• No results found

#OscarsSoWhite: Een onderzoek naar de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in de huidige filmindustrie van Hollywood

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "#OscarsSoWhite: Een onderzoek naar de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in de huidige filmindustrie van Hollywood"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

#OscarsSoWhite

Een onderzoek naar de vertegenwoordiging van gekleurde

acteurs in de huidige filmindustrie van Hollywood

Masterscriptie

Kunst en cultuur in het publieke domein

Faculteit der Geesteswetenschappen

Universiteit van Amsterdam

Lotte Elich (10011218)

Eerste begeleider: Mw. Dr. C.A.J.C. Delhaye

Tweede lezer: Dhr. Prof. Dr. R.W. Boomkens

5 december 2016

(2)

2 Inhoudsopgave

Inleiding 3

Hoofdstuk 1: Numerieke vertegenwoordiging 6

1.1 De Oscars 7

1.2 Numerieke vertegenwoordiging bij de Oscars 9 1.3 Numerieke vertegenwoordiging in Hollywood 11

1.4 Conclusie 15

Hoofdstuk 2: Kwalitatieve vertegenwoordiging 16

2.1 Stereotypes 16

2.1.1 Afrikaans-Amerikaanse stereotypes in films 19 2.1.2 Latijns-Amerikaanse stereotypes in films 23 2.1.3 Aziatische Amerikaanse stereotypes in films 25 2.2 Kwalitatieve vertegenwoordiging bij de Oscars 28

2.2.1 The Help 29

2.2.2 Beasts of the Southern Wild 32

2.2.3 12 Years a Slave 35

2.3 Conclusie 39

Hoofdstuk 3: Centraliteit van vertegenwoordiging 41

3.1 Agentschappen 41

3.1.1 Packaging 43

3.2 Filmstudio’s en onafhankelijke distributeurs 44

3.2.1 Het Sony Pictures schandaal 48

3.3 Conclusie 51

Eindconclusie 52

Discussie 54

(3)

3 Inleiding

I’m here at the Academy Awards, otherwise known as the White People’s Choice Awards!

Met deze woorden opende presentator Chris Rock afgelopen februari de 88ste Academy Awards, beter bekend als de Oscars. Hij deed deze uitspraak naar aanleiding van de kritiek die de Oscars ontvingen in januari na de bekendmaking van alle nominaties. De afwezigheid van gekleurde acteurs bij de twintig genomineerden in alle vier de acteercategorieën (beste acteur, beste actrice, beste mannelijke bijrol en beste vrouwelijke bijrol) voor het tweede jaar op rij zorgde voor een hoop ophef. Veel mensen gebruikten het social media kanaal Twitter om hun woede te uiten. De hashtag OscarsSoWhite, die vorig jaar bedacht werd, keerde terug en ontving wereldwijd nog meer steun. Ook kreeg de trend veel navolging bij mensen uit het vak. Een grote groep acteurs en filmmakers koos er zelfs voor om niet aanwezig te zijn bij de awardshow. Zo verschenen op 28 februari onder anderen Will Smith, George Clooney, Vin Diesel, Daniel Craig en Idris Elba uit protest niet op de rode loper.

Velen leggen de schuld bij de stemgerechtigde leden van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences (simpelweg de Academy). Net als bij de genomineerden ontbreekt het binnen de Academy zelf ook aan diversiteit: de grote meerderheid, 93% van alle leden, is namelijk blank.1 Een andere groep beweert juist dat de schuld niet bij de Academy ligt, maar bij de filmstudio’s van Hollywood. Gekleurde acteurs zouden te weinig gecast worden voor grote filmrollen. Deze groep stelt dat wanneer er meer gekleurde auteurs op het witte doek te zien zouden zijn, de kans ook groter is dat ze genomineerd worden voor een Oscar. Daarnaast is er veel discussie gaande over de rollen die gekleurde acteurs spelen. Vaak heeft de huidskleur van acteurs invloed op de rollen die ze aangeboden krijgen en zorgt dit in veel gevallen voor stereotyperende vertegenwoordigingen van gekleurde mensen.

De meeste studies die dit probleem behandelen, focussen op de vertegenwoordiging binnen de filmindustrie zelf en richten ze zich vaak maar op één aspect van vertegenwoordiging. Tot op heden is er weinig onderzoek gedaan naar de verbinding tussen de filmindustrie en de Oscars. Het doel van dit onderzoek is dan ook om deze verbinding te maken en te kijken in welke mate de Oscars een afspiegeling van de filmindustrie zijn. Aan het eind van dit onderzoek wordt getracht een antwoord te geven op de vraag:

In hoeverre is de geringe aanwezigheid van gekleurde acteurs bij de Oscargenomineerden een gevolg van de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in de filmindustrie van Hollywood?

1

Horn, John, Nicole Sperling en Doug Smith. Unmasking Oscar: Academy Voters Are Overwhelmingly white and male. LA Times. 19 februari, 2012. 24 juni 2016. <http://www.latimes.com/entertainment/la-et-unmasking-oscar-academy-project-20120219-story.html>

(4)

4 De volgende deelvragen worden in het onderzoek behandeld om antwoord te kunnen geven op deze centrale vraag:

- In welke mate zijn gekleurde acteurs vertegenwoordigd in Hollywood in de periode van 2011 t/m 2015?

- Hoe verhoudt deze vertegenwoordiging zich tot de diversiteit van de Oscargenomineerden van deze jaren?

- Wat is de kwaliteit van de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in Hollywood? - In hoeverre komt de kwaliteit van de vertegenwoordiging overeen met de kwaliteit van

de vertegenwoordiging van de gekleurde Oscargenomineerden tussen 2011 en 2015? - In hoeverre zijn gekleurde acteurs vertegenwoordigd in de kerninstituties van de

filmindustrie?

Deze vragen zijn opgesteld aan de hand van de verschillende vormen van vertegenwoordiging die uiteen gezet zijn in het artikel van Maryann Erigha. In 2015 publiceerde Sociology Compass haar artikel Race, Gender, Hollywood: Representation in Cultural Production and Digital Media’s Potential for Change, waarin ze een onderscheid maakt tussen drie verschillende vormen van vertegenwoordiging in een culturele productie: de numerieke vertegenwoordiging, de kwaliteit van vertegenwoordiging en de centraliteit van vertegenwoordiging. 2 In elk hoofdstuk wordt één van de drie vormen besproken.

Hoofdstuk 1 gaat in op de numerieke vertegenwoordiging, oftewel de mate van aan- en afwezigheid van gekleurde acteurs in Hollywood. Als eerste wordt gekeken naar de mate waarin gekleurde acteurs van 2011 tot en met 2015 vertegenwoordigd zijn bij de Oscars aan de hand van de nominaties van deze jaren. De Academy Awards bestaan inmiddels 88 jaar, maar in dit onderzoek wordt alleen gekeken naar films uit 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015 om de bevindingen relevant te maken voor de actuele discussie en om een beeld te kunnen schetsen van de huidige filmindustrie. De Oscarnominaties worden traditiegetrouw in januari bekendgemaakt en volgens de officiële regelgeving kunnen alleen films in aanmerking komen voor een nominatie als zij in het jaar voorafgaand aan de uitreikingsceremonie in première zijn gegaan. In februari 2015 werden dus de prijzen voor de films met een releasedatum in 2014 uitgereikt. Om verwarring te voorkomen wordt in dit onderzoek altijd het jaar waarin de films in première zijn gegaan aangehaald en niet het jaar waarin de Oscars uitgereikt zijn. In het vervolg van het eerste hoofdstuk wordt gekeken hoe de numerieke vertegenwoordig van gekleurde acteurs in Hollywood is. Hierbij wordt gekeken naar de resultaten van eerdere onderzoeken, met als belangrijkste wetenschappelijke bron de Hollywood Diversity Reports. Deze verslagen

2

Erigha, Maryann. “Race, Gender, Hollywood: Representation in Cultural Production and Digital Media’s Potential for Change.” In: Sociology Compass 9:1 (2015): 79.

(5)

5 worden sinds een aantal jaar vanuit het Ralph J. Bunche Center for African American Studies van de Universiteit van Californië gepubliceerd. In de verslagen wordt jaarlijks een overzicht gegeven van de mate waarin vrouwen en gekleurde acteurs vertegenwoordigd worden in de film- en televisie-industrie. In dit onderzoek wordt niet ingegaan op gender, omdat vrouwen altijd 50% van de acteernominaties krijgen en de vertegenwoordiging van vrouwelijke acteurs bij de Oscars dus altijd gelijk is aan die van de mannelijke acteurs.

In hoofdstuk 2 wordt de kwaliteit van de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs besproken. De kwaliteit is afhankelijk van de soort filmrollen die zij krijgen. In veel wetenschappelijke onderzoeken, zoals die van Cersie & Cummingham (The Power of Black Magic: The Magical Negro and White Salvation in Film), en Appiah (No Bad Nigger: Blacks As The Ethical Principle In Tthe Movies) wordt de nadruk gelegd op de stereotyperende rollen die door gekleurde acteurs gespeeld worden. In dit hoofdstuk wordt onderzocht wat voor soort filmrollen meestal door gekleurde acteurs vertolkt worden en welk van deze vertolkingen een Oscarnominatie krijgen. Om dit in beeld te brengen, worden de films geanalyseerd waarvoor gekleurde acteurs en actrices tussen 2011 en 2015, evenals de films zelf een Oscarnominatie hebben gekregen. Wat voor rollen vertolkten zij en zijn dit rollen die volgens de literatuur ook vaak toegewezen worden aan gekleurde acteurs en actrices?

De laatste vorm van vertegenwoordiging, de centraliteit, wordt in hoofdstuk 3 besproken. Er wordt onderzocht in hoeverre gekleurde acteurs vertegenwoordigd zijn in de kerninstituties van de filmindustrie. Hierbij wordt ingezoomd op agentschappen en filmstudio’s. Vertegenwoordigd worden door deze instituties is belangrijk voor de carrière van een acteur, omdat het bepaalde voordelen met zich meebrengt. Wanneer er sprake is van ondervertegenwoordiging kan dit leiden tot ongelijke kansen.

De drie verschillende vormen van vertegenwoordiging zullen onderzocht worden aan de hand van literatuuronderzoek. Er is voor gekozen om alle drie de vormen te onderzoeken om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in Hollywood en bij de Oscars. Uiteindelijk worden aan de hand van de bevindingen conclusies getrokken en de relevantie van de nieuwe inzichten weergegeven.

(6)

6 Hoofdstuk 1: Numerieke vertegenwoordiging

In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de mate van aanwezigheid van gekleurde acteurs in de filmindustrie in Hollywood. Maryann Erigha noemt dit in haar artikel de numerieke vertegenwoordiging. Het gaat hierbij om het aandeel dat een bepaalde groep inneemt bij het uitvoeren van een bepaald beroep.3 In dit onderzoek gaat het dus om het aandeel dat gekleurde acteurs innemen in de filmindustrie. Verschillende studies (o.a. Bielby en Bielby, 2002) hebben Hollywood omschreven als een industrie waarin overwegend blanke mannen vertegenwoordigd zijn. Gekleurde acteurs daarentegen zijn zwaar ondervertegenwoordigd. In dit hoofdstuk wordt gekeken in welke mate dit de afgelopen vijf jaar het geval was. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de Hollywood Diversity Reports die sinds 2014 worden gepubliceerd vanuit het Ralph J. Bunche Center for African American Studies van de Universiteit van Californië. Dit initiatief stamt af van Bunche Centers grotere project genaamd het Hollywood Advancement Project. Het doel van het project is onder andere om een uitgebreid overzicht te geven van wat er wel en niet gaande is in de huidige filmindustrie. Volgens Darnell Hunt, initiatiefnemer van het project, werd het project gemotiveerd vanuit het feit dat de filmindustrie niet puur om entertainment draait, maar dat het ook een impact op de samenleving kan hebben wanneer hele populaties afwezig zijn in de media of als ze enkel exclusief in stereotyperende rollen worden geplaatst. 4

In de Hollywood Diversity Reports wordt de mate waarin vrouwen en etnische groepen vertegenwoordigd zijn voor en achter de schermen in Hollywood gedocumenteerd. Dit doen ze door uitgebreide analyses te generen over de inclusie van verschillende groepen in de topfilms uit het onderzochte jaar. De data die zij verzameld hebben, zijn afkomstig van verschillende belangrijke bronnen uit de filmindustrie. Dit zijn onder andere The Studio System, Variety Insight, the Internet Movie Database (IMDb), Nielsen en Box Office Mojo. In dit hoofdstuk wordt als eerst een korte introductie op de Oscars gegeven en vervolgens wordt er gekeken naar de numerieke vertegenwoordiging van gekleurde acteurs bij de Oscars. Ter vergelijking wordt er eveneens naar de numerieke vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in de filmindustrie in Hollywood gekeken. De resultaten laten zien in hoeverre de twee zich tot elkaar verhouden.

3 Erigha 2015: 80.

4 Sullivan, Meg. Hollywood failing to keep up with rapidly increasing diversity, UCLA study warns. UCLA Newsroom. 12

(7)

7 1.1 De Oscars

Sinds 1929 worden de Oscars jaarlijks uitgereikt. Het gouden beeldje wordt binnen de filmindustrie vaak gezien als de hoogst haalbare prijs voor acteurs, regisseurs, schrijvers, producers en technici. In alle jaren dat de awards uitgereikt worden, is het niet de eerste keer dat er meerdere jaren achter elkaar alleen blanke acteurs genomineerd zijn. In de eerste paar decennia van de Academy Awards kwam een nominatie voor gekleurde acteurs zelden voor, het verzilveren ervan was in de beginjaren nog zeldzamer. De eerste gekleurde persoon die een Oscar in ontvangst mocht nemen, was Hattie McDaniel. In 1939 ontving ze haar award in de categorie beste vrouwelijke bijrol. Vele jaren later, in 1964, ontving Sidney Poitier als eerste gekleurde man een Oscar voor beste acteur. Pas in 2002 kreeg Halle Barry als eerste gekleurde actrice het gouden beeldje voor beste actrice. In de afgelopen jaren is het aantal gekleurde acteurs met een Oscarnominatie aanzienlijk toegenomen, met een hoogtepunt van zeven gekleurde genomineerden in 2006. Voor veel mensen voelen de nominaties van de afgelopen twee jaar, waarin geen enkele gekleurde acteur een nominatie ontving (voor het eerst sinds 1998), als een stap achteruit. Velen geven de schuld aan de meer dan 6.000 leden van de Academy. Zij bepalen namelijk zowel de genomineerden als de winnaars van het prestigieuze gouden beeldje. De leden vertegenwoordigen verschillende categorieën en stemmen binnen hun eigen vakgebied; acteurs nomineren acteurs en regisseurs nomineren regisseurs.5 Na het bekendmaken van de nominaties mogen alle leden op alle genomineerden van alle categorieën stemmen en bepalen zij dus samen de winnaars.

De huidige kritiek op de leden komt niet uit de lucht vallen. De organisatie publiceert zelf geen ledenlijst, maar The Los Angeles Times identificeerde in 2012 bijna 90% van de leden en bevestigde door middel van interviews, publicaties van de Academy, curricula vitae en biografieën de afkomst, het geslacht en de leeftijd van bijna alle leden. Uit het onderzoek bleek dat er niet veel diversiteit binnen de Academy is; van de toen 5.765 leden was 93% blank, 77% man en de gemiddelde leeftijd was 62.6 Ondanks dat de Academy hier verandering in heeft proberen te brengen, bleek uit een recent onderzoek (wederom van The Los Angeles Times) dat in 2016 nog steeds 91% van de 6.261 leden blank is en 76% man. De gemiddelde leeftijd is zelfs gestegen naar 63.7 De Academy werkte niet mee aan de onderzoeken, maar een woordvoerster liet weten dat de cijfers overeen komen met de gegevens van de organisatie.8 Uit het onderzoek

5Nominations Voting Process. Oscars.org. Versie juni 2016. 17 juni 2016. <http://www.oscars.org/oscars/voting> 6 Horn, John, Nicole Sperling en Doug Smith. Unmasking Oscar: Academy Voters Are Overwhelmingly white and male. LA

Times. 19 februari, 2012. 24 juni 2016. <http://www.latimes.com/entertainment/la-et-unmasking-oscar-academy-project-20120219-story.html>

7 Keegan, Rebecca, Sandra Poindexter en Glenn Whipp. 91% white. 76% male. Changing who votes on the Oscars won't

be easy. LA Times. 26 februari 2016. 14 juni 2016. <http://graphics.latimes.com/oscars-2016-voters/>

(8)

8 bleek ook dat slechts 14% van de leden jonger is dan 50 jaar. Dat de gemiddelde leeftijd zo hoog ligt, heeft waarschijnlijk te maken met het levenslange lidmaatschap dat de leden hebben. Het is geen lidmaatschap waar iedereen in de filmindustrie zich simpelweg voor aan kan melden, je moet door de Academy uitgenodigd worden. Er zijn drie manieren waarop je kans hebt om lid te worden van de Academy: genomineerd worden voor een Oscar, gesponsord worden door het comité, of aanbevolen worden door minimaal twee leden van de Academy.9 Het comité stemt vervolgens voor de kandidaten en de mensen die een meerderheid van de stemmen krijgen, worden uitgenodigd om lid te worden. Hierdoor lijkt een lidmaatschap met name weggelegd voor de elite uit de filmindustrie.

De organisatie wordt dus gedomineerd door een groep met dezelfde demografische kenmerken en door het levenslange lidmaatschap lijkt het moeilijk hier snel verandering in te brengen. Volgens regisseur Rod Lurie (54), lid van de Academy, betekent het gebrek aan diversiteit het volgende:

"While the Academy might support historically-minded or socially-liberal films about the black experience (films like 12 Years a Slave en Precious), you can forget them getting behind a film about modern black culture like Straight Outta Compton." 10

Bepaalde films met gekleurde acteurs in de hoofdrol zouden door de homogene groep leden van de Academy volgens Lurie zo geen kans krijgen op een nominatie, simpelweg omdat de onderwerpen van deze films de grote groep oudere leden niet aanspreken.

De Academy hoopt echter verandering te brengen in de diversiteit van de leden. Op 22 januari 2016 werd er vanuit de Academy een persbericht gepubliceerd waarin een verandering in het reglement werd aangekondigd: het lidmaatschap zal niet langer levenslang zijn. In plaats daarvan komt er een tienjarig limiet voor het stemmen en wordt het lidmaatschap alleen verlengd als het lid de afgelopen tien jaar actief is geweest in de filmindustrie.11 Leden krijgen pas een levenslang lidmaatschap na drie tien jaren termijnen of wanneer ze genomineerd zijn geweest voor een Oscar. Ondanks de veranderingen die de Academy aangekondigd heeft, hebben velen nog hun twijfels of de doelstellingen daadwerkelijk behaald zullen worden. In een officiële verklaring stelde het bestuur zich als doel om het aantal vrouwen en gekleurde leden van de Academy te verdubbelen in 2020. Dit zou betekenen dat de Academy voor de acteerbranche alleen al de komende vijf jaar ieder jaar veertien Afrikaans-Amerikaanse en

9 Academy Membership. Oscars.org. Versie juni 2016. 17 juni 2016. <http://www.oscars.org/about/join-academy> 10 Lurie, Rod. Oscar Voter: Academy Diversity Efforts Are Laudable But Could Go Further (Guest Column). The Hollywood

Reporter. 25 januari 2016. 20 juni 2016. <http://www.hollywoodreporter.com/race/oscar-voter-academy-diversity-efforts-858817>

11 Academy Takes Historic Action To Increase Diversity. Oscars.org. 22 janurai 2016. 17 juni 2016.

(9)

9 minstens negen Aziatisch Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse acteurs toe zou moeten voegen aan de ledenlijst.12 Afgelopen jaar werden er 25 acteurs uitgenodigd voor een lidmaatschap, dat komend jaar 23 acteurs hiervan gekleurd zouden zijn, lijkt zeer onwaarschijnlijk. Of de homogene groep de komende jaren veel diverser wordt, moet nog blijken. Evenals de vraag of meer diversiteit bij de leden leidt tot meer diversiteit bij de genomineerden. Het is namelijk nog maar de vraag of het aan de momenteel zo homogene groep ligt dat er de afgelopen twee jaar geen gekleurde nomineerden zijn. Het lijkt makkelijk om de schuld in hun schoenen te schuiven, zij zijn tenslotte de mensen die stemmen. Maar hoe zit het met de nominaties voor 2011, 2012 en 2013?

1.2 Numerieke vertegenwoordiging bij de Oscars

In de drie jaren voor het ‘witwassen’ van de Academy Awards ontvingen in totaal negen gekleurde acteurs een nominatie: vier in 2011, twee in 2012 en drie in 2013. Twee daarvan verzilverden hun nominatie. De kans dat een acteur een nominatie verzilverd is puur statistisch gezien 20%: per acteercategorie zijn er namelijk vijf genomineerden. Wanneer we kijken naar de individuele nominaties van 2011 t/m 2013 lijkt er op het eerste gezicht dus niet echt een probleem met de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs bij de Oscars: ze kregen 30% van alle nominaties en twee van de negen (oftewel 22%) mochten het gouden beeldje mee naar huis nemen. Wanneer we verder kijken dan alleen de genomineerde acteurs van deze jaren en ons richten op de genomineerde films, komen we niet altijd tot dezelfde conclusie. Zo heeft in 2011 geen enkele film met een gekleurde acteur in de hoofdrol een Oscar gewonnen.13 Slechts één film, de animatiefilm Puss in Boots met de Spaanse acteur Antonio Banderas in de hoofdrol, ontving een nominatie. Daarnaast won geen enkele film met een cast waarvan meer dan 30% van de cast gekleurd is een Oscar. Een jaar later, in 2012, waren er wel Oscar winnende films waarin gekleurde acteurs de hoofdrol vertolken; 18,2% van de films die een Oscar wonnen, had een gekleurde acteur in de hoofdrol.14 Kanttekening die daarbij gemaakt moet worden is dat de Oscars verdeeld werden over slechts twee films: Django Unchained en Life of Pi. In 2013 steeg het percentage van winnende films met een gekleurde acteur in de hoofdrol naar 25%. Op de Oscar voor Beste Documentaire na, gingen alle andere Oscars winnende films met een gekleurde

12 Cieply, Michael en Brooks Barnes. Why The Film Academy’s Diversity Push is Tougher Than It Thinks. The New York

Times. 5 februai 2016. 17 juni 2016. <http://www.nytimes.com/2016/02/06/business/media/motion-picture-

academy-diversity-efforts-a-risk-of-bias.html?action=click&contentCollection=Movies&module=RelatedCoverage&region=EndOfArticle&pgtype=article% 3E&_r=0>

13 Hunt, Ramon en Price 2014: 18.

14 Hunt, Darnell en Ana-Christina Ramon. 2015 Hollywood Diversity Report: Flipping the Script. Los Angeles: Ralph J

(10)

10 acteur in de hoofdrol slechts naar één film, namelijk 12 Years a Slave. Films met blanke acteurs vallen bij de Oscars dus een stuk vaker in de prijzen dan films met gekleurde acteurs.

De redactie van The Horn News verdedigen de Oscars wanneer het gaat om de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs. Op 21 januari 2016 publiceerden ze een artikel waarin ze stelden dat de Oscars niet racistisch zijn en dat ze daar bewijs voor hebben. Zo bestond de Amerikaanse bevolking in 2013 voor 13,2% uit Afrikaans-Amerikanen en in het artikel wordt aangetoond dat er sinds 2005 in totaal 23 zwarte acteurs genomineerd geweest voor een Oscar, oftewel 12% van de mogelijke nominaties.15 Dit percentage is dus bijna gelijk aan het deel dat Afrikaans-Amerikanen innemen in de Amerikaanse bevolking. In het artikel wordt behalve naar de nominaties, ook gekeken naar de winnaars. Vanaf 2000 hebben negen Afrikaans-Amerikaanse acteurs een Oscar gewonnen voor beste hoofd- of bijrol. Dat is precies 13,2% en als je kijkt naar de periode vanaf 2005 steeg dit percentage zelfs naar 14,2%. Ook hieruit blijkt dat Afrikaans-Amerikanen numeriek gezien niet ondervertegenwoordigd zijn bij de Oscars. Dit betekent echter niet dat er binnen de Academy geen probleem is met het vertegenwoordigen van gekleurde acteurs. Beperking van het artikel is dat deze zich alleen richt op Afrikaans-Amerikaanse acteurs, maar niet op acteurs met andere etnische achtergronden, zoals Aziatische Amerikanen en Latijns-Amerikanen.

Een artikel van The Economist, dat op dezelfde dag verscheen als het artikel van The Horn, richt zich daarentegen wel op acteurs van verschillende etnische achtergronden. Uit dit onderzoek blijkt eveneens dat de Oscarnominaties voor zwarte acteurs in lijn zijn met het aandeel dat zij innemen in de Amerikaanse bevolking. Dit geldt echter niet voor andere etnische groepen. Het zijn met name Aziatische Amerikanen en Latijns-Amerikanen die ondervertegenwoordigd zijn bij de Oscars.16 Aziatische Amerikanen zijn ongeveer 6% van de Amerikaanse bevolking, maar sinds 2000 ontving slechts 1% van de Aziatische Amerikaanse acteurs een nominatie en won er geen één. Latino’s ontvingen 3% van de nominaties, terwijl ze 16% van de bevolking zijn. Het zijn dus niet zo zeer Afrikaans-Amerikanen die ondervertegenwoordigd zijn, het zijn met name Aziatische Amerikanen en Latijns-Amerikanen die we in vergelijking met het percentage dat zij innemen in de Amerikaanse bevolking weinig terugzien op de nominatie- en winnaarslijst van de Oscars.

Eerder in dit hoofdstuk hebben we gezien dat er binnen het stemproces zelf weinig diversiteit is, maar dat wil niet gelijk zeggen dat de blanke leden niet of alleen bij uitzondering op gekleurde acteurs stemmen. Natuurlijk is de Academy verantwoordelijk voor de nominaties,

15 The Horn News editorial staff. The Oscars aren’t racist...and we can prove it. The Horn News. 21 januari 2015. 20 juni

2016. <https://thehornnews.com/exclusive-spike-lee-is-wrong-and-we-can-prove-it/>

16 J.T. How racially skewed are the Oscars? The Economist. 21 januari 2016. 21 juni 2016.

(11)

11 maar de Afrikaans-Amerikaanse actrice Viola Davis belichte in haar speech tijdens de Emmy Awards in 2015 een andere kant van het probleem:

"The only thing that separates women of color from anyone else is opportunity. You cannot win an award for roles that are simply not there.” 17

De leden van de Academy kunnen alleen de acteurs nomineren die op het witte doek te zien zijn. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt daarom gekeken naar de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in Hollywood. Is de kritiek op de leden terecht en willen ze met name blanke acteurs zien winnen of hebben ze simpelweg vaak de keuze tussen de ene blanke acteur en de andere blanke acteur? Wat veel mensen lijken te vergeten is dat dezelfde mensen die de afgelopen twee jaar niet op Samuel L. Jackson, Will Smith en Michael B. Jordan stemden, de drie jaren daarvoor wel Lupita Nyong’o, Chiwetel Ejiofore, Denzel Washington, Octavia Spencer en Quvenzhané Wallis nomineerden. De leden racistisch noemen, lijkt dus kort door de bocht. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt ter vergelijking gekeken naar de numerieke vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in Hollywood.

1.3 Numerieke vertegenwoordiging in Hollywood

In 2014 verscheen het eerste Hollywood Diversity Report. Hierin werd onderzoek gedaan naar de 172 populairste films die zijn uitgebracht in 2011. De populairste films zijn bepaald aan de hand van Box Office Mojo, een website die de financiële opbrengsten van films meet en bijhoudt. Hoe hoger de opbrengst, hoe populairder de film beschouwd wordt. Uit de bevindingen van het rapport bleek dat gekleurde acteurs zwaar ondervertegenwoordigd zijn in deze films. In de onderzoeken wordt echter geen onderscheid gemaakt tussen verschillende afkomst van acteurs. Of alle etnische groepen ondervertegenwoordigd zijn, is hier dus niet uit op te maken. Uit de resultaten bleek dat gekleurde acteurs slechts 10,5% van alle hoofdrollen kregen.18 Dit percentage ligt ver onder het aandeel dat gekleurde mensen innemen in de Amerikaanse bevolking. In 2010 was dit percentage namelijk 36,3%.19 Daarnaast bestond meer dan de helft van de films (51,2%) uit een cast waarvan minder dan 10% van de acteurs gekleurd is. Slechts in een zeer beperkt aantal films (2,3%) werd de Amerikaanse bevolking realistisch afgebeeld en bestond de cast tussen de 31% en 40% uit gekleurde acteurs. Op enkele uitzonderingen na wordt de samenleving dus een stuk blanker afgebeeld dan deze daadwerkelijk is.

17 Gold, Michael. Viola Davis’s Emmy Speech. The New York Times. 20 september 2015. 23 juni 2016.

<http://www.nytimes.com/live/emmys-2015/viola-daviss-emotional-emmys-acceptance-speech/>

18Hunt, Ramon en Price 2014: 6.

19 United States Census Bureau. Versie juni 2016. 28 juni 2016

(12)

12 In het vervolgreport van 2015 werden 172 films uit 2012 en 175 films uit 2013 onderzocht. Uit de resultaten bleek dat gekleurde acteurs op verschillende gebieden een kleine toename geboekt hadden ten opzichte van 2011. Zo waren er in zowel 2012 als in 2013 meer films met gekleurde acteurs in de hoofdrol. In 2012 steeg het percentage van 10,5% naar 15,1% en in 2013 was er nog een kleine toename van 1,6%.20 Ondanks de toenames in deze twee jaren zijn gekleurde acteurs nog steeds sterk ondervertegenwoordigd; in 2013 bestond de Amerikaanse bevolking namelijk voor 37,4% uit gekleurde mensen.21 In 2012 en 2013 namen ook films met een meer diverse cast toe. Het opvallendste hierbij is dat de films met een cast waarvan slechts 10% of minder gekleurd is, gedaald is van 51,2% in 2011 naar 31% in 2013.22 Films waarin slechts weinig gekleurde acteurs een rol vertolken, zijn dus sterk afgenomen. Aan de andere kant namen films met een cast die de bevolking op realistische wijze weergeven (films waarvan de cast tussen de 31 en 40% gekleurd is) juist toe: het percentage steeg van 2,3% naar 7,5% en werd dus meer dan verdriedubbeld. In 2013 had 6,3% van de films een cast waarbij tussen de 41% en 50% van de acteurs gekleurd is, terwijl er in 2011 nog geen enkele film met dit percentage gekleurde acteurs in de topfilms van de Box Office Mojo te vinden was. Ook de films waarbij de meerderheid van de cast bestaat uit gekleurde acteurs is toegenomen. In 2011 waren dit 9,9% van de films, in 2013 was dit 13,8%. Gekleurde acteurs zijn in 2013 dus duidelijk vaker te zien op het witte doek dan voorgaande jaren. Met al deze toenames is het dan ook niet gek dat het jaar 2013 door The New York Times bestempeld werd als ‘breakout year for black films’.23 Hiermee doelen ze op de aanzienlijk grotere hoeveelheid films die verhalen over het leven van Afrikaans-Amerikanen vertellen. Net zoals bij een aantal eerder genoemde onderzoeken ligt wederom de focus alleen op de vertegenwoordiging van Afrikaans-Amerikanen en niet op andere etnische groepen, terwijl dat de groepen zijn die het meest ondervertegenwoordigd worden. Uit de volgende reports moet nog blijken of de cijfers van deze jaren slechts een eenmalige stijging laten zien of dat de cijfers de komende jaren blijven stijgen en er in toenemende mate meer diversiteit in films te zien is.

In het meest recente Hollywood Diversity Report werden 163 films onderzocht uit 2014, het jaar waarin de Amerikaanse bevolking voor bijna 38% uit gekleurde mensen bestond. Ondanks de verschillende percentuele stijgingen in 2012 en 2013, heeft de toenemende vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in films geen stand gehouden in 2014. Er was zelfs sprake van een daling van 3,8%; in 2014 had namelijk nog maar 12,9% van de films een

20Hunt en Ramon 2015: 9. 21

United States Census Bureau. Versie juni 2016. 28 juni 2016 <https://www.census.gov/quickfacts/table/PST045215/00>

22 Hunt en Ramon 2015: 10.

23 Cieply, Michael. ‘Coming Soon: A Breakout Year for Black Films.’ The New York Times. 1 juni 2013. 22 juni 2016.

(13)

13 gekleurde acteur in de hoofdrol.24 Ook is er een afname van diversiteit binnen de filmcasts. Films waarbij de cast uit minder dan 30% gekleurde acteurs bestaat, is toegenomen van 72,4% in 2013 naar 80,9 % in 2014. Films waarbij de meerderheid van de acteurs gekleurd is, namen juist weer af (van 13,8% naar 8,6%). Veel van deze meest recente bevindingen komen overeen met het eerste Hollywood Diversity Report en er wordt wederom herbevestigd dat gekleurde acteurs nog steeds zwaar ondervertegenwoordigd zijn in de filmindustrie. De veelbelovende stijging in 2013 is niet doorgezet in 2014, waardoor de stijging eerder een toevalligheid lijkt dan een echte ontwikkeling binnen de filmindustrie.

Onderzoekers van de Universiteit van South Carolina deden een vergelijkbaar onderzoek als de onderzoekers in Californië. In Inequality in 700 Popular Films onderzochten ze de etniciteit van meer dan 30.000 personages in de top 700 films van 2007 tot en met 2014 (met als uitzondering het jaar 2011). De films werden geanalyseerd met als doel de diversiteit in de filmindustrie te kunnen onthullen. De bevindingen in dit onderzoek zijn vergelijkbaar met die van de Hollywood Diversity Reports: de resultaten laten in beide gevallen zien dat filmmakers in de onderzochte jaren vrijwel geen vooruitgang hebben geboekt wanneer het gaat om het vertegenwoordigen van gekleurde acteurs. In elk van de onderzochte jaren zijn gekleurde acteurs op ieder niveau ondervertegenwoordigd. In tegenstelling tot de Hollywood Diversity Reports wordt er niet alleen onderzoek gedaan naar de hoofdpersonages, maar na alle sprekende personages en/of personages die in de film benoemd worden. Het meenemen van de grote en kleine bijrollen zorgt voor verschillen in de resultaten: door het meenemen van deze rollen zijn de percentages van gekleurde acteurs die een rol vertolken in alle onderzochte jaren aanzienlijk hoger. Waar 10% tot 17% van de hoofdrollen tussen 2011 en 2015 vertolkt worden door gekleurde acteurs, ligt het percentage voor alle sprekende rollen in deze jaren tussen de 23% en 27%.25 Een ander verschil zijn de resultaten uit 2014 wat betreft het aantal gekleurde acteurs in de gehele cast. Uit het onderzoek van de Hollywood Diversity Reports blijkt dat in 2014 8,6% van de films een cast heeft die voor meer dan de helft uit gekleurde acteurs bestaat, terwijl uit Inequality in 700 Popular Films blijkt dat dit slechts voor 3% het geval is. Dit verschil is te verklaren aan de hand van het aantal films dat per onderzoek onder de loep genomen is. In beide onderzoeken is dezelfde bron (The Box Office Mojo) geraadpleegd voor de ranking van populairste films uit dat jaar, maar in het eerst genoemde onderzoek zijn de top 162 films onderzocht en in het tweede onderzoek ‘slechts’ de top 100. Hieruit kan opgemaakt worden dat de films die hoger op de lijst staan een relatief minder diverse cast hebben. Dat deze films hoger op de lijst staan, betekent echter niet dat diversiteit niet verkoopt. De Amerikaanse bevolking

24 Hunt, Darnell, Ana-Christina Ramon en Michael Tran. 2016 Hollywood Diversity Report: Busine$$ as Usual? Los

Angeles: Ralph J Bunche Center for African American Studies, 2016.

25 Smith, Stacy, e.a. Inequality in 700 Popular Films: Examining Portrayals of Gender, Race, & LGBT Status from 2007 to

(14)

14 bestond in 2014 voor 38% uit gekleurde mensen, maar zij kochten maar liefst 46% van de 1,2 biljoen dollar aan filmtickets. 26 Voor 2015 geldt nagenoeg hetzelfde. Een groot deel van de inkomsten van de filmindustrie is dus afkomstig van mensen waarvan hun etniciteit weinig te zien is in films. Gezien hun aandeel in de Amerikaanse bevolking (17%) en het aantal bioscooptickets dat zij jaarlijks kopen (23% van alle tickets) besteden Latijns-Amerikanen van alle etnische groepen relatief gezien het meeste aan bioscoopbezoeken. Het blijkt dat voornamelijk films met verhalen over gekleurde mensen en een diverse cast vaak bezocht worden door gekleurde mensen. Zo was 62% van de $350 miljoen die de film The Fast and the Furious 7 in de Verenigde Staten opleverde afkomstig van gekleurde bioscoopbezoekers. Daarnaast leveren films met een relatief diverse cast wereldwijd het hoogste rendement op. 27 De film Straight Outta Compton, met een voornamelijk Afrikaans-Amerikaanse cast, bracht $201 miljoen op, met een investering van ‘slechts’ $28 miljoen. Het publiek van deze film over de hiphopgroep N.W.A bestond voor 75% uit gekleurde mensen. We zien dus dat diversiteit verkoopt, maar toch zijn gekleurde mensen nog steeds zwaar ondervertegenwoordigd in de filmindustrie. Darnell Hunt, directeur van UCLA's Ralph J. Bunche Center for African American Studies, geeft hier een verklaring voor:

"It seems that people who have been in the industry for a long time, in high-risk situations, tend to surround themselves with people who make them feel comfortable, who are a lot like them”28

Doordat studio’s maar een aantal films per jaar produceren en de kosten hoog op kunnen lopen, ligt het risico voor het maken van een film erg hoog. De producenten en filmmakers, die voornamelijk blank zijn, denken minder risico te nemen door zich te omringen met andere blanken. Ondanks dat uit verschillende onderzoeken is gebleken dat een diverse cast verkoopt, lijkt het er op dat de studio’s die de films met een groot budget het risico niet durven te nemen om gekleurde acteurs aan te nemen. Ze blijven terughoudend om miljoenen te investeren in projecten waarbij filmmakers betrokken zijn die zij niet kennen. Tenslotte zijn de films die zij al jaren produceren, met daarin voornamelijk blanke acteurs, succesvol. Om daar verandering in te brengen, lijkt een moeilijke opgave.

26 Theatrical Market Statistics 2014. Motion Picture Association of America. Maart 2015. 1 juli 2016.

<http://www.mpaa.org/wp-content/uploads/2015/03/MPAA-Theatrical-Market-Statistics-2014.pdf> (p. 13)

27 Hunt en Ramon 2015: 47.

28 Deggans, Eric. Redefining Hollywood: ‘Diversity Makes More Money’. npr. 12 febrauri 2014. 4 juli 2016.

<http://www.npr.org/sections/codeswitch/2014/02/12/275907930/redefining-hollywood-diversity-makes-more-money>

(15)

15 1.4 Conclusie

Wanneer we kijken naar de numerieke vertegenwoordiging van gekleurde acteurs komen we tot de conclusie dat Latijns-Amerikaanse en Aziatische Amerikaanse acteurs sterk ondervertegenwoordigd zijn bij de Oscars. Hun aandeel in de Amerikaanse bevolking is veel groter dan het aantal nominaties dat zij ontvangen hebben. Met de numerieke vertegenwoordiging van Afrikaans-Amerikaanse acteurs bij de Oscars is echter niet zoveel mis. Het deel dat deze groep inneemt in de Amerikaanse bevolking is percentueel gezien namelijk bijna gelijk aan het aantal Oscarnominaties dat zij ontvangen hebben in het afgelopen decennium. Tevens blijkt dat films met een gekleurde acteur in de hoofdrol zelden genomineerd worden voor een Oscar. Ter vergelijking is in dit hoofdstuk ook gekeken naar de vertegenwoordiging van gekleurde acteurs in de filmindustrie. Hieruit blijkt dat ze op alle gebieden ondervertegenwoordigd zijn. In de Hollywood Diversity Reports is echter geen onderscheid gemaakt tussen verschillende etnische groepen, waardoor er niet te zeggen is of bepaalde groepen beter vertegenwoordigd zijn dan andere. Wel is duidelijk dat de meeste films blanke acteurs in de hoofdrol hebben en dat er bijna geen films zijn waarbij de Amerikaanse bevolking naar waarheid wordt afgebeeld.

Doordat het aantal gekleurde acteurs binnen de filmindustrie een stuk lager ligt dan het percentage dat zij innemen in de Amerikaanse bevolking, lijkt het onmogelijk voor de Academy om ‘genoeg’ gekleurde acteurs te nomineren. Acteurs die geen rol krijgen, hebben simpelweg ook geen kans om genomineerd te worden. De Academy vertegenwoordigt professionele filmmakers uit de filmindustrie en niet de hele Amerikaanse bevolking. Het lijkt er dus op dat het probleem van de Academy afkomstig is van wat zij vertegenwoordigen. De stemgerechtigde leden hebben per categorie vaak de keuze uit voornamelijk blanke acteurs en een enkele gekleurde acteur. Wanneer Hollywood zelf een betere afspiegeling zou zijn van het multiculturele land dat zij vertegenwoordigen, zouden er ook meer gekleurde acteurs zijn die kans hebben op een nominatie. De Oscars laten zoals velen beweren inderdaad niet het gezicht van Amerika zien. Wat zij daarentegen wel laten zien is het gezicht van Hollywood, een industrie die voor het grootste gedeelte uit blanke acteurs bestaat.

(16)

16 Hoofdstuk 2: kwalitatieve vertegenwoordiging

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de tweede vorm van vertegenwoordiging, namelijk de kwaliteit ervan. Deze wordt bepaald aan de hand van de rollen die gekleurde acteurs spelen. Hierbij wordt gekeken of er gebruik wordt gemaakt van stereotypering. Met andere woorden, vertolken gekleurde acteurs vaak personages met dezelfde karaktereigenschappen en weinig diepgang? Er is al veel onderzoek gedaan naar de verschillende manieren waarop gekleurde mensen geportretteerd worden in films en op televisie. Veel onderzoekers stellen dat gekleurde acteurs vaak dezelfde soort rollen vertolken, waarbij in veel gevallen een stereotyperend beeld van bepaalde groepen wordt gecreëerd. Aan het begin van dit hoofdstuk wordt een definitie van stereotypes gegeven en toegelicht wat de gevolgen ervan kunnen zijn. Vervolgens worden stereotyperende weergaven van de drie grootste etnische groepen in de Verenigde Staten uitgelicht: Afrikaans-Amerikanen, Latijns-Amerikanen en Aziatische Amerikanen. In het laatste deel van dit hoofdstuk worden drie films geanalyseerd waarvoor tussen 2011 en 2015 zowel de films als de gekleurde acteurs die hierin een rol vertolkten een Oscarnominatie ontvingen. Aan de hand van deze films wordt gekeken of het juist deze stereotyperende rollen zijn die in de filmindustrie de hoogst mogelijke waardering krijgen.

2.1 Stereotypes

Stereotypering is iets waar we in het dagelijks leven vaak mee te maken hebben, we maken namelijk allemaal gebruik van stereotypes. Eén van de eerste onderzoekers die aandacht besteedde aan het fenomeen was Walter Lippman in zijn boek Public Opinion (1922). Hij stelde dat we niet kunnen functioneren zonder stereotypes, omdat we ze nodig hebben om de wereld om ons heen te kunnen begrijpen.29 Volgens Lippman hebben we een simplistisch beeld in ons hoofd van de wereld, die voor een deel gevormd is door onze eigen culturele achtergrond. Zonder dit simplistische beeld zou de wereld te complex voor ons zijn. We hebben stereotypes dus simpelweg nodig om te kunnen functioneren. Dyer maakt hierin nog een belangrijk onderscheid tussen types en stereotypes. Hij stelt dat types brede categorieën zijn van objecten of personen met dezelfde kenmerken:

“We understand the world by referring individual objects, people or events in our heads to the general classificatory schemes into which -according to our culture - they fit.”30

29 Lippman, Walter. Public Opinion. New York: Harcourt, Brace and Company, 1922: 81. 30 Dyer, Richard. Gays and Film. Londen: Britisch Film Institute, 1977: 27.

(17)

17 Op deze manier categoriseren we alledaagse dingen en trekken we conclusies gebaseerd op eerdere ervaringen met objecten of personen van hetzelfde of een soortgelijk type. Deze types hoeven niet per definitie negatief te zijn. Zo herkennen we een plat object op poten waar we spullen op kunnen zetten als een tafel, omdat we een algemeen beeld van een tafel in ons hoofd hebben. Zolang het past binnen het beeld van een tafel dat gecreëerd is binnen je eigen cultuur maakt het niet uit of je deze specifieke tafel nog nooit eerder hebt gezien. We gebruiken types niet alleen voor objecten, maar ook voor mensen. Aan de hand van geslacht, leeftijd, nationaliteit, seksuele voorkeur etcetera plaatsen we mensen in verschillende categorieën. Daarnaast kennen we vaak rollen toe aan mensen. Zo typeren we een vrouw met een kind al snel als een moeder en twee mensen die hand in hand lopen als geliefden. Aan deze rollen wijzen we bepaalde karaktereigenschappen toe, die niet per definitie positief of negatief zijn.

In tegenstelling tot deze types worden stereotypes wel als negatief gezien en vaak ook op deze manier ervaren. Dyer stelt dat dit komt doordat mensen bij stereotypes gereduceerd worden tot versimpelde en overdreven kenmerken, waarbij de complexiteit van een persoon buiten beschouwing wordt gelaten of zelfs volledig genegeerd wordt.31 Er wordt geïmpliceerd dat alles wat noodzakelijk is om over deze persoon te weten, teruggekoppeld kan worden aan de eigenschappen van het stereotype. Verandering of ontwikkeling van karaktereigenschappen die zijn toegekend aan een bepaald stereotype worden beperkt tot een minimum. Stuart Hall voegt hieraan toe:

“Stereotyping reduces people to a few, simple, essential characteristics, which are represented as fixed by Nature.”32

Stereotypes zorgen er volgens hem dus voor dat bepaalde groepen mensen verschijnen alsof ze natuurlijk verschillen van ‘ons’. Deze verschillen worden gezien als natuurlijk, omdat het lijkt alsof de verschillen tussen groepen en de daarbij behorende eigenschappen biologisch bepaald zijn. Stereotypering is een generalisatie die gebruikt wordt door de ene groep, door Henri Tajfel omschreven als de in-group, voor leden van een andere groep: de out-group.33 De in-groep

selecteert een paar kenmerken van de leden van de out-groep die de verschillen tussen hen benadrukken. Deze verschillen, die vaak een negatieve waarde hebben, zorgen ervoor dat de out-groep uitgesloten wordt van de in-groep. Hierbij speelt macht een grote rol. De out-groepen die gestereotypeerd worden door de in-groep, worden over het algemeen geassocieerd met groepen die minder macht hebben. Het classificeert mensen volgens een bepaalde norm en

31 Dyer, 1977: 28.

32 Hall, Stuart. ‘The Spectacle of the Other’ In: Hall, Stuart, red. Representation: Cultural Representations and Signifying

Practices. Californië: SAGE Publications, 1977: 257.

33 Tjafel, Henri, John Turner. ‘An Integrative Theory of Intergroup Conflict.’ In: Austin, William, Stephen Worchel, red. The social psychology of intergroup relations. Montery: Brooks/Cole Pub. Co, 1979: 36.

(18)

18 maakt van de uitgesloten groep ‘de ander’. Er ontstaat een sociale orde waarbij alles en iedereen die niet binnen de eigen grenzen past erbuiten valt. Dit eurocentrisme, waarbij het Westen zichzelf als het centrum van de wereld beschouwt en naar de rest van de wereld als ‘de ander’ verwijst, is volgens Shohat en Stam terug te voeren naar de tijd van de kolonisatie. Het Westen oefende in die tijd macht uit over de gekoloniseerde gemeenschappen.34 In het westen werden gekoloniseerde groepen vaak als één geheel gezien, zonder enige diversiteit tussen de verschillende gemeenschappen. Wanneer één persoon uit een gemeenschap iets doet wat gezien wordt als negatief gedrag, wordt dit direct gegeneraliseerd als iets wat kenmerkend is voor de hele ‘homogene’ gemeenschap.35 Aan de andere kant geldt dit niet voor de dominante groep: een negatief beeld van een blank persoon wordt niet als een schande voor de rest van het volk gezien, maar als een uitzondering. Het positieve van de eigen groep wordt dus juist onthouden, terwijl voor de gedomineerde groep het tegenovergestelde geldt.

Stereotypes helpen om de dominantie van de ene groep over de ander te behouden. Dit is één van de redenen waarom stereotypes vaak als negatief worden ervaren. Een ander gevaar van stereotypes is het eenzijdige beeld dat gevormd wordt van de ander. Wanneer bepaalde kenmerken van groepen mensen frequent herhaald worden, lijken de verschillen tussen de groepen vast te liggen en onveranderlijk te zijn. Film toeschouwers die keer op keer dezelfde beelden zien, pikken deze stereotypes op en kunnen zo een verkeerd beeld in hun hoofd vormen van andere culturen. Het medium film bereikt een groot publiek en de beelden die zij projecteren, hebben invloed op onze perceptie en de manier waarop we naar anderen kijken. Kellner stelt dat de media helpt bij het vormen van ons beeld van de wereld:

“Media images help shape our view of the world and our deepest values: what we consider good or bad, positive, or negative, moral or evil.”36

Wanneer verhalen over gekleurde mensen vanuit één perspectief verteld worden, kan dit dus leiden tot verkeerde informatie en veronderstellingen. De stereotypes kunnen beschouwd worden als waarheid, met name wanneer het enige contact tussen blanke en gekleurde mensen via film en televisie is.37 Ze denken de ander te kennen door de rollen die zij hen hebben zien spelen. Filmproducenten spelen hierbij een belangrijke rol. Volgens Hall hebben zij een power of representation.38 Hij stelt dat ze de macht hebben om mensen op een bepaalde manier te representeren en op deze manier mensen te classificeren en stereotypes te creëren. Doordat

34 Shohat, Ella, Robert Stam. Unthinking Eurocentrism. Londen: Routledge, 1994: 182. 35 Shohat, 1994: 183.

36 Kellner, 1995: 5.

37 Yuen, Nancy Wang. 2010.‘Playing ‘Ghetto’: Black Actors, Stereotypes, and Authenticity.’ In, Hunt, Darnell,

Ana-Christina Ramon, red. Black Los Angeles: American Dreams and Racial Realities. New York: New York University Press, 2010: 236.

(19)

19 Hollywood voor het grootste gedeelte uit blanke filmproducenten bestaat, hebben de gemarginaliseerde groepen geen controle over hun eigen vertegenwoordiging. Hun verhalen worden namelijk over het algemeen door blanken verteld. Ramírez-Berg stelt dat producenten stereotypes inzetten als narratief instrument. Stereotypes hebben weinig tot geen introductie of uitleg nodig, waardoor het zowel een goedkope als een makkelijke manier is om een verhaal te vertellen.39

Gekleurde acteurs krijgen vaak alleen de kans om stereotyperende rollen te vertolken. Hun fysieke uiterlijk is in veel gevallen dus doorslaggevend voor het krijgen van een rol. Door middel van deze typecasting blijven acteurs dezelfde soort rollen vertolken en krijgen ze niet de kans om een personage te spelen waarbij de etnische afkomst niet van belang is. Deze rollen gaan in de meeste gevallen namelijk naar hun blanke collega’s. In het vervolg van dit hoofdstuk zal gekeken worden naar de kenmerken van de stereotyperende rollen die gekleurde acteurs regelmatig vertolken. Hierbij wordt gekeken naar de drie grootste etnische groepen in de Verenigde Staten: Afrikaans-Amerikanen, Latijns-Amerikanen en Aziatische Amerikanen.

2.1.1 Afrikaans-Amerikaanse stereotypes in films

In de jaren 50 verscheen er zelden een Afrikaans-Amerikaanse acteur op televisie en wanneer ze wel een rol bemachtigd hadden, ging het enkel en alleen om een stereotyperende rol.40 Sinds die tijd is het aantal Afrikaans-Amerikaanse acteurs op televisie en in films flink toegenomen, maar er is nog steeds veel kritiek op hun representatie. Ze zijn al op veel verschillende manieren afgebeeld in de media, maar volgens David Bogle is de stereotyperende weergave afkomstig uit de tijd van de slavernij nooit volledig verdwenen.41 In zijn onderzoek identificeert hij vijf Afrikaans-Amerikaanse stereotypes die met regelmaat in films te zien zijn: Toms, coons, mulattoes, mammies en bucks. Deze stereotypes werden ten tijde van de stille films geïntroduceerd en zijn nog steeds de vijf basistypes voor zwarte personages in films. Bogle stelt dat het filmische reproducties zijn van de Afrikaans-Amerikaanse stereotypes die al bestaan sinds de slavernij en die werden gepopulariseerd in het Amerikaanse leven en de kunsten.42 Ondanks dat de vijf stereotypes in veel verschillende gedaantes zijn verschenen in films, zijn de kenmerkende karaktereigenschappen altijd hetzelfde gebleven.

Het eerste stereotype, Tom, is gebaseerd op de film Uncle Tom’s Cabin uit 1903. Hij was het eerste zwarte personage dat te zien was in een Hollywoodfilm.43 Dit personage werd echter

39 Ramírez-Berg, Charles. Latino Images in Film. Texas: University of Texas Press, 2002:24.

40 U.S. Commission on Civil Rights. Window Dressing on the Set: Woman and Minorities in Television. Washington, 1977. 41 Bogle, Donald. Toms, Coons, Mulattoes, Mammies & Bucks: An Interpretive History of Blacks in American Films.

Continuum: New York, 1973: 252.

42 Bogle, 1973: 4. 43 Bogle, 1973: 3.

(20)

20 gespeeld door een blanke acteur, iets wat gebruikelijk was in de beginjaren van film. Het personage Tom wordt gezien als een ‘good Negro.’44 Ondanks dat hij altijd lastig gevallen wordt, achterna wordt gezeten, beledigd wordt of tot slaaf wordt gemaakt, blijft hij de moed erin houden en is hij altijd vrolijk. Daarnaast is hij onderdanig, gul, onbaatzuchtig en vriendelijk.

Het tweede stereotype, de Coon, is een personage dat zorgt voor amusement. Hij wordt gezien als een soort clown. Bogle onderscheidt twee verschillende soorten Coons: de pickaninny en Uncle Remus.45 De pickaninny is een klein, zwart jongetje die in films wordt ingezet als grappig personage; hij doet geen vlieg kwaad, maar haalt fratsen uit die door het publiek als vermakelijk worden ervaren. De volwassen variant, Uncle Remus, is sympathiek, eigenaardig, naïef en onderscheidt zichzelf door komisch te filosoferen. Bogle:

“Remus has always been used to indicate the black man’s satisfaction with the system and his place in it”. 46

Ondanks dat hij niet gelijk is aan zijn blanke medemens, is hij tevreden met zijn leven. Ook in andere onderzoeken naar stereotypes komt naar voren dat Afrikaans-Amerikanen vaak personages spelen die komisch gedrag vertonen, wat kan leiden tot spot. (o.a. Clark, 1972 & Roberts, 1970). Afrikaans-Amerikaanse personages worden door hun komische gedrag dus vaak belachelijk gemaakt door het blanke publiek.

Het derde stereotype dat Bogle omschrijft, is de tragische mulatto. Dit vrouwelijke personage heeft één blanke en één zwarte ouder en is aardig en sympathiek. Het publiek gelooft dat ze een gelukkig leven had kunnen leiden als ze niet het slachtoffer was geweest van een verdeelde etnische erfenis.47 Niet anders dan haar afkomst zorgt er dus voor dat ze een tragisch leven leidt.

Het vierde stereotype, de mammy, is nauw verwant aan de coon, maar onderscheidt zich door haar geslacht en haar sterke onafhankelijkheid. In de meeste gevallen is ze groot, dik en koppig. Ze heeft een verzorgend karakter en werkt voor een blank gezin als dienstmeid en/of oppas. Het belangrijkste doel in haar leven is om zo goed mogelijk voor het gezin te zorgen. Volgens Harris-Parry vertegenwoordigt ze het moederlijke idee, maar niet voor haar eigen kinderen. Haar liefde, verzot, advies en toezicht is exclusief voor blanke vrouwen en kinderen.48

Het vijfde en laatste stereotype dat Bogle introduceert is de Buck. Dit personage is gewelddadig, onbeschoft, wellustig en keert zich tegen het gezag van de blanke personages. Dit

44 Bogle: 1973, 4. 45 Bogle: 1973, 7. 46 Bogle: 1973, 8. 47 Bogle: 1973, 9.

48 Harris-Perry, Melissa. Sister Citizen: Shame, Stereotypes, and Black Woman in America. Killingworth: Yale University

(21)

21 stereotype kan verdeeld worden in twee categorieën: de brutes en de bucks, maar het verschil tussen de twee is minimaal. De brute is een barbaarse man die uit is op vernieling. Het geweld dat hij gebruikt, is vaak een uitlaatklep voor een man die seksueel onderdrukt is. Bucks zijn altijd groot, slecht, oversekst, barbaars, agressief, niet intelligent en hebben een seksueel verlangen naar blanke vrouwen. In de meeste gevallen zijn ze gangsters of criminelen.

Met name deze laatste twee stereotypes worden ook door Afrikaans-Amerikaanse acteurs zelf ervaren. In haar onderzoek ging Nancy Wang Yuen in gesprek met dertig zwarte acteurs over hun ervaringen in de filmindustrie. Uit dit kwalitatieve onderzoek bleek dat veel van de acteurs getypcast werden in ghetto rollen. Hiermee wordt de lage en onderklasse van de Afrikaans-Amerikaanse bevolking aangeduid. Deze rollen worden gekarakteriseerd door een alternatieve manier van praten, armoede, hyperseksualiteit en het onverwachts uiten van woede en agressie.49 In veel gevallen betekent dit voor mannelijke zwarte acteurs een rol als ‘gangbanger’ of als een drugsverslaafde (de Buck). Vrouwelijke zwarte acteurs krijgen vaak een rol als de ‘no-nonsens black woman’: een mannelijke vrouw met een arrogante houding of juist een rol als de gekke, niet zo slimme, maar betrouwbare mammy.

De vijf door Bogle omschreven stereotypes zijn nog steeds regelmatig in films te zien, maar vanaf eind jaren 90 is er ook een nieuwe, veelbesproken variant van oude stereotypes opgedoken: de magical negro.50 Dit begrip werd voor het eerst geïntroduceerd in 2001 door regisseur Spike Lee tijdens een lezing op de Universiteit van Yale.51 De magical negro is een goedaardig en behulpzaam personage met magische of spirituele krachten die hij gebruikt om zijn blanke tegenspelers te assisteren.52 Ondanks dat de magical negro populair is geworden in de 21ste eeuw, zijn de karaktereigenschappen van dit personage al heel lang aanwezig in films. Met name het dienen en helpen van blanken is iets wat in veel films terug te vinden is. Volgens Entman en Rojecki zijn er drie verschillende doeleinden voor de magical negro in relatie tot het blanke hoofdpersonage in de film. Deze doeleinden zijn het assisteren van het blanke personage, hem helpen bij het ontdekken van zijn spiritualiteit of het gebruiken van een vorm van volkswijsheid om een dilemma van het blanke personage op te lossen.53

De vriendschap tussen blanken en zwarten in films is dan ook vaak het gevolg van de noodzaak van een zwart personage om iets te krijgen van een blank personage, of andersom. De interraciale vriendschappen worden vaak één op één en binnen bepaalde grenzen gehouden. Bij

49 Yuen, 2010: 233.

50 Critici gebruiken het woord ‘negro’, omdat dit een negatieve connotatie heeft en als beledigend wordt gezien in

modern Engels. Hiermee wordt hun boodschap versterkt dat een zwart personage die onbaatzuchtig blanke mensen helpt een terugkoppeling is naar oude stereotypes.

51 Gonzalez, Suan. ‘Director Spike Lee slams 'same old' black stereotypes in today's films’. Yale Bulletin & Calender. 2

maart 2001. 2 oktober 2016.

<https://web.archive.org/web/20090121190429/http://www.yale.edu/opa/arc-ybc/v29.n21/story3.html>

52 Glenn, Cerise, Landra Cunningham. ‘The Power of Black Magic’. In: Journal of Black Studies. Vol. 40, nr. 2 (2009):135. 53 Glenn, 2009:138.

(22)

22 de magical negro ontbreekt zelfs het hebben van een doel wanneer ze het blanke personage niet kunnen assisteren. Dit geeft de indruk dat Afrikaans-Amerikaanse mensen nog steeds rekenen op blanken om hen te begeleiden en te sturen. Een andere negatieve connotatie is dat zwarte personages vertrouwen op volkswijsheden en/of hun magische capaciteiten bij het helpen van hun blanke tegenspelers. Blanke personages daarentegen denken rationeel na bij het maken van beslissingen. In de meeste gevallen hebben blanke personages machtsposities in films, maar zelfs wanneer zwarte personages machtsposities hebben, is hun gezag groot en deels afhankelijk van hun bovennatuurlijke vaardigheden. Wanneer ze wel toegang tot legitiem gezag kunnen krijgen, zijn ze vaak niet in staat er gebruik van te maken en hebben ze de hulp nodig van een blank personage om hen te komen redden. Volgens Jason Smith heeft dit tot gevolg dat:

“‘Whiteness’ becomes synonymous with rational thought and ‘blackness’ with folk wisdom.” 54

Dit is niet de enige manier waarop onderscheid gemaakt wordt tussen blanke en zwarte personages. In tegenstelling tot hun blanke tegenspelers praten Afrikaans-Amerikaanse personages niet over hun thuissituatie en de problemen waar zij in hun privéleven tegenaan lopen. Op de werkvloer zijn ze vaak eenzaam en tot op zekere hoogte gescheiden van hun blanke collega’s. Daarnaast zijn zwarte personages in veel gevallen provocerend en/of onprofessioneel gekleed. Uit het onderzoek van Seggar en Wheeler uit 1973 bleek dat het meer waarschijnlijk is dat Afrikaans-Amerikanen in ondergeschikte banen te zien zijn, waarbij ze vaak een bepaalde service aan blanke personages verlenen. Daarnaast hebben ze vaak een lage sociaal-economische status. Al deze stereotyperende karaktereigenschappen zijn volgens het onderzoek van Cherry McGee Banks uit 1977 veel duidelijker te zien in series waarbij bijna de volledige cast uit zwarte acteurs bestaat. Zwarte personages in een meer geïntegreerde cast hebben daarentegen betere banen, een betere sociale status en sociaal gewaardeerde eigenschappen.55 2.1.2 Latijns-Amerikaanse stereotypes in films

Latijns-Amerikanen besteden van alle etnische groepen relatief gezien het meeste geld aan het bezoeken van films, maar ook zij worden in veel gevallen stereotyperend afgebeeld. Over het algemeen is het stereotyperende beeld van Latijns-Amerikanen dat ze in armoede leven en niet goed Engels kunnen. Jonge mannen worden vaak neergezet als drugsdealers, drugsgebruikers of

54 Smith, Jason. ‘Between Colorblind and Colorconscious: Contemporary Hollywood Films and Struggles Over Racial

Representation.’ In: Journal of Black Studies. Vol. 20, Nr. 10 (2013): p. 1-19.

55 Banks. Cherry McGee. “A Content Analysis of the Treatment of Black Americans on Television.” in: Social Education,

(23)

23 warmbloedige gangleden, ze hebben zelden een normale baan als arts of advocaat. 56 In de meeste gevallen hebben ze een pittig karakter en zijn ze luidruchtig. Veel Latijns-Amerikaanse mannelijke personages zijn romantisch en de vrouwen worden vaak als lustobject afgebeeld. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke personages worden in veel gevallen verliefd op een blank personage van het andere geslacht. Ediberto Roman stelt dat minstens één van de volgende vier categorieën benadrukt wordt bij een Latijns-Amerikaans personage: een warmbloedige minnaar, gangster, entertainer of immigrant.57 Deze karaktereigenschappen zijn ook te herkennen in de zes verschillende categorieën Latino-rollen die Ramírez-Berg classificeerde: El Bandino, de harlot, de mannelijke buffoon 58, de clown, de Latin Lover en de Dark Lady.59 In de meeste films belichamen Latijns-Amerikaanse personages één van deze stereotypes en in sommige gevallen worden ze gecombineerd. Door de jaren heen zijn de oppervlakkige, uiterlijke kenmerken vaak aangepast, maar de karaktereigenschappen zijn hetzelfde gebleven. Wat deze verschillende stereotypes met elkaar gemeen hebben, is dat het verleden van de personages bijna nooit aan het licht komt. Daarnaast lijken ze nooit de controle over hun eigen leven te beschikken of zich te interesseren voor hun eigen toekomst.

Het eerste stereotype, El bandino, is de Mexicaanse bandiet in Westerns en avonturenfilms. Hij is gemakkelijk te herkennen aan zijn dreigende blik en onverzorgde uiterlijk; een paar van zijn tanden ontbreken, hij heeft littekens en vettig haar. De bandiet is wreed, verraderlijk, onbetrouwbaar en maakt vaak gebruik van illegale middelen. Daarnaast is hij irrationeel, heel emotioneel en maakt hij snel gebruik van geweld. Als de bandiet al Engels kan, is dit altijd met een sterk Spaans accent, waardoor hij dommig overkomt. Ondanks dat de Western geen veelvoorkomend genre in Hollywood meer is, zien we de bandiet nog steeds regelmatig terug in twee verschillende varianten: de gangster/drugsdealer en de gangmember.60 De eerste variant, de Latijns-Amerikaanse gangster/drugsdealer, is gladder dan de traditionele variant, maar heeft nog steeds dezelfde vulgaire verlangens naar geld, macht en seksueel genot, en is nog even meedogenloos in het nastreven van deze verlangens. De tweede variant is de inner-city gangmember die met name te zien is in urban thrillers en criminele drama’s. Net als bij de gangster zijn er slechts een paar kleine uiterlijke veranderingen ten opzichte van de bandiet uit de Westernfilms, maar is hij in de kern nog steeds hetzelfde personage. Pettit stelt dat de belangrijkste narratieve functie van deze slechteriken is om een fysieke bedreiging te vormen voor de blanke held en/of een seksuele bedreiging te vormen voor de blanke heldin.61

56Roman, Ediberto. ‘Who exactly is living La Vida Loca? The legal and political consequences of Latino-Latina ethnic

and racial stereotypes in film and other media. In: Journal of Gender, Race and Justice. Vol. 4, Nr. 1 (2000): 42.

57 Roman, 2000: 23.

58 Het Nederlandse woord voor buffoon is hansworst en werd vroeger gebruikt als woord voor komisch toneelfiguur.

Later werd het ook als een scheldwoord gebruikt voor iemand die dom en/of sullig is.

59 Ramírez-Berg, 2002: 66. 60 Ramírez-Berg, 2002: 68.

(24)

24 Het tweede stereotype is de harlot, letterlijk vertaald de hoer. Ook dit vrouwelijke stereotype is met name terug te vinden in Westerns. Ze is wellustig, flirterig, opvliegend en een nymfomaan. Ze wordt geportretteerd alsof ze zonder het mannelijke personage in haar leven niets voorstelt. Door de stereotyperende weergave van dit personage komen we niet meer te weten over haar persoonlijke leven en de motivatie achter haar gedrag. Ze wordt afgebeeld alsof ze een seksmachine is die verlangt naar een blanke man.62 Ze is een prostituee, omdat ze het werk leuk vindt, niet omdat ze bijvoorbeeld financiële problemen heeft. Treviño omschrijft een zelfde soort stereotype, maar noemt haar een Mexican spitfire. Dit stereotype vertegenwoordigt de Latijns-Amerikaanse vrouw als een warmbloedige verleidster die geobsedeerd is door seksueel genot. 63

Het derde stereotype, de mannelijke buffoon, dient als een comic relief. 64 In serieuzere

films zorgt hij voor de komische noot. Wat grappig aan hem is, zijn de karaktereigenschappen die hem onderscheiden van Hollywoods typische blanke protagonist. Hij bezit veel van dezelfde stereotyperende karaktereigenschappen als de bandiet, alleen zijn ze bij de buffoon een doelwit van spot. De buffoon is zwakzinnig, kan de Engelse taal niet onder de knie krijgen en hij valt op een kinderlijke manier terug in zijn emoties.

Het vierde personage, de vrouwelijke clown, is de komische tegenhanger van de buffoon. Haar personage wordt bezoedeld; ze is seksueel ongeremd en crimineel. In andere gevallen wordt ze belachelijk gemaakt en afgebeeld alsof ze seksueel makkelijk is of simpelweg sullig of komisch. Haar seksuele allure wordt als het ware ontkracht. Ondanks dat de blanke personages verleid worden door deze vrouw, kunnen ze aan het eind van de film nog steeds verlost worden van deze morele en raciale ‘zonde’ door haar af te wijzen of door een veel serieuzere relatie aan te gaan met een blanke vrouw. 65

De laatste twee stereotypes staan met name bekend als lustobjecten. Het vijfde stereotype, de Latin Lover, is vriendelijk, sensueel, charmant, gepassioneerd, teder en seksueel aantrekkelijk. Hij is romantisch en verleidt een vrouw vaak met zijn dansmoves en mannelijkheid. Het zesde en laatste stereotype is zijn vrouwelijke tegenhanger. De Dark Lady is verleidelijk, omdat ze mysterieus, ondoorgrondelijk, maagdelijk en aristocratisch is. Door haar afstandelijkheid en gereserveerdheid zijn de blanke mannen vaak gefascineerd door haar, juist doordat deze karaktereigenschappen lijnrecht tegenover die van de vrouwelijke blanke personages staan.

62 Ramírez-Berg: 72.

63 Treviño, Jesús Salvador. ‘Latino portrayals in film and television.’ In: Jump Cut: A Review of Contemporary Media.

Nr.30 (1985): 15.

64 De term comic relief wordt in films gebruikt voor een komische scène die zorgt voor tijdelijke verlichting van

spanning.

(25)

25 Naast deze zes categorieën herkent Treviño nog een ander stereotype, namelijk Latijns-Amerikaanse mannen die worden geportretteerd als zwakke, slaperige peons.66 Dit personage

speelt nooit een grote rol in een film, maar is in de meeste gevallen een ongeschoolde landarbeider die onopvallend op de achtergrond te zien is terwijl de blanke protagonist (meestal een cowboy) zijn heldendom en dapperheid toont. De peon is vaak slachtoffer van deze blanke protagonist. Pettit stelt dat het afhankelijk is van de huidskleur van de Latijns-Amerikaanse acteurs welke van de verschillende stereotyperende rollen ze krijgen. Latijns-Amerikaanse acteurs met een donkerdere huidskleur krijgen steevast de rol van clowns of slechterik, terwijl de acteurs met een lichtere huid veel sympathiekere rollen vertolken. Huidskleur wordt daarmee bepalend voor het personage. 67

2.1.3 Aziatische Amerikaanse stereotypes

Uit het eerste hoofdstuk bleek dat er voor Aziatische Amerikaanse acteurs zeer beperkte mogelijkheden zijn voor een hoofdrol of belangrijke bijrol in een film. Ze krijgen hooguit de rol van de sidekick van het blanke hoofdpersonage. In het afgelopen jaar hebben steeds meer Aziatische Amerikaanse acteurs hun stem laten horen over hun ondervertegenwoordiging in de filmindustrie. Whitewashing is een term die hierbij vaak opdook in de media. De term wordt ofwel gebruikt voor het vervangen van een gekleurd personage door een blank personage, ofwel voor een blanke acteur die een gekleurd personage speelt. Blanke acteurs vertolken dan rollen van Aziatische afkomst met behulp van yellowface. Door middel van make-up, pruiken en het strak tapen van de ogen worden de gezichtskenmerken van blanke acteurs aangepast, zodat ze er in de film Aziatisch uitzien. In de beginjaren van film gebeurde hetzelfde bij zwarte personages, maar vandaag de dag wordt blackface als racistisch ervaren en het spelen van zwarte personages door blanke acteurs is inmiddels taboe.68 Het witwassen van Aziatische rollen lijkt nog wel geaccepteerd te worden, aangezien dit nog steeds regelmatig gebeurt. The Last Airbender (2010), Aloha (2015), The Martian (2015) en Doctor Strange (2016) zijn hier slechts enkele recente voorbeelden van.

Eerder dit jaar werd bekend gemaakt dat in Ghost in the Shell, de filmadaptatie van de gelijknamige manga serie die gepland staat voor 2017, het hoofdpersonage gespeeld gaat worden door de blanke Scarlett Johansson. De naam van het personage is aangepast van Major Motoko Kusanagi naar alleen Major. Woede ontstond bij de Aziatische gemeenschap met name

66Treviño, 1985: 15. 67 Pettit, 1980: 57.

68Zwol, Coen van. ‘Ook Aziaten eisen nu rollen.’ NRC.26 oktober 2016. 29 oktober 2016.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Josiah Hand, of the village of Sandy Hill, in said county, being duly sworn, says, he is fifty-seven years old, and was born in said village, and has always resided there; that he

Dit betekent wel dat de inventarisatie niet volledig is geweest, waardoor niet alle plaatsen waar de soorten leven zullen zijn gekarteerd. Desondanks is aan te nemen dat

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

We beoordelen de eerste norm als voldaan: in de gesprekken is aangegeven dat alle relevante organisaties (VluchtelingenWerk, de afdeling inkomen, Werkkracht en werkgevers) door

La nouvelle chapelle date du XIIe siècle; l'état primitif, de pur style roman mosan, se présente comme suit (fig. 5, b) : la nef centrale est :fianquée de deux

als leidinggevende opneemt en bijdraagt tot een warme en dynamische omgeving waar medewerkers betrokken zijn, met betere resultaten als rechtstreeks

Uw zorgorganisatie geeft heldere, eenduidige informatie over de onvrijwillige zorg die zij biedt zodat cliënten en hun vertegenwoordigers weten wat de

vrije concurrentie op de markt tot stand gekomen prijs, de juiste norm is voor de economische mogelijkheden. Zoowel bij con- sumptie, productie als inkomensverdeeling spelen