• No results found

Boboli Benelux BV - A Sustainable Future : Inventarisatie van het huidige kwaliteitsmanagementsysteem ten opzichte van de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 en de implementatie van deze systemen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Boboli Benelux BV - A Sustainable Future : Inventarisatie van het huidige kwaliteitsmanagementsysteem ten opzichte van de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 en de implementatie van deze systemen"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boboli Benelux BV - A Sustainable Future

Inventarisatie van het huidige kwaliteitsmanagementsysteem ten opzichte van de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 en de implementatie van deze systemen.

Bachelor opleiding Voeding & Diëtetiek Hogeschool van Amsterdam

Februari - juni 2017 Jauke Veerman

(2)

Pagina | 1

Boboli Benelux BV - A Sustainable Future

Inventarisatie van het huidige kwaliteitsmanagementsysteem ten opzichte van de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 en de implementatie van deze systemen.

Auteur Jauke Veerman jauke.veerman@hva.nl Scriptienummer 2017251 Opdrachtgever Annie Werner- Alting

Boboli Benelux BV de Kronkels 16a 3752 LM Bunschoten

Docentbegeleider Joke van Eden Hogeschool van Amsterdam

Dr. Meurerlaan 8 1067 SM Amsterdam

Versie

(3)

Pagina | 2

Voorwoord

Voor u ligt de scriptie 'Boboli Benelux BV - A Sustainable Future'. Deze scriptie is geschreven als afstudeerproject van de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Met veel enthousiasme en grote belangstelling voor het onderwerp duurzaamheid heb ik gewerkt aan dit onderzoek dat in opdracht van Boboli Benelux BV is uitgevoerd.

Graag wil ik alle betrokkenen bedanken voor hun medewerking die ik ten alle tijden als zeer positief heb ervaren. In het bijzonder wil ik mijn mevrouw J. van Eden en mevrouw A. Werner- Alting bedanken voor hun directe, deskundige en zeer prettige begeleiding. Alle geïnterviewden: bedankt voor het delen van ervaringen en uitspreken van jullie mening. Tot slot wil ik de respondenten van de vragenlijst bedanken voor hun tijd en eerlijkheid. Stuk voor stuk zijn deze van grote waarde geweest voor het onderzoek. Amsterdam, juni 2017

(4)

Pagina | 3

Samenvatting

Achtergrond: Sinds begin jaren '80 maakt het milieu deel uit van strategische en operationele beslissingen die bedrijven nemen. Boboli Benelux B.V. is een snel groeiend productiebedrijf dat sinds 1998 verschillende soorten mediterrane broodsoorten bakt. Met een tweede productielijn onder constructie groeit ook de verantwoordelijkheid naar haar omgeving en daarvan is het bedrijf zich bewust. Om de impact op het milieu en het managen van het energieverbruik bij Boboli effectiever te monitoren willen zij gebruik gaan maken van het milieumanagementsysteem ISO 14001 en het energiemanagmentsysteem ISO 50001.

Doel: Het doel van dit onderzoek is te bepalen in hoeverre het huidige kwaliteitsmanagementsysteem aansluit op de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 . Als aanvulling hier op speelt de vraag in hoeverre het personeel bereid is zich in te zetten voor het verbeteren van het milieu. Methode: Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van literatuuronderzoek, documentanalyse,

interviews en een vragenlijst. De documenten van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn geanalyseerd voor een nulmeting ten opzichte van de normelementen van de ISO 14001 en ISO 50001.Het kwalitatieve onderzoek in de vorm van diepte-interviews zijn afgenomen bij

leidinggevenden van verschillende afdelingen binnen het bedrijf. Het kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd door een vragenlijst af te nemen onder al het vaste personeel.

Resultaten: In totaal zijn negen leidinggevende geïnterviewd en hebben 114 respondenten van het vaste personeel de vragenlijst ingevuld (n=114). Een meerderheid van de geïnterviewden geeft aan weinig ervaring te hebben met milieu- en energiemanagementsystemen. Wel staan zij positief tegenover het invoeren van een milieu- of energiebeleid. De meerderheid wil wel graag weten wat er binnen Boboli allemaal al gedaan wordt ter bevordering van het milieu en geven aan dat het belangrijk is om te beginnen met kleine aanpassingen die weinig tot geen kosten met zich mee brengen. Het vaste personeel geeft aan de milieuaspecten afvalbeheer, waterbesparing, energiebesparing,

diervriendelijke producten, en milieuvriendelijke verpakking allemaal belangrijke aspecten te vinden. De gemiddelde scores wijken significant van de middelste waarde 4 (p<0.00). Ook voelt het personeel zich niet altijd even betrokken bij deze aspecten terwijl zij wel aangeven bereid te zijn zich hier voor in te zetten.

Het huidige kwaliteitssysteem sluit niet volledig aan op de ISO 14001 en ISO 50001. Wetgeving en klanteneisen op gebied van milieu zijn voor Boboli terug te vinden in beide ISO normen.

Conclusie: Het huidige kwaliteitsmanagementsysteem sluit niet aan op een aantal normelementen uit de plannende en uitvoerende fasen. Voor de controlerende en corrigerende fasen sluit het goed aan. Daarnaast hebben wetgeving en klanten op dit moment geen invloed op milieuprestaties van Boboli. In tegenstelling tot de verwachtingen van leidinggevende vormt het personeel wel voldoende draagvlak voor de implementatie van een milieu- en energiebeleid. Zo is het belangrijk om met kleine

aanpassingen te beginnen om draagvlak bij het managementteam te creëren. Educatie op gebied van milieu en energie is wenselijk ter bevordering van de bewustwording.

(5)

Pagina | 4

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 2 Samenvatting ... 3 Inhoudsopgave ... 4 1. Inleiding ... 5 1.1 Aanleiding ... 5 1.1.2 ISO 14001 ... 6 1.1.3 ISO 50001 ... 8 1.2 Probleemstelling en deelvragen ... 9 1.3 Doelstelling ... 10 1.4 Leeswijzer ... 10 2. Materialen en Methoden ... 11 2.1 Literatuuronderzoek ... 11 2.2 Documentanalyse ... 13 2.3 Interview ... 13 2.4 Vragenlijst ... 14 3. Resultaten ... 15 3.1 Nulmeting ... 15 3.2 Interviews ... 18 3.3 Vragenlijst ... 20 4. Discussie ... 22 5. Conclusie en aanbevelingen ... 25 5.1 Conclusie... 25 5.2 Aanbevelingen ... 26 Literatuurlijst ... 27

Bijlage 1: Topiclijst voor de halfgestructureerde interviews ... 29

Bijlage 2: Coderingstabel ... 31

Bijlage 3: Vragenlijst voor het personeel ... 32

Bijlage 4: Toetsing op de norm ISO 14001 ... 35

(6)

Pagina | 5

1. Inleiding

Sinds begin jaren '80 maakt het milieu deel uit van strategische en operationele beslissingen die bedrijven nemen. Verontreiniging van het milieu als gevolg van productieactiviteit wordt steeds meer gezien als een ongewenst en onnodig bijproduct zo onderschrijven vele bedrijven. Waar veel bedrijven zich verzetten tegen veranderingen vanuit de overheid en consument, zijn er steeds meer bedrijven die vrijwillig ondervonden hebben dat een actieve en open houding tegenover het behoud van het milieu zijn voordelen kan hebben. Bedrijven zien steeds meer de noodzaak in het managen van

milieuactiviteiten om een negatieve impact op de omgeving te verlagen. Onder de verschillende milieumanagementsystemen die ontworpen zijn is de verspreiding van het ISO 14001 het grootst (1). In dit hoofdstuk wordt de aanleiding van het onderzoek beschreven en worden zowel de milieu- als energie managementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 toegelicht.

1.1 Aanleiding

Boboli Benelux B.V. is een snel groeiend productiebedrijf dat sinds 1998 verschillende soorten mediterrane broodsoorten bakt. De producten van Boboli worden in heel Europa en daarbuiten

verkocht. In onder andere supermarkten, tankstations, horeca en vliegtuigmaatschappijen onder zowel private als eigen label. Van borrelhapjes tot volledige (brood)maaltijd, van koelvers tot in het vriesvak. In januari 2017 is Boboli op locatie ‘de Kronkels’ gestart met de constructie van een tweede (nieuwe) productielijn, waardoor de omvang van het bedrijf groeit. Hiermee groeit ook de verantwoordelijkheid naar haar omgeving en daarvan is het bedrijf zich zeer bewust. Door de uitbreiding worden leveranciers van grondstoffen en verpakkingen belangrijker, de omvang van het transport zal toenemen en het energieverbruik zal stijgen. De manager kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu bij Boboli Benelux BV wil sinds haar komst in 2015 de milieu- en energie managementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 implementeren. De consument wil duurzamere producten en de retailers spelen deze vraag door naar de producent, in dit geval Boboli. Het implementeren van deze milieu- en energie

managementsystemen lijkt een belangrijke stap in de juiste richting.

Tegen 2040 zal het wereldwijde energieverbruik met 56% zijn toegenomen. De industriële sector, waar de voedingsmiddelenindustrie onderdeel van uitmaakt, is verantwoordelijk voor meer dan de helft van het totale verbruik. De zorgen over het opwarmen van de aarde nemen toe door het gebruik van fossiele brandstoffen aangezien zij verantwoordelijk is voor het grootste aandeel van de opgewekte energie. Fossiele brandstoffen worden steeds schaarser met als gevolg dat de energieprijzen zullen (blijven) stijgen. Zo sluiten steeds meer bedrijven uit heel Europa zich aan bij het ''Convenant of Mayors'': een initiatief voor het ontwikkelen van actieplannen met betrekking tot effectief energieverbruik om zo de CO2 uitstoot te verlagen (2,3).

Uit een trendrapport van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) blijkt dat alle fabrikanten duurzamer bezig zijn dan ooit te voren. Het FNLI is onderdeel van de Alliantie

Verduurzaming Voedsel (AVV) dat in 2013 is verder gegaan waar het Platform Verduurzaming Voedsel is gestopt. Er zijn tien duurzaamheidthema's door het AVV in het leven geroepen om structuur omtrent het begrip duurzaamheid te creëren. In samenwerking met het ministerie van Economische Zaken is een agenda opgezet met een aantal doelstellingen voor 2013-2016 die de basis moeten vormen voor de periode tot 2020 (4-6).

(7)

Pagina | 6 De volgende punten staan voor de periode tot 2020 onder andere op de agenda:

 Grondstof- en productketens: verhogen van duurzaamheidniveau;  Voedselverspilling: 20% reductie ten opzichte van 2010;

 Communicatie: bedrijven geven inzicht in de inspanningen die zij leveren(4).

De beleidsverklaring van Boboli bevat onder andere een stuk over het Milieu, MVO en duurzaamheid. In de beleidsverklaring staat duidelijk vermeld staat dat zij zich bewust is van haar verantwoordelijkheden op gebied van het milieu, haar omgeving, het klimaat en energiebesparing. Reststromen worden apart ingezameld en afgevoerd. Een deel hiervan wordt verwerkt als diervoeder. Het verbruik van gas, water en elektra wordt gemonitord en wekelijks besproken tijdens een vergadering van het

managementteam. Voor het verminderen van het gebruik van gas, water en elektra zijn targets gesteld. Verder wil Boboli duurzamere manieren van verpakken, apparatuur met hoog rendement, minder papier op kantoor en een duurzamer beleid voor de inkoop van grondstoffen. Als het beleid van Boboli met de doelstellingen van de AVV vergeleken wordt, kan er gezegd worden dat Boboli goed op weg is (5).

1.1.2 ISO 14001

Een van de meest bekende milieu managementsystemen is de ISO 14001. Ontwikkeld door de International Organization for Standardization (ISO): een onafhankelijke organisatie gevestigd in Geneve, Zwitserland. De ISO 14001 is ontwikkeld naar aanleiding van de internationale Verklaring van Rio de Janeiro in 1992 inzake milieu en ontwikkeling. Deze verklaring is afkomstig van de United Nations Conference on Environment and Development. Het algemene doel van de nieuwe standaard is om bedrijven aan te moedigen zich in te zetten voor het verbeteren van de algemene omstandigheden van het milieu en die van haar directe omgeving. De ISO 14001 is binnen de serie van

milieumanagement normen ISO 14000 de enige waar door middel van een audit een certificaat behaald kan worden. De kernelementen van de ISO 14001 zijn: beleidsvoering op gebied van milieu, planning, implementatie en uitvoering, controleren en correctieve maatregelen nemen, beoordelen en

verbeteren. De standaard is wereldwijd geaccepteerd en toepasbaar in elk bedrijf dat haar invloed op de omgeving wil managen en verbeteren. ISO 14001 helpt een bedrijf om haar risico's in kaart te brengen en te controleren met een continue verbetering van milieuprestaties. Figuur 1 laat zien hoe de ISO14001 als Plan, Do, Check and Act model geïntegreerd wordt. Volgens de International

Organization for Standardization is de ISO 14001 voornamelijk te gebruiken als een hulpmiddel (Tool). De implementatie van ISO 14001 kan leiden tot in- en externe voordelen als kostenbesparing, energie besparing, verbetering van milieuprestaties, verhogen efficiëntie, verbeteren van het bedrijfsimago, toegang tot nieuwe markten, marktaandeel verhogen en zelfs verlagen van verzekeringspremies. Er zijn meer dan 300.000 bedrijven verspreid over 171 landen die het milieu- managementsysteem ISO 14001 succesvol geïmplementeerd hebben en hiervoor een certificaat ontvangen hebben (10).

De standaard bestaat uit verschillende onderdelen die samen het milieu managementsysteem vormen: context van de organisatie, leiderschap, planning, ondersteuning, uitvoering, evaluatie van de

prestaties en tot slot verbetering. Het uiteindelijke managementsysteem dient aan de volgende eisen te voldoen: een continue verbetering van de prestaties en beschermen van het milieu, beheersing van milieurisico's als gevolg van activiteiten van de organisatie en het borgen van alle van toepassing zijnde wettelijke eisen (8).

(8)

Pagina | 7

Figuur 1 ISO14001 als PDCA model (Bron: NEN-EN-ISO 14001/2015)

De certificatie voor het milieumanagementsysteem ISO 14001 levert geen directe verbetering op van de milieuprestaties, maar het gebruik van de standaard uiteindelijk wel. Wel zorgt certificatie voor een beter imago van het bedrijf, vertrouwen richting belanghebbende en het voldoen aan de

verwachtingen van haar consument. Uit een aantal kwalitatieve onderzoeken is gebleken dat het eerste obstakel het management is. Er blijkt dat er vaak weinig vertrouwen is in mogelijkheden van een dergelijk managementsysteem. Certificatie zou zorgen voor meer bureaucratie en beperkingen binnen het bedrijf, terwijl de verlaging van de milieu impact onbekend is. Andere obstakels zijn: het niet duidelijk communiceren en ondersteunen van de bedrijfsstrategie vanuit het management, milieu doelstellingen niet voldoende prioriteit geven, geen controle over de operationele processen met de meeste impact op het milieu, en te weinig of geen bewustzijn bij het uitvoerend personeel (10, 11, 16).

(9)

Pagina | 8

1.1.3 ISO 50001

De ISO 50001 is een energiemanagementsysteem dat eveneens is ontwikkeld door deISO. De ISO 50001 lijkt wat betreft de opzet erg veel op de ISO 14001. Dit maakt het gemakkelijk om het energie managementsysteem ISO 50001 in een milieu managementsysteem als ISO 14001 te integreren. De ISO 50001 is afgeleid van het allereerste energie managementsysteem dat ontwikkeld is in Amerika door het 'Georgia Institute of Technology' en later is aangenomen door het 'American National Standards Institute (ANSI/MSE 2000:2008 )'. De ISO 50001 norm heeft als doel te helpen bij het inrichten van processen en systemen die leiden tot verbeterde energieprestaties. Een ISO energie managementsysteem bevat onder andere een energiebeleid, een energieteam, doelstellingen, management als draagvlak en vele andere procedures en werkwijzen. De ISO 50001 is net als de milieumanagementsysteem norm ISO 14001 gebaseerd op het Plan - Do - Check - Act-systeem voor continue verbetering (zie figuur 2). De standaard bepaalt niet welke energie prestatie-indicatoren (EnPI's) vastgesteld moeten worden, maar laat de bedrijven zelf haar EnPI's bepalen aan de hand van inventarisatie. De EnPI's zijn kwantitatieve waarden die de basis vormen voor de status van de continue verbetering en doelstellingen van een bedrijf. Voorbeeld van een EnPI is: het energieverbruik per tijdseenheid en/of product.

Bij de implementeren van ISO 50001 hebben meerdere bedrijven ondervonden dat informatie over het energieverbruik de kern van het systeem is. Geen toegang hebben tot deze informatie blokkeert het plannen van acties en monitoren van deze acties. Te weinig ondersteuning van het management ontstaat door een gebrek aan vertrouwen in de voordelen van een energiemanagementsysteem (2,3).

(10)

Pagina | 9

1.2 Probleemstelling en deelvragen

De probleemstelling luidt als volgt:

''In hoeverre voldoet het huidige kwaliteitsmanagementsysteem aan het milieumanagementsysteem ISO 14001 en het energiemanagementsysteem ISO 50001 en welke veranderingen dienen geïmplementeerd te worden om voor het einde van 2017 in aanmerking te komen voor certificering van deze systemen?''

Om een antwoord te kunnen geven op de probleemstelling zijn de volgende deelvragen opgesteld:  In hoeverre komt het huidige kwaliteitsmanagementsysteem overeen (nulmeting) met het

milieumanagementsysteem ISO 14001 en het energiemanagementsysteem ISO 50001?  Welke wettelijke- en klanteneisen zijn er op gebied van milieu en energie?

 In hoeverre zijn deze wettelijke- en klanteneisen terug te vinden in de milieu- en energie managementsystemen ISO 14001 en ISO 50001?

 Welke kernpunten komen uit de nulmeting van Boboli naar voren als aandachtspunten bij de implementatie van de ISO 14001 en ISO 50001?

 In hoeverre is het personeel van Boboli bereid om zich in te zetten voor de veranderingen die bij de implementatie van de milieu- en energie managementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 ontstaan?

(11)

Pagina | 10

1.3 Doelstelling

Boboli wil meer inzicht in hoeverre het huidige kwaliteitsmanagementsysteem aansluit op de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001. De doelstelling van het onderzoek is:

''Het inventariseren van de duurzaamheidstatus van Boboli Benelux BV op gebied van milieu en energie, en advies te geven over het implementeren van te nemen stappen voor een ISO 14001 & ISO 50001

certificering''.

Het eindproduct bestaat uit een nulmeting van het huidige managementsysteem ten opzichte van de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001. Aan de hand van de nulmeting is een samenvatting gemaakt van de normelementen waaraan niet voldaan wordt. De normelementen waar niet aan voldaan wordt vormen de verbeterpunten (kernpunten). De topiclijst voor het interview is aan de hand van deze kernpunten opgesteld en zo ook de vragenlijst voor de werknemers. De resultaten van de interviews en vragenlijsten weerspiegelen de huidige situatie en de houding van het personeel tegenover de veranderingen die nodig zijn voor het implementeren van de ISO 14001 als ISO 50001. Om voor het einde van 2017 aan de normelementen te voldoen is op basis van de nulmeting en het interne exploratieve onderzoek een aanbeveling gedaan om een start te maken met het opzetten van beide managementsystemen.

1.4 Leeswijzer

De scriptie die nu voor u ligt is als volgt opgebouwd. Het eerste hoofdstuk beschrijft de aanleiding van het onderzoek, een inleiding over de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 en de probleemstelling met bijbehorende deelvragen. Hoofdstuk twee beschrijft uitgebreid welke methoden en materialen er gebruikt zijn voor het beantwoorden van de deelvragen. Vervolgens behandelt hoofdstuk drie de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Deze resultaten worden in het vierde hoofdstuk kritisch bekeken en waar nodig aangevuld door en/of afgezet tegen literatuur en bevindingen die mogelijk van invloed kunnen zijn op de resultaten. Hoofdstuk vijf geeft de conclusie van het onderzoek weer en vormt zo een antwoord op de probleemstelling. Aanbevelingen worden ook in hoofdstuk vijf geformuleerd. Als afsluiting is er een overzicht van de gebruikte literatuur en diverse bijlagen die ondersteunend zijn gedurende het lezen van de scriptie.

(12)

Pagina | 11

2. Materialen en Methoden

Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden zijn een aantal deelvragen opgesteld. Deze deelvragen vormen samen een antwoord op de onderzoeksvraag. De benodigde informatie is verzameld met behulp van deskresearch, documentanalyse, interviews en een vragenlijst. Het kwalitatieve onderzoek is gedaan met behulp van interviews die zijn afgenomen bij leidinggevenden van verschillende afdelingen binnen het bedrijf. Het kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd door middel van enquête. Hiermee is de houding van het personeel tegenover eventuele veranderingen in

werkzaamheden in kaart gebracht. In onderstaande paragrafen wordt elke methode toegelicht.

2.1 Literatuuronderzoek

Het literatuuronderzoek is uitgevoerd om een duidelijk beeld te krijgen van de milieu- en energie management systemen ISO 14001 en 50001 en om inzicht te krijgen in de (veel) voorkomende aandachtspunten bij de implementatie van deze systemen. Boeken, wetenschappelijke artikelen, artikelen uit vaktijdschriften en publicaties vormen de basis van het deskresearch. Voor de wetenschappelijke artikelen is gezocht via de volgende databanken en zoekmachine(s): HvA Kennisbank, ScienceDirect, Google Scholar, Pubmed en Cochrane. Uit de grote hoeveelheid beschikbare databanken is deze selectie gemaakt, omdat het een specifiek onderwerp betreft. Artikelen en publicaties op gebied van de levensmiddelenindustrie en managementsystemen zijn op advies van externe begeleiders voornamelijk in de bovenstaande selectie databanken en zoekmachines gevonden.

De gehanteerde zoekstrategie bestond uit een algemene brede verkenning van de beschikbare informatie te vinden op de websites van de International Organization for Standardization (ISO) en Stichting Coördinatie Milieu- en Arbomanagementsystemen (SCCM). Beide normen zijn ontwikkeld door de ISO en in Nederland is het SCCM één van de grootste certificatie coördinator. Vervolgens is er systematisch gezocht naar rapporten en verslagen die uitgebracht zijn door toonaangevende bedrijven op gebied van milieu- en energiemanagement (4,8,13). Op basis van de verzamelde gegevens zijn kernbegrippen vastgesteld namelijk: ISO14001, ISO50001, sustainability, duuzaamheid, management systems en implementation. Daarna is door het gebruik van snowballing in de bovengenoemde databases en zoekmachines gezocht met de onderstaande zoekzinnen.

Gebruikte zoektermen zijn:

Sustainability AND Management systems Food AND Management systems AND Sustainability

Sustainability AND Management systems Sustainability AND ISO 14001 OR ISO 50001

Sustainability AND Management systems Sustainability AND Food AND Implementation

ISO 14001 AND Food OR Duurzaamheid ISO 50001 AND Food OR Duurzaamheid Implementation AND ISO 14001 OR ISO 50001

(13)

Pagina | 12 In- en exclusiecriteria van de literatuur:

Geselecteerde literatuur moest voldoen aan de volgende criteria:

 gepubliceerd in de Nederlandse of Engelse taal. Mogen wel overal in de wereld uitgevoerd zijn;

 gepubliceerd vanaf 2005; dit jaar kwam de ISO 50001 uit;

 heeft milieu en/of energie als centraal onderwerp;

 van toepassing op de productie-industrie met voorkeur voor de levensmiddelenindustrie.

 volledig beschikbaar (full free text).

Er is gefilterd op bovenstaande inclusiecriteria en zo zijn er in totaal 31 zoekresultaten gevonden met de eerder genoemde zoekzinnen. In tabel 1 staan de zoekresultaten per zoekmachine weergeven.

Tabel 1. Overzicht van de zoekresultaten

Zoekmachine Totaal aantal artikelen Geselecteerde artikelen

Pubmed 2 0

Sciencedirect 14 6

Google Scholar 5 1

Cochrane 10 4

Totaal 31 12

Wanneer een relevante bron niet volledig beschikbaar bleek te zijn werd het hoofd van de

informatieafdeling van de Hogeschool van Amsterdam ingeschakeld om te achterhalen of deze bron via de Hogeschool van Amsterdam wel volledig beschikbaar is. Via deze wijze is één artikel toch nog geselecteerd.

De artikelen zijn globaal gescand voordat ze geselecteerd zijn. De meest relevante delen zijn gearceerd. Voor het zoeken naar boeken is gebruik gemaakt van de zoekmachine van de HvA

bibliotheek. Bij het gebruik van informatie uit deze boeken worden zin- en paginanummers genoteerd. .

(14)

Pagina | 13

2.2 Documentanalyse

Om te bepalen in hoeverre het huidige kwaliteitssysteem aansluit op de milieu- en

energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 zijn beide normen geanalyseerd. Het huidige kwaliteitssysteem is vervolgens op beide normen getoetst, dit is de nulmeting. Boboli heeft zorg gedragen voor de beschikbaarheid van de ISO documenten en het kwaliteitssysteem. Voor het toetsen op de normen van ISO 14001 en ISO 50001 is een Excel bestand aangemaakt waarin alle

normelementen zijn beschreven. Het toetsen van het huidige systeem op beide ISO normen is vervolgens uitgevoerd door per normelement te onderzoeken of het huidige systeem de juiste documenten, procedures, werkwijzen en instructies bevat om aan desbetreffend normelement te voldoen. In het Excel bestand is de status van het normelement beoordeeld met een voldoende, matig of onvoldoende. Ook zijn de documenten vermeld waarmee aan de norm voldaan wordt. In veel gevallen varieert de interpretatie van deze normen sterk. Om rekening te houden met de verschillende interpretaties is gebruik gemaakt van de expertise van de afdeling kwaliteit.

2.3 Interview

Het management van een bedrijf wordt bij vele managementsystemen beschouwt als het draagvlak om de beleidvorming door te voeren. In het geval van de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 is dit minstens zo belangrijk. Er zijn interviews afgenomen bij medewerkers met de volgende functie:

 Algemeen directeur;  Hoofd Technische dienst;  QESH manager;  Commercieel manager;  Productie manager;  Operationeel manager;  Financieel manager;  Ploegleider;

De interviews zijn halfgestructureerd afgenomen in een afgesloten ruimte in zijn/haar werkomgeving. Interviews duurde ongeveer 30 minuten. De onderwerpen voor het interview komen voort uit de literatuur en de eerder genoemde nulmeting. De gebruikte topiclijst voor de interviews staat in bijlage 1. Door het afnemen van interviews wordt meer inzicht verkregen in de huidige situatie en de

mentaliteit van de afdelingen tegenover dit onderwerp. De interviews zijn met toestemming opgenomen, uitgewerkt en gecodeerd volgens de drie typen codering van Strauss & Corbin (14). Voor het analyseren van de transcripties fungeerde onderwerpen uit de topiclijst welke is gevormd op basis van de bestudeerde literatuur als mogelijke labels. Gegeven antwoorden waarbij het antwoord niet relevant was voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag zijn niet voorzien van een label. Voor een overzicht van de toegepaste codering zie bijlage 2.

(15)

Pagina | 14

2.4 Vragenlijst

Bij het doorvoeren van de veranderingen is de mening van het personeel erg belangrijk. Iedereen moet zich inzetten voor deze veranderingen om er uiteindelijk een succes van te maken. Door gebruik te maken van een korte vragenlijst is er meer inzicht verkregen in de houding van het personeel tegenover de veranderingen die noodzakelijk zijn voor de implementatie van ISO 14001 en ISO 50001.

Bij het samenstellen van de vragenlijst is gebruik gemaakt van de belangrijkste elementen uit de nulmeting en de resultaten van de interviews. De vragenlijst is online beschikbaar gemaakt via

Thesistools. De enquête is via de mail verstuurd naar het kantoorpersoneel. Voor de benadering van het overige (productie)personeel is gebruik gemaakt van een tablet. Voor het afnemen van de vragenlijst is werving niet noodzakelijk geweest. Aan de hand van de planning hebben werknemers van alle drie de ploegendiensten de vragenlijst ingevuld. De doelstelling hierbij is minimaal 80% van al het personeel de vragenlijst in te laten vullen. Voor de vragenlijst wordt een codeboek gemaakt zodat de gegevens verwerkt kunnen worden met behulp van SPSS.

Bij het maken van de vragenlijst is gebruik gemaakt van gesloten enkelvoudige vragen met een nominaal meetniveau. Deze vragen zijn er om meer informatie over de respondent te krijgen zoals op welke afdeling zij werken en of zij een leidinggevende functie invullen. Voor de mening van het personeel over bepaalde milieu- en energie georiënteerde stellingen wordt gebruik gemaakt van schaalvragen met een zevenpuntsschaal. Dit is een oneven aantal zodat het neutrale midden een mogelijkheid is. De zevenpuntsschaal verlaagd de kans dat mensen het neutrale midden kiezen (15). In bijlage 3 staat de gebruikte vragenlijst.

(16)

Pagina | 15

3. Resultaten

3.1

Nulmeting

De nulmeting is uitgevoerd met gebruik van 'toetsing op de norm' documenten. Dit document is opgesteld aan de hand van beide normen en de volledige ingevulde documenten staan in de bijlage. Voor de ISO 14001 toetsing: zie bijlage 4. De ISO 5001 toetsing staat in bijlage 5. Op de volgende pagina geeft tabel 2 weer wat er moet gebeuren om de normelementen van de ISO 14001 standaard te

waarborgen. Tabel 3 geeft dit weer voor de ISO 50001 standaard. De 'Wat te doen?' werkzaamheden zijn kort en bondig omschreven om verwarring te voorkomen door overmatig gebruik van terminologie. Naast de nulmeting zijn de actieve klanteneisen en lokale wetgeving op het gebied van milieu- en energieprestaties/ -activiteiten onderzocht. Tot op heden zijn er voor het bedrijf en haar proces geen extra eisen om rekening mee te houden. Een van de wettelijke kaders van toepassing op Boboli is het activiteitenbesluit milieubeheer en hiervan enkel de artikelen die gelden voor degene die een type B inrichting drijven. Voor de activiteiten binnen Boboli is het niet noodzakelijk om een

omgevingsvergunning te hebben en daarom drijft Boboli een type B inrichting. Daar waar nieuwe activiteiten uitgevoerd willen worden zal eerst een melding ingediend moeten worden.

Naarmate het bedrijf uitgroeit tot 250 werknemers of meer dan zal er vanuit de overheid een verplichte energie-audit afgenomen moeten worden. Met de circa 150 werknemers die Boboli momenteel in dienst heeft is dit het komende jaar niet noodzakelijk (4,5).

Naamsbekende klanten als Albert Heijn, Tesco, Carrefour, etc. houden zich overduidelijk bezig met duurzamer ondernemen. Hetgeen betekent dat Boboli als leverancier zich ook in moet zetten voor een verbetering van dit aspect. Van Boboli haar klanten zijn er drie opvallend bezig met het inventariseren van de milieu prestaties van haar leveranciers. Dit blijkt uit de uitgebreide vragenlijsten gericht op het milieu die door Boboli ingevuld dienen te worden. Deze vragenlijsten dwingen een leverancier om goed naar haar in- en externe processen te kijken. Zo delen de klanten hun visie en verwachting middels eigen richtlijnen voor duurzaamheid met haar leveranciers en worden extra eisen (nog) niet gesteld. Indien een bedrijf ISO 14001 gecertificeerd is vervalt een deel van de vragenlijst omdat bepaalde elementen voldoende beheerst worden door het milieu managementsysteem. De klanteneisen zijn abstract beschreven en daardoor vatbaar voor verschillende interpretaties.

De bestudeerde documenten van de klanten zijn vertrouwelijk en om die reden niet vermeld in de literatuurlijst.

(17)

Pagina | 16

Tabel 2. overzicht van de werkzaamheden om te voldoen aan de ISO 14001 normering.

Normparagraaf uit ISO 14001 Wat te doen?

Context van de organisatie

 Vaststellen beleidsvoering voor verbetering van het milieu;  Onderzoeken welke belanghebbende er zijn en welke eisen

hieruit voort komen;

 Toepassingsgebied van het managementsysteem bepalen;  Deze kennis gebruiken als basis voor het

milieumanagementsysteem.

Leiderschap

 Directie dient betrokkenheid en leiderschap te tonen;  Bestaande beleidsverklaring van het

kwaliteitsmanagementsysteem aanvullen met het milieu beleid en communiceren in het met het gehele bedrijf;

 Vaststellen bevoegdheden en vermelden in een al bestaand document van het kwaliteitsmanagementsysteem.

Planning

 Milieuaspecten van alle activiteiten binnen het

toepassingsgebied bepalen en de effecten daarvan op het milieu;

 Bepalen in hoeverre de eisen van belanghebbende effect hebben op deze milieuaspecten;

 Bepalen en plannen van acties om de al eerder in kaart

gebrachte risico's en kansen op te pakken teneinde de beoogde resultaten te behalen;

 Milieudoelstellingen vaststellen;

 Plannen middels het bestaande document van het kwaliteitsmanagementsysteem.

Ondersteuning

 Aanvullen van diverse bestaande documenten uit het kwaliteit managementsysteem;

 Vaststellen van benodigde middelen;

 Plan opstellen voor het creëren van bewustzijn;  Het communicatieproces van het

kwaliteitsmanagementsysteem dient gebruikt te worden. Dit is voldoende;

 Het gehele proces omtrent documenten wordt uitgevoerd volgens het al bestaande proces vanuit het

kwaliteitsmanagementsysteem.

Uitvoering  Vaststellen van uitvoeringscriteria voor de processen.

Evaluatie van de prestaties

 Evaluatie van het systeem dient samen met die van het kwaliteitsmanagementsysteem uitgevoerd te worden;  Interne audit proces gebruiken dat gebruikt wordt voor het

kwaliteitsmanagementsysteem.

Verbetering  Huidige proces van het 'verbeterplan' kan ingezet worden voor de continue verbetering.

(18)

Pagina | 17

Tabel 3. overzicht van de werkzaamheden om te voldoen aan de ISO 50001 normering.

Normparagraaf uit ISO 50001 Wat te doen?

Managementverantwoordelijkheid

 Vaststellen beleidsvoering voor verbetering van energieprestaties;

 Team samenstellen voor het vertegenwoordigen van het EnMS;

 Bestaande documenten aanvullen met deze informatie. Energiebeleid

 Vaststellen wettelijke en andere eisen;

 Bestaande methoden kunnen gebruikt worden voor het implementeren en beoordelen.

Energieplanning

 Inventariseren energieverbruik in het proces en identificeren welke onderdelen een significant aandeel hebben in het verbruik;

 Evalueren van meetgegevens;  Referenties vaststellen;

 Vaststellen van geschikte EnPI's voor monitoren en beoordelen van energieprestaties;

 Energiedoelstellingen volgens huidige proces van het kwaliteitsmanagementsysteem vaststellen en plannen.

Implementatie en uitvoering

 Er kan gebruik gemaakt worden van de al bestaande procedures uit het kwaliteitsmanagementsysteem. Voor bijvoorbeeld het trainen, communicatie en

documentatie;

 Energieprestaties dienen als prioriteit gesteld te worden.

Controle

 Plan bedenken voor het monitoren van de activiteiten, metingen en de analyse van deze gegevens;

 Wettelijke eisen dienen vastgesteld te worden. Voornamelijk als gevolg van de groei van het bedrijf;  Gehele interne audit proces en verbeterplan van het

kwaliteitsmanagementsysteem kan voor het EnMS gebruikt worden.

Directiebeoordeling

 De procedure van het kwaliteitsmanagementsysteem uitbreiden zodat het EnMS ook beoordeeld wordt door de directie.

(19)

Pagina | 18

3.2

Interviews

De interviews zijn afgenomen onder negen leidinggevende van verschillende afdelingen binnen Boboli. De mening van het management is onderzocht omdat het management de basis vormt voor het draagvlak dat noodzakelijk is voor de implementatie van managementsystemen en ook omdat het management doorgaans sceptisch is over de mogelijkheden van deze managementsystemen (16). Er is onderzoek gedaan naar eventuele ervaringen met milieu- en energiemanagementsystemen en naar de mening over het invoeren van een milieu- /energiebeleid, de huidige status van milieu- en

energiemanagement, de haalbaarheid van milieu- en energiemanagementsystemen bij Boboli en hoe Boboli het best van start kan gaan met het verbeteren van haar milieu- en energieprestaties.

De ervaring met milieu- en/of energie managementsystemen is nihil. Slechts één van de geïnterviewden had ervaring, maar zei: 'enige ervaring is er wel, maar niet noemenswaardig. De

kwaliteitsdienst was hier mee bezig en ik had hier zijdelings mee te maken'. De overige ondervraagden

geven aan dat ze wel bekend zijn met 'duurzaam ondernemen', maar niet met managementsystemen hiervoor.

Het invoeren van een beleid om de milieu- en energieprestaties te verbeteren wordt door het overgrote deel van de ondervraagden positief gezien. 'Dit gaat de richting worden waar wij als bedrijf de komende

jaren in zullen moeten gaan groeien'. De overige ondervraagden zeggen het minder belangrijk te vinden.

De reden hiervoor is een combinatie van twijfels over de huidige methoden voor bijvoorbeeld het scheiden van afval en de overtuiging dat het goed gaat zoals het gaat. 'Het wordt hier de komende tijd

geen heilige graal' aldus een van de geïnterviewden.

Over het algemeen vertellen de ondervraagden dat Boboli meer doet op gebeid van milieu en energie dan dat er bekend is en gedocumenteerd wordt. Dit heeft te maken met vanzelfsprekendheden als het scheiden van afval en het gebruik van led verlichting. De voornaamste reden hiervoor is het besparen van kosten. Zo geven alle ondervraagden aan dat de kosten die gepaard gaan met de implementatie van milieu- en/of energieverbeterende maatregelen bepalend is in of het doorgevoerd gaat worden. Grote investeringen gaan er de komende jaren niet komen, tenzij er geld aan verdiend kan worden op de korte termijn. Zo vertelde een ondervraagde 'de eigenaren van Boboli kijken niet naar de lange

termijn, dat is de afgelopen vijf jaar niet zo geweest en dat gebeurd de komende vijf jaar ook niet'. Bij de

constructie van de nieuwe tweede productielijn is wel degelijk rekening gehouden met een aantal milieuaspecten. Hergebruik van warmte uit de vriezer wordt door alle ondervraagden benoemd en ook juicht de meerderheid van de ondervraagden (ca. 75%) het toe om in zonnepanelen te investeren. Hoe het er voor staat met het transport en de inkoop van grondstoffen is voor de meerderheid niet bekend. Wel geven alle ondervraagden aan het belangrijk te vinden dat de herkomst van de grondstoffen meer aandacht krijgt.

De haalbaarheid van het invoeren van de milieu- en energiemanagementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 wordt door een meerderheid van de ondervraagden positief gezien. Om de implementatie haalbaar te maken dient er rekening te worden gehouden met de omvang van verandering, financiële benodigdheden, bewustzijn van de organisatie en draagvlak. Een van de ondervraagden zei: 'je moet

niet beginnen met allerlei fancy en dure investeringen van duizenden euro's, dat krijg je niet voor elkaar. Je moet klein beginnen'. Extra tijdsbesteding aan milieu- en energieaspecten wordt door het overgrote

deel van de ondervraagden niet als probleem gezien zolang het zelf in te plannen is. Eventuele extra werkzaamheden voor het personeel op de vloer zorgt voor twijfels bij de ondervraagden. De helft ziet hier wel een knelpunt door gebrek aan betrokkenheid en de andere helft zegt dat de aansturing vanuit

(20)

Pagina | 19 de leidinggevende duidelijk genoeg is om problemen op dit vlak te voorkomen. Wel vindt het overgrote deel dat ter bevordering van het bewustzijn de achterliggende gedachte bij elke implementatie

duidelijk gecommuniceerd moet worden. Een ondervraagde zei: 'je werkt hier met 120 uitzendkrachten

waarvan de helft wisselt binnen een maand'. De betrokkenheid is in dat geval dan ook minder.

Om van start te gaan met het verbeteren van de milieu- en energieprestaties zijn alle ondervraagden van mening dat het belangrijk is om met kleine aanpassingen te beginnen. Op deze manier kan, indien er snelle en positieve resultaten gecommuniceerd kunnen worden, het gewenste draagvlak ontstaan voor het implementeren van grotere aanpassingen. Voordat er een start gemaakt kan worden met het verbeteren van de milieu- en energieprestaties wil de helft van de ondervraagden eerst weten wat er al gedaan wordt op dit gebied. Klanten spelen hier een grote rol; 'wat onze klanten van ons vragen gaan

we gewoon regelen, maar we lopen niet voorop'. Om te kunnen leveren aan specifieke klanten lijkt Boboli

bereid een extra stap te zetten richting milieu- en energiemaatregelen.

Voorop lopen op gebied van milieu- en energieprestaties is iets wat commerciële waarde heeft, zeker wanneer dit extern gecommuniceerd kan worden. Voor Boboli is deze commerciële waarde minder groot. 'Boboli produceert voor 90% private label producten en dan is voorop lopen minder belangrijk'. Zou er in de toekomst meer onder eigen naam geproduceerd worden dan juichen alle ondervraagden het toe om hier extern meer over te communiceren.

(21)

Pagina | 20

3.3

Vragenlijst

Met de vragenlijst is onderzoek gedaan naar de mening van het personeel tegenover het invoeren van een beleid gericht op het verbeteren van de milieu- en energieprestaties. De vragenlijst is opgesteld aan de hand van het literatuuronderzoek, de nulmeting en interviews. Via een link vanuit thesistools.com zijn de interviews online afgenomen. Alle respondenten zijn vaste werknemers bij Boboli van de afdelingen kantoor (31%), productie (28%), inpak (32%) en expeditie (9%). In totaal zijn er 115

vragenlijsten ingevuld waarvan één niet volledig. Deze onvolledig ingevulde vragenlijst is verwijderd uit de dataset. Dit leverde een dataset van 114 respondenten (n=114). Beschrijvende en toetsende analyses zijn uitgevoerd met IBM SPSS 22.

Voor de vragenlijst zijn de resultaten in tabellen weergeven. Tabel 4, 5 en 6 tonen respectievelijk de antwoorden die gegeven zijn door het personeel op hoe belangrijk het personeel de vijf aspecten afvalbeheer, waterbesparing, energiebesparing, diervriendelijke producten en een milieuvriendelijke verpakking vindt, in hoeverre het personeel vind dat Boboli hier mee bezig is, en de mate waarin het personeel betrokken wordt bij deze aspecten. Drie overkoepelende vragen zijn per aspect beantwoord middels een Likertschaalvraag. Met gebruik van t-toetsen is gemeten of de gemiddelde score per vraag statistisch afwijkt van het schaalgemiddelde 4. De gemiddelde score voor hoe belangrijk het personeel afvalbeheer vindt is een 5.53 en verschilt significant van de middelste waarde 4 (p<0.00) hetgeen betekent dat het personeel afvalbeheer een belangrijk aspect vindt. Zo vindt het personeel waterbesparing, energiebesparing, diervriendelijke producten en milieuvriendelijke verpakking allemaal belangrijke aspecten. Het personeel vindt dat Boboli voldoende bezig is met afvalbeheer, maar minder dan de helft vindt dat waterbesparing (43%), energiebesparing (45%), diervriendelijke producten (46%) en milieuvriendelijke verpakking (41%) voldoende aandacht krijgen. Er is weinig gevoel van betrokkenheid bij de milieu- en energieaspecten. Bij het afvalbeheer voelt 46% zich

betrokken, 45% niet en 9% scoort neutraal. Bij de overige aspecten verschillen de gemiddelde waarden significant van de middelste waarde 4 (p<0.00).

Op de laatste vraag van de vragenlijst in hoeverre het personeel bereid was om extra werkzaamheden te verrichten voor het behoud van het milieu is de gemiddelde score van 5,11 significant verschillend van de middelste schaalwaarde 4 (p<0,00). Zo vormt de bereidheid van het (uitvoerende) personeel geen belemmerende factor. De vragenlijst is te vinden in bijlage 3.

(22)

Pagina | 21

Tabel 4 Belang van milieu- en energieaspecten (n=114)

Gem. St.dev. p-waarde %Oneens (1,2 en 3) %Neutraal (4) %Eens (5,6 en 7) Afvalbeheer 5.53 1.257 <0.00 5 2 93 Waterbesparing 5.30 1.401 <0.00 8 7 85 Energiebesparing 5.49 1.358 <0.00 5 7 88 Diervriendelijk 5.11 1.379 <0.00 11 10 79 Verpakking 5.37 1.371 <0.00 11 4 86

Noot: 1=helemaal niet belangrijk en 7= heel erg belangrijk

Tabel 5 In hoeverre Boboli bezig is met milieu- en energieaspecten (n=114)

Gem. St.dev. p-waarde %Oneens (1,2 en 3) %Neutraal (4) %Eens (5,6 en 7) Afvalbeheer 4.73 1.668 <0.00 25 15 60 Waterbesparing 4.01 1.691 0.478 39 18 43 Energiebesparing 4.27 1.513 0.029 34 21 45 Diervriendelijk 3.96 1.777 0.264 33 20 46 Verpakking 4.04 1.706 0.392 40 18 41

Noot: 1=helemaal niet mee bezig en 7= heel erg mee bezig

Tabel 6 Gevoel van betrokkenheid bij milieu- en energieaspecten (n=114)

Gem. St.dev. p-waarde %Oneens (1,2 en 3) %Neutraal (4) %Eens (5,6 en 7) Afvalbeheer 3.89 2.041 0.291 45 9 46 Waterbesparing 3.24 1.920 <0.00 59 9 32 Energiebesparing 3.44 1.914 0.001 56 11 32 Diervriendelijk 3.13 1.893 <0.00 57 14 29 Verpakking 3.34 2.021 <0.00 54 15 31

(23)

Pagina | 22

4. Discussie

Het doel van dit onderzoek is te bepalen in hoeverre de milieu- en energie managementsystemen ISO 14001 en ISO 50001 aansluiten op het huidige kwaliteit managementsysteem van Boboli Benelux BV. Dit is bepaald door het uitvoeren van een nulmeting. In het verlengde van deze vraag is door het gebruik van diepte interviews onderzocht in hoeverre de mening van het management van Boboli aansluit bij de implementatie van een milieu- en/of energiemanagementsysteem. Tevens is onderzocht hoe het vaste personeel van Boboli vijf belangrijke milieu aspecten afvalbeheer, waterbesparing, energiebesparing, diervriendelijke producten en milieuvriendelijke verpakking beoordeelt en ervaart. Tot slot is gekeken naar eventuele overeenkomsten tussen de actieve klanten en wettelijke eisen en de milieu- en energiemanagement normen ISO 14001 en ISO 50001. De verwachting van de nulmeting was dat er veel overeenkomsten zouden zijn en dat er weinig aanpassingen noodzakelijk zijn om een start te maken met de implementatie van beide normen. Zo ook dat het management (nog) geen vertrouwen heeft in de voordelen van milieu- en energie managementsystemen en dat het personeel ook weinig mee krijgt van de vijf milieuaspecten.

Het huidige kwaliteit managementsysteem bevat een zeer stabiele basis voor zowel het milieumanagementsysteem ISO 14001 als het energiemanagementsysteem ISO 50001. Bij het overgrote deel van de normelementen zijn er vanuit het kwaliteitsysteem procedures, werkwijzen en instructies die aangevuld dienen te worden met het aspect milieu en/of energie. Ter verduidelijking worden een viertal voorbeelden beschreven. Ten eerste kan de dagelijkse ronde die de

kwaliteitsmanager of -medewerker door de productie loopt, waarbij met name op algemene hygiëne gecontroleerd wordt, worden uitgebreid met een inspectie op energiebesparende maatregelen

betreffende apparatuur die onnodig draait. Ten tweede kan meer aandacht voor automatisering zorgen voor besparing op verschillende aspecten als het verbruik van water, energie, gas, grondstoffen en verpakkingsmateriaal. Het vervangen van handmatig te bedienen deuren van een koelinstallatie door automatisch sluitende deuren heeft een lager energieverbruik tot gevolg. Ten derde kan met het oog op de herkomst van grondstoffen bij de huidige leveranciersbeoordeling als extra onderdeel informatie aangevraagd worden over de herkomst van de te leveren grondstoffen. Het is wenselijk om certificaten en/of documenten te ontvangen ter ondersteuning van de herkomst. Ten vierde wordt er papier en plastic gescheiden van restafval in de productieomgeving, maar niet op het kantoor. Door op het kantoor nieuwe afval- en papierbakken te plaatsen en gebruik te maken van de al bestaande procedure voor het scheiden van afval kan hiermee gestart worden. Dit soort aanpassingen vergen weinig

inspanning en leveren direct voordeel op. Een voorwaarde is dat het management deze maatregelen faciliteert.

Beide managementsystemen werken volgens het Plan, Do, Check, Act- model en het huidige kwaliteitsmanagementsysteem kan volledig gebruikt worden voor zowel de Check als Act fase. Voor bijvoorbeeld de Check fase worden doelstellingen van het kwaliteitsmanagementsysteem periodiek geëvalueerd en voor de Act fase wordt gebruik gemaakt van een verbeterplan. De planning en uitvoering van een eventueel milieu- en energiemanagementsysteem kan dus met bestaande

procedures gecontroleerd en bijgestuurd worden. Voor zowel de ISO 14001 als de ISO 50001 kunnen de bestaande procedures als leidraad gebruikt worden voor de Plan en Do fasen. De fasen Plan en Do vormen de basis voor beide ISO managementsystemen. De belangrijkste elementen voor het vormen van deze basis zijn niet in het huidige kwaliteitsmanagementsysteem geïmplementeerd: een risico inventarisatie van het productieproces op milieu en energie gerelateerde aspecten, doelstellingen gericht op milieu en energie, beleidsvoering en werkzaamheden om deze doelstellingen te behalen en tot slot een planning voor het uitvoeren van deze werkzaamheden. De verwachting dat er weinig

(24)

Pagina | 23 aanpassingen noodzakelijk zijn om van start te gaan met de implementatie van de milieu- en energie managementsystemen komt overeen met de resultaten van de nulmeting. Wel moet er voor beide managementsystemen invulling gegeven worden aan de specifieke elementen die niet in het

kwaliteitsmanagementsysteem geïmplementeerd zijn. Dit was geen verwacht resultaat en opvallend is dat uit onderzoek blijkt dat het onderschatten van normelementen kan leiden tot een niet succesvolle implementatie (21). Dit benadrukt dat alle normelementen even relevant zijn en met gelijke intentie ingevuld dienen te worden.

Invulling geven aan de verschillende normelementen gaat gepaard met verschillende interpretaties van deze elementen. Dit maakt de implementatie van een managementsysteem vrij toegankelijk omdat er verschillende methoden bestaan om normelementen te implementeren. Niet elke methode voor het implementeren van een normelement zorgt even effectief voor een geslaagde uitvoering of

monitoring. In het geval van certificatie of een externe audit kan dit averechts werken omdat

desbetreffende auditor de normelementen anders interpreteert. Zo kan bij ieder bedrijf een gekozen methode voor het implementeren van een normelement volgens een auditor niet voldoende zijn om aan desbetreffend normelement te voldoen. De onderbouwing van de gebruikte methode voor de implementatie moet sterk zijn om de auditor een waardeoordeel te kunnen laten geven aan de effectiviteit van de gekozen methode.

Uit een aangehaald kwalitatief onderzoek naar de ontwikkeling van de implementatie van ISO 14001 systemen binnen de Europese Unie is gebleken dat het eerste obstakel het management is. Er blijkt onder de leidinggevende vaak weinig vertrouwen in de mogelijkheden van een managementsysteem gericht op het verbeteren van de milieu- of energieprestaties (10). Uit de interviews blijkt ook dat de leidinggevende bij Boboli de voordelen van zowel ISO 14001 als ISO 50001 niet inzien. Wel zien de geïnterviewden het commerciële voordeel van een certificaat en zijn zich er ook van bewust dat er in de toekomst meer duurzaamheidgerelateerde maatregelen genomen moeten worden. Overigens blijkt uit de interviews dat de verwachting bestaat dat dit door klanten geëist gaat worden. Dit komt overeen met een ander aangehaald onderzoek waarin verschillende implementaties van ISO 14001 systemen met elkaar vergeleken zijn blijkt ook dat de compliance verplichtingen, dit zijn wettelijke eisen waaraan een organisatie moet voldoen of andere eisen als klanteneisen waaraan een klant kiest te voldoen, de nummer één aanleiding zijn tot de implementatie van een milieu- en/of energiemanagementsysteem (10, 16).

Een begin maken met de implementatie van milieu- en energiemanagementsystemen moet

systematisch en gepland verlopen. Bij het mislukken van de implementatie van ISO 14001 en ISO 50001 managementsystemen zijn de meest voorkomende oorzaken: foute communicatie, geen duidelijke doelstellingen en onvoldoende prioriteit geven aan milieugerelateerde zaken (1, 10, 17). Uit de interviews is gebleken dat er over het algemeen weinig belangstelling is voor het verbeteren van de milieu- en energieprestaties binnen Boboli. Persoonlijk gezien vindt de helft van geïnterviewden het wel belangrijk en geven aan milieu gerelateerde zaken meer prioriteit te willen geven. De resultaten van de interviews komen grotendeels overeen met de verwachtingen vanuit de praktijk en vanuit de literatuur. In tegenstelling tot de foute communicatie die in de literatuur naar voren komt (1, 10) geven de geïnterviewden aan dat de huidige methode van communiceren, die loopt van het

managementteam via de ploegleiders via de teamleiders naar uitvoerend personeel, uitermate geschikt is voor het implementeren van milieu- en energiegerelateerde aanpassingen.

(25)

Pagina | 24 Voor het eigen onderzoek zijn alle leidinggevenden van de afdelingen geïnterviewd. Dit heeft naast informatie in de vorm van uitspraken ook beeld van de huidige cultuur en situatie binnen het bedrijf opgeleverd. Niet alle leidinggevende vertellen hetzelfde, maar in grote lijnen komt de informatie overeen. Voor het beschrijven van de resultaten van de interviews zijn met name de algemeen

geldende uitspraken gebruikt. Enkel uitgesproken informatie is niet als algemeen geldend beschouwd. Door de transcripten te coderen zijn deze enkel voorkomende uitspraken goed te herkennen. Met behulp van de interviews is er voor het onderzoek voldoende informatie verkregen ter ondersteuning van zowel de deelvragen als het samenstellen van de vragenlijst. Alle leidinggevende zijn zonder enige voorbereiding op het onderwerp over milieu- en energie managementsystemen geïnterviewd. In een volgend onderzoek zou ik dit anders gedaan hebben door inleidend materiaal aan te bieden ter voorbereiding. Dit materiaal zou bestaan uit een algemene inleiding over managementsystemen en een jaarverslag duurzaamheid van een toonaangevend bedrijf. Dit moeten zorgen voor meer

voorkennis van de mogelijkheden van een milieu- en energiemanagementsysteem. Zo kan er tijdens de interviews dieper op de vragen ingegaan worden voor nog waardevollere informatie.

Als laatste onderdeel van het onderzoek is de mening van het personeel onderzocht middels een vragenlijst. De betrouwbaarheid van de resultaten van de vragenlijst kan in twijfel genomen worden omdat er sociaal wenselijke antwoorden gegeven kunnen worden. Om de respondenten zich zo veilig mogelijk te laten voelen staat in de inleiding van de vragenlijst duidelijk vermeld dat de ingevulde gegevens anoniem zijn en vertrouwelijk behandeld worden. Hiernaast is het mogelijk dat respondenten werkdruk ervaren hebben tijdens het invullen van de vragenlijst. De respondenten zijn tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden één voor één tijdelijk vervangen om zo de vragenlijst met zo min mogelijk werkdruk in te kunnen vullen. De resultaten van de vragenlijsten komen overeen met de verwachting. Alle vijf de aspecten worden belangrijk gevonden, maar er wordt onvoldoende aandacht aan besteed en het personeel voelt zich weinig betrokken bij deze aspecten. Vergeleken met de resultaten uit de interviews valt op dat de leidinggevende denken dat het personeel zich weinig bezig houdt met milieu- en energie aspecten terwijl het personeel volgens de vragenlijst alle vijf de aspecten belangrijk vindt. Zo geven zij aan zich extra te willen inzetten voor het verbeteren van de milieu- en energie prestaties. Bijna al het vaste personeel heeft de vragenlijst ingevuld (n=114). Zo is ruim 98% van de doelgroep bereikt en zijn de resultaten representatief voor de mening van het vaste personeel. Analyses met IBM SPSS 22 hebben betekenisvolle uitkomsten gegenereerd. Zo vormt het vaste personeel voldoende draagvlak om van start te gaan met het implementeren van een milieu- en/of energiemanagementsysteem. Statistisch gezien wijken de gemiddelde scores significant af van de middelste waarde met een betrouwbaarheidsinterval van 99%.

Het literatuuronderzoek en de daarvoor geraadpleegde bronnen hebben ook betrekking op bedrijven in andere landen. In een enkel geval, voor de implementatie van de ISO 50001, heeft het ook betrekking op een andere sector dan de voedingsmiddelen industrie. Zowel de ISO 14001 als de ISO 50001 zijn nationale standaarden en daarom zijn er geen onderzoeken geëxcludeerd die berust zijn op bedrijven buiten Nederland. Daarnaast wordt er in de literatuur geen rekening gehouden met de bedrijfscultuur die wel een belangrijke kan spelen bij het invoeren van een milieumanagementsysteem (21). Het kan daardoor zijn dat niet alle gebruikte informatie even relevant is voor Boboli Benelux BV.

(26)

Pagina | 25

5. Conclusie en aanbevelingen

In het laatste hoofdstuk worden de conclusie en aanbevelingen beschreven. De conclusie geeft een antwoord op de probleemstelling, die luidt: ''In hoeverre voldoet het huidige

kwaliteitsmanagementsysteem aan het milieumanagementsysteem ISO 14001 en het

energiemanagementsysteem ISO 50001 en welke veranderingen dienen geïmplementeerd te worden om voor het einde van 2017 in aanmerking te komen voor certificering van deze systemen?'' Ook zullen er

aanbevelingen gedaan worden aan Boboli Benelux BV, waarmee een stap gezet kan worden richting certificatie van zowel ISO 14001 als ISO 50001.

5.1 Conclusie

Het huidige kwaliteitsmanagementsysteem van Boboli Benelux BV vormt een mooie basis voor de implementatie van de ISO 14001 en ISO 50001. Veel bestaande procedures en werkwijzen uit het kwaliteitsmanagementsysteem kunnen aangevuld worden met milieu- en energiegerelateerde zaken. Ook kunnen er relevante documenten specifiek voor milieu en/of energie aan toegevoegd worden. De normelementen die een milieu- en energiemanagementsysteem juist zo specifiek maken dienen wel gerealiseerd te worden:

 een risico inventarisatie van het productieproces op milieu- en energiegerelateerde aspecten;

 doelstellingen gericht op milieu en energie;

 beleidsvoering en werkzaamheden om deze doelstellingen te behalen;

 een planning voor het uitvoeren van deze werkzaamheden.

Wettelijk gezien heeft Boboli de plicht om te voldoen aan het activiteitenbesluit. Dit wordt gedaan middels het kwaliteitsmanagementsysteem. Klanten eisen geen specifieke maatregelen, maar zijn wel bezig om leveranciers te beoordelen op milieuprestaties.

De leidinggevenden van alle afdelingen van Boboli zijn bereid om zich in te zetten voor een milieu- en energiebeleid. Hoewel niet iedereen de voordelen van een milieu- en energiemanagementsysteem inziet, staat iedereen wel open voor kleine aanpassingen en educatie op gebied van milieu- en energie besparende maatregelen. Het vaste personeel van Boboli vormt voldoende draagvlak voor het invoeren van een milieu- en energiebeleid. Aandacht voor milieu en energiebesparing vinden zij belangrijk, maar zij voelen zich momenteel niet erg betrokken bij het verbeteren van milieu- en energieaspecten.

(27)

Pagina | 26

5.2

Aanbevelingen

Aan de hand van de resultaten van het onderzoek zijn er enkele aanbevelingen geformuleerd die ondersteunend zullen zijn om voor het eind van 2017 in aanmerking te komen voor certificatie van beide systemen.

Inventariseren van de bestaande impact op milieu en energie:

Om een zo effectief mogelijke start te maken met de implementatie van beide managementsystemen is het belangrijk om goed in kaart te brengen welke processen binnen het bedrijf een risico vormen en effect hebben op zowel milieu- als energieaspecten. Advies is om deze risico inventarisatie als eerste uit te voeren en als basis te laten fungeren van het milieu- en energiebeleid. Zo kunnen er aanpassingen geïmplementeerd worden die daadwerkelijk effect hebben en het meest nodig zijn.

Vast personeel actiever betrekken:

Ten tweede wordt Boboli aanbevolen om het vaste personeel actiever te betrekken bij de

implementatie van het milieu- en energiebeleid. Zo blijkt uit onderzoek dat door draagvlak te creëren onder het personeel de kans op een succesvolle implementatie wordt vergroot (21). Het vaste

personeel geeft aan milieu- en energie aspecten belangrijk te vinden en zich tegelijkertijd niet bij alle aspecten even betrokken te voelen. Het personeel hier actiever bij te betrekken kan bereikt worden door meer verantwoordelijkheden op gebied van milieu en energie bij hen neer te leggen. Wanneer er succesvolle resultaten behaald worden moet dit gecommuniceerd worden binnen alle lagen van het bedrijf, zodat iedereen kan zien dat de extra geleverde inspanning effect heeft.

Onderzoeken of er na de uitbreiding bij Boboli meer wetgeving omtrent milieu van toepassing is: Daarnaast wordt Boboli aangeraden om bij gereedheid van de tweede productielijn verder te onderzoeken of het wettelijk gezien nog voldoende is om enkel het activiteitenbesluit te volgen. Zo komen er koelinstallaties, vriesinstallaties, een oven en een machine voor het verpakken onder atmosfeer bij die mogelijk van invloed zijn op het type inrichting waaronder Boboli valt. Dit kan Boboli zelf onderzoeken aan de hand van de criteria voor een verplichte omgevingsvergunning maar het kan ook uitbesteed worden.

Ten slotte wordt Boboli aanbevolen om per direct de maandelijkse vergadering van het kwaliteitsteam aan te vullen met het bespreken van milieu- en energiegerelateerde zaken. Voordat er een begin gemaakt kan worden met het creëren van bewustzijn bij het personeel is het ontzettend belangrijk dat het management- en kwaliteitsteam hier volledig achterstaat en zich bereid is hier voor in te zetten.

(28)

Pagina | 27

Literatuurlijst

1. Campos L, Aparecida de Melo Heizen D, Verdinelli M, Miguel P. Environmental performance indicators: a study on ISO 14001 certified companies. Journal of cleaner production.

2015;99:286-296.

2. Denze I, Polikarpova I, Zogla L, Rosa M. Application of ISO 50001 for implementation of sustainable energy action plans. Energy Procedia. 2015;72:111-8.

3. Gopalakrishnan B, Ramamoorthy K, Crowe E, Chaudhari S, Latif H. A structured approach of facilitating the implementation of ISO 50001 standard in the manufacturing sector. Sustainable Energy Technologies and Assessments. 2014;7:154-165.

4. Korsmit S, Uitterhoeve F. Verduurzaming in de volgende versnelling. Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie. 2016. http://www.fnli.nl/wp-content/uploads/2015/01/FNLI-Verduurzaming-In-de-Volgende-Versnelling.pdf

5. Alliantie Verduurzaming Voedsel (AVV). Duurzaamheidthema's. 2016. http://duurzamereten.nl/themas/

6. Reinhoudt J, Teuns A. MVO Nederland. MVO Trendrapport 2017. 2017.

http://mvonederland.nl/sites/default/files/media/MVO%20Trendrapport%202017.pdf 7. Aliantie Verduurzaming Voedsel, Ministerie van Economische zaken. Agenda Verduurzaming

Voedsel 2013-2016. 2013.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2013/07/03/agenda-verduurzaming-voedsel-2013-2016

8. ISO 14001 in detail. Stichting Coördinatie Certificatie Milieu- en Arbomanagementsystemen. http://www.sccm.nl/iso-14001-detail.

9. Brouwer M, van Koppen K. The soul of the machine: continual improvement in ISO 14001. Journal of cleaner production. 2008;16:450-7.

10. Fura B, Wang Q. The level of socioeconomic development of EU countries and the state of ISO 14001 certification. Quality and Quantity. 2017;vol.51;1:103-119.

11. International Organization for Standardization. ISO 14001:2015(EDT) -

Milieumanagementsystemen - Eisen met richtlijnen voor gebruik. Geneve: ISO; 2015. 12. International Organization for Standardization. ISO 50001:2011(EDT) -

Energiemanagementsystemen - Eisen met gebruiksrichtlijnen. Geneve: ISO; 2011.

13. ISO 14001 Environmental Management. International Organization for Standardization. https://www.iso.org/iso-14001-environmental-management.html

14. H. Boeije. Analyseren in kwalitatief onderzoek. Boom Lemma 2014 Den Haag. Tweede druk. Methoden en technieken van kwalitatieve analyse. Pagina 112.

(29)

Pagina | 28 15. T. Fischer, M Julsing. Onderzoek doen! Kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Noordhoff

Uitgevers. Groningen. 2007. Enquete research. Pagina 127.

16. Boiral O, Henri J.F. Modelling the impact of ISO 14001 on environmental performance: A comparative approach. Journal of Environmental Management. 2012;99:84-97.

17. Gilles C. ISO 50001: Busy Work or Revolution? Public Utilities Fortnightly. Business Premium Collection. May 2013;151,5:46.

18. Jovanovic B. Filipovic J. ISO 50001 standard-based energy management maturity model - proposal and validation in industry. Journal of Cleaner Production. 2016;112:2744-55. 19. Howell M.T. Why We Need ISO 50001. The Journal for Quality and Participation. Business

Premium Collection. April 2014; 37,1:34.

20. Marimon F. Llach J. Merce B. Comparative analysis of diffusion of the ISO 14001 standard by sector of activity. Journal of Cleaner Production. 2011;19:1734-44.

21. Tung, A., Baird, K., & Schoch, H. The association between the adoption of an environmental management system with organisational environmental performance.

(30)

Pagina | 29

Bijlage 1: Topiclijst voor de halfgestructureerde interviews

Functie Datum

Introductie:

 Voorstellen indien nodig;

 Uitleg over het doel van het interview, namelijk: inzicht krijgen in de mentaliteit van de afdelingen tegenover milieu- en energiebeleidsvoering en in de huidige gang van zaken en knelpunten;

 Verloop van het interview en de te bespreken onderwerpen;  Tijdsduur (circa 30 minuten);

 Goedkeuring vragen voor het opnemen van het gesprek;  Anonimiteit mogelijk.

Start van het interview (opgenomen): Algemene vragen:

 Wat is uw huidige functie binnen het bedrijf?

 Welke ervaring heeft u op gebied van milieu- en energie managementsystemen?

Gedurende het gesprek is het doel de geïnterviewde zoveel mogelijk aan het woord te laten na het stellen van een vraag. Elke vraag heeft een aantal ‘topics’ waar een antwoord op geformuleerd dient te worden. Mocht er een topic niet besproken worden dan wordt hier op doorgevraagd als aanvulling op de eerder gestelde vraag.

Vraag 1: Wat vindt u van het invoeren van een beleid gericht op het verbeteren van de milieu (en energie) prestaties?

De volgende topics dienen besproken te worden:  Visie en toekomst;

 Investeren;  Voorbeeldfunctie;  Knelpunten.

(31)

Pagina | 30 Vraag 2: Hoe denkt u dat Boboli op dit moment bezig is met milieu- en energie management?

 Afval (hoeveelheid, soort);

 Waterverbruik, vervuild water;

 CO2- uitstoot;

 Transport;

 Inkoop grondstoffen (afdeling planning/inkoop).  Soort energie;

 Apparatuur;  Warmte.

Vraag 3: Denkt u dat het invoeren van de managementsystemen voor Boboli haalbaar is? En waarom?

 Uitvoering door mensen op de vloer;  Eventuele kosten;

 Extra tijdsbesteding.

Vraag 4: Hoe denkt u dat Boboli het best van start kan gaan met het verbeteren van haar milieu- en energieprestaties?

 Compliance verplichtingen;  Ambitie;

 Leiding. Afsluiting

(32)

Pagina | 31

Bijlage 2: Coderingstabel

Onderwerp Codering

Ervaring met milieu- en

energiemanagementsystemen.  Wel ervaring;  Beetje ervaring;  Geen ervaring;  Uitvoerend;  Niet uitvoerend.

Mening over het invoeren van een beleid gericht op de verbetering van de milieu- en

energieprestaties.

 Voor het invoeren;

 Tegen het invoeren;

 Reden voor het invoeren;

 Knelpunt bij het invoeren;

 Ambitie voor het invoeren.

Mening over hoe Boboli bezig is met haar milieu- en energiemanagement.

 Positief/negatief algemeen;

 Positief/negatief afval;

 Positief/negatief waterverbruik,

 Positief/negatief CO2- uitstoot;

 Positief/negatief transport;

 Positief/negatief grondstoffen;

 Positief/negatief soort energie;

 Positief/negatief apparatuur;

 Positief/negatief warmte.

Haalbaarheid van een milieu- en/of energiemanagementsysteem bij Boboli.

 Ja;  Nee;  Draagvlak;  Financieel;  Tijd;  Overig.

Hoe het beste een start te maken met het verbeteren van milieu- en energieprestaties.

 Proces;

 Management;

 Onderzoek;

(33)

Pagina | 32

Bijlage 3: Vragenlijst voor het personeel

Beste collega,

Voor mijn afstudeeronderzoek ben ik nieuwsgierig naar jullie mening over het invoeren van afspraken voor een beter milieu. Deze afspraken gelden natuurlijk binnen Boboli. De door jou opgegeven informatie wordt uitsluitend gebruikt voor het onderzoek en blijft ten alle tijden anoniem. Lees de vragen goed en beantwoord deze zo veel mogelijk naar waarheid.

Alvast bedankt voor het invullen van de vragenlijst. Je helpt het onderzoek hier enorm mee. Boboli en het milieu

1. Op welke afdeling ben jij werkzaam? □ Productie

□ Inpak □ Expeditite □ Kantoor

2. Heb jij een leidinggevende functie? □ Ja

□ Nee

3. Onderstaande vraag graag beantwoorden met een cijfer van 1 t/m 7 waarbij geldt dat: 1 = Helemaal niet belangrijk

2 = Niet belangrijk 3 = Minder belangrijk 4 = Geen van beide 5 = Belangrijk 6 = Erg belangrijk 7 = Heel erg belangrijk

Hoe belangrijk vind jij de volgende aspecten?

Afvalbeheer en recycling 1□ 2 3 4 5 6 7

Waterbesparing 1□ 2 3 4 5 6 7

Energiebesparing 1□ 2 3 4 5 6 7

Diervriendelijke producten 1□ 2 3 4 5 6 7 Milieuvriendelijke verpakking 1□ 2 3 4 5 6 7

(34)

Pagina | 33 4. Onderstaande vraag graag beantwoorden met een cijfer van 1 t/m 7 waarbij geldt dat:

1 = Helemaal niet 2 = Erg weinig 3 = Weinig

4 = Geen van beide 5 = Een beetje bewust 6 = Erg bewust 7 = Heel erg bewust

In hoeverre houdt Boboli rekening met de volgende aspecten volgens jou? Afvalbeheer en recycling 1□ 2 3 4 5 6 7

Waterbesparing 1□ 2 3 4 5 6 7

Energiebesparing 1□ 2 3 4 5 6 7

Diervriendelijke producten 1□ 2 3 4 5 6 7 Milieuvriendelijke verpakking 1□ 2 3 4 5 6 7 5. Onderstaande vraag graag beantwoorden met een cijfer van 1 t/m 7 waarbij geldt dat: 1 = Helemaal niet

2 = Erg weinig 3 = Weinig

4 = Geen van beide 5 = Een beetje bewust 6 = Erg bewust 7 = Heel erg bewust

In hoeverre betrekt Boboli jou bij het verbeteren van deze aspecten? Afvalbeheer en recycling 1□ 2 3 4 5 6 7

Waterbesparing 1□ 2 3 4 5 6 7

Energiebesparing 1□ 2 3 4 5 6 7

Diervriendelijke producten 1□ 2 3 4 5 6 7 Milieuvriendelijke verpakking 1□ 2 3 4 5 6 7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een hoger aantal inwoners heeft een relatie met het totaal aan hernieuwbare energie omdat er meer energie gebruikt wordt voor bijvoorbeeld verkeer, waarmee ook meer duurzame

'k Beloofde voortaan beterschap En gaf mijn beste Ma een zoen, En als 'k mijn les nu leeren moet, Of naadjes aan mijn breikous doen - Dan werk ik voort met lust en vlijt, Al duurt

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

Formaties duren langer naarmate de raad meer versplinterd is, gemeenten groter zijn, er na verkiezingen meer nieuwe raadsleden aantreden en anti-elitaire partijen meer

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Raadsleden geven aan enerzijds teveel informatie te hebben en anderzijds te weinig, maar vooral dat het financieel technisch te lastig is (zie het antwoord op vraag 3 uit de

Figuur 26 laat zien hoe deze vestigingen zijn verdeeld over de verschillende branches, grootteklassen en stedelijkheid (regio). Deze steekproef is gestratificeerd naar