• No results found

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 maart 2020 (OR. en)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Raad van de Europese Unie Brussel, 25 maart 2020 (OR. en)"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

7008/20 fb

LIFE.3

NL

Raad van de Europese Unie

Brussel, 25 maart 2020 (OR. en)

7008/20

AGRILEG 42 PESTICIDE 10

BEGELEIDENDE NOTA

van: de Europese Commissie

ingekomen: 24 maart 2020

aan: het secretariaat-generaal van de Raad nr. Comdoc.: D063895/04

Betreft: VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het

Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor chromafenozide, fluometuron, pencycuron, sedaxaan, tau-fluvalinaat en triazoxide in of op bepaalde producten

Hierbij gaat voor de delegaties document D063895/04.

Bijlage: D063895/04

(2)

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, XXX SANTE/10304/2019

(POOL/E4/2019/10304/10304-EN.docx) D063895/04

[…](2020) XXX draft

VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van XXX

tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor chromafenozide, fluometuron, pencycuron, sedaxaan, tau-fluvalinaat en triazoxide in of

op bepaalde producten

(Voor de EER relevante tekst)

(3)

NL

1

NL

VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van XXX

tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor chromafenozide, fluometuron, pencycuron, sedaxaan, tau-fluvalinaat en triazoxide in of

op bepaalde producten (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad1, en met name artikel 14, lid 1, onder a), en artikel 49, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Voor chromafenozide, fluometuron, pencycuron, sedaxaan en tau-fluvalinaat zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage III, deel A, bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor triazoxide zijn in Verordening (EG) nr. 396/2005 geen MRL’s vastgesteld, en aangezien die werkzame stof niet is opgenomen in bijlage IV bij die verordening, is de standaardwaarde van 0,01 mg/kg, als vastgesteld in artikel 18, lid 1, onder b), van die verordening van toepassing.

(2) Voor chromafenozide heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de herziening van de bestaande MRL’s uitgebracht2. Voor chromafenozide is er in de Unie geen gebruik toegestaan en bestaan er geen invoertoleranties. De EFSA heeft geconcludeerd dat de vaststelling van het MRL op de bepaalbaarheidsgrens een toereikend niveau van bescherming voor de consumenten in de Unie zou bieden. Die MRL’s moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 dus op de specifieke bepaalbaarheidsgrens worden vastgesteld.

(3) Wat fluometuron betreft, heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht3. Zij heeft aanbevolen het bestaande MRL voor katoenzaad te handhaven. Er zijn geen andere vergunningen voor deze stof. Aangezien er geen

1 PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

2 Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for chromafenozide according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2019;17(1):5533.

3 Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for fluometuron according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2019;17(1):5560.

(4)

risico voor consumenten is, moet het MRL voor dat product in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 op het huidige niveau worden vastgesteld.

(4) Wat pencycuron betreft, heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht4. Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen en geconcludeerd dat voor de MRL’s voor alle producten bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers.

Omdat niet kan worden uitgesloten dat er een risico bestaat voor de consumenten, moeten de MRL’s in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens.

(5) Wat sedaxaan betreft, heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht5. Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen en aanbevolen de bestaande MRL’s te handhaven. Aangezien er geen risico is voor de consumenten, moeten de MRL’s in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 op het huidige niveau worden vastgesteld.

(6) Wat tau-fluvalinaat betreft, heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht6. Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen en heeft aanbevolen de MRL’s voor kersen (zoet), aardbeien, rode bieten, wortels, broccoli, bonen (zonder peul), erwten (zonder peul), sesamzaad, koolzaad, katoenzaad, gerst, haver, varkens (spier, vet, nier), nier (runderen, schapen, geiten, paardachtigen) en melk (runderen, schapen, geiten, paarden) te verlagen. Voor andere producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. Aangezien er geen risico voor consumenten is, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor komkommers, vet van pluimvee en eetbare slachtafvallen van pluimvee (anders dan lever en nier) bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers.

Deze MRL’s worden herzien; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(7) Wat triazoxide betreft, heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht7. De EFSA heeft aanbevolen de MRL’s voor gerst, haver, rogge en tarwe te verlagen. Er zijn geen andere vergunningen voor deze stof. Aangezien er geen risico voor consumenten is, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II

4 Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for pencycuron according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2018;16(12):5518.

5 Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for sedaxane according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2019;17(1):5544.

6 Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for tau-fluvalinate according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2018;16(11):5475.

7 Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for triazoxide according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2019;17(1):5525.

(5)

NL

3

NL

bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens of op het door de EFSA vastgestelde niveau.

(8) Met betrekking tot producten waarop het gebruik van het betrokken gewasbeschermingsmiddel niet is toegelaten, en waarvoor geen invoertoleranties of Codex-grenswaarden (CXL’s) bestaan, moeten de MRL’s worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens of moet het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005 van toepassing zijn.

(9) De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak van de aanpassing van bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen. Die laboratoria kwamen tot de conclusie dat in verband met de technische ontwikkeling voor bepaalde goederen specifieke bepaalbaarheidsgrenzen voor een aantal stoffen moeten worden vastgesteld.

(10) Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(11) De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.

(12) Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13) Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL’s rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden.

(14) Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien.

(15) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: 6 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] in de Unie zijn geproduceerd of ingevoerd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(6)

Zij is van toepassing met ingang van [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: 6 maanden na de inwerkingtreding].

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Commissie De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

doelstellingen ondersteunen. Acties voor de ontwikkeling, de uitrol, het onderhoud en het gebruik van aanpassingen of uitbreidingen van de gemeenschappelijke componenten van

b) elke juridische entiteit die is opgericht krachtens het recht van de Unie of elke internationale organisatie. Natuurlijke personen komen niet in aanmerking. Juridische

(7) Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese

vrijheden van betrokkenen met zich meebrengt. De lidstaten waarborgen dat de toezichthoudende autoriteit wordt geraadpleegd bij het opstellen van een voorstel voor een door

Binnen 12 maanden nadat de IMO mondiale marktgebaseerde maatregelen heeft genomen voor de vermindering van de door het maritiem vervoer veroorzaakte broeikasgasemissies, en

inspanningen ter bevordering van de volledige uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad door alle landen verder moet opvoeren, zich actief moet inzetten voor

1 Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese

industrieproducten te waarborgen en gelet op het feit dat er in de Unie niet in toereikende mate identieke, gelijkwaardige of vervangende producten worden vervaardigd, moeten er