Kerstmis
Welke naam geef jij aan Jezus?
leegte alwetend de stem van mijn geweten
een vraagteken vervulling maaksel van mensen alomtegenwoordig bron van leven licht en warmte duisternis in de hemel een vriend
mysterie vader rechter
koning rots straf voor onze zonden
Hij kan alles een boze droom vader en moeder tegelijk
Genade redder stilte
Toekomst schepper levenskracht
antwoord die mij draagt vrede
almachtig levensadem om schrik van te hebben oordeel ver weg die mij vertrouwen geeft
dicht bij liefde volheid
Messias God redt afwezig als Hij er zou
… moeten zijn
1
Kerstmis
1In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus, dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk. 2Deze volkstelling had voor het eerst plaats toen Quirinius landvoogd van Syrië was.
3Allen gingen op reis, ieder naar zijn eigen stad om zich te laten inschrijven. 4Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging hij van Galilea uit de stad Nazaret naar Judea, naar de stad van David, Betlehem geheten, 5om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was. 6Terwijl zij daar verbleven, brak het uur aan waarop zij moeder zou worden; 7zij bracht haar zoon ter wereld, haar eerstgeborene, wikkelde hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
8In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. 9Plotseling stond een engel des Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees werden bevangen.
10Maar de engel sprak tot hen: ‘Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. 11Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. 12En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.’ 13Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij verheerlijkten God met de woorden: 14’Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft.’
Kerstmis
2
15Zodra de engelen weer van hen waren heengegaan naar de hemel, zeiden de herders tot elkaar: ‘Komt, laten we naar Bethlehem gaan om te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekend gemaakt.’ 16Ze haastten zich er heen en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag. 17Toen ze dit gezien hadden, maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. 18Allen die het hoorden, stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden. 19Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. 20De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was.
Lc 2, 1-21
Kerstmis
3
Welke kerststal heeft je v00rkeur?
Kerstmis
4
©Sebastian Bergne
©Elizabeth Wang
©Glasgow Nativity Scene – artist unkown
©Catholic supply of St. Louis
©Modern Nativity