interactie-effect van geslacht en soort post-trial op accuraatheid, F(1,16368.7) = 6.677, p = 0.010. Dit betekent dat het effect van een gemaakte fout op accuraatheid verschillend was voor mannen en vrouwen. Het effect van een gemaakte fout op accuraatheid was bij mannen groter dan bij vrouwen.

Discussie

In deze studie werd het effect van het maken van een foute beslissing op de reactietijd en accuraatheid van de beslissing erna onderzocht. Er werd een duidelijk effect van het maken van een foute beslissing op de reactietijd gevonden: na het maken van een fout was de reactietijd gemiddeld

(18)

18

langer dan na het goed beantwoorden van een trial. Dit komt overeen met hypothese I: bij een fout beantwoorde trial, is de reactietijd op de trial erna langer dan na een goed beantwoorde trial. Ook komt dit overeen met eerder onderzoek over PES.

Daarnaast werd er een duidelijk effect van het maken van een foute beslissing op accuraatheid gevonden: na het maken van een fout was de accuraatheid lager dan na het goed beantwoorden van een trial. Dit is echter in tegenspraak met hypothese [II]: bij een fout

beantwoorde trial, wordt de trial erna vaker goed beantwoord dan na een goed beantwoorde trial. Dit komt wel overeen met bevindingen van Notebaert et al. (2009), Hajcak & Simons (2008), Hajcak, McDonald, & Simons (2003) en Rabbitt & Rodgers (1977). Er was al enige tegenspraak over of PES daadwerkelijk ook voor accuratere antwoorden zouden zorgen. Met deze bevindingen kan er gezegd worden dat PES niet automatisch zorgt voor meer accuraatheid. Daarnaast zouden deze bevindingen een gevolg kunnen zijn van het niet krijgen van feedback.

Een laatste belangrijk bevinding in dit onderzoek was dat kinderen na het maken van een fout een langere reactietijd en lagere accuraatheid hadden dan volwassenen. Deze resultaten komen overeen met hypothese III: Wanneer er een verschil in reactietijd en accuraatheid bij een post-error trial is, kan dit verklaard worden door het verschil in leeftijd. Ook komen deze bevindingen, dat kinderen langzamer reageren en minder accuraat reageren na een fout, overeen met de theorie van Rabbitt (1979) dat kinderen een nog onderontwikkelde informatieverwerking hebben en hierdoor minder snel en accuraat reageren als volwassenen. Ook bleek dat het effect van een gemaakte fout op reactietijd en accuraatheid bij kinderen net niet significant anders was dan bij volwassenen. Dat dit net niet significant is, kan echter verklaard worden door het kleine aantal deelnemers in de leeftijdsgroep 'kinderen'. Wellicht is er bij een grotere sample wel een significant effect.

Uit exploratieve analyses is gebleken dat het geslacht niet uitmaakt voor de reactietijd na het maken van een foute beslissing. Mannen en vrouwen reageren dus even snel na een gemaakte fout. Er is gebleken geslacht wel uitmaakt voor de accuraatheid na het maken van een foute beslissing. Het effect van een gemaakte fout op accuraatheid is bij mannen groter dan bij vrouwen. Dit is een

(19)

19

interessante bevinding en zou in vervolgonderzoek nader onderzocht kunnen worden. Verder bleek uit de exploratieve analyses dat het niet uitmaakt of men muzikaal is of niet voor het effect van een gemaakte fout op reactietijd en accuraatheid. Iedereen reageert dus hetzelfde na een gemaakte fout, ongeacht muzikaliteit.

Er waren geen complicaties tijdens het uitvoeren van het onderzoek. Sommige deelnemers namen wel een pauze tussen de blokken, andere niet. Dit kan de eerste beperking zijn, namelijk dat iedere deelnemer na het eerste blok zelf mocht kiezen of hij/zij een korte pauze nam. Dit kan er echter voor gezorgd hebben dat degenen, die geen pauze hadden genomen, minder geconcentreerd waren door vermoeidheid in blok 2. Het zou kunnen dat dit de reactietijden en accuraatheid beïnvloed heeft, waardoor de resultaten vertekend kunnen zijn. Reactietijden kunnen door

vermoeidheid langer worden, waarmee ook de reactietijden van post-error trials. Echter zouden de reactietijden dan voor elk soort trial langer worden, waardoor er geen extreme veranderingen in de resultaten gevonden zouden worden. Ook bleek uit de nabespreking van het onderzoek dat een paar deelnemers een korte pauze hadden genomen. Dit zou dus de resultaten niet geheel negatief moeten beïnvloeden. In vervolgonderzoek kan hier wel rekening mee gehouden worden door iedere

deelnemer wel (of niet) een pauze te laten nemen.

Wat een tweede beperking van huidig onderzoek zou kunnen zijn, is dat de testafname door vier verschillende onderzoekers, met ieder hun eigen werkwijze, gedaan is. Uit de nabespreking bleek dat elke onderzoeker een eigen versie van het informatiepraatje had. Het kan zijn dat de ene onderzoeker net iets meer informatie heeft gegeven dan de andere onderzoeker. Het meer krijgen van informatie dan andere deelnemers kan de resultaten beïnvloed hebben. Echter is er van tevoren goed overleg geweest tussen de onderzoekers over welke informatie vooraf aan het onderzoek in ieder geval gegeven moest worden. De verschillende aanpak van de onderzoekers zal dus niet een grote invloed hebben gehad op de resultaten. Eventueel kan er in vervolgonderzoek nog beter rekening worden gehouden met eventuele verschillende werkwijzen. Als er strikte regels gemaakt worden, en de onderzoekers geprotocolleerd te werk gaan, kunnen de resultaten niet beïnvloed

(20)

20 worden.

Wat een laatste maar wel belangrijke beperking van huidig onderzoek kan zijn, is dat er niet gecontroleerd is op het daadwerkelijk detecteren van een fout. Omdat er geen feedback werd gegeven op de prestatietaak, is het wel belangrijk dat de deelnemer zijn eigen fouten detecteert. Wanneer dit niet gebeurd, kan het zijn dat PES uitblijft. Dit kan ook een verklaring zijn voor de niet gevonden samenhang tussen PES en een hogere accuraatheid bij post-error trials. In

vervolgonderzoek kan hiermee rekening worden gehouden door een controle uit te voeren op het wel of niet detecteren van een gemaakte fout door de deelnemer.

Voorlopig kan de conclusie getrokken worden dat het maken van een foute beslissing de reactietijd van de trial erna verlengt door post-error slowing en dat dit niet automatisch samengaat met een verhoogde accuraatheid. Voor deze huidige studie wordt de theorie over post-error slowing bevestigd. Daarnaast kan gesteld worden dat leeftijd een rol speelt. Ondanks wat kleine

beperkingen, kan uit deze studie geconcludeerd worden dat post-error slowing ook voorkomt bij het niet krijgen van feedback.

(21)

21

Botvinick, M. M., Braver, T. S., Barch, D. M., Carter, C. S., & Cohen, J. D. (2001). Conflict monitoring and cognitive control. Psychological review, 108(3), 624.

Brewer, N., & Smith, G. A. (1989). Developmental changes in processing speed: Influence of speed-accuracy regulation. Journal of Experimental Psychology: General, 118(3), 298. De Bruijn, E. R., Mars, R. B., & Hulstijn, W. (2004). It wasn’t me... or was it? How false feedback

affects performance. Errors, conflicts, and the brain. Current opinions on performance monitoring, 118-124.

Dutilh, G., van Ravenzwaaij, D., Nieuwenhuis, S., van der Maas, H. L., Forstmann, B. U., & Wagenmakers, E. J. (2012). How to measure post-error slowing: a confound and a simple solution. Journal of Mathematical Psychology, 56(3), 208-216.

Dutilh, G., Vandekerckhove, J., Forstmann, B. U., Keuleers, E., Brysbaert, M., & Wagenmakers, E. J. (2012). Testing theories of post-error slowing. Attention, Perception, & Psychophysics, 74(2), 454-465.

Faul, F., Erdfelder, E., Buchner, A., & Lang, A.-G. (2009). Statistical power analyses using

G*Power 3.1: Tests for correlation and regression analyses. Behavior Research Methods, 41, 1149-1160.

Field, A. (2009). Discovering statistics using SPSS (4th Ed.). Thousand Oaks: Sage Publications. ISBN:9781446249185

Hajcak, G., McDonald, N., & Simons, R. F. (2003). To err is autonomic: Error�related brain potentials, ANS activity, and post�error compensatory behavior.Psychophysiology, 40(6), 895-903.

Hajcak, G., & Simons, R. F. (2008). Oops!.. I did it again: An ERP and behavioral study of double-errors. Brain and cognition, 68(1), 15-21.

Notebaert, W., Houtman, F., Van Opstal, F., Gevers, W., Fias, W., & Verguts, T. (2009). Post-error slowing: an orienting account. Cognition, 111(2), 275-279.

(22)

22

Rabbitt, P. (1979). How old and young subjects monitor and control responses for accuracy and speed. British Journal of Psychology, 70(2), 305-311.

Rabbitt, P., & Rodgers, B. (1977). What does a man do after he makes an error? An analysis of response programming. The Quarterly Journal of Experimental Psychology, 29(4), 727-743.

(23)

23 Analyseplan

Onderzoeksvraag: Wat is het effect van het maken van een foute beslissing op de reactietijd en accuraatheid van de beslissing erna?

Hypothesen per design: Within-subject design:

• Bij een fout beantwoorde trial, is de reactietijd op de trial erna hoger dan na een goed beantwoorde trial.

• Bij een fout beantwoorde trial, wordt de trial erna vaker goed beantwoord dan na een goed beantwoorde trial.

• Wanneer er een verschil in reactietijd en accuraatheid bij een post-error trial is, kan dit verklaard worden door het verschil in leeftijd

Between-subject design, exploratief:

• Wanneer er een verschil is tussen de deelnemers, kan dit verklaard worden door geslacht • Wanneer er een verschil is tussen de deelnemers, kan dit verklaard worden door muzikaliteit

Excel

Na het verkrijgen van de data wordt alle data in een excel bestand verzameld. In dit bestand is voor iedere deelnemer per trial het volgende te zien: proefpersoonnummer, trialnummer, gegeven

antwoord (hoger/lager), juiste antwoord, reactietijd en het gegeven advies (hoger/lager). Wat er dan nog aan toegevoegd moet worden voor de spss analyse is: is het gegeven antwoord juist?, is de trial een post-error trial?, is het een moeilijke of makkelijke trial?. Deze variabelen zullen we zelf aan de hand van een IF formule construeren in excel. Wanneer deze variabelen gemaakt zijn, kunnen gemiddelden van bijvoorbeeld alleen de post-error trials berekend worden met de filter functie. De variabelen die belangrijk zijn voor het huidige onderzoek zijn: reactietijd van de error en

(24)

post-24

correct trials en de accuraatheid (juist of onjuist beantwoord) van de post-error en post-correct trials.

SPSS

Nadat de variabelen van het excel bestand in spss gezet zijn, kan de data geanalyseerd worden. Na de bespreking van woensdag 3 februari 2016 hebben we bedacht om voor de analyse van de data gebruik te maken van een lineaire multilevel analyse. Deze optie is te vinden bij mixed models in spss. Hierbij wordt zowel naar alle trials per proefpersoon gekeken, als naar alle deelnemers zelf. Voor de within-subject design hypothesen komen op de x-as de (post-error/post-correct) trials te staan, op de y-as de reactietijd van de post-error/post-correct trials OF de accuraatheid (goed/fout beantwoord) van het gegeven antwoord. Voor de between-subject design exploratieve hypothesen worden parameters toegevoegd aan de bestaande modellen van de within-subject design hypothesen aan de hand van de fixed-optie. Zo kan gekeken worden of bijvoorbeeld een verschil in reactietijd bij post-error trials verklaard kan worden door leeftijd.

Waarom is er gekozen voor partial pooling?

Eerst hebben we gekeken naar de regressieanalyse complete pooling. Hierbij worden alle

datapunten samen in een model gestopt. Er zijn dan 200*90 punten in de grafiek te zien. De 200 punten per deelnemer worden in deze pooling als onafhankelijke punten gezien, waarbij de

assumptie van onafhankelijkheid geschonden zou worden. Om vervolgens wel aan deze assumptie te kunnen voldoen, hebben we gekeken naar de regressieanalyse no pooling. Hierbij wordt per deelnemer een apart model gemaakt. Uiteindelijk zouden er dus 90 modellen ontstaan met ieder 200 datapunten. Dit zou heel veel modellen opleveren waarbij je geen uitspraak over de gehele

steekproef kan doen, aangezien er alleen gekeken is naar één deelnemer (en dat 90 keer). Als laatste kwamen we op de optie lineaire multilevel analyse: partial pooling, omdat deze niet al te veel grafieken geeft en er wordt voldaan aan de assumptie afhankelijkheid door de afhankelijkheid te

(25)

25 modelleren.

Assumptie normaliteit

Voor de reactietijd zal de verdeling niet normaal zijn, aangezien je niet sneller kan zijn dan snel (0-punt). Om toch te kunnen voldoen aan de assumptie normaliteit, zullen we de wortel nemen van de reactietijden. Wanneer de wortel genomen wordt, zal de verdeling wel normaal (of normaler) eruit komen. Deze normaalverdeling wordt ook in het eindverslag getoond.

(26)

26

INFORMATIE BROCHURE VOOR DEELNEMERS AAN ONDERZOEK “TONEN ONDERSCHEIDEN MET EXTRA INFORMATIE”

Geachte ouders/verzorgers,

De school van uw kind verleent medewerking aan een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (Afdeling Psychologie). Over dit onderzoek wordt u hieronder nader geïnformeerd. Het betreft onderzoek waarvoor de deelname van kinderen in de leeftijd van 7-16 onontbeerlijk is. In het algemeen vinden de kinderen het leuk om aan dergelijk onderzoek mee te doen. De schoolleiding vindt medewerking aan het onderzoek nuttig, en acht deelname van uw kind niet strijdig met de belangen van het kind of van de school.

Het onderzoek vindt plaats op school en er wordt rekening gehouden met het lesrooster van de kinderen. Het onderzoek start op eind februari 2016. Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u kennis neemt van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Leest u derhalve het onderstaande s.v.p. zorgvuldig door.

Indien u geen bezwaar heeft tegen deelname van uw kind aan dit onderzoek, dan vragen wij u het toestemmingsfomulier in te vullen, te ondertekenen en aan de schoolleiding of aan de onderzoekers te geven (zie de toestemmingsverklaring).

DOEL VAN HET ONDERZOEK

Het doel van het onderzoek is om na te gaan hoe mensen verschillende soorten informatie verwerken bij het maken van een beslissing. Dit doen we door mensen tonen te laten onderscheiden aan de hand van een computertaak.

GANG VAN ZAKEN TIJDENS HET ONDERZOEK

In dit experiment krijgt uw kind op de computer tonen te horen, die overeenkomen met de tonen zoals je die hoort in spraak, qua toonhoogte en volume. Deze tonen worden niet als storend ervaren. De taak is om aan te geven of de tweede toon hoger of lager is dan de eerste toon. Dit doet uw kind door middel van een toetsenbord. Het onderzoek zal ongeveer 20 minuten duren met een pauze.

VERTROUWELIJKHEID VAN GEGEVENS

De gegevens van dit onderzoek zullen door de onderzoekers alleen worden gebruikt voor nadere analyse en voor eventuele publicatie in wetenschappelijke tijdschriften. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van de persoonsgegevens van uw kind, en blijft de anonimiteit van uw kind gewaarborgd.

VRIJWILLIGHEID

Als u nu besluit af te zien van deelname aan dit experiment, zal dit op geen enkele wijze gevolgen voor u of uw kind hebben. Als uw kind tijdens het onderzoek zelf besluit zijn/haar medewerking te staken, zal dat eveneens op geen enkele wijze gevolgen hebben. Tevens kunt u 24 uur na dit onderzoek alsnog uw toestemming om gebruik te maken van de gegevens van uw kind intrekken. Uw kind kan zijn/haar medewerking dus te allen tijde staken zonder opgave van redenen. Mocht uw kind haar/zijn medewerking staken, of mocht u binnen 24 uur uw toestemming intrekken, dan

(27)

27

zullen de gegevens van uw kind worden verwijderd uit onze bestanden en vernietigd.

VERZEKERING

Omdat dit onderzoek geen risico’s voor de gezondheid of veiligheid van uw kind met zich meebrengt, gelden de voorwaarden van de reguliere aansprakelijkheidsverzekering van de UvA.

NADERE INLICHTINGEN

Mocht u vragen hebben over dit onderzoek, vooraf of achteraf, dan kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Drs. Joost Agelink van Rentergem Zandvliet, email j.a.agelinkvanrentergemzandvliet@uva.nl, Nieuwe Achtergracht 129-B, 1018 WS Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek, Dr. Elske Salemink, email e.salemink@uva.nl, Nieuwe Achtergracht 129-B, 1018 WS Amsterdam.

(28)

28 Bijlage 2b

INFORMATIE BROCHURE VOOR DEELNEMERS AAN ONDERZOEK “TONEN ONDERSCHEIDEN MET EXTRA INFORMATIE”

Beste deelnemer,

Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u op de hoogte bent van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Lees daarom onderstaande tekst zorgvuldig door en aarzel niet om opheldering te vragen over deze tekst, mocht deze niet duidelijk zijn. De onderzoeksleider zal eventuele vragen graag beantwoorden.

DOEL VAN HET ONDERZOEK

Het doel van het onderzoek is om na te gaan hoe mensen verschillende soorten informatie verwerken bij het maken van een beslissing. Dit doen we door mensen tonen te laten onderscheiden aan de hand van een computertaak.

GANG VAN ZAKEN TIJDENS HET ONDERZOEK

In dit experiment krijgt u tonen te horen, die qua toonhoogte en volume, overeenkomen met de tonen zoals je die hoort in spraak. Dit wordt niet als storend ervaren. De taak is om aan te geven of de tweede toon hoger of lager is dan de eerste toon. Dit doet u door middel van een toetsenbord. Het onderzoek zal ongeveer 20 minuten duren met een pauze.

VERTROUWELIJKHEID VAN GEGEVENS

Alle onderzoeksgegevens blijven volstrekt vertrouwelijk en worden anoniem verwerkt. Persoonlijke gegevens worden niet ter beschikking gesteld aan derden zonder uw uitdrukkelijke toestemming.

VRIJWILLIGHEID

Als u nu besluit af te zien van deelname aan dit experiment, zal dit op geen enkele wijze gevolgen voor u hebben. Als u tijdens het onderzoek zelf besluit uw medewerking te staken, zal dat eveneens op geen enkele wijze gevolg voor u hebben. Tevens kunt u 24 uur na dit onderzoek alsnog uw toestemming om gebruik te maken van uw gegevens intrekken. U kunt uw medewerking dus te allen tijde staken zonder opgave van redenen. Mocht u uw medewerking staken, of achteraf, zij het binnen 24 uur, uw toestemming intrekken, dan zullen uw gegevens worden verwijderd uit onze bestanden en vernietigd.

VERZEKERING

Omdat dit onderzoek geen risico’s voor uw gezondheid of veiligheid met zich meebrengt, gelden de voorwaarden van de reguliere aansprakelijkheidsverzekering van de UvA.

(29)

29

NADERE INLICHTINGEN

Mocht u vragen hebben over dit onderzoek, vooraf of achteraf, dan kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Drs. Joost Agelink van Rentergem Zandvliet, email j.a.agelinkvanrentergemzandvliet@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek, Dr. Elske Salemink, email e.salemink@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam.

(30)

30 Bijlage 3a

TOESTEMMINGSVERKLARING

Dit formulier hoort bij de schriftelijke informatie die u heeft ontvangen over het onderzoek waar uw kind aan deelneemt. Met ondertekening van dit formulier verklaart u dat u de deelnemersinformatie heeft gelezen en begrepen. Verder geeft u met de ondertekening te kennen dat u akkoord gaat met de gang van zaken zoals deze staat beschreven in de informatiebrochure.

Als u nog verdere informatie over het onderzoek zou willen krijgen kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Drs. Joost Agelink van Rentergem Zandvliet, email j.a.agelinkvanrentergemzandvliet@uva.nl, Nieuwe Achtergracht 129-B, 1018 WS Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Facultaire Commissie Ethiek (FMG-UvA), Dr. Elske Salemink, email e.salemink@uva.nl, Nieuwe Achtergracht 129-B, 1018 WS Amsterdam.

Heeft uw kind epilepsie? � Ja

� Nee

Heeft uw kind last van ernstige gehoor of gezichtsproblemen die belemmerend zouden kunnen zijn voor het lezen van woorden of het horen van tonen?

� Ja � Nee

(31)

31 [OUDER DEELNEMER]

“Ik heb de informatie gelezen en begrepen en geef toestemming voor de deelname van mijn kind aan het onderzoek en gebruik van de daarmee verkregen gegevens. Ik behoud daarbij het recht om zonder opgaaf van reden deze instemming weer in te trekken. Tevens behoudt mijn kind het recht op ieder gewenst moment te stoppen met het experiment.”

Aldus in eenvoud getekend:

Datum:

………... ……… naam proefpersoon handtekening

[ONDERZOEKER]

“Ik heb toelichting verstrekt op het onderzoek. Ik verklaar mij bereid nog opkomende vragen over het onderzoek naar vermogen te beantwoorden.”

Datum:

………... ……… naam onderzoeker handtekening

(32)

32 Bijlage 3b

TOESTEMMINGSVERKLARING

Dit formulier hoort bij de schriftelijke informatie die u heeft ontvangen over het onderzoek waar u aan deelneemt. Met ondertekening van dit formulier verklaart u dat u de deelnemersinformatie heeft gelezen en begrepen. Verder geeft u met de ondertekening te kennen dat u akkoord gaat met de gang van zaken zoals deze staat beschreven in de informatiebrochure.

Als u nog verdere informatie over het onderzoek zou willen krijgen kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Drs. Joost Agelink van Rentergem Zandvliet, email j.a.agelinkvanrentergemzandvliet@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Facultaire Commissie Ethiek (FMG-UvA), Dr. Elske Salemink, email e.salemink@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam. Heeft u epilepsie?

� Ja � Nee

Heeft u last van ernstige gehoor of gezichtsproblemen die belemmerend zouden kunnen zijn voor het lezen van woorden of het horen van tonen?

� Ja � Nee

(33)

33

[DEELNEMER]

“Ik heb de informatie gelezen en begrepen en geef toestemming voor deelname aan het onderzoek en gebruik van de daarmee verkregen gegevens. Ik behoud daarbij het recht om zonder opgaaf van reden deze instemming weer in te trekken. Tevens behoud ik het recht op ieder door mij gewenst moment te stoppen met het experiment.”

Aldus in eenvoud getekend:

Datum:

………... ……… naam proefpersoon handtekening

[ONDERZOEKER]

“Ik heb toelichting verstrekt op het onderzoek. Ik verklaar mij bereid nog opkomende vragen over het onderzoek naar vermogen te beantwoorden.”

Datum:

………... ……… naam onderzoeker handtekening

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

acties van afdelingen en andere organen, welke reacties mogelijk uiteen zullen lopen en in ieder geval niet als zodanig door de partij zijn aanvaard. overgrote

Witteveen handhaafde zijn be- zwaren, maar omdat minister Zijlstra in 1959 waakzaamheid geboden acht, wilde onze fractie in de huidige politieke situ- atie blijk

Voor zover bekend zijn er in de directe omgeving geen bijzonder vogelrijke gebieden, belangrijke concentraties aan vleermuizen, en belangrijke plaatselijke of

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken bekend dat zij in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht hebben besloten voor de volgende aanvraag de beslistermijn

Burgemeester en wethouders van Lelystad maken bekend dat zij in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht hebben besloten voor de volgende aanvraag de beslistermijn

Bij brief van 23 januari 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) het Commissariaat laten weten dat Sapphire hoger beroep heeft

And eh for the management of the plane driver also nead a eh to make the part more clear what eh buy what eh they really want to pay for it for example it lock it to touch it

soms leren dieren bepaalde aspecten van een herkenning van geschikt leefgebied van ouders of andere soortgenoten, maar vele soorten doen in belangrijke mate beroep op