• No results found

Earnings management : de effecten van de invoering van IFRS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Earnings management : de effecten van de invoering van IFRS"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Earnings management;

de effecten van de invoering

van IFRS.

Bachelorscriptie

BSc Economie en Bedrijfskunde: Accountancy & Control

Rob Heemskerk

10409548

Universiteit van Amsterdam

Begeleider:

dhr. J.H. ten Berg MSc

Datum:

juni 2015

Studiejaar:

2014-2015

(2)

2

Verklaring eigen werk

Hierbij verklaar ik, Rob Heemskerk, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan.

Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie

gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd.

De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud.

(3)

3

Abstract

Vanaf januari 2005 zijn alle beursgenoteerde bedrijven in de Europese Unie verplicht om de International Financial Reporting Standards (IFRS) te gebruiken voor hun financiële

verslaggeving. Sinds de invoering van IFRS is er meerdere malen onderzoek gedaan naar de effecten op earnings management. Uit de onderzoeken ontstaat twijfel of investeerders wel het earnings management beleid van bedrijven begrijpen sinds de invoering van IFRS, dit komt omdat de effecten op earnings management voor een langere periode nog niet bekend zijn. Dit onderzoek draagt bij aan de literatuur omdat het ingaat op de effecten van de invoering van IFRS op earnings management.

Aan de hand van een literatuurstudie wordt er in dit onderzoek een antwoord gezocht op de vraag; wat zijn de effecten van de invoering van IFRS op earnings management? Het antwoord wordt gegeven met behulp van drie criteria; 'de verschillen tussen landelijke standaarden en IFRS', 'gebruikers van accountinginformatie die effect hebben op earnings management' en 'factoren die effect hebben op earnings management'.

Uit het onderzoek blijkt dat het effect van de invoering van IFRS op earnings

management is dat managers van bedrijven sinds de invoering van IFRS gebruik maken van de flexibiliteit in de waardering van bepaalde activa en passiva om earnings management toe te passen. Tijdens de periode voor de invoering van IFRS was deze flexibiliteit er nog niet. Ook beïnvloeden de landelijke regels en gebruikers van accountinginformatie het effect van de invoering van IFRS op earnings management. Daardoor is voor elke land het effect van de invoering van IFRS op earnings management verschillend.

(4)

4

Inhoudsopgave

1.

Inleiding

5

2.

Theoretisch kader

7

2.1 Earnings management

7

2.1.1 Het begrip earnings management 7

2.1.2 Drijfveren voor het gebruik van earnings management 7

2.1.3 Het gebruik van earnings management 8

2.1.4 De patronen van earnings management 9

2.2 Kwaliteit van de audit

10

2.3 International Financial Reporting Standards

11

2.3.1 IFRS 11

2.3.2 Verandering van earnings management door invoering van IFRS 13 2.3.3 Vrijwillige of verplichte invoering van IFRS 14 2.3.4 Verandering van de kwaliteit van de audit door invoering van IFRS 15

3.

Analyse

16

3.1 Verschillen tussen landelijke standaarden en IFRS

16

3.1.1 Voor de invoering van IFRS 17

3.1.2 Volatiliteit 17

3.1.3 Real earnings management en accruals based earnings management 18

3.2 Het effect van gebruikers van accountinginformatie

19

3.2.1 Informatieasymmetrie 19

3.2.2 Investeerders 19

3.2.3 Kapitaalmarkten en banken 20

3.2.4 Analisten 21

3.2.5 Bestuur van een onderneming 22

3.2.6 Accountants 23

3.3 Factoren die een effect op earnings management hebben

23

3.3.1 Bescherming van de investeerder 24

3.3.2 Wetshandhaving 25

3.3.3 Cultuur 26

4.

Conclusie

27

(5)

5

1. Inleiding

In februari 2003 werd de boekhoudfraude van Ahold bekend. Ahold bleek de resultaten van een dochteronderneming in Amerika met 880 miljoen dollar te hoog te hebben ingeschat (Smit, 2014). Niet alleen Ahold heeft in het verleden boekhoudfraude gepleegd. Ook bedrijven als Enron, WorldCom en Parmalat hebben de financiële positie van hun bedrijf verkeerd weergegeven. De schandalen bij deze bedrijven hebben mede geleid tot de invoering van nieuwe accountingregels.

Sinds januari 2005 zijn beursgenoteerde bedrijven in de Europese Unie verplicht om de International Financial Reporting Standards (IFRS) voor hun financiële verslaggeving te gebruiken. IFRS kwam in de plaats van de verschillende landelijke accountingstandaarden. De invoering van IFRS is bedoeld om de kwaliteit van de audit te verhogen en de financiële informatie tussen bedrijven in verschillende landen makkelijker te vergelijken (JeanJean & Stowoly, 2008). Door het verhogen van de kwaliteit van de controle, moet de invoering IFRS ook leiden tot een verlaging van earnings management. In de literatuur staan verschillende omschrijvingen voor earnings management. De bekendste is van Healy en Wahlen (1999) en zij omschrijven het als volgt:

“Earnings management occurs when managers use judgment in financial reporting and in structuring transactions to alter financial reports to either mislead some stakeholders about the underlying performance of the company or to influence contractual outcomes that depend on reported accounting numbers (p. 368).”

Oftewel, earnings management is het niet getrouw weergegeven van de financiële prestaties van een bedrijf binnen de grenzen van de regelgeving. Is er sprake van illegale earnings management dan wordt dit fraude genoemd. Bij Ahold was er sprake van fraude maar de accountingregels laten ook ruimte voor een legale manier van earnings management.

Sinds de invoering van IFRS is er veel onderzoek gedaan naar earnings management. Binnen de huidige literatuur is discussie ontstaan of earnings management sinds de invoering van IFRS is toe- of afgenomen in vergelijking met voor de invoering van IFRS. Ook is er in de literatuur tegenstrijdigheid over de effecten op earnings management sinds de invoering van IFRS.

Tendeloo en Vanstraelen (2005) concluderen dat in Duitsland bij een gedeelte van de bedrijven earnings management toeneemt sinds de invoering van IFRS. De onderzoekers merken op dat de bedrijven die IFRS ingevoerd hebben meer gebruik maken van

(6)

6 'discretionaire accruals' als vorm van earnings management. 'Discretionaire accruals' zijn een flexibiliteit van de manager om prestaties toe te rekenen aan een bepaald jaar.

Uit een onderzoek bij Franse bedrijven wordt geconcludeerd dat earnings management is afgenomen sinds de invoering van IFRS en de kwaliteit van de audit is toegenomen. De 'discretionaire accruals' zijn afgenomen bij Franse bedrijven door de verplichte invoering van IFRS (Zéghal, Chtourou, & Sellami, 2011).

Buiten deze twee studies is er nog meer literatuur die earnings management bespreekt. In de literatuur komen verschillende conclusies naar voren. Callao en Jarne (2010) stellen dat er over een langere periode gekeken moet worden naar wat het effect is van de invoering van IFRS op earnings management. Er is nog een tekortkoming van informatie over de effecten van de invoering van IFRS op earnings management over een langere periode. Volgens Ewert en Wagenhofer (2005) bestaat er in de literatuur twijfel of de investeerders het earnings management beleid van bedrijven volledig begrijpen. De tekortkoming van informatie van earnings management over een langere periode kan een oorzaak zijn van het niet volledig begrijpen van het earnings management beleid. De onderzoeksvraag die voortkomt uit de tekortkoming van Callao en Jarne (2010) is; wat zijn de effecten van de invoering van IFRS op earnings management?

Met behulp van deelvragen wordt er een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag; Welk zijn de verschillen tussen de landelijke standaarden en IFRS? Welk effect hebben gebruikers van accountinginformatie op earnings management sinds de invoering van IFRS? Welke factoren beïnvloeden het effect van de invoering van IFRS op earnings management?

Deze studie draagt bij doordat het meer duidelijkheid kan geven over het effect van de invoering van IFRS op earnings management in een langere periode en geeft het de

investeerders informatie over het earnings management beleid van bedrijven, dit leidt er toe dat investeerders betere informatie hebben en het earnings management beleid beter kunnen begrijpen. Als de effecten op earnings management bekend zijn, kan dit gekoppeld worden aan het beleid.

Aan de hand van een literatuurstudie zal er een antwoord op de onderzoeksvraag worden gezocht. Om tot een antwoord te komen wordt eerst de literatuur uiteengezet in paragraaf 2 waarbij earnings management, kwaliteit van de audit en de invoering van IFRS worden toegelicht vanuit de literatuur. Daarna vindt een analyse plaats in paragraaf 3. In de analyse wordt een antwoord gezocht op de deelvragen. Afsluitend is er een conclusie met het antwoord op de onderzoeksvraag in paragraaf 4.

(7)

7

2. Theoretisch kader

Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is het van belang dat eerst de belangrijkste begrippen uitgelegd worden die aan bod komen. Paragraaf 2 behandelt earnings management, kwaliteit van de audit en de invoering van IFRS.

2.1 Earnings management

2.1.1 Het begrip earnings management

Buiten de omschrijving van earnings management van Healy en Wahlen, omvat de literatuur nog vele omschrijvingen van earnings management. Het Nederlandse begrip voor earnings management is resultaatsturing. Dechow, Sloan, en Sweeney (1996) omschrijven earnings management als een manier van het omgaan met de boekhouding van het bedrijf binnen de grenzen van de accountingregels. Scott (2003) definieert earnings management als "de keuze van een manager in het accountingbeleid om specifieke doelen te bereiken". Het wordt duidelijk dat door keuzes van de manager of het bestuur van het bedrijf, de financiële positie van het bedrijf anders wordt weergegeven dan die in werkelijkheid is. Buitenstaanders van het bedrijf kunnen niet weten hoe de werkelijke financiële positie van het bedrijf is, daardoor krijgen zij niet een getrouw beeld van de financiële positie van het bedrijf doordat earnings management wordt toegepast. Zolang de keuzes van de managers en het bestuur binnen de grenzen blijven van de accountingregels, is er geen sprake van fraude.

2.1.2 Drijfveren voor het gebruik van earnings management

Volgens Burgsthaler en Dichev (1997) gebruiken de meeste bedrijven earnings management om verliezen op de jaarrekening weg te werken. 30 tot 44 procent van de bedrijven met een beetje verlies maken gebruik van earnings management om toch een winst te kunnen laten zien in de boeken, dit wordt vooral gedaan door de kosten te verlagen. Het bedrijf wil niet dat zijn aandeelhouders en potentiële investeerders kunnen zien dat het slecht gaat met het

bedrijf. Verliezen worden weggewerkt om investeerders aan te moedigen om in het bedrijf te investeren. De vraag naar een aandeel van het bedrijf stijgt als de financiële prestatie goed is. Hierdoor stijgt ook de waarde van het aandeel van de huidige aandeelhouders. De hoofdreden van managers om earnings management toe te passen is dan ook om investeerders aan te

(8)

8 moedigen een aandeel te kopen. Daarom laten bedrijven het liefst geen verlies zien maar een continue winst of een langzaam stijgende winst.

Ook het ingrijpen van de overheid is een drijfveer om earnings management te

gebruiken (Healy & Wahlen, 1999). Een bedrijf wil niet dat de overheid ingrijpt met boetes of andere straffen. Bij banken kan dit het geval zijn omdat die onder verscherpt toezicht van de overheid staan.

2.1.3 Het gebruik van earnings management

Bedrijven passen earnings management toe door het gebruik van 'discretionaire accruals'. 'Discretionaire accruals' zijn de variabele onderdelen in de financiële gegevens van het bedrijf. In de variabele onderdelen kunnen managers aanpassingen maken, ze kunnen een onderdeel hoger of lager waarderen. Ook kunnen ze in het variabele onderdeel een keuze maken of ze een kosten of een opbrengst dit jaar of aan één van de komende jaren toerekenen. Vaak worden 'discretionaire accruals' gebruikt bij de waardering van activa en passiva

(Bernard & Skinner, 1996). 'Discretionaire accruals' worden ook een flexibiliteit van de manager genoemd, omdat de manager in de variabele onderdelen keuzes kan maken naar zijn of haar mening. Doordat er speling is binnen de regels van de accountancy kan bijna elk bedrijf gebruik maken van deze 'discretionaire accruals'. Een bedrijf kan zijn financiële positie hierdoor niet getrouw weergeven als het daar de intentie voor heeft.

Binnen het gebruik van 'discretionaire accruals' zijn er verschillende methodes om het toe te passen. Er zijn twee methodes om 'discretionaire accruals' toe te passen; real earnings management en accrual based earnings management. In de literatuur wordt er vanuit gegaan dat bedrijven volgens deze methodes earnings management toepassen.

Als real earnings management (REM) wordt toegepast, dan heeft dit een direct gevolg in de kasstroom. Managers van bedrijven kiezen bepaalde economische activiteiten van het bedrijf, de waardes van deze economische activiteiten worden dan aangepast en dit is te zien op de kasstroom (Doukakis, 2014). Een manager kan de kostprijs verlagen van een product of hij verlaagt de kosten van onderzoek en ontwikkeling. De verlaging van deze kosten leidt tot een toename van de winst. Het gebruik van REM is daardoor transparant, omdat de

aanpassing van de waarde van de economische activiteit te zien is in de jaarrekening. Accrual based earnings management (AEM) is het veranderen van waardes in de jaarrekening zonder dat het direct gevolgen heeft voor de kasstroom (Doukakis, 2014). Managers kunnen bij AEM de restwaarde van de activa aanpassen of ze kunnen de waarde verminderen van de activa zonder dat het te zien is in de kasstroom. Deze aanpassingen

(9)

9 misleiden wel de investeerders en aandeelhouders. De financiële positie van het bedrijf wordt niet meer getrouw weer gegeven.

Er is risico aan het gebruik van earnings management, wanneer het bekend wordt dat een bedrijf gebruik maakt van earnings management daalt het aandeel met ongeveer negen procent (Dechow, Sloan, & Sweeney, 1996). Door het verkeerd gebruiken van de

'discretionaire accruals' kunnen financiële analisten ontdekken dat het bedrijf earnings management toepast. In dat geval waardeert de manager van het bedrijf de activa of passiva dermate verkeerd dat het duidelijk wordt voor de analisten dat er earnings management wordt gebruikt.

2.1.4 De patronen van earnings management

De huidige literatuur onderscheidt drie patronen van earnings management; taking a bath, winstmaximalisatie en income smoothing. Door gebruik van REM of AEM worden deze patronen toegepast om de potentiële investeerder en huidige aandeelhouder te beïnvloeden.

Bij taking a bath rekent een bedrijf een zo groot mogelijk verlies toe aan de

jaarrekening van dit jaar zodat in de toekomst de kans groter is om een winst te laten zien in de boeken. Dit doet een bedrijf als het in dit jaar al een groot verlies heeft behaald. Alle winsten die behaald worden in dit jaar worden doorgeschoven naar volgende jaren om dan betere resultaten te kunnen laten zien aan de aandeelhouders en investeerders (Sevin & Schroeder, 2005). De winsten worden dit jaar niet verrekend met de verliezen omdat de verliezen veel groter zijn waardoor er evengoed een negatief verschil overblijft. Taking a bath wordt ook wel winstminimalisatie genoemd. Volgens Healy (1985) probeert een bedrijf bij winstmaximalisatie een zo hoog mogelijke winst te behalen in een jaar. De financiële prestaties worden zo aangepast dat het bedrijf een zo hoog mogelijke winst laat zien in de boeken. Dit heeft vaak een verband met het behalen van targets. Managers kunnen een bonus ontvangen als de winst een bepaalde hoogte bereikt. Bij winstmaximalisatie proberen

managers de winst zo hoog te krijgen dat ze hun target halen en een bonus ontvangen. Bedrijven proberen bij income smoothing de winsten 'stabiel' te houden. Elk jaar wordt ongeveer een gelijke winst geboekt. Hierdoor ontstaat een patroon in de financiële prestaties van het bedrijf. Hoge winsten in bepaalde jaren worden verrekend met lagere winsten of verliezen in andere jaren en zo ontstaat een financieel 'stabiel' beeld van het bedrijf (Tucker & Zarowin, 2006).

(10)

10

2.2 Kwaliteit van de audit

De kwaliteit van de audit, oftewel de controle van de financiële gegevens van een bedrijf door een externe accountant, heeft een verband met earnings management. Hoe beter de kwaliteit van de audit, hoe meer earnings management gedetecteerd wordt en daardoor ook ongedaan kan worden gemaakt. De kwaliteit van de audit is gedefinieerd als de kans dat een accountant een overtreding ontdekt in het accountingbeleid van de klant en deze overtreding ook

rapporteert. De kans dat de accountant de overtreding ontdekt hangt samen met de

technologische en persoonlijke capaciteiten van de accountant en de kans dat de accountant de overtreding rapporteert hangt samen met de mate van onafhankelijkheid met de klant van de accountant (DeAngelo, 1981). De accountant bepaalt voor een groot deel de kwaliteit van de financiële gegevens van het bedrijf, ook de hoeveelheid earnings management die toegepast is valt hieronder.

Watkins, Hillison en Morecroft (2004) omschrijven de kwaliteit van de audit als de mate waarin de controle van de financiële gegevens van een bedrijf volgens de toepasbare accountingstandaarden wordt uitgevoerd. De controle is het werk van de accountant, de accountant controleert of de financiële positie van het bedrijf een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid. Een accountant beoordeelt de jaarrekening van een bedrijf en kijkt of deze jaarrekening overeenkomt met de werkelijkheid. De accountant controleert in feite alle financiële transacties en gegevens van een bedrijf.

Het blijkt dat de 'discretionaire accruals' van bedrijven die niet gecontroleerd worden door één van de zes grootste accountantskantoren (big six) van de wereld hoger zijn dan bij bedrijven die wel door hen gecontroleerd worden. Hieruit valt te concluderen dat het

accountantskantoor die de financiële prestaties van het bedrijf controleert invloed heeft op de grootte van earnings management. Dit komt doordat een big six accountantskantoor meer earnings management detecteert dan een non-big six accountantkantoor (Becker, DeFond, Jiambalvo, & Subramanyam, 1998). De controle van de big six kantoren blijkt beter te zijn dan de non-big six kantoren doordat er minder sprake is van 'discretionaire accruals' na het controleren van de financiële prestaties. Er wordt minder gebruik gemaakt van de flexibiliteit om prestaties aan bepaalde jaren toe te rekenen. Hierdoor wordt er een getrouwer beeld van de financiële positie van het bedrijf weergegeven.

Omdat earnings management vooral wordt toegepast om de investeerder te

beïnvloeden, is het van belang om aandeelprijzen te bekijken. Aandeelprijzen zijn de kosten van het kopen van een aandeel. Sloan (1996) concludeert dat de prijs van een aandeel niet alle

(11)

11 publiek beschikbare informatie bevat. Ook concludeert hij dat aandeelprijzen de investeerder kunnen misleiden doordat de aandeelprijzen niet goed weergeven hoe het bedrijf de komende jaren gaat presteren. Terwijl aandeelprijzen het ultieme voorbeeld horen te zijn van hoe het met een bedrijf gaat. Door de aanwezigheid van earnings management kloppen de

aandeelprijzen niet. De invloed van onder andere earnings management leidt er toe dat investeerders niet de volledige informatie hebben van een bedrijf en hierdoor geven de aandeelprijzen niet de volledige informatie over hoe het bedrijf ervoor staat. De kwaliteit van de audit kan daarom de waarde van de informatie van aandeelprijzen verhogen door te zorgen dat de kwaliteit zo hoog mogelijk is door alle overtredingen te ontdekken en te rapporteren.

2.3 International Financial Reporting Standards

2.3.1 IFRS

De Europese commissie kondigde in 2000 haar intentie aan om alle beursgenoteerde bedrijven in de Europese Unie te verplichten om vanaf januari 2005 International Financial Reporting Standards (IFRS) te gebruiken voor de financiële verslaggeving van het bedrijf. IFRS is een nieuwe versie van de International Accounting Standards (IAS). De standaarden verschillen nauwelijks van elkaar, alleen is IFRS bekender in de wereld dan IAS. Sinds 2005 sluiten ook landen buiten Europa zich aan om IFRS te gaan gebruiken. Zo is sindsdien in meer dan honderd landen IFRS verplicht of vrijwillig ingevoerd. Voor 2005 maakte elk land nog gebruik van haar eigen accountingstandaarden, dit waren de landelijke Generally

Accepted Accounting Principles (GAAP). Nederlandse bedrijven maakten veelal gebruik van Dutch GAAP voor de financiële verslaggeving (Whittington, 2005).

IFRS is meer gebaseerd op beginselen en de landelijke GAAP waren meer gebaseerd op regels. Het management van een bedrijf moet door de beginselen meer zijn eigen mening vormen over de financiële prestaties van het bedrijf. Bij de landelijke GAAP konden de managers meer de regels volgen en aan de hand van de regels werd de financiële

verslaggeving gedaan. Bij de beginselen zijn ook regels maar binnen deze regels is er een speling voor de manager, dat is de flexibiliteit van de manager. De speling zit vooral in de waardering van activa en passiva, deze speling ontbrak bij GAAP (Benston, Bromwich & Wagenhofer, 2006). Hierdoor geeft IFRS de manager meer vrijheid in de keuzes die hij maakt en gaf GAAP meer vaste regels. Een voorbeeld van het verschil tussen de regels van IFRS en GAAP is de herkenning van afschrijvingen. Een voorraad die afgeschreven is, kan bij IFRS in

(12)

12 toekomstige periodes worden teruggedraaid als aan bepaalde vereiste is voldaan zoals het toch kunnen gebruiken van de voorraad. Als een voorraad eenmaal afgeschreven was onder GAAP bleef die ook afgeschreven, de afschrijving kon niet meer teruggedraaid worden (Krishnan, 2012). Hier komt naar voren dat onder GAAP er meer sprake was van regels en er onder IFRS meer vrijheid is.

De aanleiding van het invoeren van IFRS was de behoefte aan een internationaal gelijke accountingtaal om de internationale kapitaalmarkten betere informatie te geven en zodat de kapitaalmarkten de bedrijven internationaal beter kunnen vergelijken. Ook is het met de nieuwe accountingregels makkelijker om buitenlandse deelnemingen te consolideren in de jaarrekening (Whittington, 2005). Voor bepaalde landen heeft IFRS voor duidelijkere

accountingregels gezorgd omdat er bij de lokale accountingstandaarden veel twijfel was over sommige regels. Een maatregel als het verbod op het gebruik van de LIFO methode onder IFRS leidt tot een afname van die twijfel. Onder GAAP konden bedrijven nog kiezen tussen de LIFO- en FIFO methode. De LIFO- en FIFO methode zijn een manier om de voorraad per jaar met een gedeelte af te schrijven (Krishan, 2012). Het verbieden van één van de twee methodes heeft voor meer duidelijkheid gezorgd omdat bedrijven bij IFRS zo beter te vergelijken zijn dan onder GAAP, waarbij bedrijven verschillende methodes gebruikten.

De nieuwe accountingregels hebben ook invloed op investeerders, accountants en het bestuur van een onderneming. Voor investeerders hebben de nieuwe accountingstandaarden een positieve invloed, zij kunnen internationale bedrijven en markten nu makkelijker vergelijken dan onder GAAP omdat alle bedrijven nu dezelfde accountingstandaard gebruiken. Accountants moeten alleen de nieuwe accountingstandaard leren, zodra de standaard bekend is, kunnen accountants over de wereld elkaar makkelijker te hulp schieten waar nodig doordat ze al bekend zijn met de internationale accountingstandaard. Voor het bestuur van een onderneming is het makkelijker geworden om op zoek te gaan naar buitenlandse investeerders. De buitenlandse investeerders zijn al bekend met de

accountingstandaard waardoor bedrijven hun financiële gegevens niet meer aan hoeven te passen aan de lokale accountingstandaarden. Nadelen voor de investeerders, accountants en het bestuur van een onderneming is dat IFRS geen rekening houdt met lokale gebruiken en de cultuur van het land, en het kost tijd en geld om de nieuwe accountingstandaard te

(13)

13 2.3.2 Verandering van earnings management door invoering van IFRS

In de meeste landen was er sprake van een verplichte invoering van IFRS in 2005, maar er waren ook landen waar bedrijven vrijwillig IFRS gingen toepassen zoals in Duitsland. Vanaf 1998 mochten Duitse bedrijven kiezen of ze IFRS, US GAAP of German GAAP toepasten. De Duitse bedrijven kozen al vóór 2005 voor IFRS om makkelijker met potentiële investeerders in contact te komen. In Duitsland zijn de beschermingsrechten van investeerders zwak, dit stimuleerde de zoektocht naar buitenlandse investeerders en het gebruik van IFRS (Van Tendeloo & Vanstraelen, 2005).

In Duitsland kunnen bedrijven door de invoering van IFRS geen gebruik meer maken van stille reserves, dit zijn middelen die niet op de balans staan, dit kon onder German GAAP nog wel. Hierdoor is het moeilijker geworden voor bedrijven om earnings management toe te passen omdat Duitse bedrijven onder German GAAP vaak via de stille reserves earnings management gebruikten. Ook moet er onder IFRS meer toelichting gegeven worden over de keuze die een manager maakt en zijn er minder accountingkeuzes vergeleken met German GAAP. Bedrijven in Duitsland hebben vrijwillig IFRS ingevoerd om zo betrouwbaarder te lijken voor investeerders (Van Tendeloo & Vanstraelen, 2005).

Landen hadden ook de mogelijkheid om eerst hun eigen accountingstandaarden gedeeltelijk aan te passen aan IAS en in een later stadium volledig over te gaan op IAS en daarna IFRS te implementeren. Ook kon een land ervoor kiezen om in één jaar van zijn landelijke accountingstandaarden over te gaan op IFRS. Landen die langzamer overgaan van de landelijke accountingstandaarden op IAS en IFRS hebben minder problemen in

vergelijking met de landen die sneller overgaan op IFRS. Deze problemen waren het niet vlekkeloos kunnen integreren van IFRS en onduidelijkheden over waardering van activa en passiva. De problemen leidden tot een toename van earnings management (Ding et al., 2005).

Callao en Jarne (2010) concluderen dat IFRS in Europa over het algemeen meer flexibiliteit geeft in de financiële verslaggeving dan de landelijke accountingstandaarden van voor de invoering van IFRS. Earnings management is in Europa toegenomen, alleen in Italië is volgens onderzoek van Callao en Jarne (2010) earnings management niet significant toegenomen. Meer flexibiliteit houdt in dat er meer sprake is van een subjectiviteit in het weergeven van de financiële positie van het bedrijf en dan vooral het 'fair value' waarderen van property, plant en equipment. 'Fair value' waarderen is het waarderen van items op reële waarde, de reële waarde is de waarde die het item op dat moment heeft in het economische verkeer. Onder de landelijke accountingstandaarden werden activa vaak gewaardeerd op boekwaarde, dit is de waarde waarvoor een activa is aangeschaft min de afschrijvingen. Het

(14)

14 verschil in interpretatie van de waarde van activa, en daarmee de financiële positie van het bedrijf, kan voor onduidelijkheden zorgen.

Stelselwijzigingen en landelijke accountingstandaarden kunnen een belangrijke rol spelen in het gebruik van earnings management. Stelselwijzigingen zoals

afschrijvingsmethoden verschillen per landelijke accountingstandaard. IFRS heeft de regels omtrent stelselwijzigingen aangescherpt, een bedrijf mag alleen nog van stelsel wisselen als dit leidt tot een betere en betrouwbaardere weergave van de financiële positie van het bedrijf. Bij een aantal landelijke accountingstandaarden was stelselwijziging toegestaan als die wijziging gebaseerd was op gegronde redenen en niet gericht op een eenmalig voordeel (Heemskerk & van der Tas, 2006). Op dit onderdeel geeft IFRS de manager minder kans om earnings management toe te passen doordat de regels zijn verscherpt in IFRS. Bij IFRS ligt meer nadruk op het geven van relevante informatie omtrent stelselwijzigingen die invloed hebben op de financiële positie van het bedrijf.

2.3.3 Vrijwillige of verplichte invoering van IFRS

De invoering van IFRS is een oorzaak waardoor earnings management is veranderd. Hoe earnings management verandert hangt samen met of het bedrijf vrijwillig IFRS is gaan

gebruiken. Een aantal landen stond al voor de verplichte invoering van IFRS toe dat bedrijven gebruik konden maken van IFRS. Bij bedrijven die vrijwillig IFRS hebben ingevoerd neemt earnings management af sinds de invoering van IFRS. De bedrijven die IFRS vanaf 2005 verplicht hebben ingevoerd, hebben geen verandering van de kwaliteit van de audit. (Christensen, Lee, Walker, & Cheng, 2014). De kwaliteit van de audit is niet verandert, dit houdt in dat ook earnings management niet is veranderd bij een verplichte invoering van IFRS. Kwaliteit van de audit en earnings management zijn namelijk positief gecorreleerd.

De afname van earnings management bij vrijwillige invoering van IFRS gold niet voor Duitsland, in Duitsland is earnings management niet afgenomen sinds de vrijwillige invoering van IFRS. Dit komt doordat Duitsland een code-law land is met lage beschermingrechten voor investeerders (Van Tendeloo & Vanstraelen, 2005). Regels in een land hebben een invloed op het al dan niet veranderen van earnings management.

Paananen en Line (2008) concluderen dat de kwaliteit van de audit in Duitsland is afgenomen sinds de verplichte invoering van IFRS. Er wordt hier een vergelijking gemaakt tussen bedrijven die gebruik maakten van IAS, bedrijven die vrijwillig IFRS invoerden en bedrijven die IFRS verplicht invoerden. Bij de overgang van IAS of vrijwillige invoering van IFRS bleef de kwaliteit van de audit gelijk, maar bij de verplichte invoering van IFRS nam de

(15)

15 kwaliteit af. Het verplicht invoeren van IFRS had dus als nadeel in Duitsland dat de kwaliteit van de audit afnam. De afname van de kwaliteit houdt in dat er minder fouten ontdekt worden door de accountant in de financiële verslaggeving waardoor de kans bestaat dat er sprake is van meer earnings management.

2.3.4 Verandering van de kwaliteit van de audit door invoering van IFRS

Volgens Callao, Jarne & Laínez (2007) heeft de invoering van IFRS tot een grotere flexibiliteit geleid in een aantal onderdelen van de jaarrekening. Aan de activazijde van de balans hebben het 'fair value' waarderen van de financiële onderdelen, de herwaardering van de rekeningen en verandering in het consolideren voor de grootste flexibiliteit gezorgd. Zoals eerder benoemd was er bij de landelijke accountingstandaarden sprake van het waarderen op boekwaarde. Consolideren is het samenvoegen van alle balansen van de

dochterondernemingen in één balans. Bij IFRS mag een dochteronderneming eerder

geconsolideerd worden dan onder de landelijke accountingstandaarden. Aan de passivazijde van de balans zijn er veranderingen in de regels van het waarderen van schulden en ook hier geldt de verandering in het consolideren. Door de nieuwe manieren van waarderen is er een indirect effect te merken via de winst en verliesrekening in het eigen vermogen op de balans van het bedrijf.

Bij de vaste activa en de voorraden is geen verschil tussen de landelijke

accountingstandaarden en IFRS. Alleen bij voorraden mag de LIFO methode onder IFRS niet meer gebruikt worden (Callao et al., 2007).

Accountants die bedrijven controleren door gebruik te maken van IFRS voor de financiële verslaggeving scoren slechter op het gebied van het herkennen van verliezen, income smoothing en accrual aggressiveness dan accountants die nog gebruik maken van landelijke accountingstandaarden. Dit leidt er toe dat de kwaliteit van de audit is afgenomen sinds de invoering van IFRS (Ahmed, Neel, & Wang, 2013). Het niet op tijd herkennen van verliezen kan een vorm van earnings management zijn omdat een bedrijf dit jaar een verlies moet rekenen maar dit pas volgend jaar doet zodat zijn resultaat dit jaar beter is. Dit kan gecorreleerd zijn met income smoothing. Income smoothing is het verminderen van winsten in het ene jaar om ze te compenseren met verliezen in het andere jaar zodat er een stabieler resultaat weer wordt gegeven. Accrual aggressiveness wordt toegepast door het bedrijf aantrekkelijker te maken voor investeerders door op een legale of illegale manier earnings management toe te passen. Voor alle drie de vormen kan flexibiliteit in de balans en jaarrekening gebruikt worden om het resultaat te sturen.

(16)

16 Een oordeel geven over de activa en passiva van een bedrijf is in IFRS belangrijker en komt meer voor dan bij de landelijke accountingstandaarden. De landelijke

accountingstandaarden bevatten meer regels en minder vrijheid om een waardering te kunnen geven over activa en passiva dan IFRS. Een afname van de kwaliteit van de audit sinds de invoering van IFRS kan ook veroorzaakt worden doordat de landelijke accountingstandaarden beter 'passen' bij de bedrijven in het land. De accountingstandaarden zijn aangepast naar de bedrijven in het land waardoor de landelijke accountingstandaarden beter aansluiten dan IFRS (Ahmed et al., 2013).

Het invoeren van IFRS kan ook leiden tot een afname van de subjectiviteit in

accounting, omdat elk bedrijf sinds de invoering dezelfde accountingstandaard moet volgen. Door het grote aantal landelijke accountingstandaarden die er bestonden zijn de

accountingregels steeds breder geworden. Sinds de invoering van IFRS is deze breedte

verdwenen (Ahmed et al., 2013). De invoering van IFRS heeft geleid tot minder verschillen in de regelgeving en kan daardoor leiden tot minder opportunistisch gedrag van managers. Dit houdt onder andere in dat er minder sprake is van earnings management.

3. Analyse

De analyse geeft een overzicht van artikelen die earnings management in relatie tot IFRS bespreken. Deze analyse zorgt voor een overzicht van de verandering van earnings

management en het effect van de invoering van IFRS op earnings management, ook geeft de analyse een antwoord op de deelvragen.

3.1 Verschillen tussen landelijke accountingstandaarden en IFRS.

Paragraaf 3.1 bespreekt de verschillen tussen landelijke accountingstandaarden en IFRS om zo een beeld te kunnen geven over het effect van landelijke accountingstandaarden en IFRS op earnings management. Deze paragraaf bespreekt ook de verandering van earnings management sinds de invoering van IFRS.

(17)

17 3.1.1 Voor de invoering van IFRS

Volgens Maijoor en Vanstraelen (2006) bleek dat voor de invoering van IFRS in landen met strenge accountingstandaarden bedrijven minder gebruik maakten van earnings management dan in landen met zwakke accountingstandaarden. Strenge accountingstandaarden eisen meer openlijkheid van informatie bij het bedrijf en hebben duidelijkere regels dan zwakke

accountingstandaarden. In de landen met zwakke accountingstandaarden was er meer sprake van een flexibiliteit in de regels, hier maakten managers gebruik van door meer earnings management toe te passen. Bij de strenge accountingstandaarden was deze mogelijkheid er niet voor managers.

Ook volgens Burgstahler, Hail & Leuz (2006) kwam earnings management voor de invoering van IFRS vaker voor in landen met zwakke accountingstandaarden dan in landen met een strenge accountingstandaarden. Dit kwam omdat bedrijven minder openlijkheid van de financiële gegevens hoefden te geven waardoor de managers van het bedrijf meer de mogelijkheid kregen om earnings management te gebruiken en om zo de investeerders te misleiden.

In landen waar strenge landelijke accountingstandaarden waren neemt earnings management niet af sinds de invoering van IFRS. Daar blijft het gebruik van earnings

management ongeveer gelijk doordat managers van bedrijven andere manieren gebruiken om earnings management toe te passen bij IFRS. Waar bij de landelijke accountingstandaarden bepaalde regels werden omzeild om earnings management te gebruiken, wordt bij IFRS gebruik gemaakt van de flexibiliteit in de regels. Een vergelijking tussen US GAAP en IFRS leert dat er ook overeenkomsten zijn in het gebruik van earnings management. Het gebruik van 'discretionaire accruals' is hetzelfde onder US GAAP en IFRS. Het gebruik van earnings management via het investeren in onderzoek en ontwikkeling neemt zelfs toe onder IFRS vergeleken met US GAAP (Liu, Yip Yuen, Yao, & Chan 2014). Bedrijven rekenen hoge uitgaven of juist lage uitgaven voor de onderzoek- en ontwikkelingafdeling, dit is gericht op de korte termijn omdat het in een later stadium gecorrigeerd moet worden.

3.1.2 Volatiliteit

In westerse landen is sinds de invoering van IFRS het gebruik van 'discretionaire accruals' niet afgenomen, het gebruik lijkt zelfs te zijn gestegen. Dit kan verklaart worden doordat er een grotere mate van volatiliteit in de resultaten heerst in de regels van IFRS dan onder de landelijke accountingstandaarden (Heemskerk & van der Tas, 2006). Volatiliteit is een maatstaf voor de beweeglijkheid van een waarde. Onder IFRS kan de waarde van een activa

(18)

18 en passiva meer veranderen per jaar dan onder de landelijke accountingstandaarden. Het management van een onderneming corrigeert de volatiliteit door gebruik te maken van 'discretionaire accruals'. De grotere mate van volatiliteit bij IFRS creëert ruimte voor het management van het bedrijf om earnings management toe te passen, dit wordt vooral gedaan bij de waardering van activa en passiva. Bij de landelijke accountingstandaarden moesten de managers meer regels volgen waardoor hier minder ruimte was om earnings management te gebruiken.

3.1.3 Real earnings management en accrual based earnings management

Volgens Doukakis (2014) is er geen verandering geconstateerd sinds de invoering van IFRS in het gebruik van zowel accrual based earnings management als real earnings management. Accrual based earnings management is het veranderen van waardes in de jaarrekening zonder dat het direct gevolg heeft voor de kasstroom. Bij real earnings management verandert de kasstroom wel. Over het algemeen wordt real earnings management vaker gebruikt dan accrual earnings management onder IFRS en de landelijke standaarden. Real earnings management en accrual based earnings management zijn negatief gecorreleerd. Dus als het gebruik van de ene toeneemt dan neemt het gebruik van de andere af.

In Amerika wordt bij een afname van accrual based earnings management een toename van real earnings management waargenomen, dit bevestigd de negatieve correlatie tussen de twee manieren van earnings management (Evans, Houston, Peters, & Pratt, 2014). Bij bedrijven die IFRS toepassen is sprake van minder real earnings management dan bij bedrijven die U.S. GAAP toepassen. U.S. GAAP is de landelijke accountingstandaard van Amerika, de regels van U.S. GAAP moedigden managers aan om real earnings management te gebruiken.

Hieruit blijkt dat hoe earnings management wordt gebruikt niet is veranderd, maar in Amerika is wel een verschuiving gezien van real earnings management richting accrual based earnings management. Managers van bedrijven gebruiken nog steeds dezelfde technieken als onder de landelijke accountingstandaarden, alleen is de hoeveelheid earnings management wel veranderd. De invoering van IFRS en daarmee de grotere flexibiliteit van de regels heeft in sommige gevallen tot een toename van accrual based earnings management geleid. Door het 'fair value' waarderen van activa en passiva kan er sprake zijn van veranderingen die niet zichtbaar zijn op de kasstroom, dit stimuleert het gebruik van accrual based earnings

(19)

19

3.2 Het effect op earnings management door de gebruikers van accountinginformatie.

Financiële verslaggeving heeft tot doel om een aantal instanties te informeren over de

financiële prestaties van een bedrijf. Hierdoor kunnen de instanties die gebruik maken van de accountinginformatie een oordeel geven over de financiële prestaties van het bedrijf.

Paragraaf 3.2 bespreekt instanties die invloed hebben op earnings management. Deze

instanties kunnen een invloed hebben op earnings management sinds de invoering van IFRS en deze invloed kan leiden tot een effect op earnings management.

3.2.1 Informatieasymmetrie

Het invoeren van IFRS heeft geleid tot een internationaal gelijke accountingtaal maar voor elk land is er een gebrek te vinden in de nieuwe regels vergeleken met de landelijke

accountingstandaarden. Dit gebrek is ontstaan doordat alle bedrijven die de nieuwe

accountingstandaarden toepasten er wel mee om konden gaan, maar de bijgaande instituties niet goed genoeg zijn mee veranderd om de regels te snappen (Ding, Hope, JeanJean, & Stowoly, 2007). Hierdoor ontstaat informatieasymmetrie. Managers van bedrijven kunnen hier ruimte zien om earnings management te gebruiken, dit is een reden dat earnings management is toegenomen in sommige landen sinds de invoering van IFRS.

De landelijke accountingstandaarden hadden invloed op de hoeveelheid financiële informatie die het bedrijf rapporteerde. De landelijke accountingstandaarden hadden

verschillende vereisten die aangepast waren aan de cultuur in het land. In Japan, een code-law land, ontbrak het aan regels omtrent het herkennen en waarderen van de activa. De regels van IFRS bevatten wel de duidelijkheid over de herkenning en waardering van activa. Het was voor kapitaalmarkten lastig om in te schatten hoe betrouwbaar de informatie over de activa was omdat zij niet direct duidelijk door hadden hoe de nieuwe regels waren. Hier maakten managers van bedrijven in Japan gebruik van door earnings management toe te passen nadat IAS was ingevoerd, IAS was de voorloper van IFRS in Japan maar er is nauwelijks verschil tussen deze standaarden. (Hermann, Inoue, & Thomas, 2003; Ding et al., 2007).

3.2.2 Investeerders

Strenge accountingstandaarden verhogen de kwaliteit van de audit, deze eisen van een bedrijf dat ze meer financiële gegevens van het bedrijf openbaar maken en laten minder vrijheid in keuzes van het bedrijf met betrekking op het waarderen van de activa en passiva dan zwakke accountingstandaarden. De investeerders zijn gebaat bij strenge accountingstandaarden, zodat

(20)

20 een bedrijf zoveel mogelijke financiële informatie openbaar maakt. Door de strenge

accountingstandaarden verhoogt het marginale voordeel van earnings management maar de strenge accountingstandaarden voorkomen een absolute stijging van earnings management doordat er minder ruimte is voor het gebruik van 'discretionaire accruals'. De strenge regelgeving leidt tot hogere kosten voor de managers van het bedrijf om earnings

management te gebruiken. Hierdoor heeft een strenge regelgeving twee opties voor earnings management; of het neemt af doordat de regels duidelijk zijn en er geen ruimte is voor 'discretionaire accruals', of een bedrijf gebruikt nog wel earnings management maar behaalt hier geen voordeel uit doordat de kosten hoog zijn. De kosten zijn hoog omdat het met strenge regels moeilijk is om manieren te vinden om het resultaat te sturen, informatie over hoe het beste earnings management kan worden toegepast kost namelijk geld. IFRS wordt gezien als een zwakke accountingstandaard waardoor investeerders andere manieren gaan zoeken om zoveel mogelijk informatie bij bedrijven te verkrijgen. De investeerders beïnvloeden daardoor de bedrijven om zoveel mogelijk financiële informatie over het bedrijf openbaar te maken. Dit heeft tot effect op earnings management dat het af zou moeten nemen (Ewert & Wagenhofer, 2005; Cang, Chu, & Lin, 2014).

3.2.3 Kapitaalmarkten en banken

Burgstahler et al (2006) concluderen dat de kapitaalmarkten in een land een significante invloed hebben op de hoeveelheid informatie die een bedrijf publiceert. De druk van kapitaalmarkten op bedrijven verhoogt de hoeveelheid financiële informatie die een bedrijf naar buiten brengt, hierdoor stijgt de kwaliteit van de informatie en stijgt ook het vertrouwen van de kapitaalmarkten in bedrijven. De bedrijven hebben de kapitaalmarkten nodig om kapitaal te verstrekken. De druk van de kapitaalmarkten en de vraag van kapitaalmarkten om meer informatie te geven over de financiële positie van het bedrijf leidt tot een afname van earnings management. De hoeveelheid informatie die een bedrijf openbaar wil maken, is gerelateerd aan de hoeveelheid kapitaal die een investeerder wil investeren in het bedrijf.

Ook banken hebben invloed op earnings management. Sterke banken leiden tot een afname van earnings management, dit zijn banken die bij een zware economische crisis overeind blijven staan. Bedrijven hebben hierdoor vertrouwen in de banken en kunnen makkelijker geld lenen bij de bank. Banken kijken ook naar de financiële positie van het bedrijf. Bedrijven nemen minder risico met het gebruik van earnings management als ze vooral kapitaal willen verkrijgen via een bank in plaats van via investeerders (Burgstahler et al., 2006).

(21)

21 De invloed van de kapitaalmarkten en banken is van belang omdat de kapitaalmarkten door de invoering van IFRS internationaal kunnen opereren. Financiële prestaties van

bedrijven kunnen makkelijker vergeleken worden met IFRS in plaats van de landelijke accountingstandaarden hierdoor kunnen de kapitaalmarkten en banken meer druk uitvoeren op de bedrijven (Maijoor & Vanstraelen, 2012). Kapitaalmarkten en banken hebben niet alleen nationaal invloed op earnings management van bedrijven, maar door de invoering van IFRS ook internationaal invloed.

Bedrijven die internationaal op zoek zijn naar investeerders hebben geen lagere earnings management dan bedrijven die in eigen land kapitaal proberen te verstrekken. De behoefte om internationale kapitaalmarkten betere informatie te geven door IFRS in te voeren is hierdoor gedeeltelijk mislukt (Maijoor & Vanstraelen, 2012). Het is voor de internationale kapitaalmarkten wel makkelijker om de financiële gegevens van bedrijven te vergelijken alleen heeft het niet geleid tot een afname van het earnings management.

Uit onderzoek van Zéghal et al (2006) in Frankrijk blijkt dat het gebruik van

'discretionaire accruals' afgenomen is sinds de invoering van IFRS. Het verplicht invoeren van IFRS heeft geleid tot een afname van earnings management bij bedrijven die afhankelijk zijn van buitenlandse kapitaalmarkten en banken. In Frankrijk is door de invoering van IFRS de focus gericht op de aandeelhouder. Bij de Franse GAAP was de focus vooral gericht op elke belanghebbende van het bedrijf waaronder ook klanten en werknemers. Omdat earnings management vooral bedoeld is om investeerders te misleiden is dit een grote stap voor Frankrijk. Door de focus op de aandeelhouders te richten, neemt earnings management af in Frankrijk omdat bedrijven het vertrouwen van de aandeelhouders niet willen verliezen.

3.2.4 Analisten

Financiële analisten kunnen ook druk uitvoeren op het management van een bedrijf, zij analyseren de financiële gegevens en situatie van een bedrijf. Dit doen ze om financieel advies te geven aan klanten of het management van een bedrijf. De analisten kunnen earnings management ontdekken waarna de waarde daalt van een aandeel. De invoering van IFRS heeft invloed op earnings management doordat managers van bedrijven meer gebruik van earnings management maken via 'above-the-line' onderdelen van de jaarrekening (Cang et al., 2014). Earnings management is moeilijk te detecteren door analisten in 'above-the-line' onderdelen omdat bedrijven beperkte informatie openbaar hoeft te maken over deze

(22)

22 onderdelen van de jaarrekening, over deze onderdelen moet het bedrijf veel informatie bekend maken waardoor het voor analisten beter te analyseren is.

Voor de invoering van IFRS was er in de landelijke standaarden meer sprake van 'below-the-line' onderdelen waar earnings management voorkwam, dit kwam doordat er bij de landelijke accountingstandaarden meer regels waren dan bij IFRS. Dit gaf meer duidelijkheid aan analisten doordat de regels minder earnings management mogelijk maakten. Doordat IFRS meer op beginselen is gebaseerd hebben managers nu meer de mogelijkheid om via de 'above-the-line' onderdelen earnings management toe te passen (Cang et al., 2014). De druk van de analisten sinds de invoering van IFRS heeft invloed op earnings management doordat earnings management verschuift van de goed detecteerbare onderdelen van de balans naar de slecht detecteerbare onderdelen van de balans. De druk ontstaat doordat managers van bedrijven niet willen dat earnings management wordt ontdekt door de analisten.

3.2.5 Bestuur van een onderneming

De onafhankelijkheid van het bestuur van een onderneming speelt een significante rol in het beperken van earnings management. Dit was onder de landelijke accountingstandaarden al zo en is sinds de invoering van IFRS versterkt. Sinds de invoering van IFRS is het negatieve verband tussen onafhankelijkheid van het bestuur van de onderneming en earnings

management toegenomen (Marra, Mazzola, & Prencipe, 2011). Het negatieve verband houdt in dat naarmate het bestuur van de onderneming onafhankelijker is, het gebruik van earnings management afneemt in het bedrijf. De introductie van IFRS heeft tot een versterking van dit verband geleid.

Als een bestuur van de onderneming onafhankelijk is dan zijn ze bereid om meer financiële informatie openbaar te maken dan een afhankelijk bestuur. Het openbaar maken van zoveel mogelijk financiële informatie leidt tot een transparantere weergave van de

financiële gegevens van het bedrijf waardoor er minder earnings management wordt gebruikt. Ook is het voor de onafhankelijke bestuurders gemakkelijker om de accountingstandaarden te volgen en deze toe te passen op het bedrijf (Marra et al., 2011). Afhankelijke bestuurders hebben ook nog andere belangen buiten het getrouw weergeven van de financiële prestaties van het bedrijf waar ze rekening mee moeten houden en daardoor vindt er bij afhankelijke bestuurders meer earnings management plaats. De onafhankelijkheid van het bestuur van de onderneming heeft dus invloed op earnings management en de invoering van IFRS heeft deze invloed versterkt.

(23)

23 Volgens Zéghal et al (2011) speelt het hebben van een goed bestuur van de

onderneming ook een significante rol tijdens de implementatie van IFRS, het is van belang dat het bestuur van de onderneming onafhankelijk is en effectief te werk gaat. De

onafhankelijkheid van het audit comité en de kwaliteit van de externe accountant zijn ook belangrijke onderdelen bij de implementatie van IFRS. De rollen die invloed hebben op het goed implementeren van IFRS hebben daardoor ook indirect invloed op earnings

management. De landelijke wetgeving heeft tot verschillen geleid in het hebben van een onafhankelijk bestuur en in de kwaliteit van de externe accountant. Hoe beter de landelijke wetgeving is en gevolgd wordt, hoe beter de kwaliteit van de audit is en hoe minder er sprake is van earnings management.

3.2.6 Accountants

Tsipouridou en Spanthis (2012) concluderen dat accountants weinig prikkels hebben om earnings management te verhinderen in Griekenland. Griekenland is een code-law land met lage beschermingsrechten voor investeerders. Doordat de accountants economisch verbonden zijn aan het bedrijf tonen zij ook optimistisch gedrag. Bij grote bedrijven is, ondanks het toepassen van IFRS, nog steeds sprake van earnings management. Elk jaar verschilt de hoeveelheid 'discretionaire accruals', de flexibiliteit is dus niet elk jaar hetzelfde waardoor het bedrijf elk jaar een verschillende hoeveelheid earnings management gebruikt. Uit de

verschillende hoeveelheden earnings management die voorkomen, blijkt dat accountants weinig prikkels hebben om earnings management tegen te gaan. Als de prikkels er wel waren, dan hadden de accountants wel aangedrongen bij bedrijven om de 'discretionaire accruals' gelijk te houden over de jaren. De invloed van een accountant heeft niet tot een afname geleid van earnings management sinds de invoering van IFRS.

3.3 Factoren die een effect hebben op earnings management.

Paragraaf 3.3 bespreekt factoren die het effect van de invoering van IFRS op earnings management beïnvloeden. Uit de literatuur blijkt dat bescherming van de investeerder,

wetshandhaving en cultuur een invloed hebben op earnings management. Bescherming van de investeerder en wetshandhaving worden gezien als landelijke regels. Er wordt ingegaan op de invloed van deze factoren sinds de invoering van IFRS.

(24)

24 3.3.1 Bescherming van de investeerder

Frankrijk is een code-law land. Als een land een code-law traditie heeft, dan is er in dat land sprake van lage beschermingsrechten voor investeerders en een hoge concentratie van het aandelenbezit. Dit houdt in dat een klein aantal aandeelhouders een hoog percentage van de aandelen bezitten. Door de lage beschermingsrechten willen aandeelhouders toch invloed hebben in het bedrijf en daardoor is er sprake van een hoge concentratie van het

aandelenbezit. De kwaliteit van de wetgeving wordt als laag beschouwd in een code-law land (La Porta, Lopez-de-Salines, Shleifer,& Vishny, 1998). In een code-law land is sprake van meer earnings management dan in common-law landen sinds de invoering van IFRS, Frankrijk is hier een uitzondering op doordat de hoeveelheid resultaatsturing is afgenomen sinds de invoering van IFRS. De afname van earnings management komt door het verschil van benadering van de financiële gegevens in de Franse GAAP en IFRS (Zéghal, et al., 2011).

Het Verenigd Koninkrijk en Canada zijn beide common-law landen. De common-law is ontstaan uit de Engelse wetgeving, het richt zich meer op de maatschappij dan code-law. Common-law beschermt de investeerder ook beter dan bij code-law, het beschermen van de investeerder speelt de belangrijkste rol in het lagere gebruik van earnings management vergeleken met een code-law land. De aandelenmarkt speelt een belangrijke rol in het

Verenigd Koninkrijk en Canada, in deze landen is earnings management niet afgenomen sinds de invoering van IFRS (Jeanjean & Stowly, 2008).

In landen waar de investeerder goed beschermd wordt door wetgeving, common-law, is earnings management afgenomen (Houqe, van Zijl, Dunstan, & Karim, 2012). De sterke bescherming van de investeerder is een toevoeging op IFRS die moet leiden tot minder earnings management. In een land dat investeerders zwak beschermd zal het gebruik van earnings management niet afnemen door de invoering van IFRS.

Het geven van meer openlijkheid van de financiële gegevens van een bedrijf leidt tot een afname van earnings management. In landen met een sterke bescherming van de

investeerder moet er meer openheid gegeven worden over de financiële gegevens dan in landen waar een zwakke bescherming van de investeerder is. Doordat er in landen minder bescherming is van investeerders hoeven bedrijven daar ook minder openlijkheid te geven van hun financiële gegevens (LaPorta et al., 1998). Hierdoor krijgen de managers van bedrijven meer kans om earnings management te verbergen en is er daardoor ook meer earnings

management. Het hebben van sterke beschermingsrechten voor een investeerder speelt een rol in de hoeveelheid gebruik van earnings management (Houqe et al., 2012).

(25)

25 Uit de verschillen tussen het Verenigd Koninkrijk, Canada en Frankrijk blijkt dat het idee van een internationale gelijke accountingtaal niet is geslaagd. Door de invloed van de landelijke wetgeving gaan de bedrijven verschillend met IFRS om. In elk land hebben de managers andere prikkels en nationaal institutionele factoren spelen een belangrijke rol in het weergeven van de financiële positie van het bedrijf. De rol van managers en nationale

factoren zijn belangrijker dan de internationale accountingstandaard (Jeanjean & Stowly, 2008; Zéghal et al., 2011). Het blijkt dat de landen hun eigen aanpassingen hebben gemaakt binnen de internationale accountingstandaard. Dit leidt er toe dat het effect van de invoering van IFRS op earnings management voor elk land verschilt.

3.3.2 Wetshandhaving

Uit een onderzoek van Callao en Jarne (2010) blijkt dat in heel Europa de mate van

beschermingsrechten van investeerders een significante rol spelen. Hoe beter de investeerder beschermd wordt, hoe minder er sprake is van earnings management. De wetshandhaving heeft hier ook invloed op. Het blijkt dat een strenge wetshandhaving leidt tot een lager gebruik van earnings management. Deze strenge wetshandhaving geeft investeerders het vertrouwen dat bedrijven hun financiële positie met een getrouw beeld weergeven, alleen hier schuilt een gevaar. Door het vertrouwen neemt het marginale voordeel van het gebruik van earnings management toe. Het aanpassen van de financiële positie van het bedrijf kan dan grote gevolgen hebben voor het bedrijf en de investeerders. Hierdoor is in landen met een strenge wetshandhaving ook nog sprake van earnings management en neemt het zelfs ook toe sinds de invoering van IFRS.

In sectoren in Brazilië waar de handhaving van de wet sterk is, blijkt dat er minder sprake is van earnings management dan in sectoren waar de handhaving van de wet zwak is. De handhaving van de wet verschilt in Brazilië per sector, hierdoor is een goede vergelijking te maken tussen een strenge en een zwakke wetshandhaving (Pelucio-Grecco, Geron, Grecco, & Lima, 2014). De zwakkere handhaving van de wet wordt door managers gebruikt om earnings management toe te passen. Bij de strenge handhaving vindt er ook earnings management plaats maar dit is minder dan bij de zwakke handhaving van de wet. Ook is er een vergelijking gemaakt tussen de invloed van de invoering van IFRS en de landelijke regels. Volgens Pelucio et al (2014) blijkt dat in Brazilië de wetshandhaving een grotere invloed heeft op earnings management dan de invoering van IFRS, door een sterke handhaving van de wet neemt earnings management dus af.

(26)

26 3.3.3 Cultuur

Cultuur heeft een significante invloed op afwijkingen tussen de landelijke

accountingstandaarden en IFRS. Cultuur heeft zelfs een grotere invloed op de afwijkingen dan de wetgeving en de druk van kapitaalmarkten in het land. IFRS heeft tot doel om

internationaal te harmoniseren, maar de culturele verschillen zorgen dat die harmonisatie niet vlekkeloos verloopt (Ding, Jeanjwan, & Stolowy, 2005). De verschillen ontstaan doordat culturen een verschillende mening hebben over; gelijkheid van mensen, individualisme, verschil tussen sekse en onzekerheidsvermijding. Individualisme heeft een positief verband met earnings management. Hoe meer de cultuur gericht is op het individu, hoe meer er sprake is van earnings management. Individualisme leidt tot optimistisch gedrag van de manager van het bedrijf. Door optimistisch gedrag van de manager ontstaat er earnings management. De managers van bedrijven zijn flexibel en optimistisch vergeleken met managers die

onzekerheid willen vermijden. Onzekerheidvermijding is negatief gecorreleerd met earnings management, hoe meer de manager onzekerheid probeert te vermijden, hoe minder hij gebruik maakt van earnings management (Han, Kang, Salter, & Yoo, 2010). Ook de

transparantie binnen een cultuur speelt een significante rol in earnings management. Earnings management neemt af naarmate een cultuur transparanter is (Gray, Kang, Lin, & Tang 2015). Door transparantie maken de bedrijven meer informatie openbaar, dit vermindert het gebruik van earnings management. Ondanks de invoering van een gelijke accountingtaal blijven de culture verschillen van invloed op earnings management.

Ook concluderen Ding et al (2005) dat het richten op de lange termijn een significante invloed heeft op earnings management. Het kijken naar de lange termijn is gerelateerd aan een lager gebruik van earnings management vergeleken met het kijken naar de korte termijn. Als een bedrijf dus in één jaar volledig overgaat op IFRS dan moeten investeerders waakzaam zijn. Het in één jaar overgaan op IFRS is gericht op de korte termijn. Er is dan een grotere kans op het gebruik van earnings management. In culturen die lange termijn georiënteerd zijn komt dus minder earnings management voor bij bedrijven.

(27)

27

4. Conclusie

Sinds 2005 zijn bedrijven in meer dan honderd landen de International Financial Reporting Standards (IFRS) gaan gebruiken voor hun financiële verslaggeving. De invoering van IFRS is bedoeld om internationaal een gelijke accountingtaal te creëren en om de kwaliteit van de audit te verhogen. De verhoging van de kwaliteit van de audit moet tot een verlaging van het gebruik van earnings management leiden. In de huidige literatuur is twijfel ontstaan of investeerders het earnings management beleid van bedrijven wel volledig begrijpen. Een onderzoek naar de effecten van de invoering van IFRS op earnings management voor een langere periode moet investeerders de informatie geven om het earnings management beleid volledig te laten begrijpen. Daarom richt deze studie zich op de effecten van de invoering van IFRS op earnings management.

Één van de effecten van de invoering van IFRS op earnings management is een verschuiving van het gebruik van earnings management. Earnings management wordt sinds de invoering van IFRS gebruikt via de flexibiliteit in de regelgeving. De managers van bedrijven maken gebruik van de flexibiliteit in de waardering van bepaalde activa en passiva om earnings management toe te passen sinds de invoering van IFRS. Bij IFRS wordt er gewaardeerd tegen 'fair value', onder de landelijke GAAP werd er gewaardeerd tegen boekwaarde. Het waarderen tegen 'fair value' geeft de manager van een bedrijf meer

mogelijkheid om earnings management toe te passen. De invoering van IFRS heeft ook geleid tot meer accrual based earnings management en minder real earnings management. Het toepassen van earnings management via de waardering van activa en passiva hoort bij accrual based earnings management. De controle op earnings management is daardoor moeilijker geworden sinds de invoering van IFRS. Buiten de verschuiving van het gebruik van earnings management is er niet eenduidig te zeggen of earnings management is toe- of afgenomen, dit komt door de invloed van gebruikers van accountinginformatie, landelijke regels en cultuur. De gebruikers van accountinginformatie voeren sinds de invoering van IFRS meer druk uit op de bedrijven dan voor de invoering van IFRS omdat ze willen dat de bedrijven transparanter worden. De gebruikers van accountinginformatie willen dat de bedrijven meer financiële informatie openbaar maken om de kans op earnings management kleiner te maken omdat blijkt dat de hoeveelheid financiële informatie die een bedrijf openbaar maakt negatief

(28)

28 landelijke regels en culturen beïnvloeden ook het effect van de invoering van IFRS op

earnings management. Dit effect is daardoor voor elk land en bedrijf verschillend. Het plan van de Europese commissie dat door de harmonisatie van de

accountingstandaarden de kwaliteit van de audit zou toenemen en daarmee het gebruik van earnings management afnemen is daardoor niet gelukt. Ondanks dat bijna alle landen dezelfde accountingstandaard volgen, kan er niet geconcludeerd worden dat in alle landen het gebruik van earnings management is afgenomen. Het is afhankelijk van de landelijke regels en cultuur hoe het effect van de invoering van IFRS op earnings management precies is.

Een tekortkoming in deze studie is dat niet alle technieken van het gebruik van

earnings management zijn besproken. Managers van bedrijven hebben vele mogelijkheden om earnings management toe te passen en een vervolg studie wordt aanbevolen om de

mogelijkheden te bespreken die niet in deze studie aan de orde zijn gekomen. Een volledig overzicht van alle mogelijkheden van het gebruik van earnings management zou investeerders nog meer informatie over het earnings management beleid van bedrijven geven.

(29)

29

Bibliografie

Ahmed, A. S., Neel, M., & Wang, D. (2013). Does mandatory adoption of IFRS improve accounting quality? Preliminary evidence. Contemporary Accounting Research, 30(4), 1344-1372.

Ball, R. (2006). International Financial Reporting Standards (IFRS): pros and cons for investors. Accounting and business research, 36(1), 5-27.

Becker, C. L., DeFond, M. L., Jiambalvo, J., & Subramanyam, K. R. (1998). The effect of audit quality on earnings management*. Contemporary accounting research, 15(1), 1-24 Benston, G. J., Bromwich, M., & Wagenhofer, A. (2006). Principles‐versus rules‐based

accounting standards: the FASB's standard setting strategy.Abacus, 42(2), 165-188. Bernard, V. L., & Skinner, D. J. (1996). What motivates managers' choice of discretionary

accruals?. Journal of Accounting and Economics, 22(1), 313-325.

Burgstahler, D., & Dichev, I. (1997). Earnings management to avoid earnings decreases and losses. Journal of accounting and economics, 24(1), 99-126.

Burgstahler, D. C., Hail, L., & Leuz, C. (2006). The importance of reporting incentives: Earnings management in European private and public firms. The accounting

review, 81(5), 983-1016.

Callao, S., & Jarne, J. I. (2010). Have IFRS affected earnings management in the European Union?. Accounting in Europe, 7(2), 159-189.

Callao, S., Jarne, J. I., & Laínez, J. A. (2007). Adoption of IFRS in Spain: Effect on the comparability and relevance of financial reporting. Journal of International

Accounting, Auditing and Taxation, 16(2), 148-178.

Cang, Y., Chu, Y., & Lin, T. W. (2014). An exploratory study of earnings management detectability, analyst coverage and the impact of IFRS adoption: Evidence from China. Journal of Accounting and Public Policy, 33(4), 356-371.

Christensen, H. B., Lee, E., Walker, M., & Zeng, C. (2015). Incentives or standards: What determines accounting quality changes around IFRS adoption?. European Accounting

Review, 24(1), 31-61.

DeAngelo, L. E. (1981). Auditor size and audit quality. Journal of accounting and

economics, 3(3), 183-199.

Dechow, P. M., Sloan, R. G., & Sweeney, A. P. (1996). Causes and consequences of earnings manipulation: An analysis of firms subject to enforcement actions by the

sec*. Contemporary accounting research, 13(1), 1-36.

Ding, Y., Hope, O. K., Jeanjean, T., & Stolowy, H. (2007). Differences between domestic accounting standards and IAS: Measurement, determinants and implications. Journal

of accounting and public policy, 26(1), 1-38.

Ding, Y., Jeanjean, T., & Stolowy, H. (2005). Why do national GAAP differ from IAS? The role of culture. The international Journal of accounting, 40(4), 325-350.

Doukakis, L. C. (2014). The effect of mandatory IFRS adoption on real and accrual-based earnings management activities. Journal of Accounting and Public Policy, 33(6), 551-572.

Epstein, B. J. (2009). The economic effects of IFRS adoption. The CPA Journal, 3, 26-31. Evans, M. E., Houston, R. W., Peters, M. F., & Pratt, J. H. (2014). Reporting Regulatory

Environments and Earnings Management: US and Non-US Firms Using US GAAP or IFRS. Geraadpleegd op 20 juni 2015, van

http://aaajournals.org/doi/abs/10.2308/accr-51008

Ewert, R., & Wagenhofer, A. (2005). Economic effects of tightening accounting standards to restrict earnings management. The Accounting Review, 80(4), 1101-1124.

Gray, S. J., Kang, T., Lin, Z., & Tang, Q. (2015). Earnings Management in Europe Post IFRS: Do Cultural Influences Persist?. Management International Review, 1-30.

(30)

30 Han, S., Kang, T., Salter, S., & Yoo, Y. K. (2010). A cross-country study on the effects of

national culture on earnings management. Journal of International Business

Studies, 41(1), 123-141.

Healy, P. M. (1985). The Effect of Bonus Schemes on Accounting Decisions. Journal of

Accounting and Economics, 7 (1), 85-107.

Healy, P. M., & Wahlen, J. M. (1999). A review of the earnings management literature and its implications for standard setting. Accounting horizons, 13(4), 365-383.

Heemskerk, M., & Van der Tas, L. (2006). Veranderingen in resultaatsturing als gevolg van de invoering van IFRS. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 80(11), 571-579.

Herrmann, D., Inoue, T., & Thomas, W. B. (2003). The sale of assets to manage earnings in Japan. Journal of Accounting Research, 41(1), 89-108.

Houqe, M. N., Van Zijl, T., Dunstan, K., & Karim, A. W. (2012). The effect of IFRS adoption and investor protection on earnings quality around the world. The International

journal of accounting, 47(3), 333-355.

Jeanjean, T., & Stolowy, H. (2008). Do accounting standards matter? An exploratory analysis of earnings management before and after IFRS adoption. Journal of accounting and

public policy, 27(6), 480-494.

Krishnan, S. (2012). Inventory valuation under IFRS and GAAP. Strategic Finance, 93(9), 51.

La Porta, R., Lopez-de-Salines, F., Shleifer, A., & Vishny, R. W. (1998). Law and Finance.

Journal of Political Economy, 106(6), 1113 – 1155.

Liu, C., Yip Yuen, C., J. Yao, L., & H. Chan, S. (2014). Differences in earnings management between firms using US GAAP and IAS/IFRS. Review of Accounting and

Finance, 13(2), 134-155.

Maijoor, S. J., & Vanstraelen, A. (2006). Earnings management within Europe: the effects of member state audit environment, audit firm quality and international capital

markets. Accounting and business research, 36(1), 33-52.

Marra, A., Mazzola, P., & Prencipe, A. (2011). Board monitoring and earnings management pre-and post-IFRS. The International Journal of Accounting,46(2), 205-230.

Paananen, M., & Lin, H. (2009). The development of accounting quality of IAS and IFRS over time: The case of Germany. Journal of International accounting research, 8(1), 31-55.

Pelucio-Grecco, M. C., Geron, C. M. S., Grecco, G. B., & Lima, J. P. C. (2014). The effect of IFRS on earnings management in Brazilian non-financial public companies. Emerging

Markets Review, 21, 42-66.

Sevin, S., & Schroeder, R. (2005). Earnings management: evidence from SFAS No. 142 reporting. Managerial Auditing Journal, 20(1), 47-54.

Scott, W. (2003). Financial accounting theory (3rd ed.). New Jersey: Prentice Hall. ISBN 9780130655776

Sloan, R. (1996). Do Stock Prices Fully Reflect Information in Accruals and Cash Flows about Future Earnings? Accounting review,71(3), 289-315.

Smit, R. (2014, augustus 26). Ahold slaat boek over fraude dicht. Geraadpleegd op 4 juni 2015, van http://fd.nl/Print/krant/Pagina/Ondernemen/32171/ahold-slaat-boek-over-fraude-dicht

Tendeloo, B. van, & Vanstraelen, A. (2005). Earnings management under German GAAP versus IFRS. European Accounting Review, 14(1), 155-180.

Tsipouridou, M., & Spathis, C. (2012). Earnings management and the role of auditors in an unusual IFRS context: The case of Greece. Journal of International Accounting,

(31)

31 Tucker, J. W., & Zarowin, P. A. (2006). Does income smoothing improve earnings

informativeness?. The Accounting Review, 81(1), 251-270.

Watkins, A. L., Hillison, W., & Morecroft, S. E. (2004). Audit quality: A synthesis of theory and empirical evidence. Journal of Accounting Literature, 23, 153.

Whittington, G. (2005). The adoption of international accounting standards in the European Union. European accounting review, 14(1), 127-153.

Zéghal, D., Chtourou, S., & Sellami, Y. M. (2011). An analysis of the effect of mandatory adoption of IAS/IFRS on earnings management. Journal of international accounting,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The present work, therefore, investigates the fracture tough- ness of as received (low degree of crystallinity) and annealed PPS film using the essential work of fracture

Hoe dan ook bestaat thans onvoldoende bewijs voor een gunstig effect van percutane sluiting van van een PFO bij patiënten met een cryptogeen herseninfarct, zelfs in aanwezigheid

These are the proceedings of the 10th International Conference on Advances in Computer Entertainment (ACE 2013), hosted by the Human Media Interaction research group of the Centre

Om te onderzoeken of het wel of niet hebben van een esthetische reden voor het labiareductie verzoek invloed heeft op het effect van de fotoserie onveranderde vulva’s op het

80 Als het syndicaat niet heeft voorzien in een eventueel faillissement van de security agent en de overdracht van de parallel debt in een dergelijk geval, betekent dit dat

When the Bosnian Serb forces attacked the UN protected enclave in Srebrenica in July 1995, most women, children and elderly fled to the UN compound to seek shelter.. However,

contracting perspectief). Uit het literatuuronderzoek is mij gebleken dat er verscheidene onderzoeken zijn gedaan naar het effect van de invoering van IFRS op de omvang van

(2006) hebben onderzoek gedaan binnen Europa naar earnings management en concluderen dat er bij niet beursgenoteerde ondernemingen in hogere mate gebruik wordt gemaakt