• No results found

Lesnotities Vennootschapsrecht 2016-2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lesnotities Vennootschapsrecht 2016-2017"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lesnotities Vennootschapsrecht

2016-2017

De cursusdienst van de faculteit Toegepaste

Economische Wetenschappen aan de Universiteit

Antwerpen.

Op het Weduc forum vind je een groot aanbod van samenvattingen,

examenvragen, voorbeeldexamens en veel meer, bijgehouden door je

medestudenten.

www.weduc.be

Inhoud

(2)

1. WAAROM EEN VENNOOTSCHAP OPRICHTEN?...5

2. BRONNEN VAN HET VENNOOTSCHAPSRECHT...6

2.1. Nationale niveau...6

2.2. Europese niveau...6

2.3. Internationale verdragen...6

3. MOGELIJKHEDEN TOT OPRICHTING...6

4. WAT IS EEN VENNOOTSCHAP?...7

5. VERSCHIL MET ANDERE RECHTSFIGUREN...7

5.1. Verenigingen...7 5.2. Stichtingen...8 5.3. Onverdeeldheid...8 5.4. Overeenkomst...8 6. SOORTEN VENNOOTSCHAPPEN...8 6.1. Burgerlijke vennootschappen...9 6.1.1. Burgerlijke maatschap...9 6.1.2. Landbouwvennootschap...9 6.2. Handelsvennootschappen...10

6.3. Burgerlijke vennootschappen in de vorm van een handelsvennootschap, Art. 3 §4...11

7. CRITERIA BIJ DE KEUZE VAN EEN VENNOOTSCHAPSTYPE...12

7.1. Rechtspersoonlijkheid  geen rechtspersoonlijkheid...12

7.2. Beperkte aansprakelijkheid  onbeperkte aansprakelijkheid...12

7.3. Personenvennootschap  kapitaalvennootschap...12

7.4. Vast kapitaal  variabel kapitaal...12

7.5. Discontinu bestuur  continu bestuur...12

7.6. Met winstoogmerk  zonder winstoogmerk...12

7.7. Private vennootschap  publieke vennootschap...12

8. VERSCHILLENDE TYPES VENNOOTSCHAPPEN...13

8.1. VOF = vennootschap onder firma: art 2 §2...13

8.2. Commanditaire vennootschap: art 2 §2...13

8.3. Tijdelijke handelsvennootschap: art 2 §1...14

8.4. Stille handelsvennootschap: art 2 §1...14

8.5. BVBA = besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: art 2 §2...14

8.6. EBVBA = eenpersoons-BVBA...15

8.7. SBVBA = starters-BVBA...15

8.8. NV = Naamloze vennootschap: art 2 §2...16

(3)

8.10. CV = Coöperatieve vennootschap...17

8.11. EESV = Europees Economisch Samenwerkingsverband...17

8.12. ESV = Economisch Samenwerkingsverband: art 2 §2...18

8.13. VSO = Vennootschap met Sociaal Oogmerk: art 661...18

8.14. Commerciële maatschap, art 2 §1...20

8.15. Europese NV (SE)...20

8.16. Europese coöperatieve vennootschap (SCE)...20

8.17. Variaties...20

9. DE OPRICHTING VAN EEN VENNOOTSCHAP...21

9.1. Materiële vereisten...21

9.1.1. Voorwerp (= inbreng) en oorzaak...21

9.1.2. Toestemming van de vennoten...21

9.1.3. Bekwaamheid...22

9.1.4. Pluraliteitsvoorwaarde...23

9.1.5. Inbreng...23

9.1.6. Winstoogmerk en winstverdeling...24

9.1.7. Affectio societatis...25

9.2. Vormvereisten / Formele vereisten...25

9.2.1. Geschrif...25

9.2.2. Publicatie...25

9.3. Sancties...26

9.4. Oprichtingsprocedure...27

9.4.1. Algemeen...27

9.4.2. Handelingen ten name van een vennootschap in oprichting:...28

10. VOF: VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA...29

10.1. Bestuur...29

10.2. Zaakvoerders...29

10.3. Vertegenwoordiging...30

10.4. Overdracht van aandelen...31

10.5. Naam van een VOF...31

10.6. Nationaliteit...31 10.7. Zetelkwestie...31 10.8. Einde...32 10.9. Faillissement...32 10.10. Algemene Vergadering...32 11. KAPITAAL...33

(4)

11.1. NV...33

11.1.1. Vorming van het kapitaal...33

11.1.2. Fluctuatie van het kapitaal...35

11.1.3. Technieken tot behoud van het kapitaal...37

11.1.4. Kruisparticipatie...37

11.1.5. Verwerven van eigen aandelen...37

11.1.6. Winstbestemming...38

11.2. BVBA...39

11.2.1. Vorming van het kapitaal...39

11.2.2. Fluctuatie van het kapitaal...39

11.2.3. Technieken tot behoud van het kapitaal...40

11.2.4. Kruisparticipatie...40

11.2.5. Verwerving van eigen aandelen...40

11.2.6. Winstbestemming...40

11.3. CVBA = coöperatieve vennootschap beperkte aansprakelijkheid...40

12. OPRICHTERSAANSPRAKELIJKHEID: NV / BVBA...40 13. ORGAANPLICHT: NV / BVBA...41 13.1. Bestuursorgaan...41 13.2. Algemene Vergadering...45 13.3. Controleorgaan (gastcollege)...47 14. AANDELEN...48 14.1. NV...48 14.2. BVBA...49

15. ONTBINDING EN VEREFFENING: NV / BVBA...50

(5)

1. WAAROM EEN VENNOOTSCHAP OPRICHTEN?

o De wil om te investeren in een project, met de mogelijkheid het zelf een zekere vorm te geven

Vb. Dieteren, een beursgenoteerd bedrijf, invoerder van Duitse merken, waaronder auto's. Zij gaan nu in een vennootschap instappen die luxueuze notaboekjes verkoopt. Een

vennootschap draait rond een samenwerking.

o Beperking van aansprakelijkheid

Als het fout gaat met de vennootschap, ben je enkel je inbreng in de vennootschap kwijt. Je kan dus het risico beperken.

o Samenwerking op voet van gelijkheid

Gelijkheid wil zeggen evenveel recht om zichzelf te laten gelden. De macht in de vennootschap is daarentegen niet altijd gelijk. Deze is afhankelijk van de inbreng.

o Het doorgeven van vermogens naar volgende generaties toe

Als iemand overlijdt wordt alles in stukken geknipt. Via een vennootschap hou je het geheel samen. De vennoten krijgen enkel aandelen of rechten in de vennootschap.

o Fiscale redenen

Als je dividenden betaalt aan vennoten, betaal je maar 27%.

Er zijn veel mensen die een vennootschap oprichten om hiermee diensten te verlenen aan anderen. Zij factureren dan deze diensten, wat niet hetzelfde is als een loon. De persoon in de

(6)

vennootschap kan zichzelf een loon uitkeren, en dit zo laag mogelijk houden om de fiscale druk zo laag mogelijk te houden.

2. BRONNEN VAN HET VENNOOTSCHAPSRECHT

2.1. Nationale niveau

o Wetboek van vennootschappen

Men wil dit wetboek wijzigen, maar niemand weet exact hoe (geheimhoudingsplicht).

(7)

 Onderscheid tussen handels- en burgerlijke vennootschappen doen verdwijnen

 Onderscheid tussen daden van koophandel en burgerlijke daden doen verdwijnen

 Aantal vennootschapstypes sterk herleiden (BVBA, NV, VOF, CV en dergelijke blijven bestaan)

o Overeenkomstenrecht

Aan de basis van een vennootschap ligt altijd een overeenkomst. Een vennootschap zijn partijen die samen gaan werken en een juridische afspraak maken. Je moet regels gebruiken die ook voorkomen in het overeenkomstenrecht.

Overeenkomst = samenvallen van de wilsuiting van meerdere personen

2.2. Europese niveau

o Verdrag van de werking van de EU (VWEU, artikel 49)

Dit bevat het principe van vrijheid van vestiging. Je mag de vennootschap verplaatsen van de ene naar de andere lidstaat, je mag filialen oprichten in het buitenland…

o Verordeningen

= een norm die direct werkend is in alle lidstaten

Twee Europese vennootschapstype 's

 Europese NV

 Europese CV (coöperatieve vennootschap)

Deze zijn vooral bestemd voor zeer grote groepen.

o Richtlijnen

(8)

2.3. Internationale verdragen

3. MOGELIJKHEDEN TOT OPRICHTING

1. Minstens 2 vennoten, geen maximaal aantal vennoten

2. Vennootschap met 1 persoon

=> enkel de eenpersoons-bvba

=> minister streef ernaar om meer vennootschapsvormen open te stellen voor eenpersoonsvennootschappen

4. WAT IS EEN VENNOOTSCHAP?

Art 1, §1

o Aan de basis ligt altijd een overeenkomst o Opgericht door 2 of meer personen

o Waarbij er iets in gemeenschap wordt gebracht (iedere vennoot moet iets beschikbaar stellen)

o Met een nauwkeurig omschreven doel/activiteit

o Met het oogmerk aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel te geven

Art 1, §2

Als uitzondering op de eerste paragraaf, kan een vennootschap worden opgericht door een rechtshandeling uitgaande van 1 persoon.

(9)

Art 1, §3

Als uitzondering op de eerste paragraaf, kan een vennootschap opgericht worden zonder het

oogmerk aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel te geven. De vijfde voorwaarde moet er dus niet altijd zijn.

Dit zijn dan vennootschappen met een sociaal oogmerk ipv een winstoogmerk.

=> VZW (vennootschap zonder winstoogmerk)

5. VERSCHIL MET ANDERE RECHTSFIGUREN

5.1. Verenigingen

o Ruime zin = een georganiseerde en min of meer duurzame groepering van verschillende personen die een gemeenschappelijk doel nastreven

=> vrijheid van verenigingen (Grondwet, art 27)

o Enge zin = er is sprake van een onverdeeldheid met een welbepaald lucratief doel

Vb. VZW

Onderscheid met vennootschap

 Deze mag nooit rechtstreeks een winstuitkering doen aan zijn leden. Een vennootschap daarentegen, moet dit verplicht doen.

 Met een VZW mag je nooit handel drijven.

 Een VZW kan nooit failliet gaan.

Gelijkenissen met vennootschap

 Verenigingen kunnen wel rechtspersoonlijkheid hebben. Men kan een eigen vermogen hebben.

(10)

5.2. Stichtingen

= een rechtsfiguur die ontstaat door een rechtshandeling van 1 of meer natuurlijke personen of rechtspersonen en waarbij een vermogen wordt aangewend ter verwezenlijking van een bepaald belangeloos doel

Onderscheid met vennootschap

 Geen aparte juridische entiteit

 Geen vennoten, wel leden

 Nooit een winstoogmerk

5.3. Onverdeeldheid

= meerdere personen oefenen ten aanzien van dezelfde goederen rechten uit

Alhoewel bepaalde personen rechten claimen op hetzelfde goed, streven ze geen doel na.

5.4. Overeenkomst

6. SOORTEN VENNOOTSCHAPPEN

1. Burgerlijke vennootschappen

o Het stellen van burgerlijke daden

(11)

o Het stellen van een effectieve daad van koophandel

Hoe bepalen?

 Kijken naar de statuten (hierin staan de activiteiten die een vennootschap gaat doen)

 Niet bij alle vennootschappen zijn er specifieke schrifvereisten, in sommige gevallen is het ook mondeling mogelijk. Als er geen statuten zijn, moet er gekeken worden naar de

uitgeoefende activiteit van de vennootschap.

Verschil

 Verschillende bewijsregels naargelang het type vennootschap

6.1. Burgerlijke vennootschappen

De wetgever schrijf verschillende vennootschapsvormen voor. Dit is ook het geval voor burgerlijke vennootschappen. Hiervoor zijn 2 types wettelijk gereglementeerd:

(12)

6.1.1. Burgerlijke maatschap

o Zonder rechtspersoonlijkheid

o Zonder eigen vermogen

o Een onverdeeldheid van goederen

o Onbeperkt, en ieder voor een deel, aansprakelijk

Schulden moeten deelbaar zijn: Je neemt de schuld, en deelt deze door het aantal vennoten in de vennootschap. Dus niet afhankelijk van wie wat heef ingebracht. Onderling kan de

schuldverdeling wel anders verdeeld worden.

o Vormvrij op te richten

Een geschrif kan wel belangrijk zijn voor het bewijs van het bestaan van de vennootschap.

Indien boven de 375 euro => bewijsregels uit het burgerlijk recht = het geschrif

o Persoonsvennootschap

De aanwezigheid van iemand is essentieel voor het bestaan van de vennootschap. Het overlijden van 1 van de vennoten zorgt onherroepelijk voor het einde van de vennootschap. Dit kan anders vastgelegd worden, met onderlinge overeenkomst.

o Niet overdraagbaarheid van rechten en aandelen

Aandelen kunnen enkel overgedragen worden bij unanimiteit.

o In beginsel moet er geen bestuur voorzien worden

Iedere vennoot is bevoegd om de vennootschap te leiden. Je mag het wel voorzien, waarbij je de keuze hebt uit een aantal zaakvoerders:

(13)

 Statutaire zaakvoerder vennoot (in principe onafzetbaar, enkel wegens wettelijke ernstige redenen)

 Statutaire zaakvoerder (geen vennoot)

 Zaakvoerder (niet in de statuten, makkelijk afzetbaar)

6.1.2. Landbouwvennootschap

o Valt niet onder daden van koophandel

o Met rechtspersoonlijkheid

De vennootschap kan nooit mondeling opgericht worden, wel via authentieke of onderhandse akte. Het geschrif is een geldigheidsvereiste.

o Een afgeschermd vermogen

o Kan alleen worden opgericht door fysieke personen

o Enkel voor het uitbaten van een landbouwactiviteit = doelspecifiek

o 2 categorieën van vennoten:

 Stille vennoten: aansprakelijkheid blijf beperkt, kan enkel zijn inbreng verliezen

 Werkende vennoten: onbeperkt aansprakelijk en ieder voor zijn deel

Stille vennoten houden zich niet echt bezig met het bedrijf, ze brengen enkel geld in. Werkende vennoten moeten hun arbeid ter beschikking stellen van de vennootschap. Zij gaan zich

bezighouden met het bestuur van de vennootschap. Een stille vennoot mag zich niet bezighouden met het bestuur.

(14)

 Algemene vergadering van de stille vennoten: soort van controle op het bestuur

 Algemene vergadering van zowel de stille als de werkende vennoten: wijziging van de statuten, ontbinding van de vennootschap

o Minimumkapitaal 6150 euro

6.2. Handelsvennootschappen

Gesloten systeem: je kan enkel het voorgeschreven type kiezen (= typedwang). Als je niet kiest, zal de rechter het herleiden tot een VOF of commerciële maatschap ( onbeperkte aansprakelijkheid)

Art. 2 §1

o Commerciële maatschap (zus van burgerlijke maatschap) o Tijdelijke handelsvennootschap

o Handelsvennootschap in deelneming

=> zonder rechtspersoonlijkheid

Art. 2 §2

o Vennootschap onder firma (VOF)

o Commanditaire vennootschap (Comm. V)

o Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (BVBA) o Coöperatieve vennootschap

o Beperkte aansprakelijkheid (CVBA)

o Onbeperkte hoofdelijke aansprakelijkheid (CVOA) o Naamloze Vennootschap (NV)

(15)

o Commanditaire vennootschap op aandelen (Comm. VA) o Economisch Samenwerkingsverband (ESV)

o Europese Vennootschap (SE)

o Europese Coöperatieve vennootschap (SCE)

=> met rechtspersoonlijkheid

RECHTSPERSOONLIJKHEID ≠ BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID

1. Vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid

o Vennoot maakt persoonlijk schulden

Persoonlijke schuldeiser gaat in de eerste plaats beslag leggen op persoonlijke goederen, wat je niet in de onderneming bracht. Indien dit onvoldoende blijkt, kunnen ze niet aan het vermogen dat je in de vennootschap hebt gebracht (onverdeeldheid). Ze zouden wel aandelen kunnen nemen omdat deze behoren tot uw persoonlijk bezit.

o Vennootschap maakt schulden

Schuldeisers gaan in de eerste plaats naar de onverdeeldheid kijken. Indien dit onvoldoende blijkt, kunnen zij ook naar de persoonlijke vermogens van de vennoten gaan.

Bij een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, zit je altijd in een systeem met onbeperkte aansprakelijkheid.

Bij een handelsvennootschap is er altijd hoofdelijke aansprakelijkheid: iedere vennoot is aansprakelijk voor de volledige som van de schuld van de vennootschap. Achteraf kan de schuld onderling verdeeld worden.

(16)

 Vennoot maakt persoonlijk schulden

Schuldeisers kunnen enkel beslag leggen op de eigen goederen van de vennoot, niet op wat er in de vennootschap ligt.

 Vennootschap maakt schulden

Schuldeisers gaan eerst het vermogen van de vennootschap aanspreken.

Indien onvoldoende gaan ze geen beslag leggen op persoonlijke goederen. (Uitzondering, bij sommige vennootschapstypes kan dit wel)

Ontstaan rechtspersoonlijkheid  Art. 2 §4

6.3. Burgerlijke vennootschappen in de vorm van een

handelsvennootschap, Art. 3 §4

Als je een burgerlijke vennootschap opricht, mag je alle types gebruiken die voorzien zijn voor handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid (Art. 2 §2).

(17)

7. CRITERIA BIJ DE KEUZE VAN EEN

VENNOOTSCHAPSTYPE

7.1. Rechtspersoonlijkheid  geen rechtspersoonlijkheid

 Rechtspersoonlijkheid  aansprakelijkheid afhankelijk van type vennootschap  Geen rechtspersoonlijkheid  altijd onbeperkt aansprakelijk

7.2. Beperkte aansprakelijkheid  onbeperkte aansprakelijkheid

7.3. Personenvennootschap  kapitaalvennootschap

 Personen: medevennoten zijn belangrijk voor de vennootschap, aandelen zijn onoverdraagbaar Als er iets gebeurt met 1 van de vennoten (overlijden, onbekwaam verklaard worden…), is dit het einde van de vennootschap. Geen bestuur, iedereen kan besturen.

 Kapitaal: wie vennoot is speelt geen rol, aandelen zijn vrij overdraagbaar

Het lot van de vennoten heef geen invloed op het bestaan van de vennootschap.

Bestuur moet voorzien worden.

BVBA = tussenvorm (zowel kenmerken van personen- als kapitaalvennootschap)

Wie vennoot is speelt geen rol, aandelen zijn vrij overdraagbaar.

Beperking op de overdracht van de aandelen.

Verplicht een bestuur voorzien.

7.4. Vast kapitaal  variabel kapitaal

(18)

 Variabel: geen minimumkapitaal, wel onbeperkte aansprakelijkheid

Tussenvormen zijn ook hier mogelijk, een deel vast en een deel variabel.

Coöperatieve vennootschappen zijn hier een voorbeeld van.

7.5. Discontinu bestuur  continu bestuur

 Discontinu: bestuur moet om de zoveel tijd een bevestiging krijgen van de AV (vb. NV)

 Continu: bestuurders kunnen aangesteld worden voor de volledige vennootschapsduur (vb. VOF, BVBA)

7.6. Met winstoogmerk  zonder winstoogmerk

Vb. beschutte werkplaats: doelstelling = mensen te werk stellen en ze handel laten drijven, maar niet de verrijking van je vennoten nastreven (VSO)

7.7. Private vennootschap  publieke vennootschap

 Privaat: de vennoten brengen zelf het kapitaal bijeen

 Publiek: beroep doen op het publieke spaarwezen, beursgenoteerde bedrijven

8. VERSCHILLENDE TYPES VENNOOTSCHAPPEN

8.1. VOF = vennootschap onder firma: art 2 §2

o Rechtspersoonlijkheid

(19)

o Personenvennootschap, het individu is belangrijk (zowel bij overdracht van aandelen als bij het einde van de vennootschap)

o Zeer weinig reglementering

o Onbeperkte hoofdelijke aansprakelijkheid, volledig aansprakelijk voor de hele vennootschapsschuld

o Geen kapitaalvereisten, geen minimale inbreng vereist

o Continu bestuur kan ingebouwd worden, alsook een discontinu bestuur. Zelf vrij vorm te geven.

o Komt zeer veel voor

o Zeer weinig publiceren naar de buitenwereld toe

o Niet voor commerciële activiteiten waar een commercieel risico aan verbonden is

o Indien failliet, trekt het zich door naar de vennoten. Ook de vennoten bevinden zich dus in staat van faillissement.

8.2. Commanditaire vennootschap: art 2 §2

o Rechtspersoonlijkheid

o Eigen vermogen, los van de vennoten

(20)

o Minder reglementering

o Twee soorten vennoten: stille en werkende

 Stille: enkel aansprakelijk voor zijn eigen inbreng

 Werkende: onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk

o Commerciële risico's zijn mogelijk

8.3. Tijdelijke handelsvennootschap: art 2 §1

o Zonder rechtspersoonlijkheid

o Onverdeeldheid tussen de vennoten, geen eigen vermogen

o Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de vennoten

o Personenvennootschap

o Kapitaalvereisten zijn er niet

o Bestuur mag vrij georganiseerd worden

o Mag alleen opgericht worden voor een beperkte tijd, of om een bepaald project te realiseren

(21)

o Worden opgericht door andere vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, dus indien faillissement, gaat men kijken naar deze achterliggende vennootschappen. Deze kunnen failliet verklaard worden, maar de vennoten zelf kunnen enkel hun inbreng kwijt zijn. De vennoten zitten dus veilig in hun NV.

8.4. Stille handelsvennootschap: art 2 §1

o De geheime vennootschap, je weet als buitenstaander niet dat ze bestaat

o Zonder rechtspersoonlijkheid

o Twee soorten vennoten: stille en werkende

 Stille: voorzien enkel de inbreng, beperkte aansprakelijkheid

 Werkende: treden op naar buiten toe, onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk

o Kan mondeling worden opgericht

o Personenvennootschap

o Geen kapitaalvereisten

o Bestuur mag vrij ingedeeld worden

8.5. BVBA = besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

art 2 §2

(22)

o Eigen vermogen

o Beperkte aansprakelijkheid van alle vennoten, slechts gehouden tot hun inbreng MAAR, wel altijd het risico van doorbraak van de beperkte aansprakelijkheid.

3 oorzaken van een doorbraak:

 Conventionele doorbraak: bij overeenkomst, 1 of meerdere vennoten stemmen er mee in dat ze onbeperkt aansprakelijk worden

 Wettelijke doorbraak: situaties waarin de wet het voorziet (fouten die gebeuren in de vennootschap)

 Gerechtelijke doorbraak: de rechtbank beslist om de beperkte aansprakelijkheid weg te halen, deze situaties heb je niet in de hand, doen zich voor bij faillissementen

(veroorzaakt door misbruik van rechtspersoonlijkheid)

o Personenvennootschap en/of kapitaalvennootschap

o Kapitaalvereisten, kan niet makkelijk gewijzigd worden, minimumkapitaal 18.550 euro

o Continu of discontinu bestuur (zelf te kiezen)

8.6. EBVBA = eenpersoons-BVBA

o BVBA met maar 1 vennoot

o Kan alleen opgericht worden door fysieke personen

(23)

o Specifieke kapitaalvereisten

o Max 1 oprichten

=> Indien een tweede: onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid

8.7. SBVBA = starters-BVBA

o Garantie van beperkte aansprakelijkheid

o Zonder zware kapitaalvereisten

o Bestaat sinds 2010

o Kan enkel opgericht worden door fysieke personen

=> Indien rechtspersoon: onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid

o Zowel mogelijk als BVBA of EBVBA

o Art 211 bis => SBVBA is enkel voorbehouden voor echte starters

Je mag nooit meer dan 5% bezitten van een andere vennootschap met bep. aansprakelijkheid

o Max 1 oprichten

o Op ieder bewijsstuk dat je vennootschap verlaat, het woord SBVBA vermelden. De tegenpartij moet ervan op de hoogte zijn.

(24)

Minstens 1 euro volstort

o Geen termijn of beperking in duur, je kan voor altijd een SBVBA blijven. Je moet dus nooit

verplicht 18550 euro kapitaal voorzien.

=> Let op: na 3 jaar ben je wel aansprakelijk voor het ontbrekende bedrag tussen je huidige kapitaal en de 18.550 euro

Concreet: Indien je na 4 jaar failliet gaat, kan je gehouden worden tot 18550 euro, zelfs al hadden ze maar een kapitaal van 20 euro voorzien.

o Art 215

§1: Financieel plan opstellen om de hoogte van het kapitaal te verantwoorden

§2: De oprichter is verplicht om bij het opstellen van het financieel plan, zich te laten bijstaan door een derde (accountant, boekhouder, bedrijfsrevisor…) => brengt grote kosten met zich mee

o Aandelen mogen niet overgedragen worden aan rechtspersonen, alleen aan andere fysieke personen

o Bestuur moet bestaan uit fysieke personen

o Art 319 bis => Eerst een reservefonds aanleggen, niet zomaar winst uitkeren. De winst is in eerste instantie bestemd om de kloof tussen je kapitaal en de 18.550 euro te dekken.

o Je verliest het statuut van starter, en wordt een gewone BVBA, op het ogenblik dat je het kapitaal van 18.550 euro bereikt hebt.

o Moet opgericht worden via authentieke akte => notariskosten

(25)

8.8. NV = Naamloze vennootschap: art 2 §2

o Rechtspersoonlijkheid

o Eigen vermogen

o Beperkte aansprakelijkheid

o Kapitaalvennootschap

o Vast kapitaal, strikte kapitaalsvereisten

o Discontinu bestuur

8.9. Comm VA = Commanditaire vennootschap op aandelen

o Worden waarschijnlijk geschrapt met de nieuwe hervormingen

o Veel gelijkenissen met de NV

8.10. CV = Coöperatieve vennootschap

o Winst is een voordeel voor de vennoten, maar daarom niet altijd een vermeerdering voor deze vennoten.

(In tegenstelling tot de klassieke definitie van winst = winst maken en verdelen onder de vennoten)

(26)

Vb. Goedkopere producten kunnen kopen (als arbeider of vennoot) doordat bedrijven collectief in grote hoeveelheden aankopen (kortingen)

o Minstens 3 personen om een CV op te richten

o 2 types:

 CVBA = CV beperkte aansprakelijkheid

 CVOHA = CV onbeperkte hoofdelijke aansprakelijkheid

o Dubbele kapitaalstructuur (zowel vast als variabel deel)

o Vennoten kunnen snel toe- en uittreden

8.11. EESV = Europees Economisch Samenwerkingsverband

o Geregeld door een Europese verordening

o Rechtspersoonlijkheid

o Zonder kapitaal, geen inbreng

o Onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk

o Oprichters kunnen enkel ondernemingen zijn

o Doelstelling: enkel ter ondersteuning van de activiteiten van de deelnemende ondernemingen

(27)

o Kan alleen opgericht worden als minstens 2 leden een verschillende nationaliteit hebben (lidstaat van de EU)

8.12. ESV = Economisch Samenwerkingsverband: art 2 §2

o Rechtspersoonlijkheid

o Zonder kapitaal, geen inbreng

o Onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk

o Oprichters kunnen enkel ondernemingen zijn

o Doelstelling: enkel ter ondersteuning van de activiteiten van de deelnemende ondernemingen

o Puur Belgische vennootschapsvorm, geen nood aan verschillende nationaliteiten

8.13. VSO = Vennootschap met Sociaal Oogmerk: art 661

o Doel = handeldrijven, maar geen winst uitkeren

Normaal VZW, maar die mag geen handeldrijven en heef geen kapitaal

(28)

o Enkel vennootschappen met rechtspersoonlijkheid kunnen een VSO zijn, indien ze niet gericht zijn op de verrijking van de vennoten. Winst maken mag wel, je mag ze gewoon niet uitkeren.

o = Variatie van andere types van vennootschappen (Ze worden dan een NV VSO of BVBA VSO)

o Art. 661

 Bij het oprichten van een VSO moet je een vennootschapstype nemen met rechtspersoonlijkheid (art 2 §2)

 Je vennootschap mag niet gericht zijn op de verrijking van de vennoten

 9 clausules (zie wetboek) die opgenomen dienen te worden in de statuten

I. Beperkt vermogensvoordeel nastreven voor de vennoten, geen geld uitkeren, geen direct vermogensvoordeel. Je kan een kleine bijdrage uitkeren, maar deze wordt beperkt door clausule 5.

II. Bepalen wat je sociaal oogmerk is

(= niet omschreven door de wet, maar situeert zich in de zachte economie, vb. natuurbehoud, beschutte werkplaats…)

Beperking: Het voornaamste oogmerk (hoofddoel) mag niet bestaan uit onrechtstreeks vermogensvoordeel aan vennoten.

vb. vennootschap die kinderopvang organiseert

Deze opvang mag aangeboden worden aan de vennoten, maar mag niet het hoofddoel zijn.

III. Een VSO drijf vaak handel. Commerciële activiteiten kunnen winst genereren, maar men moet uitdrukkelijk aangeven op welke wijze de winst wordt besteed overeenkomstig met het sociaal oogmerk.

vb. bijscholing volgen/organiseren

IV. Al de vennoten kunnen maximaal participeren in de vennootschap, wat enkel kan als je aandelen bezit en hierdoor iets te zeggen hebt in de vennootschap. Niemand mag aan de stemming van de AV deelnemen met

(29)

meer dan 10% van de aandelen. Zo hebben kleinere aandeelhouders ook iets te zeggen.

V. Beschrijf hoeveel je mag uitkeren, afhankelijk van de rentevoet

VI. Bijzondere verslaggevingsplicht, bestuurders moeten ieder jaar verslag uitbrengen van het uitgekeerde dividend.

VII. Vennootschap kan mensen tewerkstellen en deze mensen hebben normaalgezien geen statuut van vennoot, ze zijn gewoon werknemers. Niets belemmert natuurlijk dat je als werknemer aandelen hebt in de vennootschap waarin je werkt. Je moet in je statuten opnemen dat werknemers vennoot kunnen worden in de vennootschap.

Weerhoudt mensen om een VSO op te richten.

Om als werknemer vennoot te worden, moet je wel bekwaam zijn. (invaliden in een beschutte werkplaats kunnen dit dus niet)

VIII. De mogelijkheid voorzien voor werknemers die de vennootschap verlaten, om hun aandelen terug kwijt te raken. Het gaat hier nu eenmaal om private vennootschappen, die dus niet beursgenoteerd zijn.

IX. Wanneer de vennootschap wordt vereffend, kan er winst overblijven. Deze moet besteed worden aan een ander sociaal oogmerk, en mag niet uitgekeerd worden aan de vennoten.

o Aparte ontbindingsgrond: iedere belanghebbende (vb een medevennoot) kan een gerechtelijke ontbinding vragen, in 2 gevallen:

 Wanneer de statuten niet de 9 clausules bevatten.

 Wanneer zou blijken dat de 9 clausules erin staan, maar de vennootschap handelt tegen de clausules in.

o Oprichting, 3 mogelijkheden

(30)

 Een VZW omzetten tot een VSO, waarbij je geen rechtspersoonlijkheid verliest.

 Een vennootschap oprichten en ombouwen tot een VSO via het wijzigen van de statuten en het inbouwen van de 9 clausules.

o Een VSO moet altijd de benaming dragen, het moet altijd uitdrukkelijk vermeld worden dat het een VSO is.

o Samengevat:

8.14.

Commerciële

maatschap, art 2 §1

o Geen rechtspersoonlijkheid

o Onverdeeldheid tussen de vennoten, geen eigen vermogen

o Zo goed als geen reglementering

o Onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk

o CM kan voorkomen om 2 redenen:

 Gewild/bewust opgericht: gebeurt niet veel omwille van onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid (risico door handelsactiviteiten)

 Ongewild opgericht: de rechter gaat vaak samenwerkingsvormen tussen mensen kwalificeren als een commerciële maatschap

=> Schuldeiser mag aanspreken wie hij wil door de onbeperkte hoofdelijke aansprakelijkheid

o Valnetfunctie:

VZW geen handel drijven geen winst uitkeren

Vennootschap handel drijven winst uitkeren

(31)

Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid moeten altijd schrifelijk opgericht worden. Je moet een uittreksel neerleggen bij de griffie van de rechtbank, pas dan ontstaat je

rechtspersoonlijkheid. Indien je dus een NV wil oprichten, maar de statuten werden nog niet neergelegd, wordt je beschouwd als een commerciële maatschap.

o Je mag commerciële activiteiten ontwikkelen, maar bij het maken van schulden, kan de vennootschap nooit failliet gaan, enkel de vennoten kunnen failliet gaan want je hebt geen rechtspersoonlijkheid.

8.15. Europese NV (SE)

o Vennootschap wordt erkend in alle lidstaten van de EU

o Voorzien voor zeer grote groepen

o Kapitaalvereisten liggen veel hoger, minimumkapitaal van 130.000 euro

o Beheerst door

 een nationale wetgeving

 een Europese verordening

 een richtlijn

8.16. Europese coöperatieve vennootschap (SCE)

8.17. Variaties

Types kunnen aangepast worden aan specifieke activiteiten en doelstellingen. Hiervoor is er dan extra reglementering voorzien.

vb beurgenoteerde bedrijven  hogere kapitaalvereisten

(32)

=> onderstaande elementen gelden voor alle types van vennootschappen

9.1. Materiële vereisten

9.1.1. Voorwerp (= inbreng) en oorzaak

Voorwerp

 verplicht worden iets te doen, niet te doen of te geven

 alleen inbrengen waarover men een overeenkomst kan sluiten, wat verhandelbaar is en wat bepaalbaar is

Oorzaak

 winstoogmerk + winstverdeling

 concrete doelstelling van de overeenkomst

=> indien strijdig met de openbare orde en goede zeden, is de vennootschap nietig

9.1.2. Toestemming van de vennoten

In alle vrijheid gegeven

2 manieren mogelijk

 in persoon

(33)

Niet aangetast door wilsgebreken (dwaling, bedrog en geweld)

1° Dwaling

 Dwalen over de zaak, bijvoorbeeld het vennootschapstype

=> Verschoonbare dwaling

(= Wat zou een redelijk persoon gedaan hebben in dezelfde omstandigheden?)

 Dwalen over de persoon, bijvoorbeeld de medevennoten

=> Kan alleen bij personenvennootschappen, waar de hoedanigheid van personen belangrijk is

=> Verschoonbare dwaling

2° Bedrog = technieken om iemand te doen toetreden tot een vennootschap

 Gegevens vervalsen

 Passiviteit, gegevens achterhouden

=> Bedrog moet wezenlijk zijn: zonder het bedrog zou de vennoot niet toegetreden zijn

3° Geweld

 Moet van dien aard zijn dat men zonder het geweld niet toegetreden zou zijn

 Onrechtmatig geweld

9.1.3. Bekwaamheid

Je kan pas een vennootschap oprichten als alle personen die toetreden tot de vennootschap

bekwaam zijn. Volgens de regel is een persoon bekwaam vanaf de leefijd van 18, behoudens de wet dit anders bepaalt en iemand de bekwaamheid heef afgenomen.

Minderjarigen

 Moet bijgestaan worden door een ouder of andere volwassene

(34)

 Mag nooit handelaar worden => mag nooit vennoot worden in een VOF

=> Wanneer een VOF failliet gaat, bevinden de vennoten zich ook in toestand van faillissement, en een minderjarige kan/mag dit niet.

 Kan betrokken worden bij een oprichting, maar mag nooit een inbreng doen in nijverheid

 Kan zich niet inschrijven op niet-volstortte aandelen => kan geen schulden aangaan

Gehuwden

 Een partner moet niet akkoord gaan met de oprichting van een vennootschap

 Een vennootschap kan samen met een partner opgericht worden

 Inbreng? => kijken naar het huwelijksvermogenstelsel

Gemeenschap van goederen

= vermogen van partner 1 en vermogen van partner 2 + het gemeenschappelijk vermogen  Eigen vermogen = wat je bezit voor het huwelijk, wat je verwerf door erfenissen of

schenkingen

 Gemeenschappelijk vermogen = alles wat je verwerf tijdens je huwelijk Inbreng bij de oprichting van een vennootschap:

 Eigen vermogen

 Een deel nemen uit de gemeenschappelijke pot (zonder toestemming van de partner), met uitzondering van goederen die onderworpen zijn aan

gemeenschappelijk beheer

Scheiding van goederen

= vermogen van partner 1 en vermogen van partner 2

Inbreng bij de oprichting van een vennootschap:

 Enkel het eigen vermogen

(35)

Aandelen zijn altijd deel van het persoonlijk vermogen, zowel bij gemeenschap van goederen als scheiding van goederen. Je kan er wel altijd voor kiezen om ze in te brengen in het

gemeenschappelijk vermogen (vb om fiscale redenen).

Indien aandelen op naam, blijven de persoonlijke aspecten van het aandeel ten allen tijde van de persoon van wie het aandeel eerst was (aanwezigheid algemene vergadering, stemrecht).

Indien er een scheiding volgt, zal het aandeel sowieso teruggaan naar de eigenaar (zelfs al werden ze ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen).

Rechtspersonen

 Kunnen ook een vennootschap oprichten (uitzonder EBVBA/SBVBA)

 De doelstelling moet aansluiten bij de eigen doelstelling van de vennootschap, je moet ervoor zorgen dat het mag door het te vermelden in de statuten van de eerste vennootschap

9.1.4. Pluraliteitsvoorwaarde

Voor de oprichting van een vennootschap is de toestemming nodig van minstens 2 personen.

Uitgezonderd:

 EBVBA met 1 persoon

 Coöperatieve vennootschap met min 3 personen

 Minimumvereisten moeten ook gehandhaafd worden tijdens het bestaan van de vennootschap, niet enkel bij de oprichting

Eenhoofdigheid: door omstandigheden blijf er nog maar 1 vennoot over  Uitgezonderd bij overlijden, dan komt er een erfgenaam in de plaats

 Basissanctie indien eenhoofdig = ontbinding van rechtswege (= automatische ontbinding van de vennootschap)

 Uitzondering voor sommige soorten vennootschappen, namelijk de NV en de BVBA.  Regularisatieperiode van 1 jaar, waarin men 3 opties heef:

(36)

2. De vennootschap vereffenen en ontbinden

3. De vennootschap ombouwen tot een EBVBA

Indien gedurende deze periode niets werd ondernomen, krijgt de vennoot nadien onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid.

 Indien coöperatieve vennootschap:

o met 2 overblijven = gerechtelijke ontbinding (≠ ontbinding van rechtswege)

de rechter moet het vaststellen, iemand die er belang bij heef moet naar de rechter stappen

o met 1 persoon overblijven = ontbinding van rechtswege

9.1.5. Inbreng

= wat de oprichters ter beschikking stellen van de vennootschap en waarmee ze het kapitaal gaan vormen

Begrippen ‘kapitaal’ en ‘eigen vermogen’ gaan wel uit elkaar, ze zijn niet meer hetzelfde na verloop van tijd.

Twee hoofdregels:

- Datgene waarover je kan contracteren, je moet het voorwerp van overeenkomst kunnen bepalen.

- Moet in geld uitdrukbaar zijn. (vb toekomstige erfenis gaat niet)

Wat zoal?

- Geld

- Natura = goederen

 Onlichamelijk (vb licensie)

 Lichamelijke (vb roerende/onroerende goederen)  Oprichtingsarbeid

- Nijverheid = arbeidskracht (vb in landbouwvennootschap)

Hoe?

- Inbreng in eigendom:

 Eigendom gaat naar vennootschap  Aandelen in ruil

 Het goed valt wel in eventueel faillissement van de vennootschap

- Inbreng in gebruik:

 Je behoudt de eigendom van het goed  Het genot gaat naar de vennootschap  Lager gewaardeerd dan inbreng in eigendom

(37)

Wanneer?

- Daadwerkelijke inbreng: op moment van de oprichting

- Belofe: later inbreng doen

Als vennootschap erachter vraagt moet je het kunnen voorleggen, anders sancties. => In praktijk meestal een combinatie van daadwerkelijk/belofe

Hoeveel inbrengen?

Verdeling maakt niet uit, afspraak tussen de vennoten.

9.1.6. Winstoogmerk en winstverdeling

Winstoogmerk

Winst = elk vermogensvoordeel voor de vennoten

=> Dit kan een vermogensvermeerdering zijn, maar hoef daarom niet.

Winstoogmerk moet een doel zijn van de vennootschap. Of je dat in de praktijk bereikt of niet, is irrelevant. Er zijnvennootschappen op de beurs die nog nooit winst hebben gemaakt.

Winstverdeling

Winst wordt niet altijd uitgekeerd, het wordt soms gewoon gebruikt om activiteiten verder te ontwikkelen.

Vb. Proximus, NMBS (zijn grotendeels overheidsbedrijven)

 Verdeling wordt voorzien in de statuten.

 Als er niets wordt voorzien, dan wordt de winst gewoon gelijkmatig verdeeld over de aandelen.

 Uitsluiten van vennoten bij de winstverdeling (= leeuwenbeding) is ten strengste verboden Voor spreiding verlies geldt net hetzelfde als spreiding van de winst. Ook in dat geval is een

leeuwenbeding verboden.

9.1.7. Affectio societatis

= de wil van de vennoten om als gelijken samen te werken aan de gemeenschappelijke onderneming Je kan alleen een vennootschap oprichten als er een wil is tot samenwerking tussen de vennoten.

9.2. Vormvereisten / Formele vereisten

9.2.1. Geschrift

(38)

Een geschrif is hier niet vereist. Een vennootschap kan dus ook mondeling worden opgericht. Toch aan te raden het bestaan van de vennootschap met schrif aantoonbaar te maken.

Indien rechtspersoonlijkheid

Een geschrif is hier vereist.

 Onbeperkt (VOF): authentieke of onderhandse akte  Beperkt (NV/BVBA): authentieke akte

In het wetboek van vennootschappen staat echter geen lijst van wat er in de authentieke akte en dus de statuten van de vennootschap moet staan. Deze moet je dus zelf bepalen.

9.2.2. Publicatie

Alle vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn gehouden hun oprichtingsakte bekend te maken.

Binnen de 15 dagen na het ondertekenen van de akte moet men een uittreksel uit de oprichtingsakte neerleggen bij de griffie van de Rechtbank van Koophandel.

 Rechtspersoonlijkheid wordt vanaf dan verkregen

Inhoud van dit uittreksel, vastgelegd in wetboek van vennootschappen, artikel 69  Onrechtstreeks dus wel vereisten in de authentieke akte

Vanaf dan worden de neergelegde stukken bewaard in een dossier.

De vennootschap wordt vervolgens ingeschreven in het rechtspersonenregister, onderdeel van de Kruispuntbank van Ondernemingen. Hier krijg je een ondernemingsnummer.

Indien de vennootschap een handelsactiviteit tot doel heef, moet ze ook ingeschreven worden in het handelsregister. Dit doe je bij het ondernemingsloket, waar je een handelsnummer krijgt.

De griffie zorgt uiteindelijk voor de bekendmaking van het neergelegde uittreksel in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.

9.3. Sancties

Wat is de sanctie als aan één van bovenstaande materiële of formele vereisten niet is voldaan?

Indien geen rechtspersoonlijkheid:

(39)

 Nietigheid ‘ex tunc’ = de vennootschap wordt geacht vanaf haar oprichting nooit te hebben bestaan

 Nietigheid moet uitgesproken worden door de rechtbank.

Rechtbank stelt dan dat het nooit een geldige vennootschap is geweest. Er is wel een regularisering mogelijk; je kan nog wijzigingen aanbrengen zodat het gebrek wel rechtgezet kan worden.

Indien rechtspersoonlijkheid:

 Nietigheid van de vennootschap, maar veel minder vergaand

- Nietigheid ‘ex nunc’ = beperkt de gevolgen van de vernietiging van de vennootschap tot de toekomst

m.a.w. nietigheid vanaf nu, het moment van de vaststelling, naar de toekomst toe - Nietigheid moet uitgesproken worden door de rechtbank. Ook de mogelijkheid tot een

termijn voor regularisering.

Uitzondering voor 2 types vennootschappen, NV/BVBA:

Men wil bij deze types niet meteen dat de vennootschap wordt tenietgedaan.  Wetboek van vennootschappen, artikel 454: nietigheid van een NV  Wetboek van vennootschappen: artikel 227: nietigheid van een BVBA

Hierin staan gronden opgesomd op basis waarvan een vennootschap nietig kan zijn als er iets verkeerd is gelopen. Dit is een limitatieve lijst, dus niet alle hierboven opgesomde materiële en formele vereisten staan hierin.

Vb. Leeuwengeding zit niet in deze limitatieve lijst

Als men dus toch een leeuwengeding heef, beschouwt men dit als ‘niet geschreven’, maar geen nietigheid van de vennootschap.

9.4. Oprichtingsprocedure

9.4.1. Algemeen

(40)

Precontractuele fase

Fase waarin mensen de intentie hebben een vennootschap op te richten.

Maar “Hoe pakken we het aan?”. In deze fase worden de onderhandelingen gevoerd.

Ben je al aansprakelijk in deze fase? Wel als er dan al fouten gebeuren of als er al kosten gemaakt werden en je stapt uit de onderhandelingen. Men kan deze aansprakelijkheden eenvoudig vermijden door een papieren contract.

 Fase van voorlopige overeenkomsten :

De onderhandelingen kunnen reeds uitmonden in bepaalde afspraken of partiële overeenkomsten. Je bent bijvoorbeeld op een punt gekomen waarbij je de ideeën wilt beschermen ten aanzien van mogelijke concurrenten.

 Belofte tot oprichting van de vennootschap

Alles is overeengekomen, de partijen verbinden zich jegens elkaar de beoogde vennootschap op te richten.

 Oprichting tijdelijke vennootschap

Zodat je al kan beginnen zonder dat je lang moet wachten. Kan zelfs mondeling, maar opgelet: wel hoofdelijk aansprakelijk.

 Uiteindelijke oprichting van de vennootschap

Laatste fase waarin men een authentieke of onderhandse akte gaat opstellen. De procedure die hierna volgt, werd hierboven uitvoerig besproken.

Moet je daadwerkelijk de vennootschap oprichten, indien je de belofe deed tot oprichting van de vennootschap? Neen, maar als je een handtekening hebt gezet dan doe je eigenlijk contractbreuk, dus kan men aansprakelijk worden voor de gemaakte schade.

(41)

= handelingen die gedaan worden terwijl de vennootschap er nog niet is, maar er wel al overeenkomsten ondergaan worden die later vallen onder de vennootschap

- Wat je zeker niet mag doen is in eigen naam handelingen stellen (= als promotor) voor de latere vennootschap, want dan ben je zelf schuldenaar voor het contract.

Je moet je naam vermelden + ‘handelend ten name van vennootschap X in oprichting’.

- Ben je bevrijd als promotor eens de vennootschap is opgericht? Neen.

Er moet effectief een overname gebeuren van de overeenkomst. Verschillende mogelijkheden hierbij zijn:

- Stilzwijgende overname

Vb door gewoon overeenkomst uit te voeren  Nooit doen!

- Uitdrukkelijke overname = overname vermelden in de statuten

Een clausule opnemen in de statuten waarin men stelt dat de verbintenissen van de promotoren worden overgenomen.

De vennootschap is dus niet verplicht de verbintenissen over te nemen als het niet in de statuten staat.

 Kan gevaarlijk zijn

De raad van bestuur kan beslissen om de verbintenis van een promotor niet over te nemen, waardoor de promotor individueel met de verbintenis blijf zitten.

 Wanner je als promotor werd aangesteld en de vennootschap wordt niet opgericht, ben je persoonlijk gebonden

 De overname van de verbintenissen dient binnen een bepaalde termijn te geschieden. De vennootschap moet binnen de 2 jaar na het ontstaan van de verbintenissen tot stand gekomen zijn, en de verbintenissen hebben overgenomen binnen de 2 maanden na het verkrijgen van deze rechtspersoonlijkheid.

 In geval van laattijdige overname, wordt vennootschap wel verbonden maar de promotor wordt niet bevrijd. Een derde beschikt dan over 2 schuldenaars, de promotor en de vennootschap.

(42)

 De vennootschap oordeelt vrij over het al dan niet overnemen van de verbintenissen. Beslist de vennootschap tijdig tot overname, dan zijn de promotoren bevrijd.

10. VOF: VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA

10.1. Bestuur

o Opgericht door authentieke of onderhandse akte o Personenvennootschap

o Wie leidt een VOF?

 Intern bestuur: diegenen die de vennootschap leiden

 Vertegenwoordiging: diegenen die naar buiten toe optreden en overeenkomsten sluiten Na publicatie in het Belgisch Staatsblad wordt ook het intern bestuur de vertegenwoordiging naar buiten toe.

Het is niet verplicht om een intern bestuur te hebben.

 In dat geval mag elke vennoot beslissingen nemen voor de vennootschap.

Kunnen de andere vennoten dan niets meer doen? Jawel, zij hebben preventief veto.

10.2. Zaakvoerders

Als je een bestuur voorziet heb je de keuze uit 3 types zaakvoerders:

1) Statutaire zaakvoerder vennoot

Een vennoot in de statuten als zaakvoerder aanduiden

 1 of meer, best oneven getal (omwille van de vereiste meerderheid bij een stemming)  Individueel bevoegd, is bevoegd voor alle daden van bestuur

2) Statutaire zaakvoerder

Iemand die geen vennoot is, in de statuten als zaakvoerder aanduiden

(43)

De vennootschap zal bestuurd worden door een zaakvoerder, maar er wordt niet gespecifieerd wie

- Vennoot of geen vennoot

- Fysieke personen of rechtspersonen

Statutairen worden aangesteld voor de ganse duur van de onderneming, geen nood aan herbenoeming.

Indien je meerdere zaakvoerders wil aanstellen, ben je niet verplicht in eenzelfde categorie te blijven.

Verschillen tussen de drie types:

1) Het afzetten van de zaakvoerders (ontslag geven)

o St-z-v: kan afgezet worden om 2 redenen

 Door stemming van eenparigheid

In praktijk bijna niet haalbaar, want de te ontslagen persoon moet dan ook akkoord zijn.

 Procedure voor de rechtbank, enkel om ernstige wettelijke redenen  Vennootschap neemt een einde (want het is een personenvennootschap),

(44)

o St-z: idem st-z-v

 Eenparigheid is iets makkelijker te bereiken (want het is geen vennoot, kan dus zelf niet mee stemmen)

 Procedure voor de rechtbank brengt niet het einde van de vennootschap met zich mee, want de st-z is geen vennoot

 er is geen essentieel element van de vennootschap verdwenen

o Z: kan zeer makkelijk ontslagen worden

2) Zelf ontslag nemen

o St-z-v: ontslag nemen om persoonlijke redenen

Zorgt ervoor dat er geen juridische consequenties zijn. Dit brengt wel de ontbinding van de vennootschap met zich mee, tenzij anders vermeld in de statuten.

o St-z: kan altijd ontslag nemen

Zonder consequenties

o Z: kan altijd ontslag nemen

Zonder consequenties

Je kan altijd afwijken van bovenstaande regels, door het te vermelden in de statuten.

10.3. Vertegenwoordiging

In een VOF staat de vertegenwoordiging van het intern bestuur in de publicatie van het Belgisch Staatsblad.

a) Er staat niets in de statuten over bestuur

Alle vennoten zijn individueel bevoegd om alles te doen met oog op realisatie van het doel van de vennootschap.

b) Statutaire zaakvoerder vennoot

(45)

Concreet voorbeeld: Jan Peeters richt op, maar vermeldt niet wie zaakvoerder is, dan wordt Jan zelf statutaire zaakvoerder vennoot.

c) Meerdere zaakvoerders in de statuten

Wie het exact is kan opgezocht worden in de bijlagen van het BS.

 Functioneren als college: werkt altijd bij meerderheid, indien een contract gesloten dient te worden moet de meerderheid ondertekenen.

 Individueel bevoegd tot 10.000 euro, vanaf een hoger bedrag moeten ze functioneren als college.

Een zaakvoerder moet steeds optreden met ‘hoedanigheid’, dus steeds een contract tekenen met naam + “namens vennootschap X”. De tegenpartij moet weten dat de persoon die ondertekent de bedoeling heef dat de onderneming verbonden wordt.

Indien dit niet gebeurt, is de zaakvoerder persoonlijk gebonden.

Uitzonderingen:

 Zaakvoerder vergeet hoedanigheid, dan kan de vertrouwensleer beginnen spreken. Indien men regelmatig contracten sluit met dezelfde onderneming, wordt gekeken naar de

hoedanigheid die werd vermeld in het verleden.

 De vennootschap kan altijd de hoedanigheid achteraf bekrachtigen.

Indien een zaakvoerder optreedt buiten zijn bevoegdheid, is een vennootschap niet verbonden.

Er kan echter wel een bekrachtiging volgen door de vennootschap. Ook de vertrouwensleer kan spelen. Indien de vennootschap de soortgelijke contracten altijd uitvoerde, kan je als tegenpartij aannemen dat de vennootschap door het contract gebonden is. De zaakvoerder kan wel aansprakelijk gesteld worden voor het optreden buiten zijn bevoegdheid. Hij moet zijn taak als goed huisvader uitvoeren.

10.4. Overdracht van aandelen

Aandelen zijn in een VOF onoverdraagbaar (want het is een personenvennootschap)  Uitzondering bij unanimiteit

(46)

Je kan wel verzachtingen opbouwen door zelf een alternatief in de statuten te zetten. Je kan echter nooit verzachtingen inbouwen die overeenkomen met een vrije overdracht van aandelen. Dus het is niet mogelijk om aandelen door te geven aan een vreemd persoon.

Bij een overdracht tussen verkoper en de nieuwe eigenaar, moet de vennootschap op de hoogte gebracht worden zodat deze weet dat er een nieuwe vennoot is.

10.5. Naam van een VOF

De naam van een VOF is vrij te kiezen

 Fictieve naam

 Naam van de vennoten

 geen namen van personen die geen vennoot zijn

10.6. Nationaliteit

Waar bevindt de werkelijke zetel van de vennootschap zich?

10.7. Zetelkwestie

Maatschappelijke zetel moet aangeduid worden, de plaats waar de vennootschap gevestigd wordt. Het kan dat dit niet terug te vinden is in de statuten. Dan neemt men de effectieve zetel als

maatschappelijke zetel van de vennootschap.

10.8. Einde

1. ontbinding van rechtswege

= een bepaald feit doet zich voor waardoor de vennootschap een automatische ontbinding ondergaat.

 Doel werd bereikt

 Doel is onbereikbaar geworden

 Duur van de vennootschap is verstreken

o Bepaalde duur: indien de statuten niet werden gewijzigd, wordt de vennootschap beëindigd aan het einde van de duur. Daarom richten de meesten een vennootschap van onbepaalde duur op.

(47)

 Lot vennootschap

o Overlijden van een medevennoot, kan opgevangen worden door een clausule op te nemen in de statuten.

 Alle aandelen komen terecht in 1 hand. Bij een eenhoofdige vennootschap, volgt een ontbinding van rechtswege.

2. ontbinding NIET van rechtswege

= er gebeurt iets waardoor er een einde gemaakt wordt aan de vennootschap

 Vrijwillige ontbinding, altijd via unanimiteit

 Gerechtelijke ontbinding wegens ernstige wettelijke redenen.

o Geen wil om samen te werken

o Indien een vennoot zijn belofe of inbreng niet nakomt

 Vennootschap opgericht voor onbepaalde duur, maar niemand kan zich voor het leven binden. Elke vennoot kan op ieder moment de ontbinding van de vennootschap vragen, door een ontbindingsprocedure te volgen.

10.9. Faillissement

Wanneer een VOF failliet gaat, neemt men aan dat ook de vennoten zich in een staat van

faillissement bevinden. Omgekeerd is dit niet het geval. Een faillissement van een vennoot, brengt niet het faillissement van de vennootschap met zich mee want deze is een rechtspersoon op zich.

10.10. Algemene Vergadering

In een VOF moet geen AV georganiseerd worden, want er is geen orgaanplicht. Je moet wel de vennoten 1 keer per jaar laten samenkomen om de jaarrekening goed te keuren. Het merendeel van de VOF's neemt een clausule op dat er 1 AV per jaar plaatsvindt.

(48)

11. KAPITAAL

NV, BVBA EN CVBA zijn gereglementeerde vennootschappen.

Kapitaal is zeer gereglementeerd, want de drie types hebben een beperkte aansprakelijkheid. Vennoten zijn maar aansprakelijk voor hun inbreng, maar voor schuldeisers moet dit dan wel gewaarborgd worden.

Kapitaal bestaat uit het geheel van de inbrengen.

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen het vermogen en het kapitaal van de

vennootschap. Als je vennootschap begint te functioneren, begint het vermogen af te wijken van het kapitaal. De stand van het vermogen zal blijken uit de jaarrekening.

Kapitaal = vermogen van de vennootschap bij de aanvang van de vennootschap, beginkapitaal

Men begint met een kapitaal ter garantie van de schuldeisers. Dit zal gedurende de levensduur van de vennootschap gelijk blijven, tenzij je het verhoogt of verlaagt.

Kapitaal bepaalt ook de rechten en plichten van de aandeelhouders. Het bepaalt je macht in de vennootschap, stemrecht in de AV…

11.1. NV

11.1.1. Vorming van het kapitaal

Minimumkapitaal:

o 61.500 euro, moet volledig volstort zijn

o Hoger kapitaal is mogelijk, zorgt wel voor bijkomende regels:

 61.500 euro moet altijd volstort zijn

(49)

 Natura moet binnen de 5 jaar na oprichting ingebracht zijn

 Geld moet ingebracht worden op de datum die de RvB beslist heef (geen vaste termijn)

 Ieder aandeel moet altijd voor 1/4e volstort zijn

Inbreng:

o Geld

o Natura

o Nijverheid (toekomstige arbeid of kennis) KAN NIET ingebracht worden  Men kan wel nijverheid vergoeden via winstcertificaten

(= gegeven aan mensen die hun kennis ter beschikking stellen van de onderneming, maar geen aandeelhouder zijn, zij kunnen aanspraak maken op een deel van de winst)

Waardebepaling natura:

o Oprichtersverslag opstellen (wat is de inbreng in natura, wat zijn de waarderingsregels, wat is de waarde)

o Bedrijfsrevisor gaat kijken of de inbreng wel degelijk in natura is, en of er degelijke waarderingsmethodes gebruikt werden, en of hij volgens deze methodes komt tot de aangegeven waarde. Het verslag kan perfect verlopen, maar evenwel negatief. In het laatste geval heb je twee keuzes.

1) Oprichtersverslag aanpassen

2) Bedrijfsrevisor niet volgen => verplicht een verslag voorleggen

 In het tweede geval volgt er oprichtersaansprakelijkheid, jij bent aansprakelijk voor de schade indien er later blijkt dat er overwaardering is, en je de bedrijfsrevisor niet volgde.

(50)

o De verslagen moeten terecht komen in het vennootschapsdossier en gepubliceerd worden in het BS.

o Er zijn uitzonderlijke situaties wanneer een bedrijfsrevisor niet noodzakelijk is. => Art 444, §2 §3

Vb. goederen in natura inbrengen, waarvan recentelijk de waarde van de goederen al werd vastgesteld op een objectieve wijze.

Quasi-inbreng:

o Vb. een wagen inbrengen aan een hoger bedrag dan de eigenlijke waarde (1.000 euro waard, maar inbrengen voor 10.000 euro) is niet mogelijk

Mogelijkheid => 10.000 euro cash inbrengen, en wanneer de vennootschap opgericht is, wordt de wagen aangekocht voor 10.000 euro.

o Als je na het oprichten van een vennootschap binnen de twee jaar iets koopt van de vennoten, voor minstens 1/10e van het kapitaal, moet er opnieuw een procedure gevolgd worden.

 Bestuur stelt een verslag op om aankoop te verantwoorden  Bedrijfsrevisor

 Goedkeuring van de AV

Wanneer de procedure niet gevolgd wordt => bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurders kunnen dan aansprakelijk gesteld worden door de aandeelhouders van een bedrijf, voor de schade die een vennootschap lijdt door zulke beslissingen.

Directe/indirecte oprichting:

o Direct: oprichters brengen zelf het geld bij elkaar

o Indirect: externe financiering (NIET lenen bij de bank), het zijn anderen die mee in je vennootschap willen investeren

 Ontwerpstatuten maken en publiceren in bijlage van het BS, inclusief naam van de notaris  Oproep aan spaarders om in de vennootschap te investeren

 Notaris in kwestie zal je een inschrijvingsbiljet geven. Wanneer de inschrijvingsperiode afgelopen is, zal bij de notaris een vergadering plaatsvinden met de oprichters van de vennootschap en de inschrijvers. Dan gaat men na of men tot het vooropgestelde

(51)

kapitaal komt. Hierna vindt er een stemming plaats onder de inschrijvers. Indien er meerderheid wordt behaald, werd de vennootschap opgericht.

Financieel plan:

De hoogte van je kapitaal moet verantwoord worden. Dit plan wordt bezorgd aan de notaris die betrokken is bij de oprichting van de vennootschap, en dat blijf daar ook. Het komt alleen boven wanneer je kort na de oprichting (binnen de 3 jaar) failliet gaat. Dan gaat men kijken of er voldoende kapitaal voorzien werd voor 2 jaar bedrijfsactiviteit. Als je financieel plan niet klopt, kan het

oprichtersaansprakelijkheid meebrengen. Je kan ook aansprakelijk worden gesteld wanneer de onderkapitalisatie niet de oorzaak is van je faillissement.

11.1.2. Fluctuatie van het kapitaal

Kapitaalsverhoging

o Hoe? 2 technieken:

 Nieuwe inbreng, financiële externe middelen

 Incorporatie van beschikbare reserves = kapitaal verhogen met middelen die al in de vennootschap zitten

o Wie? AV, wat de AV ook doet, deze blijf altijd de bevoegdheid behouden om het kapitaal te verhogen. Ook de raad van bestuur kan de bevoegdheid krijgen van de AV. In het laatste geval zijn er een aantal voorwaarden?

 Voorzien in de statuten

 Maximumbedrag voorzien

 Maximaal 5 jaar bevoegd, maar kan verlengd worden met telkens een periode van 5 jaar

 Verslag opstellen waarin redenen worden aangegeven waarom de RvB het kapitaal mag verhogen (vb. financieringsopportuniteit die op de loer ligt, vijandige overnames tegengaan)

(52)

o Directe/indirecte kapitaalsverhoging

o Regels die gelden voor oprichting, gelden ook voor een kapitaalsverhoging

o Voorkeursrecht: de wetgever wilde een kapitaalsverhoging laten plaatsvinden, zonder een wijziging van de macht binnen de vennootschap => enkel voor kapitaalsverhogingen in geld

Recht = men moet altijd eerst naar de oude aandeelhouders gaan, en hen de mogelijkheid bieden dat ze kunnen inschrijven op nieuwe aandelen, in verhouding tot het pakket dat ze nu hebben.

 Kan je uitsluiten of beperken? JA

 Kapitaalsverhoging door AV:

- Beslissing moet uitvoerig gemotiveerd zijn

- Moet omstandig aangegeven zijn in de agenda van de AV

- Tussenkomst van de bedrijfsrevisor

 Kapitaalsverhoging door RvB:

- Voorzien in de statuten

- In belang van de vennootschap

Kapitaalsvermindering

2 soorten:

o Formele kapitaalsvermindering

(53)

 Nooit een uitkering naar aandeelhouders toe

 Waarom?

 Verlies gemaakt, stuk van het vermogen kwijt

Eventueel eerst verlagen (zelfs tot onder 61.500) en daarna onmiddellijk terug verhogen

 Reserves aanleggen voor voorzienbaar verlies of het aankopen van eigen aandelen

o Reële kapitaalsvermindering

 Doorgevoerd op papier

 Aandeelhouders krijgen stuk van het kapitaal terug

Alleen de AV kan dit beslissen, maar kan ze nog niet onmiddellijk doorvoeren.

Publicatie in bijlage BS, als oproep naar de schuldeisers toe. Zij kunnen naar de vennootschap gaan en bijkomende waarborgen vragen.

2 mogelijkheden:

1. Ingaan op de vraag van de schuldeisers, en hen een bijkomende waarborg geven

2. De vraag van de schuldeisers weigeren, maar de schuld volledig terugbetalen (dit kan een schuldeiser niet weigeren)

 Indien ook de schuld niet wordt terugbetaald => rechtbank van koophandel

 Indien rechter zegt bijkomende waarborgen noodzakelijk, kan de kapitaalsvermindering niet plaatsvinden

 Indien de rechter de vennootschap gelijk geef, kan de kapitaalsvermindering plaatsvinden

Aflossen van kapitaal: volledige inbreng terugbetalen aan aandeelhouders

Dit is een vorm van winstuitkering, geen kapitaalsvermindering. Men neemt namelijk een stuk van de winst om de inbreng terug te betalen. Indien de winst niet volstaat, kan men via loting bepaalde aandelen uittrekken.

Er zijn dus 2 mogelijkheden:

(54)

 Slechts enkelen terugbetalen door lottrekking

 Het kapitaal daalt niet, want de afbetaling gebeurt via gemaakte winsten

De vennootschap blijf bestaan, maar de aandeelhouders hebben gewoon hun inbreng al

teruggekregen. Indien er later winst blijkt te zijn, zullen ze daar nog wel een deel van krijgen. Ze zijn dus nog steeds betrokken in de onderneming, maar hebben enkel hun inbreng al teruggekregen.

11.1.3. Technieken tot behoud van het kapitaal

 Alarmprocedures wanneer je vennootschap zware verliezen begint te maken

o Als je nettoactief (= actief - schulden - voorzieningen) daalt onder de helf van het kapitaal, is er een bijzondere verplichting op het bestuur. Wanneer zij deze situatie vaststellen gaan ze binnen de 2 maanden de AV bij elkaar roepen. Zij moeten binnen diezelfde periode beslissen wat er gebeurt met de vennootschap. Die procedures brengen een enorme verantwoordelijkheid mee voor de RvB. Als de bestuurders nalaten een AV bij elkaar te roepen, staan ze in voor alle schade die ontstaat ten gevolge van het niet bijeenroepen van de AV. Ook alle schade die later ontstaat, wordt aangenomen hier het gevolg van te zijn. Je krijgt dus een zware aansprakelijkheid en bent verantwoordelijk voor alle schade.

o Als je nettoactief daalt onder 1/4e van het kapitaal

Idem hierboven

(55)

Iedere belanghebbende kan naar de rechter stappen en de ontbinding van de vennootschap vorderen.

11.1.4. Kruisparticipatie

In hoeverre mogen vennootschappen in elkaar participeren?

o Moeder- en dochtervennootschappen: Art. 6

 Een moeder mag onbeperkt participeren in de dochters (100%, 80% is allemaal mogelijk)

 Dochters mogen SAMEN nooit meer dan 10% in de moeder participeren, dus niet per dochter maar gezamenlijk

o Wat als er twee onafhankelijke vennootschappen zijn?

 De ene vennootschap mag onbeperkt participeren in de andere, maar de andere vennootschap mag nooit boven de 10% komen in de ene vennootschap

 Indien meer procent? Binnen het jaar verkopen = wettelijk verplicht

11.1.5. Verwerven van eigen aandelen

o Waarom eigen aandelen aankopen als vennootschap?

 Om de eigen aandelen achteraf te vernietigen, waardoor de overblijvende aandelen in waarde stijgen.

 Om overnames te doen. Bij overname van een ander bedrijf, kan deze vennootschap betaald worden met eigen aandelen.

 Vergoeding van het personeel: leidinggevenden betalen met aandelen, premies voor personeel in de vorm van aandelen

 Om de eigen beurskoers te ondersteunen, aankoop van aandelen automatisch vaststellen wanneer het aandeel zakt onder een bepaalde prijs

(56)

o Regelgeving

 Je mag niet meer dan 20% inkopen van je kapitaal  Het zijn aandeelhouders die dit beslissen

 Uitzondering: Soms kan het bestuur het doen (bv om het personeel te vergoeden), maar normaal de AV

 Enkel volstortte aandelen kunnen ingekocht worden

 Aan alle aandeelhouders moet een gelijk bod gedaan worden

o De ingekochte aandelen, wat is daar de positie van?  Stemrecht daaraan gekoppeld wordt geschorst  Voorkeurrecht daaraan gekoppeld wordt geschorst

 Winstuitkering? Kan beslist worden of de aandelen al dan niet een uitkering krijgen  Hoelang in bezit? Voor de NV mag dit voor altijd

11.1.6. Winstbestemming

Wie?

AV gaat stemmen over een voorstel van de RvB. Als ze het niet goedkeuren wordt de winst overgedragen naar volgend jaar.

Voor wat?

o Er moet een wettelijke reserve aangelegd worden, ten belope van 10% vh kapitaal. Jaarlijks 5% van de winst moet gereserveerd worden om die drempel van 10% te kunnen bereiken.

Wanneer deze drempel gehaald is vervalt de verplichting om die 5% van de winst af te halen. o Er kan een verplichte winstbestemming zijn, vanuit

 het wetboek van vennootschappen

 de statuten

(57)

o Winst uitkeren aan aandeelhouders

Winstuitkering?

Meest logische is dat alles gelijk evenredig wordt verspreid onder de aandelen. Je kan deze wel statutair regelen, maar je kan nooit aandeelhouders uitsluiten.

Welke vorm?

o Dividend = uitbetaling in geld

o Eigen aandelen

o Aandeelhouders zelf kiezen tussen geld/aandelen

Interimdividenden?

Gewoon dividend wordt uitbetaald nadat de AV beslist over de winstuitkering bij afsluiting van het boekjaar.

Interimdividend wordt uitgekeerd op het ogenblik dat het boekjaar nog niet werd afgesloten. Het bestuur beslist hierover.

11.2. BVBA

11.2.1. Vorming van het kapitaal

Minimumkapitaal:

o 18.550 euro

o 6.200 moet volstort zijn, de rest moet geplaatst zijn

o Inbreng in natura moet er zijn bij de oprichting

(58)

o Hoger kapitaal gaat ook, dan gelden volgende regels:  6200 moet volstort zijn, de rest moet geplaatst zijn  Inbreng in natura moet er zijn bij de oprichting

 Inbreng in geld beslist het bestuur over, MAAR 1/5e van deze inbreng moet volstort zijn

o Bij een EBVBA moet 12400 volstort zijn.

o Bij een SBVBA kan je tussen de 1 en 18550 euro inbrengen, maar minstens 1 euro moet volstort zijn.

Inbrengen:

Nijverheid inbrengen kent men niet in een BVBA

Waardering = idem NV

Quasi inbreng = idem NV

Directe/Indirecte oprichting:

Indirecte oprichting bestaat niet in een BVBA, het is een besloten vennootschap dus je doet het met diegenen die de vennootschap willen oprichten.

Financieel plan = idem NV

11.2.2. Fluctuatie van het kapitaal

(59)

oEnkel een directe kapitaalverhoging

oOprichting = idem

oVoorkeurrecht kan niet beperkt of afgeschaf worden, moet altijd gerespecteerd worden

oKapitaalsvermindering (reëel of formeel) = idem NV

oAflossen van kapitaal is NIET mogelijk in een BVBA

11.2.3. Technieken tot behoud van het kapitaal

idem NV

11.2.4. Kruisparticipatie

niet voor BVBA

11.2.5. Verwerving van eigen aandelen

idem NV, maar ze moeten weg zijn binnen de 2 jaar

11.2.6. Winstbestemming

idem NV

11.3. CVBA = coöperatieve vennootschap beperkte

aansprakelijkheid

Dubbele structuur:

o Vast kapitaal

 Min. kapitaal 18550

 Waarvan 6200 volstort en de rest geplaatst (parallel met BVBA)

(60)

Vennoten kunnen uit de vennootschap stappen gedurende de eerste 6 maanden van het jaar, en hun inbreng terugkrijgen zonder dat er een koper wordt gevonden voor de aandelen die worden

teruggegeven.

In de statuten van de vennootschap kunnen de voorwaarden anders bepaald worden.

Soms kan er beslist worden in de vennootschap dat je er niet uit geraakt, bijvoorbeeld in tijden van een crisis.

12. OPRICHTERSAANSPRAKELIJKHEID: NV / BVBA

Wie is oprichter?

Enkel de werkelijke oprichters. Inschrijvers worden nooit beschouwd als oprichter, hier geld deze aansprakelijkheid niet voor.

Je kan afstappen van je hoedanigheid als oprichter: Art. 450 §2

Waarvoor zijn ze aansprakelijk?

 Gebreken in het kapitaal

 Overwaardering, bijvoorbeeld bij inbreng in natura

 Problematiek van het financieel plan

 Fouten in de oprichtingsakte waardoor derden schade lijden

13. ORGAANPLICHT: NV / BVBA

13.1. Bestuursorgaan

NV

Werkt met een RvB

BVBA

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De thematiek waarmee Lescailje het huwelijk in gedichten voor doopsgezinden vormgeeft, heeft soms dan ook meer weg van de christelijk-moralistische traditie van Cats en

Dankzij de bereidwilligheid van de klant om identiteits- en andere gegevens te verstrekken kan de bank de klantenrelatie op een correcte manier omkaderen en indien nodig de

Met de slogan Schiet ontwikkeling niet aan flarden vraagt de Vlaamse Vredes- week dit jaar meer controle op de internationale wapenhandel.. X Campagne focust op kleine en lichte

chemotherapie, moet ook recht hebben op pijnbestrijding." Curatieve en palliatieve zorg sluiten elkaar dus niet noodzakelijk uit, bevestigt Distelmans. "Maar deze veranderingen

We raden u aan om de afspraak met uw arts goed voor te bereiden en vooraf te bedenken welke vragen u wilt stellen en welke informatie u kwijt wilt.. Lees over uw ziekte of handicap,

Met deze software is het mogelijk om zowel binnen als buiten de groen- beheer taken te kunnen uitvoeren, zoals een client-server oplossing, of een weboplossing en mobiele

In de Uitdaging passen de kinderen deze aangeleerde kennis en vaardigheden toe als ze een tennisballenschieter maken.. Een hele leuke uitdaging met veel ruimte voor creatief

algemene  maatregel  van  bestuur  te  bepalen  dat  een  of  meer  daarbij  aan  te  geven  artikelen   van  de  Drinkwaterwet  niet  van  toepassing  zijn  op