• No results found

De nieuwe feministische boekencultuur: Onderzoek naar de veranderende Nederlandse feministische auteursfunctie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De nieuwe feministische boekencultuur: Onderzoek naar de veranderende Nederlandse feministische auteursfunctie"

Copied!
63
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De nieuwe feministische boekencultuur

Onderzoek naar de veranderende Nederlandse feministische auteursfunctie

Universiteit van Amsterdam

Masterscriptie Nederlandse taal en cultuur Begeleider: dhr. dr. G.E.H.I. Franssen 15 juni 2018

Wietske Klomp 10561900

(2)

Inhoudsopgave

1. Inleiding...2

2. Auteurschap, feminisme en boekencultuur...6

2.1 Auteursfunctie en discours...6

2.2 De tweede en derde feministische golf...8

2.3 Boekencultuur...10

2.4 Auteurschap en het publieke figuur...12

3. De schaamte voorbij: een persoonlijke geschiedenis van Anja Meulenbelt...14

3.1 Meulenbelt als vrouw...14

3.2 Meulenbelt als schrijfster en publiek figuurlijk...17

3.3 Meulenbelt gepositioneerd als vrouw...19

3.4 Meulenbelt gepositioneerd als auteur en publiek figuur...22

3.5 De schaamte voorbij in de boekencultuur...23

3.6 De positie van Anja Meulenbelt...26

4. Stout: Over flirten, succes, macht, lingerie en erotiek van Heleen Van Royen en Marlies Dekkers ...27

4.1 Van Royen en Dekkers als vrouwen...28

4.2 Van Royen en Dekkers als schrijfsters en publieke figuren...30

4.3 Van Royen en Dekkers gepositioneerd als vrouwen...33

4.4 Van Royen en Dekkers gepositioneerd als...35

4.5 Stout in de boekencultuur...36

4.6 De positie van Heleen van Royen en Marlies Dekkers...38

5. Antiglamour van Carice Van Houten en Halina Reijn...40

5.1 Van Houten en Reijn als vrouwen...41

5.2 Van Houten en Reijn als schrijfsters en publieke figuren...45

5.3 Van Houten en Reijn gepositioneerd als vrouwen...47

5.4 Van Houten en Reijn gepositioneerd als schrijfsters en publieke figuren...49

5.5 Antiglamour in de boekencultuur...50

5.6 De positie van Carice van Houten en Halina Reijn... 52

6. Conclusie...54

Bibliografie...57 1

(3)

1. Inleiding

In de naoorlogse literatuur gaan feminisme, literatuur en auteurschap vaak hand in hand. Anja Meulenbelt kan worden gezien als een voorbeeld van dit fenomeen. Ze schreef dé Nederlandse

feministische klassieker De schaamte voorbij: een persoonlijke geschiedenis, gepubliceerd in 1976. Dit werk kan worden gezien als het toonbeeld van de tweede feministische golf (Van de Loo 152, Van de Weijer en Terlien 23, Meijer 2010 223). Het is een roman waarmee Meulenbelt zichzelf niet alleen positioneert als schrijfster, maar ook als vrouw en publiek figuur. Deze positionering weerspiegelt zich in de receptie van de roman, waaronder in een onderzoek over schrijvende vrouwen van

literatuurwetenschapper Maaike Meijer. Zo legt zij uit dat Meulenbelt middels De schaamte voorbij het feminisme destijds zichtbaar heeft gemaakt als sociale beweging: “De schaamte voorbij bracht in verhalende vorm het politieke programma dat in de radicaal-feministische praatgroepen van de vroege jaren zeventig was ontwikkeld” (Meijer 2010 223). Dat Meulenbelt de keuze heeft gemaakt om in verhalende vorm dit politieke programma te brengen en zichzelf te positioneren door middel van een boek, wordt niet bevraagd door Meijer. Het lijkt, als men ook kijkt naar verschillende recensies van De

schaamte voorbij, zelfs een natuurlijke keuze te zijn geweest van Meulenbelt: “In De schaamte voorbij

schrijft ze vanuit de overtuiging, dat het persoonlijke politiek is; juist door met anderen over

persoonlijke ervaringen te praten of deze ervaringen op papier te zetten” (Van der Veen 14). In deze recensie uit het Nieuwsblad van het Noorden komt naar voren dat haar overtuiging het best naar voren komt doordat ze haar ervaringen heeft uitgegeven in boekvorm. Het boek als medium wordt gezien als een vanzelfsprekende keuze waarmee Meulenbelt zichzelf positioneert als schrijfster, vrouw en publiek figuur.

Echter, er kan worden gesteld dat de positie van de auteur, en daarmee ook het medium

waarmee de auteur zich uit, is veranderd in de hedendaagse cultuur. Zoals Della Robinson, werkzaam aan de universiteit van West-Australië, aangeeft: “Since the 1970s, there has been a steady increase in proximity between popular entertainment and literary authorship” (Robinson 1). Het schrijverschap wordt beïnvloed door verscheidene media, waardoor het boek niet meer als vanzelfsprekend medium wordt gezien. Als men kijkt naar schrijvers van nu, zien we dat er meerdere mediavormen in gebruik zijn. Schrijvers gebruiken niet enkel het boek als medium om zichzelf te positioneren, maar ook andere mediavormen zoals webpagina's, blogs, podcasts of sociale media (Facebook, Twitter, YouTube) (Robinson 2). De beeld van de schrijver is veranderd: een auteur hoeft geen boek te schrijven om deze positie in te nemen. Wat is er veranderd ten opzichte van de jaren zeventig? Om deze verandering te

(4)

onderzoeken zal ik een vergelijking trekken tussen schrijverschap en boekencultuur in de jaren zeventig en de jaren 2000, waarbij de focus zal liggen op de positionering van en door vrouwelijke schrijvers, als vrouw, schrijfster en publiek figuur.

Om de positionering van schrijfsters als vrouwen te onderzoeken zal de positionering worden geplaatst in de historische context van het feminisme. Na de tweede feministische golf van de jaren zeventig waarin het werk van Meulenbelt centraal staat, ontstaat er in de jaren negentig een derde feministische golf (Schuster 648). Alleen over specifieke literatuur van de derde feministische golf is niet veel bekend. Is er eigenlijk wel een Nederlands literair werk dat kan worden aangewezen als toonbeeld van de derde feministische golf? In 2007 zijn Heleen van Royen en Marlies Dekkers een samenwerking aangegaan om een boek te schrijven over vrouwen, seks, macht en succes. Dit boek heeft de titel Stout: over flirten, succes, macht, lingerie & erotiek gekregen, waarmee 'stout' niet enkel een seksuele connotatie heeft, maar ook door de schrijfsters geassocieerd wordt met succes en macht. Verder lijken actrices Carice van Houten en Halina Reijn op dezelfde lijn als deze vrouwen te zitten, want in 2013 publiceren zij een boek, genaamd Antiglamour, dat veel raakvlakken vertoont met Stout. Beide boeken bevatten onder andere veel beeldmateriaal en korte autobiografische teksten met seks als terugkerend thema. Verder kunnen beide boeken ook in het feminisme worden gesitueerd, specifieker in de derde feministische golf (deze situering zal in dit onderzoek nader worden toegelicht). Naast dat de schrijfsters van deze boeken zich als vrouwen positioneren (en zo worden gepositioneerd), speelt ook hun positionering als publiek figuur een rol. Zo zijn Carice van Houten en Halina Reijn grote actrices en is Marlies Dekkers een bekende modeontwerpster. Dus er is sprake van een vervaging van het auteurschap en een verandering van de positie van het boek, zoals zal blijken uit de analyses.

Deze overeenkomende aspecten maken dat de twee werken samen geschikte

onderzoeksobjecten zijn. In dit onderzoek zullen deze onderzoeksobjecten vergeleken worden met het derde, eerder aangehaald object: Meulenbelts De schaamte voorbij. In eerste instantie lijkt een

vergelijking tussen de 'feministische bijbel' (Van Loo 155) en Stout en Antiglamour vergezocht, het tegendeel is echter waar. Alle drie de boeken kunnen worden gezien als een middel waarmee de schrijfsters zichzelf positioneren en worden gepositioneerd op drie verschillende manieren: als

schrijfsters, als vrouwen en als publieke figuren. In tegenstelling tot Meulenbelts boek is er in relatie tot

Stout en Antiglamour niet eerder gepubliceerd over de positionering van en door de schrijfsters. Wel is

Van Royens positie als schrijfster eerder aangehaald in wetenschappelijke artikelen, waaronder in een artikel van Hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde Mary Kemperinks over de positionering van

(5)

een auteur: “Voor Heleen van Royen en Saskia Noort bijvoorbeeld lijken sexy filmsterren en

fotomodellen als model te dienen” (Kemperink 283). Van Royens positie wordt hier kort aangehaald, niet in relatie tot Stout, maar Kemperink maakt duidelijk dat Van Royen een bepaalde positie inneemt als schrijfster. Verder wordt Stout in een artikel van Christa Binswanger en Kathy Davis, beide onderzoekers op het gebied van gender en feminisme, in de voetnoot genoemd. De onderzoekers nemen een golf van recente, internationale bestsellers over seks waar, waaronder ook Stout valt: “While these books differ in content and ideology, they share a provocative and explicit focus on women’s sexuality which, for many, borders on the pornographic” (Binswanger en Davis 259). Deze

waarneming plaatst Stout in een bepaalde boekencultuur. Beide citaten laten zien dat zowel positionering als een specifieke boekencultuur een rol speelt bij Stout. Ook bij Antiglamour speelt positionering een belangrijke rol, dit zal nader worden toegelicht in dit onderzoek aan de hand van een analyse.

De schrijfsters van alle drie de boeken positioneren niet alleen zichzelf, maar worden ook aan de hand van deze werken gepositioneerd in de media (zoals naar voren zal komen in de analyse van de receptie). Door de drievoudige positionering van de auteurs van Stout en Antiglamour te vergelijken met de positionering van Anja Meulenbelt aan de hand van haar roman De schaamte voorbij in de jaren zeventig, kan schrijverschap, feminisme/vrouwelijkheid en celebritycultuur anno 2000 worden

onderzocht. Dit brengt mij tot de volgende onderzoeksvraag: 'Hoe krijgt binnen een hedendaagse, postfeministische boekencultuur de positionering van de auteurs van Antiglamour en Stout discursief vorm?'. Bij het beantwoorden van deze vraag zal er, naast het analyseren van de drie boeken, gekeken worden naar interviews (in alle mediavormen) waarin de werken zelf of de schrijvers in relatie tot hun boek centraal staan evenals naar recensies van de drie boeken.

Eerst zal ik mij richten tot discours en de auteursfunctie, waarbij de theorie van filosoof Michel Foucaults (1977) aan bod zal komen. In deze analyse zal ik mijn methode van dit onderzoek bespreken: een discoursanalyse. Het gebruik van een discoursanalyse heeft namelijk verscheidene voordelen. Ten eerste benadrukt deze benadering de afhankelijkheid tussen literatuur en de sociale en institutionele praktijk (Franssen 2013 246). De auteur wordt in deze analyse benaderd als iemand die middenin de maatschappij staat, en bewust of onbewust beïnvloed wordt door sociale ontwikkelingen. Ten tweede biedt een discoursanalyse een doeltreffend kader om “de sturende invloed van macht op de literatuur te analyseren” (Franssen 2013 246). Macht speelt een sturende rol bij de casussen van dit onderzoek, doordat deze worden geplaatst in de context van het feminisme. Een beweging waar macht bij uitstek

(6)

een grote rol speelt. Een discoursanalyse zal inzicht bieden in deze machtsstructuur. Na de uiteenzetting van de methode volgt de context van het onderzoek. De historische context bestaat uit een korte

uiteenzetting van het feminisme in Nederland, waarin de nadruk zal liggen op de tweede en derde feministische golf. Er zijn enkele kritische uitingen geweest tegen het uitdrukken van het feminisme in golven, maar in mijn onderzoek zal ik aanhaken bij hoogleraren sociologie Susan Archer Mann en Douglas Huffman: “We think a wave approach has merit when it is used to describe the existence of mass-based feminist movements” (Mann en Huffman 58). Aangezien dit onderzoek zich zal focussen op massabewegingen in het feminisme, is het vruchtbaar om het feminisme in golven uit te drukken. Vervolgens zal de positionering van de vrouwen als schrijfsters en publieke figuren onder andere te sprake komen aan de hand van het concept 'literary celebrity' (Robinson 2013). Verder zal dit

onderzoek zich focussen op boekencultuur waarbij onder andere het werk van Amerikaanse hoogleraar Ted Striphas (2009) aan bod zal komen. Na het uiteenzetten van deze concepten en theorieën zullen de drie casussen vervolgens door middel van een discoursanalyse worden onderzocht.

In deze discoursanalyse wordt er gekeken naar de casussen zelf, Antiglamour, Stout en De

schaamte voorbij, en recensies en interviews waarin de casussen ter sprake komen. Bij de

discoursanalyse van De schaamte voorbij zal er aandacht worden geschonken aan de recensies en interviews afkomstig uit de tijd van uitgave. In verband met een historisch perspectief zullen latere recensies en interviews achterwege worden gelaten. Er zal verder geen onderscheid worden gemaakt tussen verschillende bladen of kranten, om zo een volledig mogelijk beeld te kunnen schetsen van de positionering van de auteur en de roman. Om dezelfde reden zal er ook bij de discoursanalyse van

Stout en Antiglamour geen onderscheid worden gemaakt in het aanbod van kranten, magazines en

tv-programma's. Verder zal er bij de analyses van Stout en Antiglamour, naast recensies in tijdschriften en kranten, ook aandacht worden besteed aan recensies op fora en verkoopplekken op internet. De

uitingen op internet maken namelijk ook deel uit van het discours. In de tijd van publicatie van De

schaamte voorbij was er nog geen sprake van internet, dit maakt het discours anders. Hier staat

tegenover dat De schaamte voorbij destijds in veel lokale kranten is besproken. Aan de hand van deze analyses wordt er inzicht gegeven in de positionering door en van de auteurs van Stout en Antiglamour binnen een hedendaagse, postfeministische boekencultuur.

(7)

2. Auteurschap, feminisme en boekencultuur

In dit onderzoek staat de positionering van en door de auteurs van De schaamte voorbij, Antiglamour en Stout als vrouwen, publieke figuren en auteurs centraal. Om deze positionering te onderzoeken zal er een overzicht worden gegeven van enkele theorieën en publicaties, aan de hand waarvan de casussen kunnen worden geanalyseerd. Ten eerste zal in paragraaf 2.1 de methode van het onderzoek worden uiteengezet, en discoursanalyse. De theorie van Michel Foucault over de auteursfunctie zal hier centraal staan. Om de onderzoeksvraag aan de hand van deze methode te beantwoorden zullen de casussen worden geduid in een context, deze zal worden besproken in paragrafen 2.2, 2.3 en 2.4. In paragraaf 2.2 zal kort de historische context worden gegeven van de Nederlandse feministische beweging, waarbij de nadruk ligt op het onderscheid tussen de tweede en de derde feministische golf. Zoals al aangegeven in de inleiding zal ik, ondanks enkele kritieken, het bestaan van dit onderscheid bespreken omdat het vruchtbaar is voor dit onderzoek. Aan de hand van deze paragraaf kan de

positionering van en door de auteurs als vrouwen worden onderzocht ten opzichte van het feminisme. Ten tweede zal in paragraaf 2.3 de boekencultuur aan bod komen. Aan de hand van deze context kunnen de casussen worden gesitueerd in de Nederlandse boekencultuur. Ten derde zal in paragraaf 2.4 het auteurschap en het concept literary celebrity centraal staan. Aan de hand van deze paragraaf kan de representatie en de positionering van en door de auteurs als schrijvers en publieke figuren worden geanalyseerd.

2.1 Auteursfunctie en discours

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden zal dit onderzoek gebruikmaken van een methode op basis van een theorie van Michel Foucault. De theorie van deze filosoof over discours en auteursfunctie zal ten grondslag liggen aan de analyses van de casussen. Verschillende taalwetenschappers hebben Foucaults theorieën over discours geanalyseerd. Literatuurwetenschapper Gaston Franssen ziet dat er sprake is van een discussie tussen twee groepen: “Sommige onderzoekers vatten literatuur op als een tegenhanger van discours (een soort ‘tegendiscours’), anderen gaan ervan uit dat literatuur een product is van discours” (Franssen 2013 239). Wetenschapper Marc Angelot stelt dat de auteur discours kan bekritiseren: “The writer is not primarily one who observes the world, but someone whose keen ear discriminates better in the hubbub of discourses what deserves to be transcribed and worked out” (Angelot 212). Een schrijver kan, in alle discoursen, onderscheiden wat uitgewerkt en opgeschreven moet worden. Literatuur biedt volgens Angelot de mogelijkheid om discoursen te ondermijnen.

(8)

Hiertegenover staan wetenschappers die van mening zijn dat literatuur niet kan ontsnappen aan de werking van het discours. Ze zijn van mening dat literair taalgebruik onderhevig is aan discursieve praktijken. Foucaults (latere) theorie over discours onderbouwt deze mening. Vele

literatuurwetenschappers die deze theorie aanhangen hebben onderzocht op welke manier het literaire domein door discoursen wordt aangestuurd, waaronder Edward Said en Stephen Greenblatt (Franssen 2013 241). In dit onderzoek zal deze manier van onderzoeken centraal staan. Het is namelijk

onwaarschijnlijk dat alle uitspraken onderdeel zijn van een discursieve praktijk, met uitzondering van literaire uitspraken. Bovendien “ligt de kracht van de discoursanalytische benadering juist erin dat zij literatuur benadert als onderdeel van een sociale praktijk in plaats van iets dat zich daaraan zou kunnen onttrekken” (Franssen 2013 241).

In het essay 'What Is an Author?', gepubliceerd in 1969, bespreekt Foucault het auteurschap, de functie van een auteur. Het auteurschap hangt volgens Foucault samen met discours. Foucault stelt dat de auteur het product is van discours, en dus geen vooraf gegeven categorie is: de auteur is het

“discursieve product van verschillende praktijken” (Franssen en Besser 187). Een voorbeeld van een dergelijke praktijk is de publieke profilering van auteurs. In navolging van deze theorie wordt er in literaire studies vaak gesproken over de 'auteursfunctie': “De auteur wordt gezien als een functie die het mogelijk maakt om te kunnen spreken over een verzameling teksten, uitspraken en handelingen” (Franssen en Besser 187).

Aan de hand van deze theorie kan er op een bepaalde manier worden gekeken naar de auteur, zijn functie en literatuur. Het beeld van de auteur wordt gecreëerd door zijn eigen positionering en de profileringen van onder andere media. Al deze teksten samen vormen het discours waarin de auteur zich begeeft en creëren samen het beeld van de schrijver. Om de positionering van de auteur te analyseren is het dus noodzakelijk om de teksten te analyseren die de auteur creëert. Maar zoals Foucault aangeeft is het werk van een auteur ook belangrijk in deze creatie: “However, it would be false to consider the function of the author as a pure and simple reconstruction after the fact of a text given as passive material, since a text always bears a number of signs that refer to the author” (Foucault 129). Niet alleen de uitingen van de auteur, buiten het boek om, en de profileringen van media spelen een rol bij de positionering van de auteur, ook het werk van de auteur bevat elementen die bijdragen aan het beeld van de schrijver.

Aan de hand van deze methode, discoursanalyse en auteursfunctie, zal de onderzoeksvraag worden onderzocht. Het feministische discours is een van de discoursen die aan de oppervlakte komt

(9)

bij de auteursfunctie van de schrijfsters van de casussen. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden is het van belang om een historische context te schetsen van het feminisme. Deze context wordt in de volgende paragraaf besproken.

2.2 De tweede en derde feministische golf

In Nederland kan de eerste strijd van de feministische bewegingen worden gesitueerd rond het algemeen kiesrecht in 1922. De vrouwenbeweging moest er aan te pas komen om het stemrecht voor vrouwen door de Tweede Kamer te laten goedkeuren. Deze beweging wordt ook wel de eerste

feministische golf genoemd (Braun 226). Na deze overwinning ontluikt er in de jaren zeventig opnieuw een feministische golf, want zoals vooraanstaand feministe Joke Smit aangeeft in haar artikel 'Het onbehagen bij de vrouw' in 1967: “Afgezien van het formele - kiesrecht - wilden de feministen drie dingen: dat de vrouw een vrij mens zou worden, dat ze haar potenties zoveel mogelijk zou

verwerkelijken en dat ze een volwaardig lid zou worden van de maatschappij. Op geen van deze drie gebieden is het ideaal van de feministen bereikt, op geen van deze drie gebieden ook zijn vrouwen zover gekomen als theoretisch mogelijk was geweest” (Smit 267). Smit schrijft een artikel waarin ze het ontbreken van vrouwenrechten in Nederland aankaart, want de vrouw is nog niet waar ze wil (moet) wezen op sociaal en politiek gebied. Met het schrijven van dit artikel markeert Smit, onbewust, het begin van de tweede feministische golf in Nederland (Thomesé 566).

Joke Smit en anderen komen tot de realisatie dat de vrouw nog steeds niet dezelfde rechten heeft als de man, waardoor de tweede feministische golf in beweging komt in Nederland en er verscheiden vrouwenbewegingen uit de grond schieten (denk aan: Dolle Mina en Man Vrouw Maatschappij). In deze golf hebben onder andere de volgende uitingen de bovenhand: kritiek op het toenmalige huwelijksideaal, dat leidde tot een afhankelijkheid van de vrouw ten opzichte van de man, noodzaak van het breken van conventionele rolpatronen en het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw inzake abortus. Om de bovenstaande zaken te veranderen moest de vrouw zelfstandiger worden. Het vrouwbeeld veranderende dan ook: de vrouw kreeg niet meer alleen de rol van huismoeder toebedeeld. Een leven uitsluitend als huismoeder werd zelfs gezien als een onvoldoende invulling van het leven. De vrouw wilde zichzelf ontplooien en zelfontplooiing werd de nieuwe norm (Blom 29). Ook op seksueel gebied veranderde het vrouwbeeld. De introductie van de anticonceptiepil in 1964 heeft bijgedragen aan het publiekelijk maken van vrouwelijke seksualiteit. Seksuele bevrediging was voorheen alleen een onderwerp dat kon worden gekoppeld aan de man, maar de seksuele ontwaking in de jaren zestig heeft

(10)

hier verandering in gebracht. De vrouw ziet in dat ze gelijk is aan de man en dus net zo goed recht heeft op seksuele activiteit en bevrediging, en zoekt deze dan ook op (Blom 55). Dus de vrouwelijke

subjectiviteit krijgt vorm aan de hand van de volgende thema’s: seksuele assertiviteit, zelfontplooiing, emancipatie.

Verder hebben de protesten van de vrouwenbewegingen gezorgd voor de erfenis van de tweede feministische golf. Deze erfenis bestaat uit de volgende zaken: een nieuwe abortuswet in 1984, een groei in de deelname aan het onderwijs door meisjes, een gestage opmars van vrouwendeelname in de politiek, een toename in het aandeel betaald werkende vrouwen, een veranderende mentaliteit met betrekking tot vrouwenrechten en aandacht voor seksueel geweld bij justitie (Ribberink 32).

Echter, met deze erfenis is er nog niet genoeg bereikt op het gebied van vrouwenrechten. In de jaren negentig kan als gevolg hiervan het ontstaan van een derde feministische golf worden

aangewezen (Schuster 648). De focus bij de derde feministische golf ligt op intersectionaliteit, op een beweging met meerdere perspectieven (denk aan: verschillen in ras en geaardheid) en op het niet-veroordelen en insluiten van iedereen (Snyder 175). Het vrouwbeeld verandert mee met deze

gedachten. Op het gebied van seksualiteit betekent dit een gedachtegoed waarbij de keuze bij de vrouw ligt: “Inclusive, pluralistic, and non-judgmental, thirdwave feminism respects the right of women to decide for themselves how to negotiate the often contradictory desires for both gender equality and sexual pleasure” (Snyder-Hall 255). De keuze van de vrouw staat centraal in het gedachtegoed van de derde golf, waarbij respect voor pluralisme en zelfbeschikking een grote rol spelen (Snyder-Hall 255). Hoogleraar politicologie Claire Snyder-Hall legt in haar artikel 'Third-Wave Feminism and the Defense of “Choice”' uit dat het poseren voor Playboy en het verkondigen dat je een feminist bent, hand in hand kan gaan: “Third-wave feminism reintroduces the ideal of sexual liberation into a feminist discourse” (Snyder-Hall 258). De mate waarin de vrouw zich bloot wil geven, is gekoppeld aan keuzevrijheid en seksuele vrijheid en de derde feministische golf streeft naar het respecteren van de grote

verscheidenheid van deze invulling. Zo kan iemand ervoor kiezen om te acteren in pornografische films voor zowel de eigen seksuele gevoelens als het uiten van haar seks-positieve kijk op het leven.

Deze ideologie moet overigens niet worden verward met het postfeminisme. Hoogleraar cultural en social analysis Rosalind Gill stelt in haar artikel 'Postfeminist Media Culture: Elements of Sensibility' dat het postfeminisme geen historisch moment is, maar een sensibility waarin zowel

feministische als anti-feministische kenmerken samenkomen: “the contradictory nature of postfeminist discourses and the entanglement of both feminist and anti-feminist themes within them” (Gill 149). Een

(11)

individu kan ervan overtuigd zijn dat hij/zij een empowering eigen keus maakt wanneer men in een pornografische film acteert. Tegelijkertijd gaat het individu, onbewust, mee met bepaalde discoursen en structuren. Vanuit dit perspectief wordt het postfeminisme gezien als een soort discours, dat niet statisch en historisch gebonden is (Gill 149). In dit discours staat de wrijving tussen feministische en anti-feministische opvattingen centraal. Beide discoursen, postfeminisme en derde golf feminisme, zijn uitingen van kritisch feminisme.

In de huidige postfeministische cultuur krijgen auteurschap en boekencultuur op een bepaalde manier vorm. Om dit te onderzoeken wordt er in de volgende paragraaf aandacht besteed aan

boekencultuur. 2.3 Boekencultuur

Zoals al is gezegd in de inleiding is het boek een vanzelfsprekend medium waarmee de auteur zich kan uiten en kan 'spreken', al is deze keuze in de huidige tijd wel aan verandering onderhevig. Della

Robinson, werkzaam aan de universiteit van West-Australië, geeft aan dat deze verandering

samenhangt met het samenkomen van populaire amusement met het literaire auteurschap (Robinson 1). Dit samengaan heeft effect op het auteurschap en op de boekencultuur. Zo is onder andere het concept

literary celebrity het resultaat van dit samengaan, dit concept wordt nader bekeken in de volgende

paragraaf. Naast dat het auteurschap is veranderd door deze wending, is er ook een verandering zichtbaar bij het imago van de auteur door de technologisch veranderende wereld.

Traditionally, an author is envisaged as a mature, somewhat conservative individual, who perhaps works well into the small hours bashing away at a typewriter, conceivably typing in a secluded country cottage or beach shack [...]However, in our fast-paced, individualistic world dominated by visual technologies, the identity of the author has indeed gone through a process of transformation. Today, the majority of well-known Australian authors are no longer localised, reclusive, or solely nationalistic figures, but are media author-personalities who maintain a high visibility. (Robinson 2)

Robinson legt uit dat het imago van het auteurschap is veranderd door de groei van technologie. Doordat de auteur nu als mediapersoonlijkheid wordt beschouwd, verwacht het publiek ook meer contact te hebben met de auteur. De verwachtingen van het publiek hangen samen met de zichtbaarheid

(12)

van de auteur: het publiek verwacht meer contact met de auteur, omdat de auteur zichtbaarder is geworden vervolgens zoekt de auteur meer contact met het publiek om te voldoen aan de

verwachtingen van het publiek. Een manier om aan deze verwachtingen te voldoen is het ontwikkelen van een sterke aanwezigheid op sociale media. Het privéleven van de auteur dient ook onderdeel uit te maken van deze aanwezigheid: “A clear expression of popular celebrity culture in a literary context is the desire of the reading public to see more images of authors, talk with authors, and very often share more of them and their private lives than the worlds they create in print” (Robinson 3). Het publiek wil dus niet uitsluitend de uiting van de auteur zien in boekvorm, maar ook in andere mediavormen en dit zorgt voor een verandering in de boekencultuur.

Deze verandering betekent evenwel niet dat het boek als medium zal verdwijnen, zoals vele critici wellicht denken naar aanleiding van de digitalisering (denk aan de verkoop van e-books). Zoals de Amerikaanse professor Ted Striphas stelt in zijn publicatie The Late Age of Print:“Books aren’t as imperiled as some critics believe, and in some ways they might even be thriving. They continue to serve—sometimes in new ways, sometimes in traditional ones—as “equipment for living,” to quote Kenneth Burke’s memorable phrase” (Striphas 2). Striphas zet de hedendaagse boekencultuur uiteen waarbij hij onder andere oog heeft voor technologisering van de boekenmarkt. Hij stelt dat het boek een belangrijk onderdeel was van het ontstaan van de moderne consumentencultuur in de jaren twintig. Hedendaags speelt het boek een belangrijke rol in de consumptiemaatschappij, de ‘society of controlled consumption’ (Striphas 5). Hij stelt dat de boekencultuur is veranderd, en blijft veranderen. Zo hebben publieke figuren bijvoorbeeld de autoriteit gekregen om een boek te kunnen maken of niet en lijken lokale boekhandels in gevaar te komen door hun zakelijke tegenhangers. Ook al is er sprake van een veranderende boekencultuur, Striphas is van mening dat het boek als medium zal blijven worden gebruikt: “books [will] remain key artifacts through which social actors articulate and struggle over specific interests, values, practices and worldviews” (Striphas 3). Het boek zal een medium blijven waarmee de auteur zich zal uiten.

Striphas heeft echter in zijn uiteenzetting van de boekencultuur geen oog gehad voor het discours van vrouwelijkheid. In dit onderzoek staan casussen centraal die als een product van dit discours kunnen worden gezien. Aandacht voor dit discours met betrekking tot boekencultuur kan, zoals zal blijken uit dit onderzoek, tot nieuwe inzichten leiden. De auteursfunctie zal in dit onderzoek ook vanuit een andere dimensie worden belicht. In de volgende paragraaf wordt deze specifieke positie van de auteur besproken.

(13)

2.4 Auteurschap en publiek figuur

Er is veel geschreven over auteurschap en de positie van de schrijver. In deze paragraaf zal de volgende specifieke positie die kan worden ingenomen door een auteur worden uitgelicht: de schrijver als publiek figuur. Zoals al is aangegeven aan het begin van dit hoofdstuk kan deze positie van de auteur worden beïnvloed door de auteur zelf, zoals Foucault stelt is de auteur een functie die wordt gevormd door alle uitingen van en over de auteur (ofwel een discursief product) (Franssen en Besser 187). Hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde Mary Kemperink voegt hieraan toe dat de positionering van een auteur mede wordt bepaald door de andere positie(s) die een auteur bekleed in de

maatschappij, bijvoorbeeld als actrice, designer of als lid van een politieke partij. Hierbij kan er sprake zijn van een integratie of een spanning tussen de verschillende posities (Kemperink 282). Verder hoeft een auteur niet altijd zichzelf te plaatsen in de positie van de auteur, of wordt een auteur niet altijd in deze positie neergezet. Kemperink legt uit dat er bijvoorbeeld auteurs zijn die zich meer positioneren als celebrities, waaronder Heleen van Royen. Volgens Kemperink houdt deze positionering verband met de mate waarin de zichtbaarheid van auteurs voor de verkoop van hun boeken steeds belangrijker wordt (Kemperink 283). Bij de totstandkoming van de positie van celebrity als schrijver spelen de volgende factoren een rol: reclame, zichtbaarheid en aanwezigheid in het publieke debat (rellen en roddel): “Heel duidelijk zichtbaar is dit in de self-fashioning van huidige schrijvers. Ze nemen deel aan televisieshows (Herman Brusselmans), verzorgen spraakmakende optredens (Nightwriters), zorgen voor roddel en sensatie (Heleen van Royen), worden veelvuldig geïnterviewd (Connie Palmen), maken tournees door het land, enzovoort” (Kemperink 284).

Wanneer de auteur zich op deze wijze positioneert (of als celebrity wordt gepositioneerd) is er sprake van een botsing tussen twee posities: de positie als auteur en de positie als celebrity. Franssen spreekt in dit geval over de term literary celebrity, en stelt dat deze positie effect heeft op het

auteurschap: “I argue that literary celebrity reveals, while it also transgresses and transforms, a ‘classic’ construction of authorship that is typical of high modernism. In other words, literary celebrity can be understood as a performance or a ‘staging’ of this classic form of authorship” (Franssen 2010 92). Het auteurschap wordt door deze performance ervaren als zowel vertrouwd als anders, en deze ervaring van de literary celebrity veroorzaakt vervolgens kritiek bij anderen (Franssen 2010 92). Al zorgt deze tegenstrijdigheid ook voor meerdere onderzoeken naar de positie literary celebrity (Franssen 2010 95).

(14)

Een auteur heeft de mogelijkheid om zichzelf te positioneren, deze positionering heeft effect op zijn positie in de maatschappij. De auteur kan meerdere posities aannemen, waaronder de positie van

celebrity. Deze positie kan ook vorm krijgen door de maatschappij, wanneer de auteur bijvoorbeeld in

de receptie wordt gepositioneerd als een celebrity. Wanneer een auteur vervolgens zowel de positie van auteur als de positie van celebrity bekleedt, kan de auteur een literary celebrity worden genoemd. De volgende kenmerken geven deze positie vorm: commercieelgericht, open individu in het openbaar (nadruk op het persoonlijke), gericht op herhaling in plaats van originaliteit (Franssen 2010 91). Aan de hand van deze kenmerken zal literary celebrity als discursief product worden aangehaald in dit

onderzoek.

In dit onderzoek staat centraal op welke manier subjectiviteit vorm krijgt binnen drie dimensies: vrouwelijkheid, auteurschap en het publieke figuur. In het volgende hoofdstuk zal de eerste casus worden behandeld, waarbij onder andere wordt ingegaan op de auteurspositie van de literary celebrity.

(15)

3.

De schaamte voorbij: een persoonlijke geschiedenis van Anja Meulenbelt

Anja Meulenbelt schreef in 1976 haar debuut De Schaamte voorbij: een persoonlijke geschiedenis. De subtitel maakt duidelijk waar het boek over gaat: het persoonlijke leven van Meulenbelt zelf en dit leven is politiek (het persoonlijke is politiek). Meulenbelt is op het moment van publiceren 31 jaar en beschrijft in dit boek delen van haar leven, haar 'kommer en kwel': “op 16-jarige leeftijd zwanger geraakt van een Duitser, met hem getrouwd, na enkele jaren weggelopen met haar zoontje Armin” (Maandag en Kossmann 25). Met het beschrijven van haar eigen leven positioneert ze zichzelf

tegelijkertijd. Deze positionering komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren in het volgende citaat uit De

schaamte voorbij: “Liever een publieke vrouw dan een vals model. Ik wil schrijven voor andere

vrouwen […] We hebben allemaal sterke vrouwen nodig om ons mee te identificeren” (Meulenbelt 20). Volgens Meulenbelt maken bepaalde eigenschappen een vrouwelijke schrijver tot een voorbeeld, een functie die zij ook graag inneemt. Met deze woorden positioneert Meulenbelt zichzelf als schrijfster, publiek figuur én als sterke vrouw: ze ziet zichzelf als een vrouw die eerlijk en herkenbaar schrijft, waardoor ze als voorbeeld dient voor andere vrouwen en zo een publieke positie inneemt.

In dit hoofdstuk zal door middel van een discoursanalyse de positionering van Meulenbelt als vrouw, schrijfster en publiek figuur worden geanalyseerd. De positie die Meulenbelt inneemt in De

schaamte voorbij is eerder aangehaald in wetenschappelijke artikelen, onder andere Meijer spreekt over

de positionering van Meulenbelt als vrouw: “Zij representeert in haar eentje een scala aan

opeenvolgende keuzes die moderne vrouwen kunnen maken” (Meijer 1993 822). In deze paragraaf zal aandacht zijn voor drie verschillende posities van Meulenbelt en naast dat er wordt gekeken naar de positionering van haarzelf, zal ook de manier waarop Meulenbelt wordt gepositioneerd in media naar aanleiding van de publicatie van het boek aan bod komen. Daarnaast zal er ook worden gekeken naar de positie van het boek zelf, aangezien De schaamte voorbij onderdeel uitmaakt van de boekencultuur in de jaren zeventig en een beeld kan geven van deze feministische boekencultuur.

3.1 Meulenbelt als vrouw

Uit bovenstaand citaat komt naar voren dat Meulenbelt zichzelf in De schaamte voorbij neerzet als vrouw, een sterke vrouw. Dit thema speelt een belangrijke rol in de positionering van de schrijfster. Met deze positie geeft ze vorm aan de vrouwelijke subjectiviteit. Aan de hand van Meulenbelts woorden wordt vrouwelijkheid in de jaren zeventig discursief vormgegeven. Volgens Meulenbelt houdt sterk zijn als vrouw niet in dat je geen twijfels en depressies mag hebben, je uit juist je tegenstrijdigheden en gaat ook wel de schaamte voorbij (Meulenbelt 20). Dit is een gegeven dat ze probeert vorm te geven door middel van het beschrijven van haar levensverhaal: ik ben een vrouw met twijfels, zoals blijkt uit mijn

(16)

ervaringen, deze maken mij juist sterk. In de volgende passage uit De schaamte voorbij komt deze twijfel duidelijk naar voren:

Ik heb me lang verzet. De illusie gekoesterd dat ik het lot van mijn moeder ontliep door me niet aan te passen aan de normen van het huwelijk. Mijn poging om me individueel te emanciperen moest mislukken. Niet sterk genoeg om een karrièrevrouw te worden, neerkijkend op andere vrouwen, levend zonder warmte. De keuze tussen huisvrouw en ‘vrije vrouw’ de keuze tussen twee onwezenlijke idealen. De keuze tussen hangen en wurgen. Ik ben niet meer bereid om de hoge prijs te betalen van het verlies van mijn eigen ik dat op bijna elk huwelijk staat. Maar ik ben niet sterk genoeg om me staande te houden als loslopend wild in een door mannen beheerste maatschappij. (Meulenbelt 147)

Meulenbelt deelt hier haar gevoelens over het huwelijk en de maatschappij, waaruit blijkt dat zij onzeker is over haar eigen toekomst en twijfelt over haar keuzes. Zowel een leven als huisvrouw en als 'vrije vrouw' ziet zij niet zitten, omdat de maatschappij gedomineerd wordt door mannen. De twijfels die Meulenbelt hier uit, horen volgens haar inzicht bij het beeld van een krachtige vrouw (en

feministe). Zo stelt ze dat eerlijk zijn over onkunde belangrijk is voor het herstel van bepaalde situaties, bijvoorbeeld haar scheiding op jonge leeftijd, zolang schaamte hierbij maar geen parten speelt

(Meulenbelt 21). Het schrijven over twijfels en tegenstrijdigheden als vrouw is voor Meulenbelt

belangrijk, omdat ze als voorbeeld wil dienen voor andere vrouwen; zoals andere vrouwen die schreven zonder schaamte ook een voorbeeld voor haar zijn geweest (Meulenbelt 20). Meulenbelt wil haar positie als vrouw gebruiken om andere vrouwen te helpen, door herkenbare en eerlijke situaties te beschrijven. Binnen een prefeministische context hadden vrouwen een zwakke (soms wel ontbrekende) subjectspositie, zoals besproken in paragraaf 2.2, Meulenbelt breekt een lans voor de vrouw door zich op te stellen als sterke vrouw in een subjectspositie. Door herkenning zullen meerdere vrouwen sterk worden, zoals Meulenbelt zelf zegt een sterke vrouw te zijn geworden.

Naast dat Meulenbelt in De schaamte voorbij schrijft over zichzelf als een sterke vrouw met twijfels over haar levensloop, schrijft ze ook veel over haar vragen omtrent seksualiteit. De positie van de vrouw moest eerst voldoen aan bepaalde voorwaarden: de vrouw was heteroseksueel, getrouwd met een man, aan wie ze ondergeschikt was, en huisvrouw. Meulenbelt neemt geen genoegen met deze positie en draagt hiermee het gedachtegoed van de tweede feministische golf, dat aan bod is gekomen in paragraaf 2.2, uit. Ze gaat tegen deze conventionele rolverdeling in door haar eigen seksualiteit te bevragen en zet een ander vrouwbeeld neer. Dit komt naar voren in de volgende passage:

(17)

Wat ben ik. Praktiserend hetero, maar ook maar pas weer sinds kort. Politiek lesbies. Moet je dat biseksueel noemen? Hoe noemen jullie dat? vraag ik. Als ik biseksueel zeg krijg ik van feministen te horen dat ik bang ben om mijn goedkeuring te verliezen, dat ik de laatste stap niet durf te nemen. Als ik zeg dat ik homo ben nemen ze me kwalijk dat ik met een man vrij. Als ik zeg dat ik hetero ben beschuldigen ze me ervan dat ik mijn relatie met vrouwen verloochen. (Meulenbelt 275)

Meulenbelt zegt vragen te hebben over haar seksualiteit; ze weet niet welk label ze zichzelf moet geven. Ze gaat hiermee in tegen het heteroseksuele vrouwbeeld. Al wordt in deze passage wel duidelijk dat haar vraag niet voortkomt uit onwetendheid, maar eerder uit een vorm van sociale angst.

Meulenbelt wil bij 'de feministen' in goede aard vallen, zo zeer dat ze niet haar eigen seksualiteit wil benoemen. Men zou kunnen stellen dat deze angst niet strookt met haar positionering als sterke vrouw. Juist op het gebied van seksualiteit zou Meulenbelt een voorbeeldfunctie kunnen innemen, omdat seksualiteit in de tweede feministische golf een belangrijke rol speelt en Meulenbelt graag

feministische waarden wil overbrengen. Door haar seksualiteit te bevragen zet ze een andere subjectspositie neer van de vrouw, desalniettemin zou deze positie sterker zijn geweest als ze een duidelijke positie had ingenomen door niet om goedkeuring te vragen.

Ook de afschildering van 'de feministen' die oordelen over andermans seksualiteit past niet in het beeld wat Meulenbelt schetst van een feministische vrouw: een sterke vrouw met haar eigen twijfels en tegenstrijdigheden. Er kunnen enkele vraagtekens worden gezet bij het beeld dat ze van zichzelf schetst: een sterke, feministische vrouw, maar met sociale angst voor andere feministen? Meulenbelts positionering als vrouw komt niet overeen met de voorbeeldfunctie die zij zegt in te willen nemen, doordat deze vraagtekens haar boodschap lijken te ondermijnen. Meulenbelt zegt zichzelf neer te zetten als sterke vrouw, maar door deze ondermijning is haar houding onbewust minder sterk.

Al met al kan er worden gesteld dat de positionering van Meulenbelt effect heeft op de

vrouwelijke subjectiviteit. Het discours over vrouwelijkheid, zover zichtbaar in De schaamte voorbij, wordt gekenmerkt door een sterke subjectspositie en het bevragen van de eigen seksualiteit.

Meulenbelts eigen positionering strookt enerzijds wel en anderzijds deels met de vrouwelijke

subjectiviteit, het product van dit discours. Ze zet zichzelf neer als sterke vrouw, echter de sociale angst omtrent haar eigen seksualiteit ondermijnt deze positie.

(18)

3.2 Meulenbelt als schrijfster en publiek figuur

Naast dat Anja Meulenbelt zich positioneert als vrouw, speelt haar rol als schrijfster en publiek figuur ook een rol in De schaamte voorbij. Het boek is een product van meerdere discoursen. Het spreken over auteurschap en het publieke figuur wordt gekenmerkt door het begrip literary celebrity, al heeft het aspect celebrity in het boek een andere dimensie gekregen. Deze positionering en deze andere dimensie zullen in deze paragraaf worden toegelicht.

Zoals in paragraaf 3.1 naar voren is gekomen, heeft Meulenbelt het boek geschreven met een maatschappelijk doel: als voorbeeldfunctie dienen voor andere vrouwen. Het schrijverschap geeft Meulenbelt de mogelijkheid om deze functie te vervullen. Door het persoonlijke verhaal en de roep naar emancipatie neemt Meulenbelt de rol van voorbeeld in; ze positioneert zichzelf als een publiek figuur. Ze reflecteert tevens op haar al bekende positie in de vrouwenbeweging, waar ze lezingen geeft (Meulenbelt 243). Deze publieke positie is ze bang te verliezen binnen deze beweging, doordat ze als ‘korrupt’ zou kunnen worden bestempeld: “Ben ik korrupt als ik er eindelijk een klein beetje in slaag om mijn werk en mijn politiek te kombineren?” (Meulenbelt 243). Ze twijfelt of ze een boek over feminisme kan schrijven, omdat de vrouwenbeweging wellicht niet tevreden zou zijn met deze

combinatie. Doordat Meulenbelt al een publieke positie bekleedt in deze beweging is ze bewust van het kunnen verliezen van deze positie.

Ze positioneert zich dus als publiek figuur en schrijfster. Deze positie komt overeen met de eigenschappen van een literary celebrity: zowel schrijverschap als de positie van publiek figuur komen naar voren in de woorden van Meulenbelt, waarmee ze zichzelf positioneert. Dit komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren in het citaat dat wordt aangehaald in de inleiding van dit hoofdstuk: “Liever een publieke vrouw dan een vals model. Ik wil schrijven voor andere vrouwen” (Meulenbelt 20).

Meulenbelt schrijft om als voorbeeld te dienen en om als publiek figuur te worden gezien, met deze positie wil ze namelijk vrouwenrechten in de maatschappij verbeteren. Meulenbelt positioneert zich als een auteur waarbij haar positie als publiek figuur onvermijdelijk en noodzakelijk is.

Echter, Meulenbelt uit in De schaamte voorbij enkele twijfels over haar eigen motief voor het schrijven van het boek en reflecteert op de status van beroemdheid: “Schrijven, waarom schrijf ik eigenlijk. Geldingsdrang, zegt iemand, de eer. Je bent iemand als je naam genoemd wordt, als je te koop ligt in een winkel […] Geldingsdrang, natuurlijk wil ik iemand zijn die zichtbaar is, wil ik meer doen met mijn leven dan het ondergaan als een natuurramp. Maar beroemd worden is wat anders, ik wil het niet op de manier van politici: beroepsschizofrenen die alleen naar buiten komen met wat ze willen laten zien, mooie theorieën met zekerheid” (Meulenbelt 19). Meulenbelt geeft aan dat geldingsdrang voor haar een rol heeft gespeeld bij het schrijven van het boek: ze wil zichtbaar zijn, maar wel met

(19)

mate. Zo wil ze niet beroemd zijn zoals politici beroemd zijn: ze wil niet haar imago mooier maken dan deze is. Zelf positioneert ze zich niet als iemand die beroemd is, en wil zijn: “Ik wil niet een autoriteit zijn, een model aanbieden dat altijd inkompleet is zonder de ervaringen erbij die ertoe hebben geleid, de moeilijkheden die eruit voortkomen” (Meulenbelt 19-20). Meulenbelt maakt dus onderscheid tussen een publiek figuur zijn en beroemd zijn, ze wil namelijk niet beroemd maar wel een publiek figuur zijn. Het celebrity aspect geeft ze hierbij een andere dimensie: ze is een publiek figuur en

vrouwenrechtenvoorvechter, en geen beroemdheid en mediafiguur. Uit bovenstaande citaten kan worden afgeleid dat de schrijfster dit onderscheid baseert op de mate van eerlijkheid: wanneer je als schrijver enkel selectief ervaringen deelt die je imago mooi maken, kan je beroemd worden genoemd en wanneer je al je ervaringen deelt en de schaamte voorbij gaat, kan je een publiek figuur worden genoemd (zoals Meulenbelt zichzelf positioneert).

Meulenbelt positioneert zich als een literary celebrity, waarbij eerlijkheid een belangrijke rol speelt. Deze positie wil ze graag innemen, maar ze lijkt de positie ook te vrezen: “Ik heb het zo druk gehad met artikelen schrijven, in groepen zitten, inleidingen houden, dat ik schrik als ik merk hoezeer ik al een fenomeen ben geworden. Het instituut Meulenbelt. Een autoriteit” (Meulenbelt 269). Ze wil niet als autoriteit worden gezien, volgens haar houdt dit in dat mensen al een oordeel klaar hebben zonder je te hebben ontmoet. Om dit te voorkomen past Meulenbelt zich aan, aan haar omgeving: “Zo bang om dominant gevonden te worden dat ik me al verontschuldig voor ik mijn mond heb

opengedaan” (Meulenbelt 270). Meulenbelt gaat zelfs zo ver dat ze geen interviews en lezingen meer wil geven, uit angst dat haar positie verkeerd zal worden belicht: “Vrouwenhuisvrouwen die koel op me reageren als ik er ben. Omdat ik me te veel op de voorgrond plaats. Ik zeg dat ze gelijk hebben en dat ik geen interviews meer geef, geen lezingen meer, niet namens de beweging praat” (Meulenbelt 243). In 1982 geeft Meulenbelt wel in Vrij Nederland een interview, uit belofte en om toch een tegengeluid te willen bieden ten opzichte van circulerende roddels (Bibeb 1). In het interview vertelt Meulenbelt dat ze veel steun heeft verloren van vrouwen, toen De schaamte voorbij een succes bleek te zijn: “Zo van: jij werd beroemd over de ruggen van de vrouwenbeweging. En: je hebt je leiderschap aangewend ten eigen bate” (Bibeb 1). Juist de positionering van Meulenbelt als publiek figuur wordt haar kwalijk genomen, omdat ze over het feminisme schrijft (waarvoor ze al vreesde).

In het discours over auteurschap en het publieke figuur komt het begrip literary celebrity aan de oppervlakte. Meulenbelt positioneert zich als schrijfster met een doel: als voorbeeld dienen voor andere vrouwen. Het schrijven biedt haar een platform om haar boodschap uit te dragen. Naast dat ze

reflecteert op haar bekende status in de vrouwenbeweging, legt ze ook nadruk op haar publiekelijke open persoonlijkheid, waarmee ze zichzelf neerzet als publiek figuur. Ze is desondanks bang om als

(20)

autoriteit te worden gezien en wil niet dat mensen over haar oordelen. Verder geeft Meulenbelt een andere dimensie aan het begrip publiek figuur. Zij is van mening dat er een onderscheid kan worden gemaakt tussen een publiek figuur als eerlijke voorvechter, en een beroemdheid met mooie praatjes. Meulenbelt positioneert zichzelf in de eerste categorie: ze is een literary celebrity met een doel; ze is een voorloper.

3.3 Meulenbelt gepositioneerd als vrouw

Zoals al in de inleiding naar voren gekomen is, wordt De schaamte voorbij gezien als een feministische klassieker. Dit is een waarneming die jaren na publicatie pas kan worden gedaan, maar ook ten tijde van de publicatie wordt Meulenbelts boek gekoppeld aan het feminisme. In de receptie van De

schaamte voorbij kan een discours over vrouwelijkheid worden aangewezen. Dit discours wordt

gekenmerkt door het beeld van de vrouw als feministe. Dit blijkt bijvoorbeeld uit verschillende advertenties en recensies van het boek gepubliceerd in een aantal lokale kranten. In Het Parool wordt de boek in 1976 genoemd onder het kopje 'feministe', met de volgende beschrijving: “De

autobiografische roman van een feministe” (Anoniem 1976 21). Meulenbelt wordt hier bestempeld als feministe, een bestempeling die steeds terugkeert in recensies van De schaamte voorbij. In 1976 wordt Meulenbelt in een recensie in Trouw een “overtuigd feministe” genoemd (Dresselhuys 7) en in het

NRC Handelsblad wordt Meulenbelt aangehaald als “linkse feministe” ('t Hart 12-01-1977 10). Met

deze uitspraken wordt impliciet een bepaalde vrouwelijke subjectiviteit vormgegeven. In deze paragraaf wordt dit discours geanalyseerd, waarbij er onderscheid kan worden gemaakt tussen het spreken over vrouwelijkheid in recensies geschreven door vrouwen en geschreven door mannen. Eerst zal er worden gekeken naar de manier waarop vrouwelijke recensenten Meulenbelt als vrouw

positioneren, vervolgens komen de recensies geschreven door mannen aan bod.

Meulenbelt wordt niet gezien als een 'gewone' feministe, maar als “een van de belangrijkste vrouwen in de Nederlandse feministische beweging” (Maandag en Kossmann 25). De positionering van Meulenbelt als vrouw hangt samen met het feminisme. In een advertentie van De schaamte voorbij komt naar voren dat Meulenbelt als vrouw zijnde haar boek schrijft voor andere vrouwen, om hen bewust te maken van de eigen situatie, en voor mannen die wellicht wat leren over het bestaansrecht van het feminisme (Maandag en Kossmann 25). Door haar op een dergelijke manier te beschrijven, wordt de positie van Meulenbelt als vrouw gekoppeld aan feminisme. Meulenbelt voelt, als vrouw, de plicht om te schrijven met een doel: bewustwording van het feminisme creëren onder vrouwen en mannen. Dit doel wordt ook benoemd in een andere recensie: “Juist door met anderen over persoonlijke ervaringen te praten of deze ervaringen op papier te zetten, leren vrouwen dat ze niet alleen zijn. Dat

(21)

hun problemen niet uniek zijn, maar dat ze te maken hebben met de maatschappij waarin wij leven” (Van der Veen 14). Ook hier wordt Meulenbelt neergezet als een vrouw die haar eigen ervaringen deelt om anderen vrouwen te helpen, met als hoger doel om vrouwen te wijzen op een ongelijke

maatschappij. Het vrouw zijn van Meulenbelt wordt dus gekoppeld aan verschillende kwaliteiten, waaronder een voorloperspositie, en aan een strijdlust om te komen tot een betere maatschappij. Deze positionering komt overeen met de positionering van Meulenbelt zelf, zoals blijkt uit paragraaf 3.1.

In een recensie van De Volkskrant wordt de vraag naar hulp verder gekoppeld aan een specifieke generatie vrouwen: “Soms lijkt het als of er een hele generatie van zelfbewuste vrouwen tussen wal en schip dreigt te vallen: niet meer tevreden met het oude, maar niet weten hoe dan wel” (Baart 37). Meulenbelt valt binnen deze generatie; zij is ook zelfbewust en op zoek naar een betere situatie voor zichzelf. Zoals blijkt uit de eerder besproken theorie is deze generatie vrouwen te koppelen aan de tweede feministische golf. Vrouwen zijn niet tevreden met het eenzijdige leven van huisvrouw en zijn op zoek naar een nieuwe, betere situatie waarin ze zichzelf kunnen ontplooien. In een recensie in de Trouw wordt besproken hoe het feminisme voor Meulenbelt niet enkel een theorie is, maar ook een leefwijze: “Je kwetsbaar durven opstellen, je emoties tonen, de ene keer zo te zijn, de andere keer zus: tegenstrijdig” (Dresselhuys 7). Oftewel in de woorden van de titel van de boek: de schaamte voorbij gaan. Wanneer je als vrouw de schaamte voorbij gaat, kun je op zoek gaan naar een manier van zelfontplooiing. Al kan een vrouw blijven haken in het niemandsland: “waarin je terecht komt wanneer je het oude, het traditionele loslaat uit woede, teleurstelling, of onvrede, maar nog niet het nieuwe hebt gevonden waarin je je een beetje gelukkiger kunt voelen” (Baart 37). Een periode waarin Meulenbelt zelf belandt wanneer ze scheidt van haar man en met haar zoontje een nieuw, gelukkiger leven zoekt.

Door Meulenbelts eerlijkheid en het beschrijven van herkenbare situaties voor vrouwen wordt

De schaamte voorbij bestempeld als 'bijzonder' in veel recensies. Zoals recensent Cisca Dresselhuys

aangeeft in haar recensie: “Daarin ben ik beslist de enige niet, want in alle recensies die tot nu toe over dit boek verschenen zijn – die op een enkele uitzondering na door vrouwen geschreven waren – kom je deze waardering tegen” (Dresselhuys 7). Dresselhuys kaart hier een opvallend fenomeen aan: bijna alle recensies van De schaamte voorbij zijn geschreven door vrouwen. Deze positionering van Meulenbelt als toonzettende feministe komt dus tot stand door andere vrouwen, doordat zij zichzelf herkennen in Meulenbelt. Dit is precies de motivatie van Meulenbelt geweest voor het schrijven van het boek, zoals gesteld in paragraaf 3.1. De enkele mannelijke recensenten hebben daarentegen deze herkenning niet, wellicht hebben de recensies van de mannelijke recensenten hierdoor een andere toon, allicht een seksistische toon. Auteur Maarten 't Hart noemt het boek “een keukenmeidenroman voor linkse

(22)

meiden” ('t Hart 23-02-1977 10) en “weerzinwekkende, vulgaire broddelwerk” ('t Hart 1981 112). 't Hart bevestigt de vermoedens door in een artikel in Hollands Diep zijn onbegrip te uiten over de herkenning die vrouwen voelen bij De schaamte voorbij. Door de, door hem benoemde, slechte schrijfstijl van Meulenbelt is deze herkenning voor hem onvoorstelbaar (Vriezen 72). Beide

recensenten koppelen het gebrek aan kwaliteit aan vrouwelijkheid. Ze positioneren Meulenbelt als en vrouw die niet kan schrijven, omdat ze vrouw is. De oordelen kunnen hierdoor seksistisch worden genoemd.

Men zou denken dat dit onbegrip voor de herkenning niet enkel af te leiden is van Meulenbelts schrijfstijl, ook columnist Henk Spaan uit namelijk kritiek op De schaamte voorbij, en zijn kritische benadering gaat verder dan de schrijfstijl: “Nog nooit zag ik zoveel dom egoïsme zo slecht

opgeschreven. De schrijfster is erin geslaagd de onsympathiekste romanfiguur van het decennium te creëren” (Spaan 3). In de recensie van Spaan is geen moment van herkenning te vinden, er is zelfs eerder een toon van walging voor de ik-persoon waar te nemen. Recensent Ivan Sitniakowsky haakt in op deze mening en stelt dat je je als man “verdacht maakt” als je geen goed woord over hebt voor het boek (Sitniakowsky 29). Hij duidt hiermee waarschijnlijk op het niet willen overkomen als

vrouwonvriendelijk en een positieve keuring van De schaamte voorbij hoort hier dan bij. Sitniakowsky gaat hier in zijn recensie op door en stelt dat vrouwen enkel 'negatief' schrijven over mannen om geld te willen verdienen: “Schrijf dat de schuld bij de mannen ligt en je kostje is gekocht! Wanneer je dan ook nog over een goede pen beschikt zit je helemaal geramd” (Sitniakowsky 29). Sitniakowsky kan het boek van Meulenbelt niet waarderen, en positioneert haar als een vrouw die geld verdient met het kwaadspreken over mannen. De positionering van Meulenbelt als richtinggevende feministe is ver te zoeken en men zou kunnen stellen dat dit ligt aan het mannelijke perspectief ten opzichte van De

schaamte voorbij.

In de meeste recensies en advertenties wordt Meulenbelt dus neergezet als vrouw die zichzelf door middel van De schaamte voorbij positioneert als feministe, die anderen kennis wil laten maken met het feminisme Het discours over vrouwelijkheid wordt gekenmerkt door het feminisme. Deze positionering komt overeen met de positionering van Meulenbelt zelf, al wordt er in de receptie van het boek geen aandacht geschonken aan haar sociale angst rondom haar seksualiteit. In een artikel in de

Spektator wordt de positie van Meulenbelt als vrouw die haar feministische idealen wil delen,

gekoppeld aan vrouwelijke auteurs: “Vrouwelijke auteurs zetten zich in om via de literatuur hun feministische ideeën te propageren.” (Belonje 513). Het auteurschap en feminisme worden verbonden, doordat schrijfsters het feministische gedachtegoed uitdragen door te schrijven, zoals Meulenbelt ook doet. Er is sprake van een constructie van het vrouwelijke subject, waaronder Meulenbelt, in het

(23)

feminisme. Al moet er onderscheid worden gemaakt tussen de positionering door mannen en de

positionering door vrouwen, waarbij mannelijke recensenten en columnisten Meulenbelt neerzetten als een slechte auteur met een slecht geschreven boek en vrouwen herkenning voelen en de schrijfster positioneren als toonzettende feministe. Aangezien De schaamte voorbij door meer vrouwen is gerecenseerd voert de laatstgenoemde positionering de boventoon in de (lokale) kranten en tijdschriften.

3.4 Meulenbelt gepositioneerd als auteur en publiek figuur

Naast dat er in de receptie van De schaamte voorbij sprake is van een constructie van het vrouwelijke subject in het feminisme, wordt Meulenbelt ook gepositioneerd als auteur en publiek figuur. Het discours zichtbaar in de receptie van het boek wordt gekenmerkt door het begrip literary celebrity. In de vorige paragraaf is gesteld dat enkele recensenten Meulenbelt neerzetten als een van de belangrijkste vrouwen voor het feminisme, waarmee Meulenbelt wordt gepositioneerd als vrouw en als belangrijk, en daarmee ook als een publiek figuur (doordat ze hiermee een belangrijke rol invult). In een recensie in Trouw haalt Dresselhuys de bewustwording van Meulenbelt over haar publieke status aan:

“....wanneer ze het erover heeft, dat ze een soort instituut wordt: het 'instituut-Meulenbelt', dat precies zou weten hoe het allemaal moet, een voorloper, die iedereen maar moet volgen” (Dresselhuys 7). Meulenbelt geeft aan dat ze door anderen wordt gepositioneerd als alleswetende, een instituut (zoals in paragraaf 3.2 is gesteld). Deze gedachte komt overeen met de manier waarop ze wordt neergezet als vrouwelijk subject in het feminisme, ook hier heeft ze namelijk de status van voorloper verworven. De manier waarop Meulenbelt wordt neergezet als vrouw in het feminisme, heeft effect op haar positie als publiek figuur en zo als literary celebrity.

In de receptie wordt Meulenbelt overigens niet unaniem gezien als een literary celebrity, ook al positioneert zij zichzelf wel op deze manier (zoals blijkt uit paragraaf 3.2). Volgens columnist Henk Spaan is het auteurschap van Meulenbelt zelfs bedenkelijk: “Voor zover we in het geval van 'De schaamte voorbij' van een roman kunnen spreken, en op Anja Meulenbelt het woord schrijfster van toepassing zou zijn” (Spaan 3). Spaan stelt in zijn recensie van De schaamte voorbij dat ze haar ervaringen slecht heeft opgeschreven en trekt direct haar functie als schrijfster in twijfel. Spaan lijkt hier van mening te zijn dat kwaliteit samenhangt met de auteursfunctie en positioneert Meulenbelt als iemand die slecht schrijft. Men kan zich afvragen wat De schaamte voorbij voor een werk is, als Meulenbelt geen schrijfster kan worden genoemd. De vragen die Foucault stelt in zijn essay 'What is an Author?' zijn in dit geval toepasselijk: “If an individual is not an author, what are we to make of those things he has written or said, left among his papers or comunicated to others? Is this not properly a

(24)

work?” (Foucault 118). Aan de hand van deze vragen betoogt Foucault dat een bepaalde status wordt toegekend aan het werk van een schrijver, wanneer deze een schrijver wordt genoemd: het geschrevene van een schrijver is zijn/haar werk. Het onthouden van de kwalificatie schrijfster is betekenisvol, zoals bij Meulenbelt van toepassing is. Het niet toekennen van deze positie heeft gevolgen voor de status van haar werk: Als Meulenbelt geen auteur is, wat is De schaamte voorbij dan?

Deze twijfel over Meulenbelts schrijverschap is niet in andere recensies op te merken, ook niet in andere negatieve recensies. Zo noemt columnist Aad Nuis zonder hapering Meulenbelt een

schrijfster, ook al kan hij haar schrijfstijl niet waarderen (Nuis 1). Haar status als publiek figuur wordt daarentegen wel in veel recensies benoemd en wordt niet gekoppeld aan haar schrijfstijl. In Vrij

Nederland wordt, net zoals in de Trouw, Meulenbelt aangehaald als 'instituut' en ook nog als “het Grote

Voorbeeld van de Nederlandse Vrouwenbeweging” (Holtrop 1) en in Tubantia wordt ze een VIP (very

important person) en één van Nederlands meest bewuste en geschoolde feministen van dit moment

genoemd (Anoniem 1977 1). Meulenbelt wordt gepositioneerd als instituut en beroemdheid, niet zo zeer als schrijfster. Haar publieke status hangt enkel samen met het feminisme en haar positie binnen de vrouwenbeweging, niet met haar auteurschap. Wel wordt Meulenbelt expliciet schrijfster genoemd in enkele recensies, maar de nadruk van de positionering ligt hier niet. De positionering van Meulenbelt kan wel worden gekoppeld aan het begrip literary celebrity, aan de had van de kenmerken genoemd in het artikel van Franssen (2010): ze is een schrijfster en een publiek figuur, want er is sprake van commercie en media-aandacht voor haar. In de receptie van De schaamte voorbij neigt Meulenbelt niettemin eerder te worden gepositioneerd als een literary celebrity, en niet als auteur.

3.5

De schaamte voorbij in de boekencultuur

De schaamte voorbij: een persoonlijke geschiedenis wordt geadverteerd als een autobiografische

roman, waarin Meulenbelt haar leven (persoonlijke geschiedenis) beschrijft (Kok 4). In een artikel in

Opzij wordt er kritisch gekeken naar deze positionering: De schaamte voorbij als roman. Schrijfster en

historica Annie Romein-Verschoor stelt dat een werk aan verschillende voorwaarden moet voldoen, alvorens het als roman kan worden bestempeld. Ten eerste moet de romanschrijver talent hebben, ten tweede moet er sprake zijn van een grote betrokkenheid bij het verhaal (autobiografie of niet), ten derde moet er een bepaalde afstandelijkheid zijn tot het verhaal en als laatste voorwaarde haalt Romein-Verschoor nogmaals het aspect 'talent' aan. Na een analyse van De schaamte voorbij trekt Romein-Verschoor de conclusie dat het werk enkel aan de tweede voorwaarde voldoet en stelt hiermee dat De schaamte voorbij dus niet een roman kan worden genoemd: “Dat [een romanschrijver] is Anja Meulenbelt niet. Ze heeft er het talent niet voor, de onthullende, treffende formulering, ze mist het

(25)

inlevingsvermogen in de anderen dat samenvalt met die afstandelijke betrokkenheid” (Romein-Verschoor 1).

Wat is het werk van Meulenbelt dan wel? Volgens Romein-Verschoor kan De schaamte voorbij eerder 'divanproza' worden genoemd: “een verzameling uiterst egoïstisch materiaal voor de psychiater, maar waarin het begrip en de uitleg van de ware psychiater die iedere goede romanschrijver is, totaal ontbreekt” (Romein-Verschoor 1). In zijn recensie in Het Parool betwijfelt Spaan ook de aanduiding van het werk als roman en benoemt, net zoals Romein-Verschoor, het egoïstische aspect van de vertelstijl in De schaamte voorbij: “Weet je waarom feministen zo vaak de vorm van een dagboek of ander ego-document kiezen om hun belevenissen wereldkundig te maken? Omdat ze het talent missen om hun materiaal behoorlijk te structuren. Daarom” (Spaan 3). Spaan koppelt in zijn recensie de vorm van Meulenbelts boek aan feministische schrijvers. Blijkbaar kan er een specifiek genre worden toegekend aan werken met een feministische invalshoek, en de roman hoort hier niet bij.

Wat voornamelijk een belangrijke rol speelt bij feministische werken is de inhoud. De inhoud is belangrijker dan de literaire kwaliteit van het boek, zoals columniste Suzanne Baart ook uitlegt in haar recensie van De schaamte voorbij: “Of het boek technisch goed is opgebouwd, met een kop of een staart, en of het zo boeiend is geschreven dat je het niet meer neerlegt, tenzij om te slapen of omdat je de laatste bladzijde hebt omgeslagen, is veel minder belangrijk bij dit soort boeken. Belangrijker is dat Anja er werkelijk in slaagt iets duidelijk te maken van de psychologische kanten van emancipatie” (Baart 37). Baart spreekt hier met een positieve toon over het boek van Meulenbelt ondanks de slechte schrijfstijl, in tegenstelling tot Spaan en Romein-Verschoor. Volgens Baart is de literaire kwaliteit van een boek niet belangrijk en ondergeschikt aan de inhoud wanneer de schrijfster een hoger,

maatschappelijk doel probeert te bereiken. Deze gedachte komt ook terug in een recensie van De

Waarheid, een krant van de CPN, er wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende soorten

schrijvers: in de ene groep zitten schrijvers die geïnteresseerd zijn in heel de wereld en in de andere groep zitten schrijvers die vooral geïnteresseerd zijn in zichzelf en de eigen relaties. De boeken van de eerste categorie hebben volgens columnist Marisca Milikowski een literaire functie en de boeken uit de tweede categorie hoofdzakelijk een sociale functie (Milikowski 4). Volgens Milikowski behoort Meulenbelts De schaamte voorbij tot de tweede categorie: geen hoge literaire kwaliteit, maar “de schrijfster van dit boek is wel ergens mee bezig. En dat doet haar verschillen van literatuurproducenten die zich gewoon van de problemen afkeren en kleinschalige verhaaltjes schrijven” (Milokowski 4).

Zoals Sitniakowsky ook aangeeft in haar recensie in De Telegraaf: “Voor een vrouw is het nu dé tijd om de eigen zieleroerselen in een literaire paperback de wereld in te sturen. Het doet er nauwelijks toe hoe slecht je schrijft en hoe vergoelijkend je over jezelf bent. Anja Meulenbelt is daar een

(26)

schaamteloos voorbeeld van” (Sitniakowsky 29). Sitniakowsky geeft hier aan dat dit fenomeen, inhoud boven literaire kwaliteit, tijdsgebonden is. Sitniakowsky duidt hier waarschijnlijk op de tweede

feministische golf waarin Meulenbelt zich op dit moment bevindt. Doordat het feminisme in optrek is, wordt er minder aandacht geschonken aan de schrijfstijl van feministische auteurs. In de geschiedenis van de boekencultuur zijn ongetwijfeld meer tijden geweest waarin maatschappelijke ideeën en

overtuigingen in literaire vorm zijn uitgedragen, maar volgens een van de resultaten van een werkgroep uit 1977 van doktoraal-studenten Nederlands van de afdeling Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam is deze boekvorm problematisch geworden: “Ongetwijfeld is de beweging van Tachtig een faktor van belang geweest bij het benadrukken van de esthetische kwaliteiten van literatuur. […] als wij in dit artikel de emancipatieroman of feministische literatuur centraal stellen, dan is in de kombinatie van een politiek epitheton en een literair-esthetische kategorie een komplex probleem aangeduid” (Belonje 153). Deze werkgroep is tot de conclusie gekomen dat een roman van deze tijd niet zowel een literaire als een sociale functie kan hebben, hierbij halen ze de receptie van De schaamte

voorbij als voorbeeld aan. Een roman met een sociale functie voldoet niet aan de eisen van een literair

werk. Deze gedachte is onderdeel van een discussie in de literaire wereld, die om de zoveel tijd weer oplaait: “Tegenstellingen tussen vorm en vent, geëngageerde opvattingen versus l'art pour l'art enzovoort zijn in feite alle terug te voeren op de tegengestelde funkties die aan literatuur worden toegekend en zijn ten slotte te herleiden tot de aloude tegenstelling tussen utile en dulci van de klassieken” (Belonje 153).

Wanneer schrijvers nieuwe of andere literatuur schrijven, positioneren zij zich (onbewust) in deze discussie, zo ook Meulenbelt. De schrijfstijl van De schaamte voorbij wordt niet als literair gezien, maar de sociale functie van het werk is duidelijk zichtbaar (zoals blijkt uit verscheidene

recensies). Meulenbelt lijkt zich via het boek op onbewuste wijze te plaatsen in deze discussie, evenwel door haar eigen woorden lijkt er sprake van opzet te zijn: “Meulenbelt zelf heeft zich ook geuit over de functie van literatuur en boekencultuur: Literatuur moet niet blijven staan bij een - oppervlakkige - beschrijving van uitwendige verschijnselen, maar moet ingaan op de oorzaken van de rolverdeling van man en vrouw in de samenleving” (Belonje 522). Hier maakt Meulenbelt duidelijk dat literatuur een sociale functie moet hebben, een maatschappelijk doel moet dienen. Volgens de schrijfster moet dit doel te koppelen zijn aan het feminisme, voor haar is het overbrengen van feministisch gedachtegoed een (of misschien wel de) belangrijkste functie van literatuur en esthetiek is hierbij niet van belang: “als we in die lijn kunnen schrijven (zodat vrouwen in literatuur iets van zichzelf terugvinden, red.) op een manier die niet verslavend of versluierend werkt, maar waardoor vrouwen wakker worden vind ik alle middelen toegestaan, literair of niet” (Belonje 523). De schaamte voorbij past precies in deze

(27)

boekencultuur. Het boek wordt gezien als een typisch feministisch boek: het is sociaal gericht, het dient het feminisme, en het is literair gezien niet van hoge kwaliteit.

3.6 De positie van Anja Meulenbelt

Anja Meulenbelt positioneert zichzelf in De schaamte voorbij en de schrijfster wordt gepositioneerd in de receptie van dit boek. In zowel de positionering door haarzelf als door de recensenten kunnen drie posities worden onderscheiden: Meulenbelt als vrouw, als schrijfster en als publiek figuur. De

schaamte voorbij kan worden gezien als een product van verschillende discoursen: over

vrouwelijkheid, auteurschap en het publieke figuur. Het discours over vrouwelijkheid wordt gekenmerkt door het feminisme. Het boek is een typisch feministisch boek en Meulenbelt zegt feministische idealen uit te willen dragen, om andere vrouwen te willen helpen. Ze schrijft om als voorbeeldfunctie te dienen voor anderen. Het discours over auteurschap en het publieke figuur wordt gekenmerkt door het begrip literary celebrity. In het spreken over dit begrip geeft Meulenbelt het aspect celebrity een andere dimensie. Ze maakt onderscheid tussen een publiek figuur als

beroemdheid/mediafiguur en een publiek figuur als voorvechter. Zelf positioneert ze zich in de laatste categorie: ze is een publiek figuur en een voorvechtster voor vrouwenrechten.

In de receptie van het boek is zijn verscheidene discoursen zichtbaar. Het discours over vrouwelijk wordt tevens gekenmerkt door het feminisme. Doordat Meulenbelt wordt gelabeld als feministe, worden er bepaalde kwaliteiten aan haar positie als vrouw gekoppeld waaronder

behulpzaamheid en strijdlust. Alhoewel deze positionering enkel te vinden is in recensies geschreven door vrouwelijke recensenten en columnisten. Hier staat tegenover dat in recensies geschreven door mannen Meulenbelts schrijfstijl eerder haar positionering beïnvloedt: zo wordt ze gezien als een slechte schrijfster met een slecht geschreven boek (een seksistisch oordeel). In deze recensies staat haar

auteurschap centraal. Verder wordt in de meeste recensies Meulenbelts positie als publiek figuur benoemd, zo komen de woorden 'instituut' en 'bekend' voor. Doordat Meulenbelts positie als publiek figuur de boventoon voert in de receptie en haar positie als schrijfster hierdoor wordt overschaduwd, kan er worden geconcludeerd dat Meulenbelt wordt gepositioneerd als een literary celebrity (zoals ze zichzelf positioneert), en niet als auteur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

i) Physical accessibility of tourism teaching and learning venues, tourism educators’ offices accessibility and the library (learning and teaching resources). ii) Student

Although Wasserman (2010:151-174) has done interviews with journalists at the Daily Sun as well as with journalists from other South African tabloids, his research pertains to

Ze heeft nog wel telefonisch contact gehad met een leidinggevende van de corporatie die zou hebben aangegeven dat het inderdaad kan zijn, dat zij haar niet in aanmerking

Deze zijn inderdaad groot, omdat zij niet alleen betrekking heb- ben op de zojuist gesignaleerde en op de langdurig oncontroleerbare situatie binnen de overgenomen vennootschap,

100,- kosten, grafisch weergegeven« Daar de potplanten- en seringen- bedrijven met een hoger percentage in de steekproef zijn vertegen- woordigd dan de andere groepen bedrijven, zijn

In het tweede groeiseizoen vormt de braam lange uitlopers die plaatselijk al een hoge bedekkingsgraad kun- nen geven, maar de totale be- dekking valt ook dan nog mee

Het tu-quoque argument komt ook in zowel Schellens (2013) als het huidige onderzoek het op een na vaakst voor. Schellens heeft geen verschillen gezocht op basis van geslacht van

deze ceremonie betrokken zijn. Kennelijk worden hiermee mannen bedoeld. °f vrouwen al of niet deelnemen aan dit ritueel, wordt niet duidelijk. Dit voorbij gaan aan de positie