• No results found

Maarten de Kock: Telers moeten mij inspireren en ik hen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Maarten de Kock: Telers moeten mij inspireren en ik hen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

23 augustus 2013 • BLOEMBOLLENVISIE • 63 Fo to: Ar ie D warswaar d

Maarten de Kock:

‘Telers moeten mij inspireren, en ik hen’

Tulp en lelie zorgen voor veel werk bij Maarten de Kock, onderzoeker plantenvirologie en diagnostiek van PPO. Bij tulp gaat het om vra-gen over de beheersing van virus-sen zoals TBV, TVX en Augusta, bij lelie is PlAMV het grote vraagte-ken dat om antwoorden vraagt. Wanneer daar aanleiding toe is, is De Kock bij de vergadering van KAVB-productgroepen aanwezig. “De productgroep is immers de opdrachtgever. Ik wil weten of ik op de goede weg ben. Begrijp ik wat de telers willen? Als dat klopt dan kan ik weer verder. Daarnaast moeten telers ook mij kunnen vol-gen met waar ik mee bezig ben. Die interactie is essentieel. Telers moeten mij inspireren, en ik hen. Door elkaar te begrijpen kunnen

we stappen zetten, en dat is afgelopen jaren ook gebeurd, bijvoorbeeld als we kijken naar PlAMV, maar ook bij het project Actieplan Minder virus in tulp. Dat laatste heeft mij ruim tweehonderd contacten met telers, adviseurs en leveran-ciers opgeleverd. Dat is weer een nieuw element voor het onderzoek.”

De positie van onderzoeker is anders dan veel telers denken, legt Maarten de Kock uit. “Iedereen denkt dat wij alles als eerste weten, maar dat is niet zo. In feite loop je als onderzoeker achter de feiten aan. Voordat een productgroep bij mij komt met een vraag is er al heel veel informatie bij telers bewust of onbewust aanwezig. De ondernemer heeft de losse puzzelstukjes in z’n hoofd. Met onder-zoek en overleg proberen we de puzzel compleet te maken. Via de productgroe-pen krijg ik snel toegang tot die kennis, waardoor mijn netwerk toeneemt. Dat is voor mij als praktijkonderzoeker essentieel. Daar heb je communicatie met ondernemers voor nodig. Je werkt immers voor de praktijk.”

De KAVB-productgroepen zijn voor hem heel belangrijk. “Zij geven mede rich-ting aan het onderzoek, en bekijken oplossingen op hun haalbaarheid. Daardoor wordt het geven en krijgen. Ik geef informatie en krijg de ruimte, de KAVB geeft de ruimte en krijgt informatie.”

Daniëlle Kroes:

‘Rol productgroepen verandert’

De KAVB kent negen gewasgerichte productgroepen, waarvan beleidsmedewerker Daniëlle Kroes secretaris is. Sinds 2010, toen ze bij de KAVB begon, is de rol van de productgroepen veranderd. “Productgroepen adviseren de BKD over keuringseisen en adviseren het Hoofdbe-stuur van de KAVB over gewasgerelateerde zaken. Die taken blijven bestaan. De kwaliteitskeuring raakt onder-nemers direct, en daarom is het belangrijk dat zij vanaf het begin betrokken zijn bij veranderingen binnen de keuring Wat echt de afgelopen jaren is veranderd, is de rol op het gebied van promotie. De financiering vanuit de vakheffing hield per 1 januari 2012 op, waardoor het opzetten van promotieactiviteiten voor de meeste pro-ductgroepen geen onderwerp van gesprek meer was. Uitzondering is de productgroep Dahlia, die heeft beslo-ten om geld bijeen te brengen voor deelname aan een aantal beplantingen in binnen- en buitenland.”

Dit jaar is er veel discussie over het onderzoek. Dit is het laatste jaar dat onderzoek via de vakheffing wordt betaald. In alle productgroepen is de vraag aan de orde geweest hoe hier mee om te gaan. “Voor lelie heeft de KAVB een breed gedragen initiatief gerealiseerd, waar-door het onderzoek aan PlAMV waar-door kan gaan. De pro-ductgroep heeft hier een belangrijke stem in. Bij tulp werken we samen met LTO Groeiservice aan een nieuw initiatief dat binnenkort wordt gelanceerd. En voor nar-cis en tulp komt er een financiële regeling voor scha-de door stengelaaltjes, waar scha-de beischa-de productgroep een wezenlijke rol in krijgen. Dat zijn ontwikkelingen waarbij de rol van de productgroepen belangrijker wordt.” Voor het werk van de KAVB blijven de productgroepen sowieso van belang, verwacht ze. “Productgroepen func-tioneren als een verzamel- en verdeelpunt van informa-tie. Daarom is het ook zo belangrijk dat er ondernemers uit alle relevante kringen in een productgroep zijn ver-tegenwoordigd. Ik weet dat zij in heel veel gevallen ont-wikkelingen die binnen het bestuur aan de orde zijn met hun collega’s uit de regio bespreken.”

Fo to: Ar ie D warswaar d

Speciale Keuring

Najaarsbloeiende bolgewassen

De KAVB organiseert in september twee keer een Speciale Keuring Najaarsbloeiende bolgewassen. De eerste keuring wordt op 16 sep-tember gehouden, de tweede op 30 sepsep-tember. Beide keuringen vinden plaats in de KAVB-keuringszaal, Heereweg 347, Lisse. Het prijsvragenprogramma bestaat uit een prijsvraag voor bloembollen op pot en voor afgesneden bloemen. Nadere informatie: Johan van Scheepen, vanscheepen@kavb.nl of (0252) 536 950.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vancomycine: oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door

o Niet typeerbare Haemophilus influenzae is geassocieerd met recurrente acute otitis media (minder ernstige complicaties dan bij infecties door Streptococcus pneumoniae).. o

Rondom de invoeropening is een afneembare ring geplaatst. Hieraan wordt bij het inkuilen een inwerptrechter bevestigd. Deze is onder aan de ring bevestigd meteen bout voorzien van

o De primaire behandeling van chronische of recidiverende otitis media is heelkundig (drainage van het oor met of zonder adenoïdectomie) om de nood aan antibiotica of

Het Bureau is van rnening dat de geactualiseerde vragenlijst, betrekking hebbende op de gegevens van het kalenderjaar 1999, voor de eerste keer rnoet worden ingevuld v66r 1

het oosten toe. gronden komen voor in de polder Oostzaan, in de gemeenten Oostzaan, Landsmeer en Ilpendam, ten oosten en westen van de nieuwe Twiskepolder. Op zichzelf zijn

Deze hoedanigheidsgraad is een maat voor de bruikbaarheid van dat bestand als weiland (DE BOER, 1956). In 1965 is tijdens inundatie de 2-daagse verdamping bepaald. In 1966 zijn

Hoewel dit onderzoek al duidelijke aanwijzingen heeft gegeven (Verlaat 4 ) , kleefden hieraan toch bezwaren o.a. het ontbreken van aëratie van het water. Daarom is in 1968 be-