• No results found

proefex FYS1 sem1 0607

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "proefex FYS1 sem1 0607"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

FYSICA I J. DANCKAERT PROEFEXAMEN VAN 10 NOVEMBER 2006

OPGEPAST

- Deze schriftelijke overhoring bevat 2 verschillende soorten vragen of deelvragen: A) Meerkeuzevragen waarbij je de letter overeenstemmend met het juiste antwoord

omcirkelt.

B) Open vragen. Gebruik hierbij de oplossingsstrategie GGHOC.

- Behalve deze voorpagina en de bladzijden achteraan, bevat deze overhoring bladzijden genummerd van 1 t/m 7. Ga na of je die allemaal hebt; zo dit niet het geval is, vraag dan een nieuwe kopij aan de assistent.

- Eenvoudige rekentuigjes mogen gebruikt worden (behalve deze met zendmogelijkheden en met grafische functie). Boeken, cursussen of persoonlijke nota’s mogen uiteraard niet gebruikt worden, noch welke andere informatie ook.

- Vul je naam, voornaam en studierichting in op elke bladzijde.

- De volgorde waarin je de vragen oplost, heeft geen belang. Lees aandachtig de hele vraag vooraleer aan de oplossing te beginnen.

- Vragen stel je persoonlijk aan de assistent. - Je krijgt voor dit proefexamen 2 uur.

- Noteer het aantal extra bladzijden dat je afgeeft (schrijf daarop zeker ook je naam en studierichting).

Aantal extra afgegeven bladzijden:

- Veel succes!

(2)

- 2 -

Een ééndimensionale beweging wordt door de volgende positie-tijd grafiek beschreven.

Geef voor elk van de volgende uitspraken i.v.m. de snelheid “v” en de versnelling “a” alle ogenblikken en/of alle tijdsintervallen waarvoor de uitspraak geldig is (schrijf “nooit” indien de uitspraak steeds ongeldig is). Een tijdsinterval noteer je als [ta,tb], ]ta,tb[, [ta,tb[ of

]ta,tb]. a) v = 0 en a = 0 ... ... b) v = 0 en a ≠ 0 ... ... c) v ≠ 0 en a = 0 ... ... d) v > 0 en a > 0 ... ... e) v > 0 en a < 0 ... ... x (m) 0 t1 t2 t3 t4 t5 t6 t7 t8 t9 t10 t11 10 5 -6 -11 -15 -7 -8 -9 t (s)

(3)

VRAAG 2

Twee blokken met massa’s m1 en m2 zijn verbonden met een touw met verwaarloosbare

massa.. Ze bewegen over de oppervlakken van een rechthoekige wig (zie figuur). Verwaarloos de krachten tussen het touw en het ringetje bovenaan.

a) Verwaarloos de wrijving. Schets voor elk van de blokjes een krachtendiagram. b) Leid uit

!

F mar = r een uitdrukking af voor de versnelling van de blokjes in geval

de wrijving verwaarloosbaar is

c) Onder welke voorwaarde zal m1 hellingAFwaarts versnellen ?

d) Beschouw nu wel de wrijving. Stel dat m1 = 4 kg, m2 = 7 kg, θ1 = 37°, θ2 = 53°, µs =

0.2 en µk = 0.1 ( µs en µk zijn de statische en kinetische wrijvingscoëfficiënten). Als

het systeem initieel vanuit rust wordt losgelaten, zal het dan na het loslaten i. in beweging komen ? Leid af !

ii. in welke zin ?

90°

θ1 θ2

m1

(4)
(5)

VRAAG 3

Een projectiel wordt onder een scherpe hoek θ met de horizontaal (x-as) afgevuurd met een beginsnelheid vo (in grootte). Verwaarloos de wrijvingskrachten met de lucht.

Vraag 3.1 Leid een uitdrukking af voor

a) de maximale hoogte H die het projectiel bereikt b) de draagwijdte D

als funktie van vo, θ en g (gravitatieversnelling)

Vraag 3.2 Stel vo = 50 m/s, θ = 30°, m = 75 kg (massa projectiel). Op welke hoogte zal

een muur van 12 m hoog geraakt worden die zich bevindt bij x = 200 m ? θ H D 0 0 x vo y

(6)
(7)

VRAAG 4

Je houdt een touw aan één eind vast om een steen bevestigd aan het andere uiteinde in cirkelvormige beweging te brengen. Neem aan dat je de grootte van de

verplaatsing van je hand die je moet maken om de beweging te onderhouden nagenoeg kan verwaarlozen. Je hand is dan het centrum van de cirkelbaan

beschreven door de steen. Neem ook aan dat het vlak van de cirkelbaan nagenoeg vertikaal is. Het touw is steeds strak gespannen.

Vraag 4.1 Geef voor elk van de drie posities a, b, c van de baan aan volgens welke genummerde pijl(en) er andere krachten inwerken op de steen. Met andere

bedoelen we andere dan de zwaartekracht (W) en de spankracht (S) uitgeoefend door het touw. (Van W en S zijn de oriëntaties reeds aangegeven in kolom 1).

Positie a W:1 S:5 A Alleen volgens 1 B Alleen volgens 3 C Alleen volgens 5 D Volgens 1 en 3 E Volgens 1,3 en 5 GA Geen andere krachten dan W en S Positie b W:1 S:1 A Alleen volgens 5 B Alleen volgens 7 C Alleen volgens 1 D Volgens 5 en 7 E Volgens 1,5 en 7 GA Geen andere krachten dan W en S Positie c W:1 S:8 A Alleen volgens 4 B Alleen volgens 6 C Alleen volgens 8 D Volgens 4 en 6 E Volgens 4,6 en 8 GA Geen andere krachten dan W en S

Vraag 4.2 Volgens welke van de genummerde pijlen is de versnellingsvektor gericht in elk van de posities a, b en c ?

Positie a A B C D E GA 1 a c b 1 2 3 4 5 6 7 8

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

7 Korting participatie re-integratiegelden informatie ministerie Wordt binnen budget opgelost 8 Korting BUIG (inkomendeel uitkeringen bijstand) informatie ministerie Wordt

Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Mekelweg 4, Delft.

[Je kunt dit ook nog eens apart nagaan in dit geval door de scalaire producten uit te rekenen.] Dus de drie vectoren zijn onderling loodrecht als en slechts als p = 2.. (c)

Universiteit Utrecht Mathematisch Instituut 3584 CD Utrecht. Measure and Integration:

Noem twee redenen waarom het bij deze patiënt gezien zijn comorbiditeit niet aantrekkelijk is om met een NSAID te starten.. Noem 2 NSAID's (generische naam) met de

(Note the use the \pageref{#1} to get the page number right automatically.) The width- changing commands only take effect in twocolumn formatting. It has no effect if

4 Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging hij van Galilea uit de stad Nazaret naar Judea, naar de stad van David, Betlehem geheten, 5

Rand van Rhoon ll en polder Albrandswaard komen beiden beter naar voren dan Rand van Rhoon I maar er zijn geen argumenten genoemd waarom deze niet kunnen worden