• No results found

Veel respondenten noemen het belang van het leren van nieuwe vaardigheden als reden om vrijwilligerswerk te doen. Hieronder valt ook het vaak gehoorde “niet stil willen zitten”. Het merendeel van de respondenten geeft aan dat zij graag bezig blijven zo lang zij geen betaald werk hebben. Zoals Joan aangeeft “Ik hou niet van stil zitten, ik heb altijd gewerkt”, zo geldt dat voor vele vrijwilligers. Slechts één respondent die ontwikkeling als voornaamste motief benoemd heeft ook een betaalde baan. Alexandro zit dan ook nog in zijn inburgeringsproces en vindt vooral het leren van de taal belangrijk in het doen van vrijwilligerswerk “ik ben nu hier

begonnen voor vrijwilligers want dat is beter voor de taal leren”. In andere gevallen kunnen het

ook instanties zijn die mensen aanraden om vrijwilligerswerk te doen, bijvoorbeeld in het geval van gebrek aan emancipatie of depressie, zoals bij Ratna “Overal gezocht, wat ik aankon, maar

vast werk zat er niet in. De huisarts zei: je moet gewoon doorgaan met dit doen. Thuiszitten is ook niets voor mij”. Vooral bij het Vliegwiel kom je deze respondenten tegen. In deze organisatie

vinden de vrouwen veel steun bij elkaar, legt Desiree uit “Bijvoorbeeld, ja ze hebben een beetje

een chagrijnig gezicht, dan vragen we, wat is er aan de hand? Of, wil je er over praten? Ja, zo. Met elkaar.” Een andere respondent, Ratna, legt uit waarom: “Ik denk dat iedereen hier wel wat heeft meegemaakt. Heftige dingen ook.” Het Vliegwiel Fijenoord bewerkstelligt dan ook voornamelijk

emancipatie onder haar vrijwilligers en deelnemers. Bij de organisatie komen veel vrouwen die heftige verhalen hebben, waarin vaak een onderdrukkende man een grote rol speelt. Bij het Vliegwiel Fijenoord kunnen deze vrouwen hun krachten, talenten en onafhankelijkheid, die lange tijd onbenut zijn geweest, weer ontwikkelen. Veel van hen blijven vervolgens hangen in het vrijwilligerswerk.

“Ik had een jaar traject hierzo, dus ja we werden begeleid, van innerlijk naar uiterlijk. We gingen heel veel praten. Ik was eigenlijk mijn weg kwijt. Ik wist niet wat ik moest doen. Toen ik hier kwam ben ik mezelf weer een beetje op gaan bouwen. De dokter zei dat ik leuke dingen moest gaan doen met andere mensen. Toen ben ik me... ja ik ben gaan uitvinden wat ik leuk vind, zelfverzekerd.” – Ratna

Ook in de andere organisaties vinden we respondenten die hun ontwikkeling belangrijk vinden. Deze zijn meer gericht op integratie dan op emancipatie. Als vrijwilliger kunnen ze hun taal

Universiteit van Amsterdam | Masterscriptie Josine Dekker

bijspijkeren, cursussen doen, sportactiviteiten volgen, computerlessen volgen, netwerken enzovoorts. Kwaliteiten die hen later ten goede kunnen komen bij het zoeken naar een baan, of hun algemene ontwikkeling kan stimuleren. Volgens Desiree doen ze van alles: “Empowerment,

dingen voor je gezicht, dingen die je gewoon thuis kan gebruiken. Sport deden we ook.” Door het

vrijwilligerswerk worden ook basisvaardigheden aangeleerd zoals de Nederlandse taal, sociale vaardigheden en ritme en regelmaat.

“Ja, ik vind het echt, omdat voor mij is Nederland moeilijk. Met hun begrijp ik een beetje Nederlands en met hun praat ik makkelijk, ik kan dat vertalen ... Omdat als iemand studeert in zijn eigen taal en eigen land, dan weet hij meer. Dus mij, ik wil gewoon alles doen in het Nederlands en met hun is het makkelijk en ik kan ook praten in mijn eigen taal. Dat alles. En nu pas is deze Nederlandse les afgelopen en iedereen krijgt een diploma.” – Ines

De organisaties waar wordt gevrijwilligd biedt een laagdrempelige locatie waar deze activiteiten kunnen worden gehouden. Veel vrijwilligers die hun ontwikkeling als voornaamste motief noemen zijn dan ook in de organisaties blijven hangen na deelname aan een project binnen de organisatie, zoals Anna zegt “Eerst was ik hier voor de cursus Taal Dichtbij. Toen ben ik gaan

kijken en hadden ze hier vrijwilligers nodig. Toen heb ik me ingeschreven en nu ben ik hier”. Ook

Jennifer is op deze manier als vrijwilliger terechtgekomen in de organisatie waar zij werkt “Toen

had ik een traject hier gedaan en toen ben ik daar doorgestroomd naar vrijwillig”. Bij velen was dit

op initiatief van de sociale dienst of een andere instantie. Toch wordt het belang van de organisaties hiermee aangegeven, omdat veel mensen nou eenmaal een duwtje in de juiste richting nodig hebben.

De motieven voor de eigen ontwikkeling komen overeen met de in de literatuur gevonden intrinsieke motieven, waarachter zelfontplooiing en ontwikkeling schuilen. Deze motieven hoeven niet in eerste instantie aanwezig te zijn, zij kunnen ontstaan nadat de vrijwilliger door een instantie of zijn of haar netwerk op weg is geholpen.

Betrokkenheid

Ten slotte zijn er diegenen die vrijwilligerswerk doen vanwege een maatschappelijke betrokkenheid, of het willen overdragen van kennis. Deze motieven richten zich meer op iets kunnen doen voor anderen in plaats van voor zichzelf, en vertalen zich ook wel in iets terug doen. Zoals Urmila haar overweging verwoordt: “ik heb altijd gezegd van als ik de tijd heb en ik

kan het mij veroorloven, en dat kan ik op dit moment, dan ga ik vrijwilligerswerk doen. Gewoon iets terug doen voor mijn buurt”. Waar de eerste twee categorieën van motieven in elkaar overlopen,

is dit motief het meest uitgesproken: bij de respondenten die aangaven vrijwilligerswerk te doen voor anderen waren de andere soorten motieven vrijwel volledig afwezig. Opvallend is dat geld in het leven van deze respondenten geen rol speelt, ze hebben betaald werk, kunnen het zich veroorloven vanwege het inkomen van hun partner of zijn vrijgesteld van de sociale dienst wegens gezondheidsklachten. Farah geeft dan ook duidelijk aan dat het voor haar meer betekent dan enkel een bezigheid hebben: “ik doe het en ik blijf het doen, ik wil geen geld of zo, ik wil

Universiteit van Amsterdam | Masterscriptie Josine Dekker

ik hoef niks terug te krijgen. De kennis die ik overdraag aan andere mensen, daar ben ik blij mee. Als mensen daar gebruik van maken vind ik het prima”. Deze uitspraken staan in schril contrast

met die genen die ontwikkeling als voornaamste motief hebben, omdat veel van hen het liefst een betaalde baan zouden hebben en vrijwilligerswerk doen om zich op een betaalde baan voor te bereiden.

“Kijk, iedere bewoner heeft een bepaalde verantwoordelijkheid voor zijn eigen straat. Het begint zo: ik heb de verantwoordelijkheid voor mijn eigen huis, wij als buren zorgen voor onze straten, als geheel hebben we de verantwoordelijkheid over de wijk. Zo begint het. Dus als wij telkens afstand nemen van elkaar dan komen we niet verder. Als ieder zegt nee, ik bemoei me alleen met mijn gedeelte, dat gaat gewoon niet. Je moet het samen doen.” – Najib

Deze respondenten komen dan ook op een andere manier in het vrijwilligerswerk terecht dan de vrijwilligers met andere motieven. In de meeste gevallen zijn zij op hun plek gekomen via hun netwerk. Een enkeling hoorde van de organisatie via een pamflet. De meeste respondenten in deze categorie zijn actief bij de Marokkaanse Culturele Vereniging Charlois. Een verklaring zou kunnen liggen bij het feit dat dit een vereniging is voor de eigen gemeenschap. De betrokkenheid van deze vrijwilligers bij de organisatie is dan ook groot, zoals Farah uitlegt “Ja ben ik altijd hier,

dus wij hebben nooit gestopt. Als wij stopten, twee, drie maanden en dan gaan wij gewoon terug”.

En ook de loyaliteit naar de deelnemers is groot.

“Daarom zeg ik, wij hebben geen betaalde krachten maar alles met vrijwilligers, alles wat vrijwilligers doen dat doen ze met hun hart, en alles wat je met je hart doet, doe je graag. Wij luisteren naar de burgers. Wij organiseren geen enkele activiteit voor onszelf.” – Najib

Deze motieven zijn dus voornamelijk gericht op de gemeenschap en zijn dus van communitaristische aard. Deze mensen houden van wat zij doen, vaak omdat zij graag hun kennis willen overdragen op anderen zodat anderen zich kunnen ontwikkelen. Hier halen zij hun voldoening uit.

“Als ik zeg we gaan iets doen voor eten dan vinden ze dat hartstikke leuk, dan doet iedereen mee en gaat iedereen helpen, eten klaarmaken, allemaal eten en opruimen. Dat was heel gezellig, en dan ben ik ook blij als die vrouwen blij zijn.” - Ines