• No results found

"Op na'n goeie toekoms vir Thomasi en sy kêrels"

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share ""Op na'n goeie toekoms vir Thomasi en sy kêrels""

Copied!
139
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kelly Mulders & Nastjenka Kop

Holy Family Care Centre

Ofcolaco – Limpopo Zuid-Afrika

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 5 Achtergrondinformatie ... 6 Vasten... 6 Vastenaktie ... 6 Eigen project ... 6

Holy Famil33333y Care Centre ... 7

Hiv en Aids ... 7 Start... 7 Locatie ... 7 Omslag ... 7 Netwerken ... 8 Beleid ... 8 Bekostiging ... 8 Knelpunten ... 8 Erkenning ... 8 Hoosloop... 9 Sponsorloop ... 9 Communicatie ouders ... 9 Sponsorlijst ...10 Activiteiten onderbouw ...12

Activiteit 1: Bezoek Ooggetuigen ...12

Inleiding ...12

Achtergrondinformatie ...12

Activiteiten ...12

Activiteit 2: Hygiëne ...25

(3)

Activiteit 3: Familie ...31 Inleiding ...31 Achtergrondinformatie ...31 Activiteiten ...32 Activiteit 4: School ...35 Inleiding ...35 Achtergrondinformatie ...35 Activiteiten ...36 Activiteit 5: Viering ...41

Suggesties voor de viering ...41

Activiteiten middenbouw ...44

Activiteit 1: Bezoek ooggetuigen ...44

Inleiding ...44 Achtergrondinformatie ...44 Activiteiten ...44 Activiteit 2: Hygiëne ...49 Inleiding ...49 Achtergrondinformatie ...49 Activiteiten ...50 Activiteit 3: Familie...55 Inleiding ...55 Achtergrondinformatie ...55 Activiteiten ...56 Activiteit 4: School ...60 Inleiding ...60 Achtergrondinformatie ...60 Activiteiten ...61 Activiteit 5: Viering ...65

Suggesties voor de viering ...65

Activiteiten bovenbouw ...68

Activiteit 1: Bezoek ooggetuigen ...68

Inleiding ...68

Achtergrondinformatie ...68

Activiteiten ...68

(4)

Inleiding ...73 Achtergrondinformatie ...73 Activiteiten ...74 Activiteit 3: Familie ...79 Inleiding ...79 Achtergrondinformatie ...79 Activiteiten ...80 Activiteit 4: School. ...84 Inleiding ...84 Achtergrondinformatie ...84 Activiteiten ...85 Activiteit 5: Viering ...91

Suggesties voor de viering ...91

Evaluatie Vastenaktie 2012 ...94

Bronnen...95

Boeken...95

Websites...95

In samenwerking met ...95

Met dank aan ...95

Bijlage 1: Vasten ...96

Lessuggesties... 100

Bijlage 2: Extra materiaal... 101

Recept voor mieliepap ... 101

Verhaal van Vincent ... 102

Kleurplaat goede week ... 104

Rebus... 105

Werkblad ... 106

Bijlage 3: Afrikaanse liedjes ... 108

Onderbouw ... 109

Midden- en bovenbouw (vertaalde liedjes)... 110

(5)

Inleiding

Voor u ligt het lessenpakket voor de Vastenaktie van 2012.

Dit jaar gaan we ons inzetten voor de riolering van kindertehuis ‘Holy Family Care Centre’ in Ofcolaco, Zuid-Afrika. Wij raden u aan om het hoofdstuk ‘achtergrondinformatie’ even door te nemen, voordat het project van start gaat. Hierin staat de oorsprong van het project vermeld. Ook kunt u zich verdiepen in de situatie in Ofcolaco.

Mocht u meer informatie nodig hebben over wat vasten inhoudt en baat hebben bij een aantal lessuggesties hieromtrent, kunt u kijken in bijlage 1.

In dit project hebben wij gestreefd naar betekenisvolle activiteiten, waardoor het gaat leven bij de leerlingen. Dit hebben we gedaan door steeds de relatie te leggen tussen de situatie in Ofcolaco en de situatie van uw leerlingen. Ook wordt dit bewerkstelligd door de gekozen thema’s.

De Vastenaktie bestaat uit vijf weken. Voor elke week hebben wij een activiteit ontwikkeld, gebonden aan een thema. De volgende thema’s komen aan bod: Bezoek ooggetuigen, hygiëne, familie, school en viering.

Iedere activiteit bestaat uit een gesprek, waarin de leerlingen nadenken en praten over het thema. Vervolgens worden er een aantal suggesties gegeven voor de verwerking. U kunt een keuze maken uit deze suggesties of er een eigen invulling aan geven.

Met veel plezier hebben wij gewerkt aan dit project. Wij hopen dat u en de leerlingen er net zoveel plezier aan beleven!

Nastjenka Kop & Kelly Mulders

P.s. Zou u na afloop van het project deze willen evalueren op het bijgaande formulier? Alvast bedankt!

(6)

Achtergrondinformatie

Vasten

Grote evenementen kennen een voorbereidingstijd. Dat geldt ook voor christelijke feesten. Zo is de Advent de voorbereiding op Kerstmis. De voorbereiding op Pasen noemt men de

vastentijd. De vastentijd wordt ook wel lijdenstijd of veertigdagentijd genoemd. Het is een periode van inkeer en bezinning om er als een ‘beter’ mens uit te komen. Vasten kan o.a. door gebed, meditatie en/of door zich bepaalde genoegens te ontzeggen. In vroeger dagen

gebeurde dat bijvoorbeeld door bewust minder te eten of minder lux te eten. Voor kinderen was er de methode om tijdens de vasten niet te snoepen en al het lekkers gedurende die veertig dagen te bewaren. Het sportvasten is een hedendaagse variant om er vooral lichamelijk/sporttechnisch beter van te worden. Voorafgaand aan de veertigdagentijd werd Vastenavond gevierd. Men mocht nog even ‘onbegrensd’ genieten voordat de vastenperiode begon. Het carnaval vindt daarin zijn oorsprong. Wordt carnaval de laatste decennia zeer uitgebreid gevierd, ook op plaatsen waar dat eerder niet gebeurde, voor de vasten geldt het omgekeerde.

Vastenaktie

Van de oude soberheid tijdens de vastenperiode is nog weinig over. Er is een nieuwe variant voor in de plaats gekomen. Je kunt jezelf iets ontzeggen om er uitsluitend zelf beter van te worden. Maar, je kunt jezelf ook iets ontzeggen, met tevens als doel iets te willen betekenen voor medemensen. Dat kan bijvoorbeeld door geld af te staan ten behoeve van een goed doel. In dat kader past de jaarlijkse landelijke Vastenaktie.

Per jaar wordt een bepaald actiedoel gekozen, dat landelijk wordt gepromoot. Er is geen verplichting om daarbij aan te sluiten. Als school of als geloofsgemeenschap kan ook een eigen goed actiedoel worden gekozen.

Eigen project

De vier samenwerkende parochies Bethlehem, Breda-Noord, Michael en Willibrordus hebben voor 2012 een eigen project gekozen. Het betreft het Holy Family Care Centre in Ofcolaco in Zuid-Afrika. Zuster Elly van Dijk, voormalig pastor van de Michael- en Willibrordusparochie, heeft er op verzoek van haar overste een aantal jaren gewerkt. Zij moest daarvoor haar pastorale werk beëindigen.

Cordaid draagt bij

Een eigen project kan bij Cordaid worden voorgedragen voor een aanvullende financiële bijdrage. Om ondersteuning te verwerven moet de aanvraag aan bepaalde criteria voldoen. Voor het project Holy Family Care Centre is een aanvraag ingediend en deze is als positief beoordeeld. Dit betekent dat de gezamenlijke bijdrage va n alle deelnemers met maximaal 50% wordt verhoogd!

Scholen en ondersteuning

Aan de basisscholen in het werkgebied van de eerder genoemde parochies is gevraagd om zich aan te sluiten bij de actie. Een aantal scholen heeft dat gedaan. Die scholen organiseren

(7)

Holy Family Care Centre Hiv en Aids

Wereldwijd vormen hiv en aids een groot medisch en sociaal probleem. Vooral Afrika wordt getroffen. Een aanzienlijk deel van de bevolking is besmet, vooral in Zuidelijk Afrika. Zoals overal ter wereld, waar

armoede, rampen of andersoortige ellende concreet project: het ondersteunen van een kindertehuis in Ofcolaco Zuid-Afrika.

Start

Dr. Cecilia, een kinderarts van het Letaba Hospital,

sprak al geruime tijd vóór de millenniumwisseling de wens

uit om -door hiv en aids getroffen- kinderen een goede nazorg te kunnen geven. In het ziekenhuis

was daar geen plaats voor. De thuissituatie van de kinderen, vooral van de weeskinderen, was hiervoor ook verre van ideaal. In 2001 is voor dit doel het Holy Family Care Centre opgericht door FDNSC, een internationale congregatie van vrouwelijke religieuzen. De Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart gingen deze uitdaging aan. De Nederlandse vestiging van deze congregatie is gevestigd in Tilburg aan de Bredaseweg.Aanvankelijk werd gestart als opvanghuis voor moeders met kinderen en voor weeskinderen. In 2002 en 2003 werden ongeveer 140 vrouwen en kinderen opgevangen. De leeftijd van de kinderen varieerde van enkele maanden tot ongeveer 13 jaar. De voorzieningen bleken echter volkomen ontoereikend voor deze grote toestroom.

Locatie

Het Holy Family Care Centre is gevestigd in enkele oude gebouwen, die voordien al een tiental jaren niet meer in gebruik waren. Het kindertehuis is gelegen aan de voet van de Drakensberg Mountains in Ofcolaco in de provincie Limpopo. De natuur is er weelderig en ruig, maar erg gezond voor het herstel van de kinderen. Aanvankelijk waren er in de omgeving grote boerderijen gevestigd van blanke boeren. Vele lokale bewoners werkten op die

boerderijen. Na de afschaffing van de apartheid kwamen de boerderijen in handen van lokale boeren. Die bleken bedrijven van die omvang niet te kunnen leiden. De akkers bleven

onbebouwd, mensen werden werkeloos en de bevolking verviel in armoede.

Omslag

Het onbeperkt opnemen van vrouwen en kinderen bleek een onmogelijkheid. De capaciteit moest in overeenstemming worden gebracht met de mogelijkheden en beperkingen van het gebouw. Met de overheid werd een toelatingsbeleid en -procedure afgesproken. Alleen op grond van een verzoek van het maatschappelijk werk en met een gerechtelijke machtiging kunnen vanaf die tijd kinderen geplaatst worden. Het tehuis richt zich sindsdien uitsluitend op (wees)kinderen va n nul tot en met achttien jaar. Per jaar wordt bekeken of een verder verblijf van een kind noodzakelijk is. De capaciteit van het opvanghuis is vastgelegd op 70

kinderen.Een andere vorm van omslag betrof het perspectief van de kinderen. Aanvankelijk was er een zeer hoog sterftecijfer.

De dagelijkse zorg telde en over de toekomst van de kinderen werd vooralsnog weinig nagedacht. Toen met een subsidie van de Verenigde Staten van Amerika aidsremmers en overige medicijnen konden worden verstrekt, daalde het sterftecijfer aanzienlijk.

(8)

Netwerken

Het Holy Family Care Centre is geen geïsoleerde voorziening. De betekenis reikt veel verder dan de verzorging van de kinderen alleen. De leiding is nu in handen van enkele zusters van de congregatie, die uit verschillende landen komen. Zodoende heeft ook Zuster Elly van Dijk er een drietal jaren gewerkt. De meerderheid van het personeel, ongeveer dertig personen, wordt gevormd door lokale bewoners uit omliggende dorpen. Het bijbrengen van de juiste vaardigheden en houding bij deze mensen is een moeizaam proces. Er wordt langzaam

vooruitgang geboekt. Op den duur heeft dat ook zijn positieve uitwerking in de thuissituatie van de medewerkers en hun leefomgeving.

Het centrum heeft goede contacten met de overheid, de scholen in de omgeving en het

ziekenhuis. Het vervoer van de kinderen naar de scholen en -vanwege de medische controles- naar het ziekenhuis vergt veel inspanning en kosten.

Beleid

Het beleid van het centrum is er op gericht de kinderen niet te laten vervreemden van hun omgeving. Indien maar enigszins mogelijk worden kinderen terug geplaatst in hun

thuissituatie. Wanneer de ouders overleden zijn en er bij overige familieleden geen

mogelijkheden zijn, mogen de kinderen blijven. Bij terugplaatsing wordt vooral beoordeeld of er een veilige plek is voor het kind. Armoede, het risico van misbruik en uitstoting vanwege de besmetting met hiv en aids kunnen terugplaatsing vertragen of verhinderen.Door het volgen van onderwijs op lokale dorpsscholen en de contacten met het uit de omgeving komende personeel vervreemden de kinderen niet van hun omgeving.

Bekostiging

De officiële erkenning door de Zuid Afrikaanse overheid is geen garantie voor een ruime bekostiging. Zoals eerder gesteld komen de medicijnen (nu nog) via een subsidie door de Amerikaanse overheid. Voor de verzorging van de kinderen ontvangt de leiding een sobere vergoeding, die lang niet altijd op tijd beschikbaar komt. Ten behoeve van onderhoud en aanpassing van het gebouw ontvangt men geen vergoeding. Terwijl voor kinderen met hiv en aids een hygiënische omgeving juist van erg groot belang is.

Knelpunten

Een groot knelpunt is de riolering van het verouderde pand. Bij hevige regenval loopt het terrein onder en werkt de bestaande afvoer van het sanitair volstrekt onvoldoende. Verontreinigd water trekt muggen aan, muggen trekken kikkers aan en kikkers trekken slangen aan. Dat is geen ideale situatie. Daarnaast moet er dringend wat gebeuren aan de slaapruimten. Het is een bron van zorg om de slaapruimten ruimtelijk en hygiënisch geschikt in te richten voor jonge en oudere kinderen, voor jongens en meisjes.

(9)

Hoosloop

Omdat de sponsorloop voorgaande jaren zeer succesvol is gebleken, hebben wij geprobeerd dit concept in onze actie te behouden.

De sponsorloop hebben wij verbonden aan de situatie waar we ons voor willen inzetten, zodat de activiteit betekenisvol gaat worden.

Als het ware ‘helpen’ wij het tehuis met het hozen van het water uit de riolering in deze “Hoosloop”.

Opzet

De “Hoosloop” is een hindernisbaan, waarbij de moeilijkheden van dit probleem zorgen voor de hindernissen. De leerlingen moeten van de ene kant naar de andere kant van bijvoorbeeld een gymzaal zien te komen. Daar staat een grote bak met water (er is duidelijk aangegeven hoeveel liter water er in de bak zit). De leerlingen hebben een plastic beker, waarmee zij het water uit de bak scheppen. Dit water moet terug naar het begin en daar in een bak gegoten worden.

De hindernissen kunnen bestaan uit:

- Slalommen om de slangen (bijv. touwen) heen

- Slootje springen (bijv. van mat naar mat), over het ‘overgelopen water’ - Balanceren (ergens overheen lopen om het ongedierte te ontwijken)

- Onder je deken kruipen voor de muggen (bijv. een trapezoïde bedekt met een deken/laken)

Sponsorlijst (blz. 10)

De leerlingen kunnen gesponsord worden met een vast bedrag. De leerlingen kunnen een lijst meenemen waarop zij hun sponsors kunnen laten inschrijven.

Bijgaande brief (blz.11)

Deze brief is als i nformatie richting de sponsoren bedoeld. Het handigst is, als u deze op de achterkant van de sponsorlijst mee kopieert. Rechts bovenin is ruimte om de stempel van uw school te zetten of het logo van uw school op mee te kopiëren.

Sponsorloop

U kunt er natuurlijk ook voor kiezen om een ouderwetse sponsorloop te houden. Hier zijn de sponsorlijst en bijgaande brief ook geschikt voor.

Communicatie ouders

In bijlage 4 is een brief toegevoegd.

Op het moment dat de hoos-/sponsorloop is uitgelegd aan de kinderen, kunnen zij in het vakje ‘zo help ik Ofcolaco’ een tekening maken van zichzelf in die bewuste loop. Hebben ze nog andere ideeën van hoe ze kunnen helpen? Kunnen ze dat natuurlijk ook tekenen. Laat de creativiteit de vrije loop om de betrokkenheid te vergroten!

Deze brief kunnen ze dan meenemen naar hun ouders en er eventueel zelf ook nog wat over vertellen!

(10)

Sponsorlijst

NAAM:

Wat moet U doen ?

GROEP:

Vul uw naam en adres en een vast bedrag in

SCHOOL:

In te vullen door sponsor :

Naam: Adres: Bedrag:

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

(11)

VASTENAkTIE 2012

Wij zetten ons in voor kindertehuis:

‘Holy Family Care Centre’ in Ofcolaco, Zuid-Afrika.

Doet u mee?

Vastenaktie 2012 zet zich dus in om geld bijeen te

brengen voor een nieuwe riolering voor het Holy Family Care

Centre in Ofcolaco in Zuid-Afrika.

Met uw steun krijgen we dit voor elkaar!

Dr. Cecilia, een kinderarts van het Letaba Hospital, sprak al geruime tijd vóór de millenniumwisseling de wens uit om -door hiv en aids getroffen- kinderen een goede nazorg te kunnen geven. In het ziekenhuis was daar geen plaats voor.

De thuissituatie van de kinderen, vooral van de weeskinderen, was hiervoor ook verre van ideaal. In 2001 is voor dit doel het Holy Family Care Centre opgericht door FDNSC, een internationale congregatie van vrouwelijke religieuzen. De Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart gingen deze uitdaging aan. In 2002 en 2003 werden ongeveer 140 vrouwen en kinderen opgevangen. De leeftijd van de kinderen varieerde van enkele maanden tot ongeveer 13 jaar. De

voorzieningen bleken echter volkomen ontoereikend voor deze grote toestroom. Een groot knelpunt is de riolering van het verouderde pand. Bij hevige regenval loopt het terrein onder en werkt de bestaande afvoer van het sanitair volstrekt onvoldoende. Verontreinigd water trekt muggen aan, muggen trekken kikkers aan en kikkers trekken slangen aan. Dat is geen ideale situatie. Daarnaast moet er dringend wat gebeuren aan de slaapruimten. Het is een bron van zorg om de slaapruimten ruimtelijk en hygiënisch geschikt in te richten voor jonge en oudere kinderen, voor jongens en meisjes. Ten behoeve van onderhoud en aanpassing van het gebouw ontvangt men geen vergoeding. Terwijl voor kinderen met hiv en aids een hygiënische omgeving juist van erg groot belang is.

(12)

Activiteiten onderbouw

Activiteit 1: Bezoek Ooggetuigen

Inleiding

Zuster Elly of Trudy Gerritsen komt op school, ter introductie van dit project, vertellen over de situatie in Ofcolaco. Aan de hand van een PowerPoint met foto’s vertelt zij over haar ervaring in het tehuis. Op deze manier willen wij de beleving van de leerlingen aanspreken, zodat het project betekenis krijgt.

Ter verwerking van de introductie leest de leerkracht een passend Bijbels verhaal voor.

Achtergrondinformatie

Zuster Elly van Dijk en Trudy Gerritsen

Zuster Elly van Dijk is lid van Congregatie van de Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. Van 2002 tot 2006 werkte zij als parttime pastoraal werksters in de Parochies van Breda Oost en Teteringen. In 2006 vroeg het generaal bestuur van haar Congregatie Zuster Elly om te gaan

werken in Holy Family Care Centre in Ofcolaco, Zuid Afrika. Zuster Elly heeft dat met veel plezier gedaan.

Trudy Gerritsen, toenmalig lid van het Parochiebestuur van de Willibrordusparochie in Teteringen, voor ongeveer 4 weken naar Ofcolaco om te helpen. Een jaar later kwam Trudy terug met haar echtgenoot. Zij bleven toen ongeveer 3 weken.

In november 2009 werd Zuster Elly in het Provinciaal Bestuur van haar Congregatie gekozen en moest zij terugkeren naar Nederland. In januari 2011 zijn Zuster Elly, Marion de Bruin en Trudy Gerritsen voor een maand teruggeweest naar het project en het was geweldig om te zien hoe goed de kinderen vooruit waren gegaan.

Activiteiten

Lees het verhaal van de barmhartige Samaritaan voor. (blz. 13)

Zuster Elly of Trudy vertelt over de situatie in Ofcolaco. De essentie van het verhaal is dat zij zonder eigen belang de mensen daar helpen. Het verhaal van de

barmhartige Samaritaan sluit hier mooi bij aan. Probeer tijdens het gesprek met de leerlingen de link te leggen tussen beide verhalen.

Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:

- Waarom liepen die mannen de beroofde man voorbij?

- Wat vind je van de man die hem wel geholpen heeft? (barmhartige Samaritaan)

(13)
(14)
(15)
(16)
(17)
(18)
(19)
(20)
(21)
(22)
(23)
(24)
(25)

Activiteit 2: Hygiëne

Inleiding

Naar aanleiding van problemen met de riolering in het tehuis hebben we voor het thema ‘hygiëne’ gekozen. Iedere bouw ontvangt een ‘brief’ met foto’s, waarin een kind vertelt over de situatie daar. Deze brief geeft betekenis aan de activiteiten. In de onderbouw vonden we dat het onderwerp ‘riolering’ te moeilijk zou zijn. Hierdoor hebben we gekozen voor het onderwerp ‘tanden poetsen’. De leerlingen leren hoe je met je tandenborstel om hoort te

gaan en waarom tanden poetsen belangrijk is.

Achtergrondinformatie

Hygiëne in Zuid Afrika

In de kleine huisjes in het dorp slapen de families vaak heel dicht op elkaar, waardoor ziekten gemakkelijk verspreid worden. Er is geen stromend water. Dat moet in grote containers op kruiwagens gehaald worden bij de pomp. Meisjes en vrouwen lopen dagelijks vaak vele uren om water te halen, wat ten koste gaat van andere zaken, zoals school. Mensen wassen zichzelf en hun kleding vaak bij een klein riviertje.

In het weeshuis worden de kleren, de lakens en de handdoeken in de wasmachine gewassen, maar de oudere kinderen moeten hun kleren wassen in een teiltje met sop, zodat ze later in het dorp ook in staat zullen zijn om voor zichzelf te zorgen.

Bij de meeste huizen is inmiddels wel een toilet te vinden, maar die bestaat enkel uit een toilet dat loost op een gat in de grond. Naast het toilet staat vaak een fles water, die je kunt gebruiken om je handen te wassen. In het weeshuis zijn voldoende toiletten aanwezig. De ontlasting wordt afgevoerd naar een septische tank, die met enige regelmaat geleegd wordt. De afvoer is echter zodanig slecht dat in de regentijd de toiletten slecht doorspoelen en uitwerpselen uit de tank weggespoeld, waardoor de omgeving verontreinigd wordt.

Een aantal kinderen dat in het weeshuis opgenomen wordt, is nog niet gewend om naar het toilet te gaan en doet zijn behoefte gewoon ergens midden op het terrein. Deze kinderen moeten dus nog heel wat leren over hygiëne. Zoals veel mensen in Zuid Afrika hebben zij weinig kennis over de rol die hygiëne speelt bij het voorkomen van ziektes. Dit alles leidt tot een slechte gezondheidssituatie, vooral voor jonge kinderen en (zwangere) vrouwen.

Het erf rondom de huisjes wordt door de vrouwen met een bezem van takkenbossen goed schoongehouden, om ongedierte te voorkomen. Gras en struikgewas worden ook altijd kort gehouden, vanwege het gevaar voor slangen.

(26)

Activiteiten

Materiaal

- Brief met foto’s (blz. 27)

- vieze tandenborstel (zelf regelen) Lesopzet

De leerkracht leest de brief voor en praat hier met de leerlingen over aan de hand van de bijgevoegde foto’s.

De leerkracht laat een vieze tandenborstel zien en stelt de volgende vragen: - Wat zie je aan deze tandenborstel?

- Zou jij je tanden hier mee willen poetsen? Waarom we l of niet? - Waarom poets je je tanden eigenlijk?

- Hoe ziet jouw tandenborstel er uit?

- Waar ligt jouw tandenborstel als je hem niet gebruikt? - Zing je er wel eens een liedje bij?

Verdere lessuggesties

- Een brief terug schrijven met antwoorden op de vragen die gesteld worden. - De leerkracht laat een liedje horen en leert dit liedje aan.

Ø Link: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20080406_tandarts01

- De leerkracht leest een prentenboek over tanden poetsen voor. Suggesties van boeken die in de bieb van Breda te lenen zijn: - Knap hoor pap! Eric van Os

- Tandenpoetsen! Helga van Warmels - De Viezerik Marriëtte Aerts

(27)

Hallo allemaal,

Mijn naam is Thomasi Ik woon in Zuid Afrika.

Ik woon niet meer bij mijn papa en mama. Zij zijn helaas gestorven, omdat zij heel erg ziek waren.

Nu woon ik met veel meer kinderen samen in een tehuis. Alle andere kinderen hebben ook geen papa en mama meer die voor hun kan zorgen.

Vroeger woonde ik in een soort hut. Deze hut is ongeveer net zo groot als de woonkamer bij jou thuis.

Hier woonde ik met 9 broertjes en zusjes en mijn papa en mama.

(28)

Omdat de hut zo klein was, sliepen we er alleen maar. Koken, eten, spelen, huiswerk maken deden we allemaal buiten.

We hadden geen wc zoals jullie. Als wij naar de wc moesten, deden we dat in een gat in de grond.

We hadden ook geen kraan waar water uit komt, zoals bij jullie. Als wij water wilden, moesten we uren lopen naar een pomp. Om het water mee te nemen, moesten we ook grote tonnen meenemen. We droegen die dan met een kruiwagen.

Nu ik in het tehuis woon, is het allemaal al veel beter. Ik moest wel leren om naar de wc te gaan, want ik was gewend dit op de grond te doen. De wc werkt alleen nog niet zo heel goed. Als het regent, komt al het water uit

(29)

Ook moest ik leren om goed te zorgen voor mijn spullen. Ik heb een bak gekregen, waarin ik al mijn spullen mag bewaren. Ik heb schoenen gekregen om op te lopen. We liepen vroeger altijd op blote voeten!

Ook heb ik iets speciaals gekregen om mijn tanden mee schoon te maken. Weten jullie hoe dat heet? Een tandenborstel! Eerst was ik erg slordig met mijn tandenborstel. Ik wilde er mee spelen en als ik er klaar mee was, legde ik hem op de grond of in de bosjes.

Maar ik vergat dat hij daar lag en dan was ik hem kwijt! Ik heb nu geleerd dat je goed met je

tandenborstel om moet gaan, omdat je anders ziek kunt worden van alle viezigheid van de grond. Ik zet nu elke keer na het tandenpoetsen mijn tandenborstel in een beker.

Hoe doen jullie dat eigenlijk? Weet je ook waarom je je tanden moet poetsen?

Ik schrijf jullie snel weer een brief! Groetjes van Thomasi

(30)
(31)

Activiteit 3: Familie

Inleiding

De reden waarom de kinderen in een tehuis zitten, is omdat hun familie niet voor hen kan zorgen. Velen zijn hun ouders kwijt vanwege de ziekte ‘aids’. Iedere bouw ontvangt een ‘brief’ met foto’s, waarin een kind vertelt over de situatie daar. Deze brief geeft betekenis aan de activiteiten.

In de onderbouw gaat het voornamelijk over wat familie is en hoe het zou zijn als je ouders er even niet zijn. Hierbij

vergelijken zij hun situatie met die in Ofcolaco.

In de midden- en bovenbouw

gaan we dieper in op familie door het te hebben over karaktertrekken. Ook gaan de leerlingen nadenken over hoe het zou zijn als je ouders er niet meer zijn. In de bovenbouw laten we ook de ziekte ‘aids’ niet onvermeld.

Achtergrondinformatie

Familie in Zuid Afrika

In Zuid-Afrika hebben 13% van alle kinderen onder de 18 jaar hun moeder of vader verloren aan aids. In totaal wordt het aantal aidswezen op 2,2 miljoen geschat. Zo ontstaan er enorm veel gezinssituaties waarbij de oudste kinderen de rol van vader en moeder overnemen en zorgen voor hun jongere broers en zussen.

Ø Link:

Filmpje op internet:

NOS nieuws Weeskinderen overleven in Zuid Afrika 30 november 2009

http://nos.nl/video/100580-weeskinderen-overleven-in-zuidafrika.html

Een aantal kinderen groeit op bij hun grootmoeder, die oud is, rouwt om het verlies van haar kind en dan voor haar kleinkinderen moet zorgen, waar ze geen geld voor heeft. Voor een aantal kinderen is het dan ook een opluchting als ze opgenomen kunnen worden in het kindertehuis, waar er voor hun gezorgd wordt en waar ze weer kind kunnen zijn. Doelstellingen van het kindertehuis zijn dan ook om de kinderen een thuis te bieden en om hun weer wat terug te geven van hun jeugd. Verder worden ze ook voorbereid op de toekomst doordat ze tijd en ruimte krijgen voor rouwverwerking, onderwijs, behandeling van hun ziekte. Geprobeerd wordt om broertjes en zusjes zoveel mogelijk samen op te nemen, zodat ze binnen aanvaardbare grenzen toch voor elkaar kunnen blijven zorgen.

(32)

Activiteiten

Materialen

- Fotoalbum van uzelf - Brief met foto’s (blz 33) Lesopzet

- De leerkracht leest de brief voor.

- De leerkracht bekijkt samen met de leerlingen het fotoalbum en voert intussen een gesprek. Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:

o Hoe heten jouw papa en mama? o Wat doen papa en mama voor jou? o Wat vind je zo leuk aan papa/mama?

o Ben je wel eens in de winkel jouw papa/mama kwijtgeraakt? o Hoe voelde dat?

o Hoe werd het opgelost?

o Als er een kind is zonder ouders kan er misschien op in gegaan worden wie er dan voor het betreffende kind zorgt.

o Wat is familie?

o Wie is er nog meer familie van jou?

- De leerkracht maakt de verwijzing naar het feit dat het Afrikaanse kind geen papa of mama meer heeft en daarom in het tehuis is.

Verdere lessuggesties

- Een brief terug schrijven met antwoorden op de vragen die gesteld worden. - De leerlingen foto’s mee laten nemen over hun eigen familie

o Hiermee een eigen stamboom maken o Vertellen over hun familie

o De foto’s naschilderen

o Een collage maken van alle ‘moeders’, ‘vaders’, ‘opa’s, ‘oma’s’ etc. - Praten over ziek zijn. De ouders van het Afrikaanse kind zijn overleden doordat

ze heel erg ziek waren. Wat doe jij voor iemand die ziek is? (Hierbij kan terugverwezen worden naar het verhaal van de Barmhartige Samaritaan)

- Een prentenboek voorlezen met als thema ‘familie’

Suggesties van boeken die in de bieb van Breda te lenen zijn:

- Allemaal familie Catherine Anholt

- De baby uit de bloemkool : en waar kom jij vandaan? Detty Verreydt

(33)

Hallo, daar ben ik weer, Thomasi!

Toen jullie de vorige keer een brief kregen van mij, vertelde ik, dat ik geen papa en mama meer heb. Weten jullie nog waardoor dat kwam? Ze waren heel erg ziek geworden. Ik was wel erg verdrietig toen dat gebeurde.

Ben jij je papa of mama wel eens kwijt geraakt? Hoe voelde dat?

Ik heb jullie toen ook verteld hoeveel broertjes en zusjes ik had. Weten jullie nog hoeveel? 9 broertjes en zusjes!

Hoeveel broertjes en zusjes heb jij?

Hier zie je 2 broertjes en een zusje van mij.

Toen mijn papa en mama er niet meer waren, had ik nog wel een oma die voor ons wilde zorgen. Maar, net als jouw oma, was mijn oma erg oud. Zij moest nu ineens voor … kinderen zorgen. Ze had ook eigenlijk geen geld om ons allemaal te

verzorgen.

Mijn tantes en ooms hadden zelf al veel kinderen, mijn nichtjes en neefjes. Dus zij konden ons ook niet helpen.

(34)

Gelukkig kon ik naar het tehuis en wordt ik daar nu goed verzorgd. Ik heb daar al veel vriendjes en vriendinnetjes gemaakt!

Soms mag ik op vakantie naar mijn oma en mijn broertjes en zusjes. Daar moet ik dan wel weer even wennen. Want dan krijg ik altijd minder eten dan in het tehuis. Maar ik ben wel blij dat ik mijn familie weer zie.

Heb jij ook familie? Wie is er allemaal jouw familie? Ik schrijf jullie snel weer een brief!

(35)

Activiteit 4: School

Inleiding

Naar school toe gaan is een dagelijkse bezigheid voor de leerlingen. Daarom hebben we gekozen voor het thema ‘school’. Iedere bouw ontvangt een ‘brief’ met foto’s, waarin een kind vertelt over de situatie daar. Deze brief geeft betekenis aan de activiteiten. In dit thema gaan de leerlingen hun schoolsituatie vergelijken met die van een kind in Ofcolaco. Dit staat in iedere bouw centraal. Van onder- naar bovenbouw wordt er dieper op het onderwerp ingegaan. Uiteindelijk wordt er een typisch Afrikaans spelletje en/of liedje aangeleerd.

In de bovenbouw gaan de

leerlingen zich ook verdiepen in de Afrikaanse taal, door middel van het analyseren van de tekst van een Afrikaans liedje.

Achtergrondinformatie

Het onderwijs in Zuid Afrika

Sinds 1996 is in Zuid Afrika onderwijs verplicht voor kinderen van 7 (grade 1) tot 15 jaar of de voltooiing van grade 9.Veel kinderen beginnen in grade R, dat is de voorbereiding op de lagere school, dus vergelijkbaar met onze kleuterschool.

De kinderen die nog geen zeven jaar zijn gaan in Holy Family Care Centrum naar de crèche op het eigen terrein. De leidster van de crèche is kleuterleidster en zij is bevoegd om les te geven aan de kinderen in grade R.

Van de overgang van grade R naar de lagere school wordt vaak een groot feest gemaakt. Op de kleuterschool in Calais, het nabijgelegen dorp werden de kinderen voor die gelegenheid zelfs als kleine professoren uitgedost.

De lagere school is grade 1 tot en met grade 7. De middelbare school van grade 8 tot en met 12. Op school dragen de kinderen een schooluniform. De kinderen van Holy Family Care Centre gaan in het naburige dorp, Calais naar school. Ze worden met de autobus gebracht en weer opgehaald.

Al op de lagere school leren de kinderen verschillende talen: hun eigen Afrikaanse taal (voor de meeste kinderen van Holy Family is dat Sepedi), Zuid-Afrikaans (de taal van de Nederlandse kolonialisten) en Engels (de taal van de Engelse kolonialisten).

(36)

Hier volgt een lijstje met het woord Hallo in verschillende talen: - Hello (Engels)

- Thobela (Sepedi) - Demela (SEsotho) - Dumelang (Setswana) - Goeiedag (Zuid Afrikaans )

96% van de kinderen beneden de 17 jaar gaan naar school. Maar 4% van de kinderen doet dat dus niet! Gemiddeld gaan jongeren 13 jaar lang naar school. Dat betekent dat de meeste kinderen na hun middelbare school geen verdere opleiding ontvangen.

Activiteiten

Materialen

- Brief met foto’s (blz 38)

- Typisch Afrikaans liedje en spelletjes (blz 39) Lesopzet

De leerkracht leest de brief voor en praat hier met de leerlingen over aan de hand van de bijgevoegde foto’s.

De leerkracht start een gesprekje met de leerlingen, dat gaat over de verschillen tussen het naar school toe gaan hier en daar. Hierbij worden de bijbehorende foto’s gebruikt ter visuele ondersteuning. De leerlingen gaan zich verplaatsen in een dag uit het leven van een schoolkind in Afrika. Hierbij moet je denken aan: het uiterlijk van de school, de reis er naar toe, de materialen waarmee gewerkt wordt en de uniformen. Wat valt er op? De volgende vragen kunnen gesteld worden:

- Wat zijn de verschillen met onze school en de school daar als je kijkt naar de buitenkant?

- Wat zijn de verschillen met ons schoolplein en het schoolplein van hen? - Wat valt er op als je kijkt naar een klas van een school in Afrika?

- Zouden de kinderen daar met net zoveel speelgoed, werkjes en materiaal kunnen werken zoals wij dat hebben? Waarom wel of niet?

- Hoe zouden de kinderen in Afrika naar school toe gaan? Wat zou daar anders aan zijn dan bij ons?

- Wat valt je op aan de kleding van de kinderen daar? Waarom zouden ze uniformen aan hebben?

Verdere lessuggesties

- Een brief terug schrijven met antwoorden op de vragen die gesteld worden. - De leerkracht leert een typisch Afrikaans liedje of spelletje aan.

(37)

Hallo, hier weer een brief van mij, Thomasi.

Deze keer wil ik jullie graag iets vertellen over mijn school.

Als ik naar school ga, moet ik best ver lopen. Gelukkig wordt ik vaak gebracht door de mensen die in het tehuis werken. Ik moet ook altijd een rivier oversteken. Als het heel hard of veel geregend heeft, kan ik niet naar school. De rivier is dan overstroomd, er zit te veel water in, waardoor de brug niet meer te zien is.

Hoe ga jij meestal naar school?

Als ik naar school ga, moet ik ook een uniform aan. Dat zijn speciale kleren die iedereen aan heeft. Dan kunnen we niet aan de kleren zien of iemand arm of rijk is. Want als je rijk bent, heb je veel mooiere kleren dan iemand die arm is. Wat doe jij aan naar school?

(38)

Mijn school is niet zo groot. We zitten soms met heel veel kinderen tegelijk in de klas. We hebben ook niet zoveel spullen. Een bord, een paar tafels, wat schriften en boeken en potloden of pennen. .

Wat staat er bij jullie in de klas?

Op school leren we lezen en schrijven en rekenen. Ook doen we wel eens spelletjes en leren we liedjes. Wat doen jullie op school?

Ik schrijf jullie snel weer een brief! Groetjes van Thomasi

(39)

Afrikaans lied

UMAMA NOTATA

Vertaling:

u mama : mijn mama no tata : mijn papa

bayandithanda : zien mij graag u sisi : mijn zus

no bhuti : mijn broer

Via de link is de melodie van het lied te luisteren, mocht u geen noten kunnen lezen:

(40)

Afrikaanse spelletjes Kriebelspelletje

Alle kinderen staan in de kring, één kind loopt rond de kring. Dit kind stopt tussen twee kinderen in en steekt een zelf geregen ketting uit. Deze kan van te voren zelf gemaakt worden in de klas. Dan pas mogen de buren met de ketting van het kind om de kring heen lopen. Ze lopen ieder een andere kant op, en mogen niet voorbij het kind met de ketting . Wanneer ze elkaar tegen komen moeten ze even in elkaars haren kriebelen en lopen zo snel mogelijk naar het kind met de ketting toe. Ze proberen beiden het vlugst de ketting te pakken. Wie hem het eerst heeft mag om de kring heen lopen en

vervolgens tussen 2 andere leerlingen gaan staan. Ook het andere kind neemt opnieuw plaats in de kring.

Doorgeef kokosnoot

!!! U kunt zelf zorgen voor een echte kokosnoot of u neemt een bal.

De groep is verdeeld in 2 groepen. Eén groep (1) staat achter elkaar achter een lijn en de andere groep (2) staat in een kring. Eén kind in groep 2 heeft een kokosnoot in zijn hand en is het stamhoofd. Wanneer er een teken wordt afgegeven starten beide groepen.

Groep 1: Het eerste kind start en loopt rond de kring . Dan loopt hij terug naar de zijn groep en tikt de volgende aan.

Groep 2: Geeft de kokosnoot in de kring door. Telkens wanneer de kokosnoot voorbij het stamhoofd komt, telt men er een ronde bij.

Afrikaans muziekspel

Laat de leerlingen alleen of in groepjes op (Afrikaanse) trommels slaan, andere kinderen moeten raden welk liedje er getrommeld wordt.

Afrikaans dansspel

De kinderen gaan Afrikaans dansen en op een sein onder een stok de limbo dansen. Hier wordt eerst naar gezocht op internet en gekeken hoe dit precies gaat. Wie houdt dit het langste vol?

(41)

Activiteit 5: Viering

Ter afsluiting van dit project, vindt er een viering plaats. In deze viering wordt het verhaal van de opstanding van Jezus verteld. (blz. 42) Onze gedachte hierbij is dat we samen met Jezus verder leven. Dit vonden wij een mooie link naar hoe de zusters de kinderen in Ofcolaco een betere toekomst bieden.

Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:

- Jezus is opgestaan. Wat zou dit betekenen? (nadenken over symboliek) - Het leven met Jezus betekent dat je mensen helpt. Zou jij zo willen leven en

waarom?

Suggesties voor de viering

Iedere school is anders. Wij willen de school daarom vrij laten in de keus van de

afsluiting van de Vastenaktie. Ook de keus of dit een gezamenlijke of klassikale viering wordt, laten wij aan de school over.

Ter ondersteuning een aantal suggesties:

- Bekendmaking van het opgehaalde bedrag. Iemand die officieel het bedrag in ontvangst neemt.

- Samen een ingestudeerd (Afrikaans) liedje zingen. (zie suggesties bij het thema ‘school’)

- Afrikaanse spelletjesmiddag. (zie suggesties bij het thema ‘school’) - Iedere groep of bouw doet een stukje gerelateerd aan de actie. (dans,

toneelstukje, liedje etc.)

- Ieder kind een kaarsje geven en de warmte en het licht doorgeven, zoals wij onze warmte en licht doorgeven aan het tehuis in Ofcolaco.

(42)

Paasverhaal: Het wordt weer licht

In een klein wit huisje in Jeruzalem, zitten twee vrouwen. Ze heten allebei Maria. Ze huilen wanr Jezus is dood. Ze zitten in een donker hoekje van de kamer. Op de grond. Maria veegt de tranen van haar gezicht en zegt: “Zal ik een kaars aansteken?”

“Nee, doe maar niet”, zegt de andere Maria. “Wat heeft het voor zin? Jezus is dood, het is donker, het licht is voorbij. Had jij dat nou gedacht? Nee, ik snap het niet. Waarom hebben ze Jezus doodgemaakt? Hij maakte mensen blij. Ze voelden zich weer beter en hoorden erbij. En toch? Toch hebben ze hem aan het kruis gehangen, we hebben het zelf gezien. Dat was heel verdrietig.” Als Maria dat vertelt, komen er weer tranen in haar ogen.

“Huil maar”, zegt de andere Maria. Zo zitten ze samen naast elkaar. Ze troosten elkaar zonder wat te zeggen.

Na een tijdje zegt Maria: “Het is wel goed dat Jezus begraven is. Nu ligt hij in een mooi graf met een grote steen ervoor.”

“Ja”, zegt de andere Maria, “het graf is in een mooie tuin.”

“Mooi?”, zegt Maria, “helemaal niet mooi. De tuin is kaal en er zitten nog geen blaadjes aan de bomen. Ik zie alleen maar dode takken. Maar misschien gaat de tuin weer bloeien. Zullen we gaan kijken?”

“Kijken? Nu?”, vraagt Maria. “De zon is nog niet eens op. Het is nog donker.”

“Ik wil naar het graf van Jezus”, zegt de andere Maria. “Waarom? Ik weet het niet, je moet toch wat doen? En laten we lekkere kruiden meenemen.”

Daar lopen ze door de stille straatjes van Jeruzalem. Iedereen slaapt nog. Maar de beide Maria’s lopen vlug door. Naar de tuin met het graf van Jezus.

Ze weten de weg en zijn er snel. Opeens staan ze met een schok stil. Het graf is open! De steen is weg! Ze gaan voorzichtig het graf binnen, maar het lichaam van Jezus is er niet. Ze begrijpen het niet. Waarom hebben ze Jezus weggehaald? Nu hebben ze geen plekje meer waar ze aan Jezus kunnen denken.

Maar plotseling staan er twee mannen naast hen met glimmende witte kleren. De beide Maria’s schrikken heel erg. Maar de mannen zeggen: “Wat doen jullie hier? Jezus is hier niet. Hij leeft!”

Er wordt een grote kaars aangestoken

Maria kijkt de andere Maria aan. Er komen lichtjes in hun ogen. Ze worden blij en lachen. Jezus is niet dood. Hij leeft! Dat moeten ze aan hun vrienden vertellen, de leerlingen van Jezus.

Ze gaan de tuin weer uit. En dan zien ze wat ze eerst niet zagen. Aan de takken van de bomen zitten kleine groene puntjes. Er groeien blaadjes aan. Frisse, groene blaadjes. De aarde wordt weer mooi. De zon schijnt volop en geeft kleur en warmte aan de wereld. Het is Pasen.

(43)

Hallo allemaal,

Ik wil jullie heel erg bedanken voor jullie hulp. Ik heb gehoord dat jullie samen heel veel geld hebben opgehaald. Onze riolering kan nu gemaakt worden. Dan zal het niet meer zo vies zijn als het regent!

Hier zijn we allemaal aan het zingen en aan het dansen om jullie te bedanken. Gaan jullie ook feest vieren? Dat hebben jullie wel verdiend!

Dankjewel! Thomasi

(44)

Activiteiten middenbouw

Activiteit 1: Bezoek ooggetuigen

Inleiding

Zuster Elly of Trudy Gerritsen komt op school, ter introductie van dit project, vertellen over de situatie in Ofcolaco. Aan de hand van een PowerPoint met foto’s vertelt zij over haar ervaring in het tehuis. Op deze manier willen wij de beleving van de leerlingen aanspreken, zodat het project betekenis krijgt.

Ter verwerking van de introductie leest de leerkracht een passend Bijbels verhaal voor.

Achtergrondinformatie

Zuster Elly van Dijk en Trudy Gerritsen

Zuster Elly van Dijk is lid van Congregatie van de Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. Van 2002 tot 2006 werkte zij als parttime pastoraal werksters in de Parochies van Breda Oost en Teteringen. In 2006 vroeg het generaal bestuur van haar Congregatie Zuster Elly om te gaan

werken in Holy Family Care Centre in Ofcolaco, Zuid Afrika. Zuster Elly heeft dat met veel plezier gedaan.

Trudy Gerritsen, toenmalig lid van het Parochiebestuur van de Willibrordusparochie in Teteringen, voor ongeveer 4 weken naar Ofcolaco om te helpen. Een jaar later kwam Trudy terug met haar echtgenoot. Zij bleven toen ongeveer 3 weken.

In november 2009 werd Zuster Elly in het Provinciaal Bestuur van haar Congregatie gekozen en moest zij terugkeren naar Nederland. In januari 2011 zijn Zuster Elly, Marion de Bruin en Trudy Gerritsen voor een maand teruggeweest naar het project en het was geweldig om te zien hoe goed de kinderen vooruit waren gegaan.

Activiteiten

Lees het verhaal van het dochtertje van Jaïris voor. (blz. 45)

Zuster Elly of Trudy vertelt over een meisje dat in principe al opgegeven was. Maar met geloof en heel veel moeite, hebben zij het kindje toch in leven weten te houden. Het verhaal van het dochtertje van Jaïris sluit hier mooi bij aan. Probeer tijdens het gesprek met de leerlingen de link te leggen tussen beide verhalen.

Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden: - Wat is er aan de hand met het meisje? - Wat doet de vader?

(45)
(46)
(47)
(48)
(49)

Activiteit 2: Hygiëne

Inleiding

Naar aanleiding van problemen met de riolering in het tehuis hebben we voor het thema ‘hygiëne’ gekozen. Iedere bouw ontvangt een ‘brief’ met foto’s, waarin een kind vertelt over de situatie daar. Deze brief geeft betekenis aan de activiteiten. In de onderbouw vonden we dat het onderwerp ‘riolering’ te moeilijk zou zijn. Hierdoor

hebben we gekozen voor het onderwerp ‘tanden poetsen’. De leerlingen leren hoe je met je tandenborstel om hoort te gaan en waarom tanden poetsen belangrijk is. In de midden- en bovenbouw komt het onderwerp ‘riolering’ wel aan bod.

De leerlingen gaan de situatie in Ofcolaco vergelijken met de situatie hier. Zij leren wat de riolering in Nederland inhoudt en leren ook zelf water te zuiveren.

Achtergrondinformatie

Hygiëne in Zuid Afrika

In de kleine huisjes in het dorp slapen de families vaak heel dicht op elkaar, waardoor ziekten gemakkelijk verspreid worden. Er is geen stromend water. Dat moet in grote containers op kruiwagens gehaald worden bij de pomp. Meisjes en vrouwen lopen dagelijks vaak vele uren om water te halen, wat ten koste gaat van andere zaken, zoals school. Mensen wassen zichzelf en hun kleding vaak bij een klein riviertje.

In het weeshuis worden de kleren, de lakens en de handdoeken in de wasmachine gewassen, maar de oudere kinderen moeten hun kleren wassen in een teiltje met sop, zodat ze later in het dorp ook in staat zullen zijn om voor zichzelf te zorgen. Bij de meeste huizen is inmiddels wel een toilet te vinden, maar die bestaat enkel uit een toilet dat loost op een gat in de grond. Naast het toilet staat vaak een fles water, die je kunt gebruiken om je handen te wassen. In het weeshuis zijn voldoende toiletten aanwezig. De ontlasting wordt afgevoerd naar een septische tank, die met enige regelmaat geleegd wordt. De afvoer is echter zodanig slecht dat in de regentijd de toiletten slecht doorspoelen en uitwerpselen uit de tank weggespoeld, waardoor de omgeving verontreinigd wordt.

Een aantal kinderen dat in het weeshuis opgenomen wordt, is nog niet gewend om naar het toilet te gaan en doet zijn behoefte gewoon ergens midden op het terrein. Deze kinderen moeten dus nog heel wat leren over hygiëne. Zoals veel mensen in Zuid Afrika hebben zij weinig kennis over de rol die hygiëne speelt bij het voorkomen van ziektes. Dit alles leidt tot een slechte gezondheidssituatie, vooral voor jonge kinderen en (zwangere) vrouwen.

Het erf rondom de huisjes wordt door de vrouwen met een bezem van takkenbossen goed schoongehouden, om ongedierte te voorkomen. Gras en struikgewas worden ook altijd kort gehouden, vanwege het gevaar voor slangen.

(50)

Activiteiten

Materialen

- Brief met foto’s (blz. 51) Lesopzet

De leerkracht leest de brief voor en praat hierover met de leerlingen aan de hand van de bijgevoegde foto’s.

De leerkracht start met vertellen over het feit dat de school geld gaat inzamelen voor de riolering in Ofcolaco.

De leerkracht start met een gesprekje over de riolering hier in Nederland en stelt de volgende vragen:

- Wat is een riool?

- Wat gebeurt er met het water dat door het riool komt? (zuiveren) - Wie weet hoe dit gebeurt?

Verdere lessuggesties

- Een brief terug schrijven met antwoorden op de vragen die gesteld worden. - De leerkracht laat een filmpje zien dat gaat over de riolering in Nederland. Dit filmpje moet gestopt

worden bij 5.42 min.

- De leerkracht maakt een afspraak bij een dichtstbijzijnde wa terzuivering voor een kleine rondleiding

- De leerlingen kunnen een collage maken waarop komt te staan wat er wel en niet door de riolering

heen mag. (naar aanleiding van het filmpje van klokhuis) Ø Link: http://www.hetklokhuis.nl/onderwerp/rioleringen

- De leerlingen kunnen via de site van waterwizz meer informatie op doen over waterzuivering.

Ø Link: http://www.waterwizz.nl/wizz.html

- Er kan door de leerlingen een proefje gedaan worden om water te zuiveren. Ø Link: http://www.waterwizz.nl/kikker/proefjes/index.html

(51)

Hallo allemaal,

Mijn naam is Thomasi. Ik woon in Zuid Afrika.

Ik woon niet meer bij mijn ouders. Zij zijn helaas gestorven aan de ziekte aids.

Nu woon ik in een speciaal tehuis. Dit tehuis vangt kinderen zoals ik op. Kinderen die niemand meer hebben die voor hen kan zorgen.

Veel kinderen (net als ik) hebben ook de ziekte aids gekregen. Dit komt, omdat wij geboren zijn, terwijl onze ouders die ziekte al hadden. Gelukkig zijn er medicijnen voor en kunnen ze ons die geven in dit tehuis.

Vroeger woonde ik in een soort hut. Deze hut is ongeveer 4 meter bij 4 meter (ongeveer net zo groot als een woonkamer). Hier woonde ik met 9 broertjes en zusjes en mijn ouders.

Omdat de hut zo klein was, sliepen we er alleen maar. Koken, eten, spelen, huiswerk maken deden we allemaal buiten.

(52)

We hadden geen wc zoals jullie. Als wij naar de wc moesten, deden we dat in een gat in de grond.

We hadden ook geen kraan waar water uit komt, zoals bij jullie. Als wij water wilden, moesten we uren lopen naar een pomp. Om het water mee te nemen, moesten we ook grote kruiken meenemen.

Nu ik in het tehuis woon, is het allemaal al veel beter. Ik moest wel een paar belangrijke dingen leren:

- Ik moest goed voor mijn spullen leren zorgen.

o Ik had een keer schoenen gekregen, want we liepen altijd op blote voeten. Maar die was ik al heel snel weer kwijt, want soms liep ik toch liever op blote voeten. Dan moest ik ze gaan zoeken.

(53)

o Ik heb een bak gekregen voor onder mijn bed. Alles wat van mij is moet in die bak. Meer spullen mag ik niet hebben.

- Ik moest leren naar de wc te gaan.

o Ik was gewend dit in een gat in de grond te doen. Toen ik geen gat vond bij het tehuis, deed ik het maar gewoon op het plein.

o Het tehuis heeft gelukkig wc’s. De wc werkt alleen nog niet zo heel goed. Als het regent, komt al het water uit de wc omhoog met alle poep en plas erin! Daar wordt de vloer heel vies van! Ik heb gehoord dat jullie ons gaan helpen! Dat is heel fijn, want we hebben geld nodig om de wc te maken, zodat het niet meer zo’n vieze bende wordt!

Ik schrijf jullie snel weer een brief! Groetjes van Thomasi

(54)
(55)

Activiteit 3: Familie.

Inleiding

De reden waarom de kinderen in een tehuis zitten, is omdat hun familie niet voor hen kan zorgen. Velen zijn hun ouders kwijt vanwege de ziekte ‘aids’. Iedere bouw ontvangt een ‘brief’ met foto’s, waarin een kind vertelt over de situatie daar. Deze brief geeft betekenis aan de activiteiten.

In de onderbouw gaat het voornamelijk over wat familie is en hoe het zou zijn als je ouders er even niet zijn. Hierbij

vergelijken zij hun situatie met die in Ofcolaco.

In de midden- en bovenbouw

gaan we dieper in op familie door het te hebben over karaktertrekken. Ook gaan de leerlingen nadenken over hoe het zou zijn als je ouders er niet meer zijn. In de bovenbouw laten we ook de ziekte ‘aids’ niet onvermeld.

Achtergrondinformatie

Familie in Zuid Afrika

In Zuid-Afrika hebben 13% van alle kinderen onder de 18 jaar hun moeder of vader verloren aan aids. In totaal wordt het aantal aidswezen op 2,2 miljoen geschat. Zo ontstaan er enorm veel gezinssituaties waarbij de oudste kinderen de rol van vader en moeder overnemen en zorgen voor hun jongere broers en zussen.

Ø Link:

Filmpje op internet:

NOS nieuws Weeskinderen overleven in Zuid Afrika 30 november 2009

http://nos.nl/video/100580-weeskinderen-overleven-in-zuidafrika.html

Een aantal kinderen groeit op bij hun grootmoeder, die oud is, rouwt om het verlies van haar kind en dan voor haar kleinkinderen moet zorgen, waar ze geen geld voor heeft.

Voor een aantal kinderen is het dan ook een opluchting als ze opgenomen kunnen worden in het kindertehuis, waar er voor hun gezorgd wordt en waar ze weer kind kunnen zijn. Doelstellingen van het kindertehuis zijn dan ook om de kinderen een thuis te bieden en om hun weer wat terug te geven van hun jeugd. Verder worden ze ook voorbereid op de toekomst doordat ze tijd en ruimte krijgen voor rouwverwerking, onderwijs, behandeling van hun ziekte. Geprobeerd wordt om broertjes en zusjes zoveel mogelijk samen op te nemen, zodat ze binnen aanvaardbare grenzen toch voor elkaar kunnen blijven zorgen.

(56)

Activiteiten

Materialen

- fotoalbum van uzelf - Brief met foto’s (blz. 58) Lesopzet

- De leerkracht leest de brief voor.

- De leerkracht bekijkt samen met de leerlingen het fotoalbum en voert intussen een gesprek. Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:

o Wat is familie?

o Hoe heten jouw ouders?

o Op wie lijk jij het meest? Waar zie je dat aan? o Wat doen jouw ouders voor jou?

o Kun je je herinneren of je je ouders een keertje kwijt bent geraakt? o Hoe voelde dat?

o Als er een kind is zonder ouders kan er misschien op in gegaan worden wie er dan voor het betreffende kind zorgt.

o Wie hoort er nog meer bij jouw familie?

o Hoe zou een fotoalbum van een Afrikaans kind er uit zien denk je? De leerkracht maakt de verwijzing naar het feit dat het Afrikaanse kind geen papa of mama meer heeft en daarom in het tehuis is.

Verdere lessuggesties

- Een brief terug schrijven met antwoorden op de vragen die gesteld worden. - De leerlingen foto’s mee laten nemen van hun eigen familie

o Vertellen over hun familie

o Een collage maken van alle ‘moeders’, ‘vaders’, ‘opa’s, ‘oma’s’ etc. - Vergelijking maken tussen de familie van de leerlingen en de familie van de

kinderen in Afrika. Dit kan bijvoorbeeld door de leerlingen een stamboom te laten maken van hun eigen familie (eventueel kruisjes zetten bij overledenen) en te bedenken hoe een stamboom van een kind uit Afrika er uit zou zien. Of een fotoalbum van het Afrikaanse kind te maken. En te vergelijken met een fotoalbum van zichzelf.

- Praten over ziek zijn. De ouders van het Afrikaanse kind zijn overleden doordat ze heel erg ziek waren. Wat doe jij voor iemand die ziek is? (Hierbij kan terugverwezen worden naar het verhaal van de dochter van Jaïris)

(57)
(58)

Hallo, daar ben ik weer, Thomasi!

Toen ik jullie de vorige keer schreef, vertelde ik, dat mijn ouders overleden waren. Weten jullie nog hoe dat kwam? Door de ziekte, aids. Ik voelde me heel verdrietig en alleen toen dat gebeurde.

Kun jij je herinneren dat je je ouders eens bent kwijt geraakt? Hoe voelde dat?

Ik heb jullie toen ook verteld hoeveel broertjes en zusjes ik had. Weten jullie nog hoeveel? 9 broertjes en zusjes! Hoeveel broertjes en zusjes heb jij?

Hier zie je twee broertjes en een zusje van mij.

Toen mijn ouders overleden, had ik

gelukkig nog een oma die voor ons wilde zorgen. Maar zij was al heel oud en moest toen ineens voor …. kinderen zorgen! Ze had er eigenlijk ook helemaal niet genoeg geld voor.

(59)

Gelukkig kon ik naar het tehuis en wordt ik daar nu goed verzorgd. Ik heb daar al veel vriendjes en vriendinnetjes gemaakt!

Soms mag ik op vakantie naar mijn oma en mijn broertjes en zusjes. Ik ben altijd weer blij dat ik mijn familie weer zie, maar ik moet daar dan wel weer even wennen. Want dan krijg ik altijd minder eten dan in het tehuis. Ook krijg ik mijn medicijnen niet altijd op tijd. Dan merk ik weer hoe goed ik het heb getroffen in het tehuis.

Heb jij ook familie? Hoe ziet jouw familie er dan uit? Ik schrijf jullie snel weer een brief!

(60)

Activiteit 4: School

Inleiding

Naar school toe gaan is een dagelijkse bezigheid voor de leerlingen. Daarom hebben we gekozen voor het thema ‘school’. Iedere bouw

ontvangt een ‘brief’ met foto’s, waarin een kind vertelt over de situatie daar. Deze brief geeft betekenis aan de activiteiten.

In dit thema gaan de

leerlingen hun schoolsituatie vergelijken met die van een kind in Ofcolaco. Dit staat in iedere bouw centraal. Van onder- naar bovenbouw wordt er dieper op het

onderwerp ingegaan. Uiteindelijk wordt er een typisch Afrikaans spelletje en/of liedje aangeleerd.

In de bovenbouw gaan de leerlingen zich ook verdiepen in de Afrikaanse taal, door middel van het analyseren van de tekst van een Afrikaans liedje.

Achtergrondinformatie

Het onderwijs in Zuid Afrika

Sinds 1996 is in Zuid Afrika onderwijs verplicht voor kinderen van 7 (grade 1) tot 15 jaar of de voltooiing van grade 9.Veel kinderen beginnen in grade R, dat is de voorbereiding op de lagere school, dus vergelijkbaar met onze kleuterschool.

De kinderen die nog geen zeven jaar zijn gaan in Holy Family Care Centrum naar de crèche op het eigen terrein. De leidster van de crèche is kleuterleidster en zij is bevoegd om les te geven aan de kinderen in grade R.

Van de overgang van grade R naar de lagere school wordt vaak een groot feest gemaakt. Op de kleuterschool in Calais, het nabijgelegen dorp werden de kinderen voor die gelegenheid zelfs als kleine professoren uitgedost.

De lagere school is grade 1 tot en met grade 7. De middelbare school van grade 8 tot en met 12. Op school dragen de kinderen een schooluniform. De kinderen van Holy Family Care Centre gaan in het naburige dorp, Calais naar school. Ze worden met de autobus gebracht en weer opgehaald.

(61)

Hier volgt een lijstje met het woord Hallo in verschillende talen: - Hello (Engels)

- Thobela (Sepedi) - Demela (SEsotho) - Dumelang (Setswana) - Goeiedag (Zuid Afrikaans )

96% van de kinderen beneden de 17 jaar gaan naar school. Maar 4% van de kinderen doet dat dus niet! Gemiddeld gaan jongeren 13 jaar la ng naar school. Dat betekent dat de meeste kinderen na hun middelbare school geen verdere opleiding ontvangen.

Activiteiten

Materialen

- Brief met foto’s (blz. 62)

- Typisch Afrikaanse liedjes (bijlage 3 ) en spelletjes (blz. 64) Lesopzet

De leerkracht leest de brief voor en praat hier met de leerlingen over aan de hand van de bijgevoegde foto’s.

De leerkracht start een gesprekje met de leerlingen dat gaat over de verschillen tussen het naar school toe gaan hier en daar. Hierbij worden de bijbehorende foto’s gebruikt ter visuele ondersteuning. De leerlingen gaan zich verplaatsen in een dag uit het leven van een schoolkind in Afrika. Hierbij moet je denken aan: het uiterlijk van de school, de reis er naar toe, de materialen waarmee gewerkt wordt en de

uniformen. Wat valt er op?

De volgende vragen kunnen gesteld worden:

- Wat zijn de verschillen met onze school en de school daar als je kijkt naar het uiterlijk van het schoolgebouw? Wat vind je hiervan?

- Wat zijn de verschillen met ons schoolplein en het schoolplein van hen? Wat vind je hiervan?

- Wat valt er op als je kijkt naar een lokaal van een school in Afrika? Wat zijn de verschillen met een klas hier en daar?

- Met wat voor materiaal, speelgoed en werkjes zouden de kinderen daar werken en spelen? Waarom zouden zij dit niet zo hebben als wij?

- Hoe lijkt het je om daar op school te zitten en waarom?

- Hoe zouden de kinderen in Afrika naar school toe gaan? Wat zou daar anders aan zijn dan bij ons?

- Wat valt je op aan de kleding van de kinderen daar? Waarom zouden ze uniformen aan hebben?

Zou jij graag een uniform dragen op school? Waarom wel of waarom niet? Verdere lessuggesties

- Een brief terug schrijven met antwoorden op de vragen die gesteld worden.- - De leerkracht leert een typisch Afrikaans liedje of spelletje aan.

(62)

Hallo, hier weer een brief van mij, Thomasi

Deze keer wil ik jullie graag iets vertellen over mijn school.

Als ik naar school ga, moet ik best ver lopen. Gelukkig wordt ik vaak gebracht door de mensen die in het tehuis werken. Ik moet ook altijd een rivier oversteken. Als het heel hard of veel geregend heeft, kan ik niet naar school. De rivier is dan overstroomd, er zit te veel water in, waardoor de brug niet meer te zien is.

Hoe ga jij meestal naar school?

Als ik naar school ga, moet ik ook een uniform aan. Weet jij wat een uniform is? Waarom zouden we die dragen denk je?

Dat zijn speciale kleren die iedereen aan heeft. Dan kunnen we niet aan de kleren zien of iemand arm of rijk is. Want als je

(63)

Mijn school is niet zo groot. We zitten soms met heel veel kinderen tegelijk in de klas. We hebben ook niet zoveel spullen. Een bord, een paar tafels, wat schriften en

boeken en potloden of pennen. Wat staat er bij jullie in de klas?

Op school leren we lezen en schrijven en rekenen. Ook doen we wel eens spelletjes en leren we liedjes. Wat doen jullie op school?

Wij spreken hier Afrikaans. Dat lijkt een beetje op het Nederlands. Kun jij ontdekken wat dit betekent? “ek vind dit pret om met julle te skryf”

Ik schrijf jullie snel weer een brief! Groetjes van Thomasi

(64)

Afrikaanse spelletjes Ende

Teken in het zand of op papier een spiraal en twee vierkantjes en zoek drie stenen.

Het spel:

Ende speel je met twee spelers. Leg ieder een

steentje in de vierkantjes buiten de cirkel. Het andere steentje houdt speler één in zijn hand, achter zijn rug. Speler twee moet nu raden of speler één het steentje in zijn linker- of rechter hand heeft. Als speler twee het goed heeft geraden dan mag hij of zijn het steentje in de volgende ring van het speelbord

leggen. Heeft speler twee het fout, dan draaien de rollen om: speler twee houdt het steentje vast en speler één mag raden. De winnaar is de speler die het eerst met zijn steentje in het midden van de cirkel is.

Achi

Achi is een soort boter, kaas in eieren dat in Ghana ontstaan is en vooral door kinderen gespeeld wordt. Bij dit spel is het de bedoeling om stenen zo te plaatsen dat zij drie op een rij vormen. Dit kan zowel horizontaal,

verticaal als diagonaal zijn. Het Speelveld:

Teken negen rondjes die ieder verbonden worden met een lijn. Let erop dat ieder rondje direct met alle andere rondjes verbonden moet zijn, zodat je het speelveld als hieronder krijgt.

Materiaal:

Gebruik twee verschillende kleuren pen om de rondjes een kleur te geven, of maak twee kleuren fiches die precies op de rondjes passen.

Spelregels:

Je begint met het plaatsen van drie fiches op een plaatsje in het veld (eerst speler één een fiche, dan speler twee een fiche, dan weer speler één etc.) Als beide spelers dit gedaan hebben mag één speler één van zijn fiches gaan schuiven naar een rondje dat nog vrij is. Daarna mag de andere speler het zelfde doen. Je mag geen vri je rondjes overslaan, dus je moet naar een rondje schuiven dat direct verbonden ligt aan je fiche. Je mag ook niet meerdere fiches in één beurt

(65)

Activiteit 5: Viering

Ter afsluiting van dit project, vindt er een viering plaats. In deze viering wordt het verhaal van de opstanding van Jezus verteld. (blz. 66) Onze gedachte hierbij is dat we samen met Jezus verder leven. Dit vonden wij een mooie link naar hoe de zusters de kinderen in Ofcolaco een betere toekomst bieden.

Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:

- Jezus is opgestaan. Wat zou dit betekenen? (nadenken over symboliek) - Het leven met Jezus betekent dat je mensen helpt. Zou jij zo willen leven en

waarom?

Suggesties voor de viering

Iedere school is anders. Wij willen de school daarom vrij laten in de keus van de afsluiting van de Vastenaktie. Ook de keus of dit een gezamenlijke of klassikale viering wordt, laten wij aan de school over.

Ter ondersteuning een aantal suggesties:

- Bekendmaking van het opgehaalde bedrag. Iemand die officieel het bedrag in ontvangst neemt.

- Samen een ingestudeerd (Afrikaans) liedje zingen. (zie suggesties bij het thema ‘school’)

- Afrikaanse spelletjesmiddag. (zie suggesties bij het thema ‘school’) - Iedere groep of bouw doet een stukje gerelateerd aan de actie. (dans,

toneelstukje, liedje etc.)

- Ieder kind een kaarsje geven en de warmte en het licht doorgeven, zoals wij onze warmte en licht doorgeven aan het tehuis in Ofcolaco.

(66)

Paasverhaal: Het wordt weer licht

In een klein wit huisje in Jeruzalem, zitten twee vrouwen. Ze heten allebei Maria. Ze huilen wanr Jezus is dood. Ze zitten in een donker hoekje van de kamer. Op de grond. Maria veegt de tranen van haar gezicht en zegt: “Zal ik een kaars aansteken?”

“Nee, doe maar niet”, zegt de andere Maria. “Wat heeft het voor zin? Jezus is dood, het is donker, het licht is voorbij. Had jij dat nou gedacht? Nee, ik snap het niet. Waarom hebben ze Jezus doodgemaakt? Hij maakte mensen blij. Ze voelden zich weer beter en hoorden erbij. En toch?

Toch hebben ze hem aan het kruis gehangen, we hebben het zelf gezien. Dat was heel verdrietig.”

Als Maria dat vertelt, komen er weer tranen in haar ogen.

“Huil maar”, zegt de andere Maria. Zo zitten ze samen naast elkaar. Ze troosten elkaar zonder wat te zeggen.

Na een tijdje zegt Maria: “Het is wel goed dat Jezus begraven is. Nu ligt hij in een mooi graf met een grote steen ervoor.”

“Ja”, zegt de andere Maria, “het graf is in een mooie tuin.”

“Mooi?”, zegt Maria, “helemaal niet mooi. De tuin is kaal en er zitten nog geen blaadjes aan de bomen. Ik zie alleen maar dode takken. Maar misschien gaat de tuin weer bloeien. Zullen we gaan kijken?”

“Kijken? Nu?”, vraagt Maria. “De zon is nog niet eens op. Het is nog donker.”

“Ik wil naar het graf van Jezus”, zegt de andere Maria. “Waarom? Ik weet het niet, je moet toch wat doen? En laten we lekkere kruiden meenemen.”

Daar lopen ze door de stille straatjes van Jeruzalem. Iedereen slaapt nog. Maar de beide Maria’s lopen vlug door. Naar de tuin met het graf van Jezus.

Ze weten de weg en zijn er snel. Opeens staan ze met een schok stil. Het graf is open! De steen is weg! Ze gaan voorzichtig het graf binnen, maar het lichaam van Jezus is er niet. Ze begrijpen het niet. Waarom hebben ze Jezus weggehaald? Nu hebben ze geen plekje meer waar ze aan Jezus kunnen denken.

Maar plotseling staan er twee mannen naast hen met glimmende witte kleren. De beide Maria’s schrikken heel erg. Maar de mannen zeggen: “Wat doen jullie hier? Jezus is hier niet. Hij leeft!”

Er wordt een grote kaars aangestoken

Maria kijkt de andere Maria aan. Er komen lichtjes in hun ogen. Ze worden blij en lachen. Jezus is niet dood. Hij leeft! Dat moeten ze aan hun vrienden vertellen, de leerlingen van Jezus. Ze gaan de tuin weer uit. En dan zien ze wat ze eerst niet zagen. Aan de takken van de bomen zitten kleine groene puntjes. Er groeien blaadjes aan. Frisse, groene blaadjes. De aarde wordt

(67)

Hallo allemaal,

Ik wil jullie heel erg bedanken voor jullie hulp. Ik heb gehoord dat jullie samen heel veel geld hebben opgehaald. Onze riolering kan nu gemaakt worden. Dan zal het niet meer zo vies zijn als het regent!

Hier zijn we allemaal aan het zingen en aan het dansen om jullie te bedanken. Gaan jullie ook feest vieren? Dat hebben jullie wel verdiend!

Dankjewel! Thomasi

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Electoraal onderzoek heeft de laatste jaren een vaste plek veroverd in de Nederland- se politiek. Niet alleen de grote politieke partijen doen onderzoek, ook GroenLinks

Er zijn ongetwijfeld mensen die soberder kunnen eten, er zou ook veel gewonnen worden als geen voedsel meer bederft (nu circa 1 0-30%) of niet meer gedumpt

In het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid wordt gesteld: 'De banden met de Antillen en Aruba worden voortgezet, maar in overleg met hen op een

70 Zo lwidt de uit de argumenten van beide partijen in het conflict getrokken conclusie van Robert F. Lamberg, 'Redaktionelle Notizen', Ostprobleme, 15 nov. In het

In besonder wil ek my dank betuig aan die Potchef- atroomse Universiteit vir Christelike Ho~r Onderwys vir besieling en tegemoetkoming gedurende baie jare, en my

The general aim of this study is to increase our understanding of the role of leptin in cardiovascular disease development by investigating associations of

The result of the existence of the Alcohol Levy to date is that some of the companies in the alcohol industry have lost their value and employees have lost

In diffusion couples, mainly of the type Fe/Ni3S2 and Cu/Ni3S2, the layer sequence, morphology, and growth rate of the reaction products have been investigated.. The