• No results found

Vergoeding lymfosuctie in combinatie met compressietherapie na mammacarcinoom indien conservatieve therapie faalt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vergoeding lymfosuctie in combinatie met compressietherapie na mammacarcinoom indien conservatieve therapie faalt"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit spraken www.cvz.nl – 26077295 (27030264)

Onderwerp: Vergoeding lymf osuctie in combinatie met compre ssietherapie

na mammacarcinoom indien conse rvatieve therapie f aalt

Samenvatting: Gecombineerde behandeling v an ly mfosuctie en compressietherapie is alleen een te verzekeren prestatie bij patiënten met secundair ly mfoedeem van de arm na een behandeling v oor

mammacarcinoom bij w ie conservatieve behandeling faalt. Soort uitspraak: AaZ = adv iesaanvraag Zvw

Datum: 23 april 2007

Uitgebracht aan: z orgverzekeraar

Onderstaand de v olledige uitspraak.

Uw adviesaanvraag

U heeft de aanv raag afgewez en, omdat de gevraagde behandeling (nog) niet gebruikelijk z ou z ijn in de kring v an de (internationale) beroepsgenoten.

Verz ekerde kan zich hier niet mee verenigen. Zij is al tw ee keer eerder geopereerd met goed resultaat. Verder v oert z ij aan dat z ij (door het opgehoopte ly mfevocht in haar arm) belemmeringen onderv indt bij het v errichten van dagelijkse handelingen.

Wet- en regelgeving

Met betrekking tot deze adv iesaanv raag z ijn de v olgende bepalingen van belang: Artikel 8, eerste lid, onder a, Ziekenfondswet (oud): aanspraak op medisch-specialisti-sche z org door of vanw ege een z iekenhuis.

Artikel 12, eerste lid, onder a, Verstrekkingenbesluit z iekenfondsv erzekering, (hierna: Vb): verz ekerden hebben op v erw ijzing v an de huisarts aanspraak op medisch-specialis-tische z org, naar de omvang bepaald door hetgeen in de kring der beroepsgenoten ge-bruikelijk is.

Gebruikelijkheidsbeoordeling

De v raag dient beantw oord te w orden of bovengenoemde behandeling bij de aangege-ven indicatie v oldoet aan de voorw aarden van artikel 12, eerste lid, onder a, Vb. Bij de beoordeling of z ulks het geval is, moeten alle relevante gegevens in aanmerking w orden genomen, w aaronder met name literatuur, wetenschappelijke onderz oeken en gez ag-hebbende meningen van specialisten. Het College laat z ich daarbij adv iseren door z ijn medisch adv iseur.

Werkwijze

De medisch adv iseur v olgt het principe van 'evidence based medicine': een sy stematische z oekstrategie naar relevante literatuur en beoordeling van de methodologische kwaliteit van de geselecteerde onderz oeken.

Een sy stematische z oekstrategie v indt plaats in

 de internationale medisch-wetenschappelijke databases, bijv . "MEDLINE” (v ia Pub-med)

 de Cochrane library en

 het "International netw ork of agencies for health technology assessment" (INAHTA). Er w ordt gez ocht met behulp v an de MESH (medical subject headings); er w ordt niet ge-limiteerd gez ocht dat w il zeggen; er vindt geen uitsluiting plaats van primaire onderz

(2)

oe-ken, editorials, letters, of case reports. Ook w ordt (daar het vaak om nieuw e behandelin-gen gaat) free text gez ocht naar referenties w aaraan nog geen trefwoorden zijn toege-kend.

Naar gelang het onderw erp w ordt ook specifiek gez ocht naar gepubliceerde meningen van experts op het betreffende vakgebied en naar meningen/opv attingen van relevante organisaties of belangenverenigingen.

 Verder w ordt ook altijd gez ocht naar Nederlandse en buitenlandse richtlijnen en adv iez en.

 Via Google w ordt naar opvattingen van buitenlandse (bijv . Engelse, Amerikaanse) z orgverzekeraars of andere instanties gezocht.

De searches w orden om de tw ee jaar herhaald, en z onodig eerder in geval van actuele ontw ikkelingen. Er w ordt met deze w erkw ijze z o v olledig mogelijk gez ocht naar alle lite-ratuur, onderz oeken, artikelen en gezaghebbende gepubliceerde meningen/opv attingen betreffende de nieuw e behandeling in binnen- en buitenland.

Select ie en Beoordeling

Uit de gev onden literatuur w orden v oor verdere beoordeling die artikelen geselecteerd die betrekking hebben op de v raagstelling.

De beoordeling van artikelen vindt, waar dit kan, z oveel mogelijk plaats met behulp v an controlelijsten ter beoordeling van de methodologische kwaliteit van medische artikelen. Aan de onderz oeken w ordt w aar mogelijk een level of evidence toegekend conform EBRO -richtlijnen (Ev idence Based Richtlijn Ontwikkeling).

De uit eindelijke co nclusie

Bij v oorkeur moeten beslissingen op basis v an 'best evidence' w orden genomen.

In het kader van de toetsing van de w aarde van een nieuw e behandeling dient altijd ver-geleken te w orden met de bestaande 'gouden standaard behandeling' (de klassieke be-handeling).

De nieuwe behandeling w ordt beoordeeld in v ergelijking tot de klassieke behandeling waarbij z owel de w erking, de bijw erkingen als de lange termijn (follow -up) resultaten ten opz ichte van de 'gouden standaard' behandeling w orden meegenomen.

Er moet minimaal sprake z ijn van een ingreep of behandeling met een tenminste verge-lijkbare w erking op vergeverge-lijkbare harde klinische uitkomstmaten in de z in van resultaten en v an voldoende lange termijn follow -up van patiënten om te kunnen spreken van een gebruikelijke behandeling.

Indien uit tenminste tw ee kw alitatief verantw oorde studies op 'fase 3 niveau'1blijkt dat de behandeling in kwestie een (meer)w aarde heeft ten opz ichte van de behandeling die tot nog toe in de internationale kring van de beroepsgenoten geldend is (de z oge-naamde ‘gouden standaard behandeling’), dan moet w orden geconcludeerd dat de be-handeling in kw estie (inmiddels) een ‘gebruikelijke’ bebe-handeling is in de internationale kring van de beroepsgenoten.

Indien uit tenminste tw ee kw alitatief verantw oorde studies op 'fase 3 niveau' blijkt dat de behandeling in kwestie niet tenminste vergelijkbaar is qua werkz aamheid, c.q. effectivi-teit en vergelijkbare uitkomsten (in de follow -up) ten opz ichte van de ‘gouden standaard behandeling’, dan luidt de conclusie dat de behandeling in kwestie niet gebruikelijk is in de internationale kring v an de beroepsgenoten. In deze gevallen zal de medisch adv iseur geen aandacht meer besteden aan onderz oeken van mindere bew ijskracht of literatuur. Deze kunnen immers de uitkomsten van de 'fase 3' onderz oeken, w elke wetenschappe-lijk v an een hogere orde z ijn, niet aantasten.

(3)

Indien geen (afgeronde) studies op 'fase 3 niveau' gepubliceerd z ijn, betrekt de medisch adv iseur ook evidence van lagere orde en publicaties van gezaghebbende meningen v an medisch specialisten in z ijn beoordeling. De mate van consistentie van deze onderz oe-ken of publicaties is dan bepalend v oor het antw oord op de v raag of de behandeling in kwestie als “voldoende beproefd en deugdelijk” moet w orden bev onden.

Er is aldus sprake van een hiërarchie van evidence: sterke evidence verdringt zwakkere. Niet is uitgesloten dat een beslissing ook op basis v an evidence van een lagere orde kan w orden genomen.

Medisch-inhoudelijke beoordeling

Na kennisneming van het geschil heeft het College dit dossier v oor een medische beoor-deling v oorgelegd aan z ijn medisch adv iseur. Deze heeft de stukken bestudeerd. Op basis daarvan heeft de medisch adv iseur het volgende meegedeeld:

In augustus 2005 heeft het CVZ in het kader van een geschil geoordeeld dat liposuc-tie/ly mfosuctie bij secundair oedeem van het onderbeen geen gebruikelijke z org is in de kring der internationale beroepsgenoten.

Hoewel toen breed gez ocht is, w as de conclusie specifiek gericht op ly mfosuc-tie/liposuctie bij ly mfoedeem van het onderbeen. In dit geval gaat het om secundair ly mfoedeem van de arm na behandeling v an een mammacarcinoom (borstkanker). Het voorstel voor behandeling bij deze verz ekerde is: excisie gecombineerd met suctie. De CBO richtlijn geeft aan dat reductiechirurgie door resectie- of liposuctietechniek bij ly mfoedeem alleen geïndiceerd is als niet-operatieve behandeling faalt en er mechani-sche en/of functionele bezwaren bestaan van het houdings- en bew egingsapparaat.

Terminologie

In de medische literatuur w orden de termen ly mphosuctie en liposuctie door elkaar gebruikt.

Dit omdat het fy siologische proces dat z ich afspeelt, begint met ophoping v an vocht maar z ich in een verder stadium manifesteert door een opeenstapeling van lipiden en bindw eefselvet en uiteindelijk door verbindweefseling.

De normale “ turnover “ is verstoord. Er v indt lipogenese plaats (=afzetting v an vetw eef-sel) en v erbindw eefseling.

Samengevat komt het erop neer dat in een v roeg stadium de vloeistofcomponent do-minant is en in een later stadium de component v an vetweefsel en fibrosering. Bij behandeling c.q. het verw ijderen hiervan spreekt men dan van liposuctie.

Belangrijk is om te onderscheiden tussen liposuctie in v erband met een cosmetische correctie en liposuctie gericht op behandeling v an een bepaalde pathologische aan-doening.

Indicat ie

Postoperatieve infectie en latere cellulitis/ery sipelas w orden vaker gez ien bij patiënten na een mastectomie mét ly mfoedeem dan z onder. Vrouw en die ly mfoedeem hebben na een behandeling v oor borstkanker ervaren daarom meer klachten dan v rouwen na borst-kankerbehandeling z onder ly mfoedeem.

De klachten z ijn meestal pijn, depressie, angst, functionele beperkingen, verminderde aanpassing aan de z iekte, verminderde sociale steun, verstoord z elfbeeld.

De v ergrote arm belemmert v rouw en in het dragen van kleding.

Het ziektebeeld lymfoedeem van de arm na behandeling v an mammacarcinoom gaat dus gepaard met een grote morbiditeit en verlies van kw aliteit van leven.

Patiënten die een oncologische behandeling hebben ondergaan, bestaande uit radio-therapie of een ly mfklieruitruiming of een combinatie van deze behandelingen, heb-ben kans op het ontw ikkelen van secundair ly mfoedeem.

(4)

Lit erat uursearch2

Op 20 februari 2007 is een update uitgev oerd van de v orige literatuursearch uit 2005. Er is gez ocht naar behandeling van het ly mfoedeem met z oektermen ly mphedema/-surgery [Mesh] Or ly mphedema/therapy [Mesh] AND

Liposuction/ly mphosuction. Selectie: artikelen over secundair ly mfoedeem in arm. Daarnaast z ijn ook de oudere artikelen uit de search van 2005 geïncludeerd over lipo-suction bij secundair ly mfoedeem. (Ref 1 t/m 5).

Verder is de Richtlijn ly mfo-oedeem van het CBO uit 2002 bij de beoordeling betrok-ken (ref 11).

Bij de Cochrane w ordt niets gev onden.

Er is w el een guideline van de British ly mphology society gevonden uit 2001 (ref 7) en een internationaal consensusdocument uit 2003 v an de International Society of Ly mphology (ref 8).

Bij INAHTA is een Australische review van de Medical Services Adv isory Committee (MSAC) gev onden van februari 2004, first printed February 2006 (ref 9).

Verder is er een proefschrift van Brorson uit 1998 (ref 10)

Beschouwing

De gev onden 6 artikelen zijn allemaal van Brorson, Svenson, et al. afkomstig. Drie studies z ijn niet gerandomiseerde vergelijkende studies (ref 1, 4, en 5). De behandelingen die v ergeleken w orden z ijn:

 liposuctie in combinatie met de gecontroleerde compressie therapie met  alleen de gecontroleerde compressie therapie.

Er w orden in de drie studies respectievelijk 49, 20 en 32 opeenv olgende patiënten met ly mfoedeem van de arm na een borstkankerbehandeling prospectief gev olgd gedurende één jaar.

Bij dez e geïncludeerde patiënten had conserv atieve therapie gefaald.

De effectmaten die in deze drie studies z ijn beschreven wisselen, van v olumemeting (alle drie studies ref 1,4,5), bew eging in schoudergew richt, kwaliteit van leven, pijn en ADL-activiteiten (ref 1).

2Lit erat uurlijst

1. Brorson H, Ohlin K, Olsso n G, et al. Quality of life following liposu ct ion and co ns ervat ive t reat ment of arm lymp hed ema. Lymp hology 2006; 39: 8-25.

2. Brorson H. Liposuct ion in arm lymp hedema t reat ment . S cand J Surg 2003; 92: 287-95.

3. Brorson H. Liposuct ion gives co mplet e reduct io n of chro nic large arm lymp hedema aft er breast cancer. Act a Oncol 2000; 39: 407-20.

4. Brorson H, Svensson H, Norrgren K, et al. Liposuct ion redu ces arm lymp hedema wit hout significant ly alt ering t he already impaired ly mp h t ransport . Lymphology 1998; 31: 156-72.

5. Brorson H, Svensson H. Liposu ct ion co mbined wit h cont rolled co mp ress ion t herapy redu ces arm

lymp hed ema more eff ect ively t han co nt rolled co mpressio n t herapy alone. Plast Reco nst r S urg 1998; 102: 1058-67.

6. Brorson H, Svensson H. Complet e reduct io n of lympho edema of t he arm by liposuct ion aft er breast cancer. S cand J Plast Reconst r S urg Hand S urg 1997; 31: 137-43.

7. Brit ish Lymp hology S ociet y. St rat egy for lymp hoed ema care. 2001. Available fro m:

ht t p://www.lympho edema.org/bls/ members hip/st rat egy.ht m. [Accessed april 2007.]

8. Int ernat io nal S ociet y of Lymp hology. The diag nosis and t reat ment of peripheral ly mp hed ema. Consensus docu ment of t he Int ernat ional S ociet y of Lymp hology. Lymp hology 2003; 36: 84-91.

9. M edical S ervices Advisory Commit t ee (M SAC). Review of current pract ices and fut ure direct ions in t he diag nosis, prevent io n and t reat ment of lymphoed ema in Aust ralia.Canberra, Febru ary 2004. (First print ed February 2006). Available fro m

ht t p://www.msac.gov.au/int ernet / msac/pub lis hing. nsf/Cont ent /AD35ED216E990FC7CA257142 0004A19 2/$File/ Lymp ho edema_13f eb2006_final.pdf[Accessed ap ril 2007.]

10. Brorson, H. Liposuct ion and co nt rolled co mpres sio n t herapy in t he t reat ment of arm lymphedema following breast cancer [diss ert at ion]. M almö, 1998.

11. Kwalit eit sinst it uut voor de Gezondheidszorg CBO. Richt lijn Lympfo edeem. Ut recht , 2002. Available fro m

(5)

Uit ref 1 bleek duidelijk dat er na één jaar een significant verschil was tussen de behan-deling v an liposuctie in combinatie met compressietherapie in v ergelijking met compres-sietherapie alleen. Het verschil betrof de v olumemeting, de Vas score v oor pijn, ADL-ac-tiv iteiten en zw elling v an de arm.

Er z ijn ook andere meetinstrumenten beschreven die gebruikt z ijn om de kwaliteit van leven te evalueren z oals bijv oorbeeld de Nottingham health profile. Deze bleek geen significant verschil op te leveren tussen de beide behandelingen.

Voor wat betreft de zwelling van de hand, de v erminderde mobiliteit en zwakte was dit verschil tussen beide behandelingen niet significant. Opgemerkt w ordt dat het effect van de compressie behandeling sow ieso niet significant w as.

Ref 4 liet een duidelijk significant verschil tussen de beide behandelingen z ien in v olu-memeting. Uit indirecte ly mfscintigrafie bleek dat door de liposuctie een verslechtering van de ly mfvaten w erd veroorz aakt. Over de precieze waarde van de ly mfscintigrafie als meetmethode bestaat nog geen duidelijkheid.

Ref 5 liet een significant verschil tussen de beide behandelingen z ien in v olumemeting ten gunste v an de behandeling v an liposuctie in combinatie met compressietherapie. Uit de CBO richtlijn 2002 (ref 11) blijkt dat reductiechirurgie door liposuctie bij secundair ly mfoedeem van de arm een goede v olumereductie met een blijv end karakter gedurende tenminste een jaar geeft. Dez e conclusie van niveau 3 is gebaseerd op de al besproken studie v an Brorson uit 1998 (ref 5). Een ly mfochirurgische behandeling dient altijd inge-bed te zijn in een niet operatieve voor- en nabehandeling, en z oals al eerder is aangege-ven, is reductiechirurgie alleen geïndiceerd als niet-operatieve behandeling faalt en er mechanische en/of functionele bezwaren bestaan van het houdings- en bew egingsappa-raat.

In de Britse guideline van de BLS uit 2001 (ref 7) w ordt liposuctie bij ly mfoedeem van de arm niet besproken.

Uit het ISL consensus document (ref 8) blijkt dat de resultaten van liposuctie

veelbelovend z ijn bij patiënten bij w ie conserv atieve therapie faalt, er moet levenslang een elastische compressie kous w orden gedragen.

De MSAC review 2006 (ref 9) v ermeldt dat liposuctie veelbelovend is v oor patiënten met ly mfoedeem van de arm, bij w ie conservatieve behandeling faalt. Dez e aanbeveling is ook gebaseerd op de studie v an Brorson uit 1998.

Samenvat ting

 Reductiechirurgie door middel van liposuctie is alleen geïndiceerd bij patiënten met secundair ly mfoedeem v an de arm na behandeling v oor borstkanker, als conserva-tieve behandeling faalt.

 Gezien de lage prevalentie van het optreden van secundair ly mfoedeem na een behandeling v an mammacarcinoom, kan niet de hoogste level of evidence (niv eau A2) geëist w orden.

 Er is één studie uit 2006, v an level B die aantoont dat de combinatie van liposuctie in combinatie met compressietherapie een meerwaarde heeft gedurende tenminste één jaar in vergelijking met de compressietherapie alleen. Het verschil is significant v oor de pijn, ADL-activ iteiten, zwelling van de arm en zw aarte van de arm.

 Er z ijn drie studies van niv eau B/C die allen een significant verschil in volumereductie aantonen bij één jaar follow -up v an liposuctie in combinatie met compressietherapie in v ergelijking met compressie therapie alleen. Volumereductie w ordt gerelateerd aan vermindering v an klachten bij dit z iektebeeld.

 In 2002 heeft het CBO in de richtlijn geconcludeerd (conclusie niveau 3) dat liposuc-tie bij secundair ly mfoedeem van de arm een goede v olumereducliposuc-tie met een blijv end karakter gedurende tenminste één jaar oplevert. Deze behandeling is alleen geïndi-ceerd als conservatieve behandeling faalt.

 Buitenlandse organisaties (MSAC en ISL) bevelen de liposuctiebehandeling aan bij patiënten bij w ie conserv atieve therapie faalt.

(6)

Conclusie

Op basis v an de evidence moet w orden geconcludeerd dat de gecombineerde behande-ling van liposuctie en compressietherapie alleen als een “ in de kring v an de beroepsge-noten gebruikelijke” behandeling kan w orden aangemerkt bij patiënten met secundair ly mfoedeem van de arm na een behandeling v oor mammacarcinoom, en alleen bij die patiënten bij w ie conserv atieve behandeling faalt.

Juridische beoordeling

Het College heeft vervolgens het dossier grondig bestudeerd en beoordeeld of uw con-ceptbeslissing juist is. Op basis v an de regelgeving die in dit gev al van toepassing is en het adv ies van de medisch adv iseur is het College van oordeel dat u nog nader onder-z oek moet verrichten. Het is immers nog niet duidelijk of bij veronder-z ekerde alle omstandig-heden aanw ezig z ijn, w aarbij de behandeling in kwestie als gebruikelijk mag w orden aangemerkt. Niet bekend is immers of v erzekerde baat heeft bij de conservatieve thera-pie (fy siotherathera-pie) die z ij thans ondergaat, of ondergaan heeft.

In uw conceptbeslissing heeft u overigens nog het oude toetsingskader van het College voor de gebruikelijkheidsbeoordeling opgenomen. Het College heeft dit inmiddels aangepast. Dit is gebeurd naar aanleiding v an een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (30 september 2004, RZA 2004/179). Het College sluit z ich aan bij hetgeen daarover in dez e uitspraak is gesteld, namelijk dat hierbij alle relevante gegevens in aanmerking dienen te w orden genomen, w aaronder met name literatuur,

wetenschappelijke onderz oeken en gez aghebbende meningen van specialisten.

Advie s van het College

Het College adviseert u om na te gaan of verzekerde baat heeft bij de conserv atieve be-handeling die z ij heeft ondergaan of wellicht nog steeds ondergaat. Afhankelijk van de resultaten daarvan, z ult u uw beslissing op bezw aar al dan niet ten gunste van uw verze-kerde moeten herz ien.

Indien v erzekerde baat heeft bij de conservatieve behandeling, komt z ij niet in aanmer-king v oor de aangevraagde behandeling.

Indien de conservatieve behandeling echter nog steeds geen uitkomst biedt, kan de door haar aangevraagde ly mfosuctiebehandeling gebruikelijk w orden geacht in de kring v an de beroepsgenoten.

In het laatste geval kunt u verzekerde toestemming gev en om dez e behandeling te on-dergaan in het Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart te Leuven, indien dez e behandeling niet, of niet tijdig in een gecontracteerde instelling kan w orden gegeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zodra het vocht uit het been is gezwachteld, kan in een volgend stadium een elastische kous worden aangemeten.. Hieronder leest

Maar ook het niet kunnen overzien van nierfunctievervangende therapie kan een reden zijn om te kiezen voor conservatieve therapie.. Nadenken over de keuze voor conservatieve

Absolute contra-indicaties voor de toepassing van compressietherapie zijn arteriële insufficiëntie (distale systolische druk (DSP)< 60mmHg en/of. enkel/armindex <0.52) en

Sinds 9 maanden een ulcus cruris links mediaal, EAI 0.9.. Wordt sinds 6 maanden gezwachteld met

Ze geven op zichzelf geen druk, maar worden gebruikt onder een compressie- middel (zwachtel, TEK, pneumatisch compressie apparaat) voor

Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) en Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, ‘Richtlijn Veneuze pathologie, Varices - Diep veneuze ziekte - Ulcus cruris

Breng eventueel de eerste slag schuin naar laterocraniaal aan en vouw terug onder de tweede slag. Voorkom het met de zwachtel trekken in inversiestand van

• Start met de eerste zwachtel direct proximaal van de tenenrij en zwachtel over de voet van binnen naar buiten. Breng eventueel de eerste slag schuin naar laterocraniaal aan en