• No results found

De Europese Unie & haar (forum)keuze

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Europese Unie & haar (forum)keuze"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Europese Unie & haar (forum)keuze

- een kritische analyse van de oplossing die de Europese wetgever heeft aangedragen: de herziene litispendentie- en forumkeuzeregeling in Brussel I herschikking -

Masterscriptie I.I. Lulof

Studentnummer: 10969454

Mastertrack: Privaatrechtelijke Rechtspraktijk (12 EC) Inleverdatum: 4 januari 2016

(2)
(3)

Inhoudsopgave

Inleiding 5

1. Van EEX-Verdrag tot Brussel I herschikking 9

i. (Historische) ontwikkeling 9

ii. Opbouw en wijzigingen van Brussel I herschikking 11

2. Doelstellingen Brussel I herschikking 15

i. De doelstellingen in de preambule 15

ii. De ontstaansproces 16

iii. Het Commissievoorstel 17

iv. De ratio achter het Commissievoorstel 19

v. De visie van de Europese wetgever 22

vi. Conclusie 23

3. Praktische problemen als gevolg van de herziening van de

litispendentieregeling en de forumkeuze 25

i. Informatie-uitwisseling 25

ii. Verhouding tussen het eerst aangezochte gerecht en het

aangewezen gerecht 26

iii. Effectiviteit van de regels inzake litispendentie- en

forumkeuze in Brussel I herschikking 28

iv. Materiële geldigheid van de forumkeuzeovereenkomst 31

v. Conclusie 37

4. Oplossingen voor de praktische problemen als gevolg van de

herziening van de litispendentieregeling en de forumkeuze 41

i. Inspiratie uit het Nederlands internationaal privaatrecht als

(4)

ii. Een prima facie onderzoek in het kader van artikel 31 lid 2

Brussel I herschikking 42

iii. De rol van het Hof van Justitie en de nationale gerechten bij de effectiviteit van de litispendentie- en forumkeuzeregeling 44 iv. Materiële geldigheid van de forumovereenkomst in het

Haags Forumkeuzeverdrag en het Ontwerpverslag 46

Conclusie 51

Literatuurlijst 57

(5)

5

Inleiding

Op 14 december 2010 publiceerde de Europese Commissie haar voorstel tot herziening van de Verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Het voorwerp van herziening staat bekend als Brussel I of de EEX-Verordening1. De herziene verordening, Brussel I herschikking2, is een belangrijke regeling op zowel het gebied

van de rechtsmacht van rechters in lidstaten als de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen van geschillen binnen de lidstaten van de Europese Unie. Een belangrijke wijziging in de herschikking betreft de litispendentieregeling en haar relatie met de forumkeuze. De litispendentieregeling heeft betrekking op gerechten van verschillende lidstaten waar tussen dezelfde partijen vorderingen aanhangig zijn die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten. De rechter waarbij de zaak het laatst is aangebracht dient de zaak aan te houden totdat de bevoegdheid van de rechter bij wie de zaak het eerst aanhangig werd gemaakt vaststaat. 3 Brussel I herschikking biedt een uitzondering op de algemene litispendentieregeling. Wanneer een zaak aanhangig wordt gemaakt bij de lidstaatrechter die op grond van een forumkeuze4 is aangewezen als bevoegd, houdt elk gerecht de uitspraak aan totdat het krachtens de overeenkomst aangezochte gerecht verklaart geen bevoegdheid aan de overeenkomst te ontlenen.5

Het lijkt te volgen uit de toelichting bij het Commissievoorstel dat de

litispendentieregeling is gewijzigd om de doeltreffendheid van de

forumkeuzeovereenkomst te verbeteren en procesmisbruik (zoals de ‘Italiaanse torpedo’6) te voorkomen. De doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomst is van

belang om de partijautonomie en rechtszekerheid te waarborgen. Van de mogelijkheid om een keuze te maken voor een specifiek forum wordt veel gebruik gemaakt in de

1 Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de

erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

2 Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke

bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), Pb. EU 2012, L 351/1

3 Brussel I herschikking art. 29 lid 1

4 Zoals bedoeld in art. 25 Brussel I herschikking 5 Brussel I herschikking art. 31 lid 2

6 De Italiaanse torpedo is de benaming voor een bepaalde vorm van procesmisbruik, namelijk het aanhangig

maken van een zaak bij een Italiaans (of Belgisch) gerecht (ongeacht of deze gerechten bevoegd zijn) met het doel om tijd te rekken. Het is algemeen bekend dat de Italiaanse en Belgische gerechten vaak langer de tijd nodig hebben om tot een beslissing te komen. Zie voor verdere uitleg hoofdstuk 2 onder iii.

(6)

praktijk. Uit de door de Europese Commissie gepubliceerde Impact Assessment7 blijkt dat van de Europese ondernemingen die zogeheten ‘cross-border-B2Btransacties’8 sluiten, maar liefst 70% een forumkeuze bedingt. 7.7% van hen gaf

aan dat hun wederpartij zich niet hield aan dit forumkeuzebeding. De oplossing die Brussel I herschikking biedt zou grote invloed kunnen hebben op deze praktijksituatie. Een kritische analyse van Brussel I herschikking is daarom van belang.

Deze scriptie geeft een kritische analyse van de oplossing die de Europese wetgever heeft aangedragen: de herziene litispendentie- en forumkeuzeregeling in Brussel I herschikking. De onderzoeksmethode die zal worden gebruikt is een combinatie van (internationale) jurisprudentie- en literatuuronderzoek. De normatieve analyse wordt gedaan vanuit een intern perspectief. De gevolgen voor de praktijk van de herziene litispendentie- en forumkeuzeregeling in Brussel I herschikking en de mogelijke oplossingen die resulteren uit het onderzoek worden getoetst aan de hand van de eigen criteria van Brussel I herschikking. De norm waarbinnen deze scriptie kritisch analyseert ligt binnen de eigen doelstellingen die de Europese wetgever heeft gegeven aan Brussel I herschikking. De resultaten van deze scriptie zouden van belang kunnen zijn voor belanghebbenden, niet alleen in de praktijk maar wellicht ook binnen de rechterlijke macht.

Het eerste hoofdstuk beschrijft hoe het EEX-Verdrag zich heeft ontwikkeld tot (herziene) Brussel I Verordening. Hierbij besteedt het aandacht aan de veranderingen tussen het Verdrag, Brussel I en Brussel I herschikking, met een focus op de litispendentie- en forumkeuzeregelingen. Op deze manier kan er beter inzicht verkregen worden in de huidige en toekomstige situatie van Brussel I herschikking, aangezien Brussel I herschikking in de context van haar voorgangers gelezen moet worden.9 Er wordt ook stilgestaan bij de regelingen ten aanzien van de erkenning en

tenuitvoerlegging van vonnissen. Zoals in hoofdstuk drie verder geëvalueerd zal

7 Commission Staff Working Paper, ‘Impact Assessment’, Accompanying document to the Proposal for a

Regulation of the European Parliament and of the Council on jurisdiction and the recognition and enforcement of judgments in civil and commercial matters’, SEC(2010)1547 final, p. 29 e.v.

8 ‘cross-border-B2Btransacties’; in tegenstelling tot Business-to-Consumer (consumententransacties) 9 Zoals blijkt uit de preambulevan Brussel I herschikking dient men bij de interpretatie van de artikelen van de

herschikking rekening te houden met de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie van het EEX-Verdrag en Brussel I

(7)

7

worden, is het vrij verkeer van beslissingen (door onder andere de afschaffing van het exequatur) het paradepaardje van Brussel I herschikking. Dit heeft invloed op de keuzes van de Europese wetgever betreffende de regelingen omtrent de litispendentie- en forumkeuze en is daarom van belang voor deze scriptie.

Om het normatieve kader duidelijk te krijgen voor het vervolg van deze scriptie, zal in het tweede hoofdstuk onderzocht worden wat (de hiërarchie van) de doelstellingen van Brussel I herschikking zijn door middel van een onderzoek naar (het totstandkomingsproces van) Brussel I herschikking.

Het derde hoofdstuk zal de artikelen van Brussel I herschikking analyseren, in het licht van de doelstellingen van Brussel I herschikking, waarin oplossingen vorm hebben gekregen als respons op de litispendentie- en forumkeuzeproblematiek, zoals procesmisbruik (‘Italiaanse torpedo’). In de literatuur zijn een aantal problemen gesignaleerd met betrekking tot de herziene litispendentie- en forumkeuzeregeling in Brussel I herschikking. Deze problemen zijn gerelateerd aan de informatie-uitwisseling uit artikel 29 lid 2 Brussel I herschikking, de verhouding tussen het eerst aangezochte gerecht en het aangewezen gerecht, zoals deze volgt uit artikel 31 lid 2 Brussel I herschikking, de daadwerkelijke mate van effectiviteit van de regels inzake litispendentie- en forumkeuze in Brussel I en de materiële geldigheid van de forumkeuzeovereenkomst die in artikel 25 Brussel I herschikking staat.

Het vierde hoofdstuk zal mogelijke oplossingen uiteenzetten voor de problemen geschetst in het derde hoofdstuk, in het licht van de doelstellingen van Brussel I herschikking. De oplossingen worden vooral gezocht in de praktijk en de rol die de rechters kunnen spelen.

(8)
(9)

1. Van EEX-Verdrag tot Brussel I herschikking

Dit hoofdstuk zal beschrijven hoe het EEX-Verdrag zich heeft ontwikkeld tot (herziene) Verordening. Aangezien Brussel I herschikking in de context van haar voorgangers gelezen moet worden, is een uiteenzetting van de ontwikkeling van het EEX-Verdrag tot Brussel I herschikking van belang. Zoals blijkt uit haar preambule10 dient men bij interpretatie van Brussel I herschikking11 rekening te houden met de

jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie van het EEX-Verdrag en Brussel I. Verder zal dit hoofdstuk algemene veranderingen van het Verdrag, Brussel I en Brussel I herschikking toelichten, om op deze manier context voor de verdere scriptie te creëren. In dit hoofdstuk zal de nadruk liggen op de litispendentieregeling in zijn algemeen, de uitzondering op de regeling in geval van forumkeuze en de formele en materiële geldigheid van de forumkeuze.

i. (Historische) ontwikkeling

Op 1 februari 1973 trad een verdrag tussen Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland, Italië, België, Luxemburg en Nederland in werking. Dit verdrag, het EEG-Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken van 27 september 1968, 12 staat algemeen bekend als het EEX-Verdrag. Het Verdrag bevatte regels inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken en de internationale bevoegdheid van de rechter.

Het EEX-Verdrag werd in 2002 omgezet in een Verordening welke op 1 maart van dat jaar in werking trad: Brussel I. Een voordeel van het instellen van een communautaire Verordening in plaats van een verdrag13 was onder andere dat

wanneer nieuwe lidstaten toetraden tot de Europese Gemeenschap en tevens het EEX, afzonderlijke toetredingsverdragen niet meer nodig waren. 14

10 Preambule Brussel I herschikking (34)

11 Verordening (EU) nr. 1215/2012, PbEU 2012 L 351

12 Verdrag van Brussel van 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen

in burgerlijke en handelszaken, PB L 299 van 31-12-1972, p. 32

13 Harreman, EEX-Verordening (‘Brussel I’), NbBW 2002/ 7/8, p. 88

(10)

In artikel 73 Brussel I werd een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding gesteld voor een verslag over de toepassing van deze Verordening, wat ingediend diende te worden door de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité. In 2007 werd in het kader van dit artikel het Heidelberg-rapport15 opgesteld, wat als basis werd gebruikt voor het in 2009 ingediende evaluatieverslag16

van de Commissie. In dit rapport concludeerde de Commissie dat de werking van de Verordening over het algemeen bevredigend was.17 Echter toonde de praktijk aan,

zoals bleek uit rechtspraak van het HvJ, dat er wat betreft de toepassing van de regels voor de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaatrechters en de erkenning en tenuitvoerlegging van EU-beslissingen in de andere lidstaten nog een aantal knelpunten waren die verbeterd zouden kunnen worden.18 Om hier het hoofd aan te bieden, publiceerde de Commissie op 14 december 2010 een voorstel19 tot herziening van Brussel I. Dit voorstel leidde uiteindelijk tot Brussel I herschikking20. Deze Verordening wijkt op enkele punten sterk af van het oorspronkelijke Commissievoorstel, aangezien niet alle voorgestelde wijzigingen op steun konden rekenen in het Europees Parlement en de Raad.21

Om de lidstaten en rechtspraktijk de tijd en ruimte te geven zich voor te bereiden op de herschikking, is Brussel I herschikking alleen van toepassing op rechtsvorderingen die op of na 10 januari 2015 zijn ingesteld.22 Op deze datum werd Brussel I ingetrokken. Deze blijft wel van toepassing op beslissingen op rechtsvorderingen die voor 10 januari 2015 zijn ingesteld alsmede ten aanzien van authentieke akten en gerechtelijke schikkingen van voor deze datum.23

Onder punt 34 van de preambule van Brussel I herschikking wordt de onderlinge samenhang van de herziene Verordening en haar voorlopers benadrukt met het oog op waarborging van de continuïteit tussen het EEX-Verdrag, Brussel I en Ibis. Deze continuïteit moet ook gelden voor de uitleg door het HvJ van het EEX-Verdrag en de Verordeningen ter vervanging daarvan. Dit betekent dat als de tekst van de bepalingen van de Brussel I herschikking niet wezenlijk afwijkt van het EEX-Verdrag en Brussel

15 Hess, Pfeiffer & Schlosser, Report on the Application of Regulation Brussels I in het Member States, 2007 16 COM(2009)174 definitief

17 Ibid, p. 3-4

18 Knot, Herschikking Brussel I, NtER 2013/5, p. 145 19 COM(2010)748

20 Verordening (EU) nr. 1215/2012, PbEU 2012 L 351 21 zie hoofdstuk 2 van deze scriptie

22 Art. 81 van de EEX-verordening bepaalt dat inwerkingtreding plaatsvindt op de twintigste dag na die van haar

bekendmaking in het Publicatieblad (20 december 2012), derhalve op 9 januari 2013.

(11)

11

I, de voorgaande rechtspraak en uitleg van het HvJ op deze voorgangers aangehouden moet worden bij de uitleg van Brussel I herschikking.24

ii. Opbouw en wijzigingen van Brussel I herschikking

Hier zullen de belangrijkste wijzigingen uit Brussel I herschikking ten opzichte van het EEX-Verdrag en Brussel I, voornamelijk op het gebied van litispendentie en forumkeuze, uiteengezet worden. Eerst worden enkele herzieningen in het materiële en formele toepassingsgebied besproken. De bevoegdheidsregeling van Brussel I herschikking is ten opzichte van haar voorloper niet fundamenteel gewijzigd.25 Echter, de regeling van de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen is beduidend herzien. Deze herziene regeling kan gezien worden als het paradepaardje van Brussel I herschikking26 en dientengevolge zal stil worden gestaan bij de wijzigingen ten aanzien van de erkenning en tenuitvoerlegging. De afschaffing van de regeling omtrent het exequatur en de gevolgen hiervan voor de tenuitvoerlegging van een beslissing in een andere lidstaat zullen toegelicht worden. Een toelichting hierop is van belang omdat dit paradepaardje wellicht invloed heeft gehad op de nieuwe litispendentieregeling. 27 Ten slotte zal dit deel focussen op de nieuwe litispendentieregeling en het forumkeuzebeding.

Het materiële toepassingsgebied van Brussel I herschikking is, net zoals bij Brussel I,28 beperkt tot ‘burgerlijke en handelszaken ongeacht de aard van het gerecht’. Het begrip ‘burgerlijke en handelszaken’ dient verdragsautonoom uitgelegd te worden en niet volgens het recht van de ene of de andere betrokken lidstaat, en zoals blijkt uit jurisprudentie van het HvJ: ‘‘aan de hand van, enerzijds, de doelen en het stelsel van het Verdrag en, anderzijds, de algemene beginselen die in alle nationale rechtsstelsels tezamen worden gevonden.’’29

24 Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht, 2015, p. 251 25 Ibid, p. 251

26 zie hiervoor ook hoofdstuk 3 van deze scriptie

27 zie hiervoor ook hoofdstuk 2 van deze scriptie, onder v. 28 Brussel I art. 1

(12)

Het formele toepassingsgebied is, net als onder Brussel I, beperkt tot verweerders die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat. 30 Het formele toepassingsgebied van de forumkeuzebepaling is echter wel aan verandering onderhavig geweest. Brussel I stelde dat ten minste één van de partijen zijn woonplaats op het grondgebied van een lidstaat moest hebben om gebruik te maken van een geldige forumkeuze.31 Onder artikel 25 Brussel I herschikking mogen partijen, ongeacht hun woonplaats, gebruik maken van de aan hen toekomende forumkeuzebevoegdheid. Deze verandering betekent dat ook al hebben beide partijen hun woonplaats niet op het grondgebied van de EU, zij alsnog geldig een gerecht van een lidstaat kunnen aanwijzen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zijn of zullen ontstaan.

Hoewel uit beide Verordeningen32 volgt dat een in een lidstaat gegeven beslissing in de overige lidstaten zonder proces erkend wordt, is de regeling van de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in Brussel I herschikking beduidend herzien ten opzichte van haar voorganger. Een belangrijke wijziging is de exequatur-procedure. Onder het EEX-Verdrag en Brussel I was voor tenuitvoerlegging een verklaring van uitvoerbaarheid (exequatur) vereist. Zonder deze exequatur kon een beslissing van een rechter van een lidstaat niet ten uitvoer worden gelegd in een andere lidstaat.33

Artikel 39 Brussel I herschikking schaft het systeem van de

uitvoerbaarheidsverklaring af. De gronden waarop de erkenning en tenuitvoerlegging geweigerd kan worden34, zijn ten opzichte van Brussel I onveranderd gebleven.

Een belangrijk wijziging35 die Brussel I herschikking meebrengt is de wijziging van de litispendentieregeling. De meerdere (alternatieve) bevoegdheidsgronden die Brussel I herschikking aanwijst kunnen leiden tot het aanhangig maken van dezelfde zaak, tussen dezelfde partijen en over het hetzelfde onderwerp, die reeds bij een andere rechter aanhangig is gemaakt. In een dergelijke situatie dreigt het gevaar van tegenstrijdige beslissingen36, aangezien een in een lidstaat gegeven beslissing in de

30 Brussel I herschikking art. 4 lid 1 31 Brussel I art. 23

32 Brussel I art. 33 lid 1 en Brussel I herschikking art. 36 lid 1

33 Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht, 2015, p. 301 34 Brussel I herschikking art. 46 jo 45

35 en tevens van groot belang voor deze scriptie

(13)

13

overige lidstaten wordt erkend zonder vorm van proces.37 Brussel I herschikking biedt voor deze situatie een uitkomst.

De hoofdregel van de litispendentieregeling is onveranderd gebleven ten opzichte van Brussel I. Wanneer voor gerechten van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen vorderingen aanhangig zijn, die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten, dient de rechter waarbij de zaak het laatst is aangebracht, de zaak aan te houden totdat de bevoegdheid van de rechter bij wie de zaak het eerst aanhangig werd gemaakt, vaststaat.38 Als de bevoegdheid van de eerste rechter vaststaat, verklaart de laatst aangezochte rechter zich onbevoegd,39 ook al is de laatst geadieerde rechter formeel bevoegd. Artikel 29 Brussel I herschikking kan derhalve worden beschouwd als een uitzondering op de algemene bevoegdheidsregels van de Verordening.40

In tegenstelling tot Brussel I, biedt Brussel I herschikking een belangrijke uitzondering op de litispendentieregeling. Wanneer een zaak aanhangig wordt gemaakt bij de lidstaatrechter die op grond van een forumkeuze41 is aangewezen als bevoegd, dan houdt elk gerecht de uitspraak aan totdat het krachtens de overeenkomst aangezochte gerecht verklaart geen bevoegdheid aan de overeenkomst te ontlenen.42 Het aangewezen gerecht krijgt dan voorrang om te beslissen over de geldigheid van het forumkeuzebeding en de mate waarin het beding geldt voor het hem dienende geschil.43 Indien het in de overeenkomst aangewezen gerecht zich bevoegd verklaart, dienen de andere aangezochte gerechten zich onbevoegd te verklaren. 44 De uitzondering in geval van forumkeuze geldt niet in situaties waarin partijen tegenstrijdige forumkeuzebedingen zijn overeengekomen, of waarin een in een forumkeuzebeding aangewezen rechter het eerst is benaderd.45 In deze gevallen geldt

de litispendentieregeling. Tevens dient de forumkeuzeovereenkomst materieel geldig te zijn krachtens het recht van de lidstaat wiens rechter als bevoegd wordt aangewezen.

37 Brussel I herschikking art. 36 38 Brussel I herschikking art. 29 lid 1 39 Brussel I herschikking art. 29 lid 3

40 Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht, 2015, p. 282 41 Zoals bedoeld in art. 25 Brussel I herschikking

42 Brussel I herschikking art. 31 lid 2 43 Brussel I herschikking preambule (22) 44 Brussel I herschikking art. 31 lid 3 45 Brussel I herschikking preambule (22)

(14)

De gedachte achter een forumkeuze is dat niet alleen de wet maar ook de wil van partijen kan leiden tot bevoegdheid van de rechter. In artikel 25 Brussel I herschikking wordt die forumkeuzebevoegdheid aan procespartijen verleend. Dit artikel regelt tevens autonoom en uitputtend de gevallen waarin forumkeuze mogelijk is, de aan de forumkeuzeovereenkomst te stellen geldigheidsvereisten en de gevolgen van een geldige forumkeuze.46 Dit betekent dat vereisten die volgen uit nationale

wetgeving van lidstaten, niet mogen worden opgelegd aan een forumkeuze die onder de Verordening valt.47

Over de materiële geldigheid van een forumkeuze werd in zowel het EEX-Verdrag als Brussel I niet gerept. Met Brussel I herschikking is daar verandering in gekomen. De materiële geldigheid van de forumkeuzeovereenkomst onder Brussel I herschikking dient aan de hand van het recht van het land waarvan de rechter als bevoegd is aangewezen beoordeeld te worden.48 Wat er precies met deze materiële geldigheid wordt bedoeld, behandelt de Verordening in zowel het artikel als de preambule niet. Of een forumkeuze ten gunste van het gerecht of de gerechten van een bepaalde lidstaat nietig is wat haar materiële geldigheid betreft, dient te worden bepaald door het recht van die lidstaat, met inbegrip van het conflictenrecht van die lidstaat. De materiële geldigheid van de forumkeuze wordt dan beoordeeld aan de hand van het rechtstelsel dat volgens het conflictenrecht van het gekozen forum op de forumkeuzeovereenkomst van toepassing is.49

46 Ibid, p. 275

47 HVJEU 24-07-1981, C-150/80 (Elefanten Schuh tegen Jacqmain) [online] 48 Ibid

(15)

2. Doelstellingen Brussel I herschikking

In de preambule van Brussel I herschikking staan enkele doelstellingen. Door middel van het bekijken van de beweegredenen van de Europese wetgever (waarom de Europese wetgever voor de ene dan wel de andere manier heeft gekozen om haar doel te bereiken) wordt duidelijk hoe deze doelstellingen tot stand zijn gekomen en krijgen deze doelstellingen meer context en achtergrond. Het is van belang om (de hiërarchie van) de doelstellingen te onderzoeken omdat deze doelstellingen het normatieve kader voor het vervolg van deze scriptie zullen vormen. De problemen en oplossingen zullen in de volgende hoofdstukken in het licht van deze doelstellingen worden beoordeeld.

Allereerst zullen in dit hoofdstuk kort de doelstellingen uit de preambule uiteengezet worden. Vervolgens wordt het proces van de totstandkoming van Brussel I herschikking besproken. Hierbij wordt gekeken naar het Commissievoorstel, de ratio achter het Commissievoorstel en de rol en beweegredenen van de Europese wetgever. De onderzoeksmethode die wordt gebruikt in dit hoofdstuk is het vergelijken van het voorstel voor een herschikte Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken door de Commissie (hierna: Commissievoorstel)50 met de uiteindelijke Verordening. Hierdoor zal duidelijk worden wat de Europese wetgever voor ogen had met het herzien van Brussel I. Er zal beschreven worden waar de Raad en het Europese Parlement zijn meegegaan in de redenering van de Commissie en waar zij zijn afgeweken.

i. Doelstellingen in de preambule

In de preambule staan de doelstellingen van Brussel I herschikking. Allereerst wordt Brussel I herschikking ten doel gesteld om het vrije verkeer van beslissingen verder te vergemakkelijken.51 Ten tweede dient Brussel I herschikking de toegang tot de rechter te verbeteren.52 Een derde doelstelling die genoemd wordt in de preambule is

50 COM(2010) 748 definitief/2, 2010/0383 (COD), met toelichting 51 preambule (1) Brussel I herschikking

(16)

het waarborgen van een harmonische rechtsbedeling.53 De vierde doelstelling is de doeltreffendheid van forumkeuzeovereenkomsten verbeteren en misbruik van procesrecht voorkomen.54 Rechtszekerheid en voorspelbaarheid zijn belangrijke redenen voor partijen om een forumkeuzeovereenkomst te sluiten. Met het verbeteren van de doeltreffendheid van forumkeuzeovereenkomsten wordt tevens de partijautonomie en de rechtszekerheid (voorspelbaarheid) gewaarborgd. Dit zijn twee belangrijke doelstellingen van Brussel I herschikking, al worden ze in de preambule

niet expliciet genoemd in de context van de doeltreffendheid van

forumkeuzeovereenkomsten.55

ii. Het ontstaansproces

Brussel I legde de Commissie de verplichting op56 om uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding een verslag in te dienen bij het Europees Parlement, (hierna: ‘EP’) de Raad en het Economisch en Sociaal Comité over de toepassing van deze Verordening. Enkele onderzoeken57 die werden gedaan gaven de Commissie de informatie die zij nodig had, waarna de Commissie een Rapport en Groenboek58 opstelde, gevolgd door een Impact Assessment59. Na het in behandeling nemen van de reacties van belangstellenden op het Groenboek, heeft de Commissie uiteindelijk een voorstel voor wijziging van Brussel I gepubliceerd.60 De Raad heeft op 15 februari 2010 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig het VWEU61 te raadplegen over het voorstel. Het Europees Economisch en Sociaal Comité bracht in mei 2011 een advies uit.62 In juni 2011 publiceerde de Commissie

53 Preambule (21)

54 Preambule (22) Brussel I herschikking 55 Preambule (14) en (15) Brussel I herschikking 56 Brussel I art. 73

57 o.a. Hess, Pfeiffer & Schlosser, Report on the Application of Regulation Brussels I in het Member States, 2007 58 Rapport en Groenboek over de herziening van Verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad betreffende de

rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, Brussel, 21 april 2009 (COM(2009) 174 resp. 175 definitief.

59 Commission Staff Working Paper, ‘Impact Assessment’, accompanying document to the Proposal for a

Regulation of the European Parliament and of the Council on jurisdiction and the recognition and enforcement of judgments in civil and commercial matters’, SEC(2010)1547 final, p. 29 e.v.

60 Voorstel voor een Verordening (EG) nr. 44/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de

rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), Brussel, 3 januari 2011, COM(2010) 748 definitief/2, 2010/0383 (COD), met toelichting

61 VWEU art. 67 lid 4 en 81 lid 2

62 Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het

Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (COM(2010) 748 definitief/2 — 2010/0353 (COD))

(17)

17

juridische zaken van het EP een ontwerpverslag63 waarin een mening over het voorstel werd gegeven. Nadat de Commissie wijzigingen in haar voorstel had aangebracht hebben zowel de Raad als het EP het voorstel aangenomen.

iii. Het Commissievoorstel

Uit de toelichting op het Commissievoorstel bleek dat, hoewel de Verordening kon worden gezien als succes, er uit een aantal in opdracht van de Commissie uitgevoerde juridische en empirische studies bleek dat Brussel I een aantal tekortkomingen vertoonde.64 Het EP nam niet zonder slag of stoot het voorstel van de Commissie aan,65 hoewel dit voorstel antwoord bood op de problemen die in de onderzoeken waren geschetst.

In paragraaf 1.2 van het Commissievoorstel werd de motivering voor en het doel van het voorstel uiteen gezet. De Commissie stelde dat zij met haar voorstel vier tekortkomingen van Brussel I probeerde te repareren. Allereerst werd geconcludeerd dat het exequatur nog steeds een belemmering was voor het vrije verkeer van beslissingen. Dit bracht voor de betrokken partijen onnodige kosten en vertraging met zich mee en weerhield ondernemingen en burgers ervan de mogelijkheden van de interne markt optimaal te benutten. De oplossing die het voorstel aandroeg is de afschaffing van het exequatur.66 Ten tweede werd het probleem van onvoldoende waarborging van toegang tot de rechter in de EU bij geschillen waarbij verweerders van buiten de EU zijn betrokken gesignaleerd. Dit was een gevolg van verschillen tussen nationale rechtsstelsels. Dit probleem kon, volgens het voorstel, worden opgelost door de Verordening uit te breiden tot verweerders in derde landen.67 Ten

derde werd de wisselwerking tussen arbitrage en gerechtelijke geschillenbeslechting als probleem genoemd. De Commissie stelde dat deze wisselwerking moest worden versterkt. De oplossing die werd aangedragen hield in dat de litispendentie van

63 2010/0383(COD) d.d. 28 juni 2011

64 COM(2010) 748 definitief/2, 2010/0383 (COD), met toelichting, par. 1.2

65 Lazić, The Revised Lis pendens rule in the Brussels Jurisdiction Regulation, Review of European Law, 2013/2,

p. 6

66 Ibid, par. 3.1 67 Ibid

(18)

gerechtelijke procedures waarin een beroep werd gedaan op een arbitrageovereenkomst, diende te worden geregeld in de Verordening.68

Het laatst genoemde probleem in het voorstel was dat de doeltreffendheid van een forumkeuze niet effectief genoeg is. Onder Brussel I was het door de partijen in een forumkeuzeovereenkomst aangewezen gerecht verplicht zijn uitspraak aan te houden wanneer de zaak het eerst bij een ander gerecht is aangebracht.69 Dat had tot gevolg dat rechtzoekenden die te kwader trouw handelden konden zorgen voor vertraging door de zaak eerst bij een niet-bevoegd gerecht aanhangig te maken (procesmisbruik). Dit bracht niet alleen extra kosten en vertraging met zich mee, maar tastte ook de door de forumkeuzeovereenkomst beoogde rechtszekerheid en voorspelbaarheid aan.70 Om dit probleem het hoofd te bieden, stelde het Commissievoorstel twee mogelijke manieren voor om forumkeuzeovereenkomsten doeltreffender te maken. De eerste mogelijke manier richtte zich op het door de forumkeuze aangewezen gerecht, wat zich over zijn bevoegdheid mocht uitspreken ook al was dit gerecht later aangezocht dan een ander gerecht. Elk ander gerecht moest dan zijn uitspraak aanhouden totdat het gekozen gerecht zich bevoegd of – wanneer de forumkeuzeovereenkomst ongeldig was – onbevoegd verklaarde. De Commissie was van mening dat door deze wijziging forumkeuzeovereenkomsten doeltreffender zouden worden en dat misbruik van procesrecht door niet-bevoegde gerechten in te schakelen, zou worden ontmoedigd.71

De tweede manier die het voorstel aandroeg betrof een geharmoniseerde collisieregel over de materiële geldigheid van forumkeuzeovereenkomsten. Door een verwijzingsregel toe te voegen aan de bepaling betreffende forumkeuze die het toepasselijke recht op de materiële geldigheid van een forumkeuze bepaalt, zou volgens de Commissie een vergelijkbaar resultaat bereikt worden ongeacht het aangezochte gerecht. De Commissie noemde terloops dat deze beide wijzigingen geïnspireerd waren op de oplossingen die zijn vastgesteld in het Haags Verdrag van 2005 inzake bedingen van forumkeuze (hierna: Haags Forumkeuzeverdrag), zodat Brussel I herschikking beter aan zou sluiten bij het Verdrag.

68 Ibid

69 zoals al eerder in deze scriptie uiteengezet

70 Lazić, The Revised Lis pendens rule in the Brussels Jurisdiction Regulation, Review of European Law, 2013/2,

p. 7

(19)

19

Naast deze vier problemen streefde het Commissievoorstel ook naar betere coördinatie van procedures voor de gerechten van de lidstaten. Het probeerde dat te bereiken door de algemene litispendentieregel te versterken door een termijn te bepalen waarbinnen het eerst aangezochte gerecht moet beslissen over zijn bevoegdheid. Daarnaast voorzag het voorstel in de uitwisseling van informatie tussen de gerechten waarbij dezelfde zaak is aangebracht.72

iv. De ratio achter het Commissievoorstel

Verschillen in bevoegdheidsregels en het effect daarvan op de tenuitvoerlegging en erkenning van vonnissen binnen de EU zorgden volgens de Commissie voor een belemmering voor het vrij verkeer van beslissingen, brachten voor de betrokken partijen onnodige kosten en vertraging met zich mee en weerhield ondernemingen en burgers ervan de mogelijkheden van de interne markt optimaal te benutten.73 Eén van de doelen van Brussel I herschikking was dan ook om deze regels te harmoniseren zodat het vrij verkeer van beslissingen gegarandeerd kon worden. Het paradepaardje van Brussel I herschikking lijkt de afschaffing van het exequatur te zijn.

Ondanks de nadruk op het vrij verkeer van beslissingen, is ook de litispendentieregeling een substantiële wijziging. Het volgt uit de toelichting bij het Commissievoorstel dat de litispendentieregeling werd gewijzigd om de doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomst te verbeteren en procesmisbruik te voorkomen. De doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomst is van belang om de partijautonomie en rechtszekerheid te waarborgen. Het procesmisbruik waar de Commissie in haar voorstel op doelde is bijvoorbeeld ‘de Italiaanse torpedo’. Het is algemeen bekend dat de Italiaanse (of Belgische) gerechten vaak langer de tijd nodig hebben om tot een beslissing te komen, 74 wat het verleidelijk maakt om daar een procedure te initiëren om, voor welke reden dan ook, tijd te rekken. De constructie van de litispendentieregeling onder Brussel I maakte het deze misbruikers, mits zij eerder waren, erg gemakkelijk. Het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht moest wachten tot de als eerst aangezochte (Italiaanse) rechter zich onbevoegd had

72 Ibid, par. 3.1.5

73 COM(2010) 748 definitief/2, 2010/0383 (COD), met toelichting, par. 3.1

74 Koppenol-Laforce, Herschikking Brussel I: litispendentie en forumkeuze, een positieve stap

(20)

verklaard. In een uitspraak van het HvJ werd bepaald dat een forumkeuze er niet toe leidt dat er van de litispendentieregeling kan worden afgeweken, zelfs niet wanneer de gerechtelijke procedures in de lidstaat waar het eerst aangezochte recht is gevestigd in het algemeen buitengewoon lang duren.75

In deze zaak was het misbruik weliswaar niet evident omdat niet vaststond dat de forumkeuze geldig was. In andere zaken was wel duidelijk sprake van misbruik. In HvJ Turner/Grovit76 werd de litispendentieregeling misbruikt door het aanhangig

maken van een tweede procedure elders. In HvJ West Tankers77 werd een

gerechtelijke procedure gevoerd ondanks de arbitrageovereenkomst. In beide zaken besloot het HvJ dat rechters partijen niet mogen verbieden om een procedure in het buitenland ofwel aanhangig te maken ofwel voort te zetten in het geval het gaat om een procedure in een andere lidstaat. De Nederlandse rechter verbood dit niet heel vaak,78 maar in de Engelse rechtspraktijk was het wel degelijk een terugkerende gebeurtenis. De Engelse rechter kon gebruik maken van een ‘anti-suit injunction’.79 De andere partij mag dan niet meer een procedure in een ander land voortzetten of initiëren omdat de forumkeuze een ander gerecht benoemt of omdat het aanhangig maken te kwader trouw gebeurt. De Engelse rechter mocht van het Hof in Turner/Grovit en West Tankers niet een anti-suit injunction uitvaardigen. Het Hof van Justitie belemmerde aldus hier een wellicht effectieve manier om te strijden tegen de ‘Italiaanse torpedo’, het waarborgen van de doeltreffendheid van de forumkeuze en daarmee de partijautonomie. Wellicht meende het Hof dat dit probleem niet door hen maar door de Europese wetgever opgelost diende te worden.

De Commissie heeft vermoedelijk ingezien dat de strijd tegen de ‘Italiaanse torpedo’ niet via het Hof van Justitie gestreden zou worden. Dit is de reden dat zij besloot de litispendentieregeling zodanig te wijzigen dat de ‘Italiaanse torpedo’ buiten spel zou kunnen worden gezet. Het probleem wat naar voren kwam in de uitspraak van het HvJ in Gasser/Misat was reden genoeg om de litispedentieregeling aan te passen. Het

75 HVJEU 09-12-2003, C-116/02 (Erich Gasser tegen MISAT) [online], r.o. 73 76 HVJEU 27-04-2004, C-159/02 (Turner tegen Grovit) [online]

77 HVJEU 10-02-2009, C-185/07 (Allianz tegen Generali Assicurazioni) [online]

78 Wel in bijvoorbeeld Rb. Haarlem 21-12-2006, ECLI:NL:RBHAA:2006:BA4234, NJF 2007, 219 en Rb.

’s-Gravenhage 05-08-2004, ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ6495 [online]

79 Koppenol-Laforce, Herschikking Brussel I: litispendentie en forumkeuze, een positieve stap

(21)

21

Heidelberg Rapport suggereerde hoe oplossingen vorm konden krijgen. 80 De overweging81 die de Commissie moest maken in het opstellen van haar voorstel was of zij de snelheid waarmee de toegang tot de rechter gegarandeerd moet blijven, de doeltreffendheid van de forumkeuze, de partijautonomie en de rechtszekerheid, óf het vertrouwen in elkaars gerechten van groter belang achtte.82 Het Groenboek droeg ook

enkele oplossingen aan,83 waarna een policy-toets op deze voorstellen werd toegepast in de Impact Assessment.84 Uiteindelijk koos de Commissie in haar voorstel voor een

uitzondering op de litispendentieregeling, 85 met het doel de effectiviteit van de

forumkeuze te waarborgen.

Uit het Commissievoorstel bleek dat de Commissie ook de coördinatie van procedures voor de gerechten van de lidstaten wilde verbeteren. Het probeerde dat te bereiken door de algemene litispendentieregel te versterken door een termijn te bepalen waarbinnen het eerst aangezochte gerecht moet beslissen over zijn bevoegdheid. Daarnaast voorzag het voorstel in de uitwisseling van informatie tussen de gerechten waarbij dezelfde zaak is aangebracht.86 Hoewel deze twee aangedragen oplossingen volgens het voorstel bedoeld waren om de coördinatie van gerechtelijke procedures te verbeteren, zouden deze ook een zijdelings effect kunnen hebben op het verbeteren van de doeltreffendheid van de forumkeuze.87 Door het bepalen van een termijn waarbinnen het eerst aangezochte gerecht moet beslissen over zijn bevoegdheid, wordt de ‘Italiaanse torpedo’ als het ware ontwapend. Als deze regel effectief is, heeft het geen nut meer om te kwader trouw naar de Italiaanse rechter te stappen als deze binnen zes maanden beslist over zijn bevoegdheid. De uitwisseling van informatie tussen de gerechten waarbij dezelfde zaak is aangebracht is een praktische ondersteuning van de termijnbepaling.88 Door de uitwisseling van informatie weet het

80 Hess, Pfeiffer & Schlosser, Report on the Application of Regulation Brussels I in het Member States, 2007, p.

354

81 Koppenol-Laforce, Herschikking Brussel I: litispendentie en forumkeuze, een positieve stap

voorwaarts!?, NIPR 2011/3, p. 456

82 Hess, Pfeiffer & Schlosser, Report on the Application of Regulation Brussels I in het Member States, 2007 83 21-04-2009 COM(2009) 175 definitief, par. 3

84 CSEC(2010)1547 final, par. 2.3.6.3 en 2.3.7.

85 vgl. Optie 3 aangedragen door het Groenboek, 21-04-2009 COM(2009) 175 definitief 86 COM(2010) 748 definitief/2, 2010/0383 (COD), met toelichting, par. 3.1.5

87 Koppenol-Laforce, Herschikking Brussel I: litispendentie en forumkeuze, een positieve stap

voorwaarts!?, NIPR 2011/3, p. 454

88 Lazić, The Revised Lis pendens rule in the Brussels Jurisdiction Regulation, Review of European Law, 2013/2,

(22)

laatst aangezochte gerecht of en wanneer het eerst aangezochte gerecht over zijn bevoegdheid zal beslissen.

v. De visie van de Europese wetgever

Nu duidelijk is wat de motivatie van de Commissie was, is het van belang om uiteen te zetten in hoeverre de Raad en het Europees Parlement het met deze denkwijze eens waren. In een reactie op het Commissievoorstel publiceerde het EP in juni 2011 een ontwerpverslag89 (hierna: ‘het Ontwerpverslag’) waarin een mening over het voorstel werd gegeven.

Het Ontwerpverslag suggereerde geen veranderingen wat betreft het voorstel voor de verandering van de litispendentieregeling. Het stelde alleen een wijziging voor de materiële geldigheid van de forumkeuze voor door een nieuw artikel in te voeren waarin aangegeven werd wanneer een forumkeuze geldig is.90 Dit heeft uiteindelijk vorm gekregen in artikel 25 Brussel I herschikking.

Leden van het EP hebben in de behandeling van het Commissievoorstel behoorlijk wat wijzigingen geopperd wat betreft de aanpassing van de litispendentieregeling.91 De uiteindelijk aangenomen wijzigingen hebben geleid tot Brussel I herschikking. Het EP liet het belangrijkste element van het voorstel tot wijziging van de litispendentieregeling in stand: artikel 29(1) en 31(2) Brussel I herschikking bieden een uitzondering op de litispendentie voor forumkeuzebedingen.92

Uit het Commissievoorstel bleek dat de Commissie ook de coördinatie van procedures voor de gerechten van de lidstaten wilde verbeteren. Het probeerde dat te bereiken door de algemene litispendentieregel te versterken door een termijn te bepalen waarbinnen het eerst aangezochte gerecht moet beslissen over zijn bevoegdheid. Daarnaast voorzag het voorstel in de uitwisseling van informatie tussen de gerechten waarbij dezelfde zaak is aangebracht.93 Het EP amendeerde het voorstel zo dat er in

89 2010/0383(COD), 28-07-2011 90 Ibid, amendement 20

91 Ibid

92 Position of the European parliament, EP-PE_TC1-COD(2010)0383 93 COM(2010) 748 definitief/2, 2010/0383 (COD), met toelichting, par. 3.1.5

(23)

23

de huidige vorm van artikel 29 niet meer gesproken wordt over een termijn. Naar de uitwisseling van informatie wordt nu gerefereerd in het tweede lid van artikel 29. Deze informatie-uitwisseling kreeg een andere vorm dan in het Commissievoorstel. Het EP achtte uiteindelijk alleen die gevallen, waarin op verzoek van een gerecht waarbij de zaak is aangebracht door een ander aangezocht gerecht onverwijld aan het eerstbedoelde gerecht meegedeeld dient te worden op welke datum het in overeenstemming met artikel 32 Brussel I herschikking is aangezocht, van belang.

Als de afschaffing van het exequatur succesvol wil zijn, dient er sprake te zijn van samenwerking, onderling vertrouwen en respect tussen Europese gerechten. Samenwerking, onderling vertrouwen en respect gaat niet samen met de verplichting voor een lidstaat om hun langzame gerechten aan te pakken. Het lijkt erop dat de Europese wetgever de keuze heeft gemaakt voor de erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen in plaats van voor de effectiviteit van de forumkeuze. Door gerechten van lidstaten niet te verplichten om binnen een bepaalde termijn over hun bevoegdheid te beslissen heeft de Europese wetgever het onderling vertrouwen in elkaars gerechten van groter belang geacht dan een snelle toegang tot de bevoegde rechter, rechtszekerheid en partijautonomie.

Het is duidelijk dat het EP niet de ‘Italiaanse torpedo’- problematiek in de kern aan wilde pakken, namelijk door de nationale lidstaat niet te verplichten om hun langzame gerechten aan te pakken. De gedachte van het EP is dat de uitzondering op de litispendentieregeling die zij wel in stand heeft gelaten voldoende zal zijn voor partijen met een forumkeuzebeding zodat zij geen last meer hebben van de ‘Italiaanse torpedo’.94

vi. Conclusie

De doelstellingen die in de preambule staan zijn het vergemakkelijken van het vrije verkeer van beslissingen, de verbetering van toegang tot de rechter, het waarborgen van een harmonische rechtsbedeling, de verbetering van de doeltreffendheid van

(24)

forumkeuzeovereenkomsten en het voorkomen van procesmisbruik. Wanneer een forumkeuze doeltreffend is, draagt dit bij aan de partijautonomie en rechtszekerheid.

Door het vergelijken van het Commissievoorstel met de uiteindelijke Brussel I herschikking zijn de keuzes van de Europese wetgever duidelijk geworden. Uit dit hoofdstuk blijkt dat bij de keuze voor bepaalde oplossingen, zoals het niet aannemen van het voorstel van de Commissie om een termijn te stellen waarbinnen gerechten een beslissing moeten nemen, de Europese wetgever meer gewicht gegeven heeft aan het belang van samenwerking, onderling vertrouwen en respect tussen Europese gerechten dan aan de toegang tot de rechter, het verbeteren van de doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomsten en daarmee de partijautonomie en de rechtszekerheid. Dit kan verklaard worden door haar paradepaardje, de afschaffing van het exequatur. Datgene wat nodig is voor een succesvolle afschaffing van het exequatur, namelijk samenwerking, onderling vertrouwen en respect, gaat niet samen met de verplichting voor een lidstaat om hun langzame gerechten aan te pakken. Het lijkt erop dat de Europese wetgever op deze manier een hiërarchie creëert in de doelstellingen. De partijautonomie en rechtszekerheid is daarmee opgeofferd om ruimte te bieden aan samenwerking, onderling vertrouwen en respect tussen Europese gerechten en daarmee het vrij verkeer van beslissingen.

(25)

3. Praktische problemen als gevolg van de herziening van de litispendentieregeling en de forumkeuze

De Europese wetgever heeft gepoogd om gehoor te geven aan de problemen die zich voordeden in de praktijk door in de herziening van Brussel I oplossingen voor deze praktijkproblemen te bieden. Dit hoofdstuk betoogt dat er ondanks deze oplossingen, er zich nog steeds enkele problemen kunnen voordoen in de praktijk in het licht van de doelstellingen van de herziene litispendentie- en forumkeuzeregeling. Deze problemen zijn in de literatuur gesignaleerd. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd; wat betreft de herziene litispendentieregeling, zal er worden ingegaan op de informatie-uitwisseling en de verhouding tussen het eerst aangezochte gerecht en het aangewezen gerecht. Wat betreft de uitzondering op de litispendentieregeling in geval van forumkeuze, kan er een probleem gevonden worden in de daadwerkelijke mate van effectiviteit van de regels inzake litispendentie- en forumkeuze in Brussel I herschikking en de materiële geldigheid van de forumkeuzeovereenkomst. Vanwege de nieuwheid van Brussel I herschikking is er weinig tot geen jurisprudentie die uitsluitsel kan bieden over de problemen besproken in dit hoofdstuk.

i. Informatie-uitwisseling

Een verandering beoogd door de Commissie en aangenomen door het EP is de verandering betreffende de informatie-uitwisseling tussen gerechten van lidstaten.95 Door de uitwisseling van informatie weet het laatst aangezochte gerecht of en wanneer het eerst aangezochte gerecht over zijn bevoegdheid zal beslissen. Dit is van essentieel belang voor de efficiëntie van de litispendentieregeling.96 De

informatie-uitwisseling houdt in dat het eerste gerecht op verzoek van het later aangezochte gerecht dient mee te delen op welke datum het in overeenstemming met artikel 32 Brussel I herschikking is aangezocht.

In de literatuur wordt door Koppenol-Laforce gesignaleerd dat een probleem met deze regeling kan liggen in de organisatie, de taalbarrières en het benodigde budget.97 In

95 art. 29 lid 2 Brussel I herschikking

96 Hess, Pfeiffer & Schlosser, Report on the Application of Regulation Brussels I in het Member States, 2007,

p.116

97 Koppenol-Laforce, M., Herschikking Brussel I: litispendentie en forumkeuze, een positieve stap

(26)

het Commissievoorstel was de informatie-uitwisseling gekoppeld aan een verbetering van de algemene litispendentieregel door een termijn te bepalen waarbinnen het eerst aangezochte gerecht moet beslissen over zijn bevoegdheid. Dit is gesneuveld in het EP. Hoewel deze aangedragen oplossingen volgens het voorstel bedoeld waren om de coördinatie van gerechtelijke procedures te verbeteren, hadden deze ook een zijdelings effect kunnen hebben op het verbeteren van de doeltreffendheid van de forumkeuze. Zonder de verplichting voor een gerecht om binnen een bepaalde termijn te beslissen heeft de informatie-uitwisseling op zichzelf weinig invloed op het voorkomen van misbruik. Dit artikel is dus niet alleen moeilijk uitvoerbaar, gezien de barrières, maar draagt tevens niet bij aan de doelstelling van het verbeteren van de doeltreffendheid van de forumkeuze of het voorkomen van procesmisbruik. De wetenschap dat een zaak bij een ander gerecht is aangebracht voorkomt op zichzelf niet de gevolgen. Een rechter kan met deze wetenschap beslissen of hij eerder is aangezocht en of hij dientengevolge een uitspraak mag doen over zijn bevoegdheid. Deze wetenschap helpt echter niet met het voorkomen van procesmisbruik.

ii. Verhouding eerst aangezochte gerecht en aangewezen gerecht

Een tweede probleem wat door Koppenol-Laforce en Lazić in de literatuur is gesignaleerd,98 heeft betrekking op de verhouding tussen het eerst aangezochte gerecht en het door middel van een forumkeuze aangewezen gerecht. Het Commissievoorstel schetste deze relatie als volgt: ‘‘wanneer een in artikel 23 bedoelde overeenkomst een gerecht of de gerechten van een lidstaat bij uitsluiting bevoegd maakt, zijn, voor zover het niet gaat om een overeenkomst in de zin van de afdelingen 3, 4 of 5 van dit hoofdstuk, de gerechten van andere lidstaten niet bevoegd voor het geschil totdat het (de) in de overeenkomst aangewezen gerecht(en) zich onbevoegd heeft (hebben) verklaard.’’99 Het EP heeft toch nodig geacht de formulering van dit artikel enigszins te verduidelijken zo blijkt uit de definitieve tekst: ‘‘Wanneer een zaak aanhangig wordt gemaakt bij een gerecht van een lidstaat dat op grond van een in artikel 25 bedoelde overeenkomst bij uitsluiting bevoegd is, houdt elk gerecht van de andere lidstaten, onverminderd artikel 26, de uitspraak aan totdat

98 o.a. Koppenol-Laforce, M., Herschikking Brussel I: litispendentie en forumkeuze, een positieve stap

voorwaarts!?, Tijdschrift Nederlands Internationaal Privaatrecht 2011/3, p. 452-460, V. Lazić, ‘The Revised Lis

pendens rule in the Brussels Jurisdiction Regulation’, 2013 Review of European Law, no. 2, p. 5-26

(27)

27

het krachtens de overeenkomst aangezochte gerecht verklaart geen bevoegdheid aan de overeenkomst te ontlenen.’’100 Op het eerste gezicht lijkt dit artikel duidelijk: de

aangewezen rechter mag als eerst een uitspraak over zijn bevoegdheid doen. Echter, na een kritische lezing van dit artikel dagen er al snel enkele vragen.

Er bestaat onduidelijkheid omtrent de implicatie van het artikel voor het eerst aangezochte gerecht. Het eerst aangezocht gerecht moet zijn uitspraak aanhouden totdat het aangewezen gerecht verklaart geen bevoegdheid aan de overeenkomst te ontlenen. Het eerst aangezochte gerecht mag dus geen uitspraak doen over de geldigheid van de forumkeuze: dat is aan de door de forumkeuze aangewezen rechter. Dit artikel roept vragen op omtrent de ruime competentieregeling die het uiteenzet. De aangewezen rechter dient uitspraak te doen over de geldigheid van de forumkeuze. Over het algemeen lijkt artikel 31 Brussel I herschikking een extensieve oplossing voor het probleem van de Italiaanse torpedo. Echter, dit artikel heeft tot gevolg dat als de nietigheid of vernietigbaarheid van de forumkeuzeovereenkomst door één van de twee partijen wordt gevorderd, deze partij alsnog voor dat gerecht moest procederen.101 Voor een partij die de nietigheid of vernietigbaarheid van de forumkeuzeovereenkomst vordert en vervolgens zijn vordering hard moet maken voor de rechter wiens bevoegdheid hij betwist levert dat hoogstwaarschijnlijk ook extra kosten op.102 Dit is een probleem omdat het indruist tegen de doelstelling dat de doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomsten verbeterd moet worden en dat procesmisbruik voorkomen dient te worden. Het gevolg van artikel 31 Brussel I herschikking zet in de praktijk juist de deur open voor misbruik, omdat een partij die tijd wil rekken een beroep kan doen op een niet-bestaande forumkeuze.103 Het gerecht wat door deze (overduidelijk niet-geldige) forumkeuze wordt aangewezen, is dan volgens artikel 31 lid 2 verplicht om een uitspraak te doen over zijn (on)bevoegdheid. Als een partij bijvoorbeeld zou claimen een forumkeuze te zijn overeengekomen voor Italië, zou dit wel eens de weg kunnen vrijmaken voor een vernieuwde Italiaanse

100 art. 31 lid 2 Brussel I herschikking

101 Koppenol-Laforce, M., Herschikking Brussel I: litispendentie en forumkeuze, een positieve stap

voorwaarts!?, Tijdschrift Nederlands Internationaal Privaatrecht 2011/3, p. 457

102 Procederen in het buitenland brengt vaak hogere kosten met zich mee

103 Deze vrees voor ‘‘sham’’-forumkeuzes (oftewel een beroep op een forumkeuze waarvan al duidelijk is dat deze

niet overeengekomen was) wordt gedeeld door A-G Léger in Gasser/MISAT (C-116/02). Hij wees hierin het voorstel van het Verenigd Koninkrijk om het aangewezen gerecht absolute voorrang te geven, af (nr. 73-74). Ook het Groenboek lijkt deze mening te zijn toegedaan, vgl. § 5.

(28)

torpedo. Dit gaat ten koste van de doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomsten.

iii. Effectiviteit regels inzake litispendentie- en forumkeuze in Brussel I herschikking

In de literatuur is door Kenny en Hennigan gesignaleerd dat het de oplossing voor de Italiaanse torpedo mogelijk aan effectiviteit ontbreekt. 104 Dit probleem zal

geïllustreerd worden door een uitspraak van het Ierse Supreme Court. 105 Er is onduidelijkheid wat betreft de vraag of de bepalingen die een oplossing beogen te bieden voor de Italiaanse torpedo slechts betrekking hebben op identieke vorderingen106 of ook op samenhangende vorderingen. 107 Partijen zouden, met of zonder opzet, alsnog een procedure kunnen vertragen onder deze regeling door misbruik te maken van het door Brussel I herschikking gemaakte onderscheid tussen samenhangende en identieke vorderingen. Dit is een probleem omdat deze regeling, die een oplossing beoogt te bieden voor de Italiaanse torpedo, niet de doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomst verbetert, daarmee afdoet aan de rechtszekerheid en partijautonomie en procesmisbruik niet voorkomen wordt.

In de zaak Websense/Itway was Brussel I herschikking nog niet van toepassing daar de zaak vóór 10 januari 2015 aanhangig werd gemaakt. In deze zaak hield het Ierse Supreme Court de aanhangige zaak aan totdat het Italiaanse gerecht een uitspraak had gedaan over zijn bevoegdheid over een vordering die als samenhangend kon worden gezien met de Ierse aanhangig gemaakte zaak. Het Ierse Supreme Court voelde zich hiertoe verplicht ondanks dat er een forumkeuzeovereenkomst bestond tussen partijen die het Ierse gerecht als bevoegd aanwees voor de kern van het geschil van de Ierse vordering. Het was voor het Ierse Supreme Court duidelijk dat de Italiaanse rechter zich onbevoegd zou verklaren door het bestaan van de forumkeuzeovereenkomst en de zaak uiteindelijk voor de Ierse rechter zou komen. Het Ierse Supreme Court gaf dan ook in de laatste paragrafen van zijn uitspraak aan dat er een herziening van deze

104 Kenny, D. en Hennigan, R., Choice-of-court agreements, the Italian torpedo, and the recast of the Brussels I

Regulation, International & Comparative Law Quarterly 2015/64(1), p. 197-209

105 Supreme Court, 14-02-2014, the High Court Record No 20/12/ 1443S (Websense International Technology

Limited tegen ITway SpA) [online]

106 Art. 29 lid 1 Brussel I herschikking 107 Art. 30 lid 1 Brussel I herschikking

(29)

29

regels zou moeten komen om te voorkomen dat een zodanige situatie zich opnieuw zou voordoen.108 Blijkbaar was het Ierse Supreme Court niet op de hoogte dat zo’n herziening al had plaatsgevonden in de vorm van Brussel I herschikking, ook al was deze nog niet van toepassing op de Ierse zaak.

Deze zaak verschilt van de al eerder besproken Gasser/Misat zaak. Hoewel het ook hier de litispendentieregeling betreft, gaat het hier om artikel 28 van Brussel I in tegenstelling tot artikel 27 Brussel I in Gasser/Misat. Het gaat hier om samenhangende, geen identieke, vorderingen. De vordering die aanhangig was gemaakt door Itway in Italië was gericht tegen Websense Italia, een aan Websense International, de eiser in de Ierse zaak, gelieerde onderneming. Het onderwerp van geschil verschilde ook van elkaar. In de Ierse zaak vorderde Websense betaling door Itway onder de distributieovereenkomst. De Italiaanse zaak was breder in haar vordering: Itway claimde onder andere dat Websense haar dominante positie op de markt had gebruikt om ondernemingen zo te dwingen om producten te kopen van Itway. Het Ierse Supreme Court nam bij zijn uitspraak mee dat als Itway de waarheid sprak, de Ierse vordering voor nakoming slechts een onderdeel van een breder geschil was.109 Het Ierse Supreme Court besloot van de mogelijkheid om de zaak aan te houden gebruik te maken omdat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven. Een harmonische rechtsbedeling is tevens een doelstelling van Brussel I herschikking.

Het Ierse Supreme Court heeft nooit geïndiceerd dat de Italiaanse procedure een Italiaanse torpedo was. Itway kan redenen hebben gehad om de procedure in Italië aanhangig te maken, anders dan misbruik. Echter, afgezien van opzet, blijft een dergelijk situatie in het kader van rechtszekerheid en partijautonomie, onjuist aandoen. Als de forumkeuzeovereenkomst geldig is, dient deze zaak door het Ierse gerecht behandeld te worden.

108 r.o. 52

(30)

Interessant is of een dergelijke situatie anders zou zijn uitgevallen als deze had plaatsgevonden na 10 januari 2015. 110 Men zou denken dat vergelijkbare zaken, daar zij de doelstelling van doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomst en daarmee de rechtszekerheid en partijautonomie van Brussel I herschikking in de weg zitten, door de nieuwe regeling opgelost zouden worden. Uit Brussel I herschikking blijkt echter niet of de reikwijdte van Artikel 31 Brussel I herschikking zich slechts beperkt tot identieke zaken of een ruimere weg kiest door ook samenhangende zaken, zoals bedoeld wordt in artikel 30 Brussel I herschikking, te beslaan. Volgens Kenny en Hennigan wijzen twee factoren in Brussel I herschikking op een beperktere reikwijdte.111 Ten eerste wordt in de preambule gesproken van ‘vorderingen tussen dezelfde partijen die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten’.112 De preambule is niet doorslaggevend maar indiceert wel de ratio achter

een dergelijk artikel. Ten tweede wordt in artikel 29 lid 1 Brussel I herschikking een uitzondering gegeven voor artikel 31 lid 2 Brussel I herschikking. Deze uitzondering verwijst niet naar artikel 30 Brussel I herschikking waarin het gaat om samenhangende vorderingen. Het lijkt er dus op dat artikel 31 Brussel I herschikking niet van toepassing is op samenhangende zaken.

In een vergelijkbare zaak met Websense zou de situatie dus niet anders uitvallen aangezien een dergelijk geval niet onder de nieuwe regeling van artikel 31 Brussel I herschikking zou vallen. De regeling die een oplossing beoogt te bieden voor de Italiaanse torpedo is daarmee, net als destijds onder Brussel I, niet effectief in het verbeteren van de doeltreffendheid van de forumkeuzeovereenkomst en daarmee het waarborgen van de partijautonomie en de rechtszekerheid.

Tevens kan zich onder deze regeling procesmisbruik voordoen. Procesmisbruik doet zich onder deze regeling voor wanneer partijen misbruik gaan maken van het door Brussel I herschikking opgelegde onderscheid tussen samenhangende en identieke vorderingen. 113 De Italiaanse torpedo kan dan opnieuw leven worden ingeblazen als partijen lichtelijk de inhoud of breedte van hun vordering veranderen of een

110 inwerkingtreding Brussel I bis

111 Kenny, D. en Hennigan, R., Choice-of-court agreements, the Italian torpedo, and the recast of the Brussels I

Regulation, International & Comparative Law Quarterly 2015/64(1), p. 205

112 preambule (22) Brussel I herschikking

113 Kenny, D. en Hennigan, R., Choice-of-court agreements, the Italian torpedo, and the recast of the Brussels I

(31)

31

dochteronderneming aanspreken in plaats van de moeder en deze ‘samenhangende’ vordering vervolgens bij een Italiaans gerecht aanhangig maken. Zo’n vordering is dan een wolf (identieke vordering) in schaapskleren (samenhangende vordering). Het zal voor een rechter moeilijk zijn om op het eerste gezicht te beoordelen of zo’n vordering legitiem of een torpedo is. De regeling is dus ook problematisch in het licht van de doelstelling van het voorkomen van procesmisbruik.

De effectieve herziening die het Ierse Supreme Court graag had gezien114 is met

Brussel I herschikking uitgebleven.

iv. Materiële geldigheid van de forumkeuzeovereenkomst

De materiële geldigheid houdt niet direct verband met de litispendentieregeling, maar wel indirect: de uitzondering op de algemene regel van litispendentie geldt immers alleen in het geval van een geldige forumkeuze. Op grond van artikel 25 Brussel I herschikking hebben partijen forumkeuzebevoegdheid. Dit artikel regelt, op een

autonome en uitputtende wijze, de geldigheidsvereisten van een

forumkeuzeovereenkomst, de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder forumkeuze mogelijk is, alsmede de gevolgen van een geldige forumkeuze. Dat betekent dat er geen nadere of andere vereisten, ontleend aan de nationale wetgeving van de lidstaten, mogen worden gesteld aan de forumkeuze die onder dit artikel valt.115

Over de materiële geldigheid van een forumkeuze werd in zowel het EEX-Verdrag als Brussel I niet gerept. Met Brussel I herschikking is daar nu verandering in gekomen.116 Geconstateerd kan worden dat het principe dat de rechter toetst aan de

hand van zijn eigen recht niet meer geldt: onder Brussel I herschikking dient een rechter een forumkeuze nu niet aan zijn eigen recht, maar aan de hand van het recht van de gekozen rechter met inbegrip van diens internationaal privaatrecht te toetsen.

114 Supreme Court, 14-02-2014, the High Court Record No 20/12/ 1443S (Websense International Technology

Limited tegen ITway SpA) [online], r.o. 52

115 HVJEU 24-07-1981, C-150/80 (Elefanten Schuh tegen Jacqmain) [online]

116 Het eerste lid van artikel 25 (‘tenzij de overeenkomst krachtens het recht van die lidstaat nietig is wat haar

(32)

In de literatuur zijn door onder andere Camilleri en Herranz Ballesteros twee problemen met artikel 25 gesignaleerd. 117 Het eerste probleem betreft de onduidelijkheid omtrent het begrip ‘materiële geldigheid’. Het tweede probleem betreft het feit dat de materiële geldigheid van een forumkeuze dient te worden bepaald aan de hand van het recht van die lidstaat wiens rechter als bevoegd is aangewezen.

Het eerste probleem omtrent artikel 25 is dat er niet duidelijk is wat er met het begrip ‘materiële geldigheid’ in de context van dit artikel wordt bedoeld. Het HvJ heeft tot dusver geen autonome betekenis aan dit begrip gegeven.118 Het artikel zelf en de preambule bieden geen verdere uitleg. Het artikel geeft slechts de voorwaarden voor de procesrechtelijke aspecten van de geldigheid van een forumkeuze. Het doel van deze vormvoorschriften is dat wilsovereenstemming tussen partijen daadwerkelijk vaststaat. Deze wilsovereenstemming is noodzakelijk voor het bestaan van een forumkeuzeovereenkomst. Het artikel verduidelijkt niet de contractuele aspecten zoals of er bij de totstandkoming daadwerkelijk sprake was van een aanbod en aanvaarding van dat aanbod, of forumkeuze derdenwerking heeft en wat de voorwaarden voor en de gevolgen van een beroep op wilsgebreken zijn.119 Artikel 25 vereist zowel wilsoverstemming als voldoening aan één van de vormvereisten. Vóór Brussel I herschikking hadden de wilsovereenstemming en de vormvoorschriften een speciale relatie: de vormvoorschriften werden gezien als een weerlegbaar, minimum geldigheidsvereiste.120 Dit minimum geldigheidsvereiste houdt in dat er in beginsel sprake is van wilsovereenstemming, maar dat dit weerlegt kan worden door degene die zich beroept op het ontbreken van wilsovereenstemming.121 De relatie tussen wilsovereenstemming en de vormvereisten bestond onder Brussel I uit de waarborg die de vormschriften boden aan de wilsovereenstemming. De vraag die onder Brussel I herschikking naar voren komt is wat het nieuw geïntroduceerde begrip ‘materiële geldigheid’ inhoudt en hoe dit begrip zich verhoudt tot de vormvoorschriften en de

117 o.a. Camilleri, Article 23: Formal Validity, Material Validity or Both?, Journal of Private International Law,

2011/7:2, p. 297-320, Beaumont, P., en McEleavy, P., Anton’s Private International Law, W. Green 2011 (3e

druk), Herranz Ballesteros, M. The Regime of Party Autonomy in the Brussels I Recast: the Solutions Adopted for

Agreements on Jurisdiction, Journal of Private International Law, 2014/2, p. 291-308

118 Beaumont, P., en McEleavy, P., Anton’s Private International Law, W. Green, 2011 119 Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht, 2015, p. 277 120 Kuypers, Forumkeuze in het Nederlandse internationaal privaatrecht, 2008, p. 294 121 ibid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

inspanningen ter bevordering van de volledige uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad door alle landen verder moet opvoeren, zich actief moet inzetten voor

1 Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese

In de procedure voor de benoeming van een of meer van de twaalf additionele rechters brengt het in artikel 255 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde

VERZOEKT de Commissie om samen met de lidstaten te blijven werken aan in het kader van de Europese Green Deal en het bijbehorende investeringsplan geplande initiatieven, zoals de

2 Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for chromafenozide according to Article 12 of Regulation

doelstellingen ondersteunen. Acties voor de ontwikkeling, de uitrol, het onderhoud en het gebruik van aanpassingen of uitbreidingen van de gemeenschappelijke componenten van

b) elke juridische entiteit die is opgericht krachtens het recht van de Unie of elke internationale organisatie. Natuurlijke personen komen niet in aanmerking. Juridische

(7) Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese