• No results found

5. Antiglamour van Carice Van Houten en Halina Reijn

5.1 Van Houten en Reijn als vrouwen

Zowel met hun woorden als met de foto’s aanwezig in Antiglamour, geven Van Houten en Reijn vorm aan de vrouwelijke subjectiviteit: ze positioneren zichzelf als bepaalde vrouwen en zetten tevens een algemeen vrouwbeeld neer. Met bepaalde thema’s maken de schrijfsters duidelijk wat belangrijk is in hun leven, specifiek in hun leven als vrouw. Impliciet wordt aan de hand van de volgende thema’s discursief vormgegeven aan vrouwelijkheid: succes, uiterlijk en seksualiteit. In de volgende paragraaf zal het thema succes worden besproken, aan de hand van de positionering van de schrijfsters als publieke figuren, en in deze paragraaf zullen de thema’s uiterlijk en seksualiteit aan bod komen, waarbij er meer aandacht zal zijn voor het laatstgenoemde thema omdat deze het belangrijkst is (zoals zal blijken uit de analyse).

Aan de hand van de foto’s van de schrijfsters in Antiglamour komt naar voren in welke mate de schrijfsters aandacht schenken aan hun uiterlijk. Zowel veel aandacht voor kleding als voor make-up draagt bij aan het idee dat de schrijfsters veel geven om hun uiterlijk. Op de foto’s is te zien dat ze mooie kleding en make-up dragen. Op enkele afbeeldingen is te zien hoe ze make-up aanbrengen (Van Houten en Reijn 166,167, 175,176,181) en op andere foto’s zijn de overvolle kledingkasten van beide vrouwen te aanschouwen: deze puilen uit van de kleding (Van Houten en Reijn 194,195). Reijn geeft aan dat ze een vorm van koopzucht heeft, die ‘ziekelijke vormen’ heeft aangenomen. Het grootste deel van haar salaris besteedt ze aan kleding, terwijl ze sommige kledingstukken niet eens draagt (Van Houten en Reijn 196). Het uiterlijk wordt belangrijk gevonden, al is dit wellicht niet bewust. Met deze beelden dragen ze bij aan het idee dat een vrouw veel om uiterlijk geeft, en moet geven: ze moet make- up dragen en willen winkelen en veel (mooie) kleding bezitten. Ook benadrukken ze dat een vrouw aan haar gewicht moet denken, en gezond moet eten. Zo beschrijven ze hoe ze beide langsgaan bij een diëtiste, waar ze advies krijgen voor gezondere eetgewoontes. Reijn schrijft hoe ze zeven kilo afvalt na het volgen van het speciale dieet, iets wat ze kan aanraden: “Mijn boodschap is: brood, pasta,

aardappels en rijst heb je niet nodig” (Van Houten en Reijn 154). Het discours wat hier aan de

oppervlakte komt wordt gekenmerkt door uiterlijkheden: een vrouw geeft om haar uiterlijk, draagt make-up, bezit veel kleding en volgt een dieet om slank te blijven. Het vrouwelijke subject kan door deze kenmerken worden gezien als oppervlakkig: de vrouw is enkel bezig met haar uiterlijk.

Dit beeld van een oppervlakkige vrouw komt niet terug wanneer men kijkt naar het thema seksualiteit in Antiglamour. Het discours dat hier kan worden aangewezen geeft vrouwelijkheid op een andere manier vorm: een vrouw is sterk wanneer ze kiest voor zichzelf en seksueelassertief is. In het hoofdstuk ‘Mannen kijken’ positioneren Van Houten en Reijn zich als vrouwen ten opzichte van foto’s van mannen. In dit hoofdstuk staan bijna veertig foto’s van verscheidene mannen (waarvan sommige met ontbloot bovenlichaam) centraal (Van Houten en Reijn 110-121). De titel geeft aan dat de

afgebeelde mannen dienen als lustobjecten: ze staan er enkel in om naar te kijken. De mannen worden hier neergezet als objecten. Het is opvallend dat de auteurs de traditionele rollen hebben omgedraaid: de vrouw is ditmaal het subject dat kijkt naar het mannelijke object. Er wordt gespeeld met de

vanzelfsprekende male gaze: er is in dit hoofdstuk sprake van een female gaze. In het boek is ook een hoofdstuk aanwezig waar foto’s van verscheidene vrouwen centraal staan, onder de titel ‘Inspirerende vrouwen’(van Houten en Reijn 242,243). Deze foto’s zijn niet bedoeld om enkel naar te kijken, maar ook om over na te denken; om te laten inspireren. De vrouwen worden hier als subjecten neergezet: ze zijn inspirerend en daarmee ook machtig. De schrijfsters positioneren zichzelf met deze hoofdstukken als subject ten opzichte van de man en daarmee ook als machtig. De vrouwelijke subjectiviteit krijgt hiermee ook vorm: mannen zijn objecten om naar te kijken en vrouwen zijn machtige subjecten die inspireren.

Aan de hand van de volgende passages uit Antiglamour kan worden geconstateerd dat Van Houten en Reijn zichzelf ook positioneren als vrouwen die inspireren. Dit is onder andere zichtbaar wanneer ze spreken over het thema seks. Dit thema speelt een prominente rol in het boek. Ze zijn beide openhartig over hun seksleven en seksuele gevoelens, zo schuwen ze het onderwerp pornografie niet. Van Houten vertelt dat ze wel eens naar pornografie kijkt en snapt de taboe die daaromheen hangt voor vrouwen niet.

Ook Reijn haakt in bij een discussie over pornografie in Nederland. Ze schetst eerst een kant van het debat door de woorden van politica Myrthe Hilkens aan te halen. Hilkens is van mening dat pornografie vrouwonvriendelijke beelden bevat, die effect hebben op de seksualiteit van jongeren. Sommige pornografische genres zouden om deze reden volgens haar inzicht bestreden moeten worden (van Houten en Reijn 135). Reijn haakt hierop in door er tegenin te gaan: “Daadwerkelijke emancipatie

is een sterke vrouw die er bewust voor kiest om haar fantasieën tot uiting te laten komen in bed zonder zich ervoor te hoeven schamen” (Van Houten en Reijn 136). Reijn pleit tegen het verbieden van zogeheten vrouwonvriendelijke pornografie; er zou namelijk voorbij worden gegaan aan de fantasieën van verscheidene vrouwen. Ze stelt dat een vrouw sterk is, wanneer zij gehoor geeft aan haar eigen fantasieën. Reijn positioneert zichzelf als een dergelijke, sterke vrouw: “Ondanks de emancipatie van de vrouw, – waar ik met mijn inkomen, carrière en onafhankelijkheid een uithangbord van ben – wil ik ook gewoon een meisje zijn dat ‘genomen’ wordt door een sterk mannetje” (Van Houten en Reijn 136). De schrijfster zet zichzelf neer als een onafhankelijke, succesvolle vrouw (een voorbeeld van het feminisme), die ook seksueelassertief is. Ze is van mening dat iedere vrouw de vrijheid moet vieren die ze heeft: de vrouw kan zelf kiezen waar ze naar wil kijken en wat ze wil beleven. Als een vrouw bepaalde seksuele fantasieën heeft, dan moet ze ervoor kiezen om deze uit te voeren en te beleven. Deze keuze maakt een vrouw sterk, volgens Reijn.

Beide schrijfsters geven met hun woorden over pornografie vorm aan de eigen positionering als vrouw en aan de vrouwelijke subjectiviteit. Een vrouw is sterk wanneer zij uiting geeft aan haar eigen seksuele fantasieën, ook als deze als ‘vrouwonvriendelijk’ kunnen worden bestempeld. Het is de vrijheid van de vrouw om seksueelassertief te zijn op eigen wijze, zoals Van Houten en Reijn tonen. Aan de hand van bovenstaande passage kan tevens worden gesteld dat de schrijfsters als voorbeeld willen dienen voor andere vrouwen, door zichzelf op een bepaalde manier neer te zetten als vrouw. Door hun openhartigheid willen ze het taboe rondom pornografie en vrouwen doorbreken, door aan te geven dat het normaal is om hiernaar te kijken: de vrouw heeft seksuele fantasieën en Van Houten en Reijn bespreken dat ze hier gehoor aan geven.

In een ander hoofdstuk in Antiglamour komt deze voorbeeldfunctie ook naar voren. Van Houten vertelt over een nare ervaring van vroeger, een aanranding in een bos door een groepje jongens toen ze elf was. Ze stelt in een interview in de Leeuwarder Courant dat ze deze ervaring wil delen, omdat ze heeft gemerkt dat andere vrouwen met soortgelijke verhalen het fijn vinden als ze hierover praat. Juist door het onderwerp aan te halen in Antiglamour wil ze aanranding bespreekbaar maken voor andere vrouwen: “en ik, wij kunnen dingen doen die andere vrouwen niet meer voor elkaar krijgen, breek een lans om in therapie te gaan” (Zagt 1). Van Houten geeft aan dat ze er beide van bewust zijn dat ze een voorbeeldfunctie kunnen bekleden door de publieke status die ze hebben, een kans die ze graag willen benutten. Om deze reden delen beiden hun seksuele ervaringen, ook de nare, met het doel om andere vrouwen te helpen.

De voorbeeldfunctie die de schrijfsters innemen is ook zichtbaar in de keuze van de foto’s in

Antiglamour. Ze hebben er bewust voor gekozen om zichzelf letterlijk bloot te geven aan de lezer,

zoals blijkt uit een interview in praatprogramma De Wereld Draait Door. Presentator Matthijs van Nieuwkerk vraagt hen naar twee foto’s uit het boek waarop is te zien hoe de schrijfsters met de benen omhoog op een behandeltafel bij de gynaecoloog liggen. Men zou zich kunnen afvragen waarom de vrouwen ervoor hebben gekozen om zich op deze manier te positioneren. Om deze reden vraagt de presentator naar de foto’s, waarop Reijn antwoordt namens hen beide: “Nou ik denk, dat is iets dat alle vrouwen om de zoveel tijd moeten doorstaan, en dat gewoon in de taboesfeer hangt waarvan wij dachten: dat is leuk om daar gewoon open over te zijn. […] op Girls-achtige wijze […] het heeft inderdaad wat provocatiefs, maar ik hoop dat meisjes dit lezen en vrouwen en daar ook een soort humor van inzien en misschien wel herkenning, troost” (22:40-23:07). Ook in dit geval kiezen de schrijfsters ervoor om een taboe te willen doorbreken, ze willen vrouwelijke bezoeken aan de

gynaecoloog bespreekbaar maken. Ze positioneren zich als openhartige vrouwen die voorlopers willen zijn voor andere vrouwen, zelfs als ze hiervoor moeten provoceren. Het doel is om andere vrouwen te helpen met het delen van de eigen ervaringen, en bepaalde situaties hiermee voor vrouwen uit de taboesfeer te halen.

Al met al kan er worden gesteld dat de positionering van de schrijfsters als vrouwen effect heeft op de vrouwelijke subjectiviteit. De schrijfsters positioneren zich enerzijds als materialistische

vrouwen die enkel om hun uiterlijk geven en anderzijds komt er een duidelijke andere positie naar voren: de schrijfsters zetten zichzelf neer als voorlopers, inspirerend en sterk. Het uiterlijk speelt hierbij geen rol. Uit Antiglamour kan worden opgemaakt dat beide positioneringen samen kunnen gaan: vrouwelijkheid wordt vormgegeven door een discours waarbij het geven om uiterlijk en een sterke vrouw zijn, seksueelassertief en eigenbelang, wordt gecombineerd. Het hedendaagse discours over vrouwelijkheid, voor zover zichtbaar in Antiglamour, wordt gekenmerkt door seksuele assertiviteit, keuzevrijheid, openheid en uiterlijk. Vrouwen zijn sterk als ze kiezen voor de eigen seksuele fantasieën en hieraan vormgeven, en geven ook om hun uiterlijk. Zoals Van Houten en Reijn zelf ook doen, als sterke vrouwen. Doordat ze zowel sterk als openhartig zijn, zijn ze van mening dat ze met deze kenmerken taboes voor andere vrouwen kunnen doorbreken en als voorbeeldfunctie kunnen dienen. Aan de hand van Antiglamour proberen ze deze functie waar te maken.