• No results found

Vertaalverschuivingen in het licht van ideologie en imagologie: een vergelijkende studie van de vertaling en hervertalingen van Pablo Neruda’s Canto General door Bart Vonck

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vertaalverschuivingen in het licht van ideologie en imagologie: een vergelijkende studie van de vertaling en hervertalingen van Pablo Neruda’s Canto General door Bart Vonck"

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vertaalverschuivingen in het licht van ideologie en imagologie:

een vergelijkende studie van de vertaling en hervertalingen van

Pablo Neruda’s Canto General door Bart Vonck

Liza Verheijke 10179631 Masterscriptie Taalwetenschappen: Vertalen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Begeleider: dr. Otto Zwartjes Aantal woorden: 19.635 08-06-2016

(2)
(3)

VERTAALVERSCHUIVINGEN IN HET LICHT VAN IDEOLOGIE EN IMAGOLOGIE: EEN VERGELIJKENDE STUDIE VAN DE VERTALING EN HERVERTALINGEN VAN PABLO NERUDA’S CANTO GENERAL DOOR BART VONCK

SAMENVATTING

Deze vergelijkende studie analyseert en beschrijft de vertaling en twee hervertalingen die van Pablo Neruda’s Canto General in het Nederlands verschenen zijn. De Vlaamse vertaler Bart Vonck heeft het meesterwerk maar liefst drie keer (her)vertaald. De vertaalverschuivingen in de doelteksten krijgen in dit onderzoek een diepere betekenis, omdat ze in het licht van ideologie en imagologie worden beoordeeld. De theorie van de imagologie zoals die door Joep Leerssen is verwoord, gaat over stereotypen in culturele representaties. Deze masterscriptie toont aan hoe de imagologische verwijzingen van Neruda in de uitgaven van Vonck zijn overgenomen. De methode van Jean-Paul Vinay en Jean Darbelnet is daarnaast van belang om na te kunnen gaan welke verplichte of optionele vertaalstrategieën de vertaler heeft ingezet. De resultaten van deze analyse zijn opgenomen in een corpus. Daarin zijn enkel de eerste tien verzen van de derde zang Los Conquistadores (‘De Veroveraars’) onderzocht, vanwege de vele stereotypen in die zang.

Niet eerder werd de Canto General in het licht van imagologie bestudeerd. De brontekst van Neruda is bovendien nog nooit vergeleken met de vertaling en hervertalingen van Vonck. Dat maakt dit onderzoek origineel: de Canto General wordt in een nieuw perspectief geplaatst. De reactie van de vertaler (interview) op gemaakte vertaalkeuzes vergroot daarnaast de relevantie van de studie.

SLEUTELWOORDEN

(4)

TRANSLATION SHIFTS IN THE PERSPECTIVE OF IDEOLOGY AND IMAGOLOGY: A COMPARATIVE STUDY OF THE TRANSLATION AND RETRANSLATIONS OF PABLO NERUDA’S CANTO GENERAL BY BART VONCK

ABSTRACT

This comparative study analyses and describes the translation and two retranslations of Pablo Neruda’s Canto General which are published in Dutch. The Flemish translator Bart Vonck has (re)translated the masterpiece as much as three times. The translation shifts in the target texts will receive a more profound meaning in this investigation, because they are evaluated in the perspective of ideology and imagology. The theory of imagology as expressed by Joep Leerssen discusses stereotypes in cultural representations. This MA thesis shows how Neruda’s imagological references are adopted in the editions of Vonck. Besides that, the method of Jean-Paul Vinay and Jean Darbelnet is important for examining which obligatory or optional translation shifts the translator has used. The results of this analysis are registrated in a corpus. Only the first ten verses of the third canto Los Conquistadores (‘The Conquerors’) are investigated in there, because of the many stereotypes in this canto.

The Canto General has never been studied in the perspective of imagology. Furthermore, the source text of Neruda has never been compared to the translation and retranslations of Vonck. That’s what makes this investigation original: the Canto General will be put in a new perspective. The reaction of the translator (interview) to his translation choices also increases the relevance of the study.

KEY WORDS

(5)

Inhoud

1. Inleiding 7

1.1. Probleemstelling 9

1.2. Theoretisch kader 9

1.2.1. Leerssen: Imagologie 10

1.2.2. Vinay & Darbelnet: Vertaalprocedures 11

1.2.3. Soenen & Kuran-Burçoğlu: Invloed van vertaler 13

1.2.4. Toury: Vertaalnormen 14

1.3. Methodologie 15

1.4. Relevantie 16

2. Analyse van vertaalverschuivingen 17

2.1. Woordkeuze 20

2.2. Toevoeging of weglating van lidwoorden 28

2.3. Stijl 34

2.4. Conclusie 38

3. Duiden van vertaalverschuivingen 41

3.1. Invloed van vertaler 42

3.2. Bewustheid van vertaler 45

3.3. Ontvangst van vertaling 50

3.4. Conclusie 54

4. Conclusie 55

5. Bibliografie 59

6. Bijlagen 63

6.1. Corpus Vertaalverschuivingen 63

(6)
(7)

1. Inleiding

De Chileen Pablo Neruda (1904 – 1973), het pseudoniem van Ricardo Eliecer Neftalí Reyes Basoalto, is een groot dichter en politicus. Gabriel García Márquez noemde hem ooit de belangrijkste dichter van de twintigste eeuw, in welke taal dan ook (Weima 2013). Neruda wist politiek met poëzie te verweven. De Canto General (1950) geldt als het opus magnum van zijn oeuvre en werd in 1971 bij de uitreiking van de Nobelprijs voor de Letterkunde, die de dichter ontving, omschreven als het Zuid-Amerikaanse gedicht dat “het lot en de dromen van een continent tot leven wekt” (Nobel Foundation s.a.). De “kroniek-in-poëzie van Latijns-Amerika” (Demets 2014) telt 342 gedichten en ruim vijftienduizend versregels, en vat de hele geschiedenis van het continent samen: van het eerste, prehistorische begin tot aan het verschijningsjaar van het werk in 1950. Als dichter en politicus ten tijde van de Koude Oorlog komt ook het persoonlijke verhaal van Neruda in de Canto voor. De Chileen schreef zijn zang in drie fases: in Chili (1937 – 1940), Mexico (1941 – 1943) en wederom, maar dit keer clandestien, in Chili (1943 – 1950) (Neruda 2014: 478). De kroniek “protesteert tegen twee vormen van verraad: het historische verraad dat Amerika moest ondergaan en het politieke verraad dat tegen Pablo Neruda gepleegd werd” (Neruda 2014: 480). Als diplomaat reisde Neruda onder meer naar Myanmar, Nederlands-Indië, Argentinië, Mexico, Frankrijk en Spanje waar hij consul werd. Doordat hij de Spaanse burgeroorlog van dichtbij meemaakte, werd Neruda politiek actiever en sloot zich uiteindelijk aan bij de (zeer stalinistische) Chileense Communistische Partij, waar hij tot senator werd benoemd. De communist Gabriel González Videla werd de president (1946 – 1952) van het land. Videla keerde zich tijdens zijn ambtstermijn echter compleet af van zijn communistische vrienden: Neruda werd uit de Senaat gezet en vervolgd. De Canto General kon vanwege Neruda’s politieke situatie niet officieel uitgebracht worden. Het dichtwerk werd daarom clandestien in Mexico en Chili uitgegeven. Na jaren van ballingschap keerde Neruda in 1952 formeel terug naar Chili. Daar overleed de dichter op 23 september 1973, twaalf dagen na de staatsgreep van Augusto Pinochet die de macht overnam van de toenmalige president Salvador Allende, Neruda’s vriend. Volgens de officiële lezing stierf de dichter aan prostaatkanker. Velen twijfelen daaraan. In een regeringsverklaring van 25 maart 2015 staat dat Neruda niet stierf aan de gevolgen van de ziekte, maar dat het “overduidelijk en zeer waarschijnlijk” is dat hij door “een daad van een derde partij” om het leven kwam (Hotse Smit 2015). Tienduizenden Chilenen woonden zijn begrafenis bij, ondanks streng verbod en militair machtsvertoon van Pinochet.

(8)

Het belangrijkste werk van Pablo Neruda is maar liefst drie keer door dezelfde vertaler naar het Nederlands vertaald. De Vlaming Bart Vonck (1957) werkte de eerste twee keer samen met Willy Spillebeen en wijlen Mark Braet aan de Canto General. Vonck vertaalt al meer dan twintig jaar poëzie uit het Spaans, Frans en recentelijk ook uit het Portugees (Vonck 2014: 51). Naast teksten van Pablo Neruda vertaalde hij werken van onder anderen César Vallejo, Federico García Lorca, José Ángel Valente, Antonio Gamoneda, Chantal Maillard en Fernando Pessoa (Schrijversgewijs s.a.). Naast literair vertaler is Vonck criticus, journalist en dicht hij zelf. Voor zijn vroege poëzie kreeg hij de Prijs van het Masereelfonds (1985) en de

Prijs Jan Vercammen (1990).

In 1984 vertaalde Vonck de Canto General samen met Spillebeen en Braet voor de eerste keer. In een interview met journalist Rob Trip geeft de vertaler toe zich voor die uitgave jarenlang geschaamd te hebben (Met het Oog op Morgen 2014). Vonck verduidelijkt zichzelf in het nawoord van de derde Nederlandse uitgave van de Canto (Neruda 2014: 471-472): “Als pril literair vertaler beet ik mijn tanden stuk op de Canto, mijn eerste grote vertaling. (…) Ik wilde jarenlang niet meer herinnerd worden aan mijn jeugdige overmoed”. Dat kwam mede door de fouten, kinderziektes en dergelijke, waar de vertaling volgens Vonck vol mee staat (Vonck 2016). Bijna twintig jaar later verdiepte de vertaler zich weer in het enorme dichtwerk toen uitgeverij Muntinga in 2003 Vonck en Spillebeen vroeg een hervertaling te maken: Neruda’s honderdste geboortejaar werd dat jaar erop herdacht. Vonck greep het voorstel met beide handen aan: “De meer ervaren vertaler in mij wilde maar al te graag vergiffenis krijgen voor een jeugdzonde. (…) Dat driemaal scheepsrecht is, geldt blijkbaar ook voor de Canto” (Neruda 2014: 472). Een tweede hervertaling van het meesterwerk, waar dit keer enkel Vonck aan werkte, verscheen in 2014 als onderdeel van de Perpetua-reeks van uitgeverij Athenaeum. Als vertaler en hervertaler van de Canto General voelde Vonck zich naar eigen zeggen toen niet langer “tussen Scylla en Charybdis” (verwijzing naar de Griekse mythologie red.). “Ik kende de Spaanse tekst zeer goed. Ik was alleen aan zet. En vanuit een dieper inzicht in opbouw en grondtoon kwam de complexiteit van het epos-in-verzen helemaal tot haar recht” (Vonck 2014: 61).

(9)

1.1. Probleemstelling

In deze scriptie staan de brontekst (Neruda 1952), vertaling (Neruda 1984) en hervertalingen (Neruda 2004; 2014) van de Canto General in het licht van ideologie en imagologie centraal. Door een analyse van verschillende verzen wordt geprobeerd de invloed van de vertaler te achterhalen. Welke vertaalstrategieën heeft Bart Vonck ingezet om de brontekst van Pablo Neruda naar het Nederlands om te kunnen zetten? De focus van het onderzoek ligt vooral op de invloed die deze vertaalkeuzes hebben op de imagologische verwijzingen in Neruda’s

Canto. Daarom is de volgende probleemstelling leidend in deze scriptie:

Op welke wijze zijn de imagologische verwijzingen in de Canto General van Pablo Neruda tot uiting gekomen in de vertaling en hervertalingen van Bart Vonck?

De keuzes die de vertaler, weloverwogen dan wel onbewust, heeft gemaakt, kunnen van grote invloed zijn op de imagologie. In deze studie is het bewustzijn van de vertaler daarom een belangrijk onderdeel. Heeft Vonck erbij stilgestaan dat zijn vertaalkeuzes de imagologie van de brontekst wellicht beïnvloed hebben?

In deze vergelijkende studie wordt de brontekst tegenover de drie doelteksten gezet. Het onderzoek is daarom zowel inter- als intralinguaal (Munday 2012: 8-9). Op de eerste plaats is er sprake van een interlinguale analyse, aangezien de Spaanse brontekst met drie Nederlandse teksten vergeleken wordt. Omdat de vertaling en hervertalingen ook onderling worden beoordeeld, en zij tot dezelfde taal behoren, gaat het eveneens om een intralinguale aanpak. De nadruk van de scriptie ligt echter op deze intralinguale benadering, omdat vooral de overeenkomsten en verschillen tussen de Nederlandse uitgaven van Vonck belangrijk zijn. In het onderzoek wordt niettemin vaak teruggegrepen op de Canto General van Neruda.

1.2. Theoretisch kader

De vertaalverschuivingen in de vertaling en hervertalingen van Bart Vonck worden in deze studie in het licht van ideologie en imagologie bestudeerd. De ideologische invalshoek komt in dit theoretisch kader niet aan bod: het betreft een praktijkgerichte benadering. Zo heeft Vonck in een interview zijn vertaalvisie gedeeld en op de resultaten van dit onderzoek gereageerd. Ook zijn er recensies over de Nederlandse uitgaven van de Canto geraadpleegd.

(10)

De ideologie van de vertaler en het lezerspubliek is van belang om de uitkomsten van deze scriptie in een context te kunnen plaatsen. De vertaalverschuivingen in het licht van ideologie worden in hoofdstuk 3 op pagina 41 behandeld. De theorie van de imagologie zoals die door Joep Leerssen is verwoord, vormt de rode draad van deze studie. De scriptie onderzoekt hoe de oorspronkelijke imagologische verwijzingen van Neruda in de doelteksten van Vonck tot uiting zijn gekomen. Daarvoor is het noodzakelijk om na te gaan welke vertaalstrategieën de Vlaming heeft ingezet. De methode van Jean-Paul Vinay en Jean Darbelnet wordt daarin gevolgd. Johan Soenen en Nedret Kuran-Burçoğlu slaan met hun theorieën een brug tussen de opvattingen van Leerssen en Vinay en Darbelnet. Zij vragen zich onder meer af wie er verantwoordelijk is voor imagologische verwijzingen in een tekst. Om de uitkomsten van dit onderzoek nader te duiden, is tot slot de theorie van Gideon Toury over vertaalnormen en soorten vertalingen van belang.

1.2.1. Leerssen: Imagologie

Imagologie is een specialisme in de vergelijkende literatuurwetenschap dat rond het midden van de twintigste eeuw is ontstaan en culturele representaties (boeken, theaterstukken, films, etc.) op hun beeldvorming over volkeren, culturen en samenlevingen wijst (Van Doorslaer, Flynn & Leerssen 2015: 2). Personen worden gewoonlijk gekarakteriseerd aan de hand van hun nationaliteit en ‘volksaard’. Deze nationale karakters staan in de imagologie centraal. Het is daarbij niet de vraag of de stereotiepe beelden kloppen. Imagologie gaat puur over het bestaan van culturele stereotypen en hun tekstuele verspreiding.

De theorie van de imagologie zoals die in het artikel The Rhetoric of National Character door Leerssen (2000) is verwoord, vormt het raamwerk van deze scriptie waarbinnen de vertaling en hervertalingen van Vonck met de originele tekst van Neruda worden vergeleken. Leerssen bepleit de imagologische benadering vanuit de nationale vertegenwoordiging van volkeren. Hij maakt onderscheid tussen auto-image (het beeld van de eigen natie) en hetero-image (het beeld van de andere natie). Auto-image is onmogelijk zonder het beeld van de ‘Ander’ (Leerssen 2000: 275). De nationale karakterisering bestaat volgens Leerssen uit stereotypen die bovenal dynamisch zijn. In zijn hoofdstuk over stereotypen haalt Beller (2007: 429) de definitie van Aronson aan: “A stereotype is a generalization about a group of people in which incidental characteristics are assigned to virtually all members of the group, regardless of actual variation among the members. Once formed, stereotypes are resistant to change on the

(11)

basis of new information”. Leerssen is daarentegen van mening dat het nationale beeld in de loop der tijd kan veranderen. Het ene stereotiepe beeld komt echter niet voor het andere in de plaats; de nationale karakters bestaan naast elkaar. Welke imagologische verwijzingen van toepassing zijn, hangt af van het stereotype dat op dat moment dominant is. Het nationale beeld moet daarnaast als een januskop worden gezien: een hoofd met twee gezichten. Deze vergelijking duidt op het feit dat een stereotype zowel positief als negatief kan worden opgevat. Zo staat Spanje enerzijds bekend als vurig, maar kan die passie anderzijds in negatieve zin gewelddadigheid betekenen. De tegenstellingen van de januskop zijn een aanvulling op elkaar en moeten als dusdanig benaderd worden (Leerssen 2000: 278-279).

De imagologische verwijzingen in de Canto General die in dit onderzoek onderwerp van studie zijn, hebben betrekking op de ontdekking van de ‘Nieuwe Wereld’. De stereotiepe beelden gaan hand in hand met la leyenda negra. Deze propaganda tegen het Spaanse volk zette de Spanjaarden als wreed, fanatiek, bloeddorstig, wellustig en intolerant neer. Deze beelden verwijzen onder meer naar de inquisitie, het Spaanse temperament en de verovering van Latijns-Amerika, waarbij de Spanjaarden moordend te werk gingen. Pablo Neruda beschrijft dergelijke taferelen in zijn Canto. Als Chileen identificeert hij zich met de inheemse bevolking die de verovering weerloos onderging. Het leed van de indianen vormt het beeld van de eigen natie: het auto-image. Vanuit dit perspectief beschouwt Neruda het Spaanse volk als de ‘Ander’.

1.2.2. Vinay & Darbelnet: Vertaalprocedures

Vinay en Darbelnet (1995) bieden zogenoemde procedures aan waarmee vertaaltransformaties geduid kunnen worden. De Franse taalkundigen onderscheiden zeven vertaalprocedés die onder directe, letterlijke vertalingen vallen dan wel indirecte wijzen van vertalen zijn. Wanneer elk element van een boodschap in de brontekst vertaald kan worden, spreken ze van een directe vertaling. Is er echter sprake van een lacune en kan een woord niet direct in de doeltaal worden omgezet, dan moet de vertaler op zoek naar corresponderende bewoordingen. Het doel van een indirecte vertaling is ervoor zorgen dat de boodschap van de brontekst behouden blijft (Vinay & Darbelnet 1995: 31). Het duo stelt dat de keuze voor een vertaalstrategie verplicht of optioneel kan zijn. Zo is de toevoeging van een persoonlijk voornaamwoord aan een werkwoordsvervoeging in het Nederlands verplicht, terwijl die in het

(12)

Spaans ontbreekt. Een vertaler dient zich zoveel mogelijk aan taalregels te houden. Aan de andere kant geven optionele keuzes zijn voorkeuren weer.

Figuur 1 toont de zeven vertaalprocedures van Vinay en Darbelnet met voorbeelden die voornamelijk afkomstig zijn uit dit onderzoek. De strategieën worden gekenmerkt door een hiërarchie: de moeilijkheidsgraad van vertalen loopt op. Het leenwoord geldt als de eenvoudigste manier van vertalen. Adaptatie doet daarentegen een groot beroep op de vaardigheden van de vertaler.

Directe vertalingen Indirecte vertalingen

1. Leenwoord 2. Calque 3. Letterlijke vertaling 4. Transpositie 5. Modulatie 6. Equivalentie 7. Adaptatie SP Adelantados SP El momento de la verdad SP Homenaje a Balboa SP Uñas de los perros SP Muerte y garra SP La total bocanada SP Noche de Reyes NL Adelantado’s NL Het moment van de waarheid NL Hommage aan Balboa NL Hondennagels NL Dood en enterhaak NL Met volle teugen NL Kerstavond

Figuur 1 - Vertaalprocedures van Vinay & Darbelnet (1995)

Door het gebruik van een leenwoord, het een-op-een overnemen van een woord uit de brontekst, probeert de vertaler de ‘smaak’ van de brontaalcultuur over te brengen naar de doeltekst. Deze strategie heeft alles met stijl te maken (Vinay & Darbelnet 1995: 31-32). Een calque, ook wel leenvertaling genoemd, leent een uitdrukking uit de brontekst om die vervolgens letterlijk in de doeltaal om te zetten. Dit kan problemen opleveren wanneer de uiting onbekend is in de doeltaal (Vinay & Darbelnet 1995: 32). De letterlijke vertaling is het vertaalprocedé dat het vaakst door vertalers gebruikt wordt. De letterlijke woord-voor-woordvertaling betreft een directe transfer van woorden uit de brontekst in de doeltekst (Vinay & Darbelnet 1995: 33-34). Wanneer de brontekstelementen niet direct vertaald kunnen worden, moet de vertaler ervoor zorgen dat de boodschap in ieder geval bewaard blijft. In het geval van transpositie veranderen de woorden van grammaticale categorie zonder dat de

(13)

betekenis van de boodschap wijzigt (Vinay & Darbelnet 1995: 36). Het voorbeeld in figuur 1 laat zien dat de Spaanse constructie ‘zelfstandig naamwoord – voorzetsel – lidwoord – zelfstandig naamwoord’ in één Nederlands zelfstandig naamwoord is veranderd. Bij modulatie wijzigt het perspectief. Zo toont het voorbeeld in het bovenstaande figuur aan dat het algemene garra (‘klauw’) met het specifieke ‘enterhaak’ is vertaald. Daarnaast behoort inversie ook tot dit vertaalprocedé (Vinay & Darbelnet 1995: 36-37). De vertaler zet de strategie ‘equivalentie’ in wanneer dezelfde communicatieve situatie beschreven moet worden. Hij kan daarvoor andere stilistische of structurele methoden inzetten. Dit geldt voornamelijk voor het vertalen van idiomen en spreekwoorden (Vinay & Darbelnet 1995: 38). Tot slot is adaptatie de meest ingrijpende vertaalstrategie. Hierop wordt teruggegrepen wanneer de culturele connotatie behouden moet worden. De vertaler schetst dan een nieuwe situatie in de doeltekst, omdat de originele situatie onbekend is in de doeltaalcultuur (Vinay & Darbelnet 1995: 39).

De vertaalprocedures van Vinay en Darbelnet zijn uitvoerig, maar niet volledig. Daarom wendt dit onderzoek zich ook tot de theorie van Vázquez-Ayora (1977: 358-361) die vier procedures aan de methode van het Franse duo toevoegt: toevoeging, explicitering, weglating en compensatie. Ook voor deze strategieën geldt het onderscheid tussen verplichte en optionele keuzes.

1.2.3. Soenen & Kuran-Burçoğlu: Invloed van vertaler

Soenen (1995) en Kuran-Burçoğlu (2000) brengen de opvattingen van Leerssen en Vinay en Darbelnet samen. Aangezien Leerssen zich voornamelijk bezighoudt met beeldvorming en imagologie zonder daarbij naar de vertaalproblematiek te kijken, en bij Vinay en Darbelnet juist sprake is van het omgekeerde, dienen de theorieën van Soenen en Kuran-Burçoğlu als schakel tussen de twee opvattingen. Soenen (1995: 18) stelt zichzelf de vraag wie er schuldig is aan stereotiepe beelden in een tekst. Bevinden de beelden zich enerzijds in de originele tekst of in de geest van de originele auteur, of anderzijds in de vertaalde tekst of in de geest van de vertaler? Wanneer laatstgenoemde verantwoordelijk is voor imagologische verwijzingen in de doeltekst, zal hij volgens Soenen (1995: 20) al dan niet bewust bepaalde vertaalstrategieën aanwenden om zijn “beeldgebonden interpretatie” vorm te geven. Zo komen er vaker vervlakkingen, verfraaiingen, weglatingen en toevoegingen in de tekst voor. Ook is er sprake van meer grammaticale en stilistische modulaties en wijzigingen.

(14)

Kuran-Burçoğlu (2000: 143) onderscheidt drie momenten waarop vertalen en imagologie bij elkaar komen: vóór het vertalen, tijdens het vertaalproces en gedurende de ontvangst. Zij gaat daarbij uit van wederzijdse en gelijkwaardige beïnvloeding. Op het eerste moment ontstaan er positieve en negatieve beelden die door de cultuur en geschiedenis gevormd zijn en die bepalen welke werken vertaald worden. Tijdens het vertaalproces wordt het beeld van de ‘Ander’ (hetero-image) in de vertaling benadrukt. Kuran-Burçoğlu haalt hier de theorie van Soenen aan over de “beeldgebonden interpretatie” van de vertaler. Deze laat door het gebruik van bepaalde vertaalstrategieën de brontekst bewust dan wel onbewust transformeren in het stereotiepe beeld (Kuran-Burçoğlu 2000: 147). Wanneer naar de ontvangst van de vertaling wordt gekeken, is het de vraag of de doeltekstlezer bekend is met de broncultuur. Wanneer dit niet het geval is en de lezer deze via de vertaling voor de eerste keer leert kennen (hetero-image is nog niet gevormd), heeft het beeld van de ‘Ander’ zoals in de doeltekst beschreven is zeer veel invloed op de geest van de lezer.

1.2.4. Toury: Vertaalnormen

Ten slotte spelen vertaalnormen in dit onderzoek een rol. Volgens Toury (2012) zijn normen het meest bepalend voor vertaalkeuzes. Hij onderscheidt drie soorten normen, voor drie fases in het vertaalproces: initiële, preliminaire en operationele normen. De eerste norm betreft de keuze van de vertaler om vast te houden aan normen van de broncultuur, dan wel van de doelcultuur. De theoreticus maakt onderscheid tussen adequate (brontekstgeoriënteerde) en acceptabele (doeltekstgeoriënteerde) vertalingen. Eerstgenoemde vertaling verbindt zich niet aan de esthetische normen van de doelcultuur, maar blijft dicht bij de originele tekst. Vaak wordt een exotiserende vertaalstrategie ingezet: een letterlijke woord-voor-woordvertaling. Een acceptabele vertaling moet de indruk wekken alsof het om het origineel gaat, waardoor de doeltekstlezer de tekst eerder accepteert. Tussen deze twee soorten vertalingen ligt volgens Toury een continuüm: respectievelijk minder of meer transformaties. De preliminaire normen hebben daarnaast betrekking op het vertaalbeleid: welke auteurs en teksten komen in aanmerking vertaald te worden? Ook vallen de preliminaire normen uiteen in de voorkeur om rechtstreeks of onrechtstreeks te vertalen. De operationele normen bestaan uit matrixnormen en tekstueel-linguïstische normen. Vertaalverschuivingen die hieronder vallen, zijn respectievelijk toevoegingen, weglatingen of verplaatsingen van passages, en verschuivingen op het niveau van bijvoorbeeld lexicon, stijl en zinsopbouw.

(15)

1.3. Methodologie

De derde zang Los Conquistadores (‘De Veroveraars’) van de Canto General (Neruda 1952: 57) staat in deze vergelijkende studie centraal. De verzen die hierin voorkomen, bevatten namelijk de meeste imagologische verwijzingen van het dichtwerk. “De Veroveraars is een door pijn en woede bewogen zang over één van de meest tragische, wrede ontwikkelingen uit de geschiedenis van de mensheid: de verovering van Midden- en Zuid-Amerika door de Spanjaarden” (Neruda 1984: 642). De verzen beschrijven onder meer de ontdekking van het continent, de verovering, onderwerping, het geweld en verraad, gezien vanuit het perspectief van la leyenda negra (Neruda 2014: 475): “De inheemse ‘zonen van het leem’ begrepen niet wat hen overkwam. (…) Cortés viel Mexico binnen, Alvarado Guatemala. Balboa achtervolgde de indianen (…) door de wildernis van de landengte van Panama. (…) En in Yucatán verbrandde de katholieke kerk, die achter de ‘bleke tijgers’ aantrok, de boeken met de oeroude wijsheid van de Maya’s” (Neruda 1984: 643).

De derde zang telt 25 verzen. In dit onderzoek zijn enkel de eerste tien aan een analyse onderworpen: zij leveren genoeg resultaten op die ook van toepassing zijn op de rest van de zang. Per versregel is vastgesteld voor welke vertaalstrategieën Bart Vonck in zijn vertaling (Neruda 1984) en hervertalingen (Neruda 2004; 2014) heeft gekozen om de Spaanse tekst naar het Nederlands om te kunnen zetten. Deze analyse is mogelijk omdat enkel Vonck iedere keer aan de derde zang heeft gewerkt, ondanks de samenwerking met Willy Spillebeen en Mark Braet. In het onderzoek is ook nagegaan of Voncks vertaalkeuzes de imagologie van de brontekst beïnvloed hebben, waardoor deze mogelijk anders in de doelteksten tot uiting is gekomen. Om hierover iets te kunnen zeggen, is betekenis gegeven aan de toegepaste vertaalstrategieën. Daarbij is er ook gekeken naar bijvoorbeeld verschuivingen op woordniveau en in stijl. De resultaten van de analyse zijn opgenomen in een corpus dat als bijlage bij deze scriptie is gevoegd. De belangrijkste uitkomsten zijn in hoofdstuk 2 op pagina 17 beschreven en verklaard. Daarin zijn de meest voorkomende verschuivingen die leiden tot een verandering van de imagologie, in drie paragrafen onderverdeeld: woordkeuze, toevoeging of weglating van lidwoorden en stijl. In dit onderzoek wordt puur aangegeven dat er een afwijking van het imagologische beeld is gesignaleerd. De mate van de afwijking kan per voorbeeld verschillen.

(16)

In hoofdstuk 3 op pagina 41 worden de bevindingen geduid en proberen we te achterhalen of het handelen van Vonck op bewuste dan wel onbewuste keuzes berust. Daarvoor zijn onder meer recensies over de Nederlandse uitgaven van de Canto General geraadpleegd. Ook heeft de vertaler zelf een bijdrage geleverd. In een interview heeft Vonck zijn vertaalvisie en – keuzes uit de doeken gedaan. Deze informatie geeft de resultaten van het onderzoek een context en helpt ze te verklaren. De scriptie sluit af met een conclusie op pagina 55 waarin een antwoord wordt geformuleerd op de probleemstelling.

1.4. Relevantie

De theorie van de imagologie speelt een kleine rol binnen de vertaalwetenschap. Vaak is er aandacht voor de stereotiepe beelden in een brontekst, maar theoretici staan nauwelijks stil bij de wijze waarop dergelijke verwijzingen in de doeltekst voorkomen. Uit deze studie blijkt dat de keuzes van de vertaler bepalend kunnen zijn voor de imagologie in een tekst. Kleine taalwijzigingen kunnen grote gevolgen hebben voor de manier waarop stereotiepe beelden in een vertaling tot uiting komen. Zo kunnen de verwijzingen al dan niet bewust door de vertaler versterkt of verzwakt worden. In dat opzicht is dit onderzoek vernieuwend, omdat er een brug wordt geslagen tussen imagologie en vertalen, waarbij er dieper op de invloed van vertaalkeuzes wordt ingegaan.

Die nieuwe invalshoek laat tevens een ander licht schijnen op het werk van Pablo Neruda en Bart Vonck. Niet eerder werden hun versies van de Canto General specifiek in het licht van imagologie bestudeerd. De brontekst van Neruda is überhaupt nog niet eerder in studies in verband gebracht met zowel de vertaling als hervertalingen van Vonck. Dat deze scriptie de brontekst met de drie doelteksten in het licht van imagologie vergelijkt, maakt dat dit onderzoek van grote waarde is. De relevantie ervan neemt daarnaast nog eens toe door de bijdrage van de vertaler (interview). De reactie van Vonck op gemaakte vertaalkeuzes geeft de uitkomsten van deze studie een context en evaluatie.

(17)

2. Analyse van vertaalverschuivingen

De eerste tien verzen van de derde zang Los Conquistadores (‘De Veroveraars’) van de Canto

General (Neruda 1952: 57) tellen samen 284 versregels, titels inclusief. In dit onderzoek is

per versregel vastgesteld welke vertaalstrategieën Bart Vonck in zijn vertaling (Neruda 1984) en hervertalingen (Neruda 2004; 2014) heeft toegepast om de brontekst voor het Nederlandse publiek leesbaar te maken. Naar voorbeeld van de methode van Vinay & Darbelnet (1995) wordt in het corpus onderscheid gemaakt tussen verplichte en optionele vertaalkeuzes. Soms verplicht de Nederlandse taal Vonck tot een bepaalde vertaalstrategie. Zo moet in het Nederlands een persoonlijk voornaamwoord worden toegevoegd aan een vervoeging van een werkwoord. In het Spaans ontbreekt het voornaamwoord, tenzij er sprake is van nadruk, en is aan de vervoeging af te lezen om welke persoonsvorm het gaat. Optionele keuzes zijn daarentegen eigen keuzes en voorkeuren van de vertaler. Hoe groter het aantal optionele keuzes, hoe groter de inbreng van de vertaler.

In de vertaling uit 1984 heeft Vonck 583 keer een vertaalprocedé op de 284 versregels losgelaten. Dit aantal ligt een stuk hoger in de eerste hervertaling uit 2004 en de tweede uit 2014, respectievelijk 731 en 761 gevallen. Een grove conclusie van het onderzoek, gebaseerd op de weergave van het aantal toegepaste vertaalprocedés in figuur 5 op pagina 18, toont aan dat de vertaling dichter bij de brontekst is gebleven dan de hervertalingen. Zo heeft Vonck in de vertaling 242 keer voor een letterlijke vertaling gekozen tegenover 191 keer in de eerste hervertaling en 198 keer in de tweede hervertaling. Daarnaast komt er uit de optelsom van het aantal verplichte en optionele vertaalstrategieën een duidelijk beeld naar voren. De vertaler maakte 278 verplichte keuzes in zijn vertaling, 273 in de hervertaling uit 2004 en 274 in de hervertaling uit 2014. Logischerwijs liggen deze aantallen dicht bij elkaar aangezien Vonck gebonden is aan taalregels. Wanneer we kijken naar het aantal optionele keuzes is er een veel groter verschil tussen de teksten waar te nemen. Vonck koos 63 keer voor een optionele strategie in de vertaling tegenover 267 vrije keuzes in de eerste hervertaling. In de laatste hervertaling liet hij 289 keer zijn voorkeur gelden. De verhoudingen van deze keuzes zijn afgebeeld in de figuren 2, 3 en 4 op pagina 18.

(18)

41%

48% 11%

De cirkeldiagrammen laten zien dat de keuzes in de hervertalingen procentueel gezien bijna gelijk zijn. Bart Vonck heeft in deze teksten in mindere mate de letterlijke lijn van de brontekst gevolgd en veel meer aan de originele tekst ‘gesleuteld’. Zo is het percentage ‘optionele strategieën’ in de hervertalingen vele malen groter dan het percentage in de vertaling: iets meer dan een derde deel van de vertaalprocedés bestaat in de twee laatste Nederlandse uitgaven uit voorkeuren van de vertaler. In de vertaling heeft Vonck niet zulke risico’s genomen en is meer trouw gebleven aan Pablo Neruda. Slechts 11 procent van de strategieën in die tekst betreft optionele keuzes. Figuur 5 laat in detail zien welke vertaalprocedés hoe vaak in welke teksten zijn ingezet. Dat de vertaling dichter bij de brontekst is gebleven, wil niet zeggen dat de begrijpelijkheid van die uitgave per definitie groter is. Vertaalprocedés Vertaling 1984 Hervertaling 2004 Hervertaling 2014 adaptatie optioneel 0 0 0 adaptatie verplicht 0 0 0 calque optioneel 0 0 0 calque verplicht 0 0 0 equivalentie optioneel 0 1 1 equivalentie verplicht 1 1 1 explicitering optioneel 0 0 0 explicitering verplicht 1 0 0 leenwoord optioneel 4 0 0 leenwoord verplicht 0 0 0 letterlijke vertaling 242 191 198

modulatie abstract ↔ concreet optioneel 0 5 5 modulatie abstract ↔ concreet verplicht 0 0 0 modulatie algemeen ↔ specifiek optioneel 5 5 5

26% 36% 38% Letterlijke vertalingen Verplichte strategieën Optionele strategieën 26% 37% 37%

Figuur 4 - Verhouding strategieën in tweede hervertaling Figuur 2 – Verhouding strategieën in vertaling Figuur 3 – Verhouding strategieën in eerste hervertaling

(19)

modulatie algemeen ↔ specifiek verplicht 0 1 1 modulatie groot ↔ klein optioneel 1 0 0 modulatie groot ↔ klein verplicht 1 1 1 modulatie handelende persoon optioneel 0 3 3 modulatie handelende persoon verplicht 0 0 0

modulatie inversie optioneel 9 60 53

modulatie inversie verplicht 114 101 105 modulatie oorzaak ↔ gevolg optioneel 0 0 0 modulatie oorzaak ↔ gevolg verplicht 0 0 0 modulatie ouderwets ↔ modern optioneel 0 1 1 modulatie ouderwets ↔ modern verplicht 0 0 0 modulatie passief ↔ actief optioneel 1 3 3 modulatie passief ↔ actief verplicht 0 0 0

tijdsverschil optioneel 1 2 11

tijdsverschil verplicht 0 0 0

toevoeging lidwoord optioneel 0 11 10

toevoeging lidwoord verplicht 3 8 8

toevoeging optioneel 11 62 64

toevoeging verplicht 109 97 98

toevoeging stijlfiguur optioneel 2 1 2

toevoeging stijlfiguur verplicht 0 0 0

transpositie optioneel 11 46 44

transpositie verplicht 25 35 33

weglating lidwoord optioneel 4 20 43

weglating lidwoord verplicht 3 3 2

weglating optioneel 14 45 42

weglating verplicht 21 26 25

weglating stijlfiguur optioneel 0 2 2

weglating stijlfiguur verplicht 0 0 0

Totaal 583 731 761

Figuur 5 - Vertaalprocedés in de vertaling en hervertalingen van Bart Vonck

De vertaalkeuzes van Bart Vonck hebben ook invloed gehad op de wijze waarop de imagologie uit de brontekst in de doelteksten tot uiting is gekomen. Het onderzoek van deze scriptie toont aan dat de bestaande imagologie, zoals beschreven door Neruda, meerdere malen door Vonck al dan niet bewust is gewijzigd. Figuur 6 op pagina 20 geeft precies aan hoe vaak er van de oorspronkelijke imagologie is afgeweken. Hoe recenter de Nederlandse uitgave, hoe meer wijzigingen in de imagologie. Daarnaast betreft het aantal aanpassingen in

(20)

de vertaling voornamelijk verzwakkingen, terwijl de imagologie in de hervertalingen vaker versterkt is.

Imagologie Vertaling 1984 Hervertaling 2004 Hervertaling 2014

versterkt 3 22 24

gelijk 270 252 245

verminderd 11 12 17

Figuur 6 - Imagologie in de vertaling en hervertalingen van Bart Vonck

Dit hoofdstuk betreft een doelmatige en bondige analyse van de belangrijkste vertaalverschuivingen in het licht van ideologie en imagologie. De meest voorkomende verschuivingen die vaak leiden tot een wijziging van de imagologie zijn in de volgende drie paragrafen gegroepeerd en verklaard. Voorbeelden illustreren het geheel. Zoals eerder in dit onderzoek is aangegeven, signaleert deze studie puur afwijkingen van imagologische beelden. De mate van de afwijking, een versterking dan wel vermindering, kan per voorbeeld verschillen. Zo kan het de ene keer om een grote, duidelijke wijziging gaan, terwijl er de andere keer sprake is van een nuanceverschil. In sommige gevallen overlappen de volgende drie categorieën elkaar in een voorbeeld. De scheidslijn tussen de paragrafen is dan ook niet heel strikt. Een voorbeeld wordt slechts één keer behandeld. Het kan dus voorkomen dat het ene verschijnsel in een andere categorie benoemd wordt. Niet alle vertaalstrategieën waarvoor Bart Vonck in zijn vertaling en hervertalingen heeft gekozen, komen in de paragrafen aan bod. De volledige analyse van de eerste tien verzen van de derde zang van de Canto General is als bijlage bij deze scriptie gevoegd.

2.1. Woordkeuze

Verschuivingen op woordniveau leiden vaak tot een wijziging van de imagologie. Deze wisselingen zijn meestal duidelijk herkenbaar. Het betreft vooral de woordkeuzes van de vertaler. Welke benaming gebruikt hij om een woord uit de brontekst in zijn doeltekst weer te geven? Uit de analyse van dit onderzoek is gebleken dat Bart Vonck in zijn vertaling (Neruda 1984) en hervertalingen (Neruda 2004; 2014) niet altijd voor een letterlijke vertaling van een woord heeft gekozen. Vooral in de hervertalingen zijn er meer verschuivingen op woordniveau. In die teksten heeft de vertaler zich vrijer door de tekst bewogen. Het toevoegen of weglaten van een woord of heel zinsdeel kan er daarnaast voor zorgen dat de boodschap van de brontekst verandert of zelfs verdwijnt. Ook kan dit gevolgen hebben voor de

(21)

imagologie van een tekst. De volgende voorbeelden tonen aan dat de vertaalkeuzes van Vonck grote gevolgen kunnen hebben voor de bestaande imagologie zoals die door Pablo Neruda in zijn brontekst is verwoord.

(1) vers I – vs. 3 BT en esta historia de martirios. [p. 63]

VT in deze geschiedenis van martelaarschappen. [p. 57]

1e H in deze geschiedenis van martelaarschappen. [p. 71]

2e H in die geschiedenis van martelaarschappen. [p. 38]

In dit vers vertaalt Vonck het woord martirios uit de brontekst drie maal als ‘martelaarschappen’. In de verzen VII en IX, respectievelijk in versregel 7 en 10, komt dit Spaanse woord met dezelfde vertalingen voor. Vanuit de optiek van dit onderzoek is de imagologie in Voncks teksten in alle gevallen verminderd, omdat hij over een ‘martelaarschap’ spreekt. Voor het woord martirio in voorbeeld 1 geeft het instituut Real

Academia Española (s.a.) drie betekenissen: “1. Het verdragen van marteling of sterfte door

geloof, idealen, etc.; 2. Veel pijn of leed, lichamelijk of geestelijk; 3. Lang en heel pijnlijk werk”. Van Dale (Vuyk-Bosdriesz 2009: 484) vertaalt martirio als ‘marteldood’ of ‘marteling’. De Dikke Van Dale (s.a.) beschrijft een martelaar als: “1. Iemand die zijn leven offert om zijn geloof niet te verzaken; 2. Iemand die veel lijdt voor een edele zaak of die het slachtoffer wordt van zijn beroep of bezigheden”. Het Koenen Woordenboek (Boer 2005: 664) spreekt ten slotte over: “1. Iemand die om een idee, met name om zijn geloof, zich marteling of dood getroost; 2. Iemand die lijdt”. De betekenissen die de bovenstaande woordenboeken geven, zijn niet eenduidig. Ook is niet geheel duidelijk vanuit welk perspectief de ‘martelaar’ wordt geduid: gaat het om het slachtoffer of de dader? Het is daarom lastig het woord martirio te verklaren. Gezien de rest van het vers is het zeer aannemelijk dat Neruda met martirios naar het lijden van de inheemse bevolking verwijst. Vanuit dat gegeven en het feit dat een martelaar vandaag de dag vooral te boek staat als iemand die bijvoorbeeld vanwege zijn geloof zijn leven offert, is de imagologie in Voncks teksten verminderd. De indianen stierven tijdens de Conquista namelijk niet uit vrije wil en hadden geen vrede met hun lijden. Al met al is de benaming ‘martelaarschappen’ in de Nederlandse teksten te meerduidig. Daardoor wankelt het imagologische beeld ook meer in Voncks uitgaven. Waarom heeft de vertaler niet voor het woord ‘martelingen’ gekozen? Deze vertaling dekt de lading volgens deze studie beter.

(22)

(2) vers I – vs. 17 BT gloria de Dios y de los hombres. [p. 63]

VT glorie van God en de mensen. [p. 57]

1e H eer en glorie van God en de mensen. [p. 71]

2e H eer en glorie van God en de mensen. [p. 38]

Aan de versregel in voorbeeld 2 is in de hervertalingen het woord ‘eer’ toegevoegd. Zij spreken over ‘eer en glorie’ in plaats van enkel ‘glorie’ zoals de brontekst het verwoordt. De optionele toevoeging in de laatste uitgaven van Vonck versterkt het medeleven met de inheemse bevolking: zij verdient alle lof. De imagologie is dan ook in de hervertalingen aangezet.

(3) vers II – vs. 10 BT bajaron los exterminadores, [p. 64]

VT zakten de vernielers af, [p. 58]

1e H daalden de uitroeiers af, [p. 72]

2e H daalden de uitroeiers af, [p. 39]

De softe benaming in de vertaling van voorbeeld 3 zorgt ervoor dat het stereotiepe beeld in die versregel verminderd is. Vonck spreekt in zijn tekst uit 1984 over ‘vernielers’. De Spanjaarden kwamen echter niet naar Latijns-Amerika om de boel te vernielen. Zij kwamen met het doel de inheemse bevolking aan hen te onderwerpen en deels uit te roeien. Daarover rept de brontekst wel, maar die bewoording ontbreekt in de vertaling.

(4) vers IV – vs. 13 BT (Hermano aterrado, no tomes [p. 67]

VT (Verschrikte boer, neem [p. 61]

1e H (Doodsbange broeder, neem niet [p. 75]

2e H (Doodsbange broeder, neem niet [p. 41]

Vonck gebruikt in de vertaling van voorbeeld 4 wederom een zwakke benaming om het woord aterrado uit de brontekst te vertalen. Het Spaanse woord duidt op angst: verschrikkelijk bang, doodsbang worden. De vertaling van Vonck draagt deze connotatie niet uit. ‘Verschrikt’ is een uiting die veel te licht aanvoelt. Het woord ‘angst’ komt er zelfs niet in voor, terwijl dat de connotatie is die overgebracht moet worden. Ook in dit voorbeeld is de imagologie in de vertaling verzwakt.

(23)

(5) vers IV – vs. 25 BT quiere otro paso, y todo cae [p. 67]

VT hij wil een stap verder, en alles valt [p. 61]

1e H hij wil meer, en alles valt [p. 75]

2e H hij wil meer en verder, en alles valt [p. 42]

In voorbeeld 5 legt de dubbele benaming ‘meer en verder’ in de tweede hervertaling nadruk op de hebzucht van Cortés. Hernán Cortés (1485 – 1547) was een Spaanse veroveraar die samen met Diego Velásquez in 1511 deelnam aan de verovering van Cuba. Velásquez vertrouwde hem in 1519 de voorbereiding toe van een expeditie naar Mexico. “Toen Diego Velásquez dat later wilde verhinderen, vertrok Cortés op eigen houtje (…) naar het huidige Mexico. Cortés deed eerst Cozumel en Tabasco aan, stichtte daarna Veracruz, en ging een alliantie aan met de Cempoalteken en de Tlaxcalteken tegen de Azteken” (Neruda 2014: 451). De Azteken boden echter grimmig weerstand en tijdens de ‘Droevige Nacht’ moest Cortés zich terugtrekken. Later ondernam de veroveraar nog expedities naar Honduras en Californië. De Spanjaard was dus zeer ambitieus in zijn werk en dat wordt door de tweede hervertaling van Vonck benadrukt. Aangezien de bewoordingen ‘meer en verder’ niet als zodanig in de brontekst voorkomen, is de imagologie in de laatste versie van Vonck versterkt.

(6) vers V – vs. 11 BT (Entraron matando a caballo, [p. 68]

VT (Ze kwamen te paard binnen en doodden, [p. 62]

1e H (Ze kwamen binnen te paard en moordden, [p. 77]

2e H (Ze vielen binnen te paard en moordden, [p. 42]

De woordkeuzes in de hervertalingen van voorbeeld 6 beïnvloeden de imagologie van Neruda’s tekst. Zo kiest de tweede hervertaling voor het woord ‘binnenvallen’, anders dan het neutrale entrar in de brontekst. ‘Binnenvallen’ duidt op een verrassing waardoor er nadruk wordt gelegd op de onvoorziene invasie van de Spanjaarden. De indianen wisten van niets en waren volkomen weerloos. Het stereotiepe beeld is in deze hervertaling versterkt. Daarnaast spreken de hervertalingen over ‘moorden’, terwijl het origineel eerder over ‘doden’ spreekt. Dit nuanceverschil zorgt ervoor dat de imagologie in de hervertalingen steviger wordt aangezet. De imagologische verwijzingen in de tweede hervertaling zijn daarmee twee keer toegenomen. Iemand ‘vermoorden’ heeft immers een krachtigere connotatie dan iemand ‘doden’.

(24)

(7) vers V – vs. 16 BT matando la flor del reinado, [p. 68]

VT vermoorden de bloem van het rijk, [p. 62]

1e H ze vermoordden het kruim van het koninkrijk, [p. 77]

2e H ze vermoordden het kruim van het koninkrijk, [p. 43]

De hervertalingen in voorbeeld 7 spreken wederom over ‘vermoorden’, anders dan het meer neutrale ‘doden’ in de brontekst. Ook de vertaling gebruikt deze benaming. De zwaardere connotatie die aan de bewoording kleeft, zorgt ervoor dat de imagologische verwijzing in de vertaling en hervertalingen steviger is aangezet. Bovendien is de imagologie in de hervertalingen dubbel geaccentueerd. De twee meest recente versies van Vonck spreken namelijk over het ‘kruim’ van het koninkrijk dat vermoord is. Een kruim is een zacht binnenste. In de context van het vers betekent het kruim het ‘hart van het rijk’; het hart is weggerukt en vermoord. Daarmee is de ziel van de inheemse bevolking verwoest. Het gevoel van de gebeurtenis is dus veel sterker in de hervertalingen verwoord. De brontekst en vertaling spreken over de verwoesting van de ‘bloem’. De laatste vertaalverschuiving die in dit voorbeeld voorkomt, is de toevoeging van een stijlfiguur in de vertaling. Vonck heeft in deze tekst een praesens historicum optioneel toegevoegd. Dit stijlfiguur betreft het gebruik van de tegenwoordige tijd om naar het verleden te verwijzen. Het geeft een vertelling een levendig karakter. De gebeurtenis wordt daarnaast dichter bij de lezer gebracht alsof deze net heeft plaatsgevonden. De toevoeging van het stijlfiguur is een voorkeur van de vertaler en betreft verfraaiing van stijl. In dit geval heeft het niets met imagologie te maken.

(8) vers V – vs. 17BT hundiendo hasta el codo en la sangre [p. 68]

VT terwijl ze tot aan de enkel in het bloed (…) wegzakten [p. 62]

1e H tot aan hun ellebogen zonken ze in het bloed [p. 77]

2e H tot aan hun ellebogen zonken ze in het bloed [p. 43]

Voorbeeld 8 toont een groot verschil tussen de versregels. Op woordniveau benoemt Vonck in zijn vertaling een heel ander lichaamsdeel dan in de brontekst en hervertalingen. Deze verandering heeft tevens een verzwakking van de imagologie tot gevolg. Wellicht gaat het hier om een fout van de vertaler. Het voorbeeld blijft echter interessant, omdat het effect op het imagologische beeld heel groot is. Tot je ‘enkel’ in het bloed zakken is immers minder ver dan tot je ‘ellebogen’ wegzinken, zoals de andere versregels stellen. De hoeveelheid bloed is

(25)

in die teksten vele malen groter. Het stereotiepe beeld in de vertaling wordt tevens mede verzwakt doordat het werkwoord uit de brontekst in de doeltekst helemaal achteraan, op de volgende versregel, is geplaatst. De verhouding tussen het bloed en het wegzakken wordt daardoor pas later duidelijk. De hoeveelheid bloed van de indianen wordt daarnaast nog eens in de hervertalingen benadrukt door het toepassen van modulatie. Inversie zorgt ervoor dat de lezer zich realiseert om hoeveel bloed het eigenlijk gaat, omdat er meer nadruk op de ellebogen komt te liggen. De imagologie in de hervertalingen is dan ook versterkt.

(9) vers VI – vs. 1 BT Alvarado, con garras y cuchillos, [p. 69]

VT Alvarado viel, met enterhaken en messen [p. 63] 1e H Met enterhaken en messen overviel Alvarado [p. 78] 2e H Met enterhaken en messen heeft Alvarado (…) overvallen [p. 43]

De imagologische verwijzing is in de hervertalingen van voorbeeld 9 twee keer aangezet. Op de eerste plaats leggen de hervertalingen nadruk op de wapens en daarmee op het wrede karakter van Pedro de Alvarado (1485 – 1541). Deze Spaanse veroveraar stond bekend om zijn wreedheid. “Met Cortés (Hernán red.) was hij verantwoordelijk voor de uitroeiing van de Azteekse adel en dus voor de beroemde Spaanse aftocht van de ‘Droevige Nacht’” (Neruda 2014: 446). Door modulatie (inversie) in de hervertalingen toe te passen, accentueert Vonck optioneel het gewelddadige karakter van de man. De wapens van Alvarado krijgen namelijk extra nadruk, omdat het de eerste versregel van het gedicht betreft. Vonck begint het vers niet met Alvarado, maar met zijn wapens. Op de tweede plaats is de imagologie in de hervertalingen steviger aangezet doordat zij over ‘overvallen’ spreken, anders dan het neutrale

caer in de brontekst (vs. 2). Vonck geeft daarmee aan dat Alvarado het inheemse volk heeft

verrast; het had de invasie van de Spanjaarden niet verwacht. Het stereotiepe beeld van weerloze indianen wordt daardoor aangedikt. Bovendien is er in de tweede hervertaling een andere vertaalverschuiving waar te nemen die verder niet van invloed is op de imagologie. Vonck heeft de tijdsvorm in de meest recente Nederlandse uitgave aangepast. De verleden tijdsvorm van de brontekst (pretérito indefinido) is veranderd in de voltooid tegenwoordige tijd. Deze tijdsvorm brengt de lezer dichter bij de gebeurtenis. Waar de oorspronkelijke verleden tijd duidelijk maakt dat handelingen in het verleden zijn afgesloten, drukt de tegenwoordige tijd juist het gevoel uit dat iets net is gebeurd en nog vers in het geheugen ligt. De vertaler kiest in zijn tweede hervertaling vaker voor de optionele voltooid tegenwoordige

(26)

tijd. Figuur 5 op pagina 18 laat zien dat deze verandering elf keer in de eerste tien verzen van de derde zang voorkomt.

(10) vers VII – vs. 2 BT de tu mansión lleva una gota [p. 69]

VT van je woning draagt een druppel [p. 64]

1e H van je woning kleeft een druppel [p. 79]

2e H van je woning kleeft een druppel [p. 43]

Voorbeeld 10 laat zien dat zelfs een nuanceverschil de imagologie van een tekst kan beïnvloeden. De negatieve connotatie die het woord ‘kleeft’ in de hervertalingen met zich meebrengt, maakt dat de imagologische verwijzing in die versregels wordt versterkt. De optionele benaming ‘kleven’ is anders dan het neutrale llevar in de brontekst. De Nederlandse benaming heeft iets dreigends over zich.

(11) vers IX – vs. 13-14 BT el aullido infame en la selva

original, el acechante [p. 71]

VT het eerloze gehuil in het oerwoud,

de belagende [p. 66]

1e H het snode gejank in het oerwoud,

de sluipgang [p. 81]

2e H het snode gejank in het oer-

woud, de sluipgang [p. 45]

In de veertiende versregel van vers IX ontbreekt in de vertaling en hervertalingen van Vonck een heel woord uit de brontekst. In voorbeeld 11 wordt duidelijk dat het om het woord

original gaat. De vertaler heeft de formulering optioneel en ten onrechte in zijn teksten

weggelaten. De dertiende versregel geeft in dit voorbeeld de context die nodig is om de versregel daarop en de onterechte weglating van original te begrijpen. Het weggelaten Spaanse woord hoort in de brontekst bij la selva (‘het oerwoud’) dat oorspronkelijk (original) eigendom was van de indianen. Nu is er op de plek het ‘snode gejank’ van de Spanjaarden te horen. Het oerwoud is dus van de inheemse bevolking afgenomen. Dit oorspronkelijke bezit wordt in de brontekst duidelijk gemaakt met de verwijzing original. Het ontbreken van dit

(27)

cruciale woord in de teksten van Vonck maakt dat de imagologie daarin verminderd is. De verwijzing naar het verlies en leed van de indianen ontbreekt.

(12) vers IX – vs. 38 BT en un palo. Sus ojos muertos [p. 72]

VT gestoken. Zijn dode ogen [p. 67]

1e H op een paal. Daar stond het. [p. 82]

2e H op een paal. Daar stond het. [p. 45]

Waar de hervertalingen in voorbeeld 11 een woord uit de brontekst compleet hebben weggelaten, hebben ze in de versregel van voorbeeld 12 maar liefst drie woorden optioneel toegevoegd. Voncks laatste twee uitgaven voegen zelf een nieuwe zin toe: ‘Daar stond het’. Met die zin benadrukken ze de dood van Vasco Núñez de Balboa (1475 – 1517), een Spaanse zeevaarder en ontdekker van Panama (1513) en de Stille Oceaan (Neruda 2014: 448). Pedrarias was verantwoordelijk voor zijn dood. Het is het pseudoniem van Pedro Arias Dávila (1440 – 1530), een Spaanse veroveraar die beter bekendstond onder de naam Pedrarias Dávila. “Hij veroverde Nicaragua en stichtte in 1518 Panama, waarvan hij gouverneur werd. In een vlaag van afgunst beval hij Núñez de Balboa te vermoorden” (Neruda 2014: 461). Door de dood van Balboa in een nieuwe zin te benadrukken, is het stereotiepe beeld in de hervertalingen steviger aangezet.

(13) vers IX – vs. 41 BT en un goterón de inmundicia [p. 72]

VT in een druppelen van vuil bloed [p. 67]

1e H als een grote druppel vuil [p. 82]

2e H als één grote druppel vuil [p. 46]

In voorbeeld 13 is de imagologie in de vertaling versterkt. Deze tekst spreekt als enige over ‘bloed’ en legt daarmee nadruk op de dood van Balboa. Daarnaast ontstaat door de optionele toevoeging van ‘bloed’ de constructie ‘vuil bloed’. Er lijkt daarmee te worden gesuggereerd dat Balboa ‘vuil bloed’ aan zijn handen heeft. De Spanjaard heeft inderdaad met veel geweld het inheemse volk aan zich onderworpen, maar deze suggestie ontbreekt in de brontekst. De imagologie in de vertaling wordt dan ook door deze toevoeging en suggestie enorm verstevigd.

(28)

26% 19% 48% 7% 16% 13% 68% 3% Toevoeging lidwoord optioneel Toevoeging lidwoord verplicht Weglating lidwoord optioneel Weglating lidwoord verplicht 0% 30% 40% 30%

2.2. Toevoeging of weglating van lidwoorden

Het toevoegen of weglaten van lidwoorden in de doelteksten lijkt op het eerste gezicht weinig te veranderen aan de brontekst. Toch kunnen deze vertaalverschuivingen van invloed zijn op de manier waarop de imagologie tot uiting komt. In de volgende opsomming wordt duidelijk hoe vaak er lidwoorden zijn toegevoegd en weggelaten in de Nederlandse teksten van Bart Vonck. Het is raadzaam om het schema van figuur 5 op pagina 18 ter verduidelijking naast de beschrijving te houden. Vonck heeft in zijn vertaling (Neruda 1984) drie keer een lidwoord toegevoegd. In alle drie de gevallen gaat het om een verplichte vertaalstrategie. Zeven keer heeft de vertaler in deze tekst een lidwoord weggelaten, waarbij dat vier keer een optionele keuze was. In totaal hebben deze wijzigingen ervoor gezorgd dat drie versregels door het weglaten van een lidwoord algemener zijn geworden ten opzichte van de brontekst. De eerste hervertaling (Neruda 2004) telt negentien toegevoegde lidwoorden. Elf toevoegingen betreffen een keuze van de vertaler. Drieëntwintig lidwoorden zijn door Vonck weggelaten, waarbij taalregels dit slechts drie keer aan de vertaler oplegden. In totaal zijn zes versregels in de eerste hervertaling specifieker geworden ten opzichte van de brontekst door het toevoegen van lidwoorden. Veertien versregels zijn door weglatingen een stuk algemener geworden. De tweede hervertaling (Neruda 2014) heeft achttien keer een lidwoord toegevoegd, waarvan er tien op een optionele keuze berusten. Maar liefst vijfenveertig lidwoorden zijn door de vertaler weggelaten. Slechts in twee van de gevallen was dat een verplichting. In totaal telt de tweede hervertaling vier versregels die door het toevoegen van lidwoorden specifieker zijn geworden. Daarentegen hebben zevenendertig versregels een algemene indruk gekregen ten opzichte van de brontekst. De figuren 7, 8 en 9 geven de verhoudingen weer in het toevoegen en weglaten van lidwoorden.

Figuur 7 - Verhouding strategieën in vertaling

Figuur 8 - Verhouding

strategieën in eerste hervertaling

Figuur 9 - Verhouding strategieën in tweede hervertaling

(29)

De cirkeldiagrammen laten zien dat het aandeel optionele keuzes in de hervertalingen veel groter is dan in de vertaling. Procentueel gezien zijn er veel overeenkomsten tussen de laatste twee versies van Vonck. De voorkeuren van de vertaler om een lidwoord weg te laten, drijft echter een wig tussen de hervertalingen. Op dat vlak is de inbreng van de vertaler veel meer aanwezig in de tweede hervertaling.

Het weglaten van lidwoorden is niet alleen afhankelijk van de keuze van de vertaler. Lidwoorden kunnen ook op een algemeen, generiek gebruik duiden. De term ‘generiek’ verwijst volgens Manuel Leonetti (2000: 870) naar soorten entiteiten en niet naar concrete objecten of specifieke aantallen. Lidwoorden kunnen op drie manieren in het Spaans naar deze generieke toepassingen verwijzen: door het gebruik van een bepaald lidwoord in het enkelvoud, een bepaald lidwoord in het meervoud en een onbepaald lidwoord in het enkelvoud (Leonetti 2000: 871). De zinnen in voorbeeld 14 (Rigau 2000: 327) illustreren de generieke toepassing:

(14) El hombre es mortal. Los hombres son mortales.

Un hombre es mortal / un ser mortal. * Unos hombres son mortales.

Een algemene interpretatie door een onbepaald lidwoord in het meervoud is niet mogelijk in het Spaans (Rigau 2000: 327). In het Nederlands zijn er andere toepassingen van de generieke interpretatie, zoals voorbeeld 15 laat zien. Beide talen lopen niet parallel aan elkaar.

(15) De mens is sterfelijk. * De mensen zijn sterfelijk. * Een mens is sterfelijk.

In dit voorbeeld is het in het Nederlands foutief om met een bepaald lidwoord in het meervoud of een onbepaald lidwoord naar de mens te verwijzen. Wel spreken we over ‘Mensen zijn sterfelijk’. Deze constructie is in het Spaans echter weer onmogelijk omdat de taal verplicht dat een lidwoord voorafgaat aan een zelfstandig naamwoord.

(30)

Bovenstaande lidwoorden verwijzen allemaal naar iets algemeens: hetzij een soort individu of entiteit, hetzij een verzameling van individuele elementen. Dat een lidwoord uit een Spaanse brontekst in een Nederlandse vertaling wordt weggelaten, kan te maken hebben met deze algemene indrukken. De Nederlandse taal verplicht de vertaler dan bijvoorbeeld een lidwoord weg te laten, omdat de letterlijke uitdrukking in het Spaans grammaticaal gezien niet klopt in het Nederlands. Er verandert dan inhoudelijk niet veel aan de interpretatie; beide zinnen verwijzen nog steeds naar een generieke entiteit. In onderstaande voorbeelden uit de Canto heeft Vonck zo nu en dan lidwoorden weggelaten. Het betreft hier een optionele keuze van de vertaler. Niet in elke zin van de vertaling of hervertalingen worden de lidwoorden namelijk weggelaten. De Nederlandse taal legt dan ook geen verplichtingen aan Vonck op om het lidwoord niet te gebruiken. Deze studie gaat ervan uit dat het weglaten van de taalelementen van invloed is op de oorspronkelijke imagologie. De generieke verwijzingen in de tekst kunnen echter ook een rol spelen. Zoals Vonck in paragraaf 3.2 op pagina 45 aangeeft, heeft hij de lidwoorden vooral vanuit een ritmisch perspectief weggelaten. Zonder de lidwoorden zit er veel meer vaart in de verzen.

(16) vers VI – vs. 6 BT fue la caja caudal de los ladrones, [p. 69]

VT hij was de schatkist van de boeven, [p. 63]

1e H was de brandkast van de dieven, [p. 78]

2e H hij was de brandkast van dieven, [p. 43]

In voorbeeld 16 zorgt het weglaten van het lidwoord in de tweede hervertaling voor vervlakking en een meer algemene indruk. ‘Dieven’ verwijst naar de Spanjaarden. Door het lidwoord weg te laten, wordt een duidelijke verwijzing naar hen opgeheven. De nadruk van de verwijzing vervalt. Daarmee vermindert ook de imagologie. Het sluwe karakter van de Spanjaarden, het volk als een stel dieven, wordt minder beklemtoond. De imagologie is in de vertaling eveneens verminderd, maar door een verschuiving op woordniveau. De vertaling spreekt over ‘boeven’, anders dan ladrones in de brontekst. Neruda doelt in zijn tekst op het stelen van de Spanjaarden onder leiding van Pedro de Alvarado (1485 – 1541). Deze Spaanse veroveraar was een wrede man. Alvarado pakte alles van de inheemse bevolking af: niet alleen hun bezittingen. De benaming ‘boeven’ in de vertaling dekt de lading dus niet. De imagologische verwijzing uit de brontekst naar de handel en wandel van de Spanjaarden vervalt daarmee.

(31)

(17) vers VII – vs. 4 BT por el hocico de los tigres. [p. 69]

VT door de muil van tijgers. [p. 64]

1e H door de tijgermuilen verslonden. [p. 79]

2e H oud bloed dat tijgersnuiten verslonden. [p. 43]

In de vertaling en tweede hervertaling van voorbeeld 17 is de imagologie verminderd als gevolg van het weglaten van het lidwoord. Het lidwoord legt juist nadruk op de Spanjaarden als wrede tijgers. Het weglaten van het lidwoord, dat in de brontekst voorafgaat aan het woord

tigres, leidt in de twee Nederlandse teksten tot vervlakking. ‘Tijgers’ en ‘tijgersnuiten’

verwijzen niet meer direct naar de Spanjaarden. Doordat het lidwoord door Vonck is weggelaten, vervalt de duidelijke verwijzing naar hen. Daarmee wordt ook het stereotiepe beeld afgevlakt.

(18) vers VIII – vs. 6 BT Y el humo no vuelve del cielo. [p. 70]

VT En de rook keert niet terug uit de hemel. [p. 65]

1e H En rook komt niet terug uit de hemel. [p. 80]

2e H En de rook keert niet terug uit de hemel. [p. 44]

In de eerste hervertaling van voorbeeld 18 wordt de imagologie in de versregel door het weglaten van het lidwoord juist versterkt. De omissie werkt generaliserend: rook in alle vormen komt nooit meer terug. Met de weglating van het lidwoord wordt een groter geheel aangeduid, namelijk alle ellende als gevolg van de Conquista. De verovering van Spaans-Amerika heeft onder meer veel levens aan de kant van de inheemse bevolking gekost. Hun ziel, hun ‘rook’, komt nooit meer terug op aarde.

(19) vers IX – vs. 9 BT y de las uñas de los perros [p. 71]

VT en vanuit de nagels van de honden [p. 66]

1e H hondennagels joegen het vlees [p. 81]

2e H en hondennagels joegen het vlees [p. 45]

In voorbeeld 19 leidt het weglaten van het lidwoord wederom tot een algemene uitdrukking en vervlakking. In de hervertalingen ontbreekt een lidwoord dat voorafgaat aan ‘hondennagels’. De ‘hondennagels’ slaan op de nagels, ook wel ‘klauwen’, van de

(32)

Spanjaarden. Door het lidwoord weg te laten, wordt de nadruk daarop opgeheven. De duidelijke verwijzing verdwijnt. Daardoor is er ook vervlakking van de imagologie. De verwijzing bestaat nog wel, maar is niet meer duidelijk en specifiek aanwezig. Het imagologische beeld in de hervertalingen verdwijnt deels naar de achtergrond.

(20) vers IX – vs. 15 BT paso del hierro y del bandido. [p. 71]

VT stap van het ijzer en van de bandiet. [p. 66]

1e H van ijzer en boef. [p. 81]

2e H van ijzer en boef. [p. 45]

De stereotypen zijn in de hervertalingen van voorbeeld 20 tot twee keer toe verminderd. Aan de ene kant zorgt het weglaten van de twee lidwoorden in de laatste twee versies van Vonck voor een algemene indruk en vervlakking. Dit geldt voornamelijk voor de benaming ‘boef’, die naar de Spanjaarden verwijst. Wederom wordt door de weglating van de lidwoorden de duidelijke verwijzing naar het Spaanse volk opgeheven. De imagologische verwijzing is minder duidelijk. Aan de andere kant is de benaming ‘boef' in de hervertalingen te soft geformuleerd ten aanzien van de brontekst. De originele tekst van Neruda spreekt over een

bandido, oftewel een ‘bandiet’ of ‘struikrover’. De term in de hervertalingen heeft

daarentegen een zachtere connotatie en is minder specifiek dan de brontekst, waardoor de imagologie nog eens verminderd wordt.

(21) vers IX – vs. 33 BT de los torvos adelantados, [p. 72]

VT van de grimmige adelantado's [p. 67]

1e H van de grimmige gouverneurs, [p. 82]

2e H van grimmige gouverneurs, [p. 45]

Voorbeeld 21 toont aan dat er een lidwoord mist in de tweede hervertaling. De directe verwijzing naar de Spaanse ‘grimmige gouverneurs’ ontbreekt daardoor. De versregel is algemener en oppervlakkiger geworden en de nadruk op de verwijzing naar de Spanjaarden is grotendeels verdwenen. Daardoor wijkt de imagologie in de tweede hervertaling af van het origineel: het stereotiepe beeld is verzwakt. In de vertaling heeft Vonck voor een optioneel leenwoord gekozen. Dit vertaalprocedé heeft alles met stijl te maken. De vertaler probeert de ‘smaak’ van de brontaalcultuur in de doeltekst te vatten. Mogelijk wilde Vonck met deze

(33)

vertaalkeuze het vreemde benadrukken, zodat de lezer zich in de situatie van de inheemse bevolking kan verplaatsen. Net als de lezer waren de indianen namelijk onbekend met de

adelantados. Ook zij wisten niet wat dat precies waren. Deze vertaalstrategie is niet zozeer

van invloed op de imagologie, maar toont wel aan dat de leesbaarheid van een tekst niet per definitie groter is als deze dicht bij de brontekst blijft. Vonck probeert de sfeer van de gebeurtenissen met deze directe strategie over te brengen, maar raakt daarbij wel de begrijpelijkheid van de tekst kwijt.

(22) vers X – vs. 14 BT y un trueno torrencial llenó la tierra. [p. 73]

VT en een donderende stortvloed vulde de aarde. [p. 68]

1e H van overweldigende donder liep de aarde vol. [p. 83]

2e H en van overweldigende donder liep de aarde vol. [p. 46]

Het weglaten van het lidwoord in de hervertalingen van voorbeeld 22 zorgt voor vervlakking en een meer algemene indruk. ‘Overweldigende donder’ verwijst naar het geweld dat de Spanjaarden bij hun ontdekking van de ‘Nieuwe Wereld’ gebruikten. Door het lidwoord weg te laten, wordt een duidelijke verwijzing naar dat geweld opgeheven. De nadruk van de verwijzing vervalt. Daarmee verdwijnt ook de imagologie deels in deze versregels. De agressie en bruutheid van het Spaanse volk worden minder beklemtoond.

(23) vers X – vs. 29 BT Novio mortal, la traición cumplía. [p. 73] VT Sterfelijke geliefde, het verraad voltrok zich. [p. 68] 1e H O, vergankelijke geliefde, het verraad werd volbracht. [p. 83] 2e H Vergankelijke geliefde, verraad werd volbracht. [p. 46]

Ook in de tweede hervertaling van voorbeeld 23 is het lidwoord weggelaten, wat een algemene en oppervlakkige indruk geeft. ‘Verraad’ duidt op het verraad van de Spanjaarden, maar die duidelijke verwijzing is door omissie verdwenen. Daardoor is ook de imagologie sterk verminderd in de versregel uit 2014. Op de hervertalingen zijn daarnaast vertaalstrategieën toegepast die te maken hebben met stijl. Zo is de tijdsvorm optioneel gewijzigd van de verleden tijd (pretérito imperfecto) naar de voltooid verleden tijd. Ook is de stijl in de hervertalingen verfraaid door het woord ‘o’ toe te voegen. In vers X is dit woord in de eerste hervertaling drie keer toegevoegd. In de tweede hervertaling blijft het bij één keer. Door de toevoeging van ‘o’ wordt de ‘vergankelijke geliefde’ sterker aangeroepen. Deze

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Participatie van leden, zo is de conclusie van deze beschouwing, kan geen doel op zich zijn van een politieke partij die naar interne democratie streeft, maar is

Voordat de herbehandeling met antibiotica wordt ingesteld, moet de oorspronkelijke diagnose van de ziekte van Lyme opnieuw worden beoordeeld en moeten artsen de patiënt beoordelen

Op grond van artikel 34 Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) lid 1 en lid 3 stelt het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Cocensus de ontwerpbegroting

plaatsen; misschien uit angst, misschien uit arglist, misschien omdat het lot van Troje het zo gewild had, maar Capys en zij die er een gezondere mening op nahielden, raden aan

Komende maanden wordt het inrichtingsplan voor de openbare ruimte verder uitgewerkt naar een Definitief Ontwerp.. De openbare ruimte is nodig voor parkeren, het terug brengen van

De noodzaak om de gehele bijbel te vertalen was immers duidelijk uitgesproken; een nieuwe vertaling van het Oude Testament werd door Grosheide urgenter geacht dan die van het Nieuwe

In deze bijdrage wil ik nagaan hoe de Tsjechische vertalingen van twee werken van Antoon Coolen werden ontvangen, namelijk Kinderen van ons volk en Het donkere licht.. Daarbij

Voordat de herbehandeling met antibiotica wordt ingesteld, moet de oorspronkelijke diagnose van de ziekte van Lyme opnieuw worden beoordeeld en moeten artsen de patiënt beoordelen