• No results found

omtrent de taal der Agta's van 't schiereiland Camarines (Filippijnen)

In document VERSPREIDE GESCHRIFTEN VAN (pagina 84-90)

Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië, 6' Volgreeks, dl. 11.

1896.

Agta's die op het schiereiland Camarines wonen, veroorloof ik mij tot nadere toelichting eenige opmerkingen te maken ten behoeve dergenen die in de vergelijkende studie der Indonesische talen belang stellen.

De taal der Agta's van Camarines is eene zuiver Maleisch-Polynesische taal, en behoort in 't bijzonder tot de Filippijnsche groep. Het woorden-lijstje is geheel voldoende om het karakter der taal in 't licht te stellen. Het behoeft dus geen betoog dat de Agtá-taal in bouwen grammatica op het Bikol gelijkt, want ook dit behoort tot dezelfde groep. lntusschen blijkt tevens dat het Agta'sch en het Bikol, hoezeer verwant, in woordenkeuze aanmerkelijk van elkaar afwijken, veel meer bijv. dan Nederlandsch van 't Hoogduitsch, zelfs meer dan onze taal van 't Deensch of Zweedseh.

Pater Castano is van meening dat het Agta'sch meer analogieën vertoont met het Bisa)'a dan met het Tagalog. Ook dat is juist, voor zoo ver de woordenlijst ons toelaat daarover een oordeel te vellen. Natuurlijk komen ettelijke woorden zoo wel in het Bisaya als ook in het Tagalog voor, en tevens in 'tJavaansch, Maleiseh, Batakscb, enz. enz. Om dit aan te toonen, wil ik de volgende woorden aanhalen.

Bala)' , huis. Dit woord komt over 't geheele gebied der Maleisch-Poly-nesische talen voor, in Indonesië, op Formosa, Madagaskar, in Melanesië, Polynesië. Bisaya baláy, Tagalog báhay, Ibanag baláy, Maleisch balei, Javaansch bale, Fidji vale, Maori whare.

o

m ti)', gekookte rijst. Hetzelfde woord als Bis. hom ay, rijst, Ibanag amma)', Sangir ~me, Batak èmè, omè, Lampong mè, Bentenan mai.

Van denzelfden stam is Maori kome, kame en tame, voedsel.

Tabán, rooven, schaken. Bis. en Tag. tában, Olld-javaansch en Bali-neesch tawan,

La b6s, overschrijden. Zoo dit niet een schrijffout is voor la h65, is het toch zeker te vergelijken met Bis. lah6s, Tag. lag6s.

Bisara, spreken. Bis. bisála, Maleisch bitjara, Dajaksch basara; de Krama-vorm hiervan is Jav, witjant~n.

Het woord is, zooals men weet, aan 't Sans luit ontleend. Gelijk uit dit woord reeds blijkt, heeft de oudere r bij de Agta's stand gehouden, terwijl ze in het Bisaya en Tagalog overal in I is overgegaan.

Kon6, zoo heet het. Bisaya kon6, Ibanag kan

u,

TOllmbulusch ken u.

[sari, waar? Bevat de praepositie i, te; algemeen Mal. Polynesisch, en

80

sari t vermoedelijk hetzelfde woord alsJavaansch ~ndi, met voorgevoegd sa, gelijk in i-sini, hier, Maleisch di-sini, waarin sini in beteekenis niet van i n i verschilt.

Diridi it, neen. Vgl. Bis. en Tag. dili, uit ouder diri, door dissimilatie ontstaan uiteen herhaling van di; Bikol day, Dajaksch dia, Sesake ndi, Tagal. di, indi, Toumbulusch rei, enz.

Usát, één. Bis. usa, Tag. isá, Jav. sa, Mal. äsa, sa, Bataksch sa, enz.

De toegevoegde taan 't einde komt overeen met de sluitende tin 't Ibanag agit, jongere broeder, waarvoor 't Oud-javaansch heeft ari, N.-Jav. en laatste kan echter voor di

+

ito staan. Vgl. Bugin. tu, Makassarsch antu, Balin. h ~n to, die, dat; het Maleisch heeft steeds i t u.

Gona, vooruitgaan. Verkorte vorm van pag-ona, Bis. pag6na, Tagal.

panguna. De stam is una (ona), van waar Bis. u m una, vóórgaan i Tag.

ma-u n a I m u n a, eerste; Toumbulusch p u u na, eerste; aleer. De zeer tal-rijke verdere verwanten behoeven hier niet vermeld te worden.

Tal6n, kip. Bis. taláoan.

Kan-ina, voor; eerder. Bis. en Tagal. kan-ina, vooruit.

Isra, voedsel. Bis. solá, dierlijk voedsel; Tagal. isdá, visch; Toum-bulusch s(!ra, toespijs, vischspijsj Iban. en Bikol sir!, visch, vischspijs;

Ponosakan mos~ha, Toumbulu sum~ra, etcn (verschillende toespijzen).

De meer algemeene beteekenis is de oudere, zoo als blijkt uit vergelij-king met het Javaansche t~qah en s~qah. Trouwens het zoo wijdver-breide woord ikan, is ook evenzoo gevormd als isc\a (ouder i-s~qah)

van kan, eten, en beteekent dus oorspronkelijk: dienende om gegeten te worden.

Hangit, wind. Bis., Tagal. hángin, oud-Jav. hangin en angin, Mal.

angin, enz. Ook hier treffen wij de t als sluiter aan, waar andere talen de

" hebben. Regelmatig wordt de sluitende" door t vervangen in sommige talen der familie, bijv. in 't Eromanga, s~lat, weg

=

Mal. djal.n. Het-zelfde heeft plaats in enkele Dajaksche dialekten.

Gilayon, altijd. Het formatief gi heert dit woord gemeen met Bisara gi-h a I' 0 n, altijd. Layo n vergelijke men met Bis. en Tag. I a 6 n, verjaard, verouderd. oud, verwant met Sundan.laun, met der tijd, Ibanag nayun, duurzaamheid, en verderop met Jav. en Mal. ta h 1I n, Tag. ta 6 n, Malagasi tauni!, Bataksch taon, Polynesisch tau, jaar. Men vergelijke ook Fidji ngallna, getijde, leeftijd.

In ggo t, ergernis. Bis. en Tagal. in ggi t. Verwant is 't Oudjav. s ~ n gh i t (Nieuw-jav. s~ngit), toorn, verbolgenheid.

Labán, twisten. Tagal. laban, Dajaksch lawan, tegenstand; we"r-staan; Oud- en Nieuw-jav. lawan, Mal. lawan, tegenstander, enz.

Ka, vnw. 2 ps. enk. Algemeen Filippijnsch.

Namo, van ons (exclusie!). Dit luidt in het Bisaya namon, Tagal.

namin. Eenigszins arwijkend, maar toch verwant, is Oud-jav. en Fidjisch mami, Pampanga, lbanag en lIoko mi.

Pagkaoll, verbao.lsubstantiefvan den stam kaon, eten. Dit is een alge-meen Mal. Polyn. woord, in 'tBis. kaon, Tagal. kaïn, Minahasisch kän, Jav. Mal. Dajaksch kan, Fidji kan-i, enz. Pag- is het bekende prefix, dat in het Bis., Tag., lban. pag, Maleisch p~r, Batal<sch par, TOllmbulllsch pah luidt.

Omtrent de klankveranderingen waarvan Pater Castano gewaagt, is op te merken dat men onderscheiden moet tusschen de regelmatige wijziging der beginletters ten gevolge van een op een nasaal uitgaand prefix, en de onwillekeurige verwisseling van op elkaar gelijkende klanken. De eerste soort van klankverandering is gemeen aan de gansche taalfamilie en be-rust op bepaalde klankwetten, in een voor-historisch tijdperk, v66r de splitsing der volken die tot de familie behooren. Dat de beginletter s in 11, de k in Ilg, de pen b (ouder w) in m overgaat wanneer een op een nasaal

uitgaand formatief voorgevoegd wordt, is een vaste regel, die het Agta'sch gemeen heert met de overige verwante talen. Bijv. in sayáo, ook Tagal.

sayáo, ligt het begrip van .dans,; om het imperfectiefwerkwoord .(hij) dansb, Engelsch cis dancing» aan te duiden, bedient men zich, even-als in 't Tagalog, van het prefix nang, hetwelk met sayáo samensmelt tot nana)"ao. Den vorm nangangaayao, zeer dikwijls dansen, begrijp ik niet.

Overgang van d (d. i. de supradentale of linguale rf) in ,. is zeer gewoon,

6

en in het Tagalog aan vaste regels gebonden. In het]avaansch ontbreekt het niet aan voorbeelden van luIk een overgang of verwisseling; en even-zoo komt het voor dat I en r wisselen. Voorbeelden dat/metp of 111 ver-wisseld wordt, l<omen in cic woordenlijst niet voor, en kunnen niet anders dan als dialektische verscheidenheden, ofwel al~ overoude tweelingvormen verklaard worden.

Spaansche bescheiden aangaande

In document VERSPREIDE GESCHRIFTEN VAN (pagina 84-90)