• No results found

De zaak der Filippijners

In document VERSPREIDE GESCHRIFTEN VAN (pagina 130-136)

Tijdschrift voor Ned.-Indië.

1899.

wil zeggen, de inboorlingen die na herhaalde opstanden het Spaanschc juk hebben afgeschud zijn niet geneigd hun nek te krommen onder het juk der Noord-Amerikanen. Deze laatsten, ten minste de Jingo's onder heil, vinden zulks heel raar en ongepast. Zij beweren in hun oorlog tegen Spanje een rechtsgrond te hebben om bet land in te palmen van lieden die ook tegen Spanje gestreden hebben, en zij laten zich bij een vredes-verdrag door Spanje een grondgebied afstaan, dat feitelijk niet meer in 't bezit der Spanjaarden was. \Vat de 7 millioen menschen, die van ouder tot ouder dat gebied bewoond en oorbaar gemaakt hebben, wenschcll, komt niet in aanmerking; die worden beschouwd als vec of nog minder.

En toch zijn het de Filippijners geweest, die op verscheiden eilanden aan het Spaansche gezag een einde gemaakt en het door cene eigen regeering vervangen hebben; eene regeering die dadelijk de hand geslagen heeft aan de hervorming van 't hooger onderwijs; een wet op den leerplicht voorbereidt; geregeld de belastingen int; tucht en orde handhaaft, en wel op zulk eene wijze dat er minder gruwelen en buitensporigheden zijn ge-pleegd dan bv. gedurende de groote Fransche omwenteling. Daarentegen hebben de Noord-Amerikanen niets anders gedaan dan dat zij eenige oude Spaansche schepen iu brand hebben geschoten. Anders hebben zij geell enkel gevecht tegen de Spaansche troepen op Luzen geleverd, en zoo de bevelhebber van Manila de stad aan hen bij kapitulatie heeft overgeleverd, dan was het omdat Manila onvermijdelijk anders in handen der opstan-delingen zou gevaJlen zijn.

Om zich een denkbeeld te vormen \'an den huidigen staat van zaken op de Filippijnen heeft men meer noodig dan de schaarsche berichten in de Europeesche en A merikaansche nieuwsbladen. Zelfs indien al die berichlen juist waren, zouden ze ons niets leeren omtrent de denkbeelden, gevoelens en plannen van Aguinaldo en de zijnen. \Vie zich daaromtrent wil inlich-ten, zal wel doen met kennis te nemen van hetgeen men aantreft in de kolommen der dagbladen, welke aan de belangen der Filippijnsche onaf-hankelijkheid gewijd zijn.

Een van die bladen is de in 't Spaanscll geschreven 11ldepeudencia. Op-dat een ieder kunne oordeelen in welken geest dit blad geschreven wordt, deelen wij hier een hoofdartikel mede uit het nornmer van 30 November laatstleden. Het artikel, den titel voerende Vrede Pll Oorlog, luidt in ver-taling als volgt:

126

<Vóór de bekendmaking van den vermoedelijken uitslag van 't Congres te Parijs in zake de Filippijnen, heeft de Filippijnsche gecommitteerde daar ter stede in besliste termen de houding der Filippijnen verklaard: "De herhalen het, dat de Filippijners niet geneigd zijn om met hunne onafhan-kelijkheid te transigeeren. Dit is het programma van het land, hierin zijn nuttige menschcn, veel voortreffelijke geesten, veel brave harten. Het zweet, niet het bloed, is hetgeen de velden moet besproeien, hetgeen moeder natuur moet bevruchten. Onder den vrede bloeit en groeit alles; onder den oorlog verarmt en verwelkt alles.

«Maar het is noodig dat men ons niet in onze rechten aantast. Ter ver-dediging daarvan hebben wij gestreden tegen Spanje, terverdedigingdaar-van zullen wij weder ten strijde gaan, indien wij hiertoe getart worden.

Nooit zal OIlze zwakheid en onze hulpeloosheid ons doen versagen. Wij zullen enkel voor ons recht kampen, niet uit overmoed of berekening. Wij zoeken de onafhankelijkheid, omdat wij de slavernij haten, omdat wij ge-voeld hebben wat de pijn is der ketenen, en wij zullen voor dit ideaal ons leven weten op te offeren.

«Onze rechten zijn onbetwistbaar. Spanje is door ons overwonnen over het geheeIe gebied waar wij heerschen. Luzon en een gedeelte der Bisa)'a-eilanden en van Mindanao zijn ons door de I .. racht onzer wapenen. \Vij zijn daarbij min of meer door het lot begunstigd. Amerika heeft ons zijdelings gehol pen door de blokade van Manila en onze zegepraal verhaast, maar ook zonder haar zou de omwenteling tot stand zijn gekomen en vroeger of later gezegevierd hebben.

<Spanje hield op hier te heerschen van 't oogenblik af dat de geest van het land tegen haar in verzet was gekomen. Wij hielden de onafhankelijk-heid voor verzekerd - zooals onze afgevaardigde de heer Agoncillo in een zijner verklaringen zeer juist gezegd heeft - vóór de oorlogsverklaring aan Spanje door de Vereenigde Staten.

«De provincies, die nog aan Spanje onderworpen zijn, maken nu reeds

deel uit van QIl:t.e nationale eenheid door hunne gezindheid. Spanje oefent geen gezag over de rest van den Archipel uit dan dat van vrees en schrik 1) .

• En Spanje wil over dezen geheelen Archipel beschikken? Hoe kan zij iets afstaan, wat haar niet meer toebehoort? Op welk recht kan zij zich nO!j

beroepen?

or

hoe kan Amerika zich tocëigcncn wat zij niet van Spanje ontvangen heeft? Welke regelen van goddelijk of menschelijk recht zullen zulk een verkoop rechtvaardigen? Daargelaten dat het verlwopen van vol -ken, in 't volkenrecht, een dier theorieën is, welke bestemd is om te ver-dwijnen, omdat ze indruischt tegen de begrippen der hedendaagsche be-schaving. Volken verkoopt rnen niet zooals paarden of huizen. Zoo men zich beijverd heeft den slavenhandel af te schaffen, omdat die den verkoop van personen in zich sloot, waarom behoudt men dan den verkoop van geheele volken, die toch vrij moeten blijven, wanneer zij geen deel uit-maken van deze of gene natie?

«Neen, nooit zullen wij den ongerijmden verkoop van 0115 grondgebied zonder protest laten, De Filippijners hebben hun programma, waar zij niet van zullen afwijken; wat ook het lot zij, dat hen wacht, zij zullen zich ver-zetten behandeld te worden als koopwaar .

• Washington heeft deze toepasselijke woorden uitgesproken: "Wat kan het ons schelen, meer of minder stuivers voor elk pond thee te be-talen? Wij handelen alleen over ons recht». Hetzelfde zeggen wij. Wat kan het ons schelen ons te wagen in een strijd, welks uitkomsten wij niet vermogen vooruit te zien! Wij strijden alleen voor ons recht.»

Tot zoover het artikel der Illdepmdencia. In hoever de Filippijners de noodige volharding bezitten om het met onloochenbaar goeden wil en on-miskenbaar beleid ondernomen werk der vestiging van een inheemsch be-stuur tot een goed einde te brengen, kan alleen de tijd leeren. De vraag is ook, of men hun den tijd zal laten zich tot een onarhankelijk en algemeen als zoodanig erkend gemcenebest te ontwikkelen, [n eene eeuw als de onze, die rijker is aan voorbeelden van schromelijke rechtsverkrachting dan eenige eeuw te voren, mag men het ergste vreezen,

1) Na den datum "nu het artikol heort ook Ilo-ilo zich overgegoven, Noot VAn den vort.,

In document VERSPREIDE GESCHRIFTEN VAN (pagina 130-136)