• No results found

Zienswijze 78 SAB Texel namens Modehuis Moerbeek inzake Parkstraat 4-8

In document Bestemmingsplan Den Burg (pagina 126-0)

(zaaknummer 1418630) Vigerend bestemmingsplan

In het vigerende bestemmingsplan ‘Den Burg Centrum’ heeft het perceel Parkstraat 4-8 de bestemming

‘Detailhandel en dienstverlening’.

Deze gronden zijn bestemd voor doeleinden van detailhandel en dienstverlening met de daarbij behorende hoofdgebouwen waaronder woningen, bijgebouwen en andere bouwwerken en open terreinen.

Ontwerpbestemmingsplan

In het ontwerp bestemmingsplan Den Burg is de Parkstraat 4-8 positief bestemd en heeft de bestemming

‘Centrum 1’ gekregen. Hierin is bebouwing toegestaan voor centrumvoorzieningen, waaronder woningen, kantoren, detailhandel en dienstverlening. Deze bebouwing mag gebouwd worden met een goothoogte van 6 meter en een bouwhoogte van 9 meter.

Plannen

Er zijn plannen om Modehuis Moerbeek nieuw te bouwen met woningen erboven. Hiervoor is de bestaande hoogte van 9,5 meter van belang om 3 bouwlagen met een goede verdiepingsruimte te kunnen bouwen, waarbij de bovenste verdieping ook begaanbaar is,

De halve meter die nu in het ontwerpplan van de bouwhoogte is verminderd, is daarbij cruciaal. De plannen zijn nog in een beginstadium en zullen in een later stadium worden toegevoegd bij de zienswijze.

Uitgangspunt bij de herziening van de bestemmingsplannen is dat bestaande rechten behouden blijven.

Verzocht wordt de bestaande bouwhoogte van 9,5 weer op te nemen.

Achter terrein

In het vigerende bestemmingsplan heeft een deel van de huidige parkeerplaats de bestemming ‘detailhandel en dienstverlening’. Dit is in het ontwerpplan bestemd als ‘Centrum 2’. Hier is detailhandel niet toegestaan.

Voor de verbouwing van de winkel is het wenselijk de mogelijkheid open te houden om de winkel naar achteren uit te breiden. Dit is niet mogelijk met de bestemming ‘Centrum 2’.

Verzocht wordt de bestemming ‘Centrum 1’ op het achter perceel van Modehuis Moerbeek op te nemen.

Plat dak

In het vigerende bestemmingsplan is het plat afdekken van daken van bebouwing (bijgebouwen) bij recht toegestaan. In het ontwerpbestemmingsplan zijn de bestaande platte daken als zodanig aangeduid, maar is het uitbreiden daarvan niet bij recht toegestaan. Dit zorgt voor extra regels in een tijd van deregulering en daardoor voor onnodige leges. Het plat afdekken met een mooie siergevel wordt veel toegepast in het centrum, zeker als de huidige bebouwing al plat is afgedekt.

Verzocht wordt het plat uitbreiden van reeds platte bebouwing bij recht toe te staan.

Reactie gemeente

Plannen

In het vigerende bestemmingsplan ‘Den Burg Centrum’ (1991) heeft de Parkstraat 4-8 (aan de zijde van de Parkstraat en aan de zijde van Elemert) de bestemming ‘gronden bestemd voor detailhandel en dienstverlening, categorie D’ met een bouwvlak. Het gedeelte zonder bouwvlak is bestemd voor bijgebouwen en terrein bij deze bestemming. In het kappenplan bij het vigerende bestemmingsplan is de goot- en bouwhoogte 6/9,5 meter.

In het ontwerpplan heeft de Parkstraat 4-8 aan de Parkstraatzijde de bestemming ‘Centrum 1’. Daarin is detailhandel en dienstverlening toegestaan. Er is een goothoogte van 6 meter en een bouwhoogte van 9 meter toegestaan en een dakhelling tussen de 30 en 60 graden.

De bestaande bouwhoogte is 9,4 meter. Het uitgangspunt is dat bestaande rechten worden

gerespecteerd. De goothoogte blijft 6 meter en de bouwhoogte wordt aangepast naar 10 meter. Het kappenbeeld is een variatie in stedenbouwkundige kenmerken in het centrum van den Burg.

127/226 Dit betreft een hoekpand, zodat een verbijzondering door een hogere hoogte ten opzichte van de

omgeving heel gebruikelijk en passend is.

De zijkant aan de Elemert en de achterzijde aan de Warmoesstraat heeft de bestemming ‘Centrum 2’.

Hierin is geen detailhandel mogelijk.

In de ‘Nota van Uitgangspunten komplannen Texel’ is vastgelegd dat het vigerende plan de basis is voor het nieuwe plan. Daarom wordt ook aan de zijde van de Elemert en aan de Warmoesstraat de bestemming ‘Centrum 2’ gewijzigd in ‘Centrum 1’ om zo bestaande rechten te respecteren.

Het kadastrale perceel K 3497 blijft wel bestemd als ‘Centrum 2’. Dit perceel heeft in het vigerende plan een woonbestemming.

De plannen zijn door indiener niet meer toegevoegd aan de zienswijze, zodat deze niet beoordeeld konden worden bij de beantwoording van de zienswijze.

Bij toevoeging van vierkante meters bebouwing dient aan de parkeernormen te worden voldaan.

Achter terrein

Zie de bovenstaande beantwoording onder ‘plannen’.

Plat dak

Plat afdekken is niet bij recht mogelijk voor het hoofdgebouw. Wel voor bijbehorende bouwwerken.

Dit is conform de systematiek van de andere nieuwe komplannen.

Aangezien er vele vormen van afwijkende dakhellingen en dakvormen denkbaar zijn, en om flexibiliteit in het plan te houden is door een afwijking van de bouwregels een beoordeling van alle andere dakhellingen mogelijk. Dit brengt geen procedurele verzwaring met zich mee, omdat het afwijkende bouwplan door middel van een reguliere 8-weken procedure vergund kan worden. Er zijn wel extra leges verschuldigd.

Om diezelfde redenen is het niet wenselijk om uitbreiding van platte daken bij recht toe te staan, maar wel bij afwijking, zodat per situatie de passendheid beoordeeld kan worden.

Standpunt

De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van de verbeelding het bestemmingsplan conform tekening van de gemeente: de bouwhoogte wordt aangepast naar 10m, de bestemming wijzigt aan de zijde van de Elemert van ‘Centrum 2’ naar ‘Centrum 1’.

79. Zienswijze 79 SAB Texel namens Vogelensangh Appartementen verhuur inzake Kogerstraat 11

(zaaknummer 1418565) Vigerend bestemmingsplan

In het vigerende bestemmingsplan ‘Den Burg Centrum’ heeft het perceel Kogerstraat 11 de bestemming

‘recreatie appartementen’.

Deze gronden zijn bestemd voor recreatieve doeleinden met de daarbij behorende bebouwing in de vorm van appartementengebouwen, dienstwoningen, bijgebouwen en open terreinen, waaronder parkeergelegenheid.

Hoofdgebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen binnen de bijgebouwenstrook, met een maximum van 25 slaapplaatsen.

Ontwerpbestemmingsplan

In het ontwerpbestemmingsplan heeft de Kogerstraat 11 de bestemming ‘Recreatie – Verblijfsrecreatieve gebouwen’. Hierin zijn bedrijfsgebouwen ten behoeve van verblijfsrecreatie toegestaan in de vorm van hotels, appartementen, groepsverblijven met maximaal 25 slaapplaatsen en is een dienstwoning toegestaan.

Gebouwen en overkappingen mogen alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd.

Bijgebouwenstrook

In het vigerende plan mogen in de bijgebouwenstrook bijgebouwen worden gebouwd, In het ontwerpplan mogen bijbehorende bouwwerken alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd.

De bouwvlakken liggen strak om de bestaande hoofdgebouwen heen. Uitgangspunt is het behouden van bestaande rechten.

Verzocht wordt de bouwmogelijkheden van de huidige bijgebouwenstrook weer op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan.

Detailhandel

Het voorstel deel van de woning heeft in het vigerende bestemmingsplan de bestemming ‘detailhandel en dienstverlening’. Indiener wil deze bestemming voor de toekomst behouden.

Verzocht wordt de bestaande mogelijkheden voor detailhandel en dienstverlening op het voorste deel van de bebouwing te bestemmen als ‘Centrum 1’.

Bouwvlak

Het voorste deel van de bebouwing waar nu de bestemming detailhandel op zit heeft geen bouwvlak gekregen.

Verzocht wordt het bouwvlak aan te passen zodat in ieder geval de huidige bebouwing binnen het bouwvlak komt te liggen.

Slaapplaatsen

De slaapplaatsen zijn nu verdeeld over 2 gebouwen. In het ontwerpbestemmingsplan zijn deze alleen opgenomen op het bouwvlak van Kogerstraat 11 en niet op 11 D en E.

Verzocht wordt de slaapplaatsen aan beide bouwvlakken te koppelen.

Reactie gemeente

In het vigerende bestemmingsplan ‘Den Burg Centrum’ heeft Kogerstraat 11 aan de straatzijde de bestemming ‘gronden bestemd voor detailhandel en dienstverlening’ en daarachter de bestemming

‘gronden bestemd voor recreatieappartementen’.

In het ontwerpplan heeft Kogerstraat 11 de enkelbestemming ‘Recreatie – Verblijfsrecreatieve gebouwen’ .

Bijgebouwenstrook

Conform de regels moeten de bedrijfsgebouwen en de woning binnen het bouwvlak worden gebouwd.

Bijbehorend bouwwerken bij de woning mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd. Dit komt dus overeen met het vigerende plan. Het bijbehorende bouwwerk bij de woning (garage/schuur) op het achtererf hoeft dus niet in het bouwvlak te worden gebouwd. Het ontwerpplan geeft juist meer flexibiliteit voor de situering van de bijbehorende bouwwerken bij de woning. Deze kunnen op het achtererf worden gesitueerd in plaats van alleen in de strook voor bijbehorende bouwwerken.

Het is niet wenselijk (en ook niet nodig conform de regeling in het bestemmingsplan) om voor de bestaande garage/schuur een bouwvlak op te nemen. Dan zou dit een hoofdgebouw kunnen worden en dat is op die locatie stedenbouwkundig niet gewenst. Het betreft een achterkantsituatie en heeft een nadelige invloed op het naastgelegen woonperceel.

Detailhandel en Bouwvlak

Dit betreft een bestaand recht en er zal aan de voorzijde van het perceel Kogerstraat 11 – conform het vigerende plan - de bestemming ‘Wonen – Gemengd’ met bouwvlak worden opgenomen om bestaande rechten te respecteren. In deze bestemming is detailhandel bij recht toegestaan.

In de vastgestelde Retailvisie (2016) wordt uitgegaan van de CCC structuur. De CCC structuur (de 3 C’s staan voor compact, compleet en comfortabel) is in het ontwerpplan vertaald in het kernwinkelgebied (‘Centrum 1’) en de uitlopers van het centrum (‘Centrum 2’). Bestaande detailhandel in de uitlopers zijn bestemd als ‘Centrum 1’.

De bestemming ‘Wonen – Gemengd’ is gebruikt voor bestaande detailhandel buiten de zogenaamde CCC structuur.

Kogerstraat 11 ligt buiten de CCC structuur en krijg daarom aan de voorzijde de bestemming ‘Wonen – Gemengd’ waarin detailhandel bij recht mogelijk is en bestaande rechten worden gerespecteerd.

129/226 Slaapplaatsen en Bouwvlak

Het is inderdaad de bedoeling dat de in totaal maximaal 25 recreatieve slaapplaatsen voor beide gebouwen benut kunnen worden. Daarom zal er 1 bouwvlak worden opgenomen waarin nog ruimte is voor eventuele uitbreiding van de bebouwing. In dit bouwvlak worden de 25 recreatieve slaapplaatsen opgenomen.

Standpunt

De reactie geeft aanleiding tot aanpassing van de verbeelding het bestemmingsplan conform tekening van de gemeente.

Aan de voorzijde van het perceel Kogerstraat 11 wordt de bestemming ‘Wonen – Gemengd’ met bouwvlak opgenomen.

De bouwvlakken met de bestemming ‘Recreatie – Verblijfsrecreatieve gebouwen’ worden samengevoegd en ruimtelijk afronden met 25 recreatieve slaapplaatsen opnemen.

80. Zienswijze 80 SAB Texel namens Stichting ter behartiging van de belangen van Scouting Texel (scouting) inzake Bernhardlaan 149

(zaaknummer 1418739) Vigerend bestemmingsplan

In het vigerende bestemmingsplan heeft de Bernhardlaan 149 de bestemming ‘maatschappelijke

voorzieningen’ met daarop de aanduiding die recreatief medegebruik mogelijk maakt tot 60 slaapplaatsen.

Deze gronden zijn bestemd voor maatschappelijke functies met de daarbij behorende hoofdbebouwing, woningen, bijgebouwen en parkeervoorzieningen, paden en verhardingen. Per hoofdgebouw mag binnen de bebouwingsgrenzen maximaal 1 woning worden gebouwd.

Ontwerpbestemmingsplan

In het ontwerpplan heeft de Bernhardlaan 149 de bestemming ‘Maatschappelijk’ en de dubbelbestemming

‘Waarde – Archeologie 3’ en de aanduiding verblijfsrecreatie voor 60 slaapplaatsen. Hierin zijn gebouwen en overkappingen ten behoeve van een maatschappelijke voorziening al dan niet in combinatie met

ondergeschikte lichte horeca toegestaan, in combinatie met verblijfsrecreatie gedurende de zomermaanden juni, juli en augustus van ieder jaar ter plaatse van de aanduiding.

Ondergeschikt zijn woonhuizen of inpandige woningen al dan niet in combinatie met beroeps- of

bedrijfsactiviteiten aan huis, mantelzorg en/of logies met ontbijt, bijbehorende bouwwerken, kleinschalige duurzame energiewinning, wegen, paden en water, met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, tuinen, erven en terreinen en andere bouwwerken toegestaan.

Het aantal woonhuizen of inpandige woningen zal per bouwvlak ten hoogste 1 bedragen.

Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend ’het gebruik van gronden anders dan logies met ontbijt’ en ‘het gebruik van gronden en bouwwerken binnen een aanduidingsvlak voor een aantal recreatieve slaapplaatsen dat meer bedraagt dan het op de verbeelding aangeduide aantal’.

Vigerend bestemmingsplan Den Burg Centrum

Slaapplaatsen

‘De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen en overkappingen ten behoeve van de maatschappelijke voorziening al dan niet in combinatie met ondergeschikte lichte horeca, alsmede in combinatie met verblijfscreatie gedurende de zomermaanden juni, juli en augustus van ieder jaar, ter plaatste van de aanduiding ‘verblijfsrecreatie’ waarbij het aantal slaapplaatsen ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding ‘maximaal aantal slaapplaatsen’ aangegeven aantal mag bedragen.

Het huidige gebruik is gedurende het hele jaar voor gemiddeld 92 dagen. Dit blijkt ook uit de aangifte toeristenbelasting die als bijlage bij de zienswijze is gevoegd.

In het verleden is een gedoogbeschikking afgegeven voor het jaarrond gebruik, hetgeen blijkt uit de briefwisseling met de gemeente die als bijlage bij de zienswijze is gevoegd.

In de bijgevoegde brief van 26 maart 2006 is dit door de gemeente bevestigd.

Doelgroep

De doelgroep waaraan de scouting verhuurt zijn scholen en verenigingen. Deze huren bij voorkeur aan het begin en einde van het schooljaar en niet in de zomermaanden. De groepen waaraan de scouting verhuurt zijn over het algemeen niet groter dan 40 personen.

Wanneer de scouting alleen gedurende de zomermaanden mag verhuren, zal de scouting aan grotere groepen moeten verhuren om dezelfde opbrengst te genereren.

Aangezien de scouting een sociale functie voor de jeugd vervult zonder verdere subsidie is dit noodzakelijk zodat de contributie laag gehouden kan worden.

Handhaving verhuur

Er heeft een handhavingszaak gelopen over de jaarrond verhuur door de scouting, zoals is aangegeven in de bijlage bij de zienswijze. De uitkomst van de handhaving was dat volgens het bestemmingsplan geldt dat de scouting alleen gedurende de maanden juni, juli en augustus toeristisch mag verhuren.

De commissie zei hierover het volgende:

Overweging ten overvloede. De commissie geeft de volgende opties nog ter overweging mee:

1. de scouting kan een omgevingsvergunning aanvragen voor verblijfsrecreatie gedurende de zomermaanden juni, juli en augustus van ieder jaar, of

2. de scouting kan (alsnog) een verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan indienen om het strijdige gebruik te legaliseren, of

3. de scouting kan een omgevingsvergunning aanvragen om het strijdige gebruik te legaliseren.

Wanneer de scouting kiest voor 1 van de 2 laatste opties dan adviseert de commissie het desbetreffende bevoegde bestuursorgaan om bij de beoordeling van de aanvraag de complexe voorgeschiedenis en het feit dat de scouting de gebouwen op het perceel Bernhardlaan 147-149 al zeer lange tijd verhuurt voor recreatief gebruik, mee te nemen in de belangenafweging welke leidt tot het uiteindelijke besluit (bijlage bij zienswijze)

De commissie erkent daarmee dat de scouting een ruimere regeling verdient dan nu in vigerende plan is vastgesteld en in het nieuwe bestemmingsplan wordt voorgesteld.

Verzocht wordt de slaapplaatsen gedurende het hele jaar te mogen gebruiken. Wanneer dit niet wenselijk wordt geacht, dan is het verzoek om de 92 dagen (het totaal aantal dagen van de maanden juni, juli en augustus) over het gehele jaar te mogen verspreiden.

Spel

Bij de scouting leren de leden met respect met elkaar om te gaan, maar ook met milieu en natuur. Hierbij hoort ook kamperen. Daarom wordt door de scouts af en toe een of enkele nachtjes geslapen in tenten op het speelveld. Dat vindt in ieder jaargetij plaats. Dit is het spel van de scouting en maakt deel uit van tradities.

Doordat de slaapplaatsen zijn gekoppeld aan het bouwvlak, wordt het kamperen op het veld voor de scouts in tentjes niet meer mogelijk.

Verzocht wordt het aantal slaapplaatsen te koppelen aan het bestemmingsvlak in plaats van het bouwvlak, dan wel het bij recht toestaan van tenten op het speelveld voor de leden van de scouting.

131/226 Plat dak

In het vigerende bestemmingsplan is het plat afdekken van daken van bebouwing (bijgebouwen) bij recht toegestaan. In het ontwerpbestemmingsplan zijn de bestaande platte daken als zodanig aangeduid. Dit is voor het scoutinggebouw niet gedaan. Het plat uitbreiden van platte gebouwen is ook niet bij recht toegestaan. Dit zorgt voor extra regels in een tijd van deregulering en daardoor voor onnodige leges.

Verzocht wordt het (ondergeschikt) plat afdekken van bebouwing weer bij recht toe te staan.

Verzocht wordt het plat uitbreiden van reeds platte bebouwing bij recht toe te staan.

Verzocht wordt voor het scouting gebouw de aanduiding platdak op te nemen.

Reactie gemeente

In de ‘Nota van Uitgangspunten komplannen Texel’ is vastgelegd dat het vigerende plan de basis voor het nieuwe bestemmingsplan en dat nieuwe ontwikkelingen alleen worden meegenomen als de planologische procedure is doorlopen.

In het vigerende bestemmingsplan Den Burg (2004) heeft de Bernhardlaan 149 een maatschappelijke bestemming. Op het bouwvlak is een aanduiding opgenomen dat recreatief medegebruik is toegestaan met een toegestaan aantal recreatieve slaapplaatsen van 60.

In de Algemene vrijstellingsregels is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het recreatief gebruik van verenigingsgebouwen, zodat het recreatieve medegebruik gedurende de zomermaanden wordt toegestaan. In het geval van de scouting is dat tot een maximum van 60 slaapplaatsen.

In het ontwerpbestemmingsplan heeft de Bernhardlaan 149 de bestemming ‘Maatschappelijk’ , eenzelfde bouwvlak als in het vigerende plan, een aanduiding voor verblijfsrecreatie en een maatvoering voor maximaal 60 recreatieve slaapplaatsen.

Volgens de regels van de bestemming ‘Maatschappelijk’ is het benutten van de 60 slaapplaatsen ten behoeve van verblijfsrecreatie in de maanden juni, juli en augustus bij recht toegestaan.

De regeling in het ontwerpplan voldoet daarmee aan de ‘Nota van Uitgangspunten komplannen Texel’.

Handhaving verhuur

In artikel 23 lid 5 van het vigerende plan Den Burg (2004) staat dat gedurende 3 maanden in de zomer het recreatief medegebruik is toegestaan. Dit betreft een ondergeschikte vorm van gebruik voor het faciliteren van bijvoorbeeld ‘kampeer’-weekends of- weken voor scouting gerelateerde jeugdgroepen of schoolkampen van ‘overkantse’ scoutingverenigingen respectievelijk ‘overkantse’ scholen.

Het is nooit de bedoeling geweest dat ‘gewone’ toeristen, anders dan scoutinggroepen en schoolkampen, op het perceel of in het scoutinggebouw gaan verblijven.

Het perceel Bernhardlaan 149 heeft in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming

‘Maatschappelijk’. Tevens is een maatvoering opgenomen voor verblijfsrecreatie met maximaal 60 recreatieve slaapplaatsen. Gedurende de zomermaanden juni, juli en augustus is het toegestaan om deze slaapplaatsen te benutten. Het aanbieden van recreatieve slaapplaatsen buiten de

zomermaanden of aan groepen die niet-scouting gerelateerd of niet-schoolkamp-gerelateerd zijn, is dus strijdig met het vigerende en het nieuwe bestemmingsplan.

Samenvattend: het gebruik van de accommodatie binnen de 3 zomermaanden voor verblijf ten behoeve van scoutinggroepen of schoolkampen is toegestaan. Buiten deze zomermaanden niet. Dat is juist het beoogde effect van de planregels.

De scouting heeft de recreatieve slaapplaatsen jarenlang benut door de gebouwen jaarrond te verhuren. Hiertegen is een handhavingstraject gestart, gericht op het staken van het recreatieve medegebruik. Er was sprake van strijdig gebruik. Tevens had de scouting nog geen vrijstelling aangevraagd voor het recreatieve medegebruik voor de zomermaanden.

De scouting heeft bezwaar aangetekend tegen het handhavingstraject tegen het jaarrond recreatieve gebruik. De Commissie Bezwaarschriften Gemeente Texel (hierna: commissie) heeft op 21 december 2016 een hoorzitting gehouden en de commissie heeft op 1 maart 2017 advies uitgebracht. Het bezwaarschrift van de scouting was volgens de commissie ongegrond.

De commissie sloot zich aan bij het standpunt van het college, dat recreatief nachtgebruik van een verenigingsgebouw niet past bij normaal gebruik van een openbaar of bijzonder gebouw, maar is voorbehouden aan hotels, recreatiewoningen , enz. De commissie is dan ook van mening dat het recreatief nachtgebruik niet onder het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan valt.

De door de scouting aangeleverde nachtregisters en opgaven toeristenbelasting veranderen daar niets aan.

De commissie zegt daarover:

“Op basis van onderzoek van het dossier en hetgeen gedurende de zitting is behandeld stelt de commissie vast dat de Scouting (in ieder geval) in 1999 al op de hoogte was van het (door hun) handelen in strijd met het Uitbreidingsplan. Dit blijkt namelijk uit de door het college gestuurde brief van 15 november 1999 aan de Scouting waarin onder andere wordt gesproken over dat in de Nota Openluchtrecreatie, die in 1998 is vastgesteld, wordt gesteld dat het met het bestemmingsplan strijdige gebruik niet kan worden gelegaliseerd.

Verder wordt in deze brief door het college aangegeven dat het recreatieve gebruik dat al jaren in de accommodatie plaatsvindt, mag worden voortgezet maar niet worden uitgebreid. Het college vraagt daarom aan de Scouting om gegevens aan te leveren over het aantal slaapplaatsen en de verhuurperiode ten behoeve van het afgeven van een gedoogbeschikking.

Deze gegevens zijn vervolgens per brief van 6 maart 2000 door de Scouting aangeleverd. Vervolgens

Deze gegevens zijn vervolgens per brief van 6 maart 2000 door de Scouting aangeleverd. Vervolgens

In document Bestemmingsplan Den Burg (pagina 126-0)