Examenvragen Micro-economie
2009-2010
De cursusdienst van de faculteit Toegepaste
Economische Wetenschappen aan de Universiteit
Antwerpen.
Op het Weduc forum vind je een groot aanbod van samenvattingen, examenvragen, voorbeeldexamens en veel meer, bijgehouden door je medestudenten.
Korte vragen
1. Maak tekening van AC en MC indien de totale kostencurve TC(Q) er zo uit ziet: TC(Q)
Q
2. Meerkeuzevraag over betekenis van giffen-goed = inferieur goed: prijs stijgt -> gevraagde hoeveelheid stijgt
3.
Firma B
Firma A uitbreiding geen uitbreiding
uitbreiding (460, 120) (300, 130)
geen uitbreiding
(400, 100) (200,80)
a) Nash-evenwicht aanduiden: juist antwoord is (300,130)
b) Als A leider is en B volger: sequentieel spel in spelboom tekenen en oplossen via achterwaartse inductie: juist antwoord is (400,100)
4. Zakenman vliegt twee keer per week tussen NY en Brussel; als de prijs van een ticket daalt heeft dit een daling van de totale uitgaven van de zakenman ten gevolge. Wat concludeer je van de prijselasticiteit van de vraag
5. Teken backwardbending supply curve of labor en leg uit adhv substitutie- en inkomenseffect
6. Gegeven: f(x1, x2, x3) = x1, x2, x3 . Bereken schaalelasticiteit en wat betekent dit?
7. Teken engel-curve van een luxegoed en een inferieurgoed (zet juiste grootheden bij assen)
9. Risiconeutrale beslissingsnemer heeft inkomen van 50000 € en een 10% kans om 20000 € te verliezen. Hij heeft de mogelijkheid een verzekering te nemen die het volledige verlies compenseert. Wat is zijn maximum betalingsbereidheid van deze verzekering?
Oefeningen
1. Leidt de winstmaximaliserende individuele LT aanbodsfunctie S(P) af als TC(q)= 10(q2)+4q
2. Bereken schaalopbrengsten, en wat betekent dit?
3. Bereken het marktaanbod wanneer er sprake is van 20 identieke bedrijven 4. Consumenten nutsfunctie van goed x en goed y -> U(x,y) = -50x2+30x+5y.
Bereken de Marshalliaanse vraagfunctie naar goed x met beperking I=PxX+PyY.
5. Bereken de geaggregeerde vraagfunctie wanneer 20 consumenten deze
nutsfunctie hebben en Py=1
6. D(p)=6-p en S(p)= -4+p. Bereken het marktevenwicht en stel dit grafisch voor. 7. Als de overheid een maximumprijs invoert van 9/2 (=4,5) Toon dit grafisch. 8. Op de grafiek van 6 en 7 het consumentensurplus en producentensurplus aanduiden. Bereken numeriek het effect op de totale economie (=surplus, deadweight loss)
9. Homogene duopolie: cournot-model met TC1(q
1)= q12+5q1 en TC2(q2)= q22+5q2
en vraagfunctie D(p) = 6-p. Bepaal de payoff-functies, bereken dan zo de reactie-functies. En bereken daarna het Nash-evenwicht en de prijs in het evenwicht.
10. Bereken p* en q* van een winstmaximaliserend monopolist wanneer TC(q)=10q2+4q en marktvraag: D(p)=6-p
Theorie
a) Stel competitieve markt met binnelandse productie en import tegen constante prijs. Toon grafisch: Vrijhandel in importerend land en autarkie (gesloten grenzen, geen import). En duid het verschil aan in totale welvaart.
b) Overheid legt een importtarief op. Toon grafisch de gevolgen op het
marktevenwicht. Wat zijn de welvaartseconomische gevolgen in vergelijking met vrijhandel (dus de impact op consumenten, producenten,…)
c) Als de overheid de import wilt beperken; is het dan het beste om te kiezen voor een importtarief of een quota?